iimu's Dagblad
buiteniandscli Overzicht
Stadsnieuws
Het salaris-Toorstel Yan
Mr. Bruch.
Haarlemmer Halletjes
TWEEDE BLAD.
Zaterdag 1 Maart 1919
Inzake DE VREDESCONFEREN
TIE wordl verzekerd, dat de Raad
van Tien alle eischen van volkeren
gehoord heeft. Maandag a.s. zal men
waarschijnlijk kunnen beginnen aan
de bestudeering van de groote vraag
stukken .welke nog opgelost moeten
worden, zoo de grensbepalingen van
Duitechland en de quaesfli© van de
Adriatische zee.
Dc Fransche gedelegeerde Tardieu
verklaarde aan de pers inzake DEN
LINKER RIJNOEVER, dat hij
daarvan geen annexatie wenschelijk
lacht, maar het is voor België en
Frankrijk noodzakelijk zich te bevei
Jlgen en maatregelen te nemen om
Duitschland te beletten aan den lin-
ker-Rijnoever een aanval6basis te
maken.
De Zionistische gedelegeerden heb
ben aan de Vredesconferentie a's
eischen gesfceid: erkenning van de
historische rechten van HÉT JOOP-
SCHE VOLK op Palestina en van
zijn recht daar hun nationaal be
staan te vestigen, toekenning van de
eouvereiniteil over Palestina aan
den Volkerenbond en benoeming van
EngeliTnd tot mandataris, belast
met het bestuur van Let land; schep
ping in Palestina v«n politieke, ad
ministratieve en economische om-
ttandigheden, welke de ves'iging van
den Joodschen staat zullen verzeke
ren en de vonn'ing van een autonoom
gemeenebest zuilen mogelijk maken.
Tardieu verklaarde, dat de geal
lieerden het onderling volkomen eens
zijn betreffende eri sympathiek staan
tegenover de wenschen der Zionis
ten.
Bovendien deelt het persbureau
Havas mede.
De Conferentie 6ch:jnt de eischen
nlkszins welgezind te zijn, vooral
>t Frankrijk er geheel en al mee
ia it Engeland de beschermende mo-
r uheid wordt.
Nog zij opgemerkt, dat het aantal
Joden in de gcheele wereld op 14 k
15 millioen geschat worden.
De Times weet te vertellen, dat de
voorwaarden voor den voorioopigen
vrede zullen inhouden algeheele ONT
WAPENING VAN DE CENTRALE.
TER ZEE. Duitschland, Oostenrijk-
Hongarjje, Bulgarije en Turkije moe
ten nun vloten aan de Entente uitle
veren. De versterkingen van Helgo
land moeten gesloopt worden. Over t
lot van T eiland zelf zal de vredescon
ferentie beslissen. Ook moeten alle
verdedigingswerken voor de Oostzee
worden vernietigd, 't Kieler-kauaa!
moet openstaan voor de oorlogs- en
handelsschepen van alle naties.
In Amerika komt weer verzet tegen
•t denkbeeld van DEN VOLKEREN
BOND. President Wilson heeft thans
verklaard, dat de Volkerenbond zou
mislukken, indien de Vereenigde Sta
ten niet als lid zouden toetreden. Dn
zou in Europa een onbeschrijfelijke
verwarring ten gevolge hebben.
Senator Lodge, leider der republi-
keinsche oppositie in den Senaat,
toont zich vooral 'n tegenstander van
den Volkerenbond.
Lloyd George zal pa6 de volgende
week naar Parijs terugkeeren.
De moeilijkheden TDSSCHEN
ITALIC EN ZUID-SLAVlë nemen
een ernstig karakter aan. De Sla-
viërs hebben de Isonao als grensri
vier geëischt, maar «e Italianen
moeten daarmee geen genoegen wil
len nemen.
Volgens berichte® uit Rome zouden
de Zuid-Slaven de algemeene mobi
lisatie hebben afgekondigd, waarte
genover Italië de repatrieerlng der
Zuid-Slavische gevangenen heeft ge
staakt.
Officieel wordt het bericht der mo
bilisatie door de Zuld-SlaviAra even
wel tegengeeproaen.
Intusschei. is wel zeker, dat de
vredesconferentie te Parijs bemidde
lend zal optreden.
IN DUITSCHLAND blijft het
spannen! Uit Berlijn wordt geseind:
„In den toestand in Midden-
Duitschland valt nog geen verbete
ring te constateeren. Halle en Leip
zig zijn geheel van de buitenwereld
afgesloten en te Weimar komen al
leen de parlerrientstremen aan, die
deze 8tad langs een grooten omweg
bereiken. Tusschen Erfurt en Wei-
mar zijn de rarls opgebroken. Te
Leipzig was het Donderdagavond
volkomen donker. De ambtenaren
st3ken er a!s protest, aoodaj, er geen
levensuidrlelenkaarten meer aan de
burgerij uitgepit worden. De rege
ringstroepen zouden waarschijnlijk
Vrijdag bij HaL'e aaokomen. De re
geering wil. vV>r zij met geweld op
treedt. eerst trachten door onder
handel-in de Spartacisten tot Inkeer
te brengen."
Nader wordt gemeld: Bedoelde on
derhandeingen zijn reeds begonnen
Ook z;jn regeringstroepen naar
Dusscldorf gezonden. Dit moet een
sterke macht zijn, want de Spartacis-
ten moeten daar wel over 20.000 man
beschikken. Toch wordt door 't gene-
raal-commando verklaard, dat de re
geringstroepen er al in geslaagd zijn
de stations en 't Standehaus te
bezetten. De voornaamste „rad
draaiers" der Spartacisten zijn ont
snapt.
Uit de Rijnprovincie wordt verder
gemeld, dat de Spartacistische bewe
ging daar zeer groote afmetingen aan
neemt. Naar de meest bedreigde pun
ten zijn thans regeeringstroepen ge
zonden.
Te Halle dreigen de burgers ook
met een proteststaking tegen de Spar
tacisten.
T Wolffbureau verzekert, dat de
stakingsbeweging in Midden-Duitsch-
land en de Rijnprovincie wel binnen
enkele dagen geëindigd zal zijn, om
dat de werkgevers wel i van de
eischen der stakers hebben ingewil
ligd. Te Dusseldorf is al weer 75
der stakers aan 't werk getogen.
Verzekerd wordt, dat er ook te Ber
lijn een burgerlijk© staking dreigt als
de Spartacisten daar opnieuw moch
ten beginnen met een actie om het
werk neer te leggen. Daarin wordt
zoo merkt de Berlijnsche correspon
dent van de Telegraaf op 't eenig©
middel gezien om 't voortdurend op
dringen der Bolsjewistische beweging
te stuiten. Tot nu toe hebben deze bur
gerlijke stakingen steeds 't gewensch-
te succes gehad, ook al moet erkend
worden, dat 't de uiterste kracht
proef is.
lutusschen zijn de radicale elemen
ten te Berlijn toch druk bezig om een
politieke staking te bewerken onder
't parool „omverwerping der regee
ring en instelling van eert raden-re
publiek". s
Het congres dor Arsolraden vari
Beieren duurt te München nog
steeds voort Tot heden zijn de verga
derden evenwel nog niet tot belang
rijke beslissingen gekomen.
Juist toen er gesiema zou worden
over 't aannemen van 't Raden-sys
teem voor de Beiersche constitutie
bleek, dat 70 afgevaardigden geen
genoegzame legitimatie bezaten. Daar
op werd de stemming verdaagd tot
heden. Zaterdag.
De Duitsche Nationale Vergadering
is nog druk bezig aan de beraadsla
ging over de Duitsche grondwet. Door
verschillende sprekers wordt daarbij
gewezen op de noodzakelijkheid, dat
*t Duitsche rijk één is. De democraat
Koch verklaarde: „Niet alle bouw
steenen, die Bismarck heeft gelegd,
zijn verloren. De eerste en gewichtig
st© ls de eenheid van het rijk. De
tweede grondsteen, waarop het rijk
moei worden opgebouwd, is de demo
cratie".
IN SPANJE wordt de toestand ook
critiek. De Cortes is ontbonden, naar
Romanones verzekerde om aan de
obstructie van een deel van 't parle
ment een einde te maken. De koning
teekende een besluit om 't indienen
der begrooting tot 1 Juli uit te stel
len.
In Barcelona heerscht groote on
rust 't Personeel van de waterlei-
dingswerken staakt. Ook dreigt de ge
meenteraad er 't bijltje bij neer te
leggen als hem geen middelen ver
schaft worden om den toestand mees
ter te worden.
Uit Dultsohland.
De crematie van Eis
ner.
Uit Munchen seint men nog over
de crematie van Eisner.
's Ochtends om half tien klonk het
klokgelui uit alle kerken van Mun
chen. Een uur lang daverde de
machtige muziek der klokken.
Het was een rustdag; de zaken wa
ren gesloten. Geheel Munchen was
op straat; honderdduizenden om
zoomden den weg, waar de stoet
langs zou komen.
De stoet trok plechtig van het
Promenadeplein naar het oosten.
Het voorbij trekken duurde volle drie
uur. Vijftien militaire kapellen speel
den, zangvereenigingen zongen.
De groote hal van het kerkhofge
bouw waa met bloemen getooid; in
hett midden stond de kist, waarop
geen inschrift was te zien Zij was
met een eenvoudige® zwarten doek
overdekt, waarop een bloementuil
van roode rozen lag. In de hal,
waar slechts 5 tot 600 menschen een
.plaats konden vinden was een ont
zaglijk gedrang. Vóór het kerkhof
stonden tienduizenden.
Van het orgel en het koor klonken
de mach.ige overweldigende tonen
va® muziek van Jonan SabasLiaan
Bach. Meer dan een half uur duurde
hét binnendragen der kransen.
Eindelijk kwam Eisners goede
vriend, Landauer, aan het woord.
Hij sprak van den Jood en den pro
feet Eisner. Het was een filosofische
rede. Daarna droegen acht matrozen
de kist naar het crematorium.
Slechts de familie en de beste vrien
den mochten mee naar binnen.
De toestandvan Au er.
Uit Munchen wordt gemeld: De toe
stand van minister Auer is, niette
genstaande de gelukkige operatie,
die geheimraad Dauerbruch heeft
verricht, verergerd, zoodat er weinig
hoop op behoud meer bestaat.
Te B o r 1 ij n.
De ai'solraden hebben te Berlijn en
de omringende gemeenten de „Voll-
zugausschusz" afgezet
nood in Duitseh.-
De
1 a
De Duitsche regeering heeft er bij
de geallieerde en geassocieerde re
geeringen op aangedrongen om inet
de levering van de 30.000 ton var-
kensvleesch en vet en de 250.000 kis
ten gecondenseerde melk niet te
wachten tot d© scheepvaart-over
eenkomst gesloten is. Er wordt
daarbij op gewezen, dat hiervoor
geen noemenswaard scheepstra.ns-
iport -noodig is, daar de voorraden
voor het grootste deel te Rotterdam
liggen. Gezien de ontzettende toene
ming dei' kindersterfte heeft de
Duitsche regeering gevraagd, den
aanvoer van 20 ton levertraan toe te
staan.
SCHADEVERGOEDINGEN VOOR
DE SPARTACUS-ONLUSTEN.
Het bedrag der schade-vergoedin
gen, die gevraagd worden in ver
band met Je Spartacus-onlusten te
Berlijn, bel^ppt reeds meeir dan 40
millioen Mark.
Een nota van Mr. Bomsns*
Het voorstel in strijd me*
't ontwerp de Visser? Do
wettelijke golijks-elling in
gevaar? De meerderheid
van B. en W. ontraadt aan
neming van 't voorstel en
meeat dat er geen aanlei
ding Is nu al weder de
salarissen te gaan verhoo-
gen.
Mr. J. B. Bomans aond aan den raad
een breedvoerige nota tot ontrading
van hel voorstel mr. Bruch, inzake
de jaarwedden van de onderwijzers.
De heer Bomans stelt op den voor
grond dat de redenen van ernstig
verzet tegen dat voorstel zijn inge- j
geven door hel algemeen belang en j
bet onderwijsbeiang, dat hij juiei.
zijnde immers nu in den overgangs-
toestand van .lager onderwijs geheel
Rijkszaak" allerminst, door het voor j
stel Bruch gebaat acht.
Hij herinnert daarna aan de in
diening van het ontwerp van den
minister De Visser, waarvan naar
zijn meening de financieele regeling
en de gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs het hoofdbelang
uitmaakt; terwijl daarentegen het
ontwerp-Brnch de gelijkstelling
noodwendig latende rusten, zich
schier alleenlijk bezighoudt met de
financieele rege-ing en daardoor
naar zijn m.eemng tegen vei schei
den© bepalingen m het ontwerp-de
Visser opgenomen botst. Naar 2ijn
oordeel heerscht in den lande en j
in de Kamer vrijwel éénstemmigheid i
ten aanzeil van die artikelen in
het ontwerp-de Visser, waarmede he', j
voorstel Bruch in strijd komi. j
Verder zet mr. Bomans uiteen, dat
z.i. bij de indiening van de onder
wiis wet-De Visser, alhoewel uiteraard
voorloopig een voorstel van w©i, de
gemeenteliuishouding het terrein van
het onderwijs, vuor zooverre in die
wet te regelen, verloren heeft, daar
't als communis opinio mag gelden,
dat het juist de bedoeling var. ge
noemd wetsontwerp is dit terrein in
de Rijk3huishouding op te nemen,
waarbij hij zich beroept op de over
gangsbepalingen van het onlwerp-
De Vüsser, waarin de bemoeienis
van gemeentewege in de jaarwedden
van het onderwijzend personeel na
1 Januari 1919 metterdaad verboden
wordt.
Mede, naar aanleiding van andere
bepalingen In het ontwerp-De Vis
ser, die mr. Bomans in den breed*
nagaat, concludeert hij, „dat
eventueele nieuwe Haarlemsciie Ver
1 ordening al een zeer kort bestaan zou
'zijn beschoren, bijaldien zij niet j
1 doodgeboren is."
1 Het ls zijn vaste meening. dat een
j Haarlemsch© verordening, zooals hij
aanneming van het ontwerp-Bruch
irx-öt, de minste kaïns heeft onder de
uitzonderingsbepalingen van art. 26
octies van hel ontwerp-De Visser tot
blijvende regeling te worden verhe
ven.
Mr. Bomans bespreekt voorts het j
raadsbesluit van Amsterdam, welke
gemeente eenige dagen na 1 Jan.
1919 een nieuwe jaarwedde-regeling
der onderwijzers aannam en aan den
minister verzoekt om in dit spe- I
ciaal geval de uitzondering toe te
passen. De minister deed echter i
geen enkele toezegging in zijn ant- j
woord en wl blijkbaar eerst het ge- j
voelen der Tweede Kamer hooren. I
De regeling te Amsterdam blijft
voorloopig zwevende. Hij zet uiteen
dat de raad van Amsterdam een
ontwerp va® B. en W. eenige dagen
te laat aannam. Hij Ls de meening
toegedaan, dat Ged. Staten de Haar
lemsche verordening eventueel niet
zullen goedkeuren, wellicht ook niet
afkeuren maar den gulden midden
weg zullen bewandelen: naast zich
neerleggen en afwachten wat er op
het Binnenhof geschiedt. Dan kaalt
mr Bomans aar discussièn en' be
slissingen van de Raden te Hilversum
en te Rotterdam als „precedenten",
die zijn meening door hem uiteenge
zet, bevestigen.
Na aanhaling van een adres van
de afdeeding Schiedam van den Bond
van Ned. Onderwijzers, aan de Twee
de Kamer, dat vraagt om hefc ont
werp De Visser dusdanig te wijzigen,
dat aan de gemeentebesturen het
recht gegeven wordt om uit eigen
middelen de salarissen der onderwij
zers aan de openbare en daarmede
gelijkgestelde bijzondere scholen in
hun gemeen gelijkelijk te verhoogen.
zegt mr. Bomans. dat van de daarin
geëischte voorzichtigheid in het voor
stel Bruch mets blijkt. Hij meent,
dat, deze voorsteller wel het meest
radicale voorste! in deze materie in
gdieei Nederland heeft ter tafel ge
bracht." Naar zijn meening zou de
aanneming 'n laruisbeweging tenge
volge kunnen hebben, waarbij de
wettelijke gelijkstelling óf blijvend In
gevaar werd gebracht óf langen tijd
werd opgeschort. Hij oordeelt dat de
gevolgen allerminst in het belang
van het Volksonderwijs in het al
gemeen, onverschillig of het open
baar of bijzonder lager onderwijs
heet, zullen zijn.
Eil hier lijkt het ons, zegt mr. Bo
mans tenslotte, de plaats stelling t©
nemen tegen ben die, door voor het
openbaar onderwijs immer „hooger,
hoog er" te roepen iegelijk, bewust of
onbewust, een „later, later" aanhef
fen in het machtige be vredig ings-
vnaagstuk der gelijkstelling. Deze
zaak is verknocht, ten Innigste ver
knocht aan het voorstel-Bruch. Men
versta ons goed: Wij zouden insi-
nueeren indien wij beweerden, dat
de heer Bruch inet zijn voorstel be
oogt ook maar één uur langer het
schrikkelijk onrecht ia rekken het-
welk gelegen is in het enorme ver-
schil van salarieenng tusschen den
openbare® en bijzonderen onderwij
zer. Hij wel slechts den openbaren
onderwijzer, hoezeer deze reeds
nu bevoorrecht is boven den
bijzondere, nóg meer geven.
Zijn standpunt wil er een
zijn van rechtvaardigheid, maar
o.i. van eenzijdige en plaatselijke
rechtvaardigheid, die het ge
vaar inhoudt van on nood" ge
voortduring of verlenging van
breeder en algemeen sociaal on
recht.
Zooals reeds betoogd, wordt o.i. de
verordening-Rruch, bij aanname on
bij ischier onmogelijke) inwerking
treding op zij gezet door ue Rijksre
geling. Is cut naar dan is zijn arbeid
dot Loos. In den gedaclitengang des
voorstellers moest zijn voorstel als
doelloos begrepen worden daar hij
op de spoedige gelijkstelling ver
trouwt. Doch erger wordt het, wan
neer deze arbeid niet vruchteloos zou
de zijn. De verordening immers kén
sleelus werken... wanneer de rijksre
geluig uitblijft. Wanneer 4us de ein-
Gelijke gelijkstelling niet kom-, ol
vertraagd wordt. Nu staat het ge
heeie land en staan alle partijen op
het standpunt der bevrediging op
onderwijsgebied en wil een ieder tot
den spoedig en vrede van dezen gees
tel ijken tachtigjarigcn burgeroorlog
medewerken. Vertrouwen op „later,
later", den kreet van zeer enkele pal
staanders, is wantrouwen koesteren
in de rechtvaardige eindbeslissing
van een in beginsel besliste zaak,
"waarvoor een „do ut des" eener
Grondwetsherziening den weg go-
baand heeft.
Allerminst is dit een exclusief
Christelijk standpunt, al moge de
onderwijsbevrediging den Christen
man uiteraard uit het hart gegre
pen zijn, het is een standpunt, waar
op alle partijen en zoo goed als a'le
Nederlandscli© burgers zich plaatsen
of zich te goeder trouw dienden le
plaateen.
De verordening-Bruch c.q. is du3
óf een gebaar ©n dit zoud© slechts
loOz© verwachtingen opwekken, of
een daad en dit onderstelt de voort
during van een onrechtvaardige®
toestond ten schade van het gehrele
volksonderwijs.
Een derde mogelijkheid werd aan-
geroerd in de raadsvergadering van
19 Februari LI. De verordening-
Bruch zou werken als een stimu
lans voor den Rijkewetgever of een
prikkel voor de 2e Kamer ter amen
deering van het wetsomwerp, in één
woord tot plaatselijken trek-os voor
„hooger, hooger" io het geheels
land.
Afgezien van de zeer gevaarlijke
gevolgen (reeds nu wordt de gelijk
stelling De Visser op f 40.000.(XK)
kosiennasieep geraamd) als zulk po
gen succes zou hebben, meenen wij
dat een dergelijk streven geen suc
ces, ja zelfs niet de minste uitwer
king heeft dan wellicht deze: dat
zoon tendentieuse Raarlemsche ozet
ietwat Lachwekkend aan zou doen.
De kreet hooger, hooger" wordt
door een Kamerlid schier dag aan
dag vernomen uit de zware geluiden
welke opstijgen üit de landelijke on-
derwijzersorganisaties van bijna all*
richtingen, wij zijn met deze self-
help" beginselen bekend.' En al ware
dit niet zoo- vrij groote fracties in
het parlement slaan immer gereed
onder stortvloed van redenen steeds
hooger te grijpen en m««r te eischen,
er zijn er zelfs voor wie „niets te
dol is".
Doch wezenlijk men late deze
Rijksregeling over aan de gekozen
vertrouwensmannen van het Neder-
landsche volk, die honderd in getal,
sJlen nog wel iets van deze Rijkswet
begrijpen en waarvan de he.ft, als
leer aar, onderwijzer, schoolopzie
ner, wethouder, gedeputeerde enz.
zóó nauw me; het onderwijs ver
knocht zijn geweest, dal zij gerosie-
lyk als ter zose kundig en geiieei op
de hoogte van de eischen des tijds
kunnen aangemerkt worden en uit
eigen wetenschap en inziiclit zullen
beslissen met of zonder Haarlero-
schen prikkel.
Mr. Bomans eindigt met de ver
klaring gemeend te hebben den raad
zijn breede uiteenzetting van de hut-
dfcge verhouding lusschen stad en
land op onderwijsgebied niet te
mogen onthouden, daar z. L Inder
daad hierin de krachtigste reden
van terugwijzing van het voorstel
Bruch, juist nu, gelegen is.
B. en W. d enen den raad verder
van praeadvies. B. en W. zeggen. Jat
zeer tot hun leedwezen is gebroken
met de goede gewoonte dat aangaan
de d© mao'ei waarop voorstellen van
B. en W. alm den raad worden voor
bereid, niet in bijzonderheden in het
openbaar mededelingen wórden-
gedaan. Zij wenschen op dien weg
niet voort te gaan, daar h.i. er do
berii:«cslagmg allicht door op een
zijspoor worden geleid, zij kunnen
bovendien een persoonlijk karakter
verkrijgen en, naar het oordeel van
B. en W. moet vóór alle6 d© zaak,
waar liet om gaat, in het oog worden
gehouden.
Alleen zij opgemerkt, gaan zij voort
dat, toen in onze vergadering, want
in werd besloten u voor te stellen,
aan de ambtenaren, vallende onder
liet ambtenarenreglement, over 1918
een bedrag van f 200 in eens to© to
kennen, ons medelid mr. A. Bruch
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Gerard Willem van den Berge reis
de voor zijn zaken en kwam zoodoen
de eenmaal in de maand geregeld te
Haarlem; hier had hij een oom wo
nen, Frederik Albert van den Ber«e,
aan wien hij bij gelegenheid een be
zoek had gebracht. Daar hij een
vlotte prater was en zijn tante, me
vrouw Catharina Hillcgonda van den
Berge, geboren Teut, veel spraak
zaamheid van haar man niet gewend
was, had zij hem voor de eerstvol
gende maal dat hij naar Haarlem
kwam en verder geregeld eens per
maand op de koffie gevraagd, waar
aan haar neef gerecdelijk had vol
daan. Bij die gelegenheid maakte hij
een goeden indruk. Je kunt niet tien
Jaar bij den weg wezen en klanten
van uiteenloopenden leeftijd trotsee-
ren in hunne diverse humeuren, ot
Je doet menschenkennis op en zoo had
Gerard Willem zich de kunst eigen
gemaakt, om op het juiste oogenblik
het juiste woord te zeggen; je hem
van uie boilers, voor wie de telefoon
gids altijd openvalt bij de letter, uie
zij noodig hebben en zoo ook scheen
hel, aisui voor. Gerard Willem het
Neuerianuscii Woord enboea stetds
opensloeg bij het woord, aai net meest
toepasselijk was.
Dal zijn ooiu niet spraakzaam was,
heb ik al gezegd. Daartegenover
ruoeiil hij d e g e 1 ij k genoemd wor
den, waarmee ik met gezegd wil heb
ben, dat degelijkheid spraakzaamheid
uitsluit of omgekeerd, ofscuoon me
nigeen gewoon is het zoo te beschou
wen. ik heb iemand gekend, die be
halve het hoogst noodzakelijke nooit
Iels zei en daarom voor een ernstig,
degelijk en serieus man werd ge
houden tot zijn dood toe; uit goede
bron weet ik evenwel, dat hij zweeg
omdat hij niet wist wat hij zeggen
zou.
Uit distributie-noodzakelijkheid, die
wil, dat het familieverkeer aan prac-
tiroie banden wordt gelegd, was af-
gi oken, dat Gerard Willem bij
deze maandcüjkschc bezoeken zijn
broodkaart meebrengen zou. Daar h
evenwel op kamers woonde en zlji
hospita de zorg luid voor vijf kinde
ren tusschen twaalf en achttien jaar,
waarin weliswaar de geest zich oni
wikkelt, maar de Natuur ook aan de
jeugd een wolvenhonger meegeeft, op
dat zij flink eten en dus ook licha
melijk goed gedijen mogen, had Ge
rard Willem in de goedheid zijns
harten al lang zijn broodkaart afge
staan en zich vergenoegd met het be
scheiden deel daarvan, dat zij hein
bij zijn ontbijt wel wilde leveren. Dit
had tengevolge, dat hij van den eer
sten keer af toen hij bij oom F reder! a
Albert koffie dronk, verzuimde brood
bons mee te nemen.
,,En neef, heb je om de broodkaart
gedacht?" informeerde tante Caihrien,
dien eersten keer, met een belangstel
ling, gematigd door het eigenaaidige
gevoel van schaamte, dat een gast
vrije huisvrouw bij zulk een gelegen
heid niet onderdrukken kan.
„Om u de waarheid te zeggen,
neen", antwoordde neef, die op zijn
beurt te veel valsche schaamte had
(een bij uitstek mannelijke eigen
schap) om ronduit te zeggen, dat hij
zijn hospita bij liaar moeilijke Liodu-
zorg zooveel mogelijk bijstond. „Ik
hoop niet, dat ik u daarmee in on
gelegenheid breng?"
„Heelemaal niet", jokte tante, „wij
kunnen ruim met onze broodkaart toe,
niet waar man'? Wij zijn zulke groote
eters niet".
Oom bromde iets, dat neef vrijelijk
als een toestemming opvatten n.Ofht.
Dit is het voordeel van onspruakzu-
me menschen, dat je rustig een bc
roep op hun instemming kunt doen,
omdat zij er toch niet verder op in
gaan. Intusschen was tante, wilde 2ij
haar neef een voldoende koffiemaal
voorzetten, wel genoodzaakt kiespijn
voor te wenden, waarvan oom ver
wonderd opkeek, daar hij wel wist,
dat tante tand noch kies van haar
zelf méér in den mond had; liet
spreekt evenwel van zelf, dat hij ook
dit voor kennisgeving aannam en er
verder over zweeg.
De tijd verliep genoeglijk. De ont
brekende broodbons knaagden niet
aan 't geweten van den gast, die de
kiespijn van tante voor zoete koek
opat (1) maar hij gevoelde toch, dat
daarvoor een vergoeding moest wer
den gegeven. En toen er nu een man
voorbij de ramen ging die buitenge
woon loenschte, maakte hij van de
gelegenheid gebruik om het vernaai
te doen van een schelen rechter, die
op zekeren dag drie beklaagden te
genover zich kreeg en zich wendde
tot den eerste met de vraag-
„Hoe is je naam?"
„Pieter Zebedeus van Puffelen,
Edelachtbare", antwoordde de twee
de beklaagde.
De rechter, zich daarop tot den
tweeden beklaagde richtende, zoi:
„Ik vraag je niets".
„Ik zei ook niks. Edelachtbare",
gaf daarop de derde beklaagde ten
antwoord.
Tante had hartelijk veel pret in
deze grap, die aan oom, wegens zijn
degelijkheid, nog eerst moesi worden
uitgelegd. Die vroolijkheid duurde
nog voort, toen neef, zijn tasch met
monsters opnemende, verzocht nog
even zijn hunuen le mogen wasschen,
waarop tante haar excuses maakte
over het ontbreken van zeep, daar Je
distributie dat artikel in lang niet
verstrekt had en oom Frederik Alberi
een tegenstander van hamsteren was.
Toen neef van het fonteintje in de
gang terugkeerde om afscheid te ne
men en vriendelijk te danken voor het
onthaal en de prettige ontvangst,
kwam juist de dienstbode binnen en
legde een groote enveloppe op tafel,
waarop neef, die krachtens zijn \ak
een goed opmerker was; de w oorden
las: PLAATSELIJKE DIRECTE IN
KOMSTENBELASTING. Natuurlijk
zei hij daar niets van. Wel liet hij
niet na, do gastvrouw het beste le
wenschen met haar kiespijn.
Dien heelen middag, tot aan het
middagmaal toe, leed tante Caihrien
aan knagenden honger. Je moet wal
voor je aangetrouwde neven over
hebben.
(1) De beide beelden in dezen vol
zin worden onzen stadgenoot Chari-
varius beleefdelijk ten gebruike aan
geboden.
F.
Toen een maand later op ("en dag
af, neef in de gastvrije woning te
rugkeerde. had hij alweer geen brood-
bons bij zich. Tot zijn eer moet ik
verklaren, dat hij er zijn hospita wel
om gevraagd had. ,,'k Zou ze u met
plezier geven had de stakker ge-
zeid, „maar ik ben al twee degen
bij den bakker ten achter en nij wil
me ternauwernood meer leveren". Om
dit pijnlijke deficit niet nóg grooter
te maken, had de commensaal ioeu
maar gezwegen, ofschoon hij nu wei
met een bezwaard gemoed den drem
pel van oom Frederik Albert over
schreed.
Aanvankelijk (de wetten der gast
vrijheid zijn streng) had tante er ook
niet naar gevraagd, maar toon er
een kleine gaping in liet gesprek ont
stond had zij daarvan gebruik ge
maakt.
„En de broodkaart is zeker weer
thuis gebleven?" zei ze, met schert
send opgeheven vinger, alsof ze zeg
gen wou, dat het er zooveel niet op
aan kwam.
Neef liet zich door dat gebaar om
den tuin leiden, daar dit overeen
kwam met zijn wenschen en liet ons
allen, dus ook hem, van nature mee
gegeven verlangen nuar zielsrust en
afwezigheid van zelfverwijt. Hij had,
voor de eerste maal in zijn leven toch
wat verlegen, iets gemompeld van
„zoo moeilijk waarop tante Ca-
thrien met een goedig knikje gean:
woord had. Daar ze dezen keer niet
weer kiespijn huichelen kon, zond ze
de dienstbode gauw naar den bakker
om den hoek om een extra broodje,
zich met den moed der wanhoop ver
werende tegen de gewetensvraag, hoe
zij ter wereld in staat zou zijn, dn
tekort op het schrale broodrantsoen
nog in te halen, nademaal oom Fre
derik Albert, de administratie met
gerustheid aan zijn vrouw overla
tende, geen kruimpje van zijn aan
deel in 't rantsoen placht te versma
den en tante Cnthrien zelf begreep,
dat zij de dikke, roode wangen van
haar gedienstige in stand behoorde
te houden.
Intusschen, dc bakker gaf brood
voor bons cn het meisje, er mee bin
nenkomende, overhandigde den heer
des huizes opnieuw een groote enve
loppe, waarop het woord VERMO
GENSBELASTING gedrukt stond. Dit
kon aan neef alweer niet ontgaan,
ofschoon ik niet zeggen wil, dat he;
erfenis-visioenen bij hem opwekte,
daar hij een goeie jongen was, die
aan zijn oom en tante het beste, dus
allereerst het leven, tocwenschie.
Zonder eenige de minste ontroering
legde oom het couvert naast zich
neer en nam daarna op zijn manier
aan het gesprek deel, door namelijk
dengene of degene die aan 't woord
was, met groote belangstelling aan te
zien. Hij deed dit vooral, toen neef op
een geschikt oogenblik een klein
fleschje voor den dag haalde en zei:
„Dit is me door een apotheker van
mijn kennis aanbevolen als ec-n voor
treffelijk middel tegen kiespijn. Wil
u het hij gelegenheid eens probee-
ren, tante?"
Tante Cathrien bedankte hartelijk
voor de lieve attentie en gevoelde
zelfs geen berouw over haar nood
leugentje van den vorigen keer, toen
haar man haar strak aankeek; ico er
iets in zijn degelijken biik lag, moest
het wel deze stomme vraag wezen,
hoe iemand pijn kon hebben in na
gebootste kiezen? Neef van zijn kant
was tevreden met zichzelf, omdat hij
nu weer een zekere vergoeding had
verschaft voor de ontbrekende brood
kaart. Hij bemerkte, in de rust
zijn gemoed, dan ook nauwelijks, dat
dezen keer op den disch alle vleesch
ontbrak, omdat de distributie al in
geen weken iets had verstrekt
VVederkeerig kunnen de lezer en ik
van elkaar niet vergen, dat al de zes
keer, waarop neef bij oom en tante
kwam koffiedrinken, tot in bijzonder
lieden worden beschreven, daar ons
dit aan weerskanten vervelen zou. Ik
vat dus de historie samen en moet
dan in de eerste plaats, op grond van
de waarheid verklaren, dat neef Ge
rard Willem geen enkelen keer brood
bons meebracht, omdat zijn hospita
cn haar hongerig kroost allengs de
broodkaarten-distributie een weck
vooruit waren gesneld, tot onbedwing-
buren toorn van den bakker.
Weliswaar trachtte hij dit te ver
goeden door allerlei vriendelijke at
tentie*. Zoo schonk hij oom een soort
van automatische pijpedop, die al
leen maar het bezwaar had, dat de
tahak er onder uitging; eer. andereu
keer bracht hij tante een prachtig
rose lint mee, op den verjaardag van
haar hondje en roerde daarmee de
brave ziel tot tranen; zij had ook wel
wat vergoeding noodig voor het of
fer. dat zij hem telkens bracht door
om broodbons te gaan bedelen bij een
buurvrouw, die ze eigenlijk niet goed
kon uitstaan, maar die, door een
raadselachtige vergissing der admi
nistratie, regelmatig een broodkaart
te veel ontving.
Achtereenvolgens ontbraken op het
menu van het koffiemaal: suiker,
koffie, boter en eenmaal zelfs r ein,
die tijdelijk niet voorhanden waren.
Maar hoe men zich ook, tot groote
spijt van tante Cathrien, behelpen
moest, onveranderlijk kwam er een
enveloppe van dc belasting, nu ia®
de ipersoneele, dan van de rijks-in-
komstenhetasling, daarna een .-aar-
schuwing tot betaling, ook wel een
aanmaning, al de z«j xeeren wat. En
toen neef Gerard Willem het waugde,
daarover een schertsende opmecxing
te maken, viel tot zijn en tante s ont
zetting oom, die anuers zweeg op aiie
manieren, die onbewogen scheen voor
alles, op de volgende wijze uit:
„Er ontbreekt in Nederland van al
les zoo raar kan je het niet verzin
nen, zeep, koffie, suiker, melk, toier,
vleesch, of het ontbreekt af en toe,
maar 't eenige, dat altijd en eèuwig
present is, dat zijn die verwenschte
belastingpapieren".
Toen dacht neef aan een aardig
heid van een mede-handelsreiziger:
wanneer je weten wil, of je erfoom
goed dood is, fluister hem dau ui, dal
een belastingpapier voor hem ge
komen is. Verroert hij zich dan zelfs
niet, dan ben je gelukkige erfge
naam!"
Uit dit eenvomlig verhaal volgt, dat
niemand zoo stilzwijgend is, of hij
geeft nog wel geluid, wanneer je de
ware snaar in zijn binnenste maar
weet te raken.
FIDELia