HAARLEM'S DAGBLAD
CJITG EE e X.
HiiiteÉndssli GverzicM
¥iSOLET
VRIJDAG S tviEI 1919
TWEdDE BLAD
IV.
(SloL)
Er verrezen in de latere Jaren hier üan, waarin de kriet (Phragmites
veel nieuwe huizen en winkels diecommunis) groeit; zij die het riet
door hun uileen.oopenden bouwstijl j snijden vinden daarin somtijds ge-
het oorspronkelijk Noord-ilolland- heele warn es ten (vsn den Bergh).
fedie ki.rakler iWr plimls op den <jr,mm "61 .JWOODlUk wordt d.
nekner oudachtig en langbaardig
aduere.cnd drongen. Het ood» ,„„Ige.lel(1 „0°|, Je |,0Tneii,scl.e
Raadhuis werd vei vangen door een halfgod, uit wiens urn de rivier
nieuw n.l. door het aankoopen van,vloeit. Dans, muziek en gezang zijn,
de ruime viüa van den heer P. Bras- evenals die der elfen, de vreugde van
eer aan den Middelweg, die tot oho watergeesten. In Zweden verhaalt
Raadhuis werd ingericht. Inplaats n'"n van den lókkenden, betooveren-
van Itet hólpposlkanloor werd er üe:' van d[n StrtmkarL Het ver.
een niettw „d.ouw geottcht Hijks-
poet- en telegraafkantoor, ook kwam smart en deed hen klagend en moede-
aari de zuidzijde van het dorp een loos de diepte-zoeken." Meer dan één
zuivelfabriek tot stand. roerende sage van bet Noorden is aan
Het bliksemvuur heeft ook hier in dit volksgeloof haar oorsprong ver
den loop der jaren, evenals in de ge-schuldigd.
heele Zaanstreek, veel brand en ver-1 H" Holdijk, aan Uit-
vv'oesting aangericht IinizondeTheicL
zijn daardoor vele watermolens en
boerderijen een prooi der vlammen
geworden ook de Bpits van den
ouden kerktoren die ia 1815 door den
bliksem werd getroffen en gedeelte-
llijk verbrandde. In 1805 de vijfde
watermolen en in 1819 de derde
(watermolen. Als men aan de
staat, zien wij ter weerszijde
■waterplas, ten zuiden het Binnen
meer aan de andere zijde het Bui-
lemneer of oiigéolmmeei. Bij den
Uei> zaagmolen beginnen twee
Vaarten n.i. de vv esfergeeotei vuail en
de ileiniipklopperslaan. He eerste
luopi zuiuwaurls dooi landen naar
Assum en verder westwaarts aaar
den Tolsweg waar ze in den Tol-
*aart ulÜoujH.
He JLxenuipklopperslaan loopt oost-
wuai is iia.il de tv ijde Bus. Hit nicer
in oorspronkelijke richting doorva-
rende, komt men in het Zwat en in
hel Vroonsiüeer, de Overloonislooi,
die bij den Overtoom eindigt. Hier
werticn de schuiten met een windas
over den weg gesleejit om In den Ham
te komen waarbij thans het lort. Ha
liain heeft noordwaarts gemeen
schap met de Crommenie en zuid
waarts "met de Bas. Vaart men de
Crommenie in noordelijke ricnt'ng
door, dan komt men aan dePlernsluis
en door deze in het Buiteniueer. Be
halve genoemde binnenmeerljes en
vaarten, treft men nog meer derge
lijke watereu en tochten aau, waar
van ook sommige in lateien t.jd in
gepolderd en drooggemaakt, als: in
de Zien, de Molenwatering. In oe
Broek, de Meilaan. de Oude Over-
toomsloot, de Tweede Brugsloot. de
Xlemsloot, SlikJieining, Wijdelasn,
(Nieuwe laan en Vogelmeer. Ln hel
Woud: de Draai, Binnen Tochtsloot,
Wijdesloot, Bosemeersloot, Stierop-
persloot, Kruisakkersloot, Wetsloot
en Markersloot. In den Markerpol
der nog- het Mrrkerm -zr, de Dop er
de Yoorsloot. Het Uitgoestcrmeer
loopt in oostelijke en noord-ooste
lijke richting en loopt met het Lan-
gemeer ineen. Bij Watermolen IV
vórmt het Uitgeestermeer door een
diepe bocht het Zwaansmeertje en
/een weinig verder ligt tliet etland
iHijikciriiemme. Aan de Noordzijde
van dit eiland steekt het land met
een landtong in liet meer uit. Hel
water tusschen deze punt, de
Zwarte Hoek genaamd, en het te
genoverliggende land van Aker
sloot, heet het Limmergat. Tus
schen Dijkerhemme en het Woud,
bij de Plemsluis', draagt het meer
den naam van Buiten Crommenie,
terwijl het water tussdhen het
"Woud en het land van Akersloot,
de Stierop heet
Door dit water komt men in de
iMla.rkervaar.t, welke ons Zuid
waarts in de Tochtsloot brengt die
gemeenschap heeft met de Nauer-
nascho Vaart en de Zn an.
Geen wonder, dat bij de water-
rijkheid van deze streken, de bekende
dichter W. J. Hofdijk in zijn „Ken-
nemer Balladen" ook Uitgeest heeft
bezongen naar aanleiding van de
Duilsche en Noorsche sage „de Nek-
ker Het üuïtsche volksbijgeloof
noemt hem „der Wasserman'de
Zweden „Strömkarl", een bovenna
tuurlijk wezen, dal zijn verblijf
teteeds houdt aan de oevers van
groote wateren of rivieren, een soort
mannelijke meermin Ook in Pries-
land zijn de nekkers zeer bekend; zij
wonen in moerassen, meren en vaar-
geesl gewijd, luidt
Het suisde langs den oever
En door het hooge kruid,
Als 't lied der nachtegalen.
Met zacht en teer geluid.
Toen sprak de dart'Ie lijfknaap,
Die uit het venster lag
„Dat's zang van hemelinaagden,
Geen nachtegaalgeklach".
En sprak de grijze wachter.
De wachter op den trans
„Neen! wie deez' iiedTen kwelen,
„Omstraalt geen hemelglans
Al ruischt het door de bloemen,
„Als zong een serafijn
„Het is de grijze Nekker,
„De Stroomgeest van den Rijn". 1)
Toen loech de dart'Ie Lijfknaap,
En ijlde naar benefin
En sloop door bies en halmen
Naar d'ouden Zanger heen.
„Wat slaat gij, Geest der golven
„Van d'ouden, blonden Rijn,
„Uw gouden waterharpe?
„Gij kunt nooit zalig zijn!"
Toen klonk een bitter weenen
Door 't riet nan d'oeverzoom
De droeve Geest dook neder
Naar 't diepste van den stroom.
Hij klaagde er op den bodem
Van "t golvend kristallijn
„Gij, grijze Geest der waat'renl
„Gij kunt nooit zalig zijn!"
Dat hoorde de eed'le jonkvrouw,
Die doolde op 't groen terras.
En langs de slotgracht trad ze
Naar d'effen waterplas.
De Stroomgeest zat aan d'oever.
Hij weende lang en veel
De zaligheid der geesten
Werd nimmer toch zijn deel.
Zij, schoon als bij den uchtend
De ontloken mosroosknop,
Zij trad den Oude nader,
En sloeg haar sluier op.
Heur stem klonk zoet, als 't koeltje
Dat door de popels beeft
Gij grijze Geest der waat'ren!
„Ook uw Verlosser leeft."
Een dan kb re lach van weemoed
Doorglansde 't waas van leed,
En langs de waterharpe
Straks weer zijn vinger gleed.
Aan t blauwe luchtruim straalde
De zilveren maneschijn,
En roerend klonk de harptoon
Aan d'oever van den Rijn.
1) Een kleine Vliet, die tusschen
kimmen en Uitgeest uit de Die
stroomt en zich ln het Uitgeestermeer
verliest, heel „de Rijn", terwijl een
lak daarvan (wier onderlinge verbin
ding door uanlanding thans verbro
ken is), uilioupende in 't Hoekzeil-
meertje achter Klein Dorregeest, nog
de „Oude Rijn" genoemd wordt.
C. L. P.
DE TALEN IN SLEESWIJK
Er blijven klaagtonen uit Duitsch-
land komen over de vredeseischen
der Entente.
De stroom proteslteleSrammen aan
de Duitsciie regeering li.-udt ook aan.
„Een eensgezinde, fehe veront
waardiging, „liever sterven dan sla
ven worden", „het. vaste besluit om
met hel wapen in de vuist lederen in
dringer te weerstaandat is de
grondtoon van den vloed van tele
grammen en van tal van protesten,
die uit alle deeien van Oost-Pruisen
vooral uit de grensstreken, aan de
autoriteiten worden gezonden.
Intusschen gaat de DuiUche vredes-
delegotie voort met officieele nota's
mot bezwaren tegen 't vredesverdrag
op te maken.
Zal dit evenwel veel baten?
Het Central News Ag. verneemt,
dat de drie door de Duitschers inge
diende nota's (betreffende de econo
mische vraagstukken, het Sanreebied
en andere territoriale quaes'.ies) pun
ten raken, waaromtrent de geallieer
den geen bespreking kun
nen toelaten. De Duitschers
trachten tot besprekingen te komen
omtrent zekere clausules en stellen
voor de beslissing over te lalen aan
Geallieerde en Duilsche deskundigen.
Doch men is algemeen van meening,
dal de geallieerden geen stroobreed
zullen afwijken van hun oorspronke
lijke opvatting in dit opzicht. Slechts
bijzonuerheden aangaande ue uitvoe
ring der voorwaarden zuiien in over
weging worden genomen.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat de
Duitsciie vrodesdeJegaiie nu reeds
haar zevende nota aan de con
ferentie zond. Bovendien is d e a c h t-
s t e al vastgesteld.
De Entente-gedelegeerden hebben
geantwoord op de Duilsche nota in
zake de internationale arbeidswetge
ving. Daarin wordt een verdediging
gegeven van de door de Entente-ge
delegeerden ontworpen regeling en
't door de Duitschers ingediende ont
werp betreffende deze quaesties over
bodig geacht
De Duitsche rijksminister Preuss
zet uiteen, dat de gevolgen van tee
kenen en niet-tuckenen van het vre
desverdrag voer Duitschland hetzelf
de zijn; in het laatste geval is
Duitschland echter niet gebonden.
Verder betoogde hij, dat Duitsch
land 't verdrag ln zijn tegenwoordi-
gen vorm onmogelijk kan oiulertee
kenen. Er zou in Duitschlana een
chaos ontstaan, millioenen Duitschers
zouden ten gronde gaan, onlusten
zouden ontslaap, enz.
He hoop der Entente, dat de on
afhankelijke socialisten in Duilacii-
land, aJs de tegenwoordige Duitsche
regeering weigert liet verdrag
te teekenen, aan het bewind
zuilen kooien om wel te
teeltenen, is zoo zei de minister
een zeepbel. Er zou dan in Duitsch
land een nieuwe chaos ontstaan,
waarmede ook de Entente met ge
diend zou zijn.
De t e g e n w o o r d i g e D u i t
8che regeering zal even-
w e 1 alleen aan 't bewind
bi ij ven alsde Entente in
zake haar vred es v ooi
waar d e n terugkeer!
naar de 14 puntenvanpre
s i d e n t Wilson.
Er klinkt evenwel een andere toon
uit het volgende officieele bericht:
„Donderdag werd een knbinetszit-
ting gehouden, waarin naast eenige
loop en de zaken in h?t bijzonder de
territoriale vraagstukken van het
v rei les vera rag grondig besproken
werden. Daarbij werd met voldoe
ning gcconstateed. dat de reusachti
ge spontane betoogïncen tegen den
geweldvrede der Entente niet ont
aard waren in een minachtende cri
tiek op de verzoenende politiek van
president Wilson".
Er is een bericht uit Entente-bron
dat dadelijk als de vrede door
Duitschland geieekend is, de blokka
de zal worden opgeheven. Maar... zal
Duitschland dan schepen hebben oin
voeuingsmiddelen aan te voeren en
geld om ze te betalen vraagt
de Duitsche pers.
In de Entente-pers komt ook weer
I critiek op 't ontworpen vredesverdrag
Dc „Daily Herald" geeft de volgen
de gelijkenis
De beklaagde Ik heb gezondigd.
Ik z.-i boete doen, geef mij gevange
riisslraf of doe met inlj wat ge maar
,wilt. Maar als ik voor mijn misda-
den geboet heb, mag ik dan tot een
eervol leven terugkeeren, mag ik dan
I dc vruchten van eerlijken arbeid
plukken, en mijn kinderen onderhou-
d-n.' Zal de maatschappij mij en mijn
recht aan weer in bescherming ne
I men.'
Dc rechter Zwijg, schurk! Ge
hebt geen rechten. Ge zijt een mis
dadiger. We zullen u alles ontnemen
jwat ge bezit, tot we naar onze mee-
I inng genoeg hebben. Wij zullen eeu
oordeel vellen, niet gij. Als iemand
vermeent recht te hebben op uwe
bezittingen, zullen wij niet tussclien-
beiiie komen tenzij om er voor te
zorgen dal ge u niet gesvupend ver
zet. tie^ is ons niet te doen om u te
beschermen, maar om u te ontwape
nen. Ge zijt een misdadiger.
De beklaugde Beschermt <le maat
schappij dan niet hen die voor hun
zonden geboet hebben, die weerloos
zijn en in vrede wenschen te arbei
den',1
De rechter Een misdadiger be
schermen, omdat 'we hem zijn wapens
nebben ontnomen? Een misdadiger
helpen aan een eervol bestaan? Ge
zij*, gek. We hebbc-n maar een ding
te doen met misdadigers, hen te
str&flen!
De beklangde En mijn kinderen?
De rechter Die zullen we ook straf
fen. De kinderen van misdadigers zijn
ook misdadigers. Ook wat t.un toe-
behooit, zuiien we tot ons nemen.
De beklaagde Dus, wat we ook
doen, net zai geen verschil maken
vcoi* c-nze toekomstige veiligheid of
onzen toekomstigen voorspoed? Mag
iedereen ons aanvullen, mag een Ie
gelijk onzen eigendom nemen, zon
der dat wij ons daartegen mogen ver
zetten uw maatschappij weigert ons
alle bescherming?
De rechter Een misdadiger be
scherming beloven'? De welvaart van
misdadigers bevorderen? Man, je
raaskal tl
De beklaagde Dan hebben we van
uw maatschappij ook niets te ver
wonden. Mijn kinderen zijn vogel
vrij! Gij hebt mij mijn wapenen ont
nemen. maar weigert mq wettelijke
bescherming. Als wij werken, zult gij
ons de vrucht van onzen arbeid ont
nemen. Wij staan buiten de wet. Wij I
worden overgeleverd aan uw wille-j
keur. Welnu, hel zij zoo. Maar ver
oorloof mij twee vragen Denkt gij,
dat mijn kinderen, die ge de bescher
ming der wet weigert, ooit nuttige
ludtii in uw maatschappij zullen
worden. dan wel schurken.' En
denkt ge werkelijk, dut zij nooit ge
vaarlijk voor u kunnen worden, om
dat ge hun vader de wapenen hebt
ontnomen?
De rechter (woedend): Ellendeling.
Jc bent dol. Je misdaad kent geen
gionzen. Scheer je weg.
Moraal De fout der Pacifisten is,
aai ze nooit rekening houden met de
zwakheden der menschelijke natuur.
De rechter is een pructisch man, die
niet als de idealisten het onmogelij
ke verlangt.
De bibschop van Paderborn, dr.
Scliultc, heeft aan den nuntius te
Münch'en een telegram gezonden,
waarin hij hem om bemiddeling bij
den Paus verzoekt, opdat deze bij de
Entente aandringt op verzachting
van de voorwaaiden, die „het Duit
sche volk tot wanhoopsdaden zouden
brengen en een wereld-revolutie ten
gevolge zouden kunnen hebben."
De Entente-autoriteiten gaan
blijkbaar rekenen met de mogelijk
heid, dat de Duitschers weigeren zul
len het vredesveitlrag te teekenen.
Maarschalk Focli is men weet 't
reeds aan den Rïïn aangekomen.
Nu wordt evenwel ter aanvulling
en ter waarschuwing aan de Duit
schers gemeld, dat hij daar m i I i
taire maatregelen neemt
voor 't g o v a 1 de Duit
schers weigeren 't vredes
verdrag Ie teekenen
Van regeerlngc7 ij-de in Duitschland
wordt medegedeeld „Absoluut uit de
lucht gegrepen, onzinnige berirVen
behoeven alleen dan tegen gesproken
te worden, wanneer daarvan door
kwaadwilligen gebruik wordt ge
maakt voor een propaganda tot elk- n
prijs. Dit geldt voor het van a'len
zin ostbloote geruch', dat. m-t voor
kennis van de R'-ksregeerin?'. offi
cieren het vok zouden ophitsen voor
een nieuwen oorlog, waarvoor de chef
van den generalen staf te Beriijn
reeds een plan zou ontworpen heb
ben.
Daarom worde hierbij uitdrukke
lijk verzeke-a dat geen regeerings
lichaam, noch iemand, wie dan ook,
die zijn volle verstand heeft, deakt
aan het uitroepen van een nieuwen
oorlog, en dat de chef van den gene
ralen staf aan niets minder denkt
dan aan de uitwerking van zulk een
plan.
De „Neue Ta" schrijft: Wij zijn
van de best Ingelichte diplomatieke
Fransdie rijde gemachtigd het vol
gende mede te deelen:
De vredesvoorwaarden die in de
Fronsche b'.aden zijn meegedeeld,
zullen alleen gelden voor het geval
dat Duitsch-Ooetenrïjk zou vasthou
den aan aansluiting bij Lhiitscli-
land. Deze voorwaarden zijn u.et
definitief, evenmin ais de beslissing
over de territoriale kwesties. A.ies
hangt van de houding der Euiiscnt»
Ooslenrijksciie delegatie af. ueze be
paalt welken vrede D.-U. van de En
tente kan bekomen. He stemming
bij ons in Frankrijk is voor E»u:iscii-
Oostenrijk buitengewoon gunstig.
Er kan veel worden bereikt, wanneer
men de aans.uiting bij Duitschland
in oprechtheid laat vallen.
't Is niet gemakkelijk om ue wen
schen der verschillende Eniente-v.u-
teri met elkaar overeen te brengen.
Eerst waren de Italianen
bcos. Ze zijn nu weer ter vredescon
ferentie' teruggekomen, maar is
nog voor de buitenwereld onzeker
hoe de Fiume-quuestie zal worden
opgelost om verdere ontevredenheid
der Italianen te voorkomen.
Toen toonden de Belgen zich
onvoldaan. Er zijn hun toen conces
sies gedaan, maar geheel tevreden
zijn de nelgen hlijkbaat nop niel.
Daarna kwamen deChineezf n,
Hun vredesdelegaüe is uit Parijs ver
trokken. China weigert het vredes
verdrag te teekenen a!s de Duit
sche rechten op Sjangtocng niet aan
China maar aan Japan worden afge
staan.
Nu zijn 't de Roemeniers uit»
klagen De RoemeenscLie delegatie
dreigt Parijs te veriaten wegens liet
besluit om het Banaat tUSSOnen Ser-
viö en Roemenië te verdeeien.
Bovendien zijn ook de Port u-
g e e z e n aan liet mopperen. Zij heb
ben eischen ingediend om ook voor
deden te genieten' bij de verdeeling
van t vroegere Duitsche gebied in
Afrika.
De Raad van Vier of Vijf heeft wel
zware zorgenl
Verspreid nieuws
IN DE OEKRAÏNE neemt de anti
Bolsjewistische beweging sterk toe.
't Leger der anti-Boisjevvisien is er
IM.UIW man sterk en heeft reeds be
langrijke strategische punten bezet.
IN GALILIë is een Poolsche leger
macht verslagen. 140 Polen wei-den
gedood en y>0 gevangen genomen.
IN OOSTENRIJK is de nachtarbeid
voor vrouwen en kinderen lil indus-
triecle bedrijven verboden.
DE GRIEKEN hebben Smyrna bc-
DE RUSSISCHE QUAESTIE.
Keieiisky, de vroegere Kussiscne dic
tator, i& te Punjs aangekomen en
daar 11 genoor ontvangen -tour den
Aiuerikaanschen vreaesgedeiegeerde
kolonel House.
DE KONING VAN BELGIë is pel
vliegtuig naar Engeland vertrokken.
hongersnood in Armen.
Een telegram aan de Times van
dr. J. H. '1. Ham, döi president van
Grïnnell College (Iowa), die aan het
hoofd staat van de Reliefcommissie
voor Armenië en Syrië, meldt gru
welijke dingen. Hij verklaart:
Alexandropbl, een groote, en K"6j-
Feuilleton
GUY THORNE.
42)
Het is wel ruw, zeide Lloyd,
maar dat zal u zeker niet kunnen
schelen, na u voor deze zaak Tic-
gaat. U zult moeten wisselen bij de
eerstvolgende halte, maar Duvid
Evans zal den geheelen weg over bij
u blijven.
Zij bedankten hem en kropen op
den wugen, vergezeld van een stil
zwijgend man m geribd bombazijn
gekleed. Lloyd ging naj.r eet. w.jsel
terzijde van het perion tn trok liiar
over. Er klonk een geklikklak, aan
den kant van den berg verscheen een
licht, een bel weerklonk en toen trok
de staten kabel en begon de wagen te
bewegen. Zij gingen op een paar zak
ken op den vloer zitten, toen dc weg
begon te stijgen en het ding te schuin
stond om het evenwicht te bewaren.
Ue lichten van het dorp gleden on
der hen weg. Twee lichtende roode
pn groene puntjes wezeij de plaats
aan waar de „Mabinogion" aan de
pier gemoord lag. Toen verdwenen
ook deze in het niet en dc wind werd
koud, terwijl het geweld van hun
stijgenden wugen een luiden echo te
voorschijn riep uit de bergwanden,
wiuiriusschen zij zich voortbewogen.
Het was een vreemde gewaarwording,
deze wilde bestorming van den berg.
Zij konden niets anders zien dan de
sterren boven hen en de uitgestrekte
leisleenwanden aan beide zijden. Ein
delijk verminderde de vaart, zij voel
den een korten ruk en toen rolden zij
eenige meters ver over eon horizonta
len bodem.
Evans steeg uit en beduidde hun
hetzelfde te doen. Een electrische
lamp werd aangedraaid en zij bevon
den zich op een klein perron, dat
omringd was door een hoog amphi
theater van rotsen Een lage, gapende
tunnel dio naar boven voerde, lag,
zooals zij bij het licht, dat schitterde
op de rails, zien konden, vóór hen.
Zij begaven zich op een anderen wa
gen. Weer klonk het luiden van een
bel en reden zij de duisternis in. Nu
was de weg veel steiler. Het had er
veel van, of zij tegen oe-n ladder op
rolden, die tegen een huis staat, zoo
ais zij daar op den waggon neerhurk
ten. Het lawaai was oorverdoovend en
het scheen uren te duren.
Eindelijk frisóhte de warme lucht
in den tunnel wat op en kwamen zij
in de groote middelste groeve uit
een reusachtige ruimte van onbeken
de afmetingen, waarin alle geluiden
eènige malen herhaald werden, ©en
eenzame, schrikaanjagende plaats.
Hun gids ontsloot de deur van een
kleine schuur en kwam met drie lan
taarns terug, die hij aanstak.
Wanneer u mij precies volgt,
zeide hij, beslaat er geen gevaar
en dan bent u in tien minuten boven
op de heide.
Zij hepen tusschen booge blokken
leisteen uoor, ontweken spoorrails en
een onnoemelijk aantal kleine schuur
tjes, tol dat zij een ruw uitgehouwen
trap bereikten, die in den loodrechten
rotswand was aangebracht. Aan den
eonen kant was een touwleumng, aan
den anderen de rots zelf.
De kleine man klom vooraan als
een reusachtige dwerg en zijn lan
taarn wierp fantastische beelden van
licht en schaduw op de rots. Hooger,
steeds hooger klommen' zij de wente
lende trap op, totdat zij ze.ker wel
driehonderd voet gestegen waren en
niets hen van den grond beneden
scheidde dan de leuning van touw,
die vochtig was van den avonddamp.
Eindelijk was de tocht afgeloopen.
Zij gingen door een poort in de om
heining, die den afgrond afsloot en
stonden plotseling op de heide.
Gaat u naar hel Kasteel? vroeg
de man.
Ja, wij willen eens gaan hooren,
of er soms nieuws is, zeide Gerald.
Hei is geen vijf kilometer meer
hier vandaan. De maan zal wel gauw
opgaan eu u kunt den weg niet mis
sen, wanneer u dit spoor volgt, tot
dat a aan den weg komt. Dun gaat
't steeds maar rechtuit tot aan hei
Kasteel. U kunt deze lantaarns wei bij
u houden.
Gerald bedankte, gaf hem wal geld
en toen verdween de man weer ach
ter den rand van den afgrond.
Zij liepen zoowat twee kilometer
lang stevig door, totdat zij eeu hui
den weg bereikten, die van het Kas
teel naar een ander gedeelte van ue
groeven leidde, vanwaar olie benoo-
digdheden kwamen. Toen bliezen zij
de lantaarns uit en verborgen ze in
een heidestruik.
Ik ken den plattegrond van het
Kasteel geheel uit mijn hoofd en ik
kan mij niet vergissen. Wanneer wij
eenmaal binnen zijn, moeten wij ons
door de omstandigheden laten leiden.
Ik persoonlijk voel mij tot aiies in
slaut.
Ik ook, mijnheer, antwoordde
Winterbotham, en zijn 6tem klonk
grimmig en vastberaden.
Er is nog iets, dat ik zeggen
wilde. Ons voornaamste plan is om
juffrouw Milton te redden, daar zijn
wij het toch over eens nietwaar?
Natuurlijk, mijnheer Boynton.
Mooi zoo. Het afschuwelijke ge
heim waar Fanshawe op doelde komt
slechts in de tweede plaats. Nu is het
zeer wel mogelijk dat één van ons
bij het wegvoeren van juffrouw Mil
ton als het ons tenminste gelukt
ten onder gaat. Ik wil je Laten be
loven, Winterbotham, zooals ik bet
jou beloof, dal degene, die de kans
schoon ziet haar mee te nemen, het
doet, zeHs ai moet hij den ander ver
laten. Ik weet wel, dat ik veel van
je vraag; voor inij is het natuurlijk
een ander geval.
Ik vind alles best, mijnheer,
antwoordde het kleine mannetje een
voudig. Ik su geheel onafhanke
lijk in de wereld en ziet u, ik zou wel,
net als u, voor de juffrouw willen
sterven. Hun handen drukten elkaar
in een krachtige greep van ridderlijk
heid en gezamenlijke trouw.
De maan zal zoowat over een
uur opgaan, zeide Gerald, toen zij
eenige meiers ver den weg waren op-
geioopen. Met deze snelheid zijn
wij over vijf-en-twintlg minuten bij
het Kasteel. Denk je ook niet, dat het
duizendmaal verstandiger zal zijn om
naar binnen te dringen, wanneer het
nog donker is?
Ik vind alles goed, wat u zegt,
antwoordde Winterbotham en zij zet
ten er een flinken, stevigen stap in,
op het mos aan den kant van den
flauw-zichtbaren weg.
Tien, twintig minuten verliepen en
teen raaide Winterbotham Gerald's
rm aan en siste zacht.
Daar! fluisterde hij.
Zij tuurden door de duisternis heen
en daar scheen een geweldige blok
metselwerk zich voor hen te verhef
fen, zwarter dan de nacht en zwijgend
als het graf. Gerald knielde op den
grond neer, haalde Fanshawe's plat
tegrond te voorschijn en legde er een
lichtend kompas op.
Dit is de zijde, die Wij hebben
moeten, fluisterde hij, na een onder
zoek van een halve minuut. 1
moeten den muur een heel eind raas
rechts volgen Ah!
Er gebeurden tegelijkertijd twee din
gen. Hoog boven hen in de lucht
werd een schitterend, geel licht zicht
baar en van veraf bereikte hen het
diejie, zware blaffen van een hond.
Dat komt van den anderen kant
van het Kasteel, mompelde W inter
botham. Maar wal zijn die lich
ten?
Laten wij gaan kijken.
De weg sloeg naar links af. Zij
kruisten hem zonder verder een
woord te spreken, baanden zich een
weg tusschen de hei aan de rechter
zijde, welke, zooals Fanshawe hun
verteld had, tot aan den rand van
de gracht doorgroeide. Elk oogen-
blik zagen hun ingespannen blikken
den zwarten steenklomp naderbij ko
(Wordt vervolgdk