HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN De Oorlog. loor liet lot verbonden DINSDAG IS OCTOBER 1018 TWEEDE BLAD No. 2540 Dr. Frederik van Eeden over den Haarlemschen Schouwburg en de Haarlemmers. Dr. Van Eeden, onze vroegere stad genoot, geboren Haarlemmer, medl- cinae doctor en bekend auteur (ik ge loof, dat in deze opsomming de noo- dige climax zit) heeft in de Oude Groene een feuilleton geschreven naar aanleiding van de opvoering van zijn stuk „de Heks van Haarlem" op den openingsavond van den nieuwen schouwburg en daarbij gelegenheid gevonden, iets te zeggen over het ge bouw en ons Haarlemmers. Aan het slot zegt hij: „ziedaar heb ik aan mijn waarheidsliefde vol daan, waarschijnlijk wel ten koste van de vriendelijke gezindheid van velen, die zich zooveel moeite en op offering voor de goede zaak hebben getroost". Die opmerking is niet on juist. De eerste indruk, die een Haar lemmer van des heeren van Eedens beschouwingen krijgt, moet wel een zekeie wreveligheid wezen, het best te omschrijven aldus: „w air voor diende liet toch, om dat felles te zeg gen?" Maar wie over deze eerste ge- wuurwording heen is en liet geschre vene wat nader bekijkt, viudt er nog wut anders in en dat wil ik nu even gaan ontleden. Dat de lieer van Eeden niet goed op zijn gemak is, wanneer hij een stuk van zichzelf ziet opvoeren, is na tuurlijk een zuivere persoonlijke quiiestie. die buiten ons omgaat. Dat hij ons daarvan kennis geeft kunnen wij, ofschoon dankend, voor notifica tie aanvaarden. Verlangt hij ons me- dedoogen bij de hevige zelfkwelling die hem daarbij overvalt, dan is hem die wat mij betreft onmiddellijk toe gezegd. Het i3 nu ongeveer vijf-en-der- tig jaar geleden dat ik voor 't eerst een stuk van mij zag opvoe ren. Van die opvoering herinner ik mij bijna enkel pijnlijke aan doeningen. De uren bij een den tist doorgebracht, zijn, daarbij vergeleken, stonden van welbe hagen en genot. De tweede maal was het iets beter, maar helaas! naarmate mijn werk iets nader kwam aan hetgeen ik wenschte te bereiken, werden ook de mar tel-uren bij repetitie en uitvoe ring heviger pijnlijk. Ik constateer dit eerlijk en op recht, zonder dat het een verwijt kan beteekenen voor wie ook. Het moet voortkomen uit een dl te ge voelige constitutie, en uit den aard van het hedendaagsch thea ter-snel. Het schijnt er voor r. zoo bij te hooren. Als ik een repe titie, vooral een generale repetitie en een première tot het eind toe heb kunnen uitzitten dan ben ik dankbaar. De neiging om weg te loopen verlaat mij niet. Ik moet die met alle kracht bestrijden. En kele malen ben ik in dien strijd bezweken, en werkelijk wegge- loopen, met een gemengd gevoel van verlichting en schaamte, als een spijbelende schooljongen. Daarom kon er voor den heer van fieden geen sprake zijn van een „heerlijke avond", zooals de vriende lijk bedoelde opmerking luidde, die hem van verschillende zijden ter oore kwam. En ofschoon hij toegeeft, dat alles zoo aangenaam mogelijk was en dat ieder zijn best deed, gevoelde hij „tusschen mijn Haarlemmers in ga la", dat hij hun geen onverdeeld ge- poegen verschafte. Ik moest hun zeer harde noten te kraken en zeer bittere pillen te slikken geven. De menschen wa ren beleefd en wel-gezlnd en toon den hun waardeering voor den zwaren arbeid der acteurs en de goede bedoeling van den schrij ver. Maar ze kwamen toch eigen lijk om zich te amuseeren. Ze zijn op dat punt verwend en worden graag naar de oogen gezien. Maar dit komt in conflict met mijn ar tistiek geweten. En bij de zoo eyen beschreven kwelling voegde zich de uiterst pijnlijke gewaar wording, dat ik al die menschen teleurstelde en hun geduld op zware proef stelde. Van een har telijke verstandhouding was geen sprake. Ik voelde een atmosfeer van ingehouden, door beleefdheid getemperden tegenstand. De schrijver zegt het en dus is het «oo. Maar kwam die atmosfeer tot hem van buiten af, of schiep hij die In zijn verbeelding van binnen uit? Ik behoef Dr. van Eeden niet aan de geweldige kracht 'van de auto-sugges- tle te herinneren en hij zal mij wel willen gelooven, wanneer ik verklaar, als onbevangen toeschouwer van dien tegenstand niets te hebben bespeurd. „Een publiek lacht graag", schrijft de heer Van Eeden en dat is in 't al gemeen waar. Maar niemand van de aanwezigen zou op dezen openings avond een grappig stuk verlangd heb ben, integendeel, die opening werd beschouwd als een ernstige zaak, waarbij alleen een ernstig stuk kon passen. Bovendien wordt iedereen altijd door een drama, dat immers uii conflicten bestaat, getroffen. De at mosfeer, die ik ln den schouwburg voelde, was lieel anders. Die scheen mij doortrokken van zekere zelfvol doening, omdat wij daar zoo feestelijk bij elkaar zaten in onzen nieuwen Haarlemschen schouwburg, waarin het stuk van een geboren Haarlem mer werd opgevoerd. Iets als esprit de clochei derhalve. Mocht de heer Van Eeden zich door deze ruiter lijke bekentenis een beetje gekwetst gevoelen, dan verzoek Ik hem, mij dat te vergeven. In elk geval kan ik tegenspreken, dat wij naar hem ke ken, zooals hij zegt, „als naar een raar, min of meer gevaarlijk persoon, voor wien ze hoogstens een zekere schuwheid voelden Weineen, waarom zouden we ook? We wisten toen nog niet eens, dat de heer Van Eeden ons in zijn feuilleton een beetje zou bespotten. Haarlem Is een weelde-stad, en heeft nog een eigenaardig soort burgerlijke aristocraten of patri ciërs. Men houdt er nog altijd vast aan standsverschillen, aan scherpe grenzen tusschen men schen die stammen uit een familie die in krenten of kalk of bloem bollen handelde en aldus tot aan zien kwarn, en de déftigen die. landgoederen hebben en in geld of in effecten doen. Het is lang geleden, dat Haarlems litteraire zoon hier verkeerde. An ders zou hij weten, dat de gemeente waar hij geboren is niet meer uitslui tend het cachet van weeldestad heeft, maar zich meer en meer in de rich ting van handel en nijverheid begint te ontwikkelen. En dan de standsver schillen en de deftigheid is Dr. van Eeden niet filosoof genoeg orn te weten, dat die niet alleen in Haar lem, maar overal in Nederland, ja door ue lieele wereld heen huizen? Heeft hij diezelfde neiging naar ge sloten kringen niet opgemerkt te Am sterdam en in zijn tegenwoordige wonplaats, het landelijke Bussum? Als ik het niet beter wist zou ik haast denken, dat de heer A'an Eeden, ln weerwil van zijn dankhaarheidsver- zekeringen, over het een of ander ont stemd is geraakt en onder dien in druk geschreven heeft Want de ergste van zijn drie grie ven komt nog. Hij vindt den schouw burg jiiet mooi. Bij al die pijnlijkheden kwam dan nog dit, wat mij de oprecht heid nog moeilijker maakte, dat ik het gebouw, de nieuwe kunst tempel, niet bewonderen kon. liet is een gebouw zonder de minste poging om mee te gaan met het nieuwe leven van onzen tijd. Wie 't „Kleine Theater" van Reinhardt in Berlijn gezien heeft, zal be grijpen wat Ik bedoel. In dat ge bouwtje is stemming, een artis tieke, nieuwe combinatie van vorm en kleur, een zaal iets nieuws en oorspronkelijks kan gezien worden en tot zijn recht, komen. De Haarlemsche hieuwe schouwburg is een imitatie van de honderde schouwburgjes die in de Duitsche provincie-steden zijn gebouwd. Hard wit, met vergulde wapentjes, en leelijk rood, zooals wij dat helaas! in de meeste schouwburg-zalen gewend zijn. Daarbij een te klein tooneel en niet meer gerief dan men in an dere dergelijke gebouwen vindt. Hiermee komen wij te land bij het vraagstuk van de absolute schoon heid. Bestaat die? En bestaat ze In de architectuur? Of is het alles maar een quaestie van smaak en van prac- tijk? Ik weet het niet en werp daar om de vraag maar in 't strijdperk, waar Dr. van Eeden den toreador degen zwaait. Dit Is mij evenwel goed bekend: er ligt een groot ge vaar van onbillijkheid in verwijten van dezen aard, dat gemakkelijk aan te wijzen is: de bouwmeester was aan een bepaalde som gebonden, die in dezen tijd nog kleiner werd door de 'dure materialen. Wat ko9t het Rein- hardtsche theater, dat do heer Vun Eeden in de massaul-protzerige om geving van grooto Berlijnsehe ge bouwen, als een „gebouwtje" gezien heeft en dat dus voor Haarlemsche verhoudingen nog wel een kloek ge bouw kan zijn? En is dat wit met die vergulde wapens nu heusch zoo lee lijk? Of vindt Dr. van Eeden het maar zool En welk gerief miste de schrij ver, dat hij wel graag gevonden had Hij verzuimt ons dat te zeggen. Het stuk eindigt met een betuiging van dankbaarheid jegens het stads bestuur, „dat toch maar den moed had, mijn onplezierig drama te doen opvoeren". Waarschijnlijk heeft het stadsbestuur bij het lezen van deze erkentelijkheidsbetuiging geglimlacht en tot zichzelf gezegd, dat dankbai heid gewoonlijk in een anderen vói wordt gestoken. Boos zal hst daarom evenwel niet wezen. Ook moet Dr. van Eeden in deze tegenbeschouwing de uitdrukking niet vinden van Haar lemschen wrevel of geraaktheid. -Hij kan bij ons veilig een potje breken, omdat hij een letterkundige en (ja, zoo zijn we nu eenmaal!) onze vroe gere stadgenoot is, als ik zoo zeggen mag een Haarlemsche jongen. Wanneer hij weer een stuk schrijft dat goed is, zullen we er heusch naar gaan kijken; zelfs kan hij dan (wan neer hij zichzelf er heen weet te slee pen) weer op de mooie balconplaats komen zitten, die hem zoo"n goed ge zicht op de vertooning en den schouw burg gaf. Sans rancune! Maar een krans krijgt hij dan niet weer, want daar heeft hij te onverschillig tegen gedaan. Was het niet mogelijk een beetje meer waardeering aan den dag te leggen voor iets, dat toch als een beleefdheid bedoeld was? Naderhand, toen hij naar zijn aan vankelijk versmaden krans ging zoe ken, vond hij dien niet meer. Waar schijnlijk is het huldeblijk van puur verdriet zelf naar een verborgen hoekje gerold, om daar stil te ster ven I J. C. P. Overzicht. De kansen op een wapenstilstand en een spoedigen vrede zijn de laat ste 24 uur niet gestegen. In Ententekringen wordt thans een gereserveerde houding aangeno men. Dit bleek reeds uit de berich ten die Reuter seinde over de mee ning in officieele Engetsche kringen (zie ons vorig nummer). Ook ln de Engelsche per9 komt verzet tegen het denkbeeld van een wapenstil stand. Betoogd wordt, dat Duitsch- Iand alleen een wapenstilstand kan krijgen als het zich ontwapent of zulke waarborgen geeft, dat het niet meer mogelijk is ,dat liet <len strijd na eenige rust hervatten kan. Vau de gemengde commissie die Duitschland vporstelt. willen de En- teute-bladen niet weten. ..Duitschland kan op dezelfde voorwaarden als,Bul garije een wapenstilstand krijgen" zoo schrijft bijv. de Times. Maar dat wordt niet verstaan on der het begrip wapenstil stand. Dit Is de eisch zich op ge nade of ongenade overgeven I De Fransche per3 steunt dit En gelsche standpunt en betoogt, dat de vruchten van de militaire succes sen van. Foch niet in gevaar ge bracht mogen worden door sluiten van een voorburigen wapen stilstand. De Amerikaansche pers stelt ook voor eischen. De New-York Tribune meent, dat het eenige bewijs van een verandering in Duitschland zou zijn de troonsafstand van den kei zer. En de Washington Post be toogt, dat niet kan worden opgehou den met de vernietiging van het Duitsche rijk, alvorens men de gij zelaars In handen heeft, teneinde verraad onmogelijk te maken. Betoogd wordt, dat nog uit niets gebleken is, dat Duitschland de voorwaarden van Wilson aldus aan vaardt, dat Elzas Lotharingen aan Frankrijk zal worden weergegeven en dat Pruisen Polsn zal afstaan aan het nieuwe onafhankelijke Po len. Verder stelt d« Ententepers In 't licht, dat Wilson zich nog tot niets gebonden heeft, HIJ heeft immers gezegd: „Zoolang de' bezette gebie den, niet ontruimd zijn, wil ik aan mijn bondgenooten geen voorslel tot een wapenstilstand doen." Dit wil evenwel nog niet zeggen zoo redeneeren deze redacteurs dat Wilson per se voorstellen z a 1 doen nis de bezette gebieden ont ruimd zijn. Maar de pers Is Wilson niet. Dat 13 ook" reeds gebleken bi} de beoor- deeling van het eerste verzoek van Duitschland om een wapenstilstand aan te gaan. Toen betoogde de En- tentepers immers algemeen, dat daarop in liet geheel niet moest wor den ingegaan. En toch deed Wilson het Bovendien ls reeds uit Washing ton geseind, dat men daar den In druk heeft, dat de centralen thans alle voorwaarden van Wilson aan vaard hebben. De parlementaire correspondent van de Dai'y News schrijft: ..Ilc ver neem uit gezaghebbende bron, dat de gea 11 leerde regeert n- genhet standpunt in- R e m' e n, d a t z ij, b ij d« be antwoording van de twee v ragen: ofhetmoge- t Ij k is den door Duitsch land gavraagden wa penstilstand te ver- leenen en op welke voor waarden zulk een wa penstilstand verleend zou kunnen worden, zich zullen laten lelden doorden raad van de mi litaire bovelhebbers te velde. „Met betrekking tot de voorwaar den waarop een wapenstilstand toe gestaan zou worden, laat men uit komen,' dat die voorwaarden moeten afhangen van de tegenwoordige vei ligheid van de geallieerde legers en hun toekomstige succes, Indien de vijandelijkheden hervat mochten worden. De eenige voorwaarde voor een wapenstilstand zouden zooda nige moeten zijn, dat daardoor, naar de meening van de geallieerde be velhebbers, hun eigen troepen niet in gevaar zouden komen. Of de Duitsche troepen Elzas- Loth&rlngen even zeer zouden moeten ont ruim e n als het bezette gebied van de geallieerden zal, naar men in ministerieele kringen aanneemt, veneens een kwestie bij den wa penstilstand vormen, die op derge lijke gronden uitgemaakt zal wor den. ,Ik verneem ook, dat voorzoover de Engelsche regeering erbij betrok ken ls, het jongste voorstel van Duitschland aangaande een gemeng de commissie voor het treffen van de maatregelen voor de ontruiming v&n het gebied door de Duitschers, als ongewenscht en onuitvoerbaar wordt beschouwd. Zulk een lichaam zou de zaken uit handen van de mi litaire bevelhebbers nemen, waarin zij juist behooren. „Inmiddels hebben- de geallieer den noch het Duitsche antwoord aan Wilson ncch de oorspronkelijke Duitsche nota aan Wilson overwogen Naar ik verneem,is de toestand deze: de kwesties, die met den wapenstil stand en die welke met de vredes conferentie samenhangen, zijn van elkaar afgescheiden ea de gissingen die in sommige kringen aangaande de eischen vun de geallieerden op de vredesconferentie gesteld zouden worden, moeten met terughouding aanvaard worden. Voor zoover men kan nagaan, hebben de geallieerde I regeeringen ln Europa, door zich j niet aan te sluiten bij president Wilson in een formeele verklaring over hun oorlogsdoeleinden, den loop der gebeurtenissen willen af wachten, daar zij die verklaringen wilden afleggen, als de krijgskansen gunstig waren. De Engelsche regee- ring en liet Britsche rijk zouden, (zoo verneem Ik) niet aarzelen, om de toekomst van de Duitsche kolo niën op de vredesconferentie te la ten uitmaken. Ten aanzien van het beginsel van zelfbepaling en de vrije S keuze der volken staan zij even sterk op hun stuit. Hetzelfde geldt ten •aanzien van het herstel en de ver gelding die, om Asquith'e woorden te gebruiken, afgedwongen moeten worden voor de verliezen die de koopvaardij door den onbeperkten, duikboot oorlog zijn toegebracht, en voor de vergoeding voor de verwoes ting van het gebied der geallieer den." Lord Haldane, gewezen lórd-kanse lier en minister van oorlog in Enge land, zeide in een interview „Ik ge loof, dat men kan vertrouwen, dat Wilson niete overijlds zaJ doen. Het zou onveilig zijn, om eenige verbin tenis te aanvaarden zonder goede waarborgen voor de uitvoering daar van." De Engelsche socialistenleider Hynd- raan verklaarde, dat geen wapenstil stand moest worden toegestaan, alvo rens de Duitechers geheel waren terug getrokken uit alle bezette gebieden, zonder verdere schade aan te richten. De Duitechers verkeeren in het gevaar van een overgeving zonder weerga in de geschiedenis. Waarom zouden de geallieerden dat voordeel opgeven! De Duitscli autoritei;vti hebbes door bemiddeling van Zwitserland aan de Entente gevraagd de steden in 't bezette gebied van Be!g:ë niet meer te beschieten, oin daardoor do ellende Uit Parijs wordt aan 't Ale. Han- J van de Belgische bévi deisblad geseind ,,He'. publiek is al-1 komen. gemeen overtuigd, dat Duitschland 1 Dat zou gaan alsde Duitachers groote concessies zal doen om wapen-1 deze steden ook niet bezet hielden stilstand te verkrijgen en de nogDe Telegraaf verzekert nog eens, overblijvende militaire krachtc-n te dat de Duitechers Oaten de aan redden, om vervo.gc-ns hardnekkig j'tontrnimen x ij n over de kleinste bijzonderheden te! De Engelschen wonnen nog meer marchandeeren. De haast vau Duilsch-terrein bij Douai. land om toe te geven, wordt verklaard 1 De Franschen maakten ln Cham- door zijn vrees voor een militaire de-1 pagne nieuwe vorderingen bade en voor represailles op Duiitsch Zoodat de Duitechers "nu bijna over- erondgebiedt voor de jongste geweld-al terugtrekken, 't Is of do Duitachers dadigheden. j er op uit zijn om alleen achterboede- I gevechten te leveren, om zoo gauw Er komen ook eenige uitlatingen mogelijk met zoo weinig mogelijk van Dultechen kant. verlies aan mannen en materiaal De Duitsche staatssecretaris Ere-1 Noord-Frankrijk en Belgiè te ontrui- berger verklaarde o.a. De wereld van men. vijanden, waartegen wij in vierjari-1 Dit vindt ook bevestiging in 't Duit- geo strijd met voorbeeideloozen hel-sche stafbericht, waarin a!s een succes aeumoed streden, mag niet gelooven, 1 geboekt staat, dat de (teru^trekken- aat de Duitsche zwak is geworden,de) beweging in Champagne "vlot van omdat zij opnieuw de iiand eerlijk tot stapel liep. den vrede uitsteekt. Wij doen dit uiet Hebben de vTedesgeruchten den vecht- uit zwakte, maar in de overtuiging,lU8t der Duitsche soldaten nog meer dat geen der beide partijen een over-1 verminderd winning in den zin van een volkomen j Als Wilson lang talmt met zijn ant- ternederwerping kan behalen. Om een woord op de Duitsche nota. heeft voortzetting van de moordpartij te Foch al voor de gedwongen ontrui- vermijdeu, hebben w,j nogmaals stap- min» gezorgd pen tot don vrede gedaan. Wij deden Er komen nog eenige bijzonderhe- zu.xa, omdat wij overtuigd zijn dat er den over de gevechten. O.a. dat de nu niet meer getwijfeld kan worden Duitschers bii de ontruiming van aan de betrouwbaarheid van het Duit- 1 Laon 300 burgers en dev. bureemeafr- sche vredesaanbod. ter meegenomen hebben. De „Kreuzzeitung" schrijft„Niets t ou voor het tot stand komen ven den i t/aranralH nialiuia Tede gevaarlijker kunnen zijn. dan j "IIUWI wanneer de meening post vatte, dat' OVER KRIJGSGEVANGENEN. het Duitsche volk bereid is tot een De Engelsche regeering heeft met vrede tot eiken prijs. Dat zou een even wraak maatregelen gedreigd ais de groote vergissing zijn als die. volgens Duitschers de gevangenen niet min- welke zijn kracht zou zijn uitgeput. 1 stens 30 K.M. achter de vuurlinie De ©er van den Duitschett naam en de onaantastbaarheid van heb rijk wor den niet prijsgegeven. Van Duitsche zijde wordt pertinent medegedeeld, dat de Duitsche ant- •oeren en ln 't vervolg meer merische- lijk behandelen. Spanj* «n Cultathlanrf, Van de Spaansche grens wordt aan woorunota niet alleen door oe meer den Temps gemeld: De Spaansche re derheid van den Rijksdag en door de geering besloot 15.500 ton Duitsche Bondsraad-commissie is goedgekeurd, 1 scheepsruimte m beslag te nemen als maar eveneens door alle staatesecre- vergoeding voor getorpedeerde sche- tarxssen, de opperste legerleiding en pea. Zij noociigde de Duitsche legatie het Pruisische staatsminister!©. 1 ujt voor 15 0cU de schepen aan te VU Londen wordt eom.id, dut 't "i ««Ier» «Ml een ken» telegrafisch verkeer in Duitschland zal doen. oncler strenge militaire contróle staat J SIBERIë. 't Journal verzekert, ©u dat men meer voorzichtigheid dan dat thans bijna geheel Siberië in de gewoonlijk moet betrachten bij het macht der geallieerden is. trekken van concusiea uit de bericli ten, die doorgelaten worden. KFI7PR \VTf HFTM ju. 71h Bovendien komen er ook via KEIZER VILHELM. Uit Zönch Londen berichten ovor opwinding wafdt geseind: in Oosïenriik-Hongarwe. D© beweging „Leipziger Volkszeilung bevat onder de onderdrukte nationaliteiten e«n scherp .irtikcl tegen keizer WU- neemt groote afmetingen aan ©n draagt helm, waarin o.a. het volgende wordt zelfs het karakter van de aankonal- gezegd: "in" ©ener revolutie. 1 Keizer Wilhelm draagt de schuld Tt Oostenrijkache minir i va» den grootsten oorlog, die ooit is terie-Huesarok ia a f g e t r e- uitgebroken, een oorlog, welke ein- den. Graaf Silva Taronoa' digt in da mislukking van hel mili- zal een nieuw ministerie vormen. (aire systeem. Nog is Wilhelm II Ook te Konstantinonol komen on ge- Keizer van Duitschland en koning regeldhedeu voor. De Jong-Turken va!i 1 Tuisen, maar hij voelt, dat hij hebben hun vertrouwc-n in de Duit- "'c' anger kan zijn, hetgeen hij g&- schers verloren en nu dreigt 't Turk- molde te zijn, van den eersten dag sche rijk ineen te storten zoo b richt 't Fransche persbureau II; de u-oonsbestijging af, een in strument, door God gezonden en het hoofd van het schitterendste en best 't Ia nog niet zeker of de toornige «©organiseerde leger. Wat is W ilhelm ciaiisten Prins Mar van Baden ate U hij niet loiiger bet garnizoen te Beriiju kan inspecfeeren? Hij moet isten Pr:n3 Max van Baden ate Rijkskanselier kunnen verjagen. Thana publiceert de Temps dén vol-,V0.eIen,dat '"i nieI hanger Duitsch ledigen tekst van den bewusten brief ke,zer kan zijn. W ij z.jn voorbereid door Max geschreven unn zijn neef.Na hetgeen we daarover reeds in ons vorig nummer meedeelden, behoeven we niet vee] daaraan toe te voegen. Alleen de vo'geude passage zij nog aan den brief ontleend op het verlies van EIzas-Lotharingen. Wij weten, dat Elzas-Lotliaringen niet langer tot het Duitsche rijk kan behooren. Den lGen Augustus 1888 zeide Wil helm II: „Wij willen onze 18 leger- j „Want ook ik weusch natuurlijk, oorPsen en 42 tnillioen inwoners lie- dat wij de be9te partij uit onze over-1 ver opofferen, dan afstaan hetgeen winningen trekken en in tegensta.ling door Friedrich Karl werd veroverd", met de zoogenaamd" „Vredesteso'.u- Maar onze twee millioen dooden ver- tie", schrikwekkende spruit van den ^«cnwoordigen meer dan 18 leger- sngst en de dagen van paniek te Rer- corpsen. Wij weten wat het verlies lijn, wensch ik zoo groot mogelijke vnn EIzas-Lotharingen voor ons be- scbadeloosstelling in onverschillig teekent, maar wij weten ook dat een welken vorm, opdat wij na den oorlog io lange voortzetting van den oorlog niet te arm worden." f'"t verlies zeer waarschiinlijk maakt. De socialisten krijgen in hun strijd Toch achten wif niet noodzakelijk bij tegen den rijkskanselier steun van deze twee millioen dooden ook nog deAll-Duitschers. j Duitscliland's lnatsten man, vrouw Maar natuurlijk zijn de motieven 011 kind to voegen. Wilhelm II heeft geheel verschillend! De All DuitechersAltijd de grootste opofferingen van vinden Prins Max tegenwoordig te zijn onderdanen verlangd, 1111 is de vooruitstrevend en zouden lieverI tijd voor hem gekomen om zichzelf den ouden Max terughebben! Maar de nieuwe Max wil niet weer ouden Max worden! De eocialiaten weigeren den nieuwen Max te aasvaarden, omdat zij gelooven. dat men in 't bui tenland nog rekening zal houden met „de oude plunje". Do successen der Entente-legers aan 't Westelijk front duren voort. Nu ligt Rijssel ook al In de vuur linie en wordt door de Engelsche ka nonnen beschoten. Ook daar zullen de Duitschers dus wel spoedig wijken. De Belgen en Engelschen hebben in Vlaanderen even ten N. van RIJsael, weer een succes te boeken. Oyer ©en front van 50 K.M. werd terrein ge wonnen ter diepte van 3 tot 5 K.M. O.a. ia de stad Roesselaere be- Stadsnieuws F e u i JM ©ton EEN FERDINAND BOL? Da heer W. J. C. van Meurs te Haar lem kwam zoo meldt het Bloe- mendaalsch Weekblad onlangs in liet bezit van een oud schilderij, voorstellend een boogschutter, dat fraai van teekening en kleur, een meesterhand verried. Deskundigen prezen het, maar konden niet met eenige zekerheid een maker noe men. Het waa blijkbaar overgesausd en overgeschilderd. De hersteller van schilderijen, de zet. 3000 Duitschers werden gevan- heer Joh. Karsten Jr., te Haarlem, gen genomen. kreeg liet. stuk onderhanden en na naar het Engelsch van CHARLES CARYTCE- 24) eigen toedoen! zei Judith rIj was het, die tusschen- beldft kwam, die mij overreedde om Vane deu bons te geven en Lord Mar- üngford aan te nemen. Dat weet u heel goed, vader. Sir Charles maakto een afwerend gebaar met de blanke handen, om wier bezit hij reeds meer dan een nnlve eeuw beroemd was. Beste Judith, Laat mij toch recht wedervaren, er was niet veel overre dingskracht voor noodig! Vane Man nering had toentertijd weinig kans op een adellijken titeL Eu daarom offerde u mij op, 'ei ze bitter. 77 Ilc herhaal het, Je was gemak- kehjk to overreden en daar had je eyhjk aan. Hij schoof onrustig op zijn stoel heen en weer. Graaf van fesborough, zei hij. Beste Judith, Jë zult natuurlijk Z».i stond zoo haastig op, dat zij bijna de lichte theetafel met het fijne porcelelnen stelletje deed kantelen. U wilt, dat ik?' O, dat is ol te ergl Maar beste Judith, lieve kind! sprak Sir Charles zijn kunstig ge verfde snor opstrijkend, de omstan digheden maken dit tot een heel an der geval. Zij wendde het gelaat van hem af, terwijl de tranen haar in de oogen sprongen. U u wist, dat ik van hem hield, dat ik hem liefhad! Ik heb hem nog lief. Sir Charles Jteek licht verwonderd naar haar. Werkelijk? Wel, wel! Maar beste Judith, dan is dit met recht een bui tenkansje voor ons! Wat bedoelt u? vroeg ze, haar oogen drogend en hem met een uitda gende uitdrukking aankijkend. Waarom is het een buitenkansje? Sir Charles zette eindelijk het kopje neer, waarmee hij aldoor had zitten spelen en knipoogde tegen haar. O, wou u alleen maar zeggen, dat. als je nog van hem houdt en als Je bovendien graag Gravin van Les- borough zou willen zijn, de zaak ge zond is. Beste Judith, hij boog zich naar haar over Je weet even goed als ik, dat geen man jo weerstaan kan, en dat, als Je het op Vane Man nering gemunt hebt ik bedoel op Graaf Lesboroughl hij je zeker niet ontgaan zal. Zij beet zich op de lippen en staar de in gepeins verzonken voor zich uit, terwijl een blos beurtelings van schaamte, vernedering en hoop op haar gelaat verscheen. U heeft hem niet gezien, sinds hij terug is. Hij is erg veranderd. Hij hij deed vandaag heel koel. Hij was niet boos, maar wat veel erger is, onverschillig. Sir Charles lachte zachtjes. Ik heb alle vertrouwen ln je, beste Judith, zei hij. Alle vertrou wen. Ik ik geloof, dat ik nog even naar de club ga om een robbertje te spelen. Alle vertrouwen, hoor. HOOFDSTUK XIII. Toen hij het park verliet, besloot Vane, zich herinnerend ln welken staat zijn garderobe zich bevond, naar zijn kleermaker In Bondstreet tc gaan en zich door dezen van het noo- dige de maat te laten nemen. Hij had zich reeds voor hulp een en ander aangeschaft. De man ontving hem met zooveel plichtplegingen, dat Vane opnieuw gevoelde, welk een veraudering er in zijn omstandigheden had plaats ge had, on dat in de oogen van anderen de graaf van Lesborough een geheel andere persoonlijkheid was dan Vane Mannering. Het was reeds bijna tijd voor het diner, voor hij bij de Letchfords te rugkwam. Wij hadden u ai opgegeven, zei Lady Letchford lachend. Ik heb mij wat verlaat, tot mijn spijt. Hebt u Tressider gsproken? Ja, en morgen ga ik naar Les borough met een neef van mij, Julian Shere. Nooit van hem gehoord, zei Lord Letchford. Ik ook niet vóór vanmorgen. Het schijnt wel een geschikte kerel en hij heeft een heel knap uiterlijk. Als ik niet teruggekomen was, zou hij erf genaam geweest zijn. Hij trekt mij nogal aan. Zijn moeder was een Spaansche, en hij lijkt ook meer op een Spanjaard dan op een Engelsch- man. HIJ houdt er wonderlijke lief hebberijen op na, heeft een klein labo ratorium en was daar straks bezig met scheikundige proeven. Ik ben blij, dat u morgen naar Lesborough Court gaat. De verande ring zal u goed doen en u wat aflet den. Het kan wezen, zei Vane zuch tend. Toen liet hij er op volgen, als of hij het gesprek een and?re won ding wild© geven: Kun je mij soms een smoking leoncn, Letchford? Zoo- als ik cr nu uitzie, kan ik slecht aau tafel komen. Den volgenden morgen haalde Va ne in een taxi zijn neef af. Deze stond al te wachten. Even later waren zij aan het station en namen in een rookcoupé van den expres plaats. Een livreiknechl stond reeds te wachten, toen zij aan het station te Lesborough uitstapten. Hij tikte aan zijn hoed en zei, zich tot Julian Shere wendend: De auto staat te wachten, my- lord. Meneer Holland heeft haar ge stuurd, omdat hij dacht, dat u wel met dezen trein zoudt komen. Julian fronste even het voorhoofd, toen zei hij op Vane wijzend: Dit is Lord Lesborough. In orde, in orde, zei Vane, stap maar gauw in, Julian, het is at tent van meneer Holland, hoewel ik, wat mij betrof, liever gewandeld had. Het Is niet ver. Julian keek nieuwsgierig om zich heen. Langs een prachtigen goed on derhouden weg reden zij naar Les borough Court. De dorpelingen, die zij tegen kwamen, tikten aan hun p-v bij het zien van de auto. Vrouwen en kinderen kwamen uit de huisjes na; buiten en staarden hen nieuwsgierig aan. Even later reeds de auto het binnen. Een hreede oprijlaan met aan weerszijden prachtige boomen, slin gerde zich naar den hoofdingang van het kasteel. Toen het in het zicht kwam, uitte Julian een kreet van be wondering. Vane, die diep ln gedach ten op niets gelet had, keek op. Mooi huis, vindt je niet? zei hij" met een blik op het breede, grijze ge bouw, dat voor een groot gedeelte met klimop begroeid was. Prachtig! zei Julian. lk wist niet, dat het zoo groot was. Hoe oud is het wel? Het is een van de oudste kastee- len in Engeland, zei Vane. Vroeger was het eens in de week voor bezoe kers geopend, maar mijn oom of lie ver onze oom. die niet al te gemak kelijk was, wilde daar nieta van we ten. Dat kan ik mij voorstellen, zei Julian. Als het van mij was, zou ik er ook niet vun houden, dat Jan en alleman er rondliep. Hot is sprook jesachtig mooi. Maar ik wed, dat Jij het wel weer voor het publiek openstellen. Best mogelijk, zei Vane onver schillig. Waarom ook niet, als de menschen het graag zien? Er zijn kostbare verzamelingen in. Mijn over. grootvaderwas een echte verzame laar en waarom zou ik daar een an der ook niet van laten genieten? Wat een boomen! zei Julian, en dit is het terras. Wat een feesten zul je hier kunnen geven! (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 5