Haarlem's Dasblad
Stadsnieuws
Onze LaGfihoak
ten in de districten Teiuan. Ceuta en
I/arach bevolen de vijandelijkiieden
legen Raiaoeli le 6taken. Hiervooi
worden twee redenen opgegeven:
le. de erasure tegenslagen, .wel
ke de troepen geleden hebben;
2e. de Sfiaansclie strijdkrachten en
in bet bijzonder de irüandsche troe
pen, zouden ongeneigd zijn tot den
aanvat over le gaan. alvorens ver
sterkingen uit Spanje zijn aangeko
men.
ONRUST EN RELLETJES IN
ENGELAND. De onrust der ge
moederen, ook in Engeland, uit zich
'daar in den laats ten tijd ook nog al
eens in relletjes.Gewoonlijk zijn ze van
weinig beteeken's. Er wordt eens een
vergadering in de war gestuurd
zooais bijv. te Grays plaats had,
waar afgemonsterde soldaten de spre
kers van een socialistische meeting,
uit verontwaardiging over Bofejewi-
kische uitingen, verdreven en zelf de
menigte gingen toespreken, die daar
op met het volkslied antwoordde.
Minder onschuldig is het gebeurde te
Swindon, w.aar afgemonsterde sol
daten bii een betooging voor hel
raadhuis de Brïtsche ylag verbrand
den. Maar van bijzonder emstigen
fiard is zeker, hetgeen Zaterdag te
Luton plaats had .waar na de vredes-
feestviering een woeste menigte het
stadhuis binnendrong, den inboedel
vernielde en ten slotte het gebouw in
Ibrand stak, dat don ook geheel en al
verloren ging en waar vervolgens
ook nog verschillende winkels werden
bestormd en vernield. Eerst laat in
den middag, toen militaire verste:-
kingen waren aangekomen, kon de
orde worden hersteld. Echter om den
volgenden dag alweer te worden ver
stoord. De menigte trachtte Zondag
avond de des Zaterdags in hechtenis
genomen lieden te bevrijden. Maar
de krachtig versterkte politie be
Meld de overhand. Bii de ongere
geldheden op Zaterdag werden niet
minder dan honderd menschen ge
wond. Zondagavond echter liepen
slechte zeer enkelen kwetsuren op.
Wat de eigenlijke oorzaak van de
ontevredenheid in Luton is, blijkt
niet duidelijk. Men spreekt van een
verbod van een openluchtbijeenkomst
van afgemonsterde militairen, maar
dat verklaart tooh niet de vreeselijke
tooneelen van wanorde. Trouwens
ook in andere plaatsen komen in den
laatsteen tijd ongeregeldheden v:an
ernsrigen aard voor. Er heerseht
overal een geest van onrust en onte
vredenheid ia dezen overgangstijd
van oorlogs- naar vredestoestanden.
DE KOLEN EN DE HANDEL VAN
ENGELAND. De president van
don Board of Trade, sir Auckland
Geddes, zeide in hot Lagerhuis in
antwoord op een vraag, dat de invoe
ren in hei Vereanigd Koninkrijk in
de periode van twaalf maanden ein
digende Mei 1919 een waarde hadden
van ruim 1.363 miilioen p st., terwijl
de uitvoeren een waarde hadden van
626. G miilioen p.st. De invoeren van
de Vereenigde Staten bedroegen 538
miilioen p.st., de uitvoeren daaren
tegen 1.415 miilioen p.st.
De heer Houston vroeg daarop of
het den minister bekend was, da,t de
vrachtprijzen van üe Amerikaansche
schepen naar Zuid-Amerikaansche
havens ongeveer dubbel zoo hoog
waren als die van Britsclie schepen
en of de minisUjr meende, dat als
de Amerikaansche vrachten gelijk
worden aan de Britsche, de Britsche
uitvoerhandel zou te niet gaan.
Sir A. Geddes antwoordde: Ik
vrees, dat we moeilijk onze uitvoe
ren zuilen kunnen handhaven als we
niet de kolenproductie kunnen doen
toenemen.
De heer Houston: Ais onze uitvoe
ren niet toenemen en onze invoeren
stigen, zullen we dan niet voor een
bankroet komen te staan?
Sir A. Geddes: Ik denk dat dit wel
ieder duidelijk zal zijn.
Tn een schriftelijk antwoord aan
den heer Houston deelde sir Auck
land Geddes nog mede, dat in het
jaajr 1916 de productie van kolen in
het Vereenigd Koninkrijk 165 ton per
kolenuiijnarbalder en per jaar be
droeg, tegen 800 in de Vereenigde
Staten.
In een rede te Abertillery heeft het
parlementslid Brace den mijnwer
kers bezworen toch de tegenwoordig"
productie te verdubbelen, ten einde
een nationaal bankroet te - voorko
men. Kolen waren, zedde hij, van
grooter waarde dan goud.
DE AMER1K AANSOEE SENAAT
EN MET VREDESVERDRAG.— De
New-Yorksche correspondent van de
Daily News zegt. dat een amendee-
rïng van het Vredesverdrag piet meer
wordt verwacht en dat zelfe nog twij
felachtig is of dë Senaat wel eenigl
voorbehoud zal maken. President
Wilson, zegt hij, heeft blijkbaar de
SenatoreD onder den diepen indruk
«ebrachi van den ernst van den Eu
roneeschen toestand
UIT DUlTSCHLANtD. Uit
Hamburg wordt aan de „Vossische
Zeitung" geseind dat de directie van
de Vulcan-werf heeft verklaard dat
indien geen eind gemaakt wordt aan
het door de radicale arbeiders inge
voerde strijdmiddel van het passieve
verzet, zij het bedrijf zal stilleggen,
waardoor duizenden gezinnen broo
deloos zullen worden.
Er dreigt door dit conflict een al-
Igemeene staking in de Duitsche me
taalnijverheid.
DE DUITSCHE VLOOT. De
Dtiilsche kruiser „Graf Spc-e", die
tijdens den oorlog op de Schiffschau-
werf te Dantzig gebouwd werd, is
voltooid naar Kiel gebracht om be
wapend te worden. Daarna wordt het
schip |aan ide geallieerden uitgele
verd zoo meldt de Telegraaf.
ONZE BRANDWEER.
40 Rotterdamsche brandmees
ters, aldus was ons medegedeeld,
zouden Donderdagmiddag om vier
uur een bezoek komen brengen aan
de Groote Kerk, den toren beklim
men en daar de reservoirs en poxup-
inrichtingen in oogenschouw nemen,
die in geval van brand in de aloude
St. Bavo onmiddellijk in werking
kunnen gesteld worden. Daarop
zou een demonstratie volgen van het
kunnen van de Haarlemsciie brand
weer: de Rotterdammers, die zoo
veel goeds gehoord hadden van het
Haarlemsciie alarmeeringssysteem,
hadden den wensch uitgedrukt eens
met eigen oogen te zien, hoe dit
systeem werkt.
Om vier uur zwierven wij dan ook
in de buurt van de St. Bavo. Van
40 brandmeesters echter geen spoor!
Juist wilden wij even bij den heer
Luitingh aanbellen om te vragen, of
de heeren misschien te vroeg waren
gekomen en al binnen waren, toen
wij de Jieeren Spaan en Martin in
de armen liepen, die ons mededeei-
den dat de Rotterdammers niet te
vroeg waren, maar te laat zouden
komen. Een gezellige boot-tocht en
een goede lunch, schenen aan dit laat-
komen niet vreemd te zijn. Hoe dit
zij-: de 40 Rotterdamsche heeren had
den getelegrapheerd, dat zij hun
trein hadden gemist en om half 5
zouden aankomen.
Fluks !de V. C. aarzelt nooi: lang?)
werd nu besloten, de twee nummers
van 't programma om te wisselen: de
demonstratie was nu eenmaal be
paald op 5 uur en dat moest zoo blij
ven. Met de autoriteiten was over
eengekomen, dat er om 5 uur een
brand in de Handelsschool zou wor
den geblusclh en stel je nu eens voor,
dat eerst om 6 uur of nog later het
beriaht kwam. „Brand in de Han
delsschooll!" Iedereen zou gedacht
hebben, dat het n u meenens was
Dus het consigne was: om 5 uur
bii de Handelsschool.
Daar stond dan ook op dat uur
een persman op zijn eenzamen post,
beurtelings de Raaks en de Zijlvest
af te staren, wachtende op de brand
meesters, die komen zouden. Spoedig
kwam een collega lustig aanpeddelen
en toen staarden er twéé journalis
ten. De Raaks af. En de Zijlvest af.
Zouden, zoo vroegen wij ons af, de
40 heeren óók neg maar eens: een
stevig diner... Maar neen, daar na
derde op de Raaks de wakkere stoet
met den commandant van de Haar
lemsciie brandweer, den heer G. A.
v. d. Steur en den heer van der Goes,
voorzitter van de Vereeniging van
Rotterdamsche brandspuitmeesters,
aan 't hoofd. De heeren posteerden
zich voor de Hoogere Handelsschool
en toen liep alles verder van een
leien dakje.
De heer Spaan, vergezeld door een
der Rotterdamsche brandmeesters,
grng de brandweer alarmeeren om
7J minuut over 5 en 2} minuut later
was de brandspuit van de politie op
de plaats des onheils aanwezig, lil
snelle vaart volgden toen de verschil
lende wagens van de V. C. en de
eenpaardsslangenwagen elkander
op; zoodat men 3J minuut na het
alarmeeren water had (één straal),
een minuut later 2 en nog i minuut
later 3 stralen. 16J minuut over vijf
arriveerde de machinale ladder, zoo
dat geconstateerd kon worden dat
binnen 10 minuten al het brand-
bluschmateriaal op het terrein aan
wezig was.
In IJ minuut werd1 de machinale
ladder opgesteld, de spuitgasten
klauterden or vlug op naar'boven
en na 1 min. 40 sec. spoot een straal
water lustig boven de Iioogere Han
delsschool uit! -
De Rotterdammers waren verrukt.
Bent u tevreden 1 hoorden wij
kapitein van der Vaart vragen.
Dames en heeren, zei een buik
spreker, die in een dorp in een ach
terhoek een voorstelling gaf. Nu zal
ik u een lied voorzingen en het /.al
u toeschijnen, dat het geluid van bo
ven uit de zaal komt.
De man trok allerlei leelijke ge
zichten, maar niemand hoorde iets.
Plotseling kwam er een stem van
de galerij:
Doe maar geen moeite meer,
baas, de naald van de gramofoon te
zoek!
't Ls keurig in orde. hoor! was
't enthousiaste antwoord'. 'I Kan niet
mooier! En wat gaat alles kalm en
stil: je hoort geen woord!
Nadat de brandweer weer was in
gerukt begaven de heeren zich naar
de Groote Markt om het voorgeno
men bezoek aan de St. Bavo nog te
brengen. Daarna zou een gemeen
schappelijk diner volgen in Hütel
Royal, waar de Rotterdammers
dit zij volledigheidshalve vermeld
bij hun komst door den heer van der
Steur waren ontvangen en toegespro
ken.
Aan het diner in Royal werd nog
door e enig en van de Rotterdamsche
Sasten het woord gevoerd, die alien
an bewondering uitdrukten vcor
het geziene en zich dankbaar toon
den voor de hun geschonken gcle-
fenheïd, kennis te maken met de
laarlemsche brandweer.
DE ORGELBESPELING VAN
DONDERDAGAVOND.
Bij drommen tegelijk stroomden
Donderdagavond de muzieklief lu-b
bers weer de Groote Kerk binnen niet
alleen om te luisteren naar de kunst
van den heer Louis Robert, maar ook
om zooveel mogelijk hun handteke
ning te plaatsen op de lijsten, die on
der leiding van den heer P. Visser, te.
Spaarndam, gereed gelegd waren, om
het adres te vergezellen, dat aan het
gemeentebestuur gericht zal worden,
teneinde te verkrijgen dat de avond-
orgelbespelingen ock nog in de maar.
den Augustus en September gegeven
zullen worden. Een denkbeeld, dat wij
natuurlijk gaarne ondersteunen en
waarvan wij zelf de wenschelijk icid
ook herhaaldelijk naar veren iiehhen
gebrachteen denkbeeld, dat veel
kans van slagen heeft, zooals wij
Ifoorden van iemand die het weten
kan.
Onder de aanwezigen merkten wij
o.a. op den burgemeester van Haar
lem, den heer C. Maarschalk, tnet
zijn familie de wethouders Joh. de
Breuk Mr. J. N. J. E. Heerketr-
Thijssen en Mr. A. Bruch voorts ver
schillende raadsleden en hoofdambte
naren.
De belangstelling was zelfs zóó
groot, dat de menschen, die tijdens de
voordracht van het eerste nummer het
gebouw waren binnengekomen niet
eens allemaal, toen hel bekende schel
letje weerklonk, een plaats konden
krijgen.
Het bleef maar stroomen!...
Niettegenstaande den regen!...
Het spreekt natuurlijk van ze!f, dat
niet alle menschen gelegenheid von
den, hun handteekening te plaatsen,
daarvoor was de tijd te kort. Maar
het is ook niet noodig, want de auto
riteiten wéten het nu wel, dat het pu
bliek van Haarlem en omstreken
gaarne zoo lang mogelijk van deze
concerten wil genieten. We twijfelen
dan ook nicl, of liet te verzonden
adres zal in ernstige overweging ge
nomen worden.
Met groote aandacht en welbeila
gen werden de vier nummers aange
hoord, waarvan vooral het laatste
(Sonate e kl. t. op. 2 „Da Pacem Do
mine" van Hendrik Andric-ssen, een
machtigen indruk maakte.
GERDESSEN FEEST. Donder
dag werd hot jaarlijkseh kinddrfcest
van de Schuurman Schimmel van
Outeren-Stichting gevierd. Dank zij
de buitengewone welwillendheid van
„W. Bus' Stoomboot-Maatschappij"
kon het ook dit jaar cey boottocht
zijn. Hadden wij al eenige dagen met
angstig hart deD barometer zien
rijzen en dolen, gelukkig haast
boven verwachting het weer bleef,
gedurende de heele reis goed. Niels
was er, da,t de feestelijke stemming
van de 400 kinderen kon bedorven.
De tocht na/ar Zaandam, de wande
ling vandaar naai' Koog, de rond
vaart door de havenwerken van Am
sterdam, alles liep vlot van stapel,
zoodat we ongeveer 4 uur onder ol-
enthousiasAe tegenover de
rkt konden ontschepen. Het
te, als altijd, een heerlijk uitstapje
geweest.
JACOB VAN LENNEP. - Dt
tooneelvereeniging „Jacob van Len-
nep" hield dezer dagen haar jaarl.
ale. vergadering in de bovenzaal van
deKroon. Aanwezig 35 leden. De
verslagen van den lsten secre:. en
van den penningmeester werden met
arm lans begroet. De ia-c rooting voor
TWEEDE BLAD.
VrjJSag 25 Juli 1119
Buiteniandscn livirzicfat
Het Engelsche Hoogerkuis heeft
zöoals natuurlijk ook verwacht werd
t— het vredesverdrag en het Engeteoh-
Eransclie verdrag .met algemeene,
le temmen geratificeerd.
In de groote rede, die de eerste
minister van Engeland Maandag in
het Lagerhuis heeft gehouden, ter
verdediging en toelichting van het
vredesverdrag, heeft hij ook in het
bijzonder zijn aandacht gewijd aan
de Iersche quaestie, naar aanleiding
van de woorden van den heer Dev
lin, die had verlangd, dat de begin
selen van president Wilson ook op
Ierland zouden worden toegepast.
Lloyd George begon met een tegen
vraag. Hij wilde n.l. weten of de
heer Devlin bereid is om die begin
selen op geheel Ierland van toepas-
ging te verklaren. Want hierin ligt
de geheele moeilijkheid van een re-
Seling. De heer Devlin sprak van
oor wapengeweld opgelegd gezag.
Maar, zeide de minister, in begin
sel is het hetzelfde of men ander
half miilioen menschen of drie mii
lioen gaat dwingen. De landslieden
van den heer Devlin willen de fei
ten niet zien. Zij willen niet alleen
he:- zelfbeschikkingsrecht voor zich
zeif, maar willen anderen dit ont
houden. De minister wees op zijn po
ging om de beginselen van president
Wilson in Ierland toe te passen en
hij herinnerde aan zijn denkbeeld
van de lerscne conventie, waar de
leren zelf een oplossing hadden kun
nen vinden. Maar enkele partijen
bleven van do conventie weg, ando
ren toon run zóó groote verdeeldheid,
dat geen enkel resultaat werd ver
kregen. „Zoo ging het", zeide Lloyd
George onder gelach en toejuichin
gen, „met zijn poging om Wilson s
Beginselen op Ierland toe te passen."
Devlin interrompeerde hier en j
riep: Die beginselen kunnen worden
toegepast door een volksstemming uit
te schrijven. Elke natie heeft het
recht over haar Job te beschikken.
Ierland is een natie. Verder kwam
Devlin niet, men riep hem toe: twee
natiënEn de heer .Lloyd George
zeide: De groote moeüijkneid is, dat
Ierland geen natie is. De geachte af
gevaardigde moge dat oprecht mee-
nen, zocdrr. men gaat pogen cm de
quaestie op te lossen, ontdekt men
dat Ierland geen natie is. Het feit,
dat het één eiland is, bewijst nog
niet, dat het één natie is. Groot-
Brittanniö is een eiland, maar het
omvat drie natiën. Als deze moei
lijkheid in Ierland kon worden over
brugd, zou er geen moeilijkheid meer
zijn.
Lloyd George betreurde diep de
veete tusschen de twee natiën, de
veete tusschen de Celtisclie katho
lieke bevolking van Ierland en Groöt-
Bribtannië, maar zij bemoeilijkte een
oplossing, te moeilijker omdat
men bad op Zuid-Afrika gewezen
het. hier een regeling geldt in sen
land dat „vlak voor onze deur ligt"
en „deel uitmaakt van de organ!
salie dezer eilanden".
De „Times' publiceert een buiten
gewoon belangrijk hoofdartikel van
Tier kolom, waarin een mogelijke
schikking der Iersche kwestie wordt
voorgesteld. Het blad begint met re
zeggen, dat de Home Ruie-wefc van
1914. niet aan Ierland kan worden
opgelegd, en bijna overal impopulair
is in Iarlaritl, welke financieels po
sitie tengevolge van do oarlog-sbelas-
tingen in. veel hoogor mate verbe
terd is, dan in de wot van 1914 Voor
zien werd. Deze wét dient dus ver
vangen te worden door een andere,
die op breederen grondslag berust,
getuigend van meer staatsmanschap
De „Times stelt dati voor dat in
de eerste plaats in Ierland twee pro
vinciale of sbaatswetgevende licha
men in 't leven zullen worden ge-
roepen, nl. één voor de heele provin
cie Ulster en één voor het, overige
Ierland.
Deze wetgevende lichamen zouden
dan volledige macht tot wetgeving
erlangen in alle kwesties betreffende
de binnen landsche zaken in de res
pectieve gebieden, zooals Landbouw,
Visscherij, vakonderwijs, gemeente
belangen, plaatselijk bestuur, plajat-
selijke ondernemingen, openbare wel
ken, fabrieksvoorschriften, directe
belastingen enz.
Ieder der beide gebieden zou don
een uitvoerend lichaam krijgen, be
last met ahe provinciale diensten
en aansprakelijk tegenover de res
pectieve wetgevende lichamen. Dit
zou dan de eerste stap zijn naar de
verleening van zelfbestuur aan Ier-
Feuilleton
GILL,
Detective
door IVANS.
51)
Houdt vanavond, op de soirée
bij den Aartshertog, oogen en iooreti
open, mijn beste vrienden zei hij.
Berichten bereiken Giles Gerard
het snelst, wanneer ge zo adresseert
naar Kamer No. 50 in „Hungaria".
Maar ik heb je nog een gewich
tige mededeeling te doen zeide ik
en vertelde hem, hoe wij den vorigen
dag de kleine Mariska tegen hei lijf
geloopen waren.
Dat te werkelijk van groot be
lang 2ei de detective. Het kan
mij zeer goed té pas komen! Maar nu
moeten we elk onzes weegs gaan,
Willy! He hoop, dat mevrouw en jij
vanavond van de muziek eens recht
genieten zult. Dat is oen mooie af
wisseling, nu alle agitatie van de
laatste'dagen!
Met een hoofdknik verliet hij ons
en verdwveri in het gewoel der Rd-
la/id, en den grondslag leveren voor
de decentralisatie van de regeer in g
van 't Vereenigd Koninkrijk. Later
zou dan de instelling van twee Ier
sche wetgevende lichamen ledden tot
de stichting van een eernig lcjrsch
parlement, hetwelk de Iersche Fede
ratie zou omvatten, waarin beide
Iersche staten (Ulster en de rest van
Ierland) gelijke vertegenwoordiging
zouden hebben onverschillig hoe
groot hun bevolking te, zooals dit in
Australië en Zuid-Afrika bestaat.
Dit eenig Iersche parlement zou
kunnen bestaan in delegaties van de
twee afzonderlijke wetgevende licha
men, zóó, dat hunne partijen en
belangen daarin getrouwelijk worden
afgespiegeld, zoodat de nationalisti
sche minderheid van Ulster zoowei
als de Unionistische minderheid in
de rest van Ierland daarin naar
i-eclxt en billijkheid zouden zijn ver
tegenwoordigd.
Het parlement, van liet Vereenigd
Koninkrijk zou echter zijn gezag be
houden wat betreft de kroon en lioar
successie, de beslissing over oorlog
en vrede, leger-, vloot- en lucht
macht, verdragen, naturalisatie,
scheepvaart, muntwezen, handels
merken, patenten enz., maar het Ier
sche parlement, zou de macht krij
gen tot opleggen en innen van alle
directe belastingen, liet afsluiten van
leeaiingen, het vaststellen en innen
van uit- en ingaande -rechten, het
onderhandelen over handelsverdragen
(dit wellicht met het oog op een vrij
handelsverdrag met Gr.-Brittaiaiië,
aankoop van land, rijksverzokering
ouderdomspensioenen, posterijen, te
legraaf en telefoon, spaarbanken en
onderwijs.
De thans bestaande departementen
voor Ierland zouden worden overge
bracht naar het uitvoerend lichaam
verbonden aan het federatieve parle
ment, waardoor de onderkoning
gouverneur-generaal zou worden,
met het recht van veto tegen alle
Iersche wetten van de beide Iersche
wetgevende lichamen, zoowel als te
gen de wetten van het parlement van
geheel Ierland.
Tenslotte zou Ierland zijn verte
genwoordiging in het parlement van
Westminster behouden, doo'r geheel
Ierland te kiezen.
De „Times" biedt haar voorstel
ter ernstige overweging aan, als
zijnde een poging om het 700 jaren
oude Iersche vraagstuk op te lossen.
De Pruisische minister van onder
wijs en e eredienst Hanisch ver
klaarde in een onderhoud, dat de
Duitsche i'egeering in de volgende
dagen verdere stappen zal doen om
de eenheid van het rijk hechter te
maken. Dit zal niet geschieden door
middel van de wetgeving, doch door
economische middelen.
Het rijk zal de spoorwegen
maken, tot een rijksonderneming en
ook de exploitatie van rivieren en
kanalen lot een rijksexploitatie ma
ken. Het te ook mogelijk dat bimien-
kort alle justitieels macht op het rijk
overgaat. Onderhandelingen in dezen
geest zijn reeds met de bondsstaten
aangeknoopt.
Verspreid nieuwe
EEN VREDESAANBOD VAN EN
GELAND IN 19171 Lil Berlijn
wordt aan de Telegraaf geseind: In
kringen dei- Nationale Vergadering
gaat het geruQht dat Erzberger in
de groote rede, waarmede hij aan de
debatten zal deelnemen, ook zal
spreken over ear, in 1917 door Enge
land aan Duitschland gericht vredes
aanbod
In verband hiermede verneemt de
„B. Z." van een bevoegde persoon
lijkheid, die in nauw contact stond
met de toenmalige opperste legerlei
ding, het volgende:
Eind Augustus of begin September
uitten zich de "toenmalige rijkskan
selier dr. Michaelis en de staatsse
cretaris van Buitenlandscho Zaken,
van Kühlmann, tegenover de opper
ste legelrleiding op geheimzinnige wij
ze over een vredespoging dor En
tente, zonder evenwel de opperste
legerleiding nadere mededeelingen
te doen omtrent den oorsprong, den
vorm of den inhoud daarvan.
Verschillende besprekingen hadden
daarop plaats; onder anderen werd
omstreeks 10 September 1917 een
kroonraad te Berlijn gehouden.
In verband 19et deze besprekingen
werd overeenstemming bereikt be
treffende een verklaring, welke om
trent België zou worden gepubliceerd.
Ludendorff wist daarop den Rijks
kanselier te bewegen een oorlogsrede,
die in de tweede helft van Septem
ber zou worden uitgesproken, niet te
houden. Hij hoopte dat KOhlmann
de verklaring omtrent België zou
dementeeren, welke verklaring de
staatssecretaris mei, Oberst von Haf
ten besproken had. Kühlmantn even
wel publiceerde geen tegenspraak,
De opperste legerleiding heeft
nooit weer iets van de zaak géhoord.
Dit was het eenige vredesaanbod
dat gedurende den geheelen oorlog
door den vijand gedaan is.
Het ware gewenscht, aldus besluit
koczi straat.
Maud en ik dineerden in „Panno-
nina" en namen daarop de tram naar
het „Stadtswaldchen" om daar over
alles nog eens rustiger te praten,
dan wij dat in de rumoerige stad
doen konden. Onwillekeurig richtten
wij onze schreden naar het plantsoen,
waar wij den vorigeo dag, ongeveer
op 't zelfde uur, de kleine Marteko ge
zien hadden. Opnieuw zetten wij ons
op een bank en zagen naar hot spe
len van de kinderen, waarvan wij
er verscheidene van gisteren herken
den. Maar noch Mariska, noch de
borine, die haar begeleid had, kre
gen wij te zien. Er wachtte ons ech
ter oen andere verrassing.
Toen wij ongeveer een half uur op
onzo bank gezeten hadden, zagen wij
rechts van ons een wandelaar aan
komen, dien wij beiden op hetzelfde
oogenbiik herkenden. Het was de
blonde man met de donkere oogen,
dien wij in den restauratie-wagen
gezien hadden: Góza IIorv;Uh, de
secretaris van Aartshertog Karei
August.
Ik kreeg hem 5n het oog, voordat
hij ons ontdekt, had. Toen zijn blik
een oogenbiik later op ons viel,
meende ik een oogenbiik daarin een
uitdrukking van herkennen te ont
dekken. Maar hij passeerde ons, zon
der dat die indruk bevestigd werd,
want zijn oogen daalden dadelijk af
de zegsman van 'de ,JB. Z." dat. tie
toenmalige Rijkskanselier en Oberst
von Haften rich omtrent dit vredes
aanbod nader verklaarden.
DE VLAMINGEN. Naar in het
Handelsblad van Antwerpen te lezer-
is, hebben vooraanstaande Vlamin
gen, bij gelegenheid van het bezoek
van president Poincaré aan Antwer
pen, de volgende verklaring openbaar
gemaakt
Wij, Vlaamschgezinden, luidt het
daarin, wenschen uitdrukkelijk te
verklaren, dat wij van ganscher har
te onze stem mengen in het gejuich
van vereering, die naar den grooten
nabuur oprijst.
Wij willen niet, dat het opzettelijk,
kwaadwillig in ue wereld verspreide
misverstand, als zou de Vlaamsche be
weging togen Frankrijk gericht zijn
haar kwaad bedrijf voortzette wij
willen niet, dat de Franschen zouden
twijfelen aan de oprechtheid onzer
genegenheid voor het Fransciie volk.
Tusschen de genegenheid voor het
Fransche volk en onze liefde voor on
ze vlaamsche taal, ligt geen tegen
strijdigheid alleen zij schaden den
naam von Frankrijk, die hem gebrul
ken om de ontwikkeling onzer eigen
Vlaamsche beschaving te belemmeren.
Het talenvraagstuk in België is een
binnenlandsche aangelegenheid wij
hebben diegenen van de straat ve
jaagd die het wilden oplossen met
Duitsche hulp al wie vreemde nulp
daartoe inroept, heeten wij geen
waardig dienaar van zijn land.
De l-'ranschman mint zijn taal harts
tochtelijk, en wij bewonderen beni
voor dat gevoel welnu, wij ook heb
ben onze taal lief, en daarom willen
wij, dat zij meester weze in Vlaamscli
iiugië en geen Asschepoester, ge
tweede-rangstaal.
DE ENGELSCHE SPOORWEG
STAKING GEelNDIGD. Er is een
schikking getrolfen in zake de sta
king aan den North Eastern Rail
way. Zondag had Sir Auckland Ged
des een bespreking met de vertegen
woordigers van do verschillende bij
het geschil betrokken partijen en hij
beloofde toen, dat binnen een maand
een ulgeineene regeling zou worden
getroffen voor de gezichlsproef van
het spoorwegpersoneel. Men weet,
dat deze spoorwegstaking, die in net
noordoosten van Engeland zoo ern-
stigen overlast aan 't publiek bracht,
was geproclameerd uit ontevreden
heid over de gezichtsproei die de
spoorwegmaatschappij voor haar Per
soneel had voorgeschreven. De maat
schappij verklaarde zich bereid de
geschorste beambten (geschorst wijl
ze weigerden zich aan de proef 1e on
derwerpen) weer in de oude positie
tc herstellen, mits dan echter de sta
king zou eindigen.
Zoo kwam men tot overeenstem
ming, maar niettemin is toch eerst
Dinsdag de dienst hervat, al was er
Maandag al een deel van het perso
neel aan het werk gegaan, zoodat
een zeer ongeregelde spoordienst tus
schen verschillende plaatsen aan de
Noordoostkust reeds Maandag kon
worden geopend.
DE AMNESTIEWET IN FRANK
RIJK. Naai- men verneemt be
helst het ingediende amnestie-ont
werp kwijtschelding van straf o.a.
voor bepaalde persdelicten en defai
tistische geschriften. Verder wordt
amnestie verleend aan deserteurs,
wier afwezigheid de zes maanden
niet overschrijdt, indien zij zich vrij
willig weer gemeld hebben; wegens
bepaalde in disciplinaire vergrijpen,
verkoop of verpanding van equipe-
mentstukken, hel onbevoegd dragen
van decoraties enz. Uitgefloten van
amnestie zijn degenen, die schuldig
zijn aan verraad, verstandhouding,
met den vijand, spionnage speculatie-
en handel met den vijand.
DE MOORD OP DEIN ONDER
OFFICIER MANNHEIM. - U,
Parijs wordt aan de N. R. Ct. ge
seind: Do Duilsohers hebben aan de
Fransche regeering een nota gezon
den met juridische argumenten, om
te trachten af te komen van de boete
van een miL'ioen d>e Berlijn voc.
den moord op den onderofficie:
Mannheim is opgelegd.
De juridischs raadslieden van de
Fransche regeering bereiden een anl-
woord voor; de militairen zullen er
zich ongetwijfeld mee belasten het
met beslissende aiwumenten te 011-
ondersteunen.
HET VREDESVERDRAG MET
BULGARIJE. De Temps ver
neemt da; de Italiaansche delegatie
zich niet meer verzet tegen het stand
punt van Frankrijk en Engeland,
dat Bulgarije van de Egrische zee
moet worden afgesloten,
DE SPANJAARDEN IN MA
ROKKO. Naar de correspondent
van de Times te Tanger uit goede
bron verneemt, heeft de regeering ie
Mad.'"-1 den Spjanschen strijdkrach-
en rustten, mei blijkbaar genoegen,
op de spelende kinderen.
Ik geloof, dat hij ons herkende
zeide ik.
Dat zou niet zoo verwonderlijk
zijn antwoordde. Maud, met haar
gewoon gezond verstand. Wij her
kenden hèm wel; waarom hij ons
niet?
't Is waai- zei ik. 'n Mooie
vrouw, die men ééns gezien heeft
Niet flauw worden, Willy!
bestrafte Maud. Zul je nooit lee-
ren, een ernstige zaak ernstig te be
handelen?
Maar ik ben ernstig en 't is een
ernstige zaak, een mooie vrouw te
zien! hield ik vol; doch een plot
selinge verandering in de uitdruk
king van Maud's gezichtje hield ver
dere scherts op mijn lippen terug.
De richting van haar oogen volgen
de, zag ik, van denzelfden kant, van
waar de secretaris gekomen was, G.
G. naderen. Hij slenterde langzaam
op ons toe, gaf ons uit de verte een
knipoogje en passeerde alsof hij
ons niet- kende.
Zou hij dien meneer Ilorvéth
volgen? vroeg Maud.
Wie zal liet zeggen? was mijn
wedervraag. II ij gaat in elk geval
denzolfden kant uit. Maar hoe komt
hij hier? 't Is nauwelijks twee uur
geleden, sedert wij afscheid van hem
namen. Zou hij direct naar het pa
leis van den Aartshertog gegaan zijn,
om diens secretaris in het oog te
houden?
Bedenk, Willy, dat de wegen van
den detective onnaspeurlijk zijnl
Maud zeide dit op den eenigszins do
ceerenden toon, dien G. G. soms kon
aannemen, en wij lachten beiden.
Kort daarna stonden jwij op en
wandelden langzaam in dë richting
van de Andrassy-straat. Bij den vij
ver ontmoetten wij een wat druk ge-
kleede jonge dame, die ons in het
voorbijgaan strak aankeek.
Kérem szépen! 1) klonk hot
een oogenbiik later achter ons.
De jonge dame was omgekeerd en
had ons aangesproken. Nu eerst her
kenden wij haar: het was de bonne,
die wij den vorigen dag in gezel
schap van Mariska gezien hadden I
De „Herrschaften" moeten mij
vergeven, dat ik hen aanspreek
zeide zij in het Duilsch. Hebt u
gisterenmiddag hic-r 111 het „Stadts
waldchen1' niet met een klein meisje
gesproken?
Wij antwoorden bevestigend.
Ik meende u te herkennen
hernam de jonge dame. Gisteren
was ik hier- met de kleine Mariska:
ik ben haar bonne of liever: ik
was haar bonne. De genadige Ho. r
heeft mij weggestuurd, omdat zij
1) Het Duitsche: Icü hitte schöu.
met u gesproken had. Daarom wilde
ik u vragen, of u niet een goed
woordje voor mij doen wilt, dat ik
mag blijven.
Ik begrijp u niet goed zeide
Maud. Heeft, men u uw betrek
king opgezegd, alleen omdat het
kind met ons gesproken heeft?
Ja antwoordde het meisje,
alleen daarom! Het gaat mij zou aan
het hart, want ik liic-ld zooveel van
Mariska en ook van den kleinen Mi-
hélyl
De kleine MihAly! Zou dan einde
lijk het „zoontje" van Irare den Czi-
guny ten tooneele verschijnen? Maar
hoe was hel mogelijk, dat deze bonne,
die toch blijkbaar gewoon was aan
betrekkingen in de betere kringen,
voor de kinderen van een gewonen
Zigeuner zorgen moest? Hoe kwamen
d»c kinderen te Budapest? Waar was
hun vader? Bij wien woonden zij
thans?
Mijn vrouw, was even verbaasd als
ik.
Maai- hoe komt men er toe, u
zoo hard le straffen voor iets, dat
he&leanaai geen fout van u was?
vroeg zij.
Ach, nagysad 1), de genadige
heer is soms zoo vreemd! Ik ben nog
geen jaar in zijn dienst en ik zie
1) „Mevrouw.", letterlijk: „Uwe
grootheid".
hem niet dikwijls, daarom begr-jp
ik liem zeker niet. Hij. wil nooit heb
ben, dat de kinderen op straat door
vreemden worden aangesproken: am
heeft hij mij dikwijls genoeg gozegdl
Maar u was toch geen vreemde: Ma
riska noemde u „az angol Hé.csi'en
vertelde, dat u zoo lief voor haar ge
weest waart! En toch heeft de gena
dige heer mij uitgemaakt voor aller
lei i eel ijk® dingen en uiij de deur uit
gezot!
Er kwamen nu waterianqeips.
Will u een goed woordje oor
mij doen? liet was alles toch zoo
onschuldig en natuurlijk! Zij
droogde zich de oogen af en keel: on?
vol verwachting aan.
Maar wie is uw „genadige
heer" eigenlijk? vroeg ik. En
waar woont hij?
Ik zag opeens een verandering over
haar komen. De uitdrukking der
oogen werd hard en er legde- zich
eer- vastberaden plooi om den mond.
Mijn vrouw, die dit niet opgemerkt
had en die wat trouwens verklaar
baar genoeg was! in groote span
ning verkeerde tengevolge van de
ontdekkingen, die schijnbaar voor de
deur stonden, werd ongeduldig, toen
het antwoord wat lang uitbleef.
(Wordt vervolgd.)