liuim Dpiu
TWEï&E BLAD.
Vrijdag 1 Aagastna A91C
{i&menyji Nieuws
DROGISTEN-JACHT.
In het orgaan van den Ned. Dro-
gistenbond komt het volgende verma
kelijke verslag Yoor van een rechts
zitting, inzake bekeuring van een
drogist
„Het toone-i). stelt voor een rechts
zaal. De publieke tribune meer dan
vol een paor getuigen benevens de
beklaagde (met een glunder gezicht
als moest hij In plaats van dit vonnis
zyn huwelijksvonnis aanhooren) vcor
de groene tafel achter gezegde tafel
eer. aantal heeren, zwaar gebeft.
Het spel gaat beginner.
Wordt voorgelezen een stuk, nie
mand verstaat het, doch 'net blijkt dat
een drogist beschuldigd wordtle.
Een doekje om den vinger van de een
of andere juffrouw, althans van een
juffrouw gelegd te hebben, en op .lat
doekje wat zinkzalf gesmeerd te heb
ben, daarna een windsel daa*om
gedaan en klaar was het. In de dag
vaarding wordt dat genoemd ,.het
als beroep uitoefenen van de genees
kunde". 2e. Dat hij aan dezelfde juf
frouw verkocht heeft een noeveelheid
zinkzalf, minder dan de hoeveeloeid
als is voorgeschreven bij de beruchte
lijst C.
Dat alles is cude kost voor cns,
nieuw is de behandeling en de vrij
spraak.
Hot is onzen collega die nu eenmaal
niet een van de domsten is, aan te
zien dat hier iets zou gaan gebeuren,
wat nog nimmer gebeurd was.
Dan komt de deurwaar?fr, het r.ut-
ligate meubel in de rechtszaal. Hij
doei zijn plicht, zooals ieder z'.n
pücht doet, en roept met een stentor
stem den naam van den eersten ge
tuige af.
De kantonrechter (een man zooals
wij zoo gaarne zien, niet een van aat
stijve soort) doet de gebruikelijke
vraag „Hoe is uw naam?" Het, ant
woord luidt zeer kort„Mie de Dui
velin, echtgenoot van die en die De
bewuste getuige dacht zeker op bet,
moment zeer grappig te zijn, doch de
Edelachtbare doet de opmerking, dat
dergelijke dingen niet in de rechtszaal
thuis behoorden.
Na het hooien van de getuige, die
weinig wist bij te brengen, dan dat
coor beklaagde een verband cm den
vinger van haar dochter gelegd was,
en zij voor een doosje zinkzalf en een
lolletje verband 48 cent heeft moeten
betalen, wordt aan beklaagde ge
vraagd, of hij de feiten in de dagvaar
ding hem ten laste gelegd, bekent.
Dat nu was geenszins bet plan van
onzen collega. De dagvaarding nvne-
Iij'p omschreef, dat hij, ?een genees
kundige zi.inde enz., toch dat val: als
beroep bad uitgeoefend. ?eer terecht
merkt beklaagde dan ook op, dat in
dien men kon spreken dat iemand
een beroep of bedrijf uitoefent, hij
zeker meermalen de genoemde hande
lingen moet verrichten alvorens hem
zulks kan worden abngerekend als te
zijn bedrijf of beroep.
Immers, beweert bekiaagde indien
iemand in een zaak komt en den
winkelier verzoekt even een ver
bandje om zijn of haar vinger te
leggen, wie zou dan zoo dwaas zijn
dat tc weigeren? Onder bedrijf of be
roep kan men alleen verstaan, indien
ik (aldus beklaagde) de betreffende
juffrouw- meermalen geholpen had,
haar als mijn patiënt had behandeld.
He' in de dagvaarding ten laste ge
legde onder 1 wordt dus door mij niet
erkend als zoodanig als zou ik het
verstrekken van geneeskundige hulp
als beroep of bedrijf uitgeoefend heb
ben. Wat 2 betreft het verkoopen \an
een doosje zinkzalf voor den prijs'van
48 cent is ten eenenmale onjuist Toen
ik uit vriendschap voor de juffrouw
(wat doet men al niet voor zijn buren
en voornamelijk wanneer die buren
dames zijn) een weinig pasta op de
bijna genezen wonde gaf, was het de
juffrouw zolf die een weinig mede wil
de hebben, en tevens een tolletje ver
band. Dat het verband natuurlijk be-
i taald moest worden, daaraan zal wel
niemand twijfelen. Tevens moet Ik U
Edelachtbare doen opmerken (de be
klaagde is nog steeds aan het woord)
dat door mij geen zinkzalf gegeven is,
doch zinkpasta. Ook bier dus geeft de
dagvaarding iets aan wat niet ge
beurd is.
Het werd den heeren wel een weinig
te machtig, het zoo ontkennen van de
verschillende ten laste ge ogde feiten.
Doch voortgaande vraagt beklaag
de of het misschien mogelijk is. dat
deze bekeuringen uitgelokt zijn door
den arts vta het plaatsje. Het is htm
namelijk bekend dat de dames, die
dier. morgen bij hem geweest zijn,
even te voren bij den dokter van het
plaatsje geweest waren, en van ge
noemden dokter opdracht ontvingen
r.aar den drogist te gaan, hem té vër-
zoeken den vinger even na te kijken,
daar rij zoo'n erge pijn had, en dan
direct, indien de drogist er in vloog,
naar den dokter terug te gaan, doch
te trachten een doosje zalf van den
drogist mede \e brengen.
De eerste getuige wordt weer geroe-
prn, en volmondig beaamt «ij dut de
toedracht der zaak alzoo is geweest.
(Op de publieke tribune wordt geroe-
:i „ga maar zitten, Mie, het Is
mcoi.")
De dochter beaaml hetzelfde en on
der hilariteit van de publieke tribune
verzoekt de kantonrechter de beide
getuigen maar te gaan zitten.
Nu volgt een moment van stilte, de
wetenschap wordt opgeroepen, de we-
tfnscbap in vol ornaat, in deze de
plattelandsdokter, uitlokker van de
z g. overtreding. Z.Ed. de Geleerde
geeft een relaas van het hoe, doch niet
van het waarom der bekeuring.
Dcor den heer kantonrechter attent
gemaakt, dat door hem die zaaK is
uitgelokt, doet de man der weten
schap het zwijgen daartoe; waar
schijnlijk doordat een dergelijke
waarheid te profaan is voor zijn we
tenschappelijke ooren.
Komende tot de deskundigheid van
den deskundige in dit geval, nu moet
blijken of de geleerde heer weet wat
zinkzalf is, ontspint zich het volgen
de verhoor.
Verdediger „Is het den getuige be
kend. dat het door beklaagde verstrek
te geen zinkzalf was, doch zink
pasta?"
De geleerde getuige zegt dat het
hem niet bekend Is.
Verdediger„Kunt u ons ook de
samenstelling van zinkzalf mededee-
Getuige „Het is mij op het oogen-
blik niet bekend hoe die samenstel
ling is, dat had ik eerst moeten na
zien."
Verdediger: „Kan de beklaagde ook
zeggen wat het verschil ts tusschen
het door hem verstrekte en zinkzalf?"
Beklaagde „Zinkzalf bestaat uit
10 deelen Oxydi Zincici en 90 deelen.
benzoë reuzel. Zinkpasta is iets an
ders."
Verdediger „Het doet ons wel zeer
vreemd aan. Edelachtbare, dat de
getuige deskundige minder deskundig
schijnt te zijn dan de beklaagde."
De kantonrechter vindt de komedie
nu waarschijnlijk mooi genoeg, doch
de verdediger niet. Hij vraagt den
man der wetenschap of het. waar is
wat de beide getuigen zeggen, dat
het geval is uitgelokt, dat het op
zijn aanraden is, dat naar den be
klaagde gegaan is met het doel be
klaagde te bewegen een verbandje cm
den vinger te doen, een doosje zalf
van beklaagde te ontvangen, en clan
wederom bij den dokter terug te ko
men.
De man der wetenschap valt dcor
de ben, en erkent. De publieke tribu
ne geeft teekenen van a'keuring.
Dan komt de verdediger los. Hij
zit er in, spreekt zijn afkeuring uit
over de manier van optreden van een
•'i.in der wetenschap, die met al zijn
wetenschap nog niet het verschil tus
schen zinkzalf en zinkpasta kent, en
niettegenstaande het hooge standpunt
waarop een man der wetenschap moet
•a. liet niet zoover heeft kunnen
brengen dat hij verheven is boven het
uitlokken van een feit, dat dagelijks
gebeurt, om elkander te helpen, doch
dat i;u zou moeten dienen om iemand
te straffen.
Het gaat er van langs, de klappen
die vallen zijn raak, te raker naar
mate dc verdediger in het licht ste't,
dat liet hier niet gaat om iemand die
men kan verdenken van verschillende
malen die handelingen te plegen, doch
bloot om iemand, zooals men dat in
den volksmond noemt, een hak 'e
zetten.
He. is een moment van wellustig
zwelgen in wat men noemt iemand de
waarheid te hooren vertellen.
Mie de Duivelin, haar dochter en
de verwekker van het kwaad van de
zen morgen, de man der wetenschap,
zij kijken ongeveer als een scheeps
jongen die zijn eerste zeereis maakt,
zij voelen zich onpasselijk.
Nogmaals komt de beklaagde asn
het woord, en ook hem is het aan te
zien, dat hij met genoegen op deze
plaats des onheils is.
Het slot. Bij vonnis van den zoo
en zooveelste wordt beklaagde vrijge
'•proken van het hem ten laste ge
legde."
De redacteur van bet orgaan
schrijft er nog het volgende onder
Nog een slot. Wordt het niet hoop
ti;il dat herziening van de wet var,
1SG5 plaats grijpt, om te voorkomen
dut men bekeuring kan krijgen wan
neer de een of andere dokter het in
den zin heeft een dergelijke bekeuring
ui. te lokken)
Leve de vrijheid van het tegenwoor
dig ürogistenvak.
Sport en Weilitrüdeii
LUCHTVAART.
DE E. L. T. A.
VLIEGER VAN DER DRIFT.
Door het Donderdag aan den heer
Van der Drift, den bekenden Hol-
landechén vlieger, overkomen ongeval
met zijn motorrijwiel, is zijn vliegen
gedurende dc E.LT.A. onmogelijk ge
worden. De Hollandsche vlieger Ber
nard de Waal, die door zijn vluchten
van Berlijn en Schwerin naar Soester-
berg bekend is géworden, zal hem
nu hierin vervangen.
EEN ITALIAANSCH VLIEGTUIG.
Donderdagavond omstreeks 9 uur ii
op het vliegterrein van de E.L.T.A.
geland een Italiaansch legervliegtuig,
een S.V.A.-apparaat. De machine
kwam van Turijn en maakte den tocht
naar Amsterdam in 6 3/4 uur met
tusschen landingen te Parijs ên Brus
sel. Het vliegtuig werd bestuurd
door den Italiaanschen luitenant Cu-
cll EnricoMotti cn had als mecanicien
aan boord korporaal Lodiceau.
BoitflnlaiÉch ivsrzicht
Donderdagmiddag is in Duitschland
't do9r de regeering beloofde Witboek
verschenen, bevattende alle documen
ten en de vol ledge briefwisseling be
treffende het vredesaanbod van 3 Oct.
1918, den wapenstilstand van 11 Nov.
en de gebeurtenissen, die daartus-
schen liggen.
'Deze documenten betreffen dus niet
de periode waaroyer de onthullingen
der laatste weken' liepen.
In dc inleiding van Let Witboek
wordt gezegd1, dab de publicatie nood
zakelijk is om te voorkomen, dat er
verkeerde voorstellingen worden ge
vormd. „Veel krachten zijn aan het
werk om de waarheid te misvormen,
deels opzettelijk, deels uil onkunde.
Daarom moet de waarheid worden ge
brachtdie het volk wil en waarop
alle betrokkenen recht hebben. Voor
de besprekingen tusschen de opperste
legerleiding en de politiek© rijkslei
ding gedurende de liquidatie van den
oorlug moet men zich een objectief
oordeel kunnen vormen
Uit het Witboek blijkt, dat het uit
gangspunt van de vredesactie de z.g.n.
Kci-icrzitting was, die 14 Augustus
1918 tc Spa werd gehouden.
Terwijl generaal Ludendorff nog
midden Juli verklaard had dat de over
winning-beslist door de Centralen zou
worden behaald, werd toen aangeno
men, dat het voor Duitschland en zijn
bondgenooten niet meer mogelijk was
deri oorlog met wapengeweld te win
nen en daarom werd bet noodig ge
acht, door neutrale bemiddeling tot
een overeenkomst met den vijana te
geraken.
Het besluit van den Duitschen Kei-
luidde echter: „Er moet een geschikt
oogenblik worden uitgekozen om ons
met den vijand te verstaan".
De Rijkskanselier formuleerde het re
sultaat der besprekingen van 14 Au
gustus als volgt: „De diplomatieke
draden om tot overeenstemming met
den vijand te komen, moeten op het
juiste oogenblik worden aangeknoopt.
Dit oogenblik zal zich eerst voordoen
na liet volgende succes in bet wes
ten".
Hindenburg verklaarde, dat men er
in zou slagen bet Fransche grondge
bied bezet te houden en zoodoende den
vijand ten siot-tc Duitschlands wil op
te leggen.
De rijkskanselier von H.ertling wei
gerde in de bijeenkomst van het Prui
sische kabinet op 3 Sept. 1918 onmid
dellijk een vredesaanbod te doen.
De Duitsche regeering wildo zich
niet vereenigen met dén wenseh van
Oostenrijk om een rechtstreekschen
vredesoproep tot alle oorlogvoerende
mogendheden te richten.
Zij bleef bij haar voornemen om
door neutrale bemiddeling stappen te
doen op het geschikte oogenblik, nl.
wanneer het Duitsche front zou zijn
geconsolideerd. Dit standpunt kwam
tot 1J Sept. tot uiting in tal van be
sprekingen met den Oos:enrijkschen
gezant die ten doel hadden Oosten
rijk van 't plan van een rechtstreek-
scue.n algemeenen oproep to weerhou
den.
Den lüen Sept. werd de toestand ge
deeltelijk gewijzigd door Hindenburg s
verklaring, dat men „zonder uitstel",
de bemiddeling van een neutrale* re
geering moest inroepen. Hindenburg
bleef zich echter tegen het OoBtenrijk-
sciie plan verzetten, terwijl Oosten
rijk zijn voorstel handhaafde en niet
van een neutrale bemiddeling wilde
weten. De onderhandelingen met Oos
tenrijk werden voortgezet en toen de
ze bondgenoot, ondanks het verzet der
Duitsche regeering zijn algemeenen
oproep de wereld inzond, besloot
Duitschland zijn toevlucht te nemen
lot dc bemiddeling van een neutrale
mogendheid. Deze pogmg mislukt©,
inmiddels was de toestand door de ca
tastrophe in Bulgarije aanmerkelijk
ernstiger geworden.
Den 21en Sept. komt in de documen
ten voor het eerst de gedachte tot ui
ting om zich direct tot Amerika te
wenden.
Er werden voorbereidingen getrof
fen voor hel vredesaanhou. Den üüen
September was staatssecretaris von
Ilinlze weer in het groote hoofdkwaï
He; resultaat dor besprekingen
blijkt uit 't telegram van von llimze
aan zijn departement te Berlijn, dal
29 September 9 u. 40 's n rmiddags
werd verzonden on als volgt luid:.
„Ik verzoek u op bevel van Zijne
Majesteit eo me. goedkeuring van
den rijkskanselier te Weenen cn tc
ivoxisiontuiopel in ver trouwe» mede
te dealen, dal ik voorstel president
W ilson een vredesaanbod te aoen op
ee basis van ziju 14 punten en hein
uit te noodigen te Washington een
vredesconferentie bijeen te roi-pen.
Na een voorstel om onmiddellijk
•ui wapenstilstand te sluiten, indien
uuze bondgenooten hicrint-de instem
men, zou de nieuwe rijksregeermg,
•lie thans wordt gevormd, langs den
schikten weg dit aanbod aan pre-
-ident Wilson doen toekomen, zoo
dat het eerste voorstel slechts van
naar zou uitgaan".
Nog denzeltden avond worden daai
op te-iegrammen naai- Weenen en
Konstantinopal verzonden.
In die dagen trad de actie in een
nieuw stadium De opperste legerlei
ding verzocht thans dringend, we
gens het directe gevaar in den mili
tairen toestand, het vredesaanbod
onmiddellijk te doen.
Den len October 'e namiddags liet
Hindenburg den vice-kanseher von
Payer meciedeelen: „Indien voor he
denavond 7 8 uur de zekerheid be
staat, dat prins Max een kabinet
vormt, kan tot den volgenden mor
gen worden gewacht, zoo niet, dan
acht ik liet nooiiig het vredesaanbod
nog hedennacht te doen".
In de rede, die de vertegenwoordi
ger der opperste legerleiding den 2en
October voor de partijleiders van den
Rijksdag hield, werd ook voor dezen
wijderen kring duidelijk op den lia-
ch el ij kon toestand gewezen.
Prins Max von Baden verzette rich
heftig tegen de geweri6chte vredes
actie.
Den 2en October liet generaal vpn
Ludendorff zelf de ontwerp-nota tele-
fonegren.-die in hoofdzaak met-den
lateren tekst overeenstemt. Prins Max
bleef zich verzetten. Nog den 3en Oc-
lober stelde hij schriftelijk de vraag:
„Is de opperste legerleiding zien i
ran bewust, dat het openen van vredis
onderhandelingen onder den druk
van den militairen noodtoestand tot
'het verlies van Duitsche koloniën en
van Duitsche gebieden, vooral van
Eizas-Lotharingen en van Poolsche
gebieden in de Oostelijke Provinciën,
kan leiden?"
Denzolfdeu dag zond (Hindenburg,
die zich te Berlijn bevond, den rijks
kanselier nojrm'aals de schriftelijke
verklaring, dat de opperste legerlei
ding haar elsch tot onmiddellijke ver
zending van het vredesaanbod hand
haafde.
Na uitvoerige besprekingen tus
schen de staatssecretarissen werd de
nota onder dezen druk der legerlei
ding in den nacht van 3 op 4 October
verzonden,
Yoor de ontvangst van het ant
woord verklaarde de rijkskanselier
.den 6en October, blijkens liet proto
col, nogmaals: .„Ik lieb mij tegen de
nota verzet, ten eerste omdat ik liet
oogenblik niet gekomen achtte en ten
itweede daar ik ju ij tot don vijand in
het algemeen wilde wenden. Thans
moeten wij de consequenties kalm on
der de oocen zien. Thans moet d.e toe
stand aan het front worden nage
gaan en wsl door vertrouwde officie
ren. De aanvoerders der legercorpsen
moeten worden gehoord".
De staatssecretarissen uiten rich in
denzeifden zin. Generaal Ludendorff
beschouwde het'ondervragen van an
dere generaals als een bewijs van
wantrouwen en gaf te kennen, dat
hu zou altreden, indien dit geschied -
Daarop volgen s;ukken over de ge
schiedenis van den wapenstilstand.
Den 5en October antwoordde Wil
son. Den 9en October vond ten mon
deling onderhoud met .mdendorff
plaats, waarin deze een kort over
zicht van het geheele verloop van
den oorlog gaf. 11 ij stelde zich nog
maals op het standpunt, dat Duitsch
land niet genoodzaakt is alle eischen
aan te nemen en dat een even-
lueele eisch tot overgave van Duit
sche vestingen zou kunnen worden
afgewezen. Zijn antwoorden op de
raag hoe lang nog tegenstand kon
worden geboden, luidden echter ver
schillend en onzeker.
De Duitsche nota op Wilson's ant-
oord werd met volle instemming
der opperste legerleiding verzonder,.
De tweede nota van Wilson van 15
October was veel scherper. De ver
ontrusting over deze nota in geheel
Duitschland cn vooral in het leger
was groot. Overal kwam men er te
gen In verzet. Het c-crgevoe! deed zich
gelden. De opperste legerleiding wil
de terug. Zij vroeg of liet Duitsche
volk nog eens den strijd tot het
uiterste zou willen wagen of dat het
moreele weerstandsvermogen daar
toe te zeer verzwakt was. Ludendorff
was hoopvoller dantwee weken te
voren wat betrelt de mogelijkheid om
ile eerstvolgende weken nog stand te
noudon.
Aan het einde der bespreking wees
dc kanselier er op, dat Ludendorlf
niet meer hoop kon geven dan op een
voortzetting van den oorlog geduren
de een beperkten termijn en dal in
die tusschentijd de beide overgebleven
..jiidgenootou zeker zouden afvallen,
zoodat de vraag moest worden ge
steld of men er na afloop van dien
,trijd beter ot slechter voor zou
staan. Ludendorff was van meening,
dat er geen slechtere voorwaarden
mogelijk waren.
Na dezo besprekingen begon men
door de uitlatingen van Ludendorff
weer behoefte gevoelen andere gene-
.aals te raadplegen. Maar Luden
dorff bleef zich hiertegen verzetten.
Daai volgt het Duitsche antwoord
van 20 Oc.ober. Ditmaal bestond er
een zakelijk geschil met de opperste
legerleiding, voornamelijk over liet
slopzefttui van den dirikbooloorlog.
ui oun bespreking, die op den avond
voor de verzending plaats had met
Duitsche vertegenwoordigers in het
buitenland (Rosen, Brockdorff, Rant-
zau en graaf MetternichJ hadden
dezen zich eenstemmig voor tege
moetkoming in de duikboot-kwestie
verklaard.
Daarna werd de wapenstilstand
gesloten.
In dit stadium bestonden er geen
meeningsverschillen meer met de op
perste legerleiding. Den lOen Novem
ber seinde de legerleiding gelijktij
dig naar Berlijn en naar de met
Poch onderhandelende wapenstil
standscommissie een door Hinden
burg onderteekend radiogram, waar
in werd gezegd op welke punten men
concessies moest trachten te krijgen.
Ilct radiogram eindigt met de
woorden: „Slaagt men er niet Ln op
dit punt zijn wil door te zetten, dan
moet de Wapenstilstand tccli worden
gesloten. Tegen weigering der pun
ten 1, 4, 5, 6, 8, 9 zou krachtig moe
ten worden geprotesteerd onder be
roep op Wilson".
Den Hen November 1918 werd de
wapenstilstand van kracht, daarmede
eindigen de documenten.
De Duitsche regeering heeft ook
publicatie toegezegd van alle andere
oorlogsdocumenten.
Vooral wordt verlangend uitgezien
naar de stukken betreffende "t zooge
naamde Engelsche vredesaanbod.
In een deel onzer vorige oplaag ga-
en we reeds een uittreksel van 't nu
gepubliceerde memorandum van gene
raai Ludendorff, geschreven in Sep-
eu.ber 1914.
Uit dit stuk blijkt duidelijk, dat
Ludendorff en zijn Ail-Duitsche vrien-
uen annexaties wenseh ten. Hij schreef
immers:
„Wij moeten verkrijgen wat .we
raaar verkrijgen kunnen en waarop
onze positie ons recht geeft".
Veelzeggend» is 't feit, dat Luden-
aorfl den militairen toestand voor
Duitschland gunstig noemde, terwijl
reeds maanden te voren de waar
schuwende stem van Czernin gekion
-U had, die de militaire ineenstor
ing van Oostenrijk-IIongarije aan
kondigde.
Ook mag nog wel eens herhaald
worden wat Ludendorff over Neder
land schrijft:
,De aansluiting van België bij
Duitschland zal tengevolge hebben,
dat Nederland bij een doelbewuste po
litiek, bij ons wordt aangesloten,
vooral indien rijn koloniaal bezit door
een met ons verbonden Japan wordt
gewaarborgd."
Stootend is, dat Ludendorff, die al
zooveel ellende van den oorlog gezien
had, heel kalm sprak over... deu vol
gunden oorlog.
Dc pers in Duitschland uitgezon
derd1 de AU-Duitsche is vernieti
gend in haar oordeel over Luden-
dorff's politiek.
De „Berliner Börsencourier" schrijft:
„Wij weten niet op welke gronden
de onjuiste inlichtingen gebouwd zijn,
waaruit de generaal nog onjuistere
gevolgtrekkingen durfde maken. Het
'ijkt wel alsoi zij geput zijn uit de
dagbladen. De aan politiek doende ge
neraal heeft de fout begaan, zijn
beeld van de wereld uit dezelfde bla
den te vormen, die door hem ge
aspireerd werden".
De „Vorwarte" merkt op: „Hier
hebben wij het ware gezicht van het
militarisme! Slechts één gedachte be-
heerscht het program van Ludc-ndorff:
volgende oorlog!" En verder zegt
liet blad: „Maar nu komt iets, dat
baast een misdadiger. Indruk
Over België loert Laden don:'
Nederland
I hij
be:
den
azaisiaten van Duitschland
„Het memorandum van Luden
dorff", zegt de „.Morgenpoet", be-
estigl slechts de reeds vroeger opge
dane smartelijke ervaring, dat voor
en staat geen grooter ongeluk moge
ik is, dan dat zijn wel en wee in
handen gelegd wordt van de almacht
an politieke generaals".
„Deze memoriebesluit de ,,1'rei-
he:t", is een nieuw en duidelijk be
wijs voor de ongehoorde misdaad, di#
aan het Duitsche volk begaan is'
De officier verkeert in het ni$uw8
Duitschland niet in een gemakkelijke
positie. De oude beroepsofficieren
waren voor het overgroote deel mo
narchist van top tot teen; zij voelden
zich met hun op pereten krijgsheer
zoo nauw verbonuen, dat een schei
ding van hem hun Vrijwel onmoge
lijk toescheen. De revolutie heen nu
aan deze verhouding wel een eind ge
maakt, maar iemands gevoelens ia-
ten zich minder gemakkelijk wijzi
gen. En daarom wil de „Vorwarts"
net oude officierekorps er geen ver
wijt van maliën, dat het zich met de
nieuwe toestanden innerlijk nieit
iton verzoenen.
Ook moet toegegeven worden, ver
volgt het blad, dat het dezen offi
cieren niet gemakkelijk is gemaakt
om zich in het nieuwe Duitschland
thuis te gevoelen, doch daartegen
over staat, dat een deel van het olfl-
cierenkorps alien politieken tact ten
eenenmale mist.
Noske heeft zijn officieren gezegd,
dat bij de aanstelling van de com
mandanten voor hem niet de gezind
heid, maar de bekwaamheid en de
wil om den noodzakelijken veilig
heidsdienst te verrichten, beslisten.
De monarchistisch gezinde officier
moet zich in den dienst zuiver zake
lijk gedragen.
Wanneer hij, zooais in den laats ten
tijd dikwijls is voorgekomen, aan
zijn monarchistische gevoelens u'ting
meent te moeten geven, laat hij <iau
eerst zijn militaire kleeding tegen
een burgerpak verwisselen.
Wanneer de soldaten ook in dienst
gaan debatteeren, zal de eenheid in
het leger verdwijnen en iedere offi
cier weet, dat dit het hegin van het
einde is.
liet blad geeft dan eenige voor
beelden ten bewijze, dat zijn vrees
niet overbodig is.
Het „Miliiarwochenblatt" heeft
een ingezonden stuk van den repu-
blikeinschen officiersbond aldus be
antwoord:
„Wij verzoeken van verdere in
zendingen verschoond te blijven,
daar het op monarchistischen grond
slag staande „Militarwocheubl&U"
geen stukken van een bond kan pu-
bkceeren, welke beden voor zoover
zij vroeger Zijne Majesteit den Kei
zer den eed van trouw hebben r.:ge
legd, zicli blijkbaar niet meer aan
dezen eed gebonden achten, nu de
opperste krijgsheer in het ongeluk is
gestort".
Het „Miliiarwochenblatt" is wel
geen officieel orgaan, maar wordt
toch door liet departement van oor
log rijkelijk gesteund, zoodat het een
officieus karakter heeft Daarom
noemt de „Vorw&rts" dergelijke uit
latingen een schandaal.
In Weimar is ondanks de heftige
oppositie der recht&clxe partijen be
sloten, dat de Duitsche kleuren zwart
rood-goud zullen zijn. Wanneer nu
een afdeeJing soldaten de zwart-wit-
roode kleuren voor zich uit laat dra
gen, moet dit als een uitdaging van
de meerderheid van het volk, die re-
publikeinsch gevoelt, beschouwd wor
den. Nu kan men wel niet steeds,
met zekerheid zeggen, dat dit werke
lijk de bedoeling is, maar ongetwij
feld was dat wel het geval, toen de
vorige week te Berlijn het ijzeren cs-
cadron onder aanvoering van rit
meester graaf von Bassewitz met de
zw art-wit-roode vlag naar het stand
beeld van Bismarck trok en daar op»
bevel van den graaf „Heil dir iir
Siegerkranz" werd gespeeld.
De Weimarsche redacteur van liel
„Berliner Tageblatt" had een onder
houd met den minister van binnen-
landsche zaken dr. David, voorname
lijk over liet weder deelnemen der
democraten aan het Duitsche rijks
kabinet. Dr. David wees in de eerste
plaats er op, hoe noodzakelijk liet
geweest was, op de vredesvoorwaar
den der Entente in te gaan. Hadden
wij 't verdrag niet onderteekend, dan
hadden de vijandelijke legers het
westen van Duitschland overstroomd.
In het Oosten zouden wij misschien
aanvankelijk eenig militair succes
gehad hebben, maar op het beslis
sende oogenblik zou dan de burger
oorlog zijn uitgebroken. Het gevaar
van een derde revolutie is nog geens
zins bezweren. Integendeel,, wij moe
ten alles doen om deze catastrofe :e
voorkomen, en daarom schijnt het
mij dringend noodzakelijk om de par-
F e u i I i t o n
UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY
QïLL,
Detectir#
door IVANS.
57)
Wat wil je Uuee? vroeg ïlu
Lieve jongen, heden is ié; een
dag, dien je met guiden letters in je
levensannalon moet aanteek'^en: je
zult in een extrarfran rijden, dia
alleen voor ons beiden bestemd is.
Binnen een kwartier was G. G. bet
met den stationchef eens. Daarop
sleepte hij mij mede naar het tele
graafkantoor.
Inspecteur Fekete is weer te
Zsolna zeide hij. -J De Hongaar-
6che politie is tol dusverre zóó wel
willend voor me geweest, dat ik
maar weer eens een beroep op hem
.zal doen. En dan zullen we aan dien
'brigadier op Vörösliegy je weet
wel, Willy, den wachter bij kilome-
terpaal No. 7 telegrafeeren en,
voor alle voorzichtigheid, ook aan
Graaf CsadAnyi zeiven. Een drin
gend telegram is natuurlijk een phe-
nomeen op het telegraafkantoor te
Kisfalva. Heel veel fidutie in 'n we
zenlijke snelle bezorging heb ik wel
niet (ik denk aan je vriend, Willy:
den ambtenaar met recht op pensioen)
maar, mc dunkt, zoo'n telegram zal
er toch zijn vóór Géza Horvath,
wiens trein we zoo juist hebben zien
vertrekken.
De telegrammen werden verzonden.
Inspecteur Fekote werd verzocht,
den secretaris, bij het overstappen te
Zsolna, aan te houden, totdat ook wij
beiden per extra-trein arriveeren
zouden. Voor de voorzichtigheid
de man kon eens ongezien doorslip
pen! moest ook aan het sTatirn te
Kisfalva een wacht worden opgesteld.
Een nauwkeurige persoonsbeschrij
ving besloot dit telegram.
De beide andere telegrammen wa
ren veel korter. Brigadier Kemény
(ik heb, geloof ik, den naam van
dizen braven politiebeambte nog
niet genoemd) kreeg opnieuw op
dracht, er tegen te waken, dat
iemand, wie ook, tot den Graaf door
drong. Den Graaf zeiven werd op het
hart gedrukt, niemand te ontvangen,
totdat wij op Vörösliegy zouden zijn
aangekomen.
Ziezoo! zei G. G., zich in de
handen wrijvende, ik geloof, dat
onze verdedigingslinie nu goed is
aangelegd. Onze vriend met de dub
bele identiteit is 'n slimme vos; als
er 'n gaatje open bleef, zou hij er
zeker doorsluipen! Maar ik geloof,
dat alle gaatjes dicht zijn. En jij
Willy?
Als naar deze telegrammen ge
handeld wordt, zie ik geen mogelijk
heid, dat hij de blokkade breekt!
antwoordde ik.
Bravo m'n jongen! zeide de
detective. 'n Mooi beeld! Maar 't
mijne was juister! Over de zaak zel
ve zijn we het intusschen eens!
Het was wel merkwaardig, dat we
geen van beiden hei gaatje zagen,
dat voor den vos nog opengelaten
was!
Het duurde anderhalf uur, voordat
wo in onzen extra-trein het station
Vergieten. Vermoedelijk zoudem wij
iets winnen op den sneltrein, dien
wij hadden zien wegrijden, en wij
vertrouwden wel, dat onze maatrege
len nu zóó genomen waren, dat liet
geringe verschil in tijd geen gewicht
in de schaal zou werpen.
Toen wij, tegenover elkaar geze
ten, wat op adem gekomen waren
van de vele emoties van dien och
tend, begon het duiveltje dor nieuws
gierigheid zich in mijn binnenste te
roeren.
Geoffrey! zeide ik. Kunnen
we den tijd, dien we anders door
onze reis verliezen zouden, niet nut
tig besteden, wanneer je mij eens
duidelijk maakt, hoe je er toch in
vredesnaam achter gekomen bent,
dat Imre de CzigAny en Géza llor-
vhtli twee namen zijn voor één per
soon? Die geschiedenis, gisteravond
met mijn vrouw, bevestigde eigenlijk
alleen wat je reeds wist. Hoe wist jc
dat, G. G.?
De detective lachte even.
Ik heb er niets tegen je dat te
vertellen zeide hij. Of dat zoo
nuttig zijn zal, zullen we nu maar
in het midden laten. Maar ik ver
moed, dat het wèl aangenaam zijn
zal voor jou m'n bestel
Ik maakte een ongeduldig gebaar.
Nu, nu, ik hen met de- beste
voornemens bezield! vervolgde G.
G. Luister maar en ik hoop, dat ik
je verwachtingen niet zal teleur
stellen.
Hij leunde achterover in de kus
sens en sloot even de oogen.
Je weet, Willy, dat het buiten
gewoon moeilijk is na te gaan, wan
neer men van een bestaand, solide
wantrouwen ln dezen of genen per
soon 't eerste sprankje gevoeld heeft.
Van den aanvang af, toen de Aarts
hertog en de Aartshertogin mij, vóór
mijn komst op Vöröshegy, de bijzon
derheden van hun tragischen toe
stand mededeelden, waren er twee
zaken, die mij troffen, ln de eerste
plaats; hoe was liet mogelijk, da; die
afdreig-brieven telkens op de schrijf
tafel van den Aartshertog kwamen?
In de tweede plaats, hoe was het te
verklaren, dat de llongaarsche po
litie, die toch (ik heb liet nu onder
vonden!) licusch geen kinderwerk
verricht, er nooit in geslaagd was
den afperser te betrappen, wanneer
dio op dc aangewezen plaats liet geld
kwam halen? Gevaar voor den klei
nen Aartshertog had men kunnen
vermijden, door den man niet dade
lijk te overvallen, maar alleen zijn
gangen na te gaan, totdat men kans
zag z'n slag te slaan, zonder dat ge
vaar. Ik geloof wel, dat ik toen reeds
bijna onbewust, op de gedachte geko
men ben: Ais de secretaris bet
geld, dat hij telkens op een andere
plaats heet te moeten deponeeren,
eenvoudig zelf in den zak steekt, zijn
beide vragen voldoende beantwoord.
Die gedachte lag eigenlijk voor de
hyid, maar, zooals ik zeg, ik formu
leerde haar niet. De positie van den
secretaris en het vertrouwen, dat
men hem sinds jaren schonk, waren
oorzaak, dat ik deze nalatigheid be
ging. Jc weet, Willy, dat detectives,
die geen fouten of nalatighcTdon be
gaan, alleen in boeken voorkomen!
Ik wist dat en beaamde liet van
harte, misschien (omdat G. G.'s
spotternij mij zooeveii weer geprik
keld had!) te hartelijk.
Ik kan zien, Willy, dat jc hot
meermulcn ook aan mij bewaarheid
hebt gezien -- zeide hij. Ik erken
mijn feilbaarheid, dat weet je! Er
was even een heel ernstige toon in
zijn stem, en ik begreep dat luj te-
rugdacht aan een avond ln Enge
land. toen ongeveer vier jaar gele
den, waarop een edele vrouw in
groot gevaar verkeerd had, tengc-
olge van wat hij zijn nalatigheid
geliefde te noemen. Op zijn gewonen
toon vervolgde hij:
Toen ik op Vöröshegy bemerkte,
dat mijn naam en beroep althans
aan éen persoon buiten het paleis
van den Aartshertog bekend waren,
begreep ik, dal in dat paleis eon
verrader schuilen moest. Ik dacht
toen, in het voorbijgaan, aan den se
cretaris terloops nog, maar toch
reeds wat meer bewust dan den eer
sten keer.
Kort daarop gebeurde er iets,
dat mij aanvankelijk op een dwaal
spoor bracht, maar later in de goede
richting leidde: het vinden van dat
zwart geverfde, blonde haar op je
jas, Willy! Jc weet, dat ik daaraan
eerst een argument ontleende om de
valsche theorie, dat Mariska hot
A&rtshertogje was, die ik in een on
gelukkig oogenblik van oppervlakkig
denken gevormd liad, waarschijnlijk
te maken.
(Wordt vervolgd.)