iimu's Dagblad buiteniandscli Overzicht Stadsnieuws Het salaris-Toorstel Yan Mr. Bruch. Haarlemmer Halletjes TWEEDE BLAD. Zaterdag 1 Maart 1919 Inzake DE VREDESCONFEREN TIE wordl verzekerd, dat de Raad van Tien alle eischen van volkeren gehoord heeft. Maandag a.s. zal men waarschijnlijk kunnen beginnen aan de bestudeering van de groote vraag stukken .welke nog opgelost moeten worden, zoo de grensbepalingen van Duitechland en de quaesfli© van de Adriatische zee. Dc Fransche gedelegeerde Tardieu verklaarde aan de pers inzake DEN LINKER RIJNOEVER, dat hij daarvan geen annexatie wenschelijk lacht, maar het is voor België en Frankrijk noodzakelijk zich te bevei Jlgen en maatregelen te nemen om Duitschland te beletten aan den lin- ker-Rijnoever een aanval6basis te maken. De Zionistische gedelegeerden heb ben aan de Vredesconferentie a's eischen gesfceid: erkenning van de historische rechten van HÉT JOOP- SCHE VOLK op Palestina en van zijn recht daar hun nationaal be staan te vestigen, toekenning van de eouvereiniteil over Palestina aan den Volkerenbond en benoeming van EngeliTnd tot mandataris, belast met het bestuur van Let land; schep ping in Palestina v«n politieke, ad ministratieve en economische om- ttandigheden, welke de ves'iging van den Joodschen staat zullen verzeke ren en de vonn'ing van een autonoom gemeenebest zuilen mogelijk maken. Tardieu verklaarde, dat de geal lieerden het onderling volkomen eens zijn betreffende eri sympathiek staan tegenover de wenschen der Zionis ten. Bovendien deelt het persbureau Havas mede. De Conferentie 6ch:jnt de eischen nlkszins welgezind te zijn, vooral >t Frankrijk er geheel en al mee ia it Engeland de beschermende mo- r uheid wordt. Nog zij opgemerkt, dat het aantal Joden in de gcheele wereld op 14 k 15 millioen geschat worden. De Times weet te vertellen, dat de voorwaarden voor den voorioopigen vrede zullen inhouden algeheele ONT WAPENING VAN DE CENTRALE. TER ZEE. Duitschland, Oostenrijk- Hongarjje, Bulgarije en Turkije moe ten nun vloten aan de Entente uitle veren. De versterkingen van Helgo land moeten gesloopt worden. Over t lot van T eiland zelf zal de vredescon ferentie beslissen. Ook moeten alle verdedigingswerken voor de Oostzee worden vernietigd, 't Kieler-kauaa! moet openstaan voor de oorlogs- en handelsschepen van alle naties. In Amerika komt weer verzet tegen •t denkbeeld van DEN VOLKEREN BOND. President Wilson heeft thans verklaard, dat de Volkerenbond zou mislukken, indien de Vereenigde Sta ten niet als lid zouden toetreden. Dn zou in Europa een onbeschrijfelijke verwarring ten gevolge hebben. Senator Lodge, leider der republi- keinsche oppositie in den Senaat, toont zich vooral 'n tegenstander van den Volkerenbond. Lloyd George zal pa6 de volgende week naar Parijs terugkeeren. De moeilijkheden TDSSCHEN ITALIC EN ZUID-SLAVlë nemen een ernstig karakter aan. De Sla- viërs hebben de Isonao als grensri vier geëischt, maar «e Italianen moeten daarmee geen genoegen wil len nemen. Volgens berichte® uit Rome zouden de Zuid-Slaven de algemeene mobi lisatie hebben afgekondigd, waarte genover Italië de repatrieerlng der Zuid-Slavische gevangenen heeft ge staakt. Officieel wordt het bericht der mo bilisatie door de Zuld-SlaviAra even wel tegengeeproaen. Intusschei. is wel zeker, dat de vredesconferentie te Parijs bemidde lend zal optreden. IN DUITSCHLAND blijft het spannen! Uit Berlijn wordt geseind: „In den toestand in Midden- Duitschland valt nog geen verbete ring te constateeren. Halle en Leip zig zijn geheel van de buitenwereld afgesloten en te Weimar komen al leen de parlerrientstremen aan, die deze 8tad langs een grooten omweg bereiken. Tusschen Erfurt en Wei- mar zijn de rarls opgebroken. Te Leipzig was het Donderdagavond volkomen donker. De ambtenaren st3ken er a!s protest, aoodaj, er geen levensuidrlelenkaarten meer aan de burgerij uitgepit worden. De rege ringstroepen zouden waarschijnlijk Vrijdag bij HaL'e aaokomen. De re geering wil. vV>r zij met geweld op treedt. eerst trachten door onder handel-in de Spartacisten tot Inkeer te brengen." Nader wordt gemeld: Bedoelde on derhandeingen zijn reeds begonnen Ook z;jn regeringstroepen naar Dusscldorf gezonden. Dit moet een sterke macht zijn, want de Spartacis- ten moeten daar wel over 20.000 man beschikken. Toch wordt door 't gene- raal-commando verklaard, dat de re geringstroepen er al in geslaagd zijn de stations en 't Standehaus te bezetten. De voornaamste „rad draaiers" der Spartacisten zijn ont snapt. Uit de Rijnprovincie wordt verder gemeld, dat de Spartacistische bewe ging daar zeer groote afmetingen aan neemt. Naar de meest bedreigde pun ten zijn thans regeeringstroepen ge zonden. Te Halle dreigen de burgers ook met een proteststaking tegen de Spar tacisten. T Wolffbureau verzekert, dat de stakingsbeweging in Midden-Duitsch- land en de Rijnprovincie wel binnen enkele dagen geëindigd zal zijn, om dat de werkgevers wel i van de eischen der stakers hebben ingewil ligd. Te Dusseldorf is al weer 75 der stakers aan 't werk getogen. Verzekerd wordt, dat er ook te Ber lijn een burgerlijk© staking dreigt als de Spartacisten daar opnieuw moch ten beginnen met een actie om het werk neer te leggen. Daarin wordt zoo merkt de Berlijnsche correspon dent van de Telegraaf op 't eenig© middel gezien om 't voortdurend op dringen der Bolsjewistische beweging te stuiten. Tot nu toe hebben deze bur gerlijke stakingen steeds 't gewensch- te succes gehad, ook al moet erkend worden, dat 't de uiterste kracht proef is. lutusschen zijn de radicale elemen ten te Berlijn toch druk bezig om een politieke staking te bewerken onder 't parool „omverwerping der regee ring en instelling van eert raden-re publiek". s Het congres dor Arsolraden vari Beieren duurt te München nog steeds voort Tot heden zijn de verga derden evenwel nog niet tot belang rijke beslissingen gekomen. Juist toen er gesiema zou worden over 't aannemen van 't Raden-sys teem voor de Beiersche constitutie bleek, dat 70 afgevaardigden geen genoegzame legitimatie bezaten. Daar op werd de stemming verdaagd tot heden. Zaterdag. De Duitsche Nationale Vergadering is nog druk bezig aan de beraadsla ging over de Duitsche grondwet. Door verschillende sprekers wordt daarbij gewezen op de noodzakelijkheid, dat *t Duitsche rijk één is. De democraat Koch verklaarde: „Niet alle bouw steenen, die Bismarck heeft gelegd, zijn verloren. De eerste en gewichtig st© ls de eenheid van het rijk. De tweede grondsteen, waarop het rijk moei worden opgebouwd, is de demo cratie". IN SPANJE wordt de toestand ook critiek. De Cortes is ontbonden, naar Romanones verzekerde om aan de obstructie van een deel van 't parle ment een einde te maken. De koning teekende een besluit om 't indienen der begrooting tot 1 Juli uit te stel len. In Barcelona heerscht groote on rust 't Personeel van de waterlei- dingswerken staakt. Ook dreigt de ge meenteraad er 't bijltje bij neer te leggen als hem geen middelen ver schaft worden om den toestand mees ter te worden. Uit Dultsohland. De crematie van Eis ner. Uit Munchen seint men nog over de crematie van Eisner. 's Ochtends om half tien klonk het klokgelui uit alle kerken van Mun chen. Een uur lang daverde de machtige muziek der klokken. Het was een rustdag; de zaken wa ren gesloten. Geheel Munchen was op straat; honderdduizenden om zoomden den weg, waar de stoet langs zou komen. De stoet trok plechtig van het Promenadeplein naar het oosten. Het voorbij trekken duurde volle drie uur. Vijftien militaire kapellen speel den, zangvereenigingen zongen. De groote hal van het kerkhofge bouw waa met bloemen getooid; in hett midden stond de kist, waarop geen inschrift was te zien Zij was met een eenvoudige® zwarten doek overdekt, waarop een bloementuil van roode rozen lag. In de hal, waar slechts 5 tot 600 menschen een .plaats konden vinden was een ont zaglijk gedrang. Vóór het kerkhof stonden tienduizenden. Van het orgel en het koor klonken de mach.ige overweldigende tonen va® muziek van Jonan SabasLiaan Bach. Meer dan een half uur duurde hét binnendragen der kransen. Eindelijk kwam Eisners goede vriend, Landauer, aan het woord. Hij sprak van den Jood en den pro feet Eisner. Het was een filosofische rede. Daarna droegen acht matrozen de kist naar het crematorium. Slechts de familie en de beste vrien den mochten mee naar binnen. De toestandvan Au er. Uit Munchen wordt gemeld: De toe stand van minister Auer is, niette genstaande de gelukkige operatie, die geheimraad Dauerbruch heeft verricht, verergerd, zoodat er weinig hoop op behoud meer bestaat. Te B o r 1 ij n. De ai'solraden hebben te Berlijn en de omringende gemeenten de „Voll- zugausschusz" afgezet nood in Duitseh.- De 1 a De Duitsche regeering heeft er bij de geallieerde en geassocieerde re geeringen op aangedrongen om inet de levering van de 30.000 ton var- kensvleesch en vet en de 250.000 kis ten gecondenseerde melk niet te wachten tot d© scheepvaart-over eenkomst gesloten is. Er wordt daarbij op gewezen, dat hiervoor geen noemenswaard scheepstra.ns- iport -noodig is, daar de voorraden voor het grootste deel te Rotterdam liggen. Gezien de ontzettende toene ming dei' kindersterfte heeft de Duitsche regeering gevraagd, den aanvoer van 20 ton levertraan toe te staan. SCHADEVERGOEDINGEN VOOR DE SPARTACUS-ONLUSTEN. Het bedrag der schade-vergoedin gen, die gevraagd worden in ver band met Je Spartacus-onlusten te Berlijn, bel^ppt reeds meeir dan 40 millioen Mark. Een nota van Mr. Bomsns* Het voorstel in strijd me* 't ontwerp de Visser? Do wettelijke golijks-elling in gevaar? De meerderheid van B. en W. ontraadt aan neming van 't voorstel en meeat dat er geen aanlei ding Is nu al weder de salarissen te gaan verhoo- gen. Mr. J. B. Bomans aond aan den raad een breedvoerige nota tot ontrading van hel voorstel mr. Bruch, inzake de jaarwedden van de onderwijzers. De heer Bomans stelt op den voor grond dat de redenen van ernstig verzet tegen dat voorstel zijn inge- j geven door hel algemeen belang en j bet onderwijsbeiang, dat hij juiei. zijnde immers nu in den overgangs- toestand van .lager onderwijs geheel Rijkszaak" allerminst, door het voor j stel Bruch gebaat acht. Hij herinnert daarna aan de in diening van het ontwerp van den minister De Visser, waarvan naar zijn meening de financieele regeling en de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs het hoofdbelang uitmaakt; terwijl daarentegen het ontwerp-Brnch de gelijkstelling noodwendig latende rusten, zich schier alleenlijk bezighoudt met de financieele rege-ing en daardoor naar zijn m.eemng tegen vei schei den© bepalingen m het ontwerp-de Visser opgenomen botst. Naar 2ijn oordeel heerscht in den lande en j in de Kamer vrijwel éénstemmigheid i ten aanzeil van die artikelen in het ontwerp-de Visser, waarmede he', j voorstel Bruch in strijd komi. j Verder zet mr. Bomans uiteen, dat z.i. bij de indiening van de onder wiis wet-De Visser, alhoewel uiteraard voorloopig een voorstel van w©i, de gemeenteliuishouding het terrein van het onderwijs, vuor zooverre in die wet te regelen, verloren heeft, daar 't als communis opinio mag gelden, dat het juist de bedoeling var. ge noemd wetsontwerp is dit terrein in de Rijk3huishouding op te nemen, waarbij hij zich beroept op de over gangsbepalingen van het onlwerp- De Vüsser, waarin de bemoeienis van gemeentewege in de jaarwedden van het onderwijzend personeel na 1 Januari 1919 metterdaad verboden wordt. Mede, naar aanleiding van andere bepalingen In het ontwerp-De Vis ser, die mr. Bomans in den breed* nagaat, concludeert hij, „dat eventueele nieuwe Haarlemsciie Ver 1 ordening al een zeer kort bestaan zou 'zijn beschoren, bijaldien zij niet j 1 doodgeboren is." 1 Het ls zijn vaste meening. dat een j Haarlemsch© verordening, zooals hij aanneming van het ontwerp-Bruch irx-öt, de minste kaïns heeft onder de uitzonderingsbepalingen van art. 26 octies van hel ontwerp-De Visser tot blijvende regeling te worden verhe ven. Mr. Bomans bespreekt voorts het j raadsbesluit van Amsterdam, welke gemeente eenige dagen na 1 Jan. 1919 een nieuwe jaarwedde-regeling der onderwijzers aannam en aan den minister verzoekt om in dit spe- I ciaal geval de uitzondering toe te passen. De minister deed echter i geen enkele toezegging in zijn ant- j woord en wl blijkbaar eerst het ge- j voelen der Tweede Kamer hooren. I De regeling te Amsterdam blijft voorloopig zwevende. Hij zet uiteen dat de raad van Amsterdam een ontwerp va® B. en W. eenige dagen te laat aannam. Hij Ls de meening toegedaan, dat Ged. Staten de Haar lemsche verordening eventueel niet zullen goedkeuren, wellicht ook niet afkeuren maar den gulden midden weg zullen bewandelen: naast zich neerleggen en afwachten wat er op het Binnenhof geschiedt. Dan kaalt mr Bomans aar discussièn en' be slissingen van de Raden te Hilversum en te Rotterdam als „precedenten", die zijn meening door hem uiteenge zet, bevestigen. Na aanhaling van een adres van de afdeeding Schiedam van den Bond van Ned. Onderwijzers, aan de Twee de Kamer, dat vraagt om hefc ont werp De Visser dusdanig te wijzigen, dat aan de gemeentebesturen het recht gegeven wordt om uit eigen middelen de salarissen der onderwij zers aan de openbare en daarmede gelijkgestelde bijzondere scholen in hun gemeen gelijkelijk te verhoogen. zegt mr. Bomans. dat van de daarin geëischte voorzichtigheid in het voor stel Bruch mets blijkt. Hij meent, dat, deze voorsteller wel het meest radicale voorste! in deze materie in gdieei Nederland heeft ter tafel ge bracht." Naar zijn meening zou de aanneming 'n laruisbeweging tenge volge kunnen hebben, waarbij de wettelijke gelijkstelling óf blijvend In gevaar werd gebracht óf langen tijd werd opgeschort. Hij oordeelt dat de gevolgen allerminst in het belang van het Volksonderwijs in het al gemeen, onverschillig of het open baar of bijzonder lager onderwijs heet, zullen zijn. Eil hier lijkt het ons, zegt mr. Bo mans tenslotte, de plaats stelling t© nemen tegen ben die, door voor het openbaar onderwijs immer „hooger, hoog er" te roepen iegelijk, bewust of onbewust, een „later, later" aanhef fen in het machtige be vredig ings- vnaagstuk der gelijkstelling. Deze zaak is verknocht, ten Innigste ver knocht aan het voorstel-Bruch. Men versta ons goed: Wij zouden insi- nueeren indien wij beweerden, dat de heer Bruch inet zijn voorstel be oogt ook maar één uur langer het schrikkelijk onrecht ia rekken het- welk gelegen is in het enorme ver- schil van salarieenng tusschen den openbare® en bijzonderen onderwij zer. Hij wel slechts den openbaren onderwijzer, hoezeer deze reeds nu bevoorrecht is boven den bijzondere, nóg meer geven. Zijn standpunt wil er een zijn van rechtvaardigheid, maar o.i. van eenzijdige en plaatselijke rechtvaardigheid, die het ge vaar inhoudt van on nood" ge voortduring of verlenging van breeder en algemeen sociaal on recht. Zooals reeds betoogd, wordt o.i. de verordening-Rruch, bij aanname on bij ischier onmogelijke) inwerking treding op zij gezet door ue Rijksre geling. Is cut naar dan is zijn arbeid dot Loos. In den gedaclitengang des voorstellers moest zijn voorstel als doelloos begrepen worden daar hij op de spoedige gelijkstelling ver trouwt. Doch erger wordt het, wan neer deze arbeid niet vruchteloos zou de zijn. De verordening immers kén sleelus werken... wanneer de rijksre geluig uitblijft. Wanneer 4us de ein- Gelijke gelijkstelling niet kom-, ol vertraagd wordt. Nu staat het ge heeie land en staan alle partijen op het standpunt der bevrediging op onderwijsgebied en wil een ieder tot den spoedig en vrede van dezen gees tel ijken tachtigjarigcn burgeroorlog medewerken. Vertrouwen op „later, later", den kreet van zeer enkele pal staanders, is wantrouwen koesteren in de rechtvaardige eindbeslissing van een in beginsel besliste zaak, "waarvoor een „do ut des" eener Grondwetsherziening den weg go- baand heeft. Allerminst is dit een exclusief Christelijk standpunt, al moge de onderwijsbevrediging den Christen man uiteraard uit het hart gegre pen zijn, het is een standpunt, waar op alle partijen en zoo goed als a'le Nederlandscli© burgers zich plaatsen of zich te goeder trouw dienden le plaateen. De verordening-Bruch c.q. is du3 óf een gebaar ©n dit zoud© slechts loOz© verwachtingen opwekken, of een daad en dit onderstelt de voort during van een onrechtvaardige® toestond ten schade van het gehrele volksonderwijs. Een derde mogelijkheid werd aan- geroerd in de raadsvergadering van 19 Februari LI. De verordening- Bruch zou werken als een stimu lans voor den Rijkewetgever of een prikkel voor de 2e Kamer ter amen deering van het wetsomwerp, in één woord tot plaatselijken trek-os voor „hooger, hooger" io het geheels land. Afgezien van de zeer gevaarlijke gevolgen (reeds nu wordt de gelijk stelling De Visser op f 40.000.(XK) kosiennasieep geraamd) als zulk po gen succes zou hebben, meenen wij dat een dergelijk streven geen suc ces, ja zelfs niet de minste uitwer king heeft dan wellicht deze: dat zoon tendentieuse Raarlemsche ozet ietwat Lachwekkend aan zou doen. De kreet hooger, hooger" wordt door een Kamerlid schier dag aan dag vernomen uit de zware geluiden welke opstijgen üit de landelijke on- derwijzersorganisaties van bijna all* richtingen, wij zijn met deze self- help" beginselen bekend.' En al ware dit niet zoo- vrij groote fracties in het parlement slaan immer gereed onder stortvloed van redenen steeds hooger te grijpen en m««r te eischen, er zijn er zelfs voor wie „niets te dol is". Doch wezenlijk men late deze Rijksregeling over aan de gekozen vertrouwensmannen van het Neder- landsche volk, die honderd in getal, sJlen nog wel iets van deze Rijkswet begrijpen en waarvan de he.ft, als leer aar, onderwijzer, schoolopzie ner, wethouder, gedeputeerde enz. zóó nauw me; het onderwijs ver knocht zijn geweest, dal zij gerosie- lyk als ter zose kundig en geiieei op de hoogte van de eischen des tijds kunnen aangemerkt worden en uit eigen wetenschap en inziiclit zullen beslissen met of zonder Haarlero- schen prikkel. Mr. Bomans eindigt met de ver klaring gemeend te hebben den raad zijn breede uiteenzetting van de hut- dfcge verhouding lusschen stad en land op onderwijsgebied niet te mogen onthouden, daar z. L Inder daad hierin de krachtigste reden van terugwijzing van het voorstel Bruch, juist nu, gelegen is. B. en W. d enen den raad verder van praeadvies. B. en W. zeggen. Jat zeer tot hun leedwezen is gebroken met de goede gewoonte dat aangaan de d© mao'ei waarop voorstellen van B. en W. alm den raad worden voor bereid, niet in bijzonderheden in het openbaar mededelingen wórden- gedaan. Zij wenschen op dien weg niet voort te gaan, daar h.i. er do berii:«cslagmg allicht door op een zijspoor worden geleid, zij kunnen bovendien een persoonlijk karakter verkrijgen en, naar het oordeel van B. en W. moet vóór alle6 d© zaak, waar liet om gaat, in het oog worden gehouden. Alleen zij opgemerkt, gaan zij voort dat, toen in onze vergadering, want in werd besloten u voor te stellen, aan de ambtenaren, vallende onder liet ambtenarenreglement, over 1918 een bedrag van f 200 in eens to© to kennen, ons medelid mr. A. Bruch EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Gerard Willem van den Berge reis de voor zijn zaken en kwam zoodoen de eenmaal in de maand geregeld te Haarlem; hier had hij een oom wo nen, Frederik Albert van den Ber«e, aan wien hij bij gelegenheid een be zoek had gebracht. Daar hij een vlotte prater was en zijn tante, me vrouw Catharina Hillcgonda van den Berge, geboren Teut, veel spraak zaamheid van haar man niet gewend was, had zij hem voor de eerstvol gende maal dat hij naar Haarlem kwam en verder geregeld eens per maand op de koffie gevraagd, waar aan haar neef gerecdelijk had vol daan. Bij die gelegenheid maakte hij een goeden indruk. Je kunt niet tien Jaar bij den weg wezen en klanten van uiteenloopenden leeftijd trotsee- ren in hunne diverse humeuren, ot Je doet menschenkennis op en zoo had Gerard Willem zich de kunst eigen gemaakt, om op het juiste oogenblik het juiste woord te zeggen; je hem van uie boilers, voor wie de telefoon gids altijd openvalt bij de letter, uie zij noodig hebben en zoo ook scheen hel, aisui voor. Gerard Willem het Neuerianuscii Woord enboea stetds opensloeg bij het woord, aai net meest toepasselijk was. Dal zijn ooiu niet spraakzaam was, heb ik al gezegd. Daartegenover ruoeiil hij d e g e 1 ij k genoemd wor den, waarmee ik met gezegd wil heb ben, dat degelijkheid spraakzaamheid uitsluit of omgekeerd, ofscuoon me nigeen gewoon is het zoo te beschou wen. ik heb iemand gekend, die be halve het hoogst noodzakelijke nooit Iels zei en daarom voor een ernstig, degelijk en serieus man werd ge houden tot zijn dood toe; uit goede bron weet ik evenwel, dat hij zweeg omdat hij niet wist wat hij zeggen zou. Uit distributie-noodzakelijkheid, die wil, dat het familieverkeer aan prac- tiroie banden wordt gelegd, was af- gi oken, dat Gerard Willem bij deze maandcüjkschc bezoeken zijn broodkaart meebrengen zou. Daar h evenwel op kamers woonde en zlji hospita de zorg luid voor vijf kinde ren tusschen twaalf en achttien jaar, waarin weliswaar de geest zich oni wikkelt, maar de Natuur ook aan de jeugd een wolvenhonger meegeeft, op dat zij flink eten en dus ook licha melijk goed gedijen mogen, had Ge rard Willem in de goedheid zijns harten al lang zijn broodkaart afge staan en zich vergenoegd met het be scheiden deel daarvan, dat zij hein bij zijn ontbijt wel wilde leveren. Dit had tengevolge, dat hij van den eer sten keer af toen hij bij oom F reder! a Albert koffie dronk, verzuimde brood bons mee te nemen. ,,En neef, heb je om de broodkaart gedacht?" informeerde tante Caihrien, dien eersten keer, met een belangstel ling, gematigd door het eigenaaidige gevoel van schaamte, dat een gast vrije huisvrouw bij zulk een gelegen heid niet onderdrukken kan. „Om u de waarheid te zeggen, neen", antwoordde neef, die op zijn beurt te veel valsche schaamte had (een bij uitstek mannelijke eigen schap) om ronduit te zeggen, dat hij zijn hospita bij liaar moeilijke Liodu- zorg zooveel mogelijk bijstond. „Ik hoop niet, dat ik u daarmee in on gelegenheid breng?" „Heelemaal niet", jokte tante, „wij kunnen ruim met onze broodkaart toe, niet waar man'? Wij zijn zulke groote eters niet". Oom bromde iets, dat neef vrijelijk als een toestemming opvatten n.Ofht. Dit is het voordeel van onspruakzu- me menschen, dat je rustig een bc roep op hun instemming kunt doen, omdat zij er toch niet verder op in gaan. Intusschen was tante, wilde 2ij haar neef een voldoende koffiemaal voorzetten, wel genoodzaakt kiespijn voor te wenden, waarvan oom ver wonderd opkeek, daar hij wel wist, dat tante tand noch kies van haar zelf méér in den mond had; liet spreekt evenwel van zelf, dat hij ook dit voor kennisgeving aannam en er verder over zweeg. De tijd verliep genoeglijk. De ont brekende broodbons knaagden niet aan 't geweten van den gast, die de kiespijn van tante voor zoete koek opat (1) maar hij gevoelde toch, dat daarvoor een vergoeding moest wer den gegeven. En toen er nu een man voorbij de ramen ging die buitenge woon loenschte, maakte hij van de gelegenheid gebruik om het vernaai te doen van een schelen rechter, die op zekeren dag drie beklaagden te genover zich kreeg en zich wendde tot den eerste met de vraag- „Hoe is je naam?" „Pieter Zebedeus van Puffelen, Edelachtbare", antwoordde de twee de beklaagde. De rechter, zich daarop tot den tweeden beklaagde richtende, zoi: „Ik vraag je niets". „Ik zei ook niks. Edelachtbare", gaf daarop de derde beklaagde ten antwoord. Tante had hartelijk veel pret in deze grap, die aan oom, wegens zijn degelijkheid, nog eerst moesi worden uitgelegd. Die vroolijkheid duurde nog voort, toen neef, zijn tasch met monsters opnemende, verzocht nog even zijn hunuen le mogen wasschen, waarop tante haar excuses maakte over het ontbreken van zeep, daar Je distributie dat artikel in lang niet verstrekt had en oom Frederik Alberi een tegenstander van hamsteren was. Toen neef van het fonteintje in de gang terugkeerde om afscheid te ne men en vriendelijk te danken voor het onthaal en de prettige ontvangst, kwam juist de dienstbode binnen en legde een groote enveloppe op tafel, waarop neef, die krachtens zijn \ak een goed opmerker was; de w oorden las: PLAATSELIJKE DIRECTE IN KOMSTENBELASTING. Natuurlijk zei hij daar niets van. Wel liet hij niet na, do gastvrouw het beste le wenschen met haar kiespijn. Dien heelen middag, tot aan het middagmaal toe, leed tante Caihrien aan knagenden honger. Je moet wal voor je aangetrouwde neven over hebben. (1) De beide beelden in dezen vol zin worden onzen stadgenoot Chari- varius beleefdelijk ten gebruike aan geboden. F. Toen een maand later op ("en dag af, neef in de gastvrije woning te rugkeerde. had hij alweer geen brood- bons bij zich. Tot zijn eer moet ik verklaren, dat hij er zijn hospita wel om gevraagd had. ,,'k Zou ze u met plezier geven had de stakker ge- zeid, „maar ik ben al twee degen bij den bakker ten achter en nij wil me ternauwernood meer leveren". Om dit pijnlijke deficit niet nóg grooter te maken, had de commensaal ioeu maar gezwegen, ofschoon hij nu wei met een bezwaard gemoed den drem pel van oom Frederik Albert over schreed. Aanvankelijk (de wetten der gast vrijheid zijn streng) had tante er ook niet naar gevraagd, maar toon er een kleine gaping in liet gesprek ont stond had zij daarvan gebruik ge maakt. „En de broodkaart is zeker weer thuis gebleven?" zei ze, met schert send opgeheven vinger, alsof ze zeg gen wou, dat het er zooveel niet op aan kwam. Neef liet zich door dat gebaar om den tuin leiden, daar dit overeen kwam met zijn wenschen en liet ons allen, dus ook hem, van nature mee gegeven verlangen nuar zielsrust en afwezigheid van zelfverwijt. Hij had, voor de eerste maal in zijn leven toch wat verlegen, iets gemompeld van „zoo moeilijk waarop tante Ca- thrien met een goedig knikje gean: woord had. Daar ze dezen keer niet weer kiespijn huichelen kon, zond ze de dienstbode gauw naar den bakker om den hoek om een extra broodje, zich met den moed der wanhoop ver werende tegen de gewetensvraag, hoe zij ter wereld in staat zou zijn, dn tekort op het schrale broodrantsoen nog in te halen, nademaal oom Fre derik Albert, de administratie met gerustheid aan zijn vrouw overla tende, geen kruimpje van zijn aan deel in 't rantsoen placht te versma den en tante Cnthrien zelf begreep, dat zij de dikke, roode wangen van haar gedienstige in stand behoorde te houden. Intusschen, dc bakker gaf brood voor bons cn het meisje, er mee bin nenkomende, overhandigde den heer des huizes opnieuw een groote enve loppe, waarop het woord VERMO GENSBELASTING gedrukt stond. Dit kon aan neef alweer niet ontgaan, ofschoon ik niet zeggen wil, dat he; erfenis-visioenen bij hem opwekte, daar hij een goeie jongen was, die aan zijn oom en tante het beste, dus allereerst het leven, tocwenschie. Zonder eenige de minste ontroering legde oom het couvert naast zich neer en nam daarna op zijn manier aan het gesprek deel, door namelijk dengene of degene die aan 't woord was, met groote belangstelling aan te zien. Hij deed dit vooral, toen neef op een geschikt oogenblik een klein fleschje voor den dag haalde en zei: „Dit is me door een apotheker van mijn kennis aanbevolen als ec-n voor treffelijk middel tegen kiespijn. Wil u het hij gelegenheid eens probee- ren, tante?" Tante Cathrien bedankte hartelijk voor de lieve attentie en gevoelde zelfs geen berouw over haar nood leugentje van den vorigen keer, toen haar man haar strak aankeek; ico er iets in zijn degelijken biik lag, moest het wel deze stomme vraag wezen, hoe iemand pijn kon hebben in na gebootste kiezen? Neef van zijn kant was tevreden met zichzelf, omdat hij nu weer een zekere vergoeding had verschaft voor de ontbrekende brood kaart. Hij bemerkte, in de rust zijn gemoed, dan ook nauwelijks, dat dezen keer op den disch alle vleesch ontbrak, omdat de distributie al in geen weken iets had verstrekt VVederkeerig kunnen de lezer en ik van elkaar niet vergen, dat al de zes keer, waarop neef bij oom en tante kwam koffiedrinken, tot in bijzonder lieden worden beschreven, daar ons dit aan weerskanten vervelen zou. Ik vat dus de historie samen en moet dan in de eerste plaats, op grond van de waarheid verklaren, dat neef Ge rard Willem geen enkelen keer brood bons meebracht, omdat zijn hospita cn haar hongerig kroost allengs de broodkaarten-distributie een weck vooruit waren gesneld, tot onbedwing- buren toorn van den bakker. Weliswaar trachtte hij dit te ver goeden door allerlei vriendelijke at tentie*. Zoo schonk hij oom een soort van automatische pijpedop, die al leen maar het bezwaar had, dat de tahak er onder uitging; eer. andereu keer bracht hij tante een prachtig rose lint mee, op den verjaardag van haar hondje en roerde daarmee de brave ziel tot tranen; zij had ook wel wat vergoeding noodig voor het of fer. dat zij hem telkens bracht door om broodbons te gaan bedelen bij een buurvrouw, die ze eigenlijk niet goed kon uitstaan, maar die, door een raadselachtige vergissing der admi nistratie, regelmatig een broodkaart te veel ontving. Achtereenvolgens ontbraken op het menu van het koffiemaal: suiker, koffie, boter en eenmaal zelfs r ein, die tijdelijk niet voorhanden waren. Maar hoe men zich ook, tot groote spijt van tante Cathrien, behelpen moest, onveranderlijk kwam er een enveloppe van dc belasting, nu ia® de ipersoneele, dan van de rijks-in- komstenhetasling, daarna een .-aar- schuwing tot betaling, ook wel een aanmaning, al de z«j xeeren wat. En toen neef Gerard Willem het waugde, daarover een schertsende opmecxing te maken, viel tot zijn en tante s ont zetting oom, die anuers zweeg op aiie manieren, die onbewogen scheen voor alles, op de volgende wijze uit: „Er ontbreekt in Nederland van al les zoo raar kan je het niet verzin nen, zeep, koffie, suiker, melk, toier, vleesch, of het ontbreekt af en toe, maar 't eenige, dat altijd en eèuwig present is, dat zijn die verwenschte belastingpapieren". Toen dacht neef aan een aardig heid van een mede-handelsreiziger: wanneer je weten wil, of je erfoom goed dood is, fluister hem dau ui, dal een belastingpapier voor hem ge komen is. Verroert hij zich dan zelfs niet, dan ben je gelukkige erfge naam!" Uit dit eenvomlig verhaal volgt, dat niemand zoo stilzwijgend is, of hij geeft nog wel geluid, wanneer je de ware snaar in zijn binnenste maar weet te raken. FIDELia

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5