HetSpookvanVoroshegy HAARLEM'S DAGBLAD Gemengd Nieuws WOENSuAQ 4 JUNI 1919 - TWEEDE BLAD Amsierdamsche Brieven Wanneer ik een rubriek: „Bekende Amsterdammers" moest openen, zou de eerste wiens portret daarin ver scheen zijn burgemeester Tellegen. „Nogal logisch", hoor ik zeggen, want roen begint nu eenmaal met nummer één. Maai- (Jaar antwoord Ik op. dat het geen overwegingen van hierachischen aard zijn, die het eerst de figuur van den kleinen, grij zen burgemeester te voorschijn roe pen. wanneer ik aan „bekende" stad- gencoten denk.Uit den aard der zaak zeer zeker, is de burgemeester '"an de hoofdstad een bekende persoon lijkheid in stad en land. De man, die, naar het fiere woord van een oud-magistraat. geen macht boven dïdh kenj, in don Staat", die „geen kruier is van de Regeering", die, in OMenbarneveld's en Johan de Witt's tijd een machtsfactor was, waarme de rekening werd gehouden, door de Hoogmogende Heeren Slaton Ge neraal. .behoort allicht in zijn uiter lijke verschijning en sn zijn faits et gestes tot de ...personen van wie men spreekt". Maar zóó bedoel ik de bekendheid van burgemeester Teilegen niet. Niemand zal zeggen, dat onze burgemeester het toonbeeld van een gestreng, deftig heerscher is. Integendeel. W ie de raadszittingen op het Prin- lenhof bijwoont, verbaast zioh niet weinig over den „gemoedelijke pan", die het er is onder burgemees ter Teilegèn's leiding. En men moet net af en toe bepuald minachtende in de stem van een raadslid als prof. Fabiue hooren, om overtuigd to zijn hoe in de kringen die een vijfen twintig jaar geleden bij uitsluiting in don Amsterdanischen Raad verte genwoordigd waren een soort heim wee bestaat naar den terugkeer van afgemeten regenten als den statigen Veiling Meintsz, of den autocrati sch en Van Leeuwen. Neen, autocratisch is de heer Tel legen allerminst en stijf lieelemaal niet. Wie afgaat alleen op de wijze, waarop hij de raadszittingen presi deert, zou geneigd zijn hom een be paald slappe, zwakke persoonlijk heid te noemen. Dikwijls gelukt het hom maar met de allergrootste moei te zichzelf verstaanbaar te maken, en onder zijn huiselijk gekeuvel, waar aan alle rhetorieche zwier ont breekt. debiteert hi) zelfs vaak zulke kinderlijkheden, dat er in het college van ©delachtbaren een allesbehalve plechtig hoeratje opgaat. Maar oordeelen „selom les apparan- ces" is Immers, zoolang de wereld bestaat, ais uit den booze'? Burge meester Teilogen moge door i'n on-magostrale Imrgermane vriende lijklieid en meegaandheid den indruk van een niot-krachtigen regeerder maken, wie zijn strijd in moeilijke distributie- en rantsoeneeringsdageu tegen verkeerd regeer-be'.eid gevolgd heeft, wie de missives heeft gelezen .door het ooilege van B. en W. her haaldelijk tot de rogoering gericht, in hoofdzaak uitgaande van hem en wethouder Wibaut, heeft bewonderd de zelfbeheeicchende kracht. Burge meester Telleen is geen man om zich m volle lengte op te richten en, zich op de borst slaande,te uiten in termen a!s ik hierboven citeerde. Maar uit zijn geschriften zolf spreekt die eigen kraebt, dat fiere bewust zijn van macht en verantwoordelijk heid. Wat den Amsterdammers, die in alles dadelijk „aanstellerij" zien, zoo sympathiek voor den burgemees- ster 6teiut, is' zijn spreekwoordelijke» eenvoud, zijn afkeer voor alle dé cor. Op straat wijst men het ietwat gebogen, oude heertje met den onaf- scliei del ij ken deukhoed die zonder eenige ostentatie naar het stadhuis wandelt of tramt, aan als het type van den democratischer] burgervader par excellence. Men ziet in hem den man, die het burgemeesters ambt niet opvat als ecu eer e-ambt, maar als een w e r k-ambt. Bergen werk kan de burgemeester verzetten, en hij doet het ook. Wat hij in zijn vo rige functie als hoofdambtenaar en in zijn tegenwoordige voor den wo ningbouw en voor de huisvesting in Amsterdam gedaan heeft, is op zich zelf een prachtig monument van een wel-besteed leven. Hij is als de stad zelf: zonder uiterlijke praal, wars van mode of opschik, vol lust voor stoer en onafgebroken hard werken. Talrijk zijn de anecdoten omtrent '^burgemeesters toegankelijkheid voor deder en zijn waanachtig-democra- tisohe allure. Toen, in den tijd van de aardappel-onlusten een paar goed van den tongriem gesneden vrouwen uit-het-volk den geduldig luisteren den magistraat haar nooden en be zwaren hadden geklaagd. Het een zich ontvallen, dat. de burgemeester gemakkelijk praten had, want dat zijn tafel wel altijd van goede klei aard appel en ruim voorzien zou zijn. Men moet hem toen zelf met. z'n ietwat krassende 6tem hebben hoo ren zeggen: „de burgemeester van Amsterdam heeft geen aardappel ln z'n kelder", om te beseffen welk een wereld vanmee-leven met de bur gerij, van zelf het voorbeeld gevem, zich aan de verordeningen te hou den, daarin verscholen lag. Dl zou me bijna laten verleiden mijn geheel en brief aan. burgemees ter Tellegen te wijden, vergetend, tatat ik niet bezig ben aan „de por tretten van bekende stadgenoot© n'. Ik voelde echter behoefte bij "s burge meesters zestigsten verjaardag Za terdag hem even in het zonnetje te zetten. Zelf heeft hij zich en wat ligt beter in zijn lijn? door vertrek aan alle huldebetoon onttrokken. Het is geen acrobatische toer om van burgemeester Tellegen op het chapiter woningbouw over te wip pen. 'Wie denkt bij het vraagstuk wo- ningbouw-stadsschoon niet in de eer ste plaats aan de Vijzelstraat-bebou wing, en bij het vraagstuk: woning- bou w-volkshuisvesting aan den voortdurgiden, onverkwikkeiijken 6trijd lussclien Publieke Werken en den Woningdienst? Het is niet de Vijzelstraat-bebou wing tot nu toe een lijdensgeschiede nis geweest. Iedereen was, toen ein delijk het sloopingswerk begon, toen men zich langzamerhand kon gaan voorstellen welk een prachtige ver- koersweg de verbreede Vijzelstraat, zou worden, met het Munt-plein en den Munt-toren als mooi sluitstuk, verheugd. Het bleek echter, dat men zich. ion aanzien van het begin, tussclien Sin gel ai *Heerengracht verrekend had wat de hoogte der te bouwen peree©- len in verband met de breedte van de straat betreft, waardoor het stads beeld zou worden bedorven. De Raa;l nam toen het verstandigste besluit, dat in de gegeven omstandigheden te nemen was, en vroeg een deskundige advies, n.l. den architect De Bazel. IVze adviseerde tot arcaden-bouw. Hij was van oordeel, dat noch de economisch-commercieele.noch de aes thetische belangen daarbij in het ge drang kwamen. Dc pijlers zouden geen bewaar opleveren voor het ver keer, de bogen konden zoo hoog ge bouwd worden, dat dc winkels vol doende licht kregen, de straat zou er in aanzien door winnen en liet ge zicht op de Munt niet worden belem merd. Wanneer een verstandig mensch het oordeel van een deskundige in roept, omdat, zijn eigen inzicht faalt, dan legt hij zich bij het oordeel van den deskundige neer. De onsterfelijke Amsterdameche Raad doet dat an ders Die weet voor het Vijzelstraat- probleem geen oplossing, vraagt het advies van een autoriteit 3ls De Ba- ze) en verwerpt het dan. Het spreekt vanzelf, dat de heer Do Bazel zich thans op het stand- (nunt plaatst, dat de Raad nu maar zelf de bouwplannen in elkaar moet zetten, en daar zijn schoone dingen van te venvachten! Het is dubbel jammer, dat het werk nu voorloopig weer geen voort gang heeft. Het gebrek aan winket en woonruimte eischt dringend voor ziening. Met het oog op het vreemde- lingenbezoek is het ook alleszins wen- schelijk dat, hoe eer hoe beter de te genwoordige rommel wordt opge ruimd en er oen fraaie boulevard ge bouwd wordt en uit algemeen sociaal- economisch oogpunt verdient het ze ker aanbeveling, dat werken als de Vijzelstraat-bebouwing zoo spoedig mogelijk ter hand worden genomen. Maar, hoe lang zal het nu nog du ren? Er zijn in den loatsten tijd weer ergerlijke staaltjes van gemis aan sa menwerking tussclien publieke Wer ken en Woningdienst onder de pu blieke aandacht gebracht. Het komt herhaaldelijk voor, dat Publieke Wer ken met plannen gereed Is, doch dat Woningdienst soms een jaar laat wachten en er van af-werken geen sprake kan zijn. Het ls nu wel geble ken, dat de fout niet bij Publieke Werken schuilt. Het ligt evenmin bij den wethouder van Publieke Werken als bij dén burgemeester die Woning dienst tot zijn departement heeft. De fout is, dat de directeuren van beide diensten niet samenwerken en niet door één boven hén geplaatste tot sa menwerking bunnen worden gedwon gen. Zeer ter edit heeft daar onlangs de oud-wethouder Mr. Z. v. d. Bergh op gewezen in een interv^w mei een der groote bladen. De ervaring heeft geleerd, dat de dienst van Publieke Werken en de Woningdienst onder één en denzelf den wethouder behooren te ressortee ren. Men zal moeten overgaan tot een andere verdeeling en groepeering der functies dan tot dusver. Het zou een mooi begin voor den nieuwen Raad zijn om dat tot stand te brengen. AMSTERDAMMER. Van lngqionden «tukVen, («plaatst of Biet geplaatst, wordt da kopie dan Inlander niet ternerageren Voor den lnhond daaar rnhriak «teil da Bedactle lioh niet aanaprakeltjk. Samen w.nsn en samen huishouden. M. de R.l Giondgedachte: het zedelijk voor deel van onderlinge welwillendheid. Ie gevolg. Beperking van aange wende behoeften. 2e gevolg: Bezuiniging door samen wonen. 3e gevolg: Bezuiniging door samen- huishouden. 4e gevolg: Bezuiniging door vermin dering van dienstpersoneel. 5o gevolg: Groote veiligheid. 6e gevolg: Vriendenzorg bij afwe zigheid of ziekte. 7e gevolg: Tot zekere hoogte gezel ligheid. Grondgedachte: Bij bet ont- worpen samenbouwen moet de ge dachie voorop staan, dat de vele in- tellectueelen. die nu eng en bekrom pen naast elkaar leven, zonder eeni ge onderlinge aanraking hun eigen beperkt leven kunnen verrijken door aansluiting ts zoeken bij lotgenooten. Al de thans in afsluiting leven den zullen door elkander te helpen ook zichzelven kunnen dienen, mits ze bereid zijn kleine opofferingen te doen ten bate van anderen. Uit die wederzijdsclie bereidwilligheid tol dragen van elkanders lasten ontstaat eene vereffening van bezwaren, die zich omzet i erbetering van dag- bestaan. Maar zij. die zich aansluiten moe ten onderling van goeden wille zijn en niet hoofdzakelijk hun eigen voor deel in 't oog houden. Zij moeten buurschap willen oefenen, want ie dereen is op zijn beurt buur van een ander. Het voordeel ligt overigens voor de hand. Denkt men zich één gebouw waarin verschillende vertrekken on der één dak en binnen ééne ommu ring zijn ondergebracht dan verval len alle, in gewone tijden overbodige ruimten als dienstbodenkamers, lo- geer-vertrekken, eetkamers enz. Ik stel mij voor, dat het ontwerp voor eerst niet grooter gedacht dan voor 12 kleine gezinnen of eenloopende personen (allen zonder kinderen oï honden) iets wordt als een groot ge zamenlijk beheerd pension. Men ontdoet zich van eigen bedien den. Men eet al dan niet afzonderlijk, aan eigen of gemeenschappelijke ta fel naar keuze uit de keuken van het gebouw. Deze keuken staat onder beheer van eene huismeesteres, gediplo meerd door kookschool- en huishoud school, die, met eene kookster en desnoods helpster, voor de heele voe ding zorgt. Samen huishouden. Men is gehouden voor de noenmalen en middag-etenstijd en jfzoowcl aan vast gestelde uren als aan spijslijst, voor af voor de heele week in de groote lijnen vastgesteld; waaraan men ech ter naar behoefte Jets naarmate van gezondheidseischen of geneeskundig voorschrift kan toevoegen of afne men. Ontbijt- en avond-etensuren blijven binnen zekere grenzen, door het huisbestuur te stellen, vrij. De inkoop van voorraden, het be waren er vod, het afsluiten van leve ringscontracten, het bereiden der spijzen geschiedt als In een grooï pension voor rekening der gemeen schap. Wie in zijn kamer bediend wil wor den (behalve het geval van ziekte betaalt daarvoor volgens tarief iets extra j- maar heeft geen voorkeur van spijzen. De huismeester (als dat kan echt genoot der hulsmeesteree) heeft de afsluiting der contracten en de ver zorging der voorraden. Ook voert hij het geldelijk beheer. Voor dat alles worden coider de inwoners, bij keuze, enkele dame* ot heeren aangewezen, met wie de huis meester en huismeesteres hebben te raadplegen. De keuze onder de inwoners kan, desnoods, zoodanig geregeld wor den dat het waarnemen van dat op zicht, bij beurten geschiedt. Een der inwoners echter, hetzij dame of heer, heeft de leiding van het geheel. Geldelijke vergoeding wordt daarvoor niel genoten, maar de persoon die ik maai' gemakshalve Presidente) noemen zal, heeft de be voegdheid zich te doen bijstaan voor de noodige boekhouding en briefwis seling, door een bevoegd persoon, die wél bezoldigd wordt nit de kas der gemeenschap. Kan dat tevens de huismeester zijn, dan is dat een voor deel. Ik stel mij voor dat de regeling van dat gemeenzame huishouden ge schiedt als de samenwoning door officieren aan boord van een oorlogs schip. Er is daar een, bij keuze aan gewezen „chef van de gamelle" die den officier-hofmeester en -kok onder zijne bevelen heeft. Het kommatie- want (d. i, het aardewerk en glas werk) is eigendom van de gamelle, maar ieder officier heeft zijn eigen tafelzilver en verder gerief. In het hier gestelde geval zal er dus wel ééne var» dt dames „chef van de gainelie" zijn, terwijl één van de hee ren „chef van de wijngamelle' wordt, waardoor ieder van de bewoners ont heven wordt van zorg voor zijn wijn tje, maar het toch naai wensch be stellen kan. De verrekening heeft maandelijks plaats. Dienstboden Over het dienstboden-vraagstuk kan ik kort zijn. Men beseft echter met genoeg, dat de wortel van het kwaad daarin schuilt, dat men in de gewone mis- houdeng altijd haif-rüpe meisjes ne men moet, die niet hare toekomst in de dienstbetrekking men, maar alleen uit huis gezonden worden om het huishouden der ouders te verlichten. Zij willen met dienstbaren blijven, maar kijken uit naar den trouwdag. Hare harten zijn niet bij de tijdelijk aanvaarde betrekking. Dal verandert geheel als men be zadigde dien aren'ft zij mannelijke of vrouwelijke) aanneemt, wier toe komst wèl in het diepen ligt. Zij krijgen dadelijk een goed loon: tre den in het pensioenfonds, dat natuur lijkerwijze ingesteld wordt; krijgen desnoods lijfrente-verzekering nameen bepaald aantal dienstjaren; hebben lichten dienet omdat zij vaste dienst- beurten hebben. Als men rekent dat eene volle dienstbode, hoe onbe kwaam ze zijn moge, op f 200 jaar- Joon komt en met belasting en kost geld f 500 kost, wondt er door de 12 geraamde gezinnen f 8400 per jaa. bespaard. Uit dit gespaarde bedrag kunnen de loonen van huismeester en huis- meesteres. met keukeiunend en 3 4 boden mèt hun kostgeld ruim gevon den worden. Fooien worden in elk geval afge- schaft. De verleiding van de inwo- iners om zich door kleine fooien extra bediening te verzekeren, moet niet geopend zijn. Men kan en mag zijn fooien besteden ln den fooienpot. die voor alle dienstboden bestemd is en waarvan het bedrag jaarlijks naar kwaliteit- en loonstandaard verdeeld wordt. Er is een liet&jongen, die de ge meenschappelijke boodschappen in de stad op vaste uren gaat doen. Dit jochie mag desnoods extra befooid worden, doch ie natuurlijk in hoofd zaak ten dienste van huismeester cn 'huiemeesteres. Vedligheid. Bij de, ver moedelijk aanstaande, te verwach ten groot© toeneming der brutale in braken, heeft het gevoel van volstrekt opzicht over de binnenkomenden en de onderlinge controle der bewoners eene groote waarde. Voor vreesach tige personen is het genoegelijk te weten, dat zij onder één dak zijn met buren, die te hulp komen snellen, ook in geval van plotselinge ziekte. De huistelefoon is in iedere kamer. Desnoods kan een bezoldigde nacht wacht worden aangesteld, vergelijk baar met den nachtvelligiheidsdlonst hier in de stad. Geldswaarden, voor degenen die gêen open bewaargeving bij hunne bank hebben, kunnen in eene ger meensobuppelijke kluis, waarvan de sleutel berust bij den voorzitter of zijn plaatsvervanger, worden ge borgen. Er zullen vaste dagen of uren gesteld worden voor de opening der kluis, waarin ook de geldswaarden der gemeenschap geborgen zullen aaijn. Br valt alsdan niets te kapen en de echte dieven zullen daarvan op de hoogte zijn: gelijk men aan boord van eene mailboot zijne fondeen bij den belieerder brengt. Afwezigheid o f ziekte. Eerstens is de huismeester de aan gewezen persoon om voor iemand, die afwezig al zij hej slechts voor enkele uren, brieven in ontvangst t© nemen of c. q. telegrammen te ope nen. Voorts bij langeren duur van het afzijn, brieven en telegrammen of boodschappen door te zenden aan op te geven adres. Dit slnit niet uit den dienst of be middeling van buren; maar regelt al leen d© ambtelijke verzorging der be langen van de bewoners, zoodat b.v. toevallige bezoekers allicht iemand vinden, met wten zij spreken kunnen over de plannen der afwezigen. In het voorhuis van h©t gebouw is «ene lijst, waarop de bewoners aangeven hoe lang zij denken weg te blijven, waar zij henen gaan, waar ze ver moedelijk zijn te bereiken. Gezelligheid:.,kan niet voor geschreven worden, noch kunstma tig wordep gekweekt. Maar het ligt toch voor de hand, dat de menschen, die in zekeren zin zich tot samen woning hebben vereenigd, in den dage lijkschen omgang elkander n:et zóó zullen schuwen als thans, helaas, do gewoonte is. Met volledige cerbiedi ging van elks huiselijke vrijheid, Ls !het te verwachten, dat m©n geza menlijk hier en daar een partijtje kaart speelt of muziek beoefent of een praatje maakt. Aansluiting aan de gemeenschappelijke tafel, als men dat verkiest, voo*" menig alleenwonende genoegelijk kunnen zijn. Ook worden uitstapjes in den schoonen omtrek of gezellig bezoek van concert, opera of schouw burg al heel licht beraamd en uit gevoerd. Er zijn onder de 12 gezinnen teeker wel personen te vinden, die «talent hebben om genoegelijke uit- stapjes te beramen. De samenwoners sluiten zich aaneen, volgens natuur lijke gegevens, al sluiten zij hun hui selijk leven ook nog zoo streng af van ©ene buitenwereld, die zij als vijan- dig-gezind beschouwen. De zomer gasten in een pension zoeken ook el kander op. tiet gebouw. Aannemende dat er twaalf gezinnen of eenloopende personen zich aanmelden dan moet er ruimte zijn voor het volgende b.v.: b gezinnen van 5 kamers is 30 ka men,. 3 gezinnen van 4 kamers is li ka- 3 gezinnen van 8 kamers is 9 ka- mers Logeer- of gastenkamers 6 of 8. Er is nl. te rekenen op berging van tijdelijke logees, die men dan niet meer in eigen huis behoeft te ontvan gen, waardoor een kamer per gezin gespaard wordt. Twee vleugels van het gebouw zijn daarvoor aangewe- zen. Kleine vertrekken voor spreekka mers: 2 kamers. 1 eetkamer, 1 gezelschapsz., 1 bi bliotheek, 1 leeskamer, 1 muziek-, 1 rook-, tc zamen 6 kamers. Huismeester en huismeestcres: 4 kamers. Dienstbodenvertrekken 4 maal 2 ka mers: 8 kamera. Samen 77 kamers. Behalve keuken, waschhok, fietsen bergplaats, brandstoffen en petro leum-, provisiekamer, kelder, zolder voor berging. Geraamd is.dat het gebouw niet meer dan twee verdiepingen zal heb ben, behalve de zolder waar iedereen zijn afgepaste ruimte voor rommel hebben zal. Er is dan geen personen iift noodig en ieder der bewoners heeft een gemakkelijken toegang tol den tuin. De tuin is ontworpen als eeai ge- meenschapsluin, terwijl bovandien elk der bewoners nog een eigen tuin heeft, voor den bénedenwoner aan de oostzijde, voor den boveiiwoiier aan de westzijde, of hoe men zulks schik ken wil. Voor het geheel vrijstaande gebouw is dit gemakkelijk tc regelen. Voor de gezinnen van 5 kamers wor den afzonderlijke badkamers gesteld. Die van 4 en 3 kamers hebben geza menlijk eenige badkamers. Zoo kun nen b.v. ook de. W. C.'s zonder be zwaar, evenals in een pension, tot ge meenschappelijk gebruik zijn. Wie logees krijgt bergt ze in een deii zijvleugels en betaalt volgens tarief. Voor de inrichting en het onderhoud dier kamers moet eenig meubilair sa beddegoed door de gemeenschap aan- gescliaft en onderhouden worden. Alleen voor dit geval worden kin deren toegelaten. Geldelijke belangen. Ken gebouw als liet vóór omschrevene kan op een terrein van 12 aren behoor- lijk plaats vinden. Voor het hoofd- getrouw en omgeving 5 aren stellende heeft men 7 aren tuin over. Wat wel weinig is inadr dit is maar een schets om dc gedachten te bepalen. Gerekend tegen een grondprijs van f 7 per c.A. behoeft het gebouw naar dc tegenwoordige bouwprijzen riiot meor te kosten dan f 100.000. Er wordt verwacht dat de bewo ners f 40 m. bijeenbrengen waarvoor zij van de gemeenschap 4) rente krijgen. Voor f 60 m. wordt hypotheek genomen tot 5 waarop jaarlijks minstens f 1000 af te lossen. De deel nemers storten in evenredigheid van de door hen begeerde ruimte. Er zijn pl.in. 51 kamers beraamd d.i. per kamer pl.m. f 800 storting. Voor degenen, die zoo iels niet kun nen missen geldt de verzekering dat de aandeden zelve ook geschikte voor werpen zijn voor pandgevinK in hy potheek, zoodat hetgeen men in con tanten moet storten daardoor al zeer beperkt wordt Deze aandeelen zijn overdraagbaar. Maar uitgaande van het beginsel dat het eene samenwoning van personen en niet van belangen is, moeten de bewoners hunne goedkeuring hechten j aan de vervanging der deelhebbers. De aandeelen zullen geleidelijk in waarde stijgen naar mate de hypo- teekaflossing doorgaat en het denk beeld van samenwoning doordringt. Maar het mag geen speculatie worden en m.i. is het best te bepalen dat mo gelijke winst op de aandeelen ten bate der gemeenschap komt. Er zijn 51 kamers die huur opbren gen. Stel 6 gezinnen van 5 kamers a f 600 huur f 860(1 3 gezinnen van 4 kamers a f 500 huur 1500 3 gezinnen van 3 kamers f 400 huur 1200 Logeer- en gastenkamers jaar opbrengst 2U0 Samen huuropbrengst f 6500 Over f 100.000 kapitaal is ver schuldigd 5 rente van hyp. a f 60000 f 3000 4J rente van kapitaal der deel nemers 18110 Onderhoud in de eerste jaren 700 Daarna hooger. maar dit weegt op tegen de aflossing der hypo theek, belasting en verzekering 300 Aflossing op hypotheek 700 f 6500 Bedrij fskosten. Gas, elecu-i- citeit, waterleiding (koud en worm), telefoon, centrale verwarming, goro- kend naar het aantal kranen in de vertrekken en andere aansluitingen worden ten laste der bewoners ge bracht en maandelijks verrekend te gelijk met de kosten der middag- en andere malen. Het keukenbedrijf, de brandstof, de centrale verwarming ten bate van liftt heele gebouw wordt door de gemeen schap gedragen al3 ware zij een Bij zonder persoon en naarmate 'der ver trekken op rekening der gezinnen ge boekt. Verwarming en verlichting der eet kamer, bibliotheek, muziekkamer enz. is eveneens een '.ast der gemeenschap. Bedrijfskapitaal zal in zeer geringe mate noodig zijn. Betalen de bewo ners hunne huur 3 maanden vooruit dan is er pl.m. f 1600 ln kas De maandrekening der voeding wordt el- ken eersten dag der maand bttuuld en is dan voldoende voor de rekenin gen der leveranciers en c q. de loo nen van het personeel. De aflossing der hypotheek is e nc bate waarin tllen deeien cn die zich uitspreken zul in eene geleidelijke waarde-stijging der aandeelen. Personen die belangstelten in de verdere doorvoering der in schets ge geven denkbeelden worden verzot hl hun naamkaartjes met volledig adres te zenden aan C. J. I-I. van den Broek, Eindenhoutstruat 24. DE AARDAPPELZIEKTE. Aan het einde dezer maand wordt in Ame rika en wel op Long Island bij New- York, een congres gehouden van de Amerikaansche Phytopathologhche Vereeniging, welk congres uitslui tend is belegd ter bespreking van de middeen ter besrijdmg van aardap pelziekten. Tot dit congres zijn uitgenoodigd Amerikaansche en Canadeesche phy- topatbologen en ook een Europe -ach geleerde, n.l. dr. II. M. Quanjer, noogleeraar aan de Landbouwhooge- school te Wageningen. Door zijn belangrijke onderzoekin gen staat prof. Quanjer vooraan in ae rij der geleerden, die zich met de We zijn kinderachtig i zacht tot mijn vrouw. We zijn niet nuchter genoeg antwoordde zij en draaide de portret ten den rug toe. Uit de Ridderzaal voerde een zware eikenhouten deur, bijna zonder over gang, in d$ ruïnes van den vervul len slotvleugel. Wij bezichtigden die met groote belangs-iclling en kwamen eindelijk woor op het ,-lotplein uit. Daar trad ons Béla Keiler tegemoet. De post is juist aangekomen, ge nadige Heer zeideblj tot den Graaf; er is een brief bij aai een onbekend adres! Aan een onbekend adres? vroeg de Graaf. Hoe bodoel Je dat, Keiler? Hier is hiji antwoordde Keiler. 't ls een naam, dien ik niet eens kan uitspreken. En de Graaf las. den heer Geoffrey Gill, slot Vöróshegy bij Kisfalva. Ik was*-- hoe kon het ander-' méér dan verbaasd en ik bad moeite een uitroep van ven >sing terug te houden. Majoor Curtis daarentegen, voor wien de verrassing nog grooter moest zijn, gaf daarvan geen onkel uiterlijk toeken. (Wordt vervolgd.) Feuilleton UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY GILL, Detective door IVANS. 8) Het is niet noodig, alles wat wij zagen te beschrijven, nog alle geschied kundige bijzonderheden mede te dee ien, die Graaf Csad&nyi ons op de hem eigon, onderhoudende wijze ver telde. liot slot. gelijkt, in het alge meen, op de oude ridderverblijven, zooals men er in Duitschland en el ders zoovele vindt. Slechts Mei het mij overal op, dat de afmetingen bij zonder groot waren. Het in ruïnen liggende gedeelte is schilderachtig. hier en daar bepaald indrukwekr kend. En de uitzichten door de afge brokkelde vensteropeningen in het dal zijn meer dan verrukkelijk. Slechts twee vertrekken verdienen een afzonderlijke beschrijving, ook omdat zij in verband staan met de verrassende gebeurtenissen, waarvan Vöróshegy weldra het tooneel worden zou. De werkkamer van den Graaf lag op de eerste verdieping, juist op den hoek, waar de zijgevel van hel slot dan als 't ware uit de rotsen oprij- zonden voorgevel ontmoet. Op dezen hoek had vroeger een zware ronde to ren gestaan, waarvan intusschen het bovenste deol sinds onheugelijke tij den was ingestort en weggeruimd. Het onderste deel, thans bedekt met een plat, door een steen en balustrade omgeven dak, reikte uog tot aan de tweede verdieping. En het was ln de zen toren, dat zich op de eerste ver dieping de werkkamer van den Graaf bevond. Toen wij dezo binnentraden, uitten wij onwillekeurig een kreet van ver rassing. Wij bevonden ons in een ruim, rond vertrek. In plaats van de vroegere nauwe openingen, die niet veel meer dan spleten geweest wa ren, had men vijf booge en breede vensters in den dikker, binnenmuur gebroken, die slechts door smalle penanten gescheiden het vertrok ln een halven cirkel omgaven. Om te voorkomen, dat, tengevolge van de dikte van den muur, deze vensters iri een diepe nis zouden komen to lig gen, had men gelijk de Graaf ons later mededeelde dien muur van binnen weggebroken, totdat hij tot een normale dikte teruggebracht was. Dat was geen gemakkelijk werk ge weest, omdat het metselwerk zóó vast gevoegd was, dat men moest oppas sen niet geheelc muurbrokken uit te breken, zoodat de penanten, die ge spaard moesten worden, mede ver dwenen zouden zijn. Daar, behalve hei dak, nieis moer op dezo muren rustte, had het verdunningsproces overigens geen bijzondere bezwaren met zich gebracht. Het resultaat was nu, dat men, de kamer binnenko mende, onmiddellijk den halven hori zon overzag, waardoor men de illusie kreeg, op een balcon in de buitenlucht te treden. De schrijftafel van den Graaf stond in het midden van den halven boog der vensters. De wanden waren ver sierd met enkele goede gravures en vele jacht-trofeeën, waaronder een geweldige hertsgewei, dat in het mid den van den gebogen wand hing tus sclien twee deuren, door de eene waar van wij binnengekomen waren: Langs een smalle wenteltrap, die in de ka mer zelve uitkwam, voerde onze gids ons naar het dak. vroeger dc tweede verdieping van den toren. Wanneer go hier in den .zonne schijn staat zeide hij, zoudt ge niet vermoeden, welke lugubere her inneringen er aan deze plaats verbon den zijn. Hier, op de tweede verdie ping van den vroogeren toren, dus juist waar wij nu staan, zegt de overlevering, dat den knaap Rela, den tateren Koning Béla 11, bijge naamd de Blinde, de oogen werden uitgestoken. Toen wij weer in de kamer waren afgedaald, opende de Graaf de twee de deur en nu stonden wij in een aaii de vóórzijde van het slot gelegen, ze ker dertig meter lange zaal. Rectus zagen we een rij vensters, die op het dal uitzagen en in de penanten daar- tusschen stonden zware wapenrustin gen uit verschillende perioden, met. in den middenpenant, het compèeie pantser van een strijdros, met dan ridder de helm met een rood-gelen pluim en het vizier gesloten in den zadel. Linies waren slechts enkele smalle vensters, die op het slotplein uitza gen. Aan den wand daartusschen hing een lange rij portretten van dc graaflijke voorzalen der Csadanyi's en tussclien, boven en onder die por tretten, in groepen en trofeeën ge rangschikt, zagen wij speren, malien kolders. dolken, strijdbijlen, knodsen en andere wapenen uit de middel eeuwen en de eerste tijden der nieu were geschiedenis. Bij elk der portretten wist Graaf Csadónyi ons iets nieuws en inferee- rants te vertellen. Ongeveer in het midden van dc rij bleef hij staan vi de beeltenis van een ridder in volle wapenrusting, met opgeslagen vizier, een donkcruitziend man met zwarten knevel en sombere oogen. Daarnaast hing het portret van een jonge vrouw beeldschoon, maar met een lijdenden trek ou) de lippen Aan deze beide portretten is eon geschiedenis verbonden, zoo mogelijx even luguber als die van Koning Béla zeide hij. Die man is Graaf Istvan Csadanyi, die in het begin der zestiende eeuw leefde; naast hem ziet ge het j>ortret van zijn vrouw. Het verhaal gaat, dat Graaf Istv&n in deze zelfde zaai, in een aanval van jalo««ie, zijn vrouw met een strijdbijl vermoordde- Sedert waart haar geest rond in het slot of in de onmiddellijke nabijheid daarvan. Men zegt. dat zij alleen dan gezien wordt, wanneer in de familie der Csadényi's een sterfge val te wachten Is. Ik zelf ben niet bijgeloovig, maar de hoeren hier in den omtrek gelooven vast en zeker aan haar verschijnen. Ik zou haast zeggen voegde hij er lachend aan toe, dat het spook van Vöróshegy een van de populairste spoken van Hongarije is. Hier ontmoette Maud's blik ddta mij nen; on, zonder dat wij een enkel woord wisselden, gevoelden wij tezelf- der lijd, dat wij beidan plotseling aan den vorigen avond terugdachten. Wèt had Emelia Keiier toen in het slotpark gezien? Een oogenblik liep het mij koud o\ er den rug. Toen glimlachte ik en haalde onmerkbaar de schouders op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5