RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels RDllrubriek Hrierenbn» jht«» l>airbl«d. derde blad zaterdag 23 november 1918 (Doz« raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die ,,V'oor Onze Jeugd" le'zen. De namen der kinderen die mij vóór Woensdag middag 4 uur goede oplossingen zen den worden n liet volgende uuminer benend gemaakt.) Iedere maand worden onder de beste oplossers twee boeken in pracht band verloot. 1. 'lngez. door Blauwborstje.) Mijn geheel is een stad ln Zuid- Holiaud van 5 letters. 2, 3 is de naam van eon maat. 2. 3. 4 is een getal, 2, 3, 4. 5 is een viscli. 2. (Ingez. door Sehapenbloempje.) Zet aciiter iets kouds een maat en go krijgt eon rivier in Nederland. 3. ringez. door Madeliefje.) Wie kan uit onderstaande letters een Xederiandscbe plaats makent Zrkziieo<v 4. uugen. door Hortensia.) Ik ben ©en piaa.s in Limburg, geef me een ander hoofd en ik blijf een plaats in Limburg, o. liugez. ooor Lelie.) Met. v. brand ik, zouder v. ben ik een deel vuil den tijd. 6. (Ingez. door Piene.) Ik ben een mooi en waar gezegde van 213 letter» 6, 2, lo, 16, 6, 24 is een kust plaats >n Fi.esland. 4, 11, 7, ld uoec den molen malen. 4, 8, 8, 17, 26 kan het soms erg ln dezou tijd. li), 20, 2i is niet dichtbij. 25, 7, 1 is con plaats in Gelderland. 16. 26, 17, 18 is een wator. 1. 13 is een voegwoord. 22 23, 12 is met vast. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorig© ff eek zijn 1. Meester heester. 2. Leer ree. 3. Uiauw lauw. 4. B.rmuighain Iting bam Bram Mum Grimmig. 5. Paul Ivruger Pal Rap Rug Geluk. 6. Tijd brengt raad. Daar Kijn Gij T V1. Goeue opicss.ng-n ontvangen van I^olie 6, B a Srhooneveldt 6. Scbapcn- bloempie Ke zar Xoro 5. Dandelion 6. America in Boy 6, Waternimf 6, Boschfeo 6, Goudreinet 6. Roekie 6. Boemkorfjo 5, ltozermnjntie 5. 4s- scbepecsu-r 4, Lvdia 6. Nick Carter 6. Cbrs'.iaan de Wet 3, Pietje en Betsie v. d. Boogaard 6. Betsie Ha gendoorn 6 Wim van Iloogenhuijze 6. Jan Graauw 6. Bleekneusje 5. On rust 5, Tic-kie en Piene 6. Kwikstaart je 6. Op 't kantje af 4. Conduc'.eur 4, '1 ruitje Üou 1 5, -Napoleon 6 Krekeltje 5, Jasmijn o, lneoioos 6. Klimop 6, Do lluyicr 6, MeJb.oénipje 5, Avond ster o, iiocKikap.o 6, bnt«uwwitje 6. De Beilei.euts o. 1-ouieiis Koster 6, Soiuaat 6, Paul Kiuger 5, G. Püil.p- po 6, llondrik WessM.ing 4, Joon. van den Vondel |i, lt'ka oast 5. P. A. Gast 5, ioud Elsje 4, A. J. Stuur man 6, Arend 5, Old Sbatterkand 6, Yuma ::lietar o, Yuma Tsil 6, 'Joddy Dear 6, liloeu.enfee 5 Bioemenkiok- je 5, Bloemenmeisje 6, Sneeuwklok,© 6, Leute 5 Yioo-ïje 6, Klavervier 4, De kie.ue Lord 4. liet varentje 4, Aart Overincer 5 Tlieo Overmeer 5. Piet Spoor 5, Wim Spoor 5, Beppie Spoor 5, S'.eeJoorn 6, D. A. "P. eu C. L. J. den Ho .ander 5. Frans Cehl 5, Germauia 6. Gcu-vinkjo 6, Rock. 5, Spirea 6 Hoiteusia o, Kruilebol 4, Barmen do Vries 4, Karei V 5, Bo- gonia 5, liet Naaistertje 4, Hegge- winae 'i, Piet Oschatz Dik Trom 5, Rudoif Oschatz 5, Brumelia 5, L. Bosscha G Teun lloiiner uk 6, Jo lteimerink 6, Petit Gerard 6. Hoz©- biaadjo 6, Sneeuwwitie 6. Rood kapje G. Zephir 6. Klein Elsje 5, Sneeuwprinscs 5, Sonja 6, Waterjuf fer 6, Gedropje 6, Cosimo 6. De Wedstrijd. GOUDREINET zond me beddegoed voor eeu pop' en poppekleertjes. ver der ec-1 zak;© knikkers en eeu sprook jesboek. LENA METZ. oud jaar. tcekende he©: keurig con u tknippiaat. Van wie kreeg ik die keurige zelf gemaakte brief kaar; portefeuilles, met spel en knikkerzak jet BLEEK.NtiuSJ is ui aal i te oon beel dige poppegarderobe. BETSIE HOGEN DOORN, oud 12 jaar, maakte eeu jtoppehoed, cos- tuumpjo eu 3 inktlappen. CONDUCTEUR, ouu lu iaar, bracht ©c.i paar mooie pantoffe.tjes, een boek en een spei. SNEEUWKLOKJE, oud 11 jaai. maakto 2 poppemutsen en een man teltje. RuODHAPJE, oud 12 jaar, carton neerde een blokkendoos. SNEEUWWITJE, oud 9 jaw, car ton neerde eon «pel. KWIKSTAARTJE, oud 9 jaar. maakte een poppejurk en ©en poppe- nacntpon. GEBMANIA, oud 11 jaAr, maakte twee haridwerkdoozen. BEGONIA zond me een knikker zakje. 3 inktlappen, ©en tascbje, een speldenkussen een portret! Ustje en 4 linialen. Flink gewerkt, boor! MEIBLOEMPJE bracht me een spel. MEJ. A. 0CKHU1JSEN. Korte Dijk 17, Btelt een pop beschikbaar vooreen meisje, dat haar aan wil kleoden. JACQUES HERSLEVEN. Linscho- "tenstr3al 91, vraagt van Gescbiede- nis ne nrs. 13, 10. 16, 17, 23. 24. 29, 34, 37, 41, 43, 44, 47. 48, 57, 59 60. 61, 67, 74. 78. 79. 84 85, 87, 91. 96. Hij gooft er Vecbtplaatjee voor terug. Ik bedank de familie L. G. zeer voor de ontvangen Verkade-bons. E. GIEBELS. Pieter K esstraat 21, vraagt Verkade's-, Album-. Herst of Winter of Naardermeer look onge vuld) ei. geeft in ruil Lente Zamer-, Bionue Duinen of Bosch en Heide tge- vuidj. lamte VTaagt van Naardermeer de nuiuinera 1, 3, 8, 10, 13, 14, 15, 16 17, 18, 19, 22, 27, 29. 37, 36, 40. 41. 43, 46, 47, 48, M9, 50, -53, 57, 59, 61, 62, 64. 66, 67. 68, 74, 77, 78. 80, 81, 83, 84 85. 86, 87. 89. 92. 95, 98, 99, 100. 101, Ju2. 105. IOC 110, 111, 112. 114, 115. 117. 119, 121, 123, 124. 127, 128, 130. 131. 133, 135, 138. Hij geelt er andpre plaatjes voor terug. HF/' NAAISTERTJE. Kampervest 7 rood, geeft voor 50 Kwalta-soldaat- jes ©en boek. BRAM MISSET l-ourens Co3ter- straat 16, vraagt plaatje» van Naar dermeer en geelt er andere voor te- rum M STUURMAN, Breeetraat 3. vraagt ,,De Zoon van Dik Trom" te leou. WATERJUFFER. Schalkburger gracht. 60, vraagt „De Zoon van Dik Trom" t© ken. (BrieveD ouu de Redactie van de Kiuuer-Afdeeliiig moeten gezonden woiuui uuii hvi i'uuvv üLOJilBEHG zinJii.i.N, BiOcmuolötraai 5. in ue bus gooien, zonder aan schellen!) Nieuwelingen zijn: ANNIE D1JK- Sli>.v, Rujcnuveisiraat 18 zw., oud 10 jaar. HENDRIK WESaELlAU, oud 0 jaar, Waldeck Pj riuomstruai 31. WILHELMEN A VERKES, oud jaar. Rozenpi icelsuaut 78. T. DEKKER, HiUieruyiislraat 11, oud 7 jaur. REiRUNELLA A. KAST en 11 li-1\ A UAsi, Oral i jeboosiruat lïo. LENA MEiZ, oud 'J jaar, Klaren- beeusiraat ut» rood. COSIMO. Hoe oichier we den vrede naderen, hoe meer boterhammen er zullen komen. Dut geloof ik vusu SCilAPENBLUE.MFJE en KEIZER NERO. Gelukkig, dat jullie weer her steld zijn. En hoe is het met moeder? Je hebt nog een week om eens flink op je verhaal te komen en inisscuieii ook nog wat te maken voor onzen wedstrijd. Wel bedankt voor de mooie teekening- LELIE. Je raadsel is goed. Mej. A. O. Heel vriendelijk vind ik het van u, dat u ook iets doen wilt voor onze zieke kinderen. U zuil zeker liefhebsters genoeg krij gen. WIM VAN 11. Fijn zeg, dut vader zoo n mooien atlas heeil. JAN R. Het deed me natuurlijk heel veei genoegen weer eens wat van je te uooien. wal zijn julne ook aan den sukaei geweest. Hoe is het nu met je hots.en.' Ben je ai weer eens uit Ke urest.' Wat iijuuk je me nieuwsgie rig, maar straks zul ik het je betaald zeilen. Wat zal die arme moeder weer een boel op te runnen hebben! GURISTIAAN DE WET. Vond je liet laaisie raadsel nu nug zoo moeilijk'? NICK CARTER. Met eeu k.éine verandering wil ik je gedichtje wel plaatsen. LYD1A. Do so.gende week zal Ik je vertellen wanneer we tentoonstelling lubben van alle ge- scüoilkcu voorwerpen. Hut is onze juarujUsehe trots. ASSCHEPOES TER. Prettig, dat jullie zulke Koe- de berichten van DikkeiTje krijgen. Nu, ze zal zeker gegroeid zijn. ik weel niet, wat de reis kost, want de tarieven zijn zooveel liooger gewor den. Wat zal dat kind straks een boet te vertellen hebben. ROSE- MAR1JNTJE. Je ruadsel is goed. BLOEMKORFJE. Je raadsels zijn goed. HENDRIK V. Ik had liever dat je een anderen schuilnaam koos, omdat we ons voorgenomen hebben geen namen van nog levende perso nen to nemen. ELZENKATJE. Je hebt dus een heerlijk dagje buiten lucht gêhapt. Die dagen voor Sint- Nicolaus zijn toch maar prettige da gen, want voorpret is ook pret. MAARTEN LUTHER. Wat heb je een besten verjaardag gehad. Is je I oek al uit? Je krijgt nu zeker alle dagen een boterham meer en straks krijg je er nog een bij. Ben je niet blij, dat de vacantie nu toch heusch haar ein de nadert? Mej. V. DE J. Ten allen tijde inoogt u mij de naaidoosjes brengen. ROEKI. Ben je nu weer heelemna) klaar? Dus jij verlangt ook naar school. Je was de vorige week te laat. GOUDREINET. Is het uctlje in orde gekomen? Maak maar dat je gauw de pop haalt van Mej. O. Ik wil ook wel een aanvraag voor je plaat sen in do Ruil-Rubriek, maar geef dan je adres op. Wat ga jij een pret jes tegemoet. Ik hoop van harte met je, dat het op jouw verjaardag vrede is. Abi'A NIELSEN. Ik vond het wat aardig weer iels van je te hoo rei). BuSCHFEE. Het doei me ge noegen, dal het boek ndar je zin is. DANDELION en AMER1CA1N BOY. Aardig, dat julhe-ook wat voor de» wedstrijd maken. Tl EK IE en PIENE. Is liet voor Boukje geen groot offer, dat baby-popje af te staan? Knappe kinderen dat jullie jo heele- niaai nog niet verveeld hebben. ONRUST. Wat ben jij toch ook ten j ongeluksvogel. Ben je nu buiten ge- j weest? Ik ben heel benieuwd naar je j inzending. Is ze net zoo mooi als van I Bleekneusje? Hoe is liet met moejer? T. D. Ja hoor, je mag meedoen. IK ben heuseh verlangend naar je inzen ding. T. O. Nu vvuidt hei langza- merhand lijd om je inzending te bren- i gen. Hoe is 'l met Johun? - VAK4N- TJE. 1 December moet ik je poppe- schortje hebben. - KLAVERVIER. Je inoogt je inzending brengen, wanneer je wilt. VIOOLTJE. Je wilt zrker wel gelooven, dat ik nieuwsgierig ben naar dot briefkaarten-album. Leuk, dat broer ook meedoet. LEN TE. Je hebt het bijzonder mei nel weer geli'oilen. SNEEDWhLOKJls, Alles is welkom: gioote en kleine ga ven. liet heeft juist zooveel wauide, dat we van ons armoedje nog itla af kunnen staan. Zijn Julue nu allemaal weer beier? TEDDY DEAR. Gefe liciteerd inet je liersLel. Wal lam jij me löcli ook raden! Poppen? Ja. boor i er komt een tentoonstelling, lb l oor van de andere Deai tjes niets. Je hebt zeker al beet wat aardige handwerk jes voor moeder gemaakt. OLD SHATTEItllAND. Je raadsels zijn goed. M. S. Zijn jullie ook weer klaar? GOLD ELSJE. Wat hebben jullie ook in de zorgen gezeten! Ge lukkig, dat jij zoo n knap huishoud stertje was. Ik kan me begrijpen, dat je hot heerlijk vondt, dai moeder thuis mocht blijven. PETRONELLA en RJEKA G. Zeker mogen jullie mee doen. Ik hoorde in lang niets an Freddy Deur. Ik ben verlangend naar je inzending. HENDRIK NV. Nu krijg je nog een briefje. Zoek maar eens goed, een arm ziek kindje is gauw tevreden. C. P. Of ik je ge mist heb! Maar ik wist wel, dat Jul lie een huis vol zieke menschen had den. Je bent een knnppe huisknecht. Alles, wat je opnoemt is welkom, mits liet er neijes uitziet. PA DL KRüGElt. Je raausel is goed. PILT S. Jongen, wat was Out een hartroe rend gedicht. Heb je gis.eren braaf pret gemaakt? lloe lual ging je wel naar bed? BEPPIE S. Dus dat heb ik dan toch goed geraden. Ik verlang ai naar Maandag. WIM S. II; raad een poppekast. Is 't goed? Ik weet ook een geheim, maar 'daar zeg ik niet eens de eei-sie letter van, omdat jullie mij ook zoo geplaagd hebben. Wat is dio Gerrit van jullie een stou terd! A. P. en C. L. J. DEN 11. NVat rijdt die Sint al vlug bij julhel LENA M. Je inag meedoen hoor en iK vond je inzending aileruardigst. Een herstellend patientje zal er dol blij mee zijn. F. G. Wat ik aan Wim S. schreef, geldt ook voor jou. Wat hebben jullie een knappen Bob! GERMAN1A. Jij hebt een lesten verjaardag gehad. Leuk, dut ik je weer eens zag. ROEKI. Je hebt nog lol 1 December den tijd. Veel lan ger kan het niet, want 4 December is er tentoonstelling. KRULLLBOL. Wal je al hebt, inug je me brengen, daarvoor behoef je niet tol Woensdag te wachten. lvAREL V. Ik hoop van harte, dat jullie verder gezond en flink mogen blijven. BEGONIA. Alles is welkom. HET NAAISTER TJE. Je raadsel is goed. BRUME LIA. Wat kun jij kcuiig uiel potlood schrijven! HECGEW1NDE. Ja hoor Je wordt weer lri gena'de aangennrnrti. JO R. Gelukkig, dat vader Ook weer op den weg van beterschap is. TEUN R. Het bevalt je zeker best op school. Ik wou, dat Ik Zondag bij jullie gegeten had! WAGNEH. Ben je met je huiswerk klaar gekomen? MEIKLOKJE. Krijg je nu geen koude handen van het lollen? Andere een fijn werkje hè? PETIT GE RARD. Een gelxTel gezond huisgezin? Nu, dat is een dankzegging waaid. ROZEBLAADJE, Nog wel gefelici teerd met je verjaardag. SNEEUW WITJE. De doozen zagen er keurig uit. ROODKAPJE. Moeder was ze ker wat ti-otsch op haar huishoud stertje! AVONDSTER. Prettig hö, dap het, zoo gauw Sint-Nicolaas wordt MEIBLOEMPJE. Een poppeniutsje is altijd te gebruiken. Dezen wedstrijd vind ik net zoo prettig als jullie. GELDROPJE. Jo mag tot 1 Dec. In zenden. WATERJUFFER. Je mag ten allen tijde het. goed brengen. PAUL KRUGER. Je raadsel Is goed. ZWANEBLOEM. Was lni mij maar om een andere courant geko men. In de vorige briefjes lees je wel bet antwoord op je vragen. CON DUCTEUR. Ik vond alles heel riool en een ziek kindje is er vast Vel blij mee. OP 'T KANTJE AF. Je zult eens zien, straks leer je dubbel zoo hard. KWIKSTAARTJE. Nu, ik vind hel heerlijk, dat moeder ook mee wil helpen, ZEPHIR. Ik ben zeer benieuwd naar je inzending. KLEIN' ELSJE. Over hoeveel nachtjes ben je nu jarig? Laat jij me ook al raden, nu vooruit dan maar, ten tooverlantanrn. Straks zal ik Jullie laten raden, nou maar. JOOST VAN DEN VONDEL. Hoe graag ik Je verdere reisje wou plaatsun, ik durf niet, want Ik nam al veel te veel plaatsruimte. Mevr. BLOMBERG -ZEEMAN. Haarlem, 23 November 1918. Bloemhofstruat 5. Da Inbraak naar liet Enuelsch van GEORGE A. BIRMINGHAM. (Geautoriseerde vertaling voor Haarlem s Dagblad). Siert). Houd je maar bedaard, suste de inspecteur. Ik denk heelemaal niet; jou. Je kunt er zeker van zijn, dat iedereen wei weet, dat een meis je met zoo'n tong niet zoo gek zou zijn om ie 8>elen. De persoon, dien ik op het oog had lijkt niets op jou. Wind je dus niet op. zet de ander weer. En denkt u, dat u het gestolene voor ons zuil kunnen terugkrijgenzei mevrouw huvauagu. Wat betreft de zeventig cent, die ïii de beurs waren, ben ik niet zeker, umwoordde de iuspecleui Maai' die zilveren lepos eu de bekér, -- in wil niet ie veel zeggen, maar de pohue heeft haar eigen meun van werken en u kunt er gerust over Zijn. Moriaru, het is tijd, uai we hel bureau teruggaan, want anders komt er van jouw dienst niets recht vanmorgen. Mijnheer havanagh vond, dat het hoog tijd voor hein was om naar zijn kantoor te gaan. HA haalde den 'trein van 11.15 uur en ging in opge wekte stemming aan het werk. lid vertrouwen van dim Inspecteur gaf hein veel moed. lu den tijd van utn luncn ueed hij onderzoek naar de graden van verzekering tegen in braak. Mevrouw Kavanagh had een druk ken morgen. Zi| stelde Bridget en de Keukenmeid gerust, die ieder oogen blik verwachtten geboeid te zullen worden en gevangen gezet. Met heeie strijkijzers en grauw pupier verwij derde zij hot gruois.c ueel van ue kaarsveivlekkeu op hel karpet in ue e&kumer. Zij ging naar een schilder om liet gebroken ruitje te laten ma ken. s Middags deed zij een omstandig verhaal van de inbrauk uan haar bu ren, me eens kwamen infonneeren. Mevrouw Liickey smide er buitenge woon veel belang in. Zij woonde in de villa er naast en bekende dat 111 haai huis de ramen, die op den ach tertuin uitzagen, geen luiken had den. .Mevrouw Kavanagh stelde haar gerust. De inspecteur van politie is een praohuneiisch, zeide zij. Hij ver moedt wie het gedaan heeft, en hij zegt, dat hij onze lepels heel gauw. teruggevonden zal hebben voor ons- üe inspecteur had niet gezegd „heel gauw", en had het blijkbaar ook zoo niet bedoeld. Mijnheer Kavanagn ging lederen dag aan het politiebu reau 'nformeeren, daarna, toen het wat lang duurde drie keer in de week, on eindelijk alleen nog maar op Zaterdugroorgen. De Inspecteur scheen altijd zeer ingenomen te zijn mul het verloop van zijn naspeurin gen. Ik vc-rmoed. welke kerels he4 ge daan hebben, menschen. waar niet - Wa Onze Lacbhosk ■cKize loch eeu on* veel goeds bijzit. Mijnheer Kavanagh bemerkte, dat doicclivos, net als klerken aan re- geeungsbureaux, met genaast moeten worden. IHj gaf geen teekeneu van ongeduld, maar hij vroeg zoo gelikte beer, lie? Daar heb ik nooit lets vun b©* merkt. Ik vind hein zeor welgema* nierdl Hm! 't Kan zjjn, dat je gelijk hebt ik heb,hem altijd bij zijn famw lie aangetroffen. Bedelaar: Och meneer, mijn vrouw ligt ziek thuis. Kunt u mij een kleinigheid gevent Heer: De volgende weck kan ik jo werk geven. Bedelaar: Dat is te laat; dan is mijn vrouw waarschijnlijk weer bo ter! stond een monogram'' A. K. op. Er be. gon een zenuwachtig onderzoek. Mevrouw Dickey kwam naar bui ten en ging meeiieipen. Mevrouw Ka- vanagh werd met luid geroep go- waarschuwd en zij klom over de om- heining heen. Bridget volgde haar. De achtertuin van de Dickey's werd met. pijnlijke nauwkeurigheid, duim voor duim doorzocht Iedere leoel werd gevonden. De beker, die. maar verzilverd was, werd uit eer. hoop dorre blaren opgegraven. Zelfs de' metalen beugel en de knip van do beurs werden gevonden; het leder bleek weggerot te zijn, en do zeventig cent waren er niet bij. Ik vermoed, zet mevrouw Kava nagh, dai de dief ze maar weggooide, toen hij het monogram ontdekie, en inzng, dat hij ze niet kon beleenc-n. Ik ga hei dadelijk nun de poli tie vertellen, zei de gelukkige c:g&. naar. Hij dacht misschien, dat hij den in specteur zou verbazen. Misschien ver» wacmie luj eeu soort van vcront- scJiulihging ui een bekentenis van uun mislukking. Maar dan werd hij u>- IbUiKesleld. Ziet u nu wel? zei de inspecteur. al neb ik u ai dien tijd ver»eld? Zei ik niet, dat u gerust kon zijn over dia lepels? Waren dat mijn eigen woorden niet, Moriuriz? Of tenminste met die bcieekenis! Dat waren ze, bevestigde do agent. Mynheer Kavanagh dacht cr niet over, om het te ontkennen. Wanneer de politie een zaak in handen heeft, zeide de inspecteur, kunnen de menschen cr verder gerus' op zyn. De politie heeft haar eigci methode van werken. Ingezonden Weet u, wie he' heeft gedaan?! er ook eenig spoor van de, vioea incvroiiw Knvai>™«l> beloux.' kvoJs onUlakl Wüo. lie h,- stellend. Heeft u een aanwijzing cr Specleur was vriendelijk en beinoedi- Bj«t t«ruee«gfv«n. voor? i gend. Voor inkond dewr rnkrlak «telt De inferieur negeerde deze vraag. u kunt geru6t zjjn over die le- JUdscti* Bob nl«t «an«pmke!IJk. Het zou wel goed zijn, zei D»pels, mijnheer Kavanagh, zei hij, en - als Ik en de «gent even het toonesl u gunt uw vrouw ook veriellen. dat I Roischaat&cn op 6irf.il van de misdaad zouden mogen zien.; er zjch niet bezorgd over hoeft te! MiintKer Kavanagh ging hen >v... majien 1 Woensdagavond uiet eeu© dum* de eetkamer en ontsloot de vprt;w.ht o{ be_ de AJiegoug passeerend. trof ik op Denkt u, dot zij verkocht of be- rotjnheer Kava- leond zijn? vroag nagh. Noch het een, noch hei onder, zei de inspecteur met beslistheid. Door UCuiU»v, het monogram dat ca- op stuat, zou rond Agent dut niei kunnen zonder dat ik er van A8Llui XVal die herei er ook mee uiige-- verkocht of beleend "Vttu WD fl©u? zutcnu, zien deur. .Alles is zooveel mogelijk zoo g&- laten, ais teen ik hol vunmoigen i vond. Niets is weggenomen of op zyn oune plaats teruggebracht. De insyec.etir sionu ui ue detuope- mug eu see i Monurty gluurde over zijn schouuer. Heelt u ei' eeiug veiiuoeuéii van zei ue inspecteur, hoe de man de ka uier binnenkwam? Mynheer Uuvanagh wee» naar hel open raam met hei gebroken ruitje. liet stond zoo, zei hij, wijd open, ■toen ik hel vanmorgen voor hot eerst Du. zou hij.iluar wel door geko- j Karaiiugu 0l> «u«. du uij er men kunnen zyn, veronderstelde dez'vii toen inspecteur. hen. Mi Agent Moriariz schreef dit alles) imusschei^ den hoest der waruioiss,rua« i troep rolschaatsende v.ege.s aan, die het Lrottoir onveilig muukte «net denkbeemige ijswa-sen. unuer de jongens bevond zich ook eeu twintig- jarige, die op eeu ucnioispatuord voerd heeft, beeft Hij zo niet. Ik geloof, dut hy ze nog in zyn bezi>, iittw, ze eigens verbuigen Uouüi. Maar ze zuilen vroeg ui iaat wei terechtkomen. De inspecteur b>eet stoeus optimis tisch ovor hel vinden van de lepeo maakte, dovt uicj zyn inouuervem- kei op dames, WcLe loeva.-jg do straat overslagen aait lo ryuen tri een deel van zyn wcxidei vcturaud op haar t-eeding over ie brengen. Eeu wauiscnuwtug lu.jnerzyda - xzcu »<idi5tJiu»ii>B lu.j iicrtijua e.' iwuuldtfvk W rnuu- wcdte.uvend Jougmziwck u luniiiiff» iii> min. (lal. Uil ero c ongerust over zou tna- j ii'd met liouiigeiucit beainv ken Mijnheer Kavanagh trok zich' diiect werd door hom oiuge r te pro- na eeu Ujuje mol v cel dn nogmaals, Vi,"u7n »nir"li."iiiiclioekie oo en ziinl meer van het verlies aan, niet omdat beeieu. cl.elwaci.tw, latdul D.j ec .me ge,eed- u., z,,i. lege l«JJg 1"JWW u ta: o,., u,«z.-l,,k gewec, om was. Toen deed hy een anuete vraug. te zien, maar omdat inj gewena roax-j mel u^q wandelstok - u op lie; ge- Heeft u ei' eeuig idéé van, hoe 1 4* ami het gevoel, dal zj weg waren.' vo€j van (jl4t j01lge mensen te wci- h i de kamer weer verliet? Januari ging voor..y en daarna - Ih dïcht, zei mijnheer Kava- Februari, ln Maart begon iedereen uagU, do. hij wum-zcui-nlijk lui.gsl Ie piMtn o»cr liet po.cn vol. oord. c_ ....i.ulci duzn Qlnklimll'.ll© denzelfden v - isiuh. tla.i hij waui'scuyiuijK lungsi m i-v-- lenzelfden weg er uit, uls er in geko- j appelen, eena\V11" uen is. nuiueliik door het raam. .«menschen, dat in het begin van 1J17 De inspecteur motst hier diep overj «et* mode was. du uickey s, uie nfng'over teiVbeetc"gaf^ Dat zou kunnen, zei hij eindelijk.' «A kweeweu van voousel, Moria.IZ teckci.dc dd eveneens de U..I gfdn.c r,.udduc„d,n..- De inspecteur trad de kamer binnen, zeer voorzichtig s.append. Hij keek naar hol karpet en hot tafellaken. Hij krabde over een der kaarsve;vlekken niet den nagel van zijn duim. a net eind v ojj te ül Ieren, i te maken voor het telen van uardappelen. op een inouieii avond tegen hot eind van de maand, ging uiymieer Dickey, llij dacht laiig na. Hij wendde zich gewapend mot een uakiues naar nui /tot den agent, en sprak op vertrou-i tui om de rhododendrons te vellen. ken, zou een arliKei der wetnoeken mij hi conf.ict met den rechter g - Bracht hebben, doch ik geef u b - Jeefd in overweging of de politic op dat punt zulke molestaties niet zou kunnen beletten, desnoods het trot toir voor voetgangers uiteen vrij houden. S. Haarlem, 21 Nov. 1918. Heemstede, 21 Nov., 1913. Geachte Redactie. Do vrieucie! ijke verslaggever, di« aan mijn verklaring in den Hecm- s:e©dseben Zondagochtend-dienst oan- Zijn buurman «teek over de heining jacht heeft w.lleu wijden, scnijnt toch naar zijn werk. 11» iets meer uan een uur waren de drie struisen, hope loos gehavend, geveld. Mijnheer dic- écn opzicht mijn woord verkeerd begrepen l© hebben. Het bezwaar d*t by gemis van roeping de lust tot het Avclijken toon to; dezen: De kerel had, wie hel ook ge weest is, een kandelaar bij zich. Moriartz schreef liet woord kan- dciiiar in zijn notitieboekje. key, uio zetr warm was. maar zicli sclioone wijk werk geen grond mcciik En nu, zei de inspecteur zal ik een overwinnaar gevoelde, begon de'zlJD tot aannemen, heeft niet Dr. u niet langer lusüg vallen. Maar uoyerklytselen weg te ruimen. HijWeeuer, maar heb ik zelf gevoeld. U kunt gerust zijn, mevrouw, zei hij. hield plotseling op, bukte zich en; vergeve mij dat. >k hierop nu nog wo- opgewekt tegen mevrouw Kavanagh. - raapte io-s van den grond op. der terugkom, maar men heeft nu aim En maak u maar niet zenuwachtig. Kavanagh, zei hy ik geloof, dat i mijn collega, dien ik integendeel dank Ik heb c-eu paar jongens hier in de; dit een van je lepels is. buurt in de gaten. j Mynheer Kavanagh klom direct Weet u, wie liet gedaan heeft? over de heining.heen. De lepel, dien vrog mevrouw Kavanagh. j mynheer Dickey hem gaf, zat vol - Die kerels heb ik in de gaten,zand en was erg omkleurd, maar er schuldig beu, ©en verwijt gemaakt en daarom w ik het gaarne nader toe lichten. Uw cienstw. abonné. Dr. H. T. OBERMAN. Feuilleton De lerugyekegrds naar nel Enge.sch door RALPH KAY E ASSHETON. HOOFDSTUK 1. Op het k e r k li o f. Op de heuvels van Noord-Lan- easnire was leeds sneeuw gevallen, lüaur nog was ue hemel helder blauw boven uc vlakten vun Hoole Moss, liet wus te voorzien, dut de sneeuw daar ook zeer spoeuig de aarde zou bedekken cu de veenuchiige gronden lagen eenzaam en zwygeuu in af- Wuciitenüe stilte. De eenige geluiden, die liet stilzwijgen verbruien, waren de kielen van ver-verwijderde zeevo gels en liet heldere fluiten van een vroegen vogel ergens lu de -nabijheid. Heel in de vei le aciiter de hooge bran ding, strekte de zee zich uk, grauw glinsterend. De uitgestrekte vei- flen waren verlaten, alleen hupte zoo nu en dan een haas over een greppel heen, of werd de jirachtige g mi ge bronsde schittering van een fazant zichtbaar, die over de bruine vlakte •tapte. Langa een der wegen, dis dit vlak ke veenland doorsneden, kwam Abia- thar Crump aan, de marskramer van liooJe Moss, met zyn pak op den rug. Abimhar was een klein, stoer man netje, met een rose, gerimpeld ge zicht, dunne lippen cn een paar slim me oogjes. Hij liep s:evig door; maar tocii met zoo snel, of een man die denzelfden weg volgde als hij, haalde hein hy iederen slap een eindje in. Eindelijk bemerkte Abialiiur den vluggen, lichten tred aciiter zich en iiei hoofd omdraaiend, keek Inj wie hem inhaalde in dit eenzame oord. 1 1 >e man wus een vreemdeling voor j hem, maar toch hield Abiatliar, die veel van gezelligheid hield en boven dien een babbelkous wus, zyn tred in, om den ander de gelegenheid ie ge ven hem in te halen. Eenige vlugge, [•veerkrachtige stappen brachten den j vreemde naast den marskramer. Een paar schitterende oogen, verstandig j en doordringend als die van een roof- I vogel, vingen Abiathur's ondërzoeken- I den blik op; boven de oogen was liet j voorhoofd lioog en gewelfd; overigens I was liet gezicht mager en sclierji be- 1 sneden en evenals de oogen maakte het een verstandigen indruk. Goeden avond, zei Abiatliar en „goeden avond", antwoordde de vreemdeling teiwijl hij zyn snelleren pas Inhield, om gelijken tred te hou- den met de vaste, langzame stappen j van Abiatliar. liet ziet er uit, alsof er van avond wei eeti3 wat sneeuw kon ko men. Ja, zei Abiatliar, we zullen voor morgenochtend een flink pak- krygen, wanneer Ik me niet vergis. Kent u de moerassen hier in do buurt? Soms is er geen weg meer te onder scheiden in de velden, als het erg ge sneeuwd heeft. Ik kendo ze vroeger-wel, ant woordde de wandelaar na «en korte stilte, maar ik heb ze in ecnigè jaren niet gezien. O, ik ducht, dat u een vreem deling wus, meende Abiatliar, hem nieuwsgierig aanziend. Voor zoo ver ik me herinneren kan, heb ik uw gezicht nooit eerder gezien en toch kom ik in de vlakte, aan deze zijde van Birtle lleyes al gedurende zes of zeven jaar. Het zal nu zoo ongeveer tien jaar geleden zijn, dat ik hier voor bet laatst, was, antwoordde de andere rustig. Maar toch is er niet veel veran derd. De boerderij, die daar staat, behoorde toen aan Abel Tnzackerley. Het witte huis met den grootcn pe renboom, daar aan het einde van die velden was dat van Pront. En aan den anderen kant van dat bosch is een buitenplaats, die Mcols Hall heet, waar de grondbezitter Stansfield woonde. Leeft hij nog? AI sinds acht jaren dood en me vrouw Stansfield rust in liet graf naast hem, antwoordde Abiulhar niet levendige opgewektheid, wat eigenlijk niet eig bij de gelegenheid paste. Alleen juffrouw Avice is overgeble ven na den dood hurer ouders. Men zegt, dat zij nooit die geschiedenis mei mynheer Giles U> boven zyn ge- lJe vreemdeling wendde zijn blik langzaam eu met moeite af van de bosschén bij Meols Hall en zag Abia tliar aan. In de vullende duisternis kon. men nog onderscheiden, dat zyn gelaat bleek wus. Dood! Béiden gestorven, zeg je? herliualde hij langzaam. Ju, belden gestorven, hernam de marskramer. Auoals men mij ver teld heelt, was mevrouw Stansfield als gebroken, toen het bevel lut ge vangenneming van mijnheer Giles af gekondigd was. De schitterende oogen van den vreemdeling lmdden een half-afwezi- gen, liaif-verdrletigen Mik uaiigeno- men. Bij de laatste woorden van Abiathar echter trokken zijn wenk brauwen zich plotseling samen en de reiziger wendde zich met een ietwat gebiedende beweging tot den mars kramer. Het bevei lot gevangenne ming! herhaalde hij. Welk bevel bedoel je? Wat had llij voltooide den zin niet, maai' scheen de woorden, die hem bijna ontvallen waren, met moeite in te houden. De half-ongcduldige, hall ge biedende blik bleef nog op zyn gelüui, maar zyn stem klonk nu veel rusti ger. Ik kende de familie Stansfield vroeger, zei hij. Wat is er gebeurd met, uen zoon van den lieer Stansfield, vjiles? ledereen in deze streek sprak er over, toen ik hier voor het eerst kwam, antwoordde Abiathar, die maar ul te verheugd wus, dat hij het eenige drama, dat in de streek van Dooie Moss ooit wus voorgevallen, tot in de kléinst© bijzonderheden vertel len kon. liet gebeurde, toen de jon ge mijnheer Giles nog uiaar een jaar of twintig was. De oude mynheer, zijn eigen vader, iicl Item gevangen nemén voor stroopeii. Hij weid op heeterdaad betrapt eu het schijnt, du» een jonge pachter, dc zoon vun Jo- natliun Pront, hein in een val gelokt had. De jonge Giles was, naar men zei, een eigenaardige, opgewonden jongen, altijd 's nachts buiten, en heel dik bevriend, vertelde men mij, mei een zigeunerjongen, die nogal veel op vogels en dergelijke schoot in de moerassen. Dc boeren praten er nog dikwijls over. Er was in dien tijd erg veel gestroopt in deze streek en icucrcen vermoedde, dat de Jonge zi geuner cr overal wel de haiej in had. Zoo gebeurde, wat ik al vertelde, nu- mei ijk dat Timothy Pront een soort val ln orde mankte om den zigeuner te vangen en dut mijnheer Giles cr ook inliep. De oude mijnheer s.hijnt een hard man tc- zijn geweest, muur buitengewóón rechtvaardig, llij zond den zigeuner de gevangenis in on hij stond er op, dat Giles, zijn «igen zoon ook de straf zou ondergaan. En toch waren zij niet op het landgoed van de Stansfield'8 betrapt maar op de wildbaan van Sir Peter lleyes. Men vertelde, dut het gerecht de zaak van mijnheer Giles luid willen luien ioopen, omdat zij het Kif ren kwajon gensstreek van hem beschouwden, maar z^r vader stond er op, dat er recht zou geschieden. En zoo kwam liet, dal mijnheer Giles eenige weken achter slot en grendel ging en men zegt dat hij daar gezworen liectt zich te zullen wreken op den jongen pach ter, die hem er in had laten Ioopen. Hoc men duur achter gekomen is, weet ik niet, daar ik pus liet iaur daarna in deze streken kwam. Maar eenige» tijd luier vond men den jon gen Timothy Pront dooi- n liggen bij de eendenkooi van Sir Po ter lleyes, daar in dc verse hij dio wilgen. Abiathar duldde d" plek aan met zijn duim over zijn schouder in dc richting vun de laaggelegen rij knoestige stammen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 9