Buitenlandsch Overzicht HAARLEM'S DAGBLAD ZATERD60 4 JANUARI 1919 TWEEDE BLAD OM ONS HEEN- NÓ. 2569 Brieven van het 34ste Raadslid. kracht ls. Toelichting, nadere toe lichting, Laatste toelichting, bewijzen alleen, dat de rede in eersten termijn verre van volledig is geweest.En wan neer gij mij antwoordt: „jawel, maar Ik moet verkeerde meeningen van de oppositie toch bestrijden", dan wijs ik u op den tuinman, die op alle slakken zout wou leggen en nadat hij doodmoe was door het dagenlang rondspringen in den tuin, ontdekte, dat tr nog altijd slakken over wa ren. Meent niet, Raadsbroeders, dat Ik (pedant bon wanneer lk u aldus toe spreek. Mijnerzijds ben ik bereid, wanneer de evenredige kiezers mijn leven mochten 6paren, h« volgende Jaar de Nieuwjaarerede van een uweraan te hooren. Men moet wereld op zijn tijd zoowel een lij dende als een bedrijvende rol weten spelen. Maar wat lk u smeeken mag, beperkt u bij de rondvraag. De wet gever schiep de gelegenheid daar voor niet -in de verwachting, dat de staart soms langer zou zijn dan het geheele beest. Hij wenschte alleen, dat de gelegenheid om het woord te voeren over andei-e punten dan die op de agenda staan, bij uitzondering zou worden geibruikt en alleen voor belangrijke zaken; de rest, zoo vond hij, kon wel ln de kamer van den burgemeester of die van een der wet houders worden afgedaan. In deze Nieuwjaars-toespraak wil ik geen details, slechts enkele begin selen behandelen. Daarom stap lk nu van u, Raadsbroeders af, met £cn overstapje naar die andere offtcieele personen in de zaal, weLke beschei den diensten vericbten, maar dien sten, die wij toch niet kunnen mie een. Of pleegt het niet, koud te zijn in de zaal na eeri zitting met geslo ten deuren, omdat geen onzer de kunst verstaat om het bakbeest van een kachel te stoken. Ik neem het u niet kwalijk, boden, wanneer gij staat te 6taren met den afwezigen biik, die aan uwe bediening bijzon derlijk eigen k- Maar wilt ook in 1919 naarstig letten op onze behoef ten aan frlsch water, op onzen nood om amendementen naar de groent tafel te laten brengen Wat zal lk aan de journalisten zeg gen? Zij smalen vaak op ons werk, maar worden niettemin steeds talrij ker. Het vrouwelijk element ie ook onder hen soms aanwezig, maar ik moet zeggen, niet geregeld. ZIJ be- hoojnen bij ons, in zoover, dat w(j one bet lidmaatschap van den Raad niet zonder bun tegenwoordigheid kunnen denken en zij behooren niet bij ons, omdat zij tot bet publiek moeten worden gerekend. „Bedenkt, mijne heer en", zou lk hun wilden zeggen, „bij het neerschrijven vian uw critiek, dat die gemakkelijk, en onze.... beslissing soms moeilijk isl". Tot het publiek op de tribune wil ik niet met MultaluÜ zeggen, dat ik het veracht Dat zou niet juist en niet verstandig wezen. Want die wei nige tientallen, die op den Woensdag middag üun knieën en zichzelf op deze smalle banken trachten te ber-1 gen, vertegenwoordigen onze lastge- j vers, de B u r g e r ij en ofschoon de wet het houden van rugge spraak verbiedt, zijn waardeering en ontzag ons niet ontzegd. „Publiek' wil ik dus zeggen, „wees welkom bij onze beraadslagingen zoo g'J u rus tig houdt. Wij waardeeren u, waar- fleer ook ons. En zoo gij straks bij de 6tembus «enigen onzer het leve» wilt benemen, doe h&t dan pijnloos. Behandel de menschen met zacht heid, spaar de Raadsleden!" Mijnheer de voorzitter, ik heb ge- HET ittSTE RAADSLID. 't Gaal tusschen de Duitschers en Polen steeds meer spannen. De Polen willen met geweld heel Posen bij hun nieuwe rqpubiek ijnlijven, maar de Duitschers zijn niet genegen daarin zonder strijd te berusten. Aan de grens en in Posen hebben reeds vrij verwoede gevechten plaats gehad. Waarom deae Poolsche quaestie niet aangehouden tot de vredesconfe rentie? Er ip tijdens den strijd wel een koite wapenstilstand tusschen Duit schers en Polen gesloten om verdere overeenkomsten eJ te wachten, maar al heel spoedig bleek dater toch doorgevochten werd. De Duiischers beschuldigen de Polen 't eerst den wapenstilstand verbroken te hebben. In verschillende steden ln Posen zijn weer straatgevechten voorgekomen, 't Is een geweldige chaos ln Posen door "t vechten van geregelde en on geregelde troepenafdeelingen. Heeft de groote oorlog den men schen nog niets geleerd? Vertegenwoordigers Jvan Dultsche volksraden in de provincie Posen ongeveer 180.000 meDschen vertegen woordigend hebben een oproep aan do Duilsche soldaten gepubliceerd om het vaderland en de Duilsche moe dertaal te /beschermen tegen den Poolschen stortvloed en tot de te vormen volksweer toe te treden. In overweging wordt gegeven om Duitsch West-Posen onder te bren gen bij de provincies Brandenburg en Silene. De Duitschers blijven als op een vulkaan leven. De regeeringstoe- atanden blijven onzeker. De Berlijnsche correspondent van do „Kölnische Zeitung", zegt ln een Oudejaarsavond-beschouwing, dat 't wel lijkt alsof er aan het eind van het jnar zoo iets als een lichtpunt valt waar te nemen. Er ls nu ten minste een eensgezinde, niet door tw.eedracht bij de uitvoering van haar gezag gebonden, jegeering. De vorming van een gewapende macht word; voorbereid. De zuiver radicale, negatieve oppositie is in tweeen ge spleten, en de beide helften moeten nu natuurlijk tegen elkaar te keer gaan, nu de Spartacus-menschen de onafhonkelijken, niettegenstaande de leiders van dezen ook de leiders van de revolutie waren, een gevaar voor de revolutie hebben genoemd. Men is in Dultachland zoo bescheiden ge worden. dab men dit alles nu al gaat beschouwen, als een leek en van ver betering ln den toestand. Het is alles maar betrekkelijk en wanneer men bedenkt, boe kort het nog maar ge leden ls, dat men dezen ih&ns gunstig tijkenden toestand met schrik zag komen, kan men afleiden hoe diep de orde en veiligheid zijn gevallen. Het is al voldoende den blik te rich ten op den toestand in Posen, op den troosteloozen economischen en fl- naiicieeleii toestand, om den ver- scljrikkeiijken ernst te beseffen waar- In Duitschiand staat aan het einde ui het ongeluksjaar. „Wekenlang" zegt de „Kölni sche" „heeft het ongeluk van hel vaderland een verlammenden Invloed gehad op allen, wien bet er niet om te doen was, daar revolutionnaire munt uit te slaan. „De irotsche herinneringen zijn uitgewiecht aan de daden van de Duitscho militaire kracht, aan weer standsvermogen, aan organisatie-ta lent, die het mogelijk hebben ge maakt, dat Duitschiand vier Jaren lang de zwaarste militaire en poli tieke taak volhield en die bijna tot uilvoering heeft gebracht, welke ooit aan een volk werd opgelegd. „Geen dieper smart is er, dan ln het ongeluk de gelukkige tijden te ge denken De herinnering aan de da gen van roem ls uiterst pijnlijk bij het begin van het nieuwe jaar, d; over Dultschland's lot zal beslissen. „De kracht, die zoo lang heeft ge streden en zoo vaak heeft gezegevierd- moe; vernieuwd worden en moet het Dultsche volk tot het besluit brengen, Verschillende kiezers hebben mij do eer aangedaan, mijn Drieven gedu rende eanigen tijd te missen, gelijk mij uit briefjes gebleken is. De griep zou een redelijke verontschuldiging wezen, maar de waarheid bovenal, zelfs boven de griep: ziek ben ik niet geweest, oileen maar lui en bovendien bevreesd. Ja, op mijn woord, Lk ben bang geweest. Op een nacht heb lk in mijn droom gezien, dat een ander op mijn Raadszetol zat en lk zelf op de publieke tribune, met een uit drukking van verloren paradijs ln mijn oogen. Is dat een voortoeken? Zal lk Inderdaad behooren tot de Raadsbroeders, die dit jaar bat veld (de zaal) zuilen moeten ruimen voor andere, het valt mij zwaar te zeggen bolero vertegenwoordigers? Mie- mand kan dat met zekerheid zeggen. Manr wij, die bij de eerstvolgende verkiezing ten doode opgeschreven zijn, kunnen met een variant, op het (trotsche woord van Mirabeau in de kaatsbaan te Versailles zeggen: „Wij zijn luer door den wil der kiezers en wij zuilen nret wijken, aan voor het geweld van de stembus!" Dat geweld kan groot zijn, zooais weleer bat ge raas van de dikke Bertha's in den volmaakt verleden tijd, toen er nog oorlog was. Maai1, niet waai-, broo ders, wij vertragen niet! Aanstaanden Woensdag wordt de eerste Raadsvergadering gehouden. Volgens do traditie moet dan de waarnemend voorzitter met zijn ly- rischen tenor een Nieuwjaarsrede houden. Moot dat nu altijd zoo ljlij- ven in onzen tot omwentelen zoo grugen lijd? Zou het nu heusch zoo verschrikkelijk wezen, wanneer een lid van den Raad, bij wijze van ver- ondering, het College van B en W. eons toesprak en de medeleden van den Raad en anderen, die tob nu toe nooit voor een toespraak in aan merking kwamen? Ik kan het niet gelooveri en daarom heb ik een Nieuwjaarsrede ontworpen, die ik hier voordragen wil. Mijne Heeren, waarnemend burge meester weithouders en medeleden van den Raad, aanvaardt. In de eierste plants mijn gelukwensch bij do intre de van dit nieuwe jaar. U, M. do die door een droevig sterlgeval geroe pen zijt om voor ettelijke weken, al licht voor maanden, liet gdzag in handen ie nemen, wensch Lk sterkte en behoud van gezondheid bij dii zware laak; u. mijnheer den wethou der van financiën nieuwe bronnen van inkomsten waarover- de burger niet klaagt, u mijnheer den wethou der van de bedrijven lage kolen- pnizen, maar allereerst, om niet. te veol te wenschen, aanwezigheid van kolen en u, mijnheer den wethou der van onderwijs geduld en wiishedd en verhooging van den post school gelden, omdat die van schooluitgaven vanzelf wel stijgt. Hiermee zou ik van de tafel van R en W. kunnen afzien, wanneer daar moi een vijfde figuur zat, wiens in vloed waarlijk niet minder groot is omdat hij voortdurend zwijgt. Er be slaat een zwijgen, dat heldenmoed beteekent Hoe vaak moet het ik i secretaris met poperen, wanneer hij redevoeringen moot aanliooren waar van lnj weet, dat ze niet Juist zijn; hoe uioet dun de tong hein kriebelen om aan het debat, deel te nemen terwijl het hem toch verboden is, te spreken, anders dan bij zijn optreden en bij zijn heengaan! Er zijn niet alleen illems de Zwijger, die ont zag verdienen, mijne heeren, maar ook Johannen de Zwijger. Onze Se cretaris bezit zelfs niet uo veiligheids klep van do vertegenwoordigers dei- pers en het publiek op de tribune. Haarlemmer Halletjes EEN Z ATE i. DAGAVONDPRAATJE. Wij praatten 111 de krans over den achturigen werkdag. Hopma had er twaalf voordeelen van opgenoemd en Hupstra twaaJf nadeelen. Zoo waren we weer evenver. Wouter zweeg. Die kon, als rentenier, wel niet veel an ders doen. Juist was ik van plan, ook het. mijne ervan te zeggen, toen uit een donker hoekje bij den haard, waar wij voor de gasbesparing zalen te schemeren, een vrouwenstem werd gehoord, die vroeg: „En wij?" „Wie wij?" vroeg Hopma terug. „Wij vrouwen", zei een stem. die wij nu allemaal herkenden, ofschoon de toon waarop zij sprak ongewoon heftig klonk. 't Was tante Koosje. En nog vóór dat iemand iets had kunnen zeggen, ging zij opgewonden, zij die anders de goedheid en zachtheid zelf was, verder: „Ja, wij vrouwen! Hoe staat het roet onzen achturigen arbeidsdag? Wordt- daar eindelijk eens aan ge dacht?" „Kom. kom, Koosje", zei Wouter 1ot zijn vrouw, op den beschermen.Ier toon, die ons altijd zoo tureluursch maakt „Neen, niets van kom Koosje" ant woordde ze tot ons aller verbazing. „Er wordl jltijd maar over den acht urigen arbeidsdag van den man ge sproken, alsof de vrouw niemendal te doen had. Wie staat er 's morgens vroeg op, kijkt naar de kachel, zet hiet, ontbijt klaar, maakt koffie, schenkt ln, zorgt dat iedeir op tild geroepen wordt en op lijd de deur uit komt,, naar school en werk? Wie is aansprakelijk voor het eten, in dezen tijd nu er zoo weinig te eten is? ie beef: altijd verstelwerk, omdat nieuw goed niet te betalen zou zün? Wie moet er 't oog op houden, dat de kin deren hun lessen leeren? Wie moet rondkomen met een beperkt loon of salaris? Wie is steeds bezig met van oud nieuw te maken? Wie past dc zieken op? Wie ontvangt de bezoe kers? Wie moet iets zoeken, als nie mand anders het. vinden kan? Wie zit •temt stil, den lieden dag niet? Wie' die brommen, wanneer zij het niet. met ons eens zijn. Mucius Scae- vola stuk kloekmoedig, zondeir op de pijn te letten, zijn hand in het vuur. De Secretaris trotseert met lijf en ziet Woensdags om de 14 dagen het Raadsdebat, maar brandt er gelukkig zijn vingers niet aan. En nu. mijne Heeren, medeleden van den Raad, gij en lk z-elfI Wat «tel len wij ons Van Haarlems toekomst voor? Vormen wij ons daarvan wel een goed denkbeeld? Weten w. waarheen we gaan? Of bepalen wij ons er toe, de voorstellen die ons ge daan worden, aan te nemen of te ver werpen en bij een volgende Raads vergadering wéér en bij een daarop volgende opnieuw, zonder te zoeken naar den samenhang en heit eind doel? Groote sommen uitgeven is gemakkelijk, aan de burgerij zware lasten opleggen om die sommen te verkrijgen, bijna even licht, Maar zien wij waarheen ons dat alles voeren moet? Dó Raad is geen rekenmachine, die in de perfectie optellen, aftrek ken, vermenigvuldigen en deelen kan, hij moet ook een denkend wezen zijn en beseffen, vóóruiit, onder welke voorwaarden zij die na ons komen., zullen hebben te leven. Gij zult antwoorden: wij trokken breode lijnen naar de toekomst, wij keurden Ln beginsel havenplannen goed en verzochten om grenswijzi ging. Maar, waarde Raadsbroeders, hoe staat het met die plannen? Hebt gij al iets vernomen van een onteige ningswet voor de haven? Ik niet en ik vrees zoo, dat Haagsche bureaux, vermaard om hunne veelzijdigheid, er weer meer kanten aan weten te vin den, dan ze bezitten. Hebt gij wezen lijk den indruk, dat er voortgang is in do voorbereiding van de grensver legging? lk weet het wei: wanneer liet water in den ketel stil is, kan het plotseling razen naar* kookhitte, maar het kan ook wezen, dat liet vuur is uitgegaan en dan gebeurt er niemen dal. Brandt liet vuur nog, broeders, in de Jansslraat, Ln den Haag en voor al en allereerst: brandt het nog in ons binnenste? Binnenkort krijgen wij weer de begraafplaats van het gemeentebe stuur thuis: de lijst van onafgedane stukken. Laat ons er tegen waken, dat daarop ook niet een monument wordt opgericht voor havenplannen en grensregeling, die met den bloei en de welvaart van onze gemeente ln zoo nauw verband staan. En dan: laat ons een oogenbük ver wijlen bij de uiterlijke welsprekend" beid. Ik zal niet herhalen wat Kant zei van do redenaars, het is niet veel vleiends ©n Kant is lang dood. Bo vendien zoudt gij mij kunnen ant woorden, dat Demosthenes kiezel- eteenen in zijn mond nam en op het strand tegen do branding redeneer de, om zijn stem te versterken. Het is mogelijk, dat or onder ons zijn, zoo phi'.osophisch als Kant, lk ken er geen zoo welsprekend als Demos thenes. Wijsgeeren nu weten te i zwijgen (lk sprak u al van den Secretaris, dio zwijgend toch waar lijk ntet zonder invloed ls) en de uiterlijke welsprekendheid verliest er niets bij, wanneer wij onze rede- voeringen wat bekorten en boven- dien wat minder vaak het woord voeren. Elk vogeltje zingt zooais het gebekt is en onze gezamenlijke bek jes zijn van eenvoudige makelij. Laat ons niet vergeten, dat drie-, viermaal over eenzelfde 2aak het woord voeren, lang geen bewijs van werkt van 's morgens zeven tot des avonds tien of elf? Wie heeft dus een zeeüenurigen, inplaats van een acht urigen werkdag? De huisvrouwl" Tante Koosje had dit betoog met zoo groote snelheid gehouden, dat nie mand er een woord tusschen kon krij gen. Vijf minuten nadat zij uitge broken had, zweeg nog iedereen. Toen zei Wouter: „Maar Koos. dat heb j ij allemaal toch niet te doen?" „Ik niet, maar zooveel anderen," zei tante Koos. „Goed. Anderen dus. Die hebben het dus te druk. Laat eeris kijken wat er af kan. Moet de huisvrouw "s raor- gons laat opstaan?" „Dat kan natuurlijk niet". „Moet haar man koffie zetten en boterhammen voor de kinderen snij den?" „Zeker niet. hoe zou de stumper het kunnen!' „Het eten zal zij dus aan anderen moeten overlaten?" „Dan komt er niets van terecht." „Haar verstelwerk kan toch ook niet blijven liggen?" „Dat is een van de meest noodza kelijke dingen." „De lessen van de kinderen mogen stellig niet verwaarloosd worden. De zieken wil je zeker dadelijk de deur uitsturen?" „Dat nooit!' riep tante Koos. Die gedachte kwqtsle haar het meest- „Maar, me lieve kind, wat wil je de huisvrouw dan eigenlijk afnemen?' „Je hebt gelijkantwoordde tante Koos en zonder bitterheid in haar stem. „De vrouw heeft ei- behoefte aan, altijd bezig te zijn voor anderen. Ze doet niets ten halve. Van den ochtend tot den avond is ze bezig, zonder liet zelf op te merken. En ze is nog zoo gesteld op dat zwoegerig be staan. dat ze geen stukje van haar werk missen wil." Juist op dat oogfiiiLÜk vlamde een brok hout op ln den haard, waarbij lk zien kon, dat tante Koosje een hel dere traan ln haar oog had voor hare zusters, die werken zoolang het oog, soms ook wel als het- nacht ls en die niet anders zouden willen. Wij spraken over den achturigen arbeidsdag van de mannen niet meer. Ook Wouter zweeg. Wij voelden al len. dat er nog meer kanten aan dit onderwerp zijn, dan wij gewoonlijk bespreken. De directeur van dit blad beeft een briefje gekregen over p. f. en m. g. ln Nieuwjaars-advertenties. Daar staat eigenlijk een standje in omdat hij niet gezorgd heeft, dat er bij al de Nieuwjaars-advertenties in de cou- ran van Dinsdag 31 December m. g. stond, in plaats van p. f. Hij houdt niet van standjes. Zoo ia hij. En mij heeft hij dat briefje gegeven, om er eon ernstig en bezadigy antwoord op te geven. Zoo i9 hij ook. Dan hoeft hij het zelf niet te doen. Nu moet een mensch zich van op drachten behoorlijk kwijten. Voor al als 't jaar pas begonnen is. Verslof je den boel dan al, wat komt er dan in Juli of Augustus van terecht? M. g. dan, dames en heeren, ls voor ver schillende uitleggingen vatbaar. Ik meest aannemelijke verklaring is, dat hot beteekent mooi genoeg, met andere woorden: lk had je wel een bezoek kunnen brengen, om Je persoonlijk mijn beste wenschen aan te bieden, maar bij nadere overden king vind lk dit kaartje mooi genoeg. M. g. M. g. kan ook beteekenen m ij n g r o o t e 11 en dan is mei wel de een voudigst denkbare manier om die u sturen. Verder kan M. g. beteekenen meer geld, wanneer het voorkomt op h kaartje van een ondergeschikte aan zijn patroon. Dan is 't bedoeld als een wenk, bij de intrede van he. nieuwe Jaar. Ziedaar du3 allemaal logische ver klaringen van deze twee letters, waaruit blijkt, dat we die, al naar gelang van de heteekenis, die we aan ons visitekaartje hechten, gebruiken kunnen. Heel anders ls het evenwel met de letters p. f. Perfide false haard kan dat beteekenen, vooral bij een afzender, die do 'Ne- derlandsche taal niet goed machtig ls. Plak farm la de wensch van den eenen vriend aan den andere en Ik kan alweer niet zeggen, dat het een mooie wensch ls. En dan kon het ook nog beduiden: per fantasie, alsof het kaartje zoo heel ernstig niet gemeend ls. Alles samen genomen blijkt dus duidelijk, dat ieder yerstamUg mensch ver de voorkeur moet. geven aan m. g. en p. f. niet meer mag ge bruiken. Ik vertrouw, dat de direc teur over mijn ernstig betoog in deze quaestie voldaan en tevreden zal we zen. Hij kan dat toonen, door mi.i een kaartje te Bturen m. g., waaruit lk dan lezen zal: mstgenoegen. De lettere p. f. zou ik moeten schouten als te beteekenen: plaag zieke flauwert en ua zulk een beleedïg'mg zou lk natuurlijk geen seconde langer medewerker voor deze rubriek willen wezen en hein uitdagen op een tweegevecht met Devemerkoeken. Er hoeft trouwens niet zoo heel veel meer te gebeuren, of lk raak Hal letjesbakker af. De papierschaarste, waarover we nu al jaren veel heb ben gehoord, maar die we tot nu toe in de couranten niet hebben kunnen zien, die papiernood komt werkelijk opzetten. Alle bladen hebben de boodschap gekregen, dal zij niet meer don zooveel pagina's per week mo gen uitgeven. Wie dat gebod overschrijdt, krijgt geen papier- meer. Misschien denki u, dat de redacties dat wel graag zouden willen, omdat ze dan wat va cantia krijgen, maar daarin zou u zich toch vergissen. Ik heb althans een redacteur gekend, die zei: „de menschen beklagen ons altijd om de inspanning, die iederen dag weer noodig ls. Dat. beteekent niets, verge leken bij den lezer. Wij redacteuren hebben nog eens vacantia D e 1 e z e r nooit! Die moet van 1 Januari tot 31 December als maur kranten lezen, zonder ophouden, behalve op Zon- en algemeen geldende feestdagen, Zelts wanneer hij 's zomers op reis gaat, s!eei>i hij zijn koten achter zich aan, in den vorm van een reis n bon ne men t". Toegegeven dat deze man in een sombere stemming verkeerde, toe,n hij zooiets zei. Maar nu moet. men de familie Knor hooren over de tij ding. dat de couranten Ingekrompen moesten worden wegens gebrek aan papier. „Het ls", zei papa Knor en hij trok vervaarlijk aan zijn lange pijp „een wijze maatregel, die al veel eerder had moeten zijn Ingevoerd. Maar wij ze maatregelen worden nu een- hel meest voor de hand liggende met volledige toewijding te doen. Aan den -Ingang van Duitschland's don kore en moeilijke toekomst moc-t een nationale vergadering staan, "die z.jódanig ls samengesteld, dat zij alle produceerende krachten van het Dult sche volk de vrije ontplooiing van haar kracht waarborgt. Aan het ein de van hel jaar der verschrikking staan de smart, de vertwijfeling, het zelfverwijt, de wanorde en de bin- nenlandsche strijd. Bij liet begin van het nieuwe jaar sla de daad, de vruchtbare daad, van het geheele volk, dat het nieuwe Dultscliland zal opbouwen". Vaz Dias meldt uit Berlijn De Communistische partij (voorheen Spartacus) heeft de p&rtijconferentie gesloten nadat het voorstel tot sa mengaan met den linkervleugel der onafhankelijken, die onder leiding van Richard Muller, Daumlg en Lede- boud aansluiting hadden gezocht, waa verworpen. De z.g. revolutionaire voormannen der Berlijnsche arbeiders hadden een samengaan met de nieuwe partij voorgesteld, doch dit afhanke lijk gemaakt van deelneming aan de verkiezing voor de nationale vergade ring, zoowel krachtige invloed op per» en. vlugschriften als de verandering van den naam Spartacusboud. De on derhandelingen zijn door deze elschen mislukt, ©n het congres heeft een re solutie aangenomen, waarin het stre ven van een deel der Berlijnsche ar beiders wordt afgekeurd, daar dit ver warring ln de rijen der Communisten moet brengen. De onafhankelijken keuren het optreden van hun linker vleugel ten zeerste af. Het partij-or gaan „De Freiheit" verlangt de uit sluiting van Ledebour, die nog steeds deel uitmaakt van het partijbestuur. Een splitsing der onafhankelijken sohiint nog slechte een kwestie van dagen. Bovendien is het mogelijk dat de nederlaag van Liebknecht en Rosa Luxemburg op de Rijksconferentie we derom aanleiding zal geven tot een splitsing der Communisten. Er zou den dan links van de meerderheids- socialisten vier radicale groepen ont staan de onafhankelijken onder lei ding van Haase, de radicaal onafhan kelijken onder leidinjr van Ledebour, Spartacus onder leiding .van Lieb knecht en Roea Luxemburg en de Communisten "onder Rule. De )>osltie van de meerderheldssocialisten is door doze versplintering buitengewoon ver sterkt, doch wordt nu meer van rechts gedrukt. De oDuiiidiiJielijke socialisten die in bei Pruisische ministerie zitten, hebben zich tlians solidair verklaard met bun partijgenoolen in do rijke- regeering en zijn ook afgetreden. Er worden verschillende aanvallen op 't Hongoarscbe gebied gedaan. De correspondent van t Alg. Hbld. deelt daarover mede: „Da Raeiueniërs eischen 129.447 vierkanten K.M. met 6.841.000 Inwo ners op, van wie evenwel 57 geen Ruementérs zijn, ln de door den Tsjecbischen slaat verlangde gebieden in Noord-Houga- nje bedraagt bet aantal Slowaken 76.5 terwijl de Serviërs op 33.72c v.k. K.M. met 2.381.000 inwoners aan spraak maken, op welk gebied slechts 18 Serviërs, 4.2 Kroaten, 26.8 Duitschers en 32.8 Hongaren wo nen. Wanneer de wenschen der Tsje chen, Roemeniërs, Kroaten en Oos tenrijkers ten opzichte van Hongarije worden vervuld dan geraken 3.659.000 Hongaren, 1.180.000 Duitschers, 150.000 Slowaken, 2000 Roemenicrs, 250.000 Koethenen, 59.000 Kroaten, 22.000 Serviërs en 3UÜ.0UU andere na tionaliteiten, te rainen dus 5.637.(XK) menschen onder vreemde niet Hon- gaarscbe heerschappij". President Wilson ls Vrijdagmid dag te Rome aangekomen. De stad was versierd en de regeering en be volking beeft den president hartelijk begroet. Uit Dultschgand. De r-egeering. Uit Berlijn wordt gemeld Freiherr V'on dem Busche Hadden- haus en Von Stumm, die als onder- maal niet genomen- Ik voor mij, pf pi... begrijp maar niet waarom zoo n krant feuilletons opneemt AJsof we- geen romannetjes genoeg beleven in onze eigen omgeving! Alles eveai duin en slecht en je weet nooit, of er nu eigenlijk voorraad is of niet. Kan hei romantischer?" „Wat mij betreft", zei mevrouw Knor men de scherpe stem, die zi. een hooge sopraan en haar vriendin nen een stoomfluit noemen, „zoo'n krant zou nog zoo kwaad met wezen, wanneer er maar niet zooveel saaie dingen in stonden. Die zijn bestemd voor de mannen. Manner, zijn een maal dol op vervelende berichten. En dan, als l k wat te zeggen had, gmg do heele sportrubrlek er uit. Al die voetbal houdt Jongens maar van hun werk af". Dit kon nu de jongeheer Knor weer niet onder zich laten. Hij verklaarde met don klank der waarheid in zijn overslaande stem: ,,de sport ls 't eenig frissche, de rest. kan er gerust alk- maal uit". Hierop achtte de jonge juffrouw den tijd gekomen voor de verzekering, dat er mets boeiends in zoo n krant ls behalve het gemengd nieuws en de muziek- en tooneelver- elagen. „Er 6taat", zei pa Knor ten slotte en onttrok zich door een rookwolk conigen tijd geheel aan de afwijken de inzichten zijner familieleden, ,er staal veel te veel in zoo'n krant' ur. bleek het. eenige te wezen, waarin de geheele familie overeen stemde. Plotseling klonk het klepje van de brievenbus in de gang. Jongeheer Knor eb zijn zuster begonnen den ge wonen wedloop, wie hot eerst de bus zou bereiken on als gewoonlijk won de jongeheer den ren, omdat hij duw de, wat zijn zuster echt valsch vond. Maar ook deze stonn luwde weer. Binnen twee minuten zat pa Knor ver diept in de buitenlandsche berichten, ma Knor las met groote aandacht Let feuilleton, de Jongeheer verslond de sport rubriek en de Jongejuffrouw. <11 't bijvoegsel niet hem gedeeld had, de gemengde berichten. Een uur lang was cr stilte Sn den huize Knor. Daarop zette pa Knor zijn lorgnet af, vouwde zijn stuk van de krant dicht en zei ln een bul van edelmoedigheid: „Als er eene géén kranten waren. staatssecretarissen verbonden wren aan het departement van Buitenland se ke Zaken, zijn niet verlof gegaan en tullen niet terugkeeren. In B r u n s w ij k ls ook*een rcgeeringscrlsis uitgebro ken. Alle regeerders zijn afgetreden behalve de president der republiek en één volksgemachtigde (een aan hanger der .Spartaciis-parUji). De B o 1 s j e w i k i-g e z 1 n - den te Munch en eischen dat het proletariaat gewa pend wordt, de aartsbisschop van Munchen aan 't klokkeiouw ojigehan- gen en de minister Auer aan de re volutionnaire rechtbank overgeleverd wordt 't Bolsjewiki- fe v a a r. eeft Foch verklaard, dat de Entente alle onder handelingen zou afbreken. Indien de Bolsjewiki In Duitschiand de over- hana zouden krijgen. De voorloopige vrede zou als geëindigd worden be schouwd. Spartacu s-a an hangers ln den veiligheids dienst. Uit Berlijn wordt aan de „Rhei- nlsch Westfalische Ztg." bericht, dat er in den laatsten tijd Spartacus-iie- den bij den Berlijnschen veiligheids dienst werden binnengesmokkeld. Zij kregen 20 mark per dag en bun taak was den heelen dienst op de leest van den Spartacusbond te schoeien. De volkscommissaris Eichhorn zou daarin do band hebben gehad en zou -hebben welen te bewerken dal bij alle opstootjes de mannen van den veilig heidsdienst een half uur te laat kwa men. Tegen de et ij ging der 1 o o n e De Pruisische regeering heeft een verordening gemaakt tegen het al te hoog opdrijven der arbeidersloonen, omdat deze stijging de bestaansze kerheid der bedrijven enjstig be dreigt. Hindenburg. „Die Freiheit" meldt dat in een te- legrain van Hindenburg aan het le~ gercommando in het Oosten vermeld stond, dat hert leger, wat er ook be sloten wordt, tor bescliikking van de regeering-Ebert blijft en dat de tot nu too gegeven bevelen alle van kracht blijven. Een oorlogsverkla ring a a n Rusland? Officieel wordt uit Berlijn gemeld: De gewezen volkscommissaris Oarth heeft, volgens de bladeu, op een ver gadering gezegd, dat hij, toen hij nog tot de regeering behoorde een oor logsverklaring aan de Russische sov jetrepubliek nad verhinderd. Het is volkomen onverklaarbaar hoe Barth aan deze bewering komt.. Nimmer heeft liet plan tot eeu zoodanige oor logsverklaring bestaan en er Is ook nooit over gesprokdh. De kellnersstaking te B e r 1 Ij n breidt zich nog steeds uit Tlians zijn er ai 20.000 stakers. De verkiezingen voor de Constituante Foeh heeft de bepalingen van af sluiting van 't bezette Rijnland van 't overige DuitscUe gebied wat ver zacht om 't den bewoners van Rijn land mogelijk te maken aan de ver kiezingen voor de Nationale Verga dering deel te nemen. Verspreid nieuws Ds Vredesoonisrentia. Uit Parijs wordt aan de Telegraaf geseind De voorloopige vredesbesprekingen tusschen de geallieerden onderling, tot inleiding van de vredesconferen tie, zullen oinnenkort beginnen op de Qua! d'Orsay. Wilson zal de a s. week naar Parijs terugkeeren, en Cle- ik beu weer op de hoogte". 'e Nachts droomde mama Knor, dat alle courantlezers In NcJenand op het strand stonden en uitkeken naar de kolenschepen die kwamen aanvaren uit Amerika, wel duizend tegelijk. De zee zag cr zwart van! Maar de regeering had bevolen, dat de courantlezers die zelf moeeten lossen, waartegen zij groot bezwaar had, om haar blanke handjes. En juist toen zij daartegen heftig wou protesteeren, werd zij wakker en be dacht, dat aanstonds de kachel aan gelegd zou moeien worden, met een beetje turf en wat hout. omdat de ko len op waren en ln de komende weken geen nieuwe aanvoer voor huisbrand meer te verwachten was. Wij leven weer in den tijd dor uit- verkoopen. Vele winkelramen liggen vol mei in prijs verminderde artike len, waarvoor do belangstellenden el kaar verdringen. Wouter beweert, dat het woord Uitverkoop eigenlek geen bij zondere beifceekenis heeft. „Er wordt, toch", zegt hij. „het heele jaar door uitverkocht, dat wil zeggen: de bedoe ling is om de goederen u i t den win kel te verkoopen, naar buiten dus, naar de woning van de verkoopers". Maar onze neef Wouter maakt nu eenmaal aanmerking op allee. Dezen keer heb ik hem toch beet geluid, 'k Loop voorbij een winkel, waar uit verkoop gehouden werd wie komt er uit? Wouter, met een pakje onder zijn arm. „Aha", zeg Lk, „je vindt het w oord uitverkoop niet. goed, maar profi leert toch van de werkelijkheid". „Dat doe ik, om Koos te plezieren", 26gt hij. „Zoo! Wat zit er dan in dat pakje?" „Een wSnterjekker". „Die draagt je vrouw toch niet?" „Neen, hij is voor mij. Maar ze hield niet op, of ik zou hem koopen". „Je bent een huichelaar", zol ik. En toen stapte ik dadelijk verder, want Wouter heeft de on meenam® gewoonte om wanneer je hem een kras woord zegt-, daarop dadelijk me! oen nóg krasser te antwoorden. FIDEI.IO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5