HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
De Oorlog.
loor liet lot verbonden
DINSDAG IS OCTOBER 1018 TWEEDE BLAD
No. 2540
Dr. Frederik van Eeden over den
Haarlemschen Schouwburg en de
Haarlemmers.
Dr. Van Eeden, onze vroegere stad
genoot, geboren Haarlemmer, medl-
cinae doctor en bekend auteur (ik ge
loof, dat in deze opsomming de noo-
dige climax zit) heeft in de Oude
Groene een feuilleton geschreven naar
aanleiding van de opvoering van zijn
stuk „de Heks van Haarlem" op den
openingsavond van den nieuwen
schouwburg en daarbij gelegenheid
gevonden, iets te zeggen over het ge
bouw en ons Haarlemmers.
Aan het slot zegt hij: „ziedaar
heb ik aan mijn waarheidsliefde vol
daan, waarschijnlijk wel ten koste
van de vriendelijke gezindheid van
velen, die zich zooveel moeite en op
offering voor de goede zaak hebben
getroost". Die opmerking is niet on
juist. De eerste indruk, die een Haar
lemmer van des heeren van Eedens
beschouwingen krijgt, moet wel een
zekeie wreveligheid wezen, het best
te omschrijven aldus: „w air voor
diende liet toch, om dat felles te zeg
gen?" Maar wie over deze eerste ge-
wuurwording heen is en liet geschre
vene wat nader bekijkt, viudt er nog
wut anders in en dat wil ik nu even
gaan ontleden.
Dat de lieer van Eeden niet goed
op zijn gemak is, wanneer hij een
stuk van zichzelf ziet opvoeren, is na
tuurlijk een zuivere persoonlijke
quiiestie. die buiten ons omgaat. Dat
hij ons daarvan kennis geeft kunnen
wij, ofschoon dankend, voor notifica
tie aanvaarden. Verlangt hij ons me-
dedoogen bij de hevige zelfkwelling
die hem daarbij overvalt, dan is hem
die wat mij betreft onmiddellijk toe
gezegd.
Het i3 nu ongeveer vijf-en-der-
tig jaar geleden dat ik voor 't
eerst een stuk van mij zag opvoe
ren. Van die opvoering herinner
ik mij bijna enkel pijnlijke aan
doeningen. De uren bij een den
tist doorgebracht, zijn, daarbij
vergeleken, stonden van welbe
hagen en genot. De tweede maal
was het iets beter, maar helaas!
naarmate mijn werk iets nader
kwam aan hetgeen ik wenschte
te bereiken, werden ook de mar
tel-uren bij repetitie en uitvoe
ring heviger pijnlijk.
Ik constateer dit eerlijk en op
recht, zonder dat het een verwijt
kan beteekenen voor wie ook. Het
moet voortkomen uit een dl te ge
voelige constitutie, en uit den
aard van het hedendaagsch thea
ter-snel. Het schijnt er voor r.
zoo bij te hooren. Als ik een repe
titie, vooral een generale repetitie
en een première tot het eind toe
heb kunnen uitzitten dan ben ik
dankbaar. De neiging om weg te
loopen verlaat mij niet. Ik moet
die met alle kracht bestrijden. En
kele malen ben ik in dien strijd
bezweken, en werkelijk wegge-
loopen, met een gemengd gevoel
van verlichting en schaamte, als
een spijbelende schooljongen.
Daarom kon er voor den heer van
fieden geen sprake zijn van een
„heerlijke avond", zooals de vriende
lijk bedoelde opmerking luidde, die
hem van verschillende zijden ter oore
kwam. En ofschoon hij toegeeft, dat
alles zoo aangenaam mogelijk was en
dat ieder zijn best deed, gevoelde hij
„tusschen mijn Haarlemmers in ga
la", dat hij hun geen onverdeeld ge-
poegen verschafte.
Ik moest hun zeer harde noten
te kraken en zeer bittere pillen te
slikken geven. De menschen wa
ren beleefd en wel-gezlnd en toon
den hun waardeering voor den
zwaren arbeid der acteurs en de
goede bedoeling van den schrij
ver. Maar ze kwamen toch eigen
lijk om zich te amuseeren. Ze zijn
op dat punt verwend en worden
graag naar de oogen gezien. Maar
dit komt in conflict met mijn ar
tistiek geweten. En bij de zoo
eyen beschreven kwelling voegde
zich de uiterst pijnlijke gewaar
wording, dat ik al die menschen
teleurstelde en hun geduld op
zware proef stelde. Van een har
telijke verstandhouding was geen
sprake. Ik voelde een atmosfeer
van ingehouden, door beleefdheid
getemperden tegenstand.
De schrijver zegt het en dus is het
«oo. Maar kwam die atmosfeer tot
hem van buiten af, of schiep hij die
In zijn verbeelding van binnen uit?
Ik behoef Dr. van Eeden niet aan de
geweldige kracht 'van de auto-sugges-
tle te herinneren en hij zal mij wel
willen gelooven, wanneer ik verklaar,
als onbevangen toeschouwer van dien
tegenstand niets te hebben bespeurd.
„Een publiek lacht graag", schrijft
de heer Van Eeden en dat is in 't al
gemeen waar. Maar niemand van de
aanwezigen zou op dezen openings
avond een grappig stuk verlangd heb
ben, integendeel, die opening werd
beschouwd als een ernstige zaak,
waarbij alleen een ernstig stuk kon
passen. Bovendien wordt iedereen
altijd door een drama, dat immers uii
conflicten bestaat, getroffen. De at
mosfeer, die ik ln den schouwburg
voelde, was lieel anders. Die scheen
mij doortrokken van zekere zelfvol
doening, omdat wij daar zoo feestelijk
bij elkaar zaten in onzen nieuwen
Haarlemschen schouwburg, waarin
het stuk van een geboren Haarlem
mer werd opgevoerd. Iets als esprit
de clochei derhalve. Mocht de
heer Van Eeden zich door deze ruiter
lijke bekentenis een beetje gekwetst
gevoelen, dan verzoek Ik hem, mij
dat te vergeven. In elk geval kan ik
tegenspreken, dat wij naar hem ke
ken, zooals hij zegt, „als naar een
raar, min of meer gevaarlijk persoon,
voor wien ze hoogstens een zekere
schuwheid voelden
Weineen, waarom zouden we ook?
We wisten toen nog niet eens, dat de
heer Van Eeden ons in zijn feuilleton
een beetje zou bespotten.
Haarlem Is een weelde-stad, en
heeft nog een eigenaardig soort
burgerlijke aristocraten of patri
ciërs. Men houdt er nog altijd
vast aan standsverschillen, aan
scherpe grenzen tusschen men
schen die stammen uit een familie
die in krenten of kalk of bloem
bollen handelde en aldus tot aan
zien kwarn, en de déftigen die.
landgoederen hebben en in geld
of in effecten doen.
Het is lang geleden, dat Haarlems
litteraire zoon hier verkeerde. An
ders zou hij weten, dat de gemeente
waar hij geboren is niet meer uitslui
tend het cachet van weeldestad heeft,
maar zich meer en meer in de rich
ting van handel en nijverheid begint
te ontwikkelen. En dan de standsver
schillen en de deftigheid is Dr.
van Eeden niet filosoof genoeg orn te
weten, dat die niet alleen in Haar
lem, maar overal in Nederland, ja
door ue lieele wereld heen huizen?
Heeft hij diezelfde neiging naar ge
sloten kringen niet opgemerkt te Am
sterdam en in zijn tegenwoordige
wonplaats, het landelijke Bussum?
Als ik het niet beter wist zou ik haast
denken, dat de heer A'an Eeden, ln
weerwil van zijn dankhaarheidsver-
zekeringen, over het een of ander ont
stemd is geraakt en onder dien in
druk geschreven heeft
Want de ergste van zijn drie grie
ven komt nog. Hij vindt den schouw
burg jiiet mooi.
Bij al die pijnlijkheden kwam
dan nog dit, wat mij de oprecht
heid nog moeilijker maakte, dat
ik het gebouw, de nieuwe kunst
tempel, niet bewonderen kon. liet
is een gebouw zonder de minste
poging om mee te gaan met het
nieuwe leven van onzen tijd. Wie
't „Kleine Theater" van Reinhardt
in Berlijn gezien heeft, zal be
grijpen wat Ik bedoel. In dat ge
bouwtje is stemming, een artis
tieke, nieuwe combinatie van
vorm en kleur, een zaal
iets nieuws en oorspronkelijks
kan gezien worden en tot zijn recht,
komen. De Haarlemsche hieuwe
schouwburg is een imitatie van de
honderde schouwburgjes die in
de Duitsche provincie-steden zijn
gebouwd. Hard wit, met vergulde
wapentjes, en leelijk rood, zooals
wij dat helaas! in de meeste
schouwburg-zalen gewend zijn.
Daarbij een te klein tooneel en
niet meer gerief dan men in an
dere dergelijke gebouwen vindt.
Hiermee komen wij te land bij het
vraagstuk van de absolute schoon
heid. Bestaat die? En bestaat ze In
de architectuur? Of is het alles maar
een quaestie van smaak en van prac-
tijk? Ik weet het niet en werp daar
om de vraag maar in 't strijdperk,
waar Dr. van Eeden den toreador
degen zwaait. Dit Is mij evenwel
goed bekend: er ligt een groot ge
vaar van onbillijkheid in verwijten
van dezen aard, dat gemakkelijk aan
te wijzen is: de bouwmeester was aan
een bepaalde som gebonden, die in
dezen tijd nog kleiner werd door de
'dure materialen. Wat ko9t het Rein-
hardtsche theater, dat do heer Vun
Eeden in de massaul-protzerige om
geving van grooto Berlijnsehe ge
bouwen, als een „gebouwtje" gezien
heeft en dat dus voor Haarlemsche
verhoudingen nog wel een kloek ge
bouw kan zijn? En is dat wit met die
vergulde wapens nu heusch zoo lee
lijk? Of vindt Dr. van Eeden het maar
zool En welk gerief miste de schrij
ver, dat hij wel graag gevonden had
Hij verzuimt ons dat te zeggen.
Het stuk eindigt met een betuiging
van dankbaarheid jegens het stads
bestuur, „dat toch maar den moed
had, mijn onplezierig drama te doen
opvoeren". Waarschijnlijk heeft het
stadsbestuur bij het lezen van deze
erkentelijkheidsbetuiging geglimlacht
en tot zichzelf gezegd, dat dankbai
heid gewoonlijk in een anderen vói
wordt gestoken. Boos zal hst daarom
evenwel niet wezen. Ook moet Dr. van
Eeden in deze tegenbeschouwing de
uitdrukking niet vinden van Haar
lemschen wrevel of geraaktheid. -Hij
kan bij ons veilig een potje breken,
omdat hij een letterkundige en (ja,
zoo zijn we nu eenmaal!) onze vroe
gere stadgenoot is, als ik zoo zeggen
mag een Haarlemsche jongen.
Wanneer hij weer een stuk schrijft
dat goed is, zullen we er heusch naar
gaan kijken; zelfs kan hij dan (wan
neer hij zichzelf er heen weet te slee
pen) weer op de mooie balconplaats
komen zitten, die hem zoo"n goed ge
zicht op de vertooning en den schouw
burg gaf. Sans rancune! Maar een
krans krijgt hij dan niet weer, want
daar heeft hij te onverschillig tegen
gedaan. Was het niet mogelijk een
beetje meer waardeering aan den dag
te leggen voor iets, dat toch als een
beleefdheid bedoeld was?
Naderhand, toen hij naar zijn aan
vankelijk versmaden krans ging zoe
ken, vond hij dien niet meer. Waar
schijnlijk is het huldeblijk van puur
verdriet zelf naar een verborgen
hoekje gerold, om daar stil te ster
ven I
J. C. P.
Overzicht.
De kansen op een wapenstilstand
en een spoedigen vrede zijn de laat
ste 24 uur niet gestegen.
In Ententekringen wordt thans
een gereserveerde houding aangeno
men. Dit bleek reeds uit de berich
ten die Reuter seinde over de mee
ning in officieele Engetsche kringen
(zie ons vorig nummer). Ook ln de
Engelsche per9 komt verzet tegen
het denkbeeld van een wapenstil
stand. Betoogd wordt, dat Duitsch-
Iand alleen een wapenstilstand kan
krijgen als het zich ontwapent of
zulke waarborgen geeft, dat het niet
meer mogelijk is ,dat liet <len strijd
na eenige rust hervatten kan.
Vau de gemengde commissie die
Duitschland vporstelt. willen de En-
teute-bladen niet weten. ..Duitschland
kan op dezelfde voorwaarden als,Bul
garije een wapenstilstand krijgen"
zoo schrijft bijv. de Times.
Maar dat wordt niet verstaan on
der het begrip wapenstil
stand. Dit Is de eisch zich op ge
nade of ongenade overgeven I
De Fransche per3 steunt dit En
gelsche standpunt en betoogt, dat
de vruchten van de militaire succes
sen van. Foch niet in gevaar ge
bracht mogen worden door
sluiten van een voorburigen wapen
stilstand.
De Amerikaansche pers stelt ook
voor eischen. De New-York Tribune
meent, dat het eenige bewijs van
een verandering in Duitschland zou
zijn de troonsafstand van den kei
zer. En de Washington Post be
toogt, dat niet kan worden opgehou
den met de vernietiging van het
Duitsche rijk, alvorens men de gij
zelaars In handen heeft, teneinde
verraad onmogelijk te maken.
Betoogd wordt, dat nog uit niets
gebleken is, dat Duitschland de
voorwaarden van Wilson aldus aan
vaardt, dat Elzas Lotharingen aan
Frankrijk zal worden weergegeven
en dat Pruisen Polsn zal afstaan
aan het nieuwe onafhankelijke Po
len.
Verder stelt d« Ententepers In 't
licht, dat Wilson zich nog tot niets
gebonden heeft, HIJ heeft immers
gezegd: „Zoolang de' bezette gebie
den, niet ontruimd zijn, wil ik aan
mijn bondgenooten geen voorslel
tot een wapenstilstand doen." Dit
wil evenwel nog niet zeggen zoo
redeneeren deze redacteurs dat
Wilson per se voorstellen z a 1
doen nis de bezette gebieden ont
ruimd zijn.
Maar de pers Is Wilson niet. Dat
13 ook" reeds gebleken bi} de beoor-
deeling van het eerste verzoek van
Duitschland om een wapenstilstand
aan te gaan. Toen betoogde de En-
tentepers immers algemeen, dat
daarop in liet geheel niet moest wor
den ingegaan. En toch deed Wilson
het
Bovendien ls reeds uit Washing
ton geseind, dat men daar den In
druk heeft, dat de centralen thans
alle voorwaarden van Wilson aan
vaard hebben.
De parlementaire correspondent
van de Dai'y News schrijft: ..Ilc ver
neem uit gezaghebbende bron, dat
de gea 11 leerde regeert n-
genhet standpunt in-
R e m' e n, d a t z ij, b ij d« be
antwoording van de twee
v ragen: ofhetmoge-
t Ij k is den door Duitsch
land gavraagden wa
penstilstand te ver-
leenen en op welke voor
waarden zulk een wa
penstilstand verleend
zou kunnen worden, zich
zullen laten lelden
doorden raad van de mi
litaire bovelhebbers te
velde.
„Met betrekking tot de voorwaar
den waarop een wapenstilstand toe
gestaan zou worden, laat men uit
komen,' dat die voorwaarden moeten
afhangen van de tegenwoordige vei
ligheid van de geallieerde legers en
hun toekomstige succes, Indien de
vijandelijkheden hervat mochten
worden. De eenige voorwaarde voor
een wapenstilstand zouden zooda
nige moeten zijn, dat daardoor, naar
de meening van de geallieerde be
velhebbers, hun eigen troepen niet
in gevaar zouden komen. Of de
Duitsche troepen Elzas-
Loth&rlngen even
zeer zouden moeten ont
ruim e n als het bezette gebied
van de geallieerden zal, naar men
in ministerieele kringen aanneemt,
veneens een kwestie bij den wa
penstilstand vormen, die op derge
lijke gronden uitgemaakt zal wor
den.
,Ik verneem ook, dat voorzoover
de Engelsche regeering erbij betrok
ken ls, het jongste voorstel van
Duitschland aangaande een gemeng
de commissie voor het treffen van de
maatregelen voor de ontruiming v&n
het gebied door de Duitschers, als
ongewenscht en onuitvoerbaar
wordt beschouwd. Zulk een lichaam
zou de zaken uit handen van de mi
litaire bevelhebbers nemen, waarin
zij juist behooren.
„Inmiddels hebben- de geallieer
den noch het Duitsche antwoord
aan Wilson ncch de oorspronkelijke
Duitsche nota aan Wilson overwogen
Naar ik verneem,is de toestand deze:
de kwesties, die met den wapenstil
stand en die welke met de vredes
conferentie samenhangen, zijn van
elkaar afgescheiden ea de gissingen
die in sommige kringen aangaande
de eischen vun de geallieerden op
de vredesconferentie gesteld zouden
worden, moeten met terughouding
aanvaard worden. Voor zoover men
kan nagaan, hebben de geallieerde I
regeeringen ln Europa, door zich j
niet aan te sluiten bij president
Wilson in een formeele verklaring
over hun oorlogsdoeleinden, den
loop der gebeurtenissen willen af
wachten, daar zij die verklaringen
wilden afleggen, als de krijgskansen
gunstig waren. De Engelsche regee-
ring en liet Britsche rijk zouden,
(zoo verneem Ik) niet aarzelen, om
de toekomst van de Duitsche kolo
niën op de vredesconferentie te la
ten uitmaken. Ten aanzien van het
beginsel van zelfbepaling en de vrije
S keuze der volken staan zij even sterk
op hun stuit. Hetzelfde geldt ten
•aanzien van het herstel en de ver
gelding die, om Asquith'e woorden
te gebruiken, afgedwongen moeten
worden voor de verliezen die de
koopvaardij door den onbeperkten,
duikboot oorlog zijn toegebracht, en
voor de vergoeding voor de verwoes
ting van het gebied der geallieer
den."
Lord Haldane, gewezen lórd-kanse
lier en minister van oorlog in Enge
land, zeide in een interview „Ik ge
loof, dat men kan vertrouwen, dat
Wilson niete overijlds zaJ doen. Het
zou onveilig zijn, om eenige verbin
tenis te aanvaarden zonder goede
waarborgen voor de uitvoering daar
van."
De Engelsche socialistenleider Hynd-
raan verklaarde, dat geen wapenstil
stand moest worden toegestaan, alvo
rens de Duitechers geheel waren terug
getrokken uit alle bezette gebieden,
zonder verdere schade aan te richten.
De Duitechers verkeeren in het gevaar
van een overgeving zonder weerga in
de geschiedenis. Waarom zouden de
geallieerden dat voordeel opgeven!
De Duitscli autoritei;vti hebbes
door bemiddeling van Zwitserland
aan de Entente gevraagd de steden in
't bezette gebied van Be!g:ë niet meer
te beschieten, oin daardoor do ellende
Uit Parijs wordt aan 't Ale. Han- J van de Belgische bévi
deisblad geseind ,,He'. publiek is al-1 komen.
gemeen overtuigd, dat Duitschland 1 Dat zou gaan alsde Duitachers
groote concessies zal doen om wapen-1 deze steden ook niet bezet hielden
stilstand te verkrijgen en de nogDe Telegraaf verzekert nog eens,
overblijvende militaire krachtc-n te dat de Duitechers Oaten de aan
redden, om vervo.gc-ns hardnekkig j'tontrnimen x ij n
over de kleinste bijzonderheden te! De Engelschen wonnen nog meer
marchandeeren. De haast vau Duilsch-terrein bij Douai.
land om toe te geven, wordt verklaard 1 De Franschen maakten ln Cham-
door zijn vrees voor een militaire de-1 pagne nieuwe vorderingen
bade en voor represailles op Duiitsch Zoodat de Duitechers "nu bijna over-
erondgebiedt voor de jongste geweld-al terugtrekken, 't Is of do Duitachers
dadigheden. j er op uit zijn om alleen achterboede-
I gevechten te leveren, om zoo gauw
Er komen ook eenige uitlatingen mogelijk met zoo weinig mogelijk
van Dultechen kant. verlies aan mannen en materiaal
De Duitsche staatssecretaris Ere-1 Noord-Frankrijk en Belgiè te ontrui-
berger verklaarde o.a. De wereld van men.
vijanden, waartegen wij in vierjari-1 Dit vindt ook bevestiging in 't Duit-
geo strijd met voorbeeideloozen hel-sche stafbericht, waarin a!s een succes
aeumoed streden, mag niet gelooven, 1 geboekt staat, dat de (teru^trekken-
aat de Duitsche zwak is geworden,de) beweging in Champagne "vlot van
omdat zij opnieuw de iiand eerlijk tot stapel liep.
den vrede uitsteekt. Wij doen dit uiet Hebben de vTedesgeruchten den vecht-
uit zwakte, maar in de overtuiging,lU8t der Duitsche soldaten nog meer
dat geen der beide partijen een over-1 verminderd
winning in den zin van een volkomen j Als Wilson lang talmt met zijn ant-
ternederwerping kan behalen. Om een woord op de Duitsche nota. heeft
voortzetting van de moordpartij te Foch al voor de gedwongen ontrui-
vermijdeu, hebben w,j nogmaals stap- min» gezorgd
pen tot don vrede gedaan. Wij deden Er komen nog eenige bijzonderhe-
zu.xa, omdat wij overtuigd zijn dat er den over de gevechten. O.a. dat de
nu niet meer getwijfeld kan worden Duitschers bii de ontruiming van
aan de betrouwbaarheid van het Duit- 1 Laon 300 burgers en dev. bureemeafr-
sche vredesaanbod. ter meegenomen hebben.
De „Kreuzzeitung" schrijft„Niets t
ou voor het tot stand komen ven den i t/aranralH nialiuia
Tede gevaarlijker kunnen zijn. dan j "IIUWI
wanneer de meening post vatte, dat' OVER KRIJGSGEVANGENEN.
het Duitsche volk bereid is tot een De Engelsche regeering heeft met
vrede tot eiken prijs. Dat zou een even wraak maatregelen gedreigd ais de
groote vergissing zijn als die. volgens Duitschers de gevangenen niet min-
welke zijn kracht zou zijn uitgeput. 1 stens 30 K.M. achter de vuurlinie
De ©er van den Duitschett naam en de
onaantastbaarheid van heb rijk wor
den niet prijsgegeven.
Van Duitsche zijde wordt pertinent
medegedeeld, dat de Duitsche ant-
•oeren en ln 't vervolg meer merische-
lijk behandelen.
Spanj* «n Cultathlanrf,
Van de Spaansche grens wordt aan
woorunota niet alleen door oe meer den Temps gemeld: De Spaansche re
derheid van den Rijksdag en door de geering besloot 15.500 ton Duitsche
Bondsraad-commissie is goedgekeurd, 1 scheepsruimte m beslag te nemen als
maar eveneens door alle staatesecre- vergoeding voor getorpedeerde sche-
tarxssen, de opperste legerleiding en pea. Zij noociigde de Duitsche legatie
het Pruisische staatsminister!©. 1 ujt voor 15 0cU de schepen aan te
VU Londen wordt eom.id, dut 't "i ««Ier» «Ml een ken»
telegrafisch verkeer in Duitschland zal doen.
oncler strenge militaire contróle staat J SIBERIë. 't Journal verzekert,
©u dat men meer voorzichtigheid dan dat thans bijna geheel Siberië in de
gewoonlijk moet betrachten bij het macht der geallieerden is.
trekken van concusiea uit de bericli
ten, die doorgelaten worden. KFI7PR \VTf HFTM ju. 71h
Bovendien komen er ook via KEIZER VILHELM. Uit Zönch
Londen berichten ovor opwinding wafdt geseind:
in Oosïenriik-Hongarwe. D© beweging „Leipziger Volkszeilung bevat
onder de onderdrukte nationaliteiten e«n scherp .irtikcl tegen keizer WU-
neemt groote afmetingen aan ©n draagt helm, waarin o.a. het volgende wordt
zelfs het karakter van de aankonal- gezegd:
"in" ©ener revolutie. 1 Keizer Wilhelm draagt de schuld
Tt Oostenrijkache minir i va» den grootsten oorlog, die ooit is
terie-Huesarok ia a f g e t r e- uitgebroken, een oorlog, welke ein-
den. Graaf Silva Taronoa' digt in da mislukking van hel mili-
zal een nieuw ministerie vormen. (aire systeem. Nog is Wilhelm II
Ook te Konstantinonol komen on ge- Keizer van Duitschland en koning
regeldhedeu voor. De Jong-Turken va!i 1 Tuisen, maar hij voelt, dat hij
hebben hun vertrouwc-n in de Duit- "'c' anger kan zijn, hetgeen hij g&-
schers verloren en nu dreigt 't Turk- molde te zijn, van den eersten dag
sche rijk ineen te storten zoo b
richt 't Fransche persbureau II;
de u-oonsbestijging af, een in
strument, door God gezonden en het
hoofd van het schitterendste en best
't Ia nog niet zeker of de toornige «©organiseerde leger. Wat is W ilhelm
ciaiisten Prins Mar van Baden ate U hij niet loiiger bet garnizoen
te Beriiju kan inspecfeeren? Hij moet
isten Pr:n3 Max van Baden ate
Rijkskanselier kunnen verjagen.
Thana publiceert de Temps dén vol-,V0.eIen,dat '"i nieI hanger Duitsch
ledigen tekst van den bewusten brief ke,zer kan zijn. W ij z.jn voorbereid
door Max geschreven unn zijn neef.Na
hetgeen we daarover reeds in ons
vorig nummer meedeelden, behoeven
we niet vee] daaraan toe te voegen.
Alleen de vo'geude passage zij nog
aan den brief ontleend
op het verlies van EIzas-Lotharingen.
Wij weten, dat Elzas-Lotliaringen
niet langer tot het Duitsche rijk kan
behooren.
Den lGen Augustus 1888 zeide Wil
helm II: „Wij willen onze 18 leger-
j „Want ook ik weusch natuurlijk, oorPsen en 42 tnillioen inwoners lie-
dat wij de be9te partij uit onze over-1 ver opofferen, dan afstaan hetgeen
winningen trekken en in tegensta.ling door Friedrich Karl werd veroverd",
met de zoogenaamd" „Vredesteso'.u- Maar onze twee millioen dooden ver-
tie", schrikwekkende spruit van den ^«cnwoordigen meer dan 18 leger-
sngst en de dagen van paniek te Rer- corpsen. Wij weten wat het verlies
lijn, wensch ik zoo groot mogelijke vnn EIzas-Lotharingen voor ons be-
scbadeloosstelling in onverschillig teekent, maar wij weten ook dat een
welken vorm, opdat wij na den oorlog io lange voortzetting van den oorlog
niet te arm worden." f'"t verlies zeer waarschiinlijk maakt.
De socialisten krijgen in hun strijd Toch achten wif niet noodzakelijk bij
tegen den rijkskanselier steun van deze twee millioen dooden ook nog
deAll-Duitschers. j Duitscliland's lnatsten man, vrouw
Maar natuurlijk zijn de motieven 011 kind to voegen. Wilhelm II heeft
geheel verschillend! De All DuitechersAltijd de grootste opofferingen van
vinden Prins Max tegenwoordig te zijn onderdanen verlangd, 1111 is de
vooruitstrevend en zouden lieverI tijd voor hem gekomen om zichzelf
den ouden Max terughebben! Maar
de nieuwe Max wil niet weer ouden
Max worden! De eocialiaten weigeren
den nieuwen Max te aasvaarden,
omdat zij gelooven. dat men in 't bui
tenland nog rekening zal houden met
„de oude plunje".
Do successen der Entente-legers aan
't Westelijk front duren voort.
Nu ligt Rijssel ook al In de vuur
linie en wordt door de Engelsche ka
nonnen beschoten.
Ook daar zullen de Duitschers dus
wel spoedig wijken.
De Belgen en Engelschen hebben in
Vlaanderen even ten N. van RIJsael,
weer een succes te boeken. Oyer ©en
front van 50 K.M. werd terrein ge
wonnen ter diepte van 3 tot 5 K.M.
O.a. ia de stad Roesselaere be-
Stadsnieuws
F e u i JM ©ton
EEN FERDINAND BOL? Da
heer W. J. C. van Meurs te Haar
lem kwam zoo meldt het Bloe-
mendaalsch Weekblad onlangs in
liet bezit van een oud schilderij,
voorstellend een boogschutter, dat
fraai van teekening en kleur, een
meesterhand verried. Deskundigen
prezen het, maar konden niet met
eenige zekerheid een maker noe
men. Het waa blijkbaar overgesausd
en overgeschilderd.
De hersteller van schilderijen, de
zet. 3000 Duitschers werden gevan- heer Joh. Karsten Jr., te Haarlem,
gen genomen. kreeg liet. stuk onderhanden en na
naar het Engelsch van
CHARLES CARYTCE-
24)
eigen toedoen! zei Judith
rIj was het, die tusschen-
beldft kwam, die mij overreedde om
Vane deu bons te geven en Lord Mar-
üngford aan te nemen. Dat weet u
heel goed, vader.
Sir Charles maakto een afwerend
gebaar met de blanke handen, om
wier bezit hij reeds meer dan een
nnlve eeuw beroemd was.
Beste Judith, Laat mij toch recht
wedervaren, er was niet veel overre
dingskracht voor noodig! Vane Man
nering had toentertijd weinig kans
op een adellijken titeL
Eu daarom offerde u mij op,
'ei ze bitter.
77 Ilc herhaal het, Je was gemak-
kehjk to overreden en daar had je
eyhjk aan. Hij schoof onrustig op
zijn stoel heen en weer. Graaf van
fesborough, zei hij. Beste Judith,
Jë zult natuurlijk
Z».i stond zoo haastig op, dat zij
bijna de lichte theetafel met het fijne
porcelelnen stelletje deed kantelen.
U wilt, dat ik?' O, dat is ol te
ergl
Maar beste Judith, lieve kind!
sprak Sir Charles zijn kunstig ge
verfde snor opstrijkend, de omstan
digheden maken dit tot een heel an
der geval.
Zij wendde het gelaat van hem af,
terwijl de tranen haar in de oogen
sprongen.
U u wist, dat ik van hem
hield, dat ik hem liefhad! Ik heb hem
nog lief.
Sir Charles Jteek licht verwonderd
naar haar.
Werkelijk? Wel, wel! Maar beste
Judith, dan is dit met recht een bui
tenkansje voor ons!
Wat bedoelt u? vroeg ze, haar
oogen drogend en hem met een uitda
gende uitdrukking aankijkend.
Waarom is het een buitenkansje?
Sir Charles zette eindelijk het kopje
neer, waarmee hij aldoor had zitten
spelen en knipoogde tegen haar.
O, wou u alleen maar zeggen,
dat. als je nog van hem houdt en als
Je bovendien graag Gravin van Les-
borough zou willen zijn, de zaak ge
zond is.
Beste Judith, hij boog zich
naar haar over Je weet even goed
als ik, dat geen man jo weerstaan
kan, en dat, als Je het op Vane Man
nering gemunt hebt ik bedoel op
Graaf Lesboroughl hij je zeker niet
ontgaan zal.
Zij beet zich op de lippen en staar
de in gepeins verzonken voor zich
uit, terwijl een blos beurtelings van
schaamte, vernedering en hoop op
haar gelaat verscheen.
U heeft hem niet gezien, sinds
hij terug is. Hij is erg veranderd.
Hij hij deed vandaag heel koel. Hij
was niet boos, maar wat veel erger
is, onverschillig.
Sir Charles lachte zachtjes.
Ik heb alle vertrouwen ln je,
beste Judith, zei hij. Alle vertrou
wen. Ik ik geloof, dat ik nog even
naar de club ga om een robbertje te
spelen. Alle vertrouwen, hoor.
HOOFDSTUK XIII.
Toen hij het park verliet, besloot
Vane, zich herinnerend ln welken
staat zijn garderobe zich bevond,
naar zijn kleermaker In Bondstreet tc
gaan en zich door dezen van het noo-
dige de maat te laten nemen. Hij had
zich reeds voor hulp een en ander
aangeschaft.
De man ontving hem met zooveel
plichtplegingen, dat Vane opnieuw
gevoelde, welk een veraudering er in
zijn omstandigheden had plaats ge
had, on dat in de oogen van anderen
de graaf van Lesborough een geheel
andere persoonlijkheid was dan Vane
Mannering.
Het was reeds bijna tijd voor het
diner, voor hij bij de Letchfords te
rugkwam.
Wij hadden u ai opgegeven, zei
Lady Letchford lachend.
Ik heb mij wat verlaat, tot mijn
spijt.
Hebt u Tressider gsproken?
Ja, en morgen ga ik naar Les
borough met een neef van mij, Julian
Shere.
Nooit van hem gehoord, zei Lord
Letchford.
Ik ook niet vóór vanmorgen. Het
schijnt wel een geschikte kerel en hij
heeft een heel knap uiterlijk. Als ik
niet teruggekomen was, zou hij erf
genaam geweest zijn. Hij trekt mij
nogal aan. Zijn moeder was een
Spaansche, en hij lijkt ook meer op
een Spanjaard dan op een Engelsch-
man. HIJ houdt er wonderlijke lief
hebberijen op na, heeft een klein labo
ratorium en was daar straks bezig
met scheikundige proeven.
Ik ben blij, dat u morgen naar
Lesborough Court gaat. De verande
ring zal u goed doen en u wat aflet
den.
Het kan wezen, zei Vane zuch
tend. Toen liet hij er op volgen, als
of hij het gesprek een and?re won
ding wild© geven: Kun je mij soms
een smoking leoncn, Letchford? Zoo-
als ik cr nu uitzie, kan ik slecht aau
tafel komen.
Den volgenden morgen haalde Va
ne in een taxi zijn neef af. Deze stond
al te wachten. Even later waren zij
aan het station en namen in een
rookcoupé van den expres plaats.
Een livreiknechl stond reeds te
wachten, toen zij aan het station te
Lesborough uitstapten. Hij tikte aan
zijn hoed en zei, zich tot Julian Shere
wendend:
De auto staat te wachten, my-
lord. Meneer Holland heeft haar ge
stuurd, omdat hij dacht, dat u wel
met dezen trein zoudt komen.
Julian fronste even het voorhoofd,
toen zei hij op Vane wijzend: Dit
is Lord Lesborough.
In orde, in orde, zei Vane,
stap maar gauw in, Julian, het is at
tent van meneer Holland, hoewel ik,
wat mij betrof, liever gewandeld had.
Het Is niet ver.
Julian keek nieuwsgierig om zich
heen. Langs een prachtigen goed on
derhouden weg reden zij naar Les
borough Court. De dorpelingen, die zij
tegen kwamen, tikten aan hun p-v
bij het zien van de auto. Vrouwen en
kinderen kwamen uit de huisjes na;
buiten en staarden hen nieuwsgierig
aan. Even later reeds de auto het
binnen.
Een hreede oprijlaan met aan
weerszijden prachtige boomen, slin
gerde zich naar den hoofdingang van
het kasteel. Toen het in het zicht
kwam, uitte Julian een kreet van be
wondering. Vane, die diep ln gedach
ten op niets gelet had, keek op.
Mooi huis, vindt je niet? zei hij"
met een blik op het breede, grijze ge
bouw, dat voor een groot gedeelte met
klimop begroeid was.
Prachtig! zei Julian. lk wist
niet, dat het zoo groot was. Hoe oud
is het wel?
Het is een van de oudste kastee-
len in Engeland, zei Vane. Vroeger
was het eens in de week voor bezoe
kers geopend, maar mijn oom of lie
ver onze oom. die niet al te gemak
kelijk was, wilde daar nieta van we
ten.
Dat kan ik mij voorstellen, zei
Julian. Als het van mij was, zou
ik er ook niet vun houden, dat Jan
en alleman er rondliep. Hot is sprook
jesachtig mooi. Maar ik wed, dat Jij
het wel weer voor het publiek
openstellen.
Best mogelijk, zei Vane onver
schillig. Waarom ook niet, als de
menschen het graag zien? Er zijn
kostbare verzamelingen in. Mijn over.
grootvaderwas een echte verzame
laar en waarom zou ik daar een an
der ook niet van laten genieten?
Wat een boomen! zei Julian,
en dit is het terras. Wat een feesten
zul je hier kunnen geven!
(Wordt vervolgd).