HetSpookvanVoroshegy
HAARLEM'S DAGBLAD
Gemengd Nieuws
WOENSuAQ 4 JUNI 1919 - TWEEDE BLAD
Amsierdamsche Brieven
Wanneer ik een rubriek: „Bekende
Amsterdammers" moest openen, zou
de eerste wiens portret daarin ver
scheen zijn burgemeester Tellegen.
„Nogal logisch", hoor ik zeggen,
want roen begint nu eenmaal met
nummer één. Maai- (Jaar antwoord
Ik op. dat het geen overwegingen van
hierachischen aard zijn, die het
eerst de figuur van den kleinen, grij
zen burgemeester te voorschijn roe
pen. wanneer ik aan „bekende" stad-
gencoten denk.Uit den aard der zaak
zeer zeker, is de burgemeester '"an
de hoofdstad een bekende persoon
lijkheid in stad en land. De man,
die, naar het fiere woord van een
oud-magistraat. geen macht boven
dïdh kenj, in don Staat", die „geen
kruier is van de Regeering", die, in
OMenbarneveld's en Johan de Witt's
tijd een machtsfactor was, waarme
de rekening werd gehouden, door de
Hoogmogende Heeren Slaton Ge
neraal. .behoort allicht in zijn uiter
lijke verschijning en sn zijn faits et
gestes tot de ...personen van wie men
spreekt".
Maar zóó bedoel ik de bekendheid
van burgemeester Teilegen niet.
Niemand zal zeggen, dat onze
burgemeester het toonbeeld van een
gestreng, deftig heerscher is.
Integendeel.
W ie de raadszittingen op het Prin-
lenhof bijwoont, verbaast zioh niet
weinig over den „gemoedelijke
pan", die het er is onder burgemees
ter Teilegèn's leiding. En men moet
net af en toe bepuald minachtende in
de stem van een raadslid als prof.
Fabiue hooren, om overtuigd to zijn
hoe in de kringen die een vijfen
twintig jaar geleden bij uitsluiting
in don Amsterdanischen Raad verte
genwoordigd waren een soort heim
wee bestaat naar den terugkeer van
afgemeten regenten als den statigen
Veiling Meintsz, of den autocrati
sch en Van Leeuwen.
Neen, autocratisch is de heer Tel
legen allerminst en stijf lieelemaal
niet. Wie afgaat alleen op de wijze,
waarop hij de raadszittingen presi
deert, zou geneigd zijn hom een be
paald slappe, zwakke persoonlijk
heid te noemen. Dikwijls gelukt het
hom maar met de allergrootste moei
te zichzelf verstaanbaar te maken, en
onder zijn huiselijk gekeuvel, waar
aan alle rhetorieche zwier ont
breekt. debiteert hi) zelfs vaak zulke
kinderlijkheden, dat er in het college
van ©delachtbaren een allesbehalve
plechtig hoeratje opgaat.
Maar oordeelen „selom les apparan-
ces" is Immers, zoolang de wereld
bestaat, ais uit den booze'? Burge
meester Teilogen moge door i'n
on-magostrale Imrgermane vriende
lijklieid en meegaandheid den indruk
van een niot-krachtigen regeerder
maken, wie zijn strijd in moeilijke
distributie- en rantsoeneeringsdageu
tegen verkeerd regeer-be'.eid gevolgd
heeft, wie de missives heeft gelezen
.door het ooilege van B. en W. her
haaldelijk tot de rogoering gericht,
in hoofdzaak uitgaande van hem en
wethouder Wibaut, heeft bewonderd
de zelfbeheeicchende kracht. Burge
meester Telleen is geen man om
zich m volle lengte op te richten en,
zich op de borst slaande,te uiten in
termen a!s ik hierboven citeerde.
Maar uit zijn geschriften zolf spreekt
die eigen kraebt, dat fiere bewust
zijn van macht en verantwoordelijk
heid.
Wat den Amsterdammers, die in
alles dadelijk „aanstellerij" zien,
zoo sympathiek voor den burgemees-
ster 6teiut, is' zijn spreekwoordelijke»
eenvoud, zijn afkeer voor alle dé
cor. Op straat wijst men het ietwat
gebogen, oude heertje met den onaf-
scliei del ij ken deukhoed die zonder
eenige ostentatie naar het stadhuis
wandelt of tramt, aan als het type
van den democratischer] burgervader
par excellence. Men ziet in hem den
man, die het burgemeesters ambt
niet opvat als ecu eer e-ambt, maar
als een w e r k-ambt. Bergen werk
kan de burgemeester verzetten, en
hij doet het ook. Wat hij in zijn vo
rige functie als hoofdambtenaar en
in zijn tegenwoordige voor den wo
ningbouw en voor de huisvesting in
Amsterdam gedaan heeft, is op zich
zelf een prachtig monument van een
wel-besteed leven. Hij is als de stad
zelf: zonder uiterlijke praal, wars
van mode of opschik, vol lust voor
stoer en onafgebroken hard werken.
Talrijk zijn de anecdoten omtrent
'^burgemeesters toegankelijkheid voor
deder en zijn waanachtig-democra-
tisohe allure. Toen, in den tijd van
de aardappel-onlusten een paar goed
van den tongriem gesneden vrouwen
uit-het-volk den geduldig luisteren
den magistraat haar nooden en be
zwaren hadden geklaagd. Het een
zich ontvallen, dat. de burgemeester
gemakkelijk praten had, want dat
zijn tafel wel altijd van goede klei
aard appel en ruim voorzien zou zijn.
Men moet hem toen zelf met. z'n
ietwat krassende 6tem hebben hoo
ren zeggen: „de burgemeester van
Amsterdam heeft geen aardappel
ln z'n kelder", om te beseffen welk
een wereld vanmee-leven met de bur
gerij, van zelf het voorbeeld gevem,
zich aan de verordeningen te hou
den, daarin verscholen lag.
Dl zou me bijna laten verleiden
mijn geheel en brief aan. burgemees
ter Tellegen te wijden, vergetend,
tatat ik niet bezig ben aan „de por
tretten van bekende stadgenoot© n'.
Ik voelde echter behoefte bij "s burge
meesters zestigsten verjaardag Za
terdag hem even in het zonnetje
te zetten. Zelf heeft hij zich en wat
ligt beter in zijn lijn? door vertrek
aan alle huldebetoon onttrokken.
Het is geen acrobatische toer om
van burgemeester Tellegen op het
chapiter woningbouw over te wip
pen.
'Wie denkt bij het vraagstuk wo-
ningbouw-stadsschoon niet in de eer
ste plaats aan de Vijzelstraat-bebou
wing, en bij het vraagstuk: woning-
bou w-volkshuisvesting aan den
voortdurgiden, onverkwikkeiijken
6trijd lussclien Publieke Werken en
den Woningdienst?
Het is niet de Vijzelstraat-bebou
wing tot nu toe een lijdensgeschiede
nis geweest. Iedereen was, toen ein
delijk het sloopingswerk begon, toen
men zich langzamerhand kon gaan
voorstellen welk een prachtige ver-
koersweg de verbreede Vijzelstraat,
zou worden, met het Munt-plein en
den Munt-toren als mooi sluitstuk,
verheugd.
Het bleek echter, dat men zich. ion
aanzien van het begin, tussclien Sin
gel ai *Heerengracht verrekend had
wat de hoogte der te bouwen peree©-
len in verband met de breedte van de
straat betreft, waardoor het stads
beeld zou worden bedorven. De Raa;l
nam toen het verstandigste besluit,
dat in de gegeven omstandigheden te
nemen was, en vroeg een deskundige
advies, n.l. den architect De Bazel.
IVze adviseerde tot arcaden-bouw.
Hij was van oordeel, dat noch de
economisch-commercieele.noch de aes
thetische belangen daarbij in het ge
drang kwamen. Dc pijlers zouden
geen bewaar opleveren voor het ver
keer, de bogen konden zoo hoog ge
bouwd worden, dat dc winkels vol
doende licht kregen, de straat zou er
in aanzien door winnen en liet ge
zicht op de Munt niet worden belem
merd.
Wanneer een verstandig mensch
het oordeel van een deskundige in
roept, omdat, zijn eigen inzicht faalt,
dan legt hij zich bij het oordeel van
den deskundige neer. De onsterfelijke
Amsterdameche Raad doet dat an
ders Die weet voor het Vijzelstraat-
probleem geen oplossing, vraagt het
advies van een autoriteit 3ls De Ba-
ze) en verwerpt het dan.
Het spreekt vanzelf, dat de heer
Do Bazel zich thans op het stand-
(nunt plaatst, dat de Raad nu maar
zelf de bouwplannen in elkaar moet
zetten, en daar zijn schoone dingen
van te venvachten!
Het is dubbel jammer, dat het
werk nu voorloopig weer geen voort
gang heeft. Het gebrek aan winket
en woonruimte eischt dringend voor
ziening. Met het oog op het vreemde-
lingenbezoek is het ook alleszins wen-
schelijk dat, hoe eer hoe beter de te
genwoordige rommel wordt opge
ruimd en er oen fraaie boulevard ge
bouwd wordt en uit algemeen sociaal-
economisch oogpunt verdient het ze
ker aanbeveling, dat werken als de
Vijzelstraat-bebouwing zoo spoedig
mogelijk ter hand worden genomen.
Maar, hoe lang zal het nu nog du
ren?
Er zijn in den loatsten tijd weer
ergerlijke staaltjes van gemis aan sa
menwerking tussclien publieke Wer
ken en Woningdienst onder de pu
blieke aandacht gebracht. Het komt
herhaaldelijk voor, dat Publieke Wer
ken met plannen gereed Is, doch dat
Woningdienst soms een jaar laat
wachten en er van af-werken geen
sprake kan zijn. Het ls nu wel geble
ken, dat de fout niet bij Publieke
Werken schuilt. Het ligt evenmin bij
den wethouder van Publieke Werken
als bij dén burgemeester die Woning
dienst tot zijn departement heeft. De
fout is, dat de directeuren van beide
diensten niet samenwerken en niet
door één boven hén geplaatste tot sa
menwerking bunnen worden gedwon
gen. Zeer ter edit heeft daar onlangs
de oud-wethouder Mr. Z. v. d. Bergh
op gewezen in een interv^w mei een
der groote bladen.
De ervaring heeft geleerd, dat de
dienst van Publieke Werken en de
Woningdienst onder één en denzelf
den wethouder behooren te ressortee
ren. Men zal moeten overgaan tot een
andere verdeeling en groepeering der
functies dan tot dusver. Het zou een
mooi begin voor den nieuwen Raad
zijn om dat tot stand te brengen.
AMSTERDAMMER.
Van lngqionden «tukVen, («plaatst of
Biet geplaatst, wordt da kopie dan Inlander
niet ternerageren
Voor den lnhond daaar rnhriak «teil da
Bedactle lioh niet aanaprakeltjk.
Samen w.nsn en samen
huishouden.
M. de R.l
Giondgedachte: het zedelijk voor
deel van onderlinge welwillendheid.
Ie gevolg. Beperking van aange
wende behoeften.
2e gevolg: Bezuiniging door samen
wonen.
3e gevolg: Bezuiniging door samen-
huishouden.
4e gevolg: Bezuiniging door vermin
dering van dienstpersoneel.
5o gevolg: Groote veiligheid.
6e gevolg: Vriendenzorg bij afwe
zigheid of ziekte.
7e gevolg: Tot zekere hoogte gezel
ligheid.
Grondgedachte: Bij bet ont-
worpen samenbouwen moet de ge
dachie voorop staan, dat de vele in-
tellectueelen. die nu eng en bekrom
pen naast elkaar leven, zonder eeni
ge onderlinge aanraking hun eigen
beperkt leven kunnen verrijken door
aansluiting ts zoeken bij lotgenooten.
Al de thans in afsluiting leven
den zullen door elkander te helpen
ook zichzelven kunnen dienen, mits
ze bereid zijn kleine opofferingen te
doen ten bate van anderen. Uit die
wederzijdsclie bereidwilligheid tol
dragen van elkanders lasten ontstaat
eene vereffening van bezwaren, die
zich omzet i erbetering van dag-
bestaan.
Maar zij. die zich aansluiten moe
ten onderling van goeden wille zijn
en niet hoofdzakelijk hun eigen voor
deel in 't oog houden. Zij moeten
buurschap willen oefenen, want ie
dereen is op zijn beurt buur van een
ander.
Het voordeel ligt overigens voor
de hand. Denkt men zich één gebouw
waarin verschillende vertrekken on
der één dak en binnen ééne ommu
ring zijn ondergebracht dan verval
len alle, in gewone tijden overbodige
ruimten als dienstbodenkamers, lo-
geer-vertrekken, eetkamers enz. Ik
stel mij voor, dat het ontwerp voor
eerst niet grooter gedacht dan voor
12 kleine gezinnen of eenloopende
personen (allen zonder kinderen oï
honden) iets wordt als een groot ge
zamenlijk beheerd pension.
Men ontdoet zich van eigen bedien
den.
Men eet al dan niet afzonderlijk,
aan eigen of gemeenschappelijke ta
fel naar keuze uit de keuken van
het gebouw.
Deze keuken staat onder beheer
van eene huismeesteres, gediplo
meerd door kookschool- en huishoud
school, die, met eene kookster en
desnoods helpster, voor de heele voe
ding zorgt.
Samen huishouden. Men
is gehouden voor de noenmalen en
middag-etenstijd en jfzoowcl aan vast
gestelde uren als aan spijslijst, voor
af voor de heele week in de groote
lijnen vastgesteld; waaraan men ech
ter naar behoefte Jets naarmate van
gezondheidseischen of geneeskundig
voorschrift kan toevoegen of afne
men. Ontbijt- en avond-etensuren
blijven binnen zekere grenzen, door
het huisbestuur te stellen, vrij.
De inkoop van voorraden, het be
waren er vod, het afsluiten van leve
ringscontracten, het bereiden der
spijzen geschiedt als In een grooï
pension voor rekening der gemeen
schap.
Wie in zijn kamer bediend wil wor
den (behalve het geval van ziekte
betaalt daarvoor volgens tarief iets
extra j- maar heeft geen voorkeur
van spijzen.
De huismeester (als dat kan echt
genoot der hulsmeesteree) heeft de
afsluiting der contracten en de ver
zorging der voorraden. Ook voert hij
het geldelijk beheer.
Voor dat alles worden coider de
inwoners, bij keuze, enkele dame* ot
heeren aangewezen, met wie de huis
meester en huismeesteres hebben te
raadplegen.
De keuze onder de inwoners kan,
desnoods, zoodanig geregeld wor
den dat het waarnemen van dat op
zicht, bij beurten geschiedt.
Een der inwoners echter, hetzij
dame of heer, heeft de leiding van
het geheel. Geldelijke vergoeding
wordt daarvoor niel genoten, maar
de persoon die ik maai' gemakshalve
Presidente) noemen zal, heeft de be
voegdheid zich te doen bijstaan voor
de noodige boekhouding en briefwis
seling, door een bevoegd persoon, die
wél bezoldigd wordt nit de kas der
gemeenschap. Kan dat tevens de
huismeester zijn, dan is dat een voor
deel.
Ik stel mij voor dat de regeling van
dat gemeenzame huishouden ge
schiedt als de samenwoning door
officieren aan boord van een oorlogs
schip. Er is daar een, bij keuze aan
gewezen „chef van de gamelle" die
den officier-hofmeester en -kok onder
zijne bevelen heeft. Het kommatie-
want (d. i, het aardewerk en glas
werk) is eigendom van de gamelle,
maar ieder officier heeft zijn eigen
tafelzilver en verder gerief.
In het hier gestelde geval zal er dus
wel ééne var» dt dames „chef van de
gainelie" zijn, terwijl één van de hee
ren „chef van de wijngamelle' wordt,
waardoor ieder van de bewoners ont
heven wordt van zorg voor zijn wijn
tje, maar het toch naai wensch be
stellen kan. De verrekening heeft
maandelijks plaats.
Dienstboden Over het
dienstboden-vraagstuk kan ik kort
zijn. Men beseft echter met genoeg,
dat de wortel van het kwaad daarin
schuilt, dat men in de gewone mis-
houdeng altijd haif-rüpe meisjes ne
men moet, die niet hare toekomst in
de dienstbetrekking men, maar alleen
uit huis gezonden worden om het
huishouden der ouders te verlichten.
Zij willen met dienstbaren blijven,
maar kijken uit naar den trouwdag.
Hare harten zijn niet bij de tijdelijk
aanvaarde betrekking.
Dal verandert geheel als men be
zadigde dien aren'ft zij mannelijke of
vrouwelijke) aanneemt, wier toe
komst wèl in het diepen ligt. Zij
krijgen dadelijk een goed loon: tre
den in het pensioenfonds, dat natuur
lijkerwijze ingesteld wordt; krijgen
desnoods lijfrente-verzekering nameen
bepaald aantal dienstjaren; hebben
lichten dienet omdat zij vaste dienst-
beurten hebben. Als men rekent dat
eene volle dienstbode, hoe onbe
kwaam ze zijn moge, op f 200 jaar-
Joon komt en met belasting en kost
geld f 500 kost, wondt er door de 12
geraamde gezinnen f 8400 per jaa.
bespaard.
Uit dit gespaarde bedrag kunnen
de loonen van huismeester en huis-
meesteres. met keukeiunend en 3 4
boden mèt hun kostgeld ruim gevon
den worden.
Fooien worden in elk geval afge-
schaft. De verleiding van de inwo-
iners om zich door kleine fooien
extra bediening te verzekeren, moet
niet geopend zijn. Men kan en mag
zijn fooien besteden ln den fooienpot.
die voor alle dienstboden bestemd is
en waarvan het bedrag jaarlijks
naar kwaliteit- en loonstandaard
verdeeld wordt.
Er is een liet&jongen, die de ge
meenschappelijke boodschappen in
de stad op vaste uren gaat doen. Dit
jochie mag desnoods extra befooid
worden, doch ie natuurlijk in hoofd
zaak ten dienste van huismeester cn
'huiemeesteres.
Vedligheid. Bij de, ver
moedelijk aanstaande, te verwach
ten groot© toeneming der brutale in
braken, heeft het gevoel van volstrekt
opzicht over de binnenkomenden en
de onderlinge controle der bewoners
eene groote waarde. Voor vreesach
tige personen is het genoegelijk te
weten, dat zij onder één dak zijn
met buren, die te hulp komen snellen,
ook in geval van plotselinge ziekte.
De huistelefoon is in iedere kamer.
Desnoods kan een bezoldigde nacht
wacht worden aangesteld, vergelijk
baar met den nachtvelligiheidsdlonst
hier in de stad.
Geldswaarden, voor degenen die
gêen open bewaargeving bij hunne
bank hebben, kunnen in eene ger
meensobuppelijke kluis, waarvan
de sleutel berust bij den voorzitter
of zijn plaatsvervanger, worden ge
borgen. Er zullen vaste dagen of uren
gesteld worden voor de opening der
kluis, waarin ook de geldswaarden
der gemeenschap geborgen zullen
aaijn. Br valt alsdan niets te kapen
en de echte dieven zullen daarvan op
de hoogte zijn: gelijk men aan boord
van eene mailboot zijne fondeen bij
den belieerder brengt.
Afwezigheid o f ziekte.
Eerstens is de huismeester de aan
gewezen persoon om voor iemand,
die afwezig al zij hej slechts voor
enkele uren, brieven in ontvangst t©
nemen of c. q. telegrammen te ope
nen. Voorts bij langeren duur van
het afzijn, brieven en telegrammen of
boodschappen door te zenden aan op
te geven adres.
Dit slnit niet uit den dienst of be
middeling van buren; maar regelt al
leen d© ambtelijke verzorging der be
langen van de bewoners, zoodat b.v.
toevallige bezoekers allicht iemand
vinden, met wten zij spreken kunnen
over de plannen der afwezigen. In
het voorhuis van h©t gebouw is «ene
lijst, waarop de bewoners aangeven
hoe lang zij denken weg te blijven,
waar zij henen gaan, waar ze ver
moedelijk zijn te bereiken.
Gezelligheid:.,kan niet voor
geschreven worden, noch kunstma
tig wordep gekweekt. Maar het ligt
toch voor de hand, dat de menschen,
die in zekeren zin zich tot samen
woning hebben vereenigd, in den dage
lijkschen omgang elkander n:et zóó
zullen schuwen als thans, helaas, do
gewoonte is. Met volledige cerbiedi
ging van elks huiselijke vrijheid, Ls
!het te verwachten, dat m©n geza
menlijk hier en daar een partijtje
kaart speelt of muziek beoefent of
een praatje maakt. Aansluiting aan
de gemeenschappelijke tafel, als
men dat verkiest, voo*"
menig alleenwonende genoegelijk
kunnen zijn. Ook worden uitstapjes
in den schoonen omtrek of gezellig
bezoek van concert, opera of schouw
burg al heel licht beraamd en uit
gevoerd. Er zijn onder de 12 gezinnen
teeker wel personen te vinden, die
«talent hebben om genoegelijke uit-
stapjes te beramen. De samenwoners
sluiten zich aaneen, volgens natuur
lijke gegevens, al sluiten zij hun hui
selijk leven ook nog zoo streng af van
©ene buitenwereld, die zij als vijan-
dig-gezind beschouwen. De zomer
gasten in een pension zoeken ook el
kander op.
tiet gebouw. Aannemende dat
er twaalf gezinnen of eenloopende
personen zich aanmelden dan moet er
ruimte zijn voor het volgende b.v.:
b gezinnen van 5 kamers is 30 ka
men,.
3 gezinnen van 4 kamers is li ka-
3 gezinnen van 8 kamers is 9 ka-
mers
Logeer- of gastenkamers 6 of 8.
Er is nl. te rekenen op berging van
tijdelijke logees, die men dan niet
meer in eigen huis behoeft te ontvan
gen, waardoor een kamer per gezin
gespaard wordt. Twee vleugels van
het gebouw zijn daarvoor aangewe-
zen.
Kleine vertrekken voor spreekka
mers: 2 kamers.
1 eetkamer, 1 gezelschapsz., 1 bi
bliotheek, 1 leeskamer, 1 muziek-, 1
rook-, tc zamen 6 kamers.
Huismeester en huismeestcres: 4
kamers.
Dienstbodenvertrekken 4 maal 2 ka
mers: 8 kamera.
Samen 77 kamers.
Behalve keuken, waschhok, fietsen
bergplaats, brandstoffen en petro
leum-, provisiekamer, kelder, zolder
voor berging.
Geraamd is.dat het gebouw niet
meer dan twee verdiepingen zal heb
ben, behalve de zolder waar iedereen
zijn afgepaste ruimte voor rommel
hebben zal. Er is dan geen personen
iift noodig en ieder der bewoners
heeft een gemakkelijken toegang tol
den tuin.
De tuin is ontworpen als eeai ge-
meenschapsluin, terwijl bovandien elk
der bewoners nog een eigen tuin
heeft, voor den bénedenwoner aan de
oostzijde, voor den boveiiwoiier aan
de westzijde, of hoe men zulks schik
ken wil. Voor het geheel vrijstaande
gebouw is dit gemakkelijk tc regelen.
Voor de gezinnen van 5 kamers wor
den afzonderlijke badkamers gesteld.
Die van 4 en 3 kamers hebben geza
menlijk eenige badkamers. Zoo kun
nen b.v. ook de. W. C.'s zonder be
zwaar, evenals in een pension, tot ge
meenschappelijk gebruik zijn.
Wie logees krijgt bergt ze in een deii
zijvleugels en betaalt volgens tarief.
Voor de inrichting en het onderhoud
dier kamers moet eenig meubilair sa
beddegoed door de gemeenschap aan-
gescliaft en onderhouden worden.
Alleen voor dit geval worden kin
deren toegelaten.
Geldelijke belangen. Ken
gebouw als liet vóór omschrevene kan
op een terrein van 12 aren behoor-
lijk plaats vinden. Voor het hoofd-
getrouw en omgeving 5 aren stellende
heeft men 7 aren tuin over. Wat wel
weinig is inadr dit is maar een schets
om dc gedachten te bepalen.
Gerekend tegen een grondprijs van
f 7 per c.A. behoeft het gebouw naar
dc tegenwoordige bouwprijzen riiot
meor te kosten dan f 100.000.
Er wordt verwacht dat de bewo
ners f 40 m. bijeenbrengen waarvoor
zij van de gemeenschap 4) rente
krijgen. Voor f 60 m. wordt hypotheek
genomen tot 5 waarop jaarlijks
minstens f 1000 af te lossen. De deel
nemers storten in evenredigheid van
de door hen begeerde ruimte. Er zijn
pl.in. 51 kamers beraamd d.i. per
kamer pl.m. f 800 storting.
Voor degenen, die zoo iels niet kun
nen missen geldt de verzekering dat
de aandeden zelve ook geschikte voor
werpen zijn voor pandgevinK in hy
potheek, zoodat hetgeen men in con
tanten moet storten daardoor al zeer
beperkt wordt
Deze aandeelen zijn overdraagbaar.
Maar uitgaande van het beginsel dat
het eene samenwoning van personen
en niet van belangen is, moeten de
bewoners hunne goedkeuring hechten
j aan de vervanging der deelhebbers.
De aandeelen zullen geleidelijk in
waarde stijgen naar mate de hypo-
teekaflossing doorgaat en het denk
beeld van samenwoning doordringt.
Maar het mag geen speculatie worden
en m.i. is het best te bepalen dat mo
gelijke winst op de aandeelen ten
bate der gemeenschap komt.
Er zijn 51 kamers die huur opbren
gen.
Stel 6 gezinnen van 5 kamers
a f 600 huur f 860(1
3 gezinnen van 4 kamers a
f 500 huur 1500
3 gezinnen van 3 kamers
f 400 huur 1200
Logeer- en gastenkamers jaar
opbrengst 2U0
Samen huuropbrengst f 6500
Over f 100.000 kapitaal is ver
schuldigd 5 rente van hyp.
a f 60000 f 3000
4J rente van kapitaal der deel
nemers 18110
Onderhoud in de eerste jaren 700
Daarna hooger. maar dit weegt
op tegen de aflossing der hypo
theek, belasting en verzekering 300
Aflossing op hypotheek 700
f 6500
Bedrij fskosten. Gas, elecu-i-
citeit, waterleiding (koud en worm),
telefoon, centrale verwarming, goro-
kend naar het aantal kranen in de
vertrekken en andere aansluitingen
worden ten laste der bewoners ge
bracht en maandelijks verrekend te
gelijk met de kosten der middag- en
andere malen.
Het keukenbedrijf, de brandstof, de
centrale verwarming ten bate van liftt
heele gebouw wordt door de gemeen
schap gedragen al3 ware zij een Bij
zonder persoon en naarmate 'der ver
trekken op rekening der gezinnen ge
boekt.
Verwarming en verlichting der eet
kamer, bibliotheek, muziekkamer enz.
is eveneens een '.ast der gemeenschap.
Bedrijfskapitaal zal in zeer geringe
mate noodig zijn. Betalen de bewo
ners hunne huur 3 maanden vooruit
dan is er pl.m. f 1600 ln kas De
maandrekening der voeding wordt el-
ken eersten dag der maand bttuuld
en is dan voldoende voor de rekenin
gen der leveranciers en c q. de loo
nen van het personeel.
De aflossing der hypotheek is e nc
bate waarin tllen deeien cn die zich
uitspreken zul in eene geleidelijke
waarde-stijging der aandeelen.
Personen die belangstelten in de
verdere doorvoering der in schets ge
geven denkbeelden worden verzot hl
hun naamkaartjes met volledig adres
te zenden aan C. J. I-I. van den
Broek, Eindenhoutstruat 24.
DE AARDAPPELZIEKTE. Aan
het einde dezer maand wordt in Ame
rika en wel op Long Island bij New-
York, een congres gehouden van de
Amerikaansche Phytopathologhche
Vereeniging, welk congres uitslui
tend is belegd ter bespreking van de
middeen ter besrijdmg van aardap
pelziekten.
Tot dit congres zijn uitgenoodigd
Amerikaansche en Canadeesche phy-
topatbologen en ook een Europe -ach
geleerde, n.l. dr. II. M. Quanjer,
noogleeraar aan de Landbouwhooge-
school te Wageningen.
Door zijn belangrijke onderzoekin
gen staat prof. Quanjer vooraan in
ae rij der geleerden, die zich met de
We zijn kinderachtig i
zacht tot mijn vrouw.
We zijn niet nuchter genoeg
antwoordde zij en draaide de portret
ten den rug toe.
Uit de Ridderzaal voerde een zware
eikenhouten deur, bijna zonder over
gang, in d$ ruïnes van den vervul
len slotvleugel. Wij bezichtigden die
met groote belangs-iclling en kwamen
eindelijk woor op het ,-lotplein uit.
Daar trad ons Béla Keiler tegemoet.
De post is juist aangekomen, ge
nadige Heer zeideblj tot den Graaf;
er is een brief bij aai een onbekend
adres!
Aan een onbekend adres?
vroeg de Graaf. Hoe bodoel Je dat,
Keiler?
Hier is hiji antwoordde Keiler.
't ls een naam, dien ik niet eens
kan uitspreken. En de Graaf las.
den heer Geoffrey Gill, slot Vöróshegy
bij Kisfalva.
Ik was*-- hoe kon het ander-'
méér dan verbaasd en ik bad moeite
een uitroep van ven >sing terug te
houden. Majoor Curtis daarentegen,
voor wien de verrassing nog grooter
moest zijn, gaf daarvan geen onkel
uiterlijk toeken.
(Wordt vervolgd.)
Feuilleton
UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY
GILL,
Detective
door IVANS.
8)
Het is niet noodig, alles wat wij
zagen te beschrijven, nog alle geschied
kundige bijzonderheden mede te dee
ien, die Graaf Csad&nyi ons op de
hem eigon, onderhoudende wijze ver
telde. liot slot. gelijkt, in het alge
meen, op de oude ridderverblijven,
zooals men er in Duitschland en el
ders zoovele vindt. Slechts Mei het
mij overal op, dat de afmetingen bij
zonder groot waren. Het in ruïnen
liggende gedeelte is schilderachtig.
hier en daar bepaald indrukwekr
kend. En de uitzichten door de afge
brokkelde vensteropeningen in het
dal zijn meer dan verrukkelijk.
Slechts twee vertrekken verdienen
een afzonderlijke beschrijving, ook
omdat zij in verband staan met de
verrassende gebeurtenissen, waarvan
Vöróshegy weldra het tooneel worden
zou.
De werkkamer van den Graaf lag
op de eerste verdieping, juist op den
hoek, waar de zijgevel van hel slot
dan als 't ware uit de rotsen oprij-
zonden voorgevel ontmoet. Op dezen
hoek had vroeger een zware ronde to
ren gestaan, waarvan intusschen het
bovenste deol sinds onheugelijke tij
den was ingestort en weggeruimd.
Het onderste deel, thans bedekt met
een plat, door een steen en balustrade
omgeven dak, reikte uog tot aan de
tweede verdieping. En het was ln de
zen toren, dat zich op de eerste ver
dieping de werkkamer van den Graaf
bevond.
Toen wij dezo binnentraden, uitten
wij onwillekeurig een kreet van ver
rassing. Wij bevonden ons in een
ruim, rond vertrek. In plaats van de
vroegere nauwe openingen, die niet
veel meer dan spleten geweest wa
ren, had men vijf booge en breede
vensters in den dikker, binnenmuur
gebroken, die slechts door smalle
penanten gescheiden het vertrok
ln een halven cirkel omgaven. Om te
voorkomen, dat, tengevolge van de
dikte van den muur, deze vensters iri
een diepe nis zouden komen to lig
gen, had men gelijk de Graaf ons
later mededeelde dien muur van
binnen weggebroken, totdat hij tot
een normale dikte teruggebracht was.
Dat was geen gemakkelijk werk ge
weest, omdat het metselwerk zóó vast
gevoegd was, dat men moest oppas
sen niet geheelc muurbrokken uit te
breken, zoodat de penanten, die ge
spaard moesten worden, mede ver
dwenen zouden zijn. Daar, behalve
hei dak, nieis moer op dezo muren
rustte, had het verdunningsproces
overigens geen bijzondere bezwaren
met zich gebracht. Het resultaat was
nu, dat men, de kamer binnenko
mende, onmiddellijk den halven hori
zon overzag, waardoor men de illusie
kreeg, op een balcon in de buitenlucht
te treden.
De schrijftafel van den Graaf stond
in het midden van den halven boog
der vensters. De wanden waren ver
sierd met enkele goede gravures en
vele jacht-trofeeën, waaronder een
geweldige hertsgewei, dat in het mid
den van den gebogen wand hing tus
sclien twee deuren, door de eene waar
van wij binnengekomen waren: Langs
een smalle wenteltrap, die in de ka
mer zelve uitkwam, voerde onze gids
ons naar het dak. vroeger dc tweede
verdieping van den toren.
Wanneer go hier in den .zonne
schijn staat zeide hij, zoudt ge
niet vermoeden, welke lugubere her
inneringen er aan deze plaats verbon
den zijn. Hier, op de tweede verdie
ping van den vroogeren toren, dus
juist waar wij nu staan, zegt de
overlevering, dat den knaap Rela,
den tateren Koning Béla 11, bijge
naamd de Blinde, de oogen werden
uitgestoken.
Toen wij weer in de kamer waren
afgedaald, opende de Graaf de twee
de deur en nu stonden wij in een aaii
de vóórzijde van het slot gelegen, ze
ker dertig meter lange zaal. Rectus
zagen we een rij vensters, die op het
dal uitzagen en in de penanten daar-
tusschen stonden zware wapenrustin
gen uit verschillende perioden, met.
in den middenpenant, het compèeie
pantser van een strijdros, met dan
ridder de helm met een rood-gelen
pluim en het vizier gesloten in den
zadel.
Linies waren slechts enkele smalle
vensters, die op het slotplein uitza
gen. Aan den wand daartusschen
hing een lange rij portretten van dc
graaflijke voorzalen der Csadanyi's
en tussclien, boven en onder die por
tretten, in groepen en trofeeën ge
rangschikt, zagen wij speren, malien
kolders. dolken, strijdbijlen, knodsen
en andere wapenen uit de middel
eeuwen en de eerste tijden der nieu
were geschiedenis.
Bij elk der portretten wist Graaf
Csadónyi ons iets nieuws en inferee-
rants te vertellen. Ongeveer in het
midden van dc rij bleef hij staan vi
de beeltenis van een ridder in volle
wapenrusting, met opgeslagen vizier,
een donkcruitziend man met zwarten
knevel en sombere oogen. Daarnaast
hing het portret van een jonge vrouw
beeldschoon, maar met een lijdenden
trek ou) de lippen
Aan deze beide portretten is eon
geschiedenis verbonden, zoo mogelijx
even luguber als die van Koning
Béla zeide hij. Die man is Graaf
Istvan Csadanyi, die in het begin der
zestiende eeuw leefde; naast hem ziet
ge het j>ortret van zijn vrouw. Het
verhaal gaat, dat Graaf Istv&n in
deze zelfde zaai, in een aanval van
jalo««ie, zijn vrouw met een strijdbijl
vermoordde- Sedert waart haar geest
rond in het slot of in de onmiddellijke
nabijheid daarvan. Men zegt. dat zij
alleen dan gezien wordt, wanneer in
de familie der Csadényi's een sterfge
val te wachten Is. Ik zelf ben niet
bijgeloovig, maar de hoeren hier in
den omtrek gelooven vast en zeker
aan haar verschijnen. Ik zou haast
zeggen voegde hij er lachend aan
toe, dat het spook van Vöróshegy
een van de populairste spoken van
Hongarije is.
Hier ontmoette Maud's blik ddta mij
nen; on, zonder dat wij een enkel
woord wisselden, gevoelden wij tezelf-
der lijd, dat wij beidan plotseling
aan den vorigen avond terugdachten.
Wèt had Emelia Keiier toen in het
slotpark gezien?
Een oogenblik liep het mij koud
o\ er den rug. Toen glimlachte ik en
haalde onmerkbaar de schouders op.