guurs Dasbus
IndiSGbe bsrlnnsringei.
BUITENLANDSE OVERZICHT.
Feuilleton
Onze Lacblicak
TWEEDE BLAD.
Dinsdag 28 dull 1819
Het. plan was al lang van te voren
opgemaakt. De dikke had heb geop
perd, omdat liij. het meest van zwem
men hield en de bloedzuigers hem
blijkbaar een buitengewoon gunstig
arbeidsveld vonden. De lange had er
niet veel voor gevoeld, hij beminde
ons geliefde, door do natuur zelf ge
vormde zwembassin niet, want als
hij op het diepste gedeelte stond,
stond hij nog een heel eind boven
v3ter. Maar zijn minachting was
onrechtvaardig, niet de ondiepte van
de kom, maar zijn lengte was ab
normaal. Zijn gemopper werd luide
overstemd toen de dikke zijn enthou
siasme had botgevierd in een lange,
do«r teugen uit een glas whiskev-
soda onderbroken, redevoering. Bij
acclamatie werd besloten zijn plan
uit te voeren en nadat zijn glas was
volgeschonken, dronk zelfs de lange,
hoewel mopperend, op den goeden
afloop.
Zooals wij daar zaten, met z'n zes
sen, zouden wij den tocht onderne
men. De goede naam van ons clubje
Was in den laatstcn tijd in miscre-
dieb gekomen door verschillen van
meening met den dominéé en de ho
telhoudster van de Indische kust
plaats, waar wij woonden. Ik heb 'b
over deze gebeurtenissen vroeger al
eens gehad. Nu deed zich de gelegen
heid voor, om onzen goeden naam
te herstellen en onzen medeburgers
een onschatbaren dienst te bewijzen.
Tenminste net zwemmende deel onzer
medeburgers.
Het heeft wellicht zijn nut, wan
neer ik de situatie en de aanleiding
let het plan, wat nader verklaar.
Ons meergenoemde eiland verheug
de zich in het bezit van een groot
aantal iinbammen, natuurlijke ha
vens, in de grootste en diepste waar
van onze woonplaats lag. Niet ver
van het strand van de aangrenzende
baai bevond zich in de bossdhen te
gen een berghelling een natuurlijke
ronde rotskom, van ongeveer tien
meter middellijn, gevuld met water,
dat ons, wanneer wij in het midden
stonden, ongeveer tot do schouders
reikte. De lange maakte hierop een
uitzondering, maar hij was, zooals
gezegd, abnormaal lang. Nu was de
weg, die naar de kom leidde, zeer
moeilijk begaanbaar, zelfs op sommi
ge plaatsen geheel dichtgegroeid ön
letterlijk bezaaid met bloedzuigers,
die natuurlijk door den sterken plan
tengroei onzichtbaar bleven. Enkele
malen reeds waren wij met groote
moeite tot de zwemplaats doorgedron
gen, een3 zelfs, ingaande op een
vernufig idee van den dikke, sprin
gende van steen op steen in de brui
sende bergbeek, die het water af
voerde, maar dat was goed voor jon
gelui, doch totaal ongeschikt voor
minder springlustige dodh even
zwemlustige dames en meer gezette
heeren. Ik vergat nog te zoggen dat
hot water voor het bassin geleverd
werd door een ongeveer twintig me
ter 'hoogen waterval, die het natuur
schoon van het plekje nog. verhoogde.
U begrijpt het plan reeds, wij zou
den den weg weder begaanbaar ma
ken.
De dikke werd met algemeene
stemmen met de leiding belast en hij
ging onmiddellijk over tot de werk-
verdeeiing. Zagen en bijlen, harken
en schoffels, inlandsche sikkels en
zware messen moesten aangeschaft
worden. Dat woord „aanschaffen"
klinkt duur, maar moet niet te ern
stig opgevat worden. Wij "hadden al
len wel Chineesche vrinden in de
plaats, die'ons deze onontbeerlijke ar
tikelen konden verschaffen. Chinee
sche handelsvrinden zijn altijd - tot"
dergelijke concessies bereid, wat wel
bewezen wordt door het feit, dat nie
mand zich druk maakte over de
scheepsgelegenheid om ons naar de
bewuste baai te brengen. Daar was
immers de Chineesdbe coprafirma
goed voor, die een keurige motorboot
bezat, die wij wel meer gebruikt
hadden. Zelfs zijn bemanning en ko
len zouden ons niet op financieele
lasten brengen. Hier kreeg de lange,
die bovenmatig ijdel was, een inval.
,Wij moesten", vond hij, „de ver
schillende heuvels en bochten in den
weg, de rotsblokken van meer dan
gewone grootte, het padiveld en het
aangrenzende kanaal door toepasse
lijke benamingen door de komende
jaren heen van onze prestatie doen
getuigen". Dit idéé vond instemming
en een der aanwezigen werd opge
dragen houten plankjes door middel
van schabionen van onze namen te
voorzien met de toevoeging, -weg,
-kanaal, -rots, -heuvel enz.
De eerstvolgende Zondagmorgen
vond ons heel vroeg aan den
steiger waar onze boot lag. Alle
instrumenten wérden ingeladen, de
naamlx>rdjes bewonderd en wij stoot
ten af. De lange was weer In een zeer
pessimistische stemming, maar zijn
gezicht klaarde op toen hem een
froote kist aangewezen vverd, die in
uldolijko letters den naam van een
bekende biersoort droeg. Dat die
kist al opengebroken werd, voor wij
ons watertochtje van een uur beëin
digd haddon, was zijn schuld, hoewel
de oppositie zwak was. Toen de boot
een paar honderd meter uit 't strand
bleef liggen kwamen reeds eenige ka
no's aan, om ons naar den wal te
brengen. Wij lieten de inlandsche
roeiers allen bij elkaar in twee ka
no's stappen en namen zelf de overi
ge drie. Het behoeft wel geen betoog
dat aldus een kanowedstrijd de fees
telijkheden van den dag opende.
Het was een kwaad oogenblik voor
het Europeesche prestige, toen de in
landsche ploegen, die onmiddellijk
met veel enthousiasme meededen, met
glans wonnen. Ongeoefendheid kan
hier als verzachtende omstandigheid
aangevoerd worden. Maar het werd
erg, toen de dikke en de lange, die
samen in een kano zaten, niet tijdig
genoeg opmerkten, dat het ondiep
werd en onder algemeen gejuich van
de bevolking, kantelden. Doch ook dit
diep tragische moment ging voorbij
en wat de humeuren van de slacht
offers betrof, dat van den dikke was
beproefd onverwoestbaar en dat
den lange was toch al niet al te best
meer.
Het eerst bereikten wij nu het beek
je, van vier meter breedte, dat over
gestoken moest worden om do padi-
velden te bereiken. Ons werk was hier
ru-i. zwaar. Twee dikke hamboes, de
een een meter boven den ander vo
den een voldoende brug, die door het
aan een hoorn spijkeren van een der
naambordjes met een onzer namen
werd gedoopt. De lange, blijkbaar
onder den indruk van het oogenbiik,
stelde voor, om, zooals dat bij het doo-
pen van schepen geschiedt met een
flesch champagne, een flesch bier
stuk te slaan. Een huivering overviel
ons bij het hooren van zulk vandalis
me, doch het bleek dat het stukslaan
slechts figuurlijk was bedoeld. Met
algemeene stemmen op één na (die
van den dikke) werd nu besloten dat
de dikke de brug zon inwijden, want
als zij hem droeg, was er voor nie
mand gevaar en bovendien was de
dikke toch al nat.
Nadat wij het padiveld langs den
drogen rand hadden omgeloopen,kwa
men wij aan de volgende hindernis,
een veld met alang-ulang, zoo hoog,
dat de kleineren onder ons er onzicht
baar in worden. Met onze sikkels en
messen was het betrekkelijk gemak
kelijk, hier een behoorlijk begaanbaar
pad te maken. Wij moesten hier hij
het loopen de handen voor het gc-
zichi houden, om het te beschermen
tegen de zeer scherpe vezels. Toch zag
een onzer kans een jaap in een vinger
op te loopen, die tot het been door
drong. Hij was het geweest, die den
lange onafgebroken had bespot *om
diens ontijdige zwempartij en r-og
nooit heb ik iemand zóó hooren lachen
als de lange bij dit ongeval. Hoewel
zijn verzoek om een glas bier om tot
kalmte te komen met beslistheid van
de hand werd gewezen, waren wij
toch geneigd een ongelukje te zege
nen, dat zulk een blijkbaar hopemos
humeur had verbeterd. De eerste nulp
bij ongelukken ging aan den arbeid
en als pleister op de.wond werd het
inmiddels voltooide pad naar den ge
wonde genoemd.
Nu kw-uueii wij aan hot eigenlijke
bosch en het domein van de bloedzui
gers. Wederom werd voorgesteld dat
de dikke vooruit zou gaan, cm, als het
ware, de aanwezige bloedzuigers op
zich te verzamelen en ons aldus te
doen sparen. Hij verzette zich echter
zóó krachtig dat wij hiervan afza
gen. Na een uur hard werken waren
wij een vijftig nfttei' gevorderd en
hadden een sma pad acuter ons lig
gen, dat, hoewel nauwelijks beant
woordende aan de meest beschenen
Europees.'hc eischen, voor ons drel
geschikt was. Nadat het voltooide
werk behoorlijk gedoopt was ei het
naambordje tegen een boom ges) ij-
kerd, kregen wij een stuk van den
ouden postweg, dia dwars over de
berghelling liep. Toen wij dezen weg
verlieten om de wildernis weder in te
gaan, ontdekte de meest ervaren ja
ger onder ons plotseling het kort ge
leden hestapen leger van een tijger,
met het gevolg dat zijn naambordje
aan den dichtstbïjzijnden boom werd
gespijkerd, waardoor de tientallen ja
ren oude postweg plotseling herdoopt
Nu kwam ons laatste siuk. Wij ro
ken het water al, hoorden den water
val bruisend omlaagstorten en
werkten met een ijver, een betere zaak
waardig. Tien minuten later zaten
wij, doornat van het zweet, ieder op
een rotsblok rondom de kom en be
werkten onze been en met asch en zout
en Oijol, om de talrijke bloedzuigers
te verdelgen. Het daaropvolgende bad
in het heerlijk frissche water was
onze welverdiende belooning.
Zonder verdere vermeldenswaardi
ge gebeurtenissen zijn wij tenslotte
weer thuisgekomen. Kort hierop
kwam mijn overplaatsing naar een
ander eiland, ik heb niet meer van
den voltooiden weg geprofiteerd,
maar vertrok met do overtuiging, dat
©en goed werk was verricht, waaraan
onze namen (in schabionen', voor
eeuwig verbonden zouden zijn. Later
heb ik nog eens een brief uit die
plaats gekregen. Het nieuws was treu
rig, de brug was hij een bandjir weg
geslagen, de" naambordjes viini 'dè
toornen gehaald door de inlandsche
bevolking, die er een uitstekend soort
brandhout in ontdekte. Zij moeten op
eikaars schouders geklommen zijn,
om de bordjes te bereiken, want de
lange had ze allemaal, zoo hoog als
hij kon reiken, vastgespijkerd.
P. W. P.
Nog #»®er onitiullêngon In pulteohland. Hlnden-
burg's eisohon inzake Èelgië. De schuldigen
voor eon staalsgereohtshof? Se tekst van
't Bngelsche „vredesaanbod" Alle diploma
tieke stukken zullen in Duitsohland gepubli
ceerd worden.
De Duitsoh-Oostenriikers maken bezwaar tegen 'i
vredesverdrag.
Nog is veel onduidelijk in DE
DUITS CHE ONTHULLINGEN. Er
zal nog meer onthuld moeten worden.
Erzberger heeft met zijn onthullin
gen wel den knuppel in 't ii^iiidti-
hok gegooid, maar hij krijgt er
nu zelf ook klappen mee!
Eigenaardig is, dat er zooveien op
Erzberger losspringen om hem de
juistheid van zijn onthullingen te be
twisten. Een heelo serie bestrijders!
Eerst is in ons vorig nummer c'e rij
al geopend door Ludendorff en Mi-
ehaëlis. Bovendien werd' toen ook al
de stem van den Franschen expremler
Ribot gehoord, die ontkende, dat in
1917 een vredesbeweging van Enten
te-zijde is uitgegaan. Nu volgen
Helfferich en Czernin. En de rij zal
nog wel niet gesloten zijn. Er siaan
al nieuwe afschrijvers op 't leitje!
Is er inderdaad een ernstig vre
desaanbod van Entente zijde geweest,
zooals Erzberger beweert?
Dr. Helfferich (ear der felste tegen
standers van Erzberger) ontkent het
Hij schrijft aan de Kreuzzeitung:
Het telegram van het Foreign
Office aan den Britschen gezant bij
het Vaticaan moeten wij kennen in
den on verkorten en oörspronkelijken
tekst, want dan zal blijken dat het
niets and era is dan een antwoord op
de vredesnota, die do Paus den lsten
Augustus 1917 aan alle oorlogvoe
rende mogendheden gericht heeft.
Het telegram kan dus in geen ge
val beschouwd worden als een initia
tief van de Britschte regeering. Bo
vendien is de inhoud zoodanig, dat
met het nooit een vred es aanbieding
kunnen noemen. Het verschilde
naar toon en materie nauwelijks van
het krasse antwoord, dat de En ten te
rn ogendheden op den lOden Januari
1917 aan Wilson op zijn vredesnota
zonden. Dit antwoord heeft in
Duïtschland bij alle partijen en zelfs
bij den heer Erzberger een heftige
verontwaardiging gewekt. De daarin
samengevatte voorwaarden werden
eenstemmig onaannemelijk geacht
Het Britsche antwoord aan den Paus
bood de Duitscho regeenng dus even-
gelegenheid oni zich in vrucht
bare onderhandelingen te begeven.
De Paus in zijn ernstigen wil om den
vrede te bevorderen, liet niettemin
de Duitsche regeering polsen over
baar standpunt betreffende België.
De Rijkskanselior eai von Kühlman
hebben in den brief van Pacelli een
gelegenheid gezien om de Belgische
kwestie in een Kroonraad ter sprake
te brengen. Het resultaat van deze
bespreking, die 11 September plaats
had. "was dat de keizer hun de vrije
hand gaf om zich uit te spreken voor
de territoriale integriteit en de volle
dige souvereinifeit van België, indien
dit noodzakelijk was voor het openen
"~an vredesonderhandelingen.
De Rijkskanselier eo de staats
secretaris die inderdaad geneigd wa
ren in dezen zin op een Britscli aan
bod, indien het slechts was ingeko
men te antwoorden, bleven echter
sceptisch tegenover de bemoei
ing van den Pans, omdat- zij niet
geloofden dat deze berustten op een
ernstigen wil tot vrede van de zijde
der Entente."
Czernin, de vroegere minister van
buitenlandsche zaken van Oosten-
rijk-Hongarije, die ook door Erzber
ger in de onthullingen betrokken is,
neeft aan de bladen een telegram
geizonden waarin hij mededeeit:
„Voor zoover ik uit de persuittrek
sels kan opmaken, geeft Erzberger's
rede geen volmaakt beeld der ge
beurtenissen. Tal van buitengewoon
belangrijke voorvallen worden in 't
geheel niet vermeld: daardoor onU
staat een verkeerd© voorstelling.
Wat mijn, door Erzberger bedoeld
rapport van April 1917 aangaat
in welk rapport, ik aanried territo
riale offers te doen ten einde den
oorlog te beëindigen dit was uit
sluitend bestemd voor de beide Kei
zers en den Rijkskanselier. Er be-
;.ston4 toenmaals gegrond© hoop op
een vrede door vergelijk, zij het ook
ten koste van opofferingen. Van
niet verantwoordelijke zijde werd dit
rapport buiten mijn weten, achter
mijn rug om, den beor Erzberger in
uanden gegeven, en deze hield het
niet geheim, waardoor ook de vijand
cr kennis van kreeg.
Een ieder, die mijn rapport leest,
kan zich de gevolgen voorstellen.
Dat mijn rarmort in Erzberger's han
den was gekomen, vernam lk eerst
toon het te laat was".
Czernin erkent dus da juistheid van
zijn gepubliceerd rapport (in ons vo
rig nummer opgenomen). Maar hij.
zegt tevens, dat Erzberger niet, alles
wat op deze vredesquaostle betrek
king heeft, medegedeeld heeft.
Ook de vroegere Duitsche minister
van buitenlandsche zaken komt zich
in 't koor mengen.
Op een vraag om inlichtingen naar
aanleiding van de mededeelingen van
Ludendorff heeft von Kühlmann het
volgende geantwoord:
„Het verantwoordelijke rijkskabi
net moet m. i. beoordeelen, wat bin
nenkort over de belangrijke diplo
matieke gebeurtenissen kan worden
gepubliceerd. Ik persoonlijk acht mij
niet bevoegd om zonder machtiging
van het ministerie van Buitenland
sche Zaken over de vertrouwelijke
gebeurtenissen uit mijn ambtstijd
mededeelingen te doen, en twijfel er
ook aan of hierdoor onze algemeene
politiek zou worden gediend.
Een werkelijke opheldering zal
wel alleen mogelijk zijn door een
procédé, zooals door het staatsge-
rechtshof wordt beoogd, waarbij
aan de hand van het volledige akten-
materiaal de politieke gebeurtenis
sen in haar onderling verband kun
nen worden onderzoent".
Von Kühlmann is dus niet voor
een volledige publicatie. Maar een
publicatie kan alleen waarde hebben
als alles wordt openbaar ge
maakt.
In de Maandagzitting van de Duit
sche Nationale Vergadering werd ge
sproken over DE INSTELLING VAN
EEN DUITSCH 'STAATSGERECHTS
HOF.
De minister van Binnenlandsche
Zaken, David, die dit wetsontwerp
inleidde, verklaarde, dat heb Duitsohe
staatsgerechtshof, in tegenstelling
met dat der Entente, alle waarbor
gen voor volkomen objectiviteit
biedt. De minister deelde mede, dat
alle geheime Duitsche documenten
betreffende den wapenstilstand en
het uitbreken van den oorlog dezer
dagen zullen worden gepubliceerd.
Gothein 'democraat) richtte zich
legen von Graie's verdediging van 't
oude systeem. Spreker acht de han
delwijze van dr. Michaêlis liet beste
bewijs voor de schuld, die dit sys
teem op zich heeft geladen. Hef. was
en ramp, dat de ambtenaar Michaê
lis, die van politiek geen begrip bad
op een zoo verantwoordelijken post
werd geplaatst, maar het militarisme
had er destijds groot belang bij, dat
von Bethmann-Hollweg door een
politieke nul werd vervangen.
Spreker verlangde mededeeling van
den tekst van het Engelsche telegram
aan den Paus. Het Duitsche antwoord
is zoo onduidelijk, nietszeggend en
vaag mogelijk en dat ontwijkende
antwoord was op zichzelf reeds een
groote politieke fout. Men had alles
op de kaart van Duitscliland's over
winning gezet, nog toen van een over
winning reeds lang geen sprake meer
kon zijn.
Gotkem keurde ook sterk de intri-
geerende wijze af, waarop de vroege
re Duitsche regeering Wilson's be
middelingspogingen wilde uïtschake-
len. Wilson was er terecht over ont
stemd, dat zijn vredespogingen met
den onbeperkten duikbeotooriog wer
den beantwoord.
De rijksminister van Buitenland
sche Zaken, Hermann Müller deed
voorlezing van den tekst van het
Engelsche telegram aan den Paus,
UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY
GILL,
Dotectlva
door IVANS.
54)
Ik herinner mij niet precies meer,
iloor welke executanten en met wel
ke instrumenten de ooren der aan
wezigen het eerst gestreeld werden:
wat later volgde, heeft die eerste in
drukken vrij wel uitgewischt. Alleen
heb ik nog een flauwe herinnering
aan het zingen van een heldentenor,
die toen aan de Budapester Opera
beroemd was, maar die mij in deze
lueine omgevinjr herhaaldelijk èn in
aderlijk èn in geluid herinnerde
aan. locomotiefl Het werke-
■Ke muzikale genot begon eerst met
vlth Cden Van d°n heer Géza Hor"
«."SU!!1 'k 2I"™ n,Mt °lk«n<ler
en, rechts van Moinl. m de Aarte-
"«lopin: daarop volgde de Aartsher-
n *:n' t deze», verschillende
dignitarissen. Wij zaten op de eerste
rij, bijna in het midden vóór het po
dium.
Om wat nu volgde begrijpelijk ie
maken, moet ik in herinnering bren
gen, dat Maud in hooge mate muzi
kaal is. Zij heeft een bijzonder mooie
stem en was, vóór haai- huwelijk, in
het muzikale Londen een soort van
beroemdheid, tengevolge van haar
zingen op de muziek-avonden, door
haar vader. Lord Stockton, gegeven.
Bij al haar flinkheid en.haar scherp
gezond verstand, heeft zij een zéér
sensitief zenuw-gestel en is bijzon
der toegankelijk voor muzikale in
drukken, zóózeer zelfs, dat wat voor
auuereu een uitspanning is tof al
thans ais zoodanig is bedoeld) voor
haar een pijnlijke inspanning wordt,
die haar wel verheft, maar tevens
afmat.
W ij zaten dan naast elkander,
toep de eerste tonen van Horvdth's
viool door de zaal klonken. "Hij speel
de het andante uit een viool-sonate
van Beethoven en werd begeleid door
een ouden heer met ccsi puntigen
baard en grijze snorren, die mij la-
Professor in het klavierspel aan het
conservatorium bleek te zijn. Terwijl
Horvdlh speelde,, voelde ik, dat. Maud
haai- hand zacht, in d© mijne schoof.
Zij deed dat dikwijls, als zij intens
van de muziek genoot, maar ditmaal
scheen het mij, dat die hand wat
dat bit he>t schrijven vari dën nuntius
Pacelli aan d© Duitsche regeering
was gevoegd.
iBlijkbaar heeft Erzbergor dit En
gelsche antwoord op 't vred ««aanbod
van den Paus aangezien voor hel
Engelsche vredesaanbod door hom
bij zijn omhullingen genoemd. Reeds
in ons vorig nummer opperden we
deze veronderstelling en ons vermoe
den krijgt meer grond. ;Red. H.'a D.j
Het Engelsche aut'woord ofi de pau
selijke nota iuidt als volgt:
..Wij hebben nog geen gelegenheid
gehad, onze verbondenen over de no
ta van Z. H. te raadplegen. (De bewe
ring van Erzberger. dat Frankrijk
met het Bngel&che telegram zou in-
stemman is dus ook onjuist - red. H. 'e
an zijn niet in staat ons cjyer de
beantwoording van het voorstal van
Z. H. betreffende de voorwaarden
voor een duurzamsn vrede uit te spre
ken.
Ook ls het niet mogelijk deze doel-
nden nader te bespreken zoolang de
Centralen en hun bon deen ooien zich
tiet in officieelen vorm over hup
oorlogsdoeleinden hebben uitgespro
ken en hebben verklaard tot welk her
stel en tot welke schadeloosstelling
bereid zijn en door welk© middelen
in de toekomst de wereld voor een
herhaling van de gruwelen, waaron
der izii thans lijdt, kan worden be
hoed.
Zelfs met betrekking tot België
i dienaangaande hebben de mogend-
'beden zelf hun ongelijk, erkend -
ook nooit ©en duidelijke verklaring
over haar voornemen bekend gewor
den om België's algeheele onaflhanko-
'liifcheid te erkennen en de schade te
herstallen, die zti het hebben laten
lOden.
Z. Em. zal zonder twijfel de verkla
ringen kennen, die door de geallieer
den in antwoord op Wilsons nota zijn
afgelegd. Noch van Oostennjk-Hon-
garije.-nóch van Duïtschland Is ooit
zulk een verklaring gevolgd.
Een poging om de oorlogvoerenden
tot o ver ©ens temming te brengen is
ergeefsch, zoolang wjj niet weten
over 'Welke punten de inzichten uit-
ec-nloopen".
Minister Müller deelde mede. dat
de brief van Pacelli. die 30 Augustus
is geschreven, doch ©eist B Septem
ber te BerÜin is aangekomen, met al
le documenten die hiermede in ver
hand staan binnenkort in een Wit
boek ter kennis van de Nationale
Vergadering zullen worden ge
bracht.
Reeds vóór 5 September, dus vóór
de ontvangst van Pacelli's schrijven,
had het departement van Buiten
landsche Zaken door een neutraal di
plomaat de tegenstanders laten pol
sen.
De minister kwam na een uitvoeri
ge bespreking van de houding der
toenmalige regeering tot de volgende
conclusies:
le. Michaêlis heeft den partijleiders
niets medegedeeld omtrent het En
gelsoh© telegram en den brief van den
nuntius.
2. Hij heeft den partijleiders beloofd
een duidelijke verklaring af te leg
gen ten aanzien van België.
3e. Het antwoord van Michaêlis
aan Pacelli was iuist het tegenover-
gestelde van zulk een verklaring.
In zijn hierop yoleende polemiek
tegen von Grafe rich Re Müller een
felle aanklacht tegen Ludendorff.
Ludendorff heeft naast Tirpitz
Duitsohland het mee6t ten verderve
gevoerd. (Hevige protesten en foei-
geroeD bii de rechterzijde; levendige
bijval links).
Daarna kwam de tweede Duitsch-
Nationalistisdie spreker Schultz aan
het woord.
Hij verdedigde met kracht de vader
landsche partij, waartoe ook centrum
leden en zelfs sociaal-democrateo be
hoorden. Deze parlii was noodig voor
Ge handhaving van den wil tot over
winning doch stond den vrede niet
in den weg.
De minister-president Bauer hield
ook een rede. Hij bestreed uitvoerig
de rede van Grafe. Volgens den cor
respondent- van de Telegraaf, las de
premier de rede voor, waardoor ze
uitwerking miste. De rede kwam bo
vendien niet boven het gewone
partijgetwist uit. Bauer gebruikte
daarbij uitdrukkingen als „lichtvaar
dig", „gewetenloos" en „frivool",
waarvoor de voorzitter hein aan het
slot van zijn rede een terechtwijzing
gaf.
Het voornaamste deel van Bauer's
rede betrof echter nieuwe onthullin
gen, en wel over HINDENBURG en
BELGIé.
Bauer deed nl. de mededeeling van
DE HONDENKENNER.
Uw hond is niet echt, zei een op
zijp vermeende hondenkennis ni6t
weinig fcrotscbe, heer me*, zeer groo-
ten mond tot een bejaard man, die
met zijn rashond Piuto wandelde.
Waarom niet? vroeg de eigenaar
van den hond.
Zijn snuit is te dik!
Nu, dan ben jij ook niet echtl
antwoordde de oude heer, en ging
verder.
(Prov. Noord-B r.)
Dokter. Hoe vond u de me
dicijnen die ik u gisteren voorge
schreven heb?
Patiënt. Nog al duur, dok
ter.
een briefwisseling tusscben Michaêlis
en Hindenburg, waaruit blijkt dat
beide vérstrekkende eoonomischewaar
borgen in België verlangden. Hinden
burg wanschte zelfs een militaire be
zetting gedurende verscheidene j'aren
en het permanente bezit van Luik.
Hoe men ook over de kwestie
denkt vervolgde Bauer -- een
zwakkere, meer verwarde regeering
dan die van Michaêlis is ondenkbaar.
Toen de premier aan bet slot van
zijn rede aan de „annexionistische
razernij" de schuld gaf van den
slechten afloop van den oorlog, kwam
de rechterzijde hiertegen heftig in
verzet.
Minister Erzberger, die ten slotte
opnieuw aan het woord kwam, hand
haafde zijn rede van Vrijdag volko
men. ondanks de verklaringen van
Michaêlis, Ludendorff en Helfferich.
In nog krasser termen dan Vrijdag
sprak hij over de „vredessabotage
door Duitachland aan den rand van
door de opperte legerleiding waar
den afgrond werd gebracht. Ook de
regeering droeg hieraan schuld. Er
nas geen gunstiger tijd voor het slui
ten van den vrede, dan in 1917. Deze
gelegenheid werd door de zwakke re
geering, die een willoos werktuig was
van de militairen, ongebruikt gela
ten.
Op het verwijt, waarom iuj destijds
niet op klaarheid had aangedrongen,
antwoordde Erzbergor dat hem
slechts het feit, van het verzenden
van Pacelli's schrijven hekend was,
doch niet de inhoud daarvan, noch
het antwoord der Duitsche regeering
Desondanks was de val van Michaêlis
groot en deels zijn werk.
Daar ook Erzberger tegen de rech
terzijde heftig uitviel, verzochten de
conservatieven den voorzitter, hier
tegen op te komen. De voorzitter
Fehrenbach verklaarde echter slechts
■oor persoonlijke aanvallen te kun
nen waken.
Erzbergers rede werd weder door
stormachtig en bijval van de meer
derheidspartijen en heftige protes
ten der rechterzijde ontvangen.
Heden, Dinsdag, weer voortzetting
van 't debat.
De „Vorwarts" (blad der meerder
heidssocialisten, eischt dat Michaê
lis voor een staatsgerechtshof zal
terecht staan.
De Düïtsch-Oostenrijkcrs zijn ock
niet best gestemd over de VREDES-
EISCHEN DER ENTENTE VtioR
OOSTENRIJK. In de Nationale Ver
gadering te Weenan heeft de vicakon-
selier Fïnk een critiek op 't ontwerp-
vredesverdrag, geleverd.
Hij zei namens de regeering o.a.:
„De 6 millioen verarmde burgers
van Duitsch-Oostenrijk kunnen onmo
gelijk de oorlogsschulden betalen,
die berekend waren naar de belasting
kracht van de 2S millioen burgers
n het vroegere rijk. De voor
aarden zullen econo
misch ondragelijke gevol
gen hebben en zijn voo. het
grootste deel technisch
iet eens uitvoerbaar.
De vice-kanselier besprak verder
uitvoerig „de tegenst:i;:l:gheid en
willekeur in de bepalingen over »de
schuld van voor den oorlog en de
oorlogsschuld en verklaarde dat de
bepaling, dat de vroegere stalen van
het oude rijk niet aansprakelijk voor
de oorlogssohuld zijn, nuts anders
dan een gedeeltelijk staatsbankroet
beteekent. Deze bepalingen willen
ons dezelfde mogendheden opleggen,
die tegenover Buslar.d het beginsel
verkondigden, dat geen politieke om
wenteling een staat of staten, van het
Toegere rijk ontstaat van zijne ver
plichtingen tegenova- de cchuid-
eischers van den ouden staaf. Deze
Lepalingen kunnen bovendien leiden
tot overweldiging van groote natio
nale minderheden, ja zelfs tot ven
géheele overheerscnïng. Een Tsjechi
sche regeering bijl', kon op het idee
komen door staking van de rentebe
taling in Duitsch-Boheir.ea honder
den Duitsche spaarbanken, fondsen
en ondernemingen bankroet 'e doen
gaan, opdat het vermogen van de ge-
koud was en een weinig beefde. Ik
keek haar van terzijde aan en zag
dat haar gezicht bleek was.
Vöel je je niet wel? fluisterde
ik haar zachtjes toe.
Maai- -zij stelde mij gerust met een
handdrukje. Toen liet andante geëin
digd was en ik moet erkennen,
dat het meesterlijk gespeeld werd
brak er een storm van applaus los,
waartoe de Aartshertog het voorbeeld
gaf. Deze zeide daarop enkele woor
den tot een bediende, die ze over
bracht aan den violist
Nu zult ge hem hooren fantasee-
ren zeide de Aartshertogin lot
Maud.
Wat wij nu hoorden was onbe
schrijflijk schoon, lk ben niet muzi
kaal genoeg om mijn indrukken van
dit meesterlijke spel weder te geven;
maar ik ging er geheel in op en ver
gat mijne omgeving. Plotseling voel
de ik, dat de hand van Maud de mij
ne krampachtig omklemd e. Elk spoor
van kleur was nu uit haar gezicht
verdwenen, haar adem scheen te
stokken, en zij staarde onafgewond
naai- den man, die op het podium
stond te spelen. Toen zag ik, dat de
blik van dezen den haren ontmoette.
Op eenmaal klonk een schrille dis
sonant. De strijkstok ontglipte aan
de hand van den violist; hij werd
bleek en moest tegen den vleugel
steunen om niet te vallen. Er ont
stond eenige beweging in de zaal,
maar met aanwending van al zijn
wilskracht wenkte Géza Horv&th om
stilte, raapte den strijkstok op en
speelde verder, eerst wat onvast, la
ter met vasten, zekeren streek; maar
het scheen mij, of de pit uit zijn spel
verdwenen was.
Niettemin beloonde liem, na af
loop, een donderend applaus.
Maud echter zat doodsbleek In
haar stoel achterover geleund. Toen
ik mij tot haar over boog, ving ik
deze woorden op, zacht, maar met
groo ten nadruk: „Zóó kan maai- één
mensch spelen: Imre de Czlgany!"...
HOOFDSTUK XXIII.
Heihuis In de „M 11 e r".
straat
Het was Uvee uur in den nacht,
toen wij in hotel Hungaria terugkwa
men. On weg, in onze auto, hadden
wij slechts "weinig gesproken, maar
wij wisten, dat onze gedachten zich
met dezelfde zaak bezig hielden.
Ik moet vanavond nog aan G. G.
schrijven en den brief op de een of
andere manier op zijn kamer doen
bezorgen zeide ik, toen wij het ho
tel naderden. Maud knikte, maar
zeide niets.
In de voorhal van „Hungaria"
wachtte ons echter een verrassing:
aan een der tafeltjes, rechts van de
trap, zat, diep in een fauteuil gedo
ken, G. G.I Het scheen, dat hij
het niet meer noodig vond ons te ne-
geeren, want zozdra hij ons- zag,
stond hij op en noodigde ons uit, een
oogenblikje bij hem te komen zitten.
Er was niemand meer beneden en
de nachtportier was in het achterste
gedeelte van zijn loge „bezig". Ik
vermoedde editor, dat hij daar meer
dommelde dan „bezig" wasl
Ik heb op u gewacht begon..
G. G. Hel zou mij niet verwonde
ren, wanneer die avondpartij bij den
Aartshertog een belangrijk experi
ment voor u geweest is.
Voordat ik hierop iets kon ant
woorden, nam mijn vrouw het woord.
Mr. GiÜ zeide zij, ik heb
vanavond ten sensatie gehad, die ik
niet licht vergeten zal! Ik heb mij-
zelve afgevraagd, of ik wel goed bij
mijn verstand ben, en ik vrees wer
kelijk, dat u mij voor niet toereken
baar zult aanzien. Wij hebben Geza
Horvéth, den secretaris van ucn
Aartshertog, viool hooren spelen,
en
Maud hield even op. Zij was weer
bleek geworden en haar lippen tril
den. G. G. keek haar strak aan en
ik zag, dat hij in groote spanning
verkeerde; maar hij zei geen woord.
Ik weet niet, hoe het gekomen
is ging Maud, die steeds zenuw
achtiger werd. voort. Maar toen
hij fantaseerde, hoorde ik in zijn spel
een ander. Mr. Gill, het is oespolte-
lijk wat ik nu zeggen zal! Het was,
of in mijn binnenste plotseling een
doek op zijde geschoven werd. Ik
weet niet, of u mij begrijpt; ik kan
moeilijk zeggen, dat mij een blind
doek van de oogen viel, want met
zien had het niets te maken! 't Was
iets van binnen, iets dat
Zij zocht naar woorden.
Het was muzikale intuïtie, me
vrouw! zeide G. G. met grooten
ernst in zijn stem. Wat ik, ds
detective, met al mijn poover obser-
teeren en deduceerc-n, ten koste van
vee! denken en moelzamen hersenar
beid langzamerhand van een vermoe
den tot zekerheid heb zien worden,
hebt u in een oogenblik ontdekt, om
dat u hier daalde zijn stem tot
een toon van bewondering en eerbied
omdat u geniaal is, mevrouw!
Ik kleurde van genoegen, maar
Maud werd nog bleeker.
Dus u gelooft
Ik weel, mevrouw, met absolute
zekerheid, dat Géza Horvdth en Imre
de Czigüny één en dezelfde persoon
is.
(Wordt .ervolgd.)