HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
BiÉniaiÉcli Overzicht
DINSDAG 24 JUNI 1919 TWEEDE BLAD
No. 2627
Het Woningvraagstuk.
n.
Wij ontvangen brieven van ingeze
tenen, i)ie het met den heer Geyl ten
opzichte van zijn standpunt over
Hunrcommissiewot en Huuropzeg-
gingswet niet eens zijn. Een hunner
schrijft, dat de Huurcommissie niet de
huurbepaling van nieuwgebouwde
woningen niets te maken heeft, zoo
dat ieder, die thans woningen bouwt,
daarvan volkomen onafhankelijk den
huurprijs kan bepalen. Eèn ander be
toogt, dat hij tweemaal met de Com
missie in aanraking is geweest, en
dat ze hem beide keeren, zooals hij
schrijft, „vorstelijk" heeft behandeld,
maar hij kwam zonder geheimen en
vol vertrouwen op medewerking.
Voor hem was liet in werking treden
der Huurcommissie een der beste da
gen. Men ziet, dat er verschil van ge
voelen bestaat.
Ik heb dus den heer A. Nagtzaam,
de tweede dien ik naar zijn meening
vroeg, ook gevraagd, waarom hij
van oordeel was, dat de eigenbouwer
oj» dii oogenblik niet bouwt. Hij
schreef uit toe aan de onzekerheid van
den algeineenen toestand, die de men-
schen huiverig maakt voor het stich
ten vun woningen, welke misschien
naderhand, wanneer de prijs der
bouwmaterialen gedaald zal zijn, geen
redelijken huurprijs meer kunnen op
brengen. Overigens was hij van oor
deel, dat één eatogorie van ingezete
nen zónder twijfel door geldelijke op
offeringen aan hetere woningen moet
worden geholpen. Hij bedoelde daar
mee de menschon, die nu huizen in
krotten, welke te vinden zijn in stegen
en" sloppen, meestal één-kamerwonin
gen, die verhuurd worden voor prij
zen lusschcn f 1.50 ii -I 2.-~ per week
en waarin op dit oogenblik, tengevol
ge van den woningnood dikwijls nog
een tweede gezin mee ingetrokken is.
Het inkomen van deze li eden „meestal
losse arbeid ere, Is volkomen ontoerei
kend om de huur van een behoorlijke
woning op te brengen. Zooals de prij
zen nu zijn, zou een goede, maar toch
nog kleine woning, een weekhuur
mouten doen van f 6.— a f 8.— en er is
geen sprake van, dat ze meer kunnen
betalen, dan bijvoorbeeld f 2.50. De
particuliere bouwer sticht natuurlijk
voor deze prijzen geen woningen, dat
moet do .gemeente doen of het Rijk.
„Ik zeg niet," verklaarde de heer
Nagtzaam, „dat dit een ideale toe
stand is, maar hel kan niet anders en
de deskundigen, bijvoorbeeld de wo
ningraad, zien dat ook zeer wel in.
Neemt de gemeente den bouw van
deze woningen ter hand, dan betaalt
het Rijk daaraan mee. Het moet er
heen, dat deze krotbewoners in zulke
huizen worden overgebracht en dat
daarna die krotten worden gesloopt.
Dit wat de eerste categorie betreft.
De tweede categorie, die van de beter
gesitueerde arbeiders, sticht woning-
vereenigingen en bestuurt die dan
zelf. De leden vinden dat aangenamer,
omdat ze dan zélf liet heft in handen
hebben. Zij betalen op dit oogenblik
een huurprijs van 3.75 A f 4.— en
het Kijk draagt daarin bij tot een
maximum van 81) pet., térwijl de ge
meente ten minste 10' pet. van de
crisis-ui Lgaven voor haar reke
ning houdt. Veerschillende van
deze woningvoreenigingen zijn in
don laatste» tijd gesticht, maar
naar de meening van den heer
Nagtzaam, behoorde deze bouw veei
vlotter te gaan dan bij de tegenwoor
dige inrichting mogelijk is. De zaken
van dergelijke bouwvereenigingen
zijn namelijk toevertrouwd aan de af-
deeting Publieke Werken op het Stad
huis, die natuurlijk oqk nog veel an
dere dingen te doen heeft. Dit geeft
aanleiding tot vertraging. Voor deze
zaken behoort een afzonderlijke af-
deeling op liet stadhuis te worden ge
sticht. Zij behoeft zoo groot niet te
zijn, kan bijv. uit twee personen be
staan, wanneer de chef maar iemand
is, die de zaken door en door kent en
begrip heeft van organisatie. Hij
kan dan op de vlugste wijze bespre
kingen houden met de besturen, met
den Directeur van Publieke Wérken,
allerlei moeilijkheden vlug oplossen en
daardoor veel onnoodig geschrijf en
vertraging voorkomen. Iiij kan ook
voeling houden met de autoriteiten in
Den Haag en ook daar, zei de heer
Nagtzaam, behodren deze zaken van
woningbouw in één hand te zijn. Nu
zijn ze verdeeld over verschillende
departementen, wat natuurlijk al
weer tot vertraging aanleiding geeft.
Een dag. nadat ik den heer Nagt
zaam had gesproken, vond ik in het
■verslag van de Tweede Kanier eetn
discussie over een wijziging van de
Woningwet, voorgesteld door minister
(AaJberse. die juist ten doel had de
behandeling van deze zaken te ver
snellen. De Kamerleden Hermans en
■Smeenk drongen op spoed aan. De
eerste wees erop. dat i» zijn woon
plaats, Axjihem, de zaken van wo
ningbouw zoo langzaam marcheeren
en de tweede betreurde, dat ook nu
bij deze wijziging de uit
voering nog niet geheel en
aj aan den minister van Arbeid was
overgelaten, maar dat nog 6teeds liet
departement van Financien daarin
moest worden gekend. Minister Aal-
berse van antwoord dienende, gaf de
wensclielijkheid daarvan toe en ver
klaarde, dot, hoewel de uitvoering
giootendeels oan hem was overgela
den, dit toch nog niet geheel het ge
val was.
Hieruit blijkt, dat ook in Den Haag
gestreefd wordt naar vereenvoudi
ging van de administratie.De wensch
van den heer Nagtzaam naar een
laparte afdeeling op het Haarlemsche
dtaadhuis, is zeker logi&oh en ge
zond. Er komen bij de voorbereiding
■van zulke bouwvereenigingen aller
lei moed) kli eden voor, die tot einde
loos geschrijf en gepraat aanleiding
geven, wanneer or niet één man is,
die alie koorden in handen heeft en
zorgen kan, dat alles vlug en zonder
baken en oogen afloopt. Het plan van
Patrimonium bijvoorbeeld om te
bouwen op de voormalige terreinen
van Zooher, was verkeerd opgezet- en
de gronden zijn'tenslotte niet ge-
bocht. omdat ze veel te duur waren.
Bbveiidieri moeten zulke veteonigin-
gen geen maagdelijken grond koo-
pen. Zij moeten daartoe eerst over
gaan, wanneer door de eigenaars die
terreinen behoorlijk zijn opgehoogd
en voor den bouw geschikt gemaakt.
Nu de derde categorie, de wonin
gen voor den middenstand. Hier zag
de heer Nagtzaam heil iu het stich
ten van een gemeentelijke hypotheek
bank, die tweede hypotheek kan ge
ven, aooals in Duitscliland reeds
lang met succes bestaat. Voor den
'bouwer, die in den regel geen kapi
taal heeft, blijft clan slechts een klein
risico over. De heer Nagtzaam er
kende mijn bezwaar, dat een gemeen
telijke Hypotheekbank gevaar loopt
van slechte risico's te krijgen, maar
bij meende ook, dat daartegen wel
maatregelen kunnen warden geno
men. Tenslotte achtte hij opheffing
,V£in de Huurcommissie niet geraden.
Dit zou een sprongsgewijze verhoo
ging van de huren tengevolge- heb
ben. Wel zou men geleidelijk kun
nen overgaan tot verhoog mg van de
huren, bijv. tot 25 pet. (de heer Nagt
zaam gaf to?, dat er een tijd moet ko
men. dat de huren OP het verhoogde
pelt moeten worden gebracht-) en hij
meende, dat een zoodanige maatregel
een prikkel zou zün voor de eigen
bouwers, tot het stichten van nieuwe
■woningen, omdat dan ook de be
staande reeds tot den hoogen huur
prijs gekomen zouden zijn.
Ziedaar in het kort de meening vaD
iden heer Nagtzaam, die zidli, zooals
we weten, reeds jarenlang met het
woningvraagstuk ernstig heeft be
zig gehouden.
J. C. P.
De Dultsohers aanvaarden onvoorwaardelijk hel
vredesverdrag.
Da Duilsoha oorlogsschepen, In Engeiaohe havens
geïnterneerd, doorDuiisohers tot zinken feebraoht.
De Fransche vaandels van 18701871, die ultge-
1 leverd moesten worden, zijn door Dultsohers
verbrand.
Gemengd Nieuws
ORANJE HUIDKLEUR. In den
laatsten tijd la te Munchen meerma-
len melding gemaakt van kinderen en
volwassenen tnel een geelachtig brui-
ne, naar hel oranje zwemende kleur
van de huid, voornamelijk aan bet
gelaat en de knieën. De sclerae blij- j
ven'vrij. De oorzaak ie de bijna uit-;
sluitende voeding met peen, bij ge-
Set I
Letteren en Knnst
HOFSTADTOONEEL. Naar „Het
Vaderland" verneemt, keert mevrouw
Duymaer van Twist het volgeud sei
zoen naar het Hofstadtooneel, dir.
Gov. v. d. l.ugt Melsert, terug.
De Duitsche regeering daarin
steund door de Nationale Vergadering
heeft zooals men weet nog getracht
op 't allerlaatste moment om 't vre
desverdrag gewijzigd te krijgen, wat
betreft de erkenning, dat Duitschland
schuldig is aan 't uitbreken van den
oorlog en de weigering om den ex-
keizer en andore oorlogsschuldigen
uit te leveren.
't Heeft evenwel niet gebaatl
De Entente heeft geant
woord, dat zij onmiddel
lijke en onvoorwaardelij
ke teekening van 't vredes
verdrag eisohte, anders
i Maandagavond om 7
uur de opmarsch tegen
Duitse h land beginnen.
Om aan deze bedreiging, die blijk
baar ernst was, te ontkomen, heeft
de Duitse lie regeering als-
nog besloten onvoorwaar-
delijktc teekenen.
Maandagmiddag tegen 5 uur is dit
aan Clemencenu officieel medege
deeld.
De vrede is er dus!
Woenddag zal t verdrag 3oor de
Duitachere te Versailles geteekend
vorden.
Maandagmiddag is do Nationale
Vergadering opnieuw bijeengekomen.
De premier Bauer gaf een overzicht
over het laatste stadium dei- onder
handelingen en de nota der Entente,
en voegde hieraan nog toe:
„Wij staan voor de beslissende
vraag of wij onvoorwaardelijk moeten
aannemen of weigeren. Wij allen ken
nen do ernstige gevolgen die in aJle
gevallen op ons neer komen en wij
allen weten, dat de beslissing, hoe zij
ook uit valt, met de hevigste gewetens
conflicten gepaard gaat.
De situatie is sedert Zondag in we
zen verandord. Wij wilden moeilijke
materieele voorwaarden op ons ne
men, maar wij wilden het volk be
sparen de onware bekentenis der
schuld uit te spreken, cn wij wilden
het de uitlevering besparen van volks-
genooten aan een gerechtshof, dat te
gelijk aanklager m rechter is.
De Entente heeft ons voorbehoud
van d.e hand gewezen.
Onze hoop om ons voorbehoud be
treffende oorkwetsende bepalingen
erkend te zien, was niet. groot, maar
die hoop ook nog geringer zijn
geweest, de pogingen moesten wor
den gedaan. Thans moet de wereld
zien, dat een overwonnen volk aan
lijf en ziol geweld wordt aangedaan, I
zooals geen volk te voren. Geen woor- j
den van verontwaardiging kunnen j
sterker spreken dan dit feit.
Ln dit uur gelooft de regeering on-
donks alles te moeten vooretellen dat j
wtj ondertcekenen. j
Ik wil de dingen niet mooier voor- j
stellen. De redenen zijn dezelfde als j
Zondag. Wij zijn thans nog maar 4
uur van het afloopen van het ultima- j
turn en de hervatting der vijandelijk- 1
lieden verwijderd. Een nieuwen oor-
log kunnen wij niet voeren, zelfs niet
indien wij wapenen zouden hebben.
Maar weerloos is niet eerloos!
De tegenstanders wilden onze eer
kwetsen, maar deze poging valt op
hen zelf terug.
Ik mag wel aannemen, dat de re-
geering ook heden gemachtigd wordt
hei vredesverdrag te onderteckenen"
Op deze woorden van den minister-
president bewuarde de vergadering
een gedrukt stilzwijgen.
Daarna legden de vertegenwoordi
gers der democraten en der beide
reohtsche partijen korte verklaringen
af, waarin zij hun Zondag reeds inge
nomen standpunt handhaafden.
De vraag of de regeering inderdaad
gemachtigd is 't vredesverdrag on
voorwaardelijk te teeltenen, werd be
vestigend beantwoord door de sociaal
democraten, de onafhankelij ken, tic
meerderheid van het Centrum, een
deel der democraten, alsook de Dun
sobe Volkspartij, zoodat do regeering
dus over de meerderheid der stemmen
beschikte.
Fehrenbach, die zichtbaar ontroerd
was. hield vervolgens nog een toe
spraak waarin hij Duitschland's on
geluk beklaagde en tot eensgezind
heid aanspoorde..
De voorzitter deed vooral een drin
gend beroep op de pers om niet door
getwist de maat des onheils voor 't
land en volk vol te maken.
Tenslotte weid nog bekend gemaakt,
dal door de Nationale Vergadering
tot de troepen een manifest zal wor
den gericht.
De officieele nota van Duit&chland
(Maandagmiddag aan de Entente se
conden, luidt:
„De regeering der Duitsche repu
bliek heeft uit de jongste mededeelin-
gen der geallieerde en geassocieerde
regeeringen met ontsteltenis gezien,
dat zij beeloten zjjn van Duitsch
land ook aanneming van die vredes
voorwaarden af te dwingen, welke,
zonder materieele beteekenis te be
zitten. ten doel hebben het Duitsche
«volk van zijn eer te bcrooven. Door
een daad van geweld wordt de ee'
(Van het Duitsche volk niet aange
tast. Het Duitsche volk mist, na het
verschrikkelijke lijden der laatste
jaren, alle middelen om zijn eer naar
buiten te verdedigen.
Voor het overmachtige geweld wij
kend en zonder daardoor haar opvat
ting over de ongehoorde onrechtvaar
digheid der vredesvoorwaarden prij6
te geven, verklaart daarom de regee
ring der Duitsche republiek:
„•Dat zij bereid is, de door de ge
allieerde en geassocieerde regeer.n-
gen opgelegde vredesvoorwaarden
aan te nemen en te onderteekenen."
Vermoede! ijk Woensdag
zullen de Duitschers
het vredesverdrag teeke
n e n.
Vermoedelijk zullen de Duitschers
slechts een of twee gedelegeerden
naar Versailles zenden om te teeke
nen.
Erzberger heeft nu de leiding der
iverdere vredesquoestiee.
Maandagmorgen voor de Nationale
Vergadering weer bijeen kwam, had
den hUerfractioneelc besprekingen
plaats, waarbij de partijen haar hou
ding niét het oog op de weigering der
Entente om het Duitsche voorbehoud
te aanvaarden, bepaalden.
De toestand was op dat oogenblik
ongeveer de volgende:
Noske had medegedeeld, dat ondcr-
teekening, waarbij de eisch tot uitle
vering der legerleiders werd aanvaard
tem gevolge zou hebben, dat de regeo-
ring niet meer op de troepen zou kun
nen rekenen, daar de generaals en of
ficieren in dat geval hun ontslag zou
den nemen.
De Gentrum-fractie, die Zondag nog
met overgrootc meerderheid vóór on-
derteekening was, verklaarde zich
daarop met 62 tegen 14 stemmen daar
tegen.
Daardoor was de verhouding der
stemmen 153 vóór en 152 tegen onder-
teekening. Mot oen meerderheid van
één stem wilde mei' niet over zoo
ernstige kwesties beslissen. Daar van
de democraten 14 zich hun besluit
voorbelde Iden, van wie echter 10 wei
vóór zouden stemmen, steeg het aan
tal voorstanders der onderteekening
tot 163 en dat der tegenstanders tot
156. Ook daarmede meende men de
kwestie, ouderteekenen of niet, niet
bevredigend te hebben opgelost en
zocht naar een uitweg.
Op dit oogonblik werd een door ge
neraal Groener aan rijkspresident
Ebert gericht schrijven bekend, waar
in Groener uiting gaf aan zijn mee
ning, dal de troepen met hun offi
cieren vol zelfverloochening waren en
ook verder ter bescliikking van het
vaderland wilden staun, wanneer Nos- j
ke in zijn auibi bleef en aan de troe
pen de eitulalie duidelijk zou in
Nosko moest aan de tr oepen uiteen-
zetten, dat ook hij in 't kabinet vóór
de meerderheid gebukt was en dat
zwaar-wegende redenen hem hadden
genoopt, zijn oorspronkelijk stand
punt te verlaten.
De inhoud van dit telegram had ten
gevolge, dat de Centrum-afgevaardig
den, zooals oorspronkelijk, met ge
ringe uitzonderingen, voor de onder-
tcekening waren. Daarmee was de ge-
wenschte verhouding, zooals zij Zon
dag aan den dag trad, geschapen.
Men besloot, dat in de Nationale Ver
gadering geen nieuwe stemming zou
plaats hebben en dat de regeenng het
vredesverdrag onvoorwaardelijk zou
teekenen.
De Vorw&rts, 't hoofdblad der Duit
fcche socialisten, sclireef Maandag
morgen o.a..
„De Nationale Vergadering heeft
besloten zooals te voorzien was en zoo
als de noodzakelijkheid der stond, „de
rouwslonde van het Duitsche volk"
het gebood.
„Ook_de voorstanders van de onder-
teekèning zijn hemelsbreed er van
verwijderd, van vreugde daarover te
jubelen. Zij weten te goed, wat deze
vrede voor het Duitsche volk betee-
kent. Een gevoel van kalmte zal door
het volk gaan, dat het lijden en de on
afzienbare verschrikking, die een wei
gering zou hebben meegebracht, thans
afgewend zijn. De hoop op een, zij
het dan nog zoo moeilijk en langzaam
opstijgen uit de ellende schemert door,
omdat er toch tenminste vrede is.
Helaas wordt deze hoop door nieu-
e zorgen verstoord. De formule,
waarmede de regeering beoogl het
verdrag te onderteekenen, bevat een
beperkende clausule, die verder guat
dan een formeel protest, dat ook wij
voor jutst hielden. Wanneer er gevaar
bestaat, dat de vrede door deze clau
sule mislukt, dan ware het beter ge
weest, haar weg te laten. Wje het op
zich neemt, zulk een werk vol afschu
welijkheden en onmogelijkheden te
onderteekenen, moet dat „met geslo
ten oogen" doen. Bovendien is de
eer-quaestie wel het minst geschikt
op het beslissende oogenblik op
den voorgrond te worden geschoven."
De „Vorw&rts" vervolgt „Wij zul
len steeds weigeren, in dezen vrede de
„onwankelbare basis" van een nieuwe
volkerengemeenschap te zien. Inte
gendeel. in de stonde der onderteeke
ning begint voor ons de strijd te
gen dezen vrede, de strijd mot alie
•middelen van den geest, het recht-en
der moraal."
Onder het opschrift „Tragödiensch-
lus" schrijft Theodor Wolff in het
„Berliner Tageblatt", na de zitting
der Nationale Vergadering vergele
ken te hebben met oen rouwplechtig-
heid, waarbij grafreden gehouden
worden en de treurenden reeds eenigs-
zins ongeduldig om de baar staan
verlangende naar het einde der plech
tigheid, dat de regeering een groote
politieke fout heeft begaan, door,
waar zij de beperkende clausule heeft
toegevoegd (alsof het prijsgeven van
honderdtal zoogenaamd „schuldi
gen" meer de eer verwondt dan het
opofferen van millioenen Duitsche
landskinderen in West-Pruisen, Dan
zig en het Saargebied) ten slotte om
de stemmen der onafhankelijken te
krijgen, deze clausule veranderde Zij
had deze stemmen niet eens noodig.
Een „staatsman" zou er prijs op ge
steld hebben, het verdrag met een zoo
klein mogelijke meerderheid te on
derteekenen. Dat zou den indruk in de
wereld cri de toekomst van Duitsch
land ten goede zijn gekomen.
Met zichtbaar welgevallen maakt de
Kreuzzeitung" in een artikel „Het
werk van Erzberger beëindigd" gewag
van het feit, dat. toen in de zitting
van de Nationale Vergadering de
lijst van ministers werd voorgelezen,
de naam Erzberger begroet werd met
hei geroep van „Verrader'." Het blad
schrijft verder, dat een kabinet-Erz-
berger—Bauer precies door dezelfde
halfheid gekenmerkt wordt en den-
zelfden weg van arglist en lafheid in
slaat, die vroeger de regeering Erz
bergerSchcidemann gekenmerkt
heeft.
Op het oogenblik, dat de Duitschers
zullen teekenen, beginnen sommige
Fransche bladen zich af te vragen of
de Duitsche regeering haar verplich
tingen zal kunnen nakomen. De be
richten van de andere zijde van den
Rijn wijzen er op, dat de economische
toestand er wanhopig is. Bij de gevol
gen van den oorlog, zegt de Temps"
zijn gekomen de ervaringen inet de
sociaal-democratie de loonen stijgen
voortdurend de duurte van het leven
neemt toe, terwijl dc productie steeds
vermindert.
Welke politiek denken de geallieer
den te volgen, vraagt de „Temps" om
Duitschland weer op den weg te
brengen, waarop het kan voortbrén
gen en betalen en zoolang het niet
kan betalen, hoe zullen de geallieer
den dan elkaar helpen, opdat dege
nen, die het meeste geleden hebben,
niet veroordeeld zijn tot een faillisse
ment door de insolvabiliteit van den
vijand
Deze vragen doen zien zoo con
cludeert de Parijsche correspondent
van 't Hbld. dat men begrepen
heeft, dat de aanvaarding van het ver
drag door de Duilschers, in het be
lang der geallieerden zeiven niet mag
leiden tot den ondergang van den
vijand.
Verspreid nieuws
De uitsche bomsnning
vernietigt de geïnterneerde
oorlogsschepen in Engeiaohe
havens.
Do Engelsche oorrespondent vun de
Telegraaf seint:
„Zaterdagmiddag hebban de Duit
schers aan boord van de gelnterneei-
de Duitsche oorlogsschepen in Scapa
Flow (Schotland.' plotseling de Duit
sche vlag geheschen, waarna zij de
schepen tot ziuken brachten. Vervol
gens zwommen zij naar wal.
Alle slagschepen en slagkruisers
zijn gozonken met uitzondering van
de „Baden", die nog drijvende is.
Naar gemeld wordt, zijn ook vijf
lichte kruisers gezonken, terwijl drie
andere door sleepbooten op strand
zijn gezet, èvenais met achttien tor
pedojagers nog bijtijds geschiedde.
Vier andere drijven nog. J)c overig©
zijn in de diepte verdwenen-
De geheele zaak schijnt lang te hei»,
ben geduurd, wan: het eerste schip
zonk even na den middag en 'i laatste
pas om half vijf.
De Duitsche scliout bij-nacht en de
de meeste Duitschers van de gezon-
kan schepen zijn thans onder bewa
king aan boord van Britsche schepen.
Op een aantal Duitschers, die wei
gerden de hun gegeven bevelen op te
volgen is gescholen. Een klein aantal
Duitschers werd gedood of gewond.
Het blijkt, dat de kleine Duitsche
bemanning, waaraan de zorg over de
schepen was toevertrouwd, zonder
Britsche bewaking aan boord waren
gebleven".
Een telegram uit Edinhurg meidt,
dat de bedoeling was om Maandag,
indien de vrede gesloten zou worden,
de Duitsche vloot te naasten, daar
de schepen dan vanzelf in handen der
geallieerden zouden komen. De Duit
sche bemanning is echter op de feiten
vooruitgeloopen.
Onmiddellijk zijn eenige Engelsche
slagschepen naar Roeyth (Sc-hutland)
vertrokken. Ook zijn marine-detache
menten in ex tra-trein en naar Schot-
sche havens gestuurd.
Nader wordt gemeld, dat 't hij schei}
vaneen roode vlag voor de Duitschers
t sein was om gaten in de schepen
te boren om ze te doen zinken. De be
manningen begaven zich in de booten
en roeiden strandwaarts. De Britsche
scheepswachten vuurden, waarop de
Duitschers over boord sprongen, naar
land zwommen en daar werden go-
vat.
Uit Londen wordt geseind, dat de
Duitsche sch^ut-bij-nacht von Reuter
de volledige verantwoordelijkheid aar»
vaardt om de Duitsche schepen te Ja
ten zinken,,omdat de Keizer In 1814
heelt gelast, dat dc schepen nooit m
handen van den vijand mochten ko
men.
Bovendien vertelde hij uit de Duit
scue bladen den indruk gekregen la
hebben, dat de wapenstilstand geëin
digd was.
Reuter is in arrest ggsteld. De
Amerikannsche pers is zeer veront
waardigd over hul gebeurde. Betoogd
wordt, dat de officieren en manschap
pen, die onder de vlug van den wa
penstilstand ueze eerlooze oorlog-daad
pleegden gestraft moeten woruen.
Reuter seint nog:
Ongeveer 1800 Duitsche officieren
en manschappen zijn op weg naar
een interneeriiigakamp. in verband
•met het tot zink én brengen van de
Duitsche vloot.
Onder het opsclirift „De Tmirdöig"
schrijft, de Berliner Lckat Anzeiger:
„Van heden af heeft het Duitsche
Volk niet meer het recht een natio
naal feest te vieren, tot de schande
van 22 Juni uitgewi6Cht is.
Een kieine straal van hoop voor de
toekomst komt int het Noorden,
waar in een vreemde haven Duitsch
land© trötsche vloot ligt. Met de
zwart-wit-roode vlug in top is die
door onze mannen tot zinken ge-
ihracht. Deze daad werkt als een le
venwekkende adem in deze* druk
kende dagen en doet de verdwijnende
hoop herleven.
Wat onze vijanden daarvan den
ken, behoeft ons niet te interessee-
r«n. Zelfs wanneer zij koken van
woede over den hun ontgallen buit,
vertrouwen wij toch. dat zij in het
diepste van hun hart, hun achting
aan de dapperen, die den dood bo-
veii de schande gekoken hebben, nie'
zuilen ontzeggen."
De „Taguclie Rundschau" zégt:
Op de „Totensonutag" van de Duit
sche eer en macht straalt het beeld
van Duitsche plichtsvervulling en
eerbewusizijn Lu de Scopn-bocht als
een beloftevol teeken van een betere
toekomst.
De „Neue Berliner Ztg", noemt het
tot zinken brengen een herostrati-
sc-he daad, die slechts een militair
kan waardeuren. J)ultschland >s
niet meer in etaat zich de weel
de van een dergelijke helden-pose te
veroorloven. De kortstondige voidoe-
inüng, oin nog eenmaal voor he: oog
der wereld in bengaalsch licht te
stralen, moet met baar geld betaald
worden.
Oorlogsiropaoftn verbrand.
Wolff seint uit Berlijn: Maandag
ochtend zijn soldaten en studenten
het tuighuis binnengedrongen, heb
ben er de ;n 1870 en '71 veroverde
Fransche vaandels uitgehaald cn die
voor het standbeeld van Frcderik den
Groote verbrand.
(Deze vaandels moesten volgens
Feu i I lefon
UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY
GILL,
Detective
door IVANS.
24)
Ik, die hem zoo goed Itendc, be
greep (lat hij van nu af met of
zonder handhaving van zijn incogni
to op Vorósbegy de leiding der za
ken op zich Deinen zou en dat het
zelfs niet bij hem opkwam, dat iemand
ook de slotheer niet daarin iets
vreemds vinden zou of mi3sclnen zou
trachten het te verhinderen. De merk
waardige zekerheid, waarmede hij in
zulke gevallen optrad, verschafte hem
bijna steeds groot overwicht op zijn
omgeving.
Op zijn aanwijzing had Béla Keiler
een laken gehaald en daarmede het
lijk der Gravin bedekt, nadat G. G.
zelf hot bloed zooveel mogelijk ver
wijderd en aan het lichaam de hou
ding eencr slapende gegeven had.
Overigens liad hij zich er tegen ver
bet, dat er iets in dc omgeving der
doode zou worden verplaatst of aan
geraakt en, nadat hij Keiler bevolen
had, in de kamer naast die van den
Graaf te wachten tot hij geroepen
werd, sloot hij de deur aan hot an
der uiteinde van de wapenzaal. Juist
op dat oogenblik verscheen ooit ik
weer op het terrein en hij verzocht
mij, tegenwoordig te zijn bij het on
derhoud, dat hij met den Graaf
wenschte te hebben. "Wij namen plaats
in de werkkamer, terwijl de deur van
de ridderzaal open bleef.
De Graaf maakte nog steeds den
in<R'uk van iemand, die zich maar
half ervan bewust is, wat er in zijn
omgeving gebeurt. Hij had voor zijn
schrijftafel plaats genomen en leunde
daarop met beide ellebogen, het hoofd
in de handen verborgen.
G. G. scheen vast besloten, hem uit
die verdooving op te wekken. Ik vond
daarin iets, dat mij tegen de borst
stuitte; maar aan de andere zijde be
greep ik, dat mijn vriend zeker af
doende redenen had om te handelen,
zooale hij deed. Ik, voor mij, waé
door de houding van Graaf CsadAnyi
wel eenigszins teruggekomen van
mijn eersten indruk, alsof hij zelf bij
den moord op zijn vrouw do hand ln
het spel gehad zou hebben. Toch wei
felde ik sterk in mijn oordeel om
trent ziin schuld of onschuld. Later
heb ik mijzelven moeten bekennen,
dat de „schaduw van het verleden",
in den vorm van-de geschiedenis van
IstvAn C6addny^ en zijn vrouw, niet
zonder invloed op mijn oordeel was
en dat bijgeloof feitelijk een woordje
medesprak in de overwegingen, die
mij aan 's Graven schuld deden geloo-
ven. Bijgeloof! Wat was er geyror-
den van mijn vaak bespotte en zeiden
geprezen nuchterheid!
Het middel, dat mijn vriend koo9
om Graaf CsadAnyi tot het juist be
sef van zijn omgeving en van zijn
toestand teni# te brengen, \6as zeker
wél gescliikt daartoe, want het deed
zedfs mij opspringen van verbazing.
Graaf Gsadauyi! zeide G. G.
met kalme en onbewogen st'éïh. Ik
heb mij iu dit huis gedrongen onder
een valschen naam. Majoor Curtis be
staat niet: mijn naam is Geoffrey Gill
en mijn beroep detective!
De Graaf bad het hoofd opgeheven
en keek hem aan met een kouden,
hoogen blik.
Geoffrey Gill? zeidc hij. Nu
herinner ik mij dien naam, die in
Engeland beroemd is. En u kwaamt
hier, omdat
Het laatste woord klonk kori-af vra
gend, bijna bevelend.
Omdat mijn beroepsplicht mij
hier in de buurt riep antwoordde
G. G. met groote kalmte. De reden
kan ik u tot mijn leedwezen niet Da
der omschrijven, omdat daarmede
hoogere belangen don de uwe, tot op
zekere hoogte nationale belangen Be
moeid zijn.
Wist u van dit alios ar, Mr. Hen
driks? De Graaf wondde zich plot
seling tot mij en ik zag, dat er een
gevaarlijk licht in zijn oogen scheen.
Ik boog zwijgend.
Dan moet ik u zeggen, dat uw
gedrag
Halt! klonk het opeens gebie
dend. G. G. was opgestaan. Ilij trad
naar dc schrijftafel, leunde met de
rechterhand daarop en legde de lin
kerhand op den rug van den- stoei,
waarop dc Graaf gezeten was, terwij'
hij dezen strak aankeek.
Graaf CsadAnyi zeide hij met
grooten nadruk, spaar ons uw ver
wijten. U hebt alle reden het toeval te
zegenen, dat u helpers in den nood
zendt.
Helpers? vroeg dc Graaf bit
ter. Wat baat mij hulp? Wie kan
mij helpen? en, met een woest ge
baar naar de ridderzaal wijzende,
riep hij: Wie geeft mij mijn ver
trouwen, wie geeft hAAr het leven te
rug?.Een oogenblik heersclite er stilte.
Toen vervolgde hij, met in zijn stem
iets, dat mij een koude rilling door
de leden joeg. En als ge mij helpen
kondt, als ge haar het leven kondt
teruggeven, wie zegt u, dat ik dat zou
wensclien?
Hij h:eld het hoofd hoog opgeheven
en er log iets uitdagends in zijn blik.
G. G. schoof zijn stoel tot vlak bij
de schrijftafel en nam opnieuw plaats
terwijl hij den Graaf aankeek met
oogen, waaruit groote wilskracht
sprak, maar tevens innig medelijden.
Niemand kan u helpen in den
zin, waarin u dat bedoelt zeide
hij. Maar u hebt hulp noodig in een
ander ojizicht. De politae moet in ken
n-s gesteld worden van wat hier ge
beurd is, en
De Graaf was plotseling opgespron
gen.
Natuurlijk! De politie moet ge
waarschuwd worden zeide hij ze
nuwachtig. Béla Keiler moet on
middellijk naar Kisfalva rijden. Waar
is hij gebleven? Hij moet dadelijk hier
komen.
Neem nog een oogenblik plaats,
heer Graaf zoidt' G. G. met zijn ge
wone kalmte. Ik weet nog niet, of het
verstandig is, juist aan Béiu Keiier
die opdracht te geven. Maar boven
dien is het zaak, ons vooruit góed
rekenschap te geven van wat. er ge
beuren zal, wanneer de pol*tie de zaak
ter hand neemt.
De Graaf keek hem aan met oogen,
die niet begrepen.
Begrijpt, u niet vervolgde G.
G-, terwijl hij den Graaf met zacht
geweld in zijn stoel terugdrong.
Begrijpt u niet, dat de politie de of
ficieele politie bedoel ik de meest
voor de hand liggende conclusie, die
uit de feiten te trekken valt, als de
.waarheid zal aannemen?
Graaf CsadAnyi bleef zwijgen.
Hebt u er zich geen rekenschap
van gegeven, hoe anderen, die u
vreemd zijn, het gebeurde beschouwen
zuilen? Denk u eens er >n, wat men
zeggen zal. De Gravin vermoord,
onmiddellijk nadat de misdaad heeft
plaats gehad, wordt de Graaf bij haur
lijk aangetroffen, zonder tranen, ais
versteend op haar lichaam ncorsta-
rende. Niemand anders is te zien....
hij is alleen met hair
De Graaf was langzaam opgerezen.
Hij was nu doodsbleek.
Bedoelt u, dat men mij mij...?
De stam begaf hem en hij zonk
op zijn stoel terug.
De politie zal u zeker voor den
dader houden, Graaf CsadAnyi! Be
grijpt u nu, dat u hulp noodig hebt?
Het bleef stil, langen tijd. De graaf
zat met het hoofd voorovergeliogen,
als in diep gepeins verzonken. Einde
lijk keek hij op; er was een andere
uitdrukking in zijn oogen en een an
dere klank in zijn stem gekomen.
Het spijt mij, dat ik daareven
heftig en misschien onrechtvaardig
was zeide hij. U zult rekening
houden met den vreeselijken toestand,
waarin ik mij bevind.
(Wordt vervolgd.)