RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Nieuwe uitgaven. •1.S» DEÏÏQEBLAD iKd. ZATERDAG 14 September 1618 iSanerkrant Schwelne- fltisch. 'door STMÓN MOS. Haadsels (Deze laausois'zijn alle ingezonden door jongens n meisjes, die „Voor Onze jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Woensdag middag 4 uur goede oplossingen zen den worden in net volgende nummer bekend gemaakt.) Iedere maand worden onder de beste oplossers twee boeken in pracht band verloot. 1. Ingez. door F. F. Gehl.) Ik ben oen stad in Azië. geef me nog een letter en do boterberêider kan me niet missen. 2. (Ingez. door H. Visser.) .Miin geheel bestaat uit 16 Iteetee- kcin m kan men iu de meeste huizen te llaarkm vinden. Een 2, 3, 5 is een visch. Een 8 vindt men in elke lectuur. Een 16, 15, 14 is niet hoog. 15, 11, 12, 10, 15, 16 is een plaats in Turkije. 1. 2, 7 is niet meer te koop, doch smaakt iijn. Een 4. 6, 7 vindt men aan vele ver voermiddelen. Een 76, 9 ia een gevaarlijk wa pen 3. (Ingez. door Lodcwijk.) Mijn late is niet oud, mijn 2de is ccn doorgang en mijn geheel is een plaats in België, die in ieder Geschie denisboek voorkomt. 4 (Ingez. door Da Costa.) Ik ben een vrucht, die ge nu voor de fruitwinkels ziet liggen)Neem een letter weg en ik bon een vogel. 5. Ingez. door .Sneeuwwitje.) Ik ben een Russische rivier, veran der mijn 2de letter en ik ben een meisjesnaam. 6. (Ingez. door Controleur.) Ik bon een plaats in Zeeland. Geef me een ander hoofd en ik ben een huisdier. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige weck zijn 1. Zuidbroek. 2. Don Zou. 3. Sohaarsch sehuinsch, 4. Barend Arend. 5. Honing Koning woning. 6. El half el kwartel. Goede oplossingen ontvangen van Napoleon 4, Christiaau de Wet 6, Boschvioolt.je 6, Tnéeroos 4. Klimop 4. Dandelion 4, America in Boy 4, P. en B. v. d. Boogaard 4, Sneeuw witje 5, Roodkapje 5, Soldaat 5. Lourens Coeter 5, Herman Visser 5. Arend 4, Dora en Jopie Fabel 4. Vrede 4, Con troleur 4, Leidonaar 4. Kerstboompje 4, Willem Teil 4. Krekeltje 4, Jasmijn 4, Conducteur 5. Truusje Bakker 4, Tweeling 6, Theo Overmeer 5, Aart Ovenneer 5, Joost van den Vondel 4, Geldropje 4, Petit Gerard 6. Wagner 6, Meiklokje 6, Jo en Teun Reime- rink 5, Willem van Oranje 6. Lydia 5, Orchidee 5, Zephir 6, Waternimf 4, Boschfee 4, Avondster 4, Mei bloempje 4, Bloemenfee 6, Bloemen- k lokje 6. M van Mans urn 4, F. F. Geli! 4, Dik Trom 4. Rudolf Oschatz 4, Piet Oschatz 4. Bloemenmeisje 6, Jan van Wort 5, Op 't kantje af 6, :m 4, Rookie 4. ïiekie 4. Pieno 4, Germania 5. Ilarmen de Vries 4, Coeimo 4, Aesohepoester 4, Hortensia 4, Spirea 4. F. F. Gehl 4, D. A. P. en C. I J. den Hollander 6. Karei V 5. Öcze Sim Nieoiaas- wedstryii. •Herfststormen nebben hun intree gedaan, de prettige wandelingen moe ten gestaakt, en in de vrije uren wil de verveling trachten binnen tc slui pen Dat is een leelijk duiveltje, dat we nooit binnen moeten laten en dat vooi niets zoo bang is, a's voor ar beid. Dus laten we samen aan net werk gaan, laten we weer beginnen aan onzen jaarlijkschen weldadig; Kcidswedstrijd. Wat liggen er vooral dit jaar in onze ziekenhuizen vele gtumperdjea, voor wie de Sint-Nico- kasdag een dag als andere dagen zal zijn, vreugdeloos en droevig. Komaan, wij willen zorgen, dat ©r op dien dag ook voor hen oen zonnetje schijnt. Wij willen icte voor die stakkerds doen. Wij, die het misschien ook niet breed hebben maar die toch rijk zijn. omdat we den grootsten schat, een goed© gezondheid, bezitten. En wat zullen we maken In de eerste plaats vooral practisclie dingen. Zog, meis jes, vraag eens aan moeder, of er in de iiuneukaet ongebruikt© iapje6 of kleertjes liggen, waaruit een knap kkeding9tuk groeien kan. En ik hoop. dat mijn knappo pantoffelmakers en -maakstertjes ook dit jaar niet in ge breke zullen blijven. Wie restjes wol heel t, naakt of breidt er maar dassen, mutsen, rokken mofjes of borstrok ken van. Kijk de speelgoedkast ook eens na. Licht valt er iels te reparee- ren te lijmen of tc timmeren. Het is zoo n loonende kunst van oud mouw- te maken Timmer!uitree, fabriceert eens -van een oude kist een winkel, poppekaaier of stal. Kleinere doozen of kisten kunnen beplakt of bekleed worden, om alle naaidoos jee, spaar potjes, zakdoekendoosjes enz. tc die nen. Poppemoedertjee mogen poppen aankleeden. Er zijn wel honderd prettige werk jes te bedenken, die straks een bron van genot kunnen zijn voor anderen. Maar alsjeblieft geen oorlogsspeel goed, geen forten, geeu soldaten, geen kanonnen of ander moordge- spuie. Al die dingen wekken gedach ten in ons op, die later zoo vaak »ch omzetten iu daden. Wanneer we be zig zijn voor anderen, is hot. juist bin nen in ons wo vredig en licht lk geef je tijd tot 25 November. Werk, dat er slordig en haveloos uit ziet-, wordt- niet aangenomen. Iedere inzender ontvaugt een herinnering, als blijvend aandenken aan een goe de daad. Wie iets te vragen heeft, vindt miji "s Woensdags tiraschcn 12 en 2 uur thuis. Vergeet vooral niet. bij iedere in zending je naam en leeftijd te voe gen Steekt maar van wal en werkt prettig. Het geheim van Fik. (Verbaal voor de kleinsten). (Vervolg). Neen, dat was niet om uil tc hou den. Misschien sliep zijn baasje ook niet. Wip, Fik stond naast zijn mandje. Met zijn pootje kon iuj de kamerdeur openkrijgen en trip, trap, tnp, liep bij de trap op naar boven. Dat vie! mee, de kamerdeur stond aan. Een waxine lichtje verspreidde een zacht schijnsel door het. vertrek eli Fik zag Zijn baasje rustig liggen sluimeren En kijk, daar lag het paard! Hot, keek hem zoowaar met groot e oogen aan, alsof het zeggen wou „Wat doe pj hier?" Woedend sprong Fik op den stoel. Sam be woog zich even, maar Bles bleef maar naar hem kijken. De kleine, zwarte oogjes van Fik gloeiden nu van haat, hij greep, beet toe en hield Bles bij z .n nekvel vast. Hij buitelde met het paard over den grond. Rrring, rrring. ging het. De stalen veer van het me- caniek was gebroken en sprong nu te gen den buik van Fik. Fik kefte van I schrik. Sam opende de oogen en keek droomerig rond. Blafte Fik daar? Half slaperig zocht hij met zijn oogen naar de hondenniand. Fik stond met zijn voorpootjes op den rand van hot ledikant, en keek zijn baasje zoo smeckend aan, als wilde hij zeggen „Vergeef liet. me maar. dat ik mis schien dat mooie beest he»b doodgebe ten.' Plotseling herinnerde Sam zien, dat de mand niet boven was geko men en nu hij in die treurige, trouwe oogen van zijn hondje blikte, werd zijn hart van medelijden vervuld. ..Zcet, lief beest, ben je zelf ko men kijken, of je baasje sliep? En ik vergat je. Ga maar od het kleedje slapen. Sam zal je nooit meer verge- ten, hoor." j Heel gehoorzaam vlijde Fik zich j i neder en süep weid-ra rustig in. Toen I Sam 's morgens ontwaakte, viel da- j dol ijk zij u oog op het ontredderde paard. Hè, wat jammer. Bles was neeleinaa] et uk. Misschien bad hij er i vannacht in zijn slaap wel op getrapt of Bies was van net bed op den grond j gevallen. Fik zou toch niet...? Maar. I neon, dat zal niet. Kijk, dat goede dier i eens rustig slapen. Fik heft den kop' op, tussohen zijn oogwimpers gluurt I hij naar den baas. Zullen er klappen vallen Daar komt Sam al op hem j toe. Wal nu? Sam tilt hem uit zijn mandje, neemt hem in zijn armen, kust hem op zijn koud hondvusnuitije j cn zegt allemaal lieve woordjes tot j hem. Sam vertelt hem van het paard, waar hij nu lieelemaal niets meer aan I heeft. „Weet Fik er iets van?" Fik z/;gt niets, hij geeft maar lik jes. Alle leed is geledenhij voelt rioli weer ccn blij en gelukkig hondje, maar aan geen menschenkind zal hij ooit zijn geneim vertellen. W. B Z. YioJiere geweest? Jij hebt al heel wat meer in je leven gezien dan ik. ROODKAPJE. Is het boek naar je zin 1 Ik hoop spoedig cou plaatsj voor je opstel te vinden- Hoc is het met de pijn in den rug? BOSCHVIOOL-* fJE. Je hebt nu zeker ook meer huis werk dau heb vorige jaar. Gaat het Eiigelsch al wat vlotter? THEE ROOS en KLIMOP. Je raadsels heb ik mee laten rekenen Dat boodschap penmeisje van jullie heeft, anders weer een standje verdiend. CHRIS- TIAAN DE WÉT. Heb je al eene meer mee gedaan aaai dezen wedstrijd? NAPOLEON. Je raadsel is goed. GERMANIA. Als je zoo graag mee wilt doen geloof ik zeker dat je wel tijd vinden kun;, 't Is wonderlijk, maar wie liet drukste leven hebben, vinden alt ijd nog wel tijd om iets voor een ander te doen. TIEK1E en PI ENE, t Is wej jammer, dat Boukje zoo weinig van liet zonnetje genieten kan. Maar misschien krijgen we nog wel een mazomertje. ROEKI. Er varen neel wat- kindereu, die twee raadsels niet hadden, 't ls niet zoo erg voor een keer. OP 'T KANTJE AF. lk iioop jc verjaardag goed te onthou den. Knap hoor, dat je alle raadsels had. Zijn de zonuepitten zoo lekker? Je weddenschap voor het volgend jaar neem ik aan. JAN VAN W. Zoo als ie ziet, heb ik aan moeders wensch voldaan. Dat was toch ook jouw ver langen? BLOEMENMEISJE. Je raadsel is goed. COSIMO. Dat was bij jullie een heel ziekenhuis, lk wil je bouwdoos gaarne hebben, maar dan moet je er zelf een knappe doos om maken. ASSCHEPOESTER. Je raadsels zijn goed. F. F. G. Het ia maar goed, dat het mooie witte kik kertje in Artis beland is. Zoo'n blind beestje zou anders van honger ge storven zijn. BLOEMENFEE. Ze ker, mag je jRadsek insturen. Hoe gaat. het ïnet. de Engelsche uit spraak Kun je 's avonds op tijd naar bed gaan Denk er om. rust is even veel waard als voeding. MEI BLOEMPJE. Stuur me dat verhaaltje maar. Komt het voor plaatsing in aan merking, dan zul je toch een poosje geduld moeten hebben. Als Fiks ge heim uit is, komen de bekroonde op stellen aan de beurt. AVONDSTER, 't ls prettig voor je allen, he, dat moeder haar dageliiksche bezigheden weer kan verrichten i En hoe is hert. nu met zusje? ZEPHIR. Dat was eon oeui rijke dag voor vader on broer, lk u-heiteer je vase met vaders verjaar dag. Wat neerlójk, dat het op Zon dag valt. - ORCHIDEE. Ja, je raoogt dezen schuilnaam houden. Wanneer word je dertien? Als ie trouw meedoet, zul je ook wel eens in aanmerking komen voor een prijs. LYDIA. Ik heb heuse h medelijden met ie, dat je zooveel huiswerk hebt. En kom je al een beetje thuis in de nieuwe vak- keu 1 Kan je ich al uitsprekenI W ILLEM VAN ORANJE. Je raadsel is goed. JO en TEUN R. Jopie wordt nog wel gefeliciteerd met haar r jaardag. Wae het ecu leuk dagje? Adam Bede ie eeu heel mooi boek. Als jc later Engelsch leert, moet je het ook iu net Engeleoli Brievenbus (Brieven aau de Redactie vau de Kinder-Afdeel ïng moeten gezonden J worden aan Mevrouw BLOMBERG—j ZEEMAN, Bloemhofstraat 5. In de bus gooien, zonder aan- schellen GOLDREINET. Jammer, dat jc de vorige week te laat was. Wat ben je aan het boemelen geweest. Bevalt het jc weer goed op school MAARTEN 1.ETHER. Doe je ook mee aan den wedstrijd? Jij bont wel een bioscoop-j bezoeker 1 Ben je nog met zus naar de gaan lezenDan vind je het nog veel mooier. Je be gint zeker al weer naar de Kerstya- cantie te verlangen? Houdt Teun zich goed? PETIT GERARD. Zit. je bij Lydia in de klas, omdat ie ook al zooveel huiswerk hebt? GELDROP JE. Waar heeft die Waterjuffer het zoo druk mee Aau dezen wedstrijd doe jo toch zeker mee. Ik heb er, dunkt- me, een mooi tijdje voor gege ven Je aanvraag om het. boek kan ik niet plaatsen, omdat ge geen adres opgeeft. THE0D00R 0. Ja, ik had jullie al gemist. AART 0 Doen jullie weer mee met den wedstrijo.? Liever heb ik geen bouwplaten, ze zijn zoo teer en zieke kinderen kun nen er zoo weinig mee doen. JAS MIJN. Van minder prettige dingen kun je toch wel een opstel maken. Dan zouden er nooit droevige verha len geschreven worden, lk daeot wel, dat jullie mee zouden doen aan den w dstrijd. WILLEM TELL. Zijn de potlood en al in gebruik? En acbrij- ven ze goed? Is deze wedstrijd ook naar je zin? Je was niet de ©enigste met 4 raadsels. KAREL V. Jo raad sels zijn goed. VREDE. Jullie heb ben vader maar goed bedacht. AREND. Heb je ook de Spaanache griep gehad, jongen? JOOST VAN, DEN VONDEL. Het deed me genoe gen dat jc prijs naar je zin was. En j noe vind je het boek? Je kunt zelf wel een lijstje maken voor ie diplo ma. Dat is zoo'n heksentoer niet. ROODKAPJE. Je diploma heb ik nog. Kom hot maar eens halen. D. A. P. en C. L. J. DEN 11. Nu. ik kan me voorstellen, dat jullie in Artia echt genoten hebben. Toen jullie 's avonds riinip kwamen, was jo zeker wel moe? Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN. Bloemkofatraat 5. 14 September 1918. Wij hadden in Wijkbioekennecr ook onze „Harmonie" gekregen. Dat kon wel niet anders, nu langzamer hand in alle omliggende plaatsen, zelfs die, met ccn zie4ciii.il van min de. dan duizend, dilettanten-muziek korpsen waren opgericht, die uitvoe ringen gaven en deelnamen aan wedstrijden, tot nuttige verpoozing van de leden en aangenaam vermaak voor het publiek. Ons muziekkorps was opgericht met twaalf leden, bestaande uit de meest heterogene burgers- timmerlui, met selaars en grondwerkers., zoowel als winkeliers, kautoorheeren en onder wijzers. Met bohulp van den notaris en eenige andere voorname ingezete nen, was door vrijwillige bijdragen een klein kapitaaltje bijeengebracht tot het aankoupen van de instrumen ten: door de donatiën van kunstlie vende burgers en de contribution van dc leden kon verder voorzien worden in den aankoop van muziek en in het bc-sirijden van andere kleine uitga- vin, de burgemeester had teege- siuau, dat de gymnastiekzaal van de gemeenteschool gratis werd afgestaan voor vergaderingen en toen nu de stads -muziekmeester -klokkenmaker- organist bereid werd gevonden, als kapelmeester te fungeeren, konden de repetitiën van de Wijkbroeker- meersehe Harmonie een aanvang ne men. Deze repetitiën bleken weldra voor de gemeentenaren een niet te quali- ficeeren ramp. Het was in alle straten, op alle kamers, waar leden van de Harmonie woonden, getoeter, geblaas, gejiiep en geroffel, niet alleen des avonds, maar telkens wanneer de rustpoozen tusschen verschillende werkzaamhe den vau de leden, dit maar eenigs zins gedoogden. En tweemaal in de week kwamen 's avonds allen bijeen, in de gyrnnas- t'ekzaal, om ensemble hun verschil lend getoeter, geblaas, gepiep en geroffel tot een reuzengeluid 1e com bineeren, dat met het volste recht aanspraak kon maken op den naam „helsch lawaai". Het was in de omgeving van die gymnastiekzaal dan ook gewoonweg niet uit te houden; de ruiten trilden, wanneer die „rippetiessies" aan den gang waren. De menschen vlucht ten naar buiten en maakten een wandeling buiten het dorp, weer of geen weer. Zelfs de politiehond „Caesar", die, wat er ook gebeurde, nooit zijn - plaatsje achter de kachel ii liet politiewachtlokaal zou ver laten, zocht jankend een goed heen komen op het marktplein. De hoofdonderwijzer, die aan de school woonde, en 's avonds altijd eztra lassen aan huls gaf, was ver plicht deze lessen op repetitieavon den te staken; maar toen hij zijn nood aan den Burgemeester klaagde dat het om dol te worden was", werd hem ironisch geantwoord, dat- is er wel wat voor moest over hebben om binnenkort de Harmonie een uit voering te hooren geven. Dit gebeurde eerder dan wij had den mogen verwachten, hoewel de meesten, toen zij begonnen, vroeger weinig aan muziek „hadden ge daan", of, zooals de spraakmakende gemeente verklaarde: „geen noot kenaen al was-ie zoo groot als een koe". Wel waren het nog alleen mar- schen, welke zij bij de uilvoering ten beste gaven, en helaas nog niet groot in aantal zij kenden er zes, drie uit het blauwe en drie uit het gele boekje en wel bliezen enke- ien nog erbarmelijk valsch en kon den weer anderen met geen mogelijk heid in de maat blijven, ondanks de aanhoudende en soms veel te luide tellingen van den kapelmeester: eene, twee! eene, twee! hetgeen dan door de schooljeugd spottend werd her haald: eene twee! eene twee! maai- zij weerden zich toch dapper om bij eventueele gelegenheden, zooal6: zooals: ringsteken en schaatswedstrij den, voor de levering van de muziek in aanmerking te mogen komen. Langzamerhand strekten de repe titiën zich niet alleen uit tot mar- sc.hen, doch werden ook ouvertures, walsen, potpourri's en andere con certstukken ingestudeerd en weldra was men eenparig van oordeel, dat een groot concert moest plaata hebben, al was het slechts alleen om de donateurs eens van de vorderin gen van het korps te doen genieten. Een groot concert, of het meedoen aun een wedstrijd, waardoor de karn bestond een medaille aan het vaan del te krijgen, daarop was alle hoop gevestigd, daarover liepen de ge sprekken in café's, en op de straat Toen gebeurde het, dat op een re- petitieavond, in de pauze, de kapel meester en de president van de Har monie een timmerman-aannemer samen ln een hoek van hot lokaal aan het delibereeren waren over de Feuilleton DË RIDDER KNOL door F. DE SINCLAIR, 44) Jaantje d'r niet! herhaalde Knol op verachtelijken toon. KA-jij zon der je dochter je fesoen niet op- houen? Mot je dochter jou leeren wat je doen en laten mot? En met de ouwers van Sjaak don? troefde zij. Wie heit jou toen gezeid, wat je an most trekken en waar je zitten most en wat je niet mocht zegge en hoe of jc ze most an- spreke? 0, zoo, as je dat maar weet. En wie zat er effe in de penarie te gen dat ze kwamme? Praat mijn nou niet van dat je dochter je mot leeien wat je doen en laten motkijk naar je eigen. Mensch, leg niet te kalcgezichten, dat was toch heel wat anders antwoordde Knol met een wijzen glimlach. De ouwers van Sjaak, nou ja, afijn, dat wazze nou ook de ouwers van zijn, most je wel 'n beetje binnenbinden cn dat is 'n graaf en 'n gravin Maar vanmid dag is t,er eeeneen graaf bij, 'n baron en "n jonkheer met deriui vrouwen, twee frul les en Dubour dat 's alles en Dubour die is net zoo min van den adel as jij of ik, daar ben 'k al lang achter, 'n Graaf! noh, ze mociiten willen, dat ze zoo hoog wazze as de schoonvader van me dochter, ze zouen derlui vingers aflekken, alle tien, vooral die Dubour, die niks is. En dan Rentman, mot je mij leeren, hoe of ik met Rentman om mot^gaan! Ken ik as me zak, nee nee laat mij die ransepsie maar arrasjecreu, zal je meevallen, ouwe, ik ken dat volk! en Knol stond op, klopte zijn cchtgenoote geruststellend op haar rog en verliet fluitend het vertrek. Dadelijk na het eten reed hij met de auto uit en een uur later keerde hij terug; de chauffeur die, achter hem binnenkwam, droeg twee gele hanketbakkersdoozen. Knol schelde Lucie, besprak en overlegde met haar arrangeerde stoelen in wijden kring om den haard in de ridderzaal. Lucie had veel bedenkingen, betoogde, dat het in deftige kringen heel anders ging, maar in Knol groeide iets kop pigs: wat drommel, zijn aanstaande schoonzoon was een graafeen graaf, most je nie uitvlakke en dan zou hij nog manieren motte lee ren van een dienstmeid. Gekheid! Hij snauwde Lucie eensklaps weg, liet champagne klaar zetteb, taart- schotels. sigaren, «lazen Dan, moe en blazend van 't gered- der ging hij zich kleeden. De van Hedenburgs kwamen het eerst. Ze werden keurig in den vorm opengedaan en binnengeleid door Lu cie, in de ridderzaal, waar Knol in een gekleede jas en zijn vrouw in blauwe zijde bij den haard zaten te wachten. Knol, die nu van Jauntje geleerd had, dat je adellijke menschen niet bij hun praedicaten aanspreekt, voel de zich door die vereenvoudiging be ter op zijn gemak en „meneerde" en „mevrouwde" op een soort verluchten toon. Daar er op acht bezoekers gerekeud was, stonden er tien stoelen rond den haard ln wijden boog en daar noch Knol noch zijn vrouw heel gedeci deerd waren bij het aanbieden tier stoelen, kwamen baron en barones van Hedenburg, na een korto verwar ring, wat eenzaam te zitten midden in den boog, terwijl de vrouw des hui- zes en Knol zelf, de uiterste zetels daarvan bezetten. Het gesprek was weinig geanimeerd Van Hedenburg deed zijn beet om luchtig te causeeren cn mevrouw trachtte een paar maal vergeefs cm voeling te krijgen met mevrouw Knol. Knol zelf was in 't minst niet onder danig. De kleine van Hedenburg, te gen wien hij niet eens hoefde te „ba ronnen" imponeerde hem hoege naamd niet; hij ging ook nonchalan ter zitten, dan hij aanvankelijk ge daan had, speelde met den gouden ketting op zijn vest en soms kwam er op zijn gezichte iets van een spottend meerderheidsgevoel. Midden in een bewering van van Hedenburg, belde hij en gaf den chauffeur, die binnenkwam in ïuis- knechtlivrei, een kort bevel. Vijf mi nuten later hield deze majordomus de barones van Hedenburg met een buiging 'n zilveren blad voor, waarop vier boordevolle glazen champagne bruischten. Mevrouw van Hedenburg, even ont hutst, wierp een snellen blik op haar man, dan nam ze een glas cn haar echtgenoot volgde haar voor beeld. Het bezoek was nu eenmaal een at tentie voor de van Tienen's; wilden ze dit resultaat bereiken, dan moes ten ze zich ook maar neerleggen L de zonderlinge gastvrijheden van Knol. Een weigering zou zeker hevig teleurstellen en wellicht niet begre pen worden en kwetsen; alles stond klaar; er was op gerekend; dat zagen ze nu tevens met een oogopslag. Santjes! Meneer en Mevrouw! zei Knol, hun toedrinkend. Ze hadden net alle drie hun glazen aan de lippen, toen Treesje en Fien tje Dumaer binnentraden. De beide freules deden plechtig, irfj Vosten, verbonden aan een eventuee- len wedstrijd, dat de brievenbesteller ven het dorp de zaal binnenkwam met een brief in de uitgestrekte rech terhand. Assieblieft! Een Duitsehe brief voor „den Kapellmeister van die Harmonie te WijkbroekenucT", die is zeker voor u? Beiden grepen haastig naar de en veloppe. Een Duitsclie brief voor den kapelmeester? Inderdaad liet stond er duidelijk: „Herrn Kapellmeister, von die lLu - iLonie-muziek to Wijkbroekermeer Gestempeld was hij ook en voor zien van een Dnitschen postzegel, hoewel 't stempel eenigszins onduide lijk was. Pom Poem... ik kan niet lezen waar hij van daan komt. zei de ka pelmeester. Breek ern gerust open, moedig de de president aan, hij ls toch voor jou, er staat toch: „Herrn Kajiell- meister das Harmonie". Nadat de omslag was verbroken, lazen beiden, met de hoofden dicht bij elkander op gedempten toon den brief, waarin liet volgende stond ver meld: „Poellieren, „Géachter herr Kapellmeister! „Wir sind vornehmens urn hier „bei uns in Poemeren ein grosz „concert zu geben om schóne prij- „sen. Sollen sic davor auch musïk „wielen machen?\Vir haben ge- „hórd von das schone Kapell, die „Harmonie aus Wijkbroekermeer". „Wir kommen heden abond mifc „dir Eisenbahn om 9 uur aan. „Weiss zoo goed station te zijn, „om uns ah zu halen. Wir werden „dan verder sprechen uber die „kosten und so welter. Achtund, Sauerkraut Schwelnefleisch". Ofschoon het schrift, en vooral de handteekeningen wat onduidelijk wa ren, hadden zij toch den inhoud blijk baar goed begrepen, want met een verheugd gelaat werd liet epistel weer haastig in den omslag gebor gen, terwijl zij daarna dadelijk de repetitie opschortten, want zij dleiï- den zich to haasten, om nog tijdig aan het station te zijn. Negen uur zouden de Duitsehe hee- ren aankomen en het was al acht geweest en zij dienden zich toch wat beter te kleeden om zulke he-eren te kunnen ontvangen. De leden van de Harmonie gingen mopperend huisw aarts; zij begrepen er niets van en de president wilde voorloopig nog niets loslaten. Het meest profiteerde de hoofdon derwijzer, die juist dien avond in schrijving hield van nieuwe leerlin gen en nu zijn rust niet kende. Ongeveer half negen waren kapel meester en president op weg Daar het station; de president had zijn hoogen hoed opgezet, de kapelmees ter droeg een grooten flambard, die het best pastte op zijn haren, die aan Mozart herinnerden. Zij hadden klaarblijkelijk wat vlug geloopen, want toen zij aan het sta tion kwamen, bleken zij nog een kwartier te vroeg te zijn. Bovendien kwam do trein door ononthoud later ean, zoodat zij nog voldoende gele genheid haddon, om nog eens te re- peteeren, wat ze precies wilden zeggen. Eindelijk weiden twee vurige oogen in de dikke duisternis hoe langer hoe beter zichtbaar; de stoomfluit scheurde gillend door de donkere lucht en kort daarna rolde de trein snuivend en stampend onder de sta tions-overkapping. Vlug posteerden zij i ich elk bij een uitgang, zoodal niemand kon door glippen, zonder aan de nauwletten de blikken van de posteerendeu te out snappen. Doch hoe zij ook tuurden en alle reizigers er waren er nooit veel om .dezen tijd van hoofd tot voeten opnamen er was geen spoor te ontdekken van een vreem deling, die er ook maar eenigszins „Sauerkrautisch" of .^Schweineflei- schig" uitzag. Vreemd, zei de kapelmeester, ik heb niemand gezien. Ik ook niet, antwoordde de pre. sident. Wat zoeken de heeren? vroeg de controleur. Twee Duitschers, die mei den trein van negenen mee moesten ko men, lichtte de kapelmeester toe. Zoo, nou die heb ik ook niet gezien. - Dan zullen we dsn volgenden trein afwachten; zij kunnen te laat gekomen zijn. Daar zij nu ongeveer een uur den tijd hadden, gingen zij in het nabij- zijnde koffiehuis een partijtje biljar ten. Bij den laatsten carambol bemerk ten zij echter tot hun schrik, dat het meer dan tijd werd, te vertrekken en toen zij aaji het station kwamen, was de trein Juist aangekomen, zoo dat zij zich nog haasten moesten het perron to bereiken. Doch weer lieten de beeren Sauer kraut Go. op zich wadi ten. Heeft u ze soms ontmoet? vroeg de president aan den controleur na somber, als wiiden ze laten voe len hoe groot de concessie w-as, die ze deden, ter wille der van Tienens; als de Knollen dat maar beseften; daarom alleen. Ze bogen met zure, achterdochtige gezichten voor meneer en mevrouw Knol en glimlachten daarna aller vriendelijkst naar baron en barones se van Hedenburg. Knol plaatste Fientje naast zich m sprak haar met rustige zekerheid aan met „juffrouw". Al dat. ge „baron" en ge„jonkheer" moch-le immers weg laten. Even wilde Fientje hem terechtwij zen, mo&r de afspraak bij van Heden burg gemaakt, was een heilige wet; zij zouden, zoolang het geen opzette lijke grofheid was. alle onbeleefdne- den met christelijke blijmoedigh» ld dulden, altijd weer: om de van Tie nensl Knol knipte met zijn vingers ruer den chauffeur, die dadelijk plechtig naderde en de freules champagne aanbood. Treesje verschrok er van, maar ze ving een blik op van aanmoediging uit de oogen van mevrouw van He denburg en ze nam een glas: zoo l:on Fientje ook niet weigeren. Dames meneerl zei Knol, met broed gebaar toedrinkend. Ze negen en dronken. Even later jtwameu Rentman c-n Geen Duitschers meegekomen, lurklaarde deze beslist, alsof die landslieden aan een bijzonder merk- teeken te onderscheiden waren. Dat begint me knap te verve len; ik heb heel veel lust om op huis an te gaan, zei de president. Ik sta te rillen in dit hondenweer. Het weder werkte inderdaad niet mede; er viel aanhoudend een kille, dichte, doordringende motregen, die voortgezweepi door een kouden herfstwind, niet animeerde lot langc-r buiten zijn dan strikt noodzakelijk was. Nadat was uitgemaakt, dat ook do laatste trein zou worden afgewacht, gingen beiden liet Stationskoffiehuis binneD, om niet weder de kans te loopen. te laat te komen. Toen zij plaats hadden genomen aan een ta feltje. dicht bij het biljart, waar juist twee heeren een partijtje hadden ge maakt, riep een hunner tot den kastelein. Dus ist der erste! Dadelijk sprong de kapelmeester overeind, ging naar den mijnheer bij het biljart en riep: Sauerkraut? Was donncrwelter... Sauer kraut?... buiderde deze. Stick! Hoor eens, meneer, zei de kaste lein tegen den kapelmeester, ik ver zoek. xi, jbeleefd die heeren niet tte beleedigen. Maar mijnheer Wij dachten, dat die Duitschers soms met den trein waren meegekomen en daar wij juist... Kom, meneer, deze heeren zijn al maanden in het dorp en komen hier dagelijks. Eindelijk zou dan de laatste trein arriveeren. De president en kapelmeester had den zich weer tijdig opgesteld aan de uitgangen en sloegen aandachtig de verschillende reizigers gade. Toep de trein het station weder verliet en met een rossxgen gloed in het duistere waas verdwenen was, liepen op het perron nog tsv ee reizi gers, klaarblijkelijk zoekende. Zij hadden naar het scheen een lange reis gemaakt, daar zij voorzien waren van talrijke koffers en tas- schen, terwijl zij beiden een plaid over den schouder hadden geslagen. Daar zouden dan toch de zoo lang verbeiden zijn. Nadat de kapelmees ter den president op de vreemdelin gen opmerkzaam had gemaakt, stap ten zij beiden op hen toe en groetten overbeleefd, de president door diep z'n hoed af te nemen. 'n Abend! zei de kapelmeester, om toch iets te zeggen. Good evening, sir! zei groetend een der vreemdelingen. M at, nou weer Engelsch, mom pelde de president. No! riep hij luid on trok toen den kapelmeester aan 'n arm mede, waarna zij de vreemde lingen niet erg beleefd aan hun lot overlieten. Mopperend gingen zij huiswaarts, onaangenaam gestemd door dat aan houdende wachten, het ongunstige weer, alsmede door de niet te ver klaren handelwijze der heeren Sauer kraut en Schweineflei6ch. Toen zij elkander den volgenden morgen tegenkwamen, en het ge beurde nog eens bespraken, vonden zij zich au fond bespottelijk en toen zij nu eerst den brief en daarna de enveloppe, nog eens nauwkeurig be keken. bemerkten zij, dat de postze gel daarop reeds drie iaar geleden was afgestempeld, terwijl het verder bleek, dat het postmerk bijgeteekend was. Zij waren dus de dupe gewor den van de flauwe aardigheid van een grappenmaker. Wie dat was geweest, zou zeker nooit zijn uitgekomen, ware liet niet geschied, dat bij een uitvoering van de Harmonie op het marktplein, toen in de pauze, de hoofdonderwijzer langs de muziektent liep, hij lachend gegroet werd door den brievenbe steller, die indertijd wel in het ge heim moest worden genomen, mei een: Dag meneer Sauerkraut" De kapelmeester keek bij het hoo ren van dat woord dadelijk op en ofschoon de hoofdonderwijzer den brievenbesteller nog een wenk gaf 't was te laat de Sauerkruut-his- torie was verraden. REVUE DER SPORTEN. Het nummer van 11 September dei- Revue der Sporten bevat als hoofd artikel: „Waarom mislukt?" van Leo Lauer. De schrijver behandelt in dit artikel het minder goed slagen van de atletiekwedstrijden, die de Am- tlerdomsche Athletiek-Verecniging op verzoek van de Scheepv aarlbeker- commissie op 1 September j.l. in het Stadion heeft georganiseerd. Verder de artikelen: „Baron Van TuylT als propagandist", „Uit het land van Pietje Smeerpoets „De Justitieele Terreur op Duindipt" en „Friealand's hoofdstad en de Kaats- 6portTalrijke photo's sieren als gewoonlijk den tekst, o.a. prachtige kieken van de hondententoonstelliriy U 's-Gravenhage. Lydia. Lydia stijver en plankeriger dan ooit, ook zij boog stijf cn ernstig voor de Knollen en knikte en had glimlach jes voor de Dumaertjes en de vun Hedenburgs. Rentman's houding was uiterst on zeker. Hij wist niet, wat Knol zou doen, of die zwijgen zou over zijn vroegere bezoeken, dan wel, of hij op gerucht makende wijze daaraan herinneren zou. En welke houding zijnerzijds gaf de meeste kans op een verijdeling van een mogelijk plan van Knol om cp die vroegere visites terug te komen? Joviaal zijn den ouden kennis uithan gen, was gevaarlijk, verlokte allicht tot een ongewensche imtimiteit en heel stijf zijn en een geduchten af stand bewaren, werkte vermoedelijk heelemaal verkeerd. Zonder Knol te ontstemmen, motst hij hem imponeeren en bij hot ZOïken naar de oplossing van deze puzzle had Rentman zijn zelfvertrouwen al bij voorbaat verloren. Hij boog diep voor mevrouw Kik schudde Knol zelf met eeu Svtrber gelaat zeer nadrukkelijk de hand, kneep dan zijn oogen dicht of hij in eens bijziende was geworden, herken de blijkbaar eerst <i*n, met blijde verrassing, de anderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 9