liuim Dpiu TWEï&E BLAD. Vrijdag 1 Aagastna A91C {i&menyji Nieuws DROGISTEN-JACHT. In het orgaan van den Ned. Dro- gistenbond komt het volgende verma kelijke verslag Yoor van een rechts zitting, inzake bekeuring van een drogist „Het toone-i). stelt voor een rechts zaal. De publieke tribune meer dan vol een paor getuigen benevens de beklaagde (met een glunder gezicht als moest hij In plaats van dit vonnis zyn huwelijksvonnis aanhooren) vcor de groene tafel achter gezegde tafel eer. aantal heeren, zwaar gebeft. Het spel gaat beginner. Wordt voorgelezen een stuk, nie mand verstaat het, doch 'net blijkt dat een drogist beschuldigd wordtle. Een doekje om den vinger van de een of andere juffrouw, althans van een juffrouw gelegd te hebben, en op .lat doekje wat zinkzalf gesmeerd te heb ben, daarna een windsel daa*om gedaan en klaar was het. In de dag vaarding wordt dat genoemd ,.het als beroep uitoefenen van de genees kunde". 2e. Dat hij aan dezelfde juf frouw verkocht heeft een noeveelheid zinkzalf, minder dan de hoeveeloeid als is voorgeschreven bij de beruchte lijst C. Dat alles is cude kost voor cns, nieuw is de behandeling en de vrij spraak. Hot is onzen collega die nu eenmaal niet een van de domsten is, aan te zien dat hier iets zou gaan gebeuren, wat nog nimmer gebeurd was. Dan komt de deurwaar?fr, het r.ut- ligate meubel in de rechtszaal. Hij doei zijn plicht, zooals ieder z'.n pücht doet, en roept met een stentor stem den naam van den eersten ge tuige af. De kantonrechter (een man zooals wij zoo gaarne zien, niet een van aat stijve soort) doet de gebruikelijke vraag „Hoe is uw naam?" Het, ant woord luidt zeer kort„Mie de Dui velin, echtgenoot van die en die De bewuste getuige dacht zeker op bet, moment zeer grappig te zijn, doch de Edelachtbare doet de opmerking, dat dergelijke dingen niet in de rechtszaal thuis behoorden. Na het hooien van de getuige, die weinig wist bij te brengen, dan dat coor beklaagde een verband cm den vinger van haar dochter gelegd was, en zij voor een doosje zinkzalf en een lolletje verband 48 cent heeft moeten betalen, wordt aan beklaagde ge vraagd, of hij de feiten in de dagvaar ding hem ten laste gelegd, bekent. Dat nu was geenszins bet plan van onzen collega. De dagvaarding nvne- Iij'p omschreef, dat hij, ?een genees kundige zi.inde enz., toch dat val: als beroep bad uitgeoefend. ?eer terecht merkt beklaagde dan ook op, dat in dien men kon spreken dat iemand een beroep of bedrijf uitoefent, hij zeker meermalen de genoemde hande lingen moet verrichten alvorens hem zulks kan worden abngerekend als te zijn bedrijf of beroep. Immers, beweert bekiaagde indien iemand in een zaak komt en den winkelier verzoekt even een ver bandje om zijn of haar vinger te leggen, wie zou dan zoo dwaas zijn dat tc weigeren? Onder bedrijf of be roep kan men alleen verstaan, indien ik (aldus beklaagde) de betreffende juffrouw- meermalen geholpen had, haar als mijn patiënt had behandeld. He' in de dagvaarding ten laste ge legde onder 1 wordt dus door mij niet erkend als zoodanig als zou ik het verstrekken van geneeskundige hulp als beroep of bedrijf uitgeoefend heb ben. Wat 2 betreft het verkoopen \an een doosje zinkzalf voor den prijs'van 48 cent is ten eenenmale onjuist Toen ik uit vriendschap voor de juffrouw (wat doet men al niet voor zijn buren en voornamelijk wanneer die buren dames zijn) een weinig pasta op de bijna genezen wonde gaf, was het de juffrouw zolf die een weinig mede wil de hebben, en tevens een tolletje ver band. Dat het verband natuurlijk be- i taald moest worden, daaraan zal wel niemand twijfelen. Tevens moet Ik U Edelachtbare doen opmerken (de be klaagde is nog steeds aan het woord) dat door mij geen zinkzalf gegeven is, doch zinkpasta. Ook bier dus geeft de dagvaarding iets aan wat niet ge beurd is. Het werd den heeren wel een weinig te machtig, het zoo ontkennen van de verschillende ten laste ge ogde feiten. Doch voortgaande vraagt beklaag de of het misschien mogelijk is. dat deze bekeuringen uitgelokt zijn door den arts vta het plaatsje. Het is htm namelijk bekend dat de dames, die dier. morgen bij hem geweest zijn, even te voren bij den dokter van het plaatsje geweest waren, en van ge noemden dokter opdracht ontvingen r.aar den drogist te gaan, hem té vër- zoeken den vinger even na te kijken, daar rij zoo'n erge pijn had, en dan direct, indien de drogist er in vloog, naar den dokter terug te gaan, doch te trachten een doosje zalf van den drogist mede \e brengen. De eerste getuige wordt weer geroe- prn, en volmondig beaamt «ij dut de toedracht der zaak alzoo is geweest. (Op de publieke tribune wordt geroe- :i „ga maar zitten, Mie, het Is mcoi.") De dochter beaaml hetzelfde en on der hilariteit van de publieke tribune verzoekt de kantonrechter de beide getuigen maar te gaan zitten. Nu volgt een moment van stilte, de wetenschap wordt opgeroepen, de we- tfnscbap in vol ornaat, in deze de plattelandsdokter, uitlokker van de z g. overtreding. Z.Ed. de Geleerde geeft een relaas van het hoe, doch niet van het waarom der bekeuring. Dcor den heer kantonrechter attent gemaakt, dat door hem die zaaK is uitgelokt, doet de man der weten schap het zwijgen daartoe; waar schijnlijk doordat een dergelijke waarheid te profaan is voor zijn we tenschappelijke ooren. Komende tot de deskundigheid van den deskundige in dit geval, nu moet blijken of de geleerde heer weet wat zinkzalf is, ontspint zich het volgen de verhoor. Verdediger „Is het den getuige be kend. dat het door beklaagde verstrek te geen zinkzalf was, doch zink pasta?" De geleerde getuige zegt dat het hem niet bekend Is. Verdediger„Kunt u ons ook de samenstelling van zinkzalf mededee- Getuige „Het is mij op het oogen- blik niet bekend hoe die samenstel ling is, dat had ik eerst moeten na zien." Verdediger: „Kan de beklaagde ook zeggen wat het verschil ts tusschen het door hem verstrekte en zinkzalf?" Beklaagde „Zinkzalf bestaat uit 10 deelen Oxydi Zincici en 90 deelen. benzoë reuzel. Zinkpasta is iets an ders." Verdediger „Het doet ons wel zeer vreemd aan. Edelachtbare, dat de getuige deskundige minder deskundig schijnt te zijn dan de beklaagde." De kantonrechter vindt de komedie nu waarschijnlijk mooi genoeg, doch de verdediger niet. Hij vraagt den man der wetenschap of het. waar is wat de beide getuigen zeggen, dat het geval is uitgelokt, dat het op zijn aanraden is, dat naar den be klaagde gegaan is met het doel be klaagde te bewegen een verbandje cm den vinger te doen, een doosje zalf van beklaagde te ontvangen, en clan wederom bij den dokter terug te ko men. De man der wetenschap valt dcor de ben, en erkent. De publieke tribu ne geeft teekenen van a'keuring. Dan komt de verdediger los. Hij zit er in, spreekt zijn afkeuring uit over de manier van optreden van een •'i.in der wetenschap, die met al zijn wetenschap nog niet het verschil tus schen zinkzalf en zinkpasta kent, en niettegenstaande het hooge standpunt waarop een man der wetenschap moet •a. liet niet zoover heeft kunnen brengen dat hij verheven is boven het uitlokken van een feit, dat dagelijks gebeurt, om elkander te helpen, doch dat i;u zou moeten dienen om iemand te straffen. Het gaat er van langs, de klappen die vallen zijn raak, te raker naar mate dc verdediger in het licht ste't, dat liet hier niet gaat om iemand die men kan verdenken van verschillende malen die handelingen te plegen, doch bloot om iemand, zooals men dat in den volksmond noemt, een hak 'e zetten. He. is een moment van wellustig zwelgen in wat men noemt iemand de waarheid te hooren vertellen. Mie de Duivelin, haar dochter en de verwekker van het kwaad van de zen morgen, de man der wetenschap, zij kijken ongeveer als een scheeps jongen die zijn eerste zeereis maakt, zij voelen zich onpasselijk. Nogmaals komt de beklaagde asn het woord, en ook hem is het aan te zien, dat hij met genoegen op deze plaats des onheils is. Het slot. Bij vonnis van den zoo en zooveelste wordt beklaagde vrijge '•proken van het hem ten laste ge legde." De redacteur van bet orgaan schrijft er nog het volgende onder Nog een slot. Wordt het niet hoop ti;il dat herziening van de wet var, 1SG5 plaats grijpt, om te voorkomen dut men bekeuring kan krijgen wan neer de een of andere dokter het in den zin heeft een dergelijke bekeuring ui. te lokken) Leve de vrijheid van het tegenwoor dig ürogistenvak. Sport en Weilitrüdeii LUCHTVAART. DE E. L. T. A. VLIEGER VAN DER DRIFT. Door het Donderdag aan den heer Van der Drift, den bekenden Hol- landechén vlieger, overkomen ongeval met zijn motorrijwiel, is zijn vliegen gedurende dc E.LT.A. onmogelijk ge worden. De Hollandsche vlieger Ber nard de Waal, die door zijn vluchten van Berlijn en Schwerin naar Soester- berg bekend is géworden, zal hem nu hierin vervangen. EEN ITALIAANSCH VLIEGTUIG. Donderdagavond omstreeks 9 uur ii op het vliegterrein van de E.L.T.A. geland een Italiaansch legervliegtuig, een S.V.A.-apparaat. De machine kwam van Turijn en maakte den tocht naar Amsterdam in 6 3/4 uur met tusschen landingen te Parijs ên Brus sel. Het vliegtuig werd bestuurd door den Italiaanschen luitenant Cu- cll EnricoMotti cn had als mecanicien aan boord korporaal Lodiceau. BoitflnlaiÉch ivsrzicht Donderdagmiddag is in Duitschland 't do9r de regeering beloofde Witboek verschenen, bevattende alle documen ten en de vol ledge briefwisseling be treffende het vredesaanbod van 3 Oct. 1918, den wapenstilstand van 11 Nov. en de gebeurtenissen, die daartus- schen liggen. 'Deze documenten betreffen dus niet de periode waaroyer de onthullingen der laatste weken' liepen. In dc inleiding van Let Witboek wordt gezegd1, dab de publicatie nood zakelijk is om te voorkomen, dat er verkeerde voorstellingen worden ge vormd. „Veel krachten zijn aan het werk om de waarheid te misvormen, deels opzettelijk, deels uil onkunde. Daarom moet de waarheid worden ge brachtdie het volk wil en waarop alle betrokkenen recht hebben. Voor de besprekingen tusschen de opperste legerleiding en de politiek© rijkslei ding gedurende de liquidatie van den oorlug moet men zich een objectief oordeel kunnen vormen Uit het Witboek blijkt, dat het uit gangspunt van de vredesactie de z.g.n. Kci-icrzitting was, die 14 Augustus 1918 tc Spa werd gehouden. Terwijl generaal Ludendorff nog midden Juli verklaard had dat de over winning-beslist door de Centralen zou worden behaald, werd toen aangeno men, dat het voor Duitschland en zijn bondgenooten niet meer mogelijk was deri oorlog met wapengeweld te win nen en daarom werd bet noodig ge acht, door neutrale bemiddeling tot een overeenkomst met den vijana te geraken. Het besluit van den Duitschen Kei- luidde echter: „Er moet een geschikt oogenblik worden uitgekozen om ons met den vijand te verstaan". De Rijkskanselier formuleerde het re sultaat der besprekingen van 14 Au gustus als volgt: „De diplomatieke draden om tot overeenstemming met den vijand te komen, moeten op het juiste oogenblik worden aangeknoopt. Dit oogenblik zal zich eerst voordoen na liet volgende succes in bet wes ten". Hindenburg verklaarde, dat men er in zou slagen bet Fransche grondge bied bezet te houden en zoodoende den vijand ten siot-tc Duitschlands wil op te leggen. De rijkskanselier von H.ertling wei gerde in de bijeenkomst van het Prui sische kabinet op 3 Sept. 1918 onmid dellijk een vredesaanbod te doen. De Duitsche regeering wildo zich niet vereenigen met dén wenseh van Oostenrijk om een rechtstreekschen vredesoproep tot alle oorlogvoerende mogendheden te richten. Zij bleef bij haar voornemen om door neutrale bemiddeling stappen te doen op het geschikte oogenblik, nl. wanneer het Duitsche front zou zijn geconsolideerd. Dit standpunt kwam tot 1J Sept. tot uiting in tal van be sprekingen met den Oos:enrijkschen gezant die ten doel hadden Oosten rijk van 't plan van een rechtstreek- scue.n algemeenen oproep to weerhou den. Den lüen Sept. werd de toestand ge deeltelijk gewijzigd door Hindenburg s verklaring, dat men „zonder uitstel", de bemiddeling van een neutrale* re geering moest inroepen. Hindenburg bleef zich echter tegen het OoBtenrijk- sciie plan verzetten, terwijl Oosten rijk zijn voorstel handhaafde en niet van een neutrale bemiddeling wilde weten. De onderhandelingen met Oos tenrijk werden voortgezet en toen de ze bondgenoot, ondanks het verzet der Duitsche regeering zijn algemeenen oproep de wereld inzond, besloot Duitschland zijn toevlucht te nemen lot dc bemiddeling van een neutrale mogendheid. Deze pogmg mislukt©, inmiddels was de toestand door de ca tastrophe in Bulgarije aanmerkelijk ernstiger geworden. Den 21en Sept. komt in de documen ten voor het eerst de gedachte tot ui ting om zich direct tot Amerika te wenden. Er werden voorbereidingen getrof fen voor hel vredesaanhou. Den üüen September was staatssecretaris von Ilinlze weer in het groote hoofdkwaï He; resultaat dor besprekingen blijkt uit 't telegram van von llimze aan zijn departement te Berlijn, dal 29 September 9 u. 40 's n rmiddags werd verzonden on als volgt luid:. „Ik verzoek u op bevel van Zijne Majesteit eo me. goedkeuring van den rijkskanselier te Weenen cn tc ivoxisiontuiopel in ver trouwe» mede te dealen, dal ik voorstel president W ilson een vredesaanbod te aoen op ee basis van ziju 14 punten en hein uit te noodigen te Washington een vredesconferentie bijeen te roi-pen. Na een voorstel om onmiddellijk •ui wapenstilstand te sluiten, indien uuze bondgenooten hicrint-de instem men, zou de nieuwe rijksregeermg, •lie thans wordt gevormd, langs den schikten weg dit aanbod aan pre- -ident Wilson doen toekomen, zoo dat het eerste voorstel slechts van naar zou uitgaan". Nog denzeltden avond worden daai op te-iegrammen naai- Weenen en Konstantinopal verzonden. In die dagen trad de actie in een nieuw stadium De opperste legerlei ding verzocht thans dringend, we gens het directe gevaar in den mili tairen toestand, het vredesaanbod onmiddellijk te doen. Den len October 'e namiddags liet Hindenburg den vice-kanseher von Payer meciedeelen: „Indien voor he denavond 7 8 uur de zekerheid be staat, dat prins Max een kabinet vormt, kan tot den volgenden mor gen worden gewacht, zoo niet, dan acht ik liet nooiiig het vredesaanbod nog hedennacht te doen". In de rede, die de vertegenwoordi ger der opperste legerleiding den 2en October voor de partijleiders van den Rijksdag hield, werd ook voor dezen wijderen kring duidelijk op den lia- ch el ij kon toestand gewezen. Prins Max von Baden verzette rich heftig tegen de geweri6chte vredes actie. Den 2en October liet generaal vpn Ludendorff zelf de ontwerp-nota tele- fonegren.-die in hoofdzaak met-den lateren tekst overeenstemt. Prins Max bleef zich verzetten. Nog den 3en Oc- lober stelde hij schriftelijk de vraag: „Is de opperste legerleiding zien i ran bewust, dat het openen van vredis onderhandelingen onder den druk van den militairen noodtoestand tot 'het verlies van Duitsche koloniën en van Duitsche gebieden, vooral van Eizas-Lotharingen en van Poolsche gebieden in de Oostelijke Provinciën, kan leiden?" Denzolfdeu dag zond (Hindenburg, die zich te Berlijn bevond, den rijks kanselier nojrm'aals de schriftelijke verklaring, dat de opperste legerlei ding haar elsch tot onmiddellijke ver zending van het vredesaanbod hand haafde. Na uitvoerige besprekingen tus schen de staatssecretarissen werd de nota onder dezen druk der legerlei ding in den nacht van 3 op 4 October verzonden, Yoor de ontvangst van het ant woord verklaarde de rijkskanselier .den 6en October, blijkens liet proto col, nogmaals: .„Ik lieb mij tegen de nota verzet, ten eerste omdat ik liet oogenblik niet gekomen achtte en ten itweede daar ik ju ij tot don vijand in het algemeen wilde wenden. Thans moeten wij de consequenties kalm on der de oocen zien. Thans moet d.e toe stand aan het front worden nage gaan en wsl door vertrouwde officie ren. De aanvoerders der legercorpsen moeten worden gehoord". De staatssecretarissen uiten rich in denzeifden zin. Generaal Ludendorff beschouwde het'ondervragen van an dere generaals als een bewijs van wantrouwen en gaf te kennen, dat hu zou altreden, indien dit geschied - Daarop volgen s;ukken over de ge schiedenis van den wapenstilstand. Den 5en October antwoordde Wil son. Den 9en October vond ten mon deling onderhoud met .mdendorff plaats, waarin deze een kort over zicht van het geheele verloop van den oorlog gaf. 11 ij stelde zich nog maals op het standpunt, dat Duitsch land niet genoodzaakt is alle eischen aan te nemen en dat een even- lueele eisch tot overgave van Duit sche vestingen zou kunnen worden afgewezen. Zijn antwoorden op de raag hoe lang nog tegenstand kon worden geboden, luidden echter ver schillend en onzeker. De Duitsche nota op Wilson's ant- oord werd met volle instemming der opperste legerleiding verzonder,. De tweede nota van Wilson van 15 October was veel scherper. De ver ontrusting over deze nota in geheel Duitschland cn vooral in het leger was groot. Overal kwam men er te gen In verzet. Het c-crgevoe! deed zich gelden. De opperste legerleiding wil de terug. Zij vroeg of liet Duitsche volk nog eens den strijd tot het uiterste zou willen wagen of dat het moreele weerstandsvermogen daar toe te zeer verzwakt was. Ludendorff was hoopvoller dantwee weken te voren wat betrelt de mogelijkheid om ile eerstvolgende weken nog stand te noudon. Aan het einde der bespreking wees dc kanselier er op, dat Ludendorlf niet meer hoop kon geven dan op een voortzetting van den oorlog geduren de een beperkten termijn en dal in die tusschentijd de beide overgebleven ..jiidgenootou zeker zouden afvallen, zoodat de vraag moest worden ge steld of men er na afloop van dien ,trijd beter ot slechter voor zou staan. Ludendorff was van meening, dat er geen slechtere voorwaarden mogelijk waren. Na dezo besprekingen begon men door de uitlatingen van Ludendorff weer behoefte gevoelen andere gene- .aals te raadplegen. Maar Luden dorff bleef zich hiertegen verzetten. Daai volgt het Duitsche antwoord van 20 Oc.ober. Ditmaal bestond er een zakelijk geschil met de opperste legerleiding, voornamelijk over liet slopzefttui van den dirikbooloorlog. ui oun bespreking, die op den avond voor de verzending plaats had met Duitsche vertegenwoordigers in het buitenland (Rosen, Brockdorff, Rant- zau en graaf MetternichJ hadden dezen zich eenstemmig voor tege moetkoming in de duikboot-kwestie verklaard. Daarna werd de wapenstilstand gesloten. In dit stadium bestonden er geen meeningsverschillen meer met de op perste legerleiding. Den lOen Novem ber seinde de legerleiding gelijktij dig naar Berlijn en naar de met Poch onderhandelende wapenstil standscommissie een door Hinden burg onderteekend radiogram, waar in werd gezegd op welke punten men concessies moest trachten te krijgen. Ilct radiogram eindigt met de woorden: „Slaagt men er niet Ln op dit punt zijn wil door te zetten, dan moet de Wapenstilstand tccli worden gesloten. Tegen weigering der pun ten 1, 4, 5, 6, 8, 9 zou krachtig moe ten worden geprotesteerd onder be roep op Wilson". Den Hen November 1918 werd de wapenstilstand van kracht, daarmede eindigen de documenten. De Duitsche regeering heeft ook publicatie toegezegd van alle andere oorlogsdocumenten. Vooral wordt verlangend uitgezien naar de stukken betreffende "t zooge naamde Engelsche vredesaanbod. In een deel onzer vorige oplaag ga- en we reeds een uittreksel van 't nu gepubliceerde memorandum van gene raai Ludendorff, geschreven in Sep- eu.ber 1914. Uit dit stuk blijkt duidelijk, dat Ludendorff en zijn Ail-Duitsche vrien- uen annexaties wenseh ten. Hij schreef immers: „Wij moeten verkrijgen wat .we raaar verkrijgen kunnen en waarop onze positie ons recht geeft". Veelzeggend» is 't feit, dat Luden- aorfl den militairen toestand voor Duitschland gunstig noemde, terwijl reeds maanden te voren de waar schuwende stem van Czernin gekion -U had, die de militaire ineenstor ing van Oostenrijk-IIongarije aan kondigde. Ook mag nog wel eens herhaald worden wat Ludendorff over Neder land schrijft: ,De aansluiting van België bij Duitschland zal tengevolge hebben, dat Nederland bij een doelbewuste po litiek, bij ons wordt aangesloten, vooral indien rijn koloniaal bezit door een met ons verbonden Japan wordt gewaarborgd." Stootend is, dat Ludendorff, die al zooveel ellende van den oorlog gezien had, heel kalm sprak over... deu vol gunden oorlog. Dc pers in Duitschland uitgezon derd1 de AU-Duitsche is vernieti gend in haar oordeel over Luden- dorff's politiek. De „Berliner Börsencourier" schrijft: „Wij weten niet op welke gronden de onjuiste inlichtingen gebouwd zijn, waaruit de generaal nog onjuistere gevolgtrekkingen durfde maken. Het 'ijkt wel alsoi zij geput zijn uit de dagbladen. De aan politiek doende ge neraal heeft de fout begaan, zijn beeld van de wereld uit dezelfde bla den te vormen, die door hem ge aspireerd werden". De „Vorwarte" merkt op: „Hier hebben wij het ware gezicht van het militarisme! Slechts één gedachte be- heerscht het program van Ludc-ndorff: volgende oorlog!" En verder zegt liet blad: „Maar nu komt iets, dat baast een misdadiger. Indruk Over België loert Laden don:' Nederland I hij be: den azaisiaten van Duitschland „Het memorandum van Luden dorff", zegt de „.Morgenpoet", be- estigl slechts de reeds vroeger opge dane smartelijke ervaring, dat voor en staat geen grooter ongeluk moge ik is, dan dat zijn wel en wee in handen gelegd wordt van de almacht an politieke generaals". „Deze memoriebesluit de ,,1'rei- he:t", is een nieuw en duidelijk be wijs voor de ongehoorde misdaad, di# aan het Duitsche volk begaan is' De officier verkeert in het ni$uw8 Duitschland niet in een gemakkelijke positie. De oude beroepsofficieren waren voor het overgroote deel mo narchist van top tot teen; zij voelden zich met hun op pereten krijgsheer zoo nauw verbonuen, dat een schei ding van hem hun Vrijwel onmoge lijk toescheen. De revolutie heen nu aan deze verhouding wel een eind ge maakt, maar iemands gevoelens ia- ten zich minder gemakkelijk wijzi gen. En daarom wil de „Vorwarts" net oude officierekorps er geen ver wijt van maliën, dat het zich met de nieuwe toestanden innerlijk nieit iton verzoenen. Ook moet toegegeven worden, ver volgt het blad, dat het dezen offi cieren niet gemakkelijk is gemaakt om zich in het nieuwe Duitschland thuis te gevoelen, doch daartegen over staat, dat een deel van het olfl- cierenkorps alien politieken tact ten eenenmale mist. Noske heeft zijn officieren gezegd, dat bij de aanstelling van de com mandanten voor hem niet de gezind heid, maar de bekwaamheid en de wil om den noodzakelijken veilig heidsdienst te verrichten, beslisten. De monarchistisch gezinde officier moet zich in den dienst zuiver zake lijk gedragen. Wanneer hij, zooais in den laats ten tijd dikwijls is voorgekomen, aan zijn monarchistische gevoelens u'ting meent te moeten geven, laat hij <iau eerst zijn militaire kleeding tegen een burgerpak verwisselen. Wanneer de soldaten ook in dienst gaan debatteeren, zal de eenheid in het leger verdwijnen en iedere offi cier weet, dat dit het hegin van het einde is. liet blad geeft dan eenige voor beelden ten bewijze, dat zijn vrees niet overbodig is. Het „Miliiarwochenblatt" heeft een ingezonden stuk van den repu- blikeinschen officiersbond aldus be antwoord: „Wij verzoeken van verdere in zendingen verschoond te blijven, daar het op monarchistischen grond slag staande „Militarwocheubl&U" geen stukken van een bond kan pu- bkceeren, welke beden voor zoover zij vroeger Zijne Majesteit den Kei zer den eed van trouw hebben r.:ge legd, zicli blijkbaar niet meer aan dezen eed gebonden achten, nu de opperste krijgsheer in het ongeluk is gestort". Het „Miliiarwochenblatt" is wel geen officieel orgaan, maar wordt toch door liet departement van oor log rijkelijk gesteund, zoodat het een officieus karakter heeft Daarom noemt de „Vorw&rts" dergelijke uit latingen een schandaal. In Weimar is ondanks de heftige oppositie der recht&clxe partijen be sloten, dat de Duitsche kleuren zwart rood-goud zullen zijn. Wanneer nu een afdeeJing soldaten de zwart-wit- roode kleuren voor zich uit laat dra gen, moet dit als een uitdaging van de meerderheid van het volk, die re- publikeinsch gevoelt, beschouwd wor den. Nu kan men wel niet steeds, met zekerheid zeggen, dat dit werke lijk de bedoeling is, maar ongetwij feld was dat wel het geval, toen de vorige week te Berlijn het ijzeren cs- cadron onder aanvoering van rit meester graaf von Bassewitz met de zw art-wit-roode vlag naar het stand beeld van Bismarck trok en daar op» bevel van den graaf „Heil dir iir Siegerkranz" werd gespeeld. De Weimarsche redacteur van liel „Berliner Tageblatt" had een onder houd met den minister van binnen- landsche zaken dr. David, voorname lijk over liet weder deelnemen der democraten aan het Duitsche rijks kabinet. Dr. David wees in de eerste plaats er op, hoe noodzakelijk liet geweest was, op de vredesvoorwaar den der Entente in te gaan. Hadden wij 't verdrag niet onderteekend, dan hadden de vijandelijke legers het westen van Duitschland overstroomd. In het Oosten zouden wij misschien aanvankelijk eenig militair succes gehad hebben, maar op het beslis sende oogenblik zou dan de burger oorlog zijn uitgebroken. Het gevaar van een derde revolutie is nog geens zins bezweren. Integendeel,, wij moe ten alles doen om deze catastrofe :e voorkomen, en daarom schijnt het mij dringend noodzakelijk om de par- F e u i I i t o n UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY QïLL, Detectir# door IVANS. 57) Wat wil je Uuee? vroeg ïlu Lieve jongen, heden is ié; een dag, dien je met guiden letters in je levensannalon moet aanteek'^en: je zult in een extrarfran rijden, dia alleen voor ons beiden bestemd is. Binnen een kwartier was G. G. bet met den stationchef eens. Daarop sleepte hij mij mede naar het tele graafkantoor. Inspecteur Fekete is weer te Zsolna zeide hij. -J De Hongaar- 6che politie is tol dusverre zóó wel willend voor me geweest, dat ik maar weer eens een beroep op hem .zal doen. En dan zullen we aan dien 'brigadier op Vörösliegy je weet wel, Willy, den wachter bij kilome- terpaal No. 7 telegrafeeren en, voor alle voorzichtigheid, ook aan Graaf CsadAnyi zeiven. Een drin gend telegram is natuurlijk een phe- nomeen op het telegraafkantoor te Kisfalva. Heel veel fidutie in 'n we zenlijke snelle bezorging heb ik wel niet (ik denk aan je vriend, Willy: den ambtenaar met recht op pensioen) maar, mc dunkt, zoo'n telegram zal er toch zijn vóór Géza Horvath, wiens trein we zoo juist hebben zien vertrekken. De telegrammen werden verzonden. Inspecteur Fekote werd verzocht, den secretaris, bij het overstappen te Zsolna, aan te houden, totdat ook wij beiden per extra-trein arriveeren zouden. Voor de voorzichtigheid de man kon eens ongezien doorslip pen! moest ook aan het sTatirn te Kisfalva een wacht worden opgesteld. Een nauwkeurige persoonsbeschrij ving besloot dit telegram. De beide andere telegrammen wa ren veel korter. Brigadier Kemény (ik heb, geloof ik, den naam van dizen braven politiebeambte nog niet genoemd) kreeg opnieuw op dracht, er tegen te waken, dat iemand, wie ook, tot den Graaf door drong. Den Graaf zeiven werd op het hart gedrukt, niemand te ontvangen, totdat wij op Vörösliegy zouden zijn aangekomen. Ziezoo! zei G. G., zich in de handen wrijvende, ik geloof, dat onze verdedigingslinie nu goed is aangelegd. Onze vriend met de dub bele identiteit is 'n slimme vos; als er 'n gaatje open bleef, zou hij er zeker doorsluipen! Maar ik geloof, dat alle gaatjes dicht zijn. En jij Willy? Als naar deze telegrammen ge handeld wordt, zie ik geen mogelijk heid, dat hij de blokkade breekt! antwoordde ik. Bravo m'n jongen! zeide de detective. 'n Mooi beeld! Maar 't mijne was juister! Over de zaak zel ve zijn we het intusschen eens! Het was wel merkwaardig, dat we geen van beiden hei gaatje zagen, dat voor den vos nog opengelaten was! Het duurde anderhalf uur, voordat wo in onzen extra-trein het station Vergieten. Vermoedelijk zoudem wij iets winnen op den sneltrein, dien wij hadden zien wegrijden, en wij vertrouwden wel, dat onze maatrege len nu zóó genomen waren, dat liet geringe verschil in tijd geen gewicht in de schaal zou werpen. Toen wij, tegenover elkaar geze ten, wat op adem gekomen waren van de vele emoties van dien och tend, begon het duiveltje dor nieuws gierigheid zich in mijn binnenste te roeren. Geoffrey! zeide ik. Kunnen we den tijd, dien we anders door onze reis verliezen zouden, niet nut tig besteden, wanneer je mij eens duidelijk maakt, hoe je er toch in vredesnaam achter gekomen bent, dat Imre de CzigAny en Géza llor- vhtli twee namen zijn voor één per soon? Die geschiedenis, gisteravond met mijn vrouw, bevestigde eigenlijk alleen wat je reeds wist. Hoe wist jc dat, G. G.? De detective lachte even. Ik heb er niets tegen je dat te vertellen zeide hij. Of dat zoo nuttig zijn zal, zullen we nu maar in het midden laten. Maar ik ver moed, dat het wèl aangenaam zijn zal voor jou m'n bestel Ik maakte een ongeduldig gebaar. Nu, nu, ik hen met de- beste voornemens bezield! vervolgde G. G. Luister maar en ik hoop, dat ik je verwachtingen niet zal teleur stellen. Hij leunde achterover in de kus sens en sloot even de oogen. Je weet, Willy, dat het buiten gewoon moeilijk is na te gaan, wan neer men van een bestaand, solide wantrouwen ln dezen of genen per soon 't eerste sprankje gevoeld heeft. Van den aanvang af, toen de Aarts hertog en de Aartshertogin mij, vóór mijn komst op Vöröshegy, de bijzon derheden van hun tragischen toe stand mededeelden, waren er twee zaken, die mij troffen, ln de eerste plaats; hoe was liet mogelijk, da; die afdreig-brieven telkens op de schrijf tafel van den Aartshertog kwamen? In de tweede plaats, hoe was het te verklaren, dat de llongaarsche po litie, die toch (ik heb liet nu onder vonden!) licusch geen kinderwerk verricht, er nooit in geslaagd was den afperser te betrappen, wanneer dio op dc aangewezen plaats liet geld kwam halen? Gevaar voor den klei nen Aartshertog had men kunnen vermijden, door den man niet dade lijk te overvallen, maar alleen zijn gangen na te gaan, totdat men kans zag z'n slag te slaan, zonder dat ge vaar. Ik geloof wel, dat ik toen reeds bijna onbewust, op de gedachte geko men ben: Ais de secretaris bet geld, dat hij telkens op een andere plaats heet te moeten deponeeren, eenvoudig zelf in den zak steekt, zijn beide vragen voldoende beantwoord. Die gedachte lag eigenlijk voor de hyid, maar, zooals ik zeg, ik formu leerde haar niet. De positie van den secretaris en het vertrouwen, dat men hem sinds jaren schonk, waren oorzaak, dat ik deze nalatigheid be ging. Jc weet, Willy, dat detectives, die geen fouten of nalatighcTdon be gaan, alleen in boeken voorkomen! Ik wist dat en beaamde liet van harte, misschien (omdat G. G.'s spotternij mij zooeveii weer geprik keld had!) te hartelijk. Ik kan zien, Willy, dat jc hot meermulcn ook aan mij bewaarheid hebt gezien -- zeide hij. Ik erken mijn feilbaarheid, dat weet je! Er was even een heel ernstige toon in zijn stem, en ik begreep dat luj te- rugdacht aan een avond ln Enge land. toen ongeveer vier jaar gele den, waarop een edele vrouw in groot gevaar verkeerd had, tengc- olge van wat hij zijn nalatigheid geliefde te noemen. Op zijn gewonen toon vervolgde hij: Toen ik op Vöröshegy bemerkte, dat mijn naam en beroep althans aan éen persoon buiten het paleis van den Aartshertog bekend waren, begreep ik, dal in dat paleis eon verrader schuilen moest. Ik dacht toen, in het voorbijgaan, aan den se cretaris terloops nog, maar toch reeds wat meer bewust dan den eer sten keer. Kort daarop gebeurde er iets, dat mij aanvankelijk op een dwaal spoor bracht, maar later in de goede richting leidde: het vinden van dat zwart geverfde, blonde haar op je jas, Willy! Jc weet, dat ik daaraan eerst een argument ontleende om de valsche theorie, dat Mariska hot A&rtshertogje was, die ik in een on gelukkig oogenblik van oppervlakkig denken gevormd liad, waarschijnlijk te maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5