OM ONS HEEN
HAARLEM'S DAGBLAD
ZftTERCAO !6 AUGUSTUS 1919 - TWLBDE BLAD
No. 2644
De uitlevering van den ex-keizer.
Het is niet de bedo-jUag een nieuw
gezichtsveld te openen over de uitle
vering van den voormaligen keizer
het onderwerp is docdgepraat en de
eenige emotie die er nog in zit is deze,
of de uitlevering aan Nederland zal
worden gevraagd en wat Nederland
zal antwoorden. Het volgende is dus
niet meer, 'dan een korte beschouwing
over bekende feiten.
Bij de vraag, of Wilhelm von Ho-
benzollern zal moeten terechtstaan,
behoort onafscheidelijk deze andere,
of hij aansprakelijk is voor den oorlog
of zijn omgeving. Hoe men er toe
komt, zulk een exceptie op te werpen,
is een raadsel. Iedereen wist toch,
dal in Duitschland het meest per
soonlijke régime heerschte. De keizer
wierp Rijkskanseliers en andere raad
gevers naar zijn persoonlijk welbeha
gen omver en zette andere overeind,
alsof het kegels waren. Daar kan het
aanbod van Von Belhmann Hollweg,
om in zijn plaats te worden berecht,
niets aan veranderen. En wie beweren
mocht, dat de keizer een zwakke fi
guur was, die door zijn omgeving tot
der oorlog werd overgehaald, die be-
wiist hem geen dienst.
Stel, dat de directeur van een naam-
looze vennootschap, welker officieel
doel is om stoommachines te maken,
telkens van zijn raadgevers de inbla
zing krijgt, met he: kapitaal der on
derneming te speculeeren in Ameri-
kaanschc fondsen, dan zal hij, een
maal daarvoor bezweken, zich tegen
over commissarissen, aandeelhouders
en publiek niet kunnen verontschuldi
gen met de bewering, dat zijn procu
ratiehouder, zijn chef de bureau en
zijn eerste-klerk hem daartoe geza
menlijk en voortdurend hebben opge
zet en aangespoord. „Neen," zoo zal
mei. hein antwoorden, „uw taak als
directeur was, sterk te zijn tegenover
verkeerde raadgevingen. Gij waart
verantwoordelijk, uoor verkeerde ad-
viezen wordt die verantwoordelijkheid
niet veranderd." En wanneer de di
recteur dan jammert „ik ben niet
slecht, maar alleen zwak geweest,"
dan zal hij moeten hooren, dat het al
een nisdaad is. zwak te zijn in een
verantwoordelijke positie.
Zoo i3 het ook met den ex-keizer.
Wilde hij zelf den oorlog niet, dan
ha,, hij moetep weigeren de oorlogs
verklaringen te teekenen, hoe sterk
anderen daarop ook aandrongen.
Daarom zijn alle pogingen tot plaats
vervanging ijdel en cenigszins bespot
telijk, behalve die van de vier zoons,
die hun vader willen beschermen, of
schoon natuurlijk deze evenmin nut of
resultaat hebben kan. Zal er in 't al
gemeen dus recht gesproken worden
over de aanstichting van den oorlog,
ila zal de ex-keizer zelf de beklaagde
moeten zijn en. i iemand anders.
Maar zal het tol een aanvraag, zal
het tot uitlevering komen? Het schijnt
wel alsof de Entente niet heel begee-
rig is om dat verzoek te doen en wan
neer dat zoo mocht zijn, dan kunnen
verschillende motieven gelden. Voor
eerst, dat de Entente den ex-keizer
niet. tot martelaar maken wil. Hij is
op Amerongen, evenals zijn zoon te
Wieringen, oen trieste figuur.
In weerwil van naderhand gege
ven verklaringen en uitleggingen be
grijpt nog altijd niemand, waarom
dc Keizer en zijn zoon toen de nood
aan den man kwam, niet met het le
ger mee naar Duitschland Zij'n ge
trokken. Dat heeft Hindenburg ge
daan en het is hem terecht in groo-
ten dank afgenomen. Wilhelm von
Hohenzo.Mern en zijn zoon bergden
liever het vcege lijf in Nederland.
Daaraan is niets heldhaftigs,
niets kloeks of verheffends, net is zoo
alledaagsch mogelijk, Na dit droevige
slot ziet niemand in deze personen
nog helden, of het moesten zijn too-
neelheluer, die-aan 't einde van het
stuk hun gezicht afwasschen, ^e blin
kende spullen uittrekken en bij" een
buurman vluchten, omdat thuis een
kwaaie vrouw op hen vacht.
Het eenige wat wij nog van
Wilhelm vernemen is een sta
tistiek van omgehakte boomen. Nog
zes maanden en geen schepsel denkt
meer aan hem. Nog minder aan zijn
zoon, die den vriendelijken heer speelt
op het onwaarschijnlijke Wieringen.
Als deze menschen beide cnge>.v. id
blijven, traan zij in burgerlijke roem
loosheid onder, worden zij uitgele
verd. dan krijgen zij opeens ten
schijn van belangrijkheid. Men zal
vragen: moeten zij ongestraft blijven?
Maar is er wel grooter straf, juist
voor deze twee figuren, denkbaar dan
verzinken in volkomen vergetelheid?
Voor hen. die zooveel jaren genoten
van den klinkklank van trommen en
militaire muziek en van de schitte
ring van zilveren helmen en eonütii
tressen'?
Kr bestaat nog een tweede reden,
waarom de Entente misschien niet
gaarne de uillevering der Hohenzo'
lerns zal vragen.
Het is waarschijnlijk, in elk geval
mogelijk, dat Nederland zal weige
ren.
En wat zal de Entente dan doen?
Ons den tcevoer van levensmidd©
len onthouden, zooals een vriendelijk
Engeiseh blad in overweging gaf? Een
blokkade dus van den bevrienden
staal Nederland alléén? Het is
denkbaar. Vooral niet, omdat onze
w.eigering, wanneer die gegeven
wordt, gemoJiYeerd zal zijn. Met ste
vige juridische beweegredenen. Nu
weet ik wel, dat tegenover de schijn
baar sterkste argumenten andere ge
steld kunnen worden yan niet minder
kracht, omdat zooals Goethe zei, met
woorden voortreffelijk gestreden kan
worden. Goed. Wij zullen dan een
Nederlandsclie verklaring krijgen,
dat het niet gaat. een Fransche mis
scbien dat het heel wél gaat. een En
gelsohe dat het maar moet gebeuren,
en een Amerikaansche, dat het bin
nen tweemaal 24 uur in orde moet
zijn. Wat dan!
Dan ziin we nog niet verder, want
geen van de partijen laat zich door
de meening van de andore overtui
gen, omdat immers alle juridische
zichten goeden grond hebben. Komt
er dan een super-arbiter, die zegt,
hoe het zijn zal? Maar zijn oordeel zal
gewraakt worden door hen, in wier
geest het niet uitvalt. Wij staan dan
dus gezamenlijk aan den voet van den
muur. Want dat het nog niet gede
mobiliseerde Belgische leger over de
Nederlandsclie grens zou oprukken,
om Wilhelm uit Amerongen te halen,
zijn zoon te Wieringen op le virsehen
en op den terugkeer Limburg te gap
pen. dat kan iemand zich alleen in
een benauwden droom voorstellen.
Nu is het nog altijd zóó geweest,
dat verstandige menschen die weten,
dai een bepaalde wandeling hen
brengen zal in een slop. waar zij niet
uit kunnen komen, liever een andere
richting of in het. geheel niet uit
gaan. Het zou daarom zoo vreemd
niet wezen, wanneer liet verzoek om
uitlevering geheel achterwege bleef.
tEn zoo hot toch komt. welnu dan zal
liet antwoord gegeven worden dat de
quintessens zal wezen van de wets
kennis en de wetsuitlegging der 1c te
en eerlijkste menschen van on6 volk.
Let wel: van de wetten van Neder-
land'. Niet van buitenlandsche wetten
waaronder wij niet leven. En nog
veel minder naar de inzichten van de
een of andere buitenlandsche cou
rant, hoe machtig die dan ook moge
wezen.
Evenwel moet. wanneer de Neder-
1 and scha weigering komt. daaruit
niemand opmaken, dat „we erkennen
van meening lc zijn. „dat van een
overwegende schuld van het Duitsclie
volk geen sprake wa6", zooals „do
Groene Week", die op hei grpf van de
akelige „Toekomst" schijnt opge
schoten te zijn. in haar laatste num
mer oppert 1). Misschien is er wel een
andere conclusie uit te trekken, een
die veel begrijpelijker is. al berust zü
dan maar op een gevoels-overweging.
Te allen tijde is de wet der gast-
1) Ook deze kerkhofbloem is ver
dord, „de Groene Week" bestaat niet
meer.
vriiheld in dit land gehandhaafd ert
geëerbiedigd. Nergens beter dan bij
ons werd het verhaal begrepen van
de Arabische vrouw, die een vluch
teling in haar huis verborg en hem,
ofschoon zij uil zijn verhaal ontdekt»
dat hij haar zoon had vermoord, vrii
ilLel gaan! Het stuit ops tegen de
«borst, iemand uit te leveren, die bij
ons een toevlucht heeft gezocht. On
verschillig wie hij is en wat hij deed.
Tenzij natuurlijk vrijwillig door one
in het belang der internationale vei
liglieid aangegane verbintenissen ons
daartoe nopen.
Dit gevoel zal begrepen worden
door de ridderlijke Franscben en de
Engelschen. die weten van fair
play.
Bange lieden kunnen dus gerust
wezen. Onze weigering zal ons in de
oogen van de Entente veel meer goed
doen. dan onze toestemming tot uit
levering.
Waar de Hohenzollerns later heen
wijlen gaan, kan ons en de heele we
reld dan koud laten. Hun beteekenis
is door hun eigen vlucht verschrom
peld. hun figuur ineengezakt als een
ballonnetje, waarin met een speld ge-
geprikt is.
J. Cf. P.
Rubriek voor Vrouwen.
REORGANISATIE DEK MIDDEL
BARE SCHOOL VOOR MEISJES.
Vrij van repetities en examens, ge
niet de schooljeugd van een heerlijke
vacantia. en men ziet ze langs velden
en wegen, fietsen en wandelen, of
tennissen en zwemmen eo roeien,
niet hard denkende over hun toe
komst en liet al of niet doeltreffende'
van hun öfldèrwije. En al gaan er
tegenwoordig siemmcn op, die ook
aan de leerlingen liet recht van mee
spreken willen geven bii de regeling
hunne Ittcen. zoo ge'.oof ik nio'.. dut
het verlangen naar dit re. ht zoo heel
groot is. Maar tegjviil de leerlingen
zich ontsnanncn ziin do paudagogen
geweldig in de weer en laten we het
met vreugde cunstaleeren. men begint
zich wat meer bezig te houden met
de speciale opleiding voor meisjc-6. De
meer mondaine Haaesche Pos', ont
komt er nit' aan, en de Amstft dam
mer geeft een beschouwing over de
reorganisatie van het onderwijs, ter
wijl in dezelfde week een, onbekende
ia Haarlem's Dagblad een oplossing
tracht te geven, voor de reorganisatie
der meisjesscholen. Ben onbekende
van naam, maar zeker gyeji vreem
deling in onderwijszaken zoodat het
wel beiangrijk is ziin redeneering
'eens na te gaan, al komt bij dit be
toog weer duidelijk aan het liolit. dat
de kwestie te veel van het standpunt
van den man bezien wordt. I>c schrij
ver spreekt van „de van oiuis be
slaande meisjes H. B. S., die ter
voorkoming van misverstand Middel
bare School voor meisjes genoemd zul
worden." Dit is niet juist, de meisjes
sch,oo. is geen H. B. S.. maar wel
een Middelbare School, wat slechte
daarom van belang is. omdat deze
scholen geen Rijks-, maar Gemeente
scholen ziin; wat weer meebrengt, dal
de programma's vrij uitcenloopernl
zijn, evenals de eindexamens. Dit i.s
dan ook de roden, dat men tot nu toe
nog niet heeft, kunnen geraken tol
eep eindexamen, -dal bepaalde rech
ten gaf, b.v. hel recht van vrijstelling
van enkc-le vakken bii het staats
examen. Deze poging is we] gedaan,
jnaar mislukte om- bovengenoemde
reden Hieruit blijkt dus wel, dat hel
niet zoo gemakkelijk zal ziin. als de
schrijver var dit artikel denkt, om bi
paalde rechten voor dit. eindexamen
te verkrijgen. Er ziin in deze heele
kwestie verscheidene belangrijk
punten. Of het voor meisjes al of niet
een geluk is indien zij zich behalw
op een goede ontwikkeling, nog op
meer diepgaande studie toeleggen; is
een vraag, die niet in een zoo kort be
stek te behandelen is. Maar daar gaat
het Lii dit geval niet om. Want nie
mand zal meer ontkennen, dat een
groot aanta. vrouwelijke leerlingen
uit lust tol studie of gedrongen door
economische noodzakelijkheid, de jou
gensscholen bezoekt, en al heb ik hier
minder het oog op de gymnasiale om
leiding. daar niemand in Haarlem,
om een speciaal meisjes-gymnasium
vraagt, zoo lijkt mij de bewering toch
niet geheel waar. dat de leerstof aan
klezo laatste inrichting als regel ilr
meisies zoovee! makkelijker valt. Men
moet niet vergeten, dat een cursu:
gymnasium toch aitiiö beschouwt
wordt als opleiding tot het Hooger
Onderwiis. en wie ziin dochters daar
heen stuurt, doet dit terecht of ter.
onrechte, i.n de meening. dat zij tot de
zeer begaafden belmoren, die later de
universitaire studies kunnen volgen,
Poen zij dit dan ook niet. dan geeft
dit eindexamen weinig rechten en
weinig voordeel voor het verdere 1'
ven. Neemt men slechts aan, dat ook
voor meisies de oefening m streng Ir
gisch denken, zeer nuttig is, en dat
voor htm verder leven de studie van
moderne talen, natuur- en scheiltun
de. teokenun enz., meer nul kunnen
nlwerpen dan de gymnasiale studie,
terwijl dan toch het einddiploma van
dr Jongens H. B. S.. vele deuren open-
sluit dan moet men 'er zich niet
over verbazen dat zoovele ouders hun
kinderen gaarne, dezen weg zien op
gaan, al :.i)n dezen misschien niet in
allen deele geschikt om liet onderwiis
lo volgen. Boter ware het zeker al
ken die meisjes de H. B. S. te doen
doorloopen, voor wie de leerstof met
weinig moeite te verwerken is, maar
aan genomen, d.at deze laatsten be
at a an, en in vrii groot aantal, d.an
komt nog deze vraag: hebben wij voor
deze categorie gejpoeg gedaan door
ihaar oo de jongensscholen t o e t e
1 a t en? Dit „toelaten" is nu niet maar
een ijdel woord, maar zóó j6 het in
derdaad,
De H. B. scholen, waar nu meisjes
mogen komen, zijn jongensscholen.
1st aan onder het beheer van een di
recteur. en hebben behouden^ een en
kele uitzondering, leoraren als onder
wijskrachten. Men kan dus spreken
van co 'nsiiucue. maar niet van roe
ducatie. En juist, nu men van ills
kanten stemmen hoort klinken. *la:
het onderwijs samen moet gaan mei
opvoeding .is het zeker geen onlïL-
liike eisch. dat men wat meer aan die
van de vrouwelijke ieugd gaat deu
ken- Gelukkig komt men toch hoe lan
ger hoe meer terug van het begrip
dat man en vrouw gelijk zijn. niet de
eén meer"dan de ander, maar van
verschillende geaardheid. Ep ook gp
school wordt de ontwikkeling van
bedden anders geleid.
De H. B. S. leeraar spreekt voor en
tegen iongers, de tucht, do ontspan
ning is od joneens ingericht en ui
mogen directeur en leeraren zich
met bewonderenswaardige nauwge
zatheid houden aan strikte rechtvaar
digheid en goede vormen. zo> geloof
ig toch zeker, dat voor de meeste
meisies on dien leefliid. de leading
van beschaafde ontwikkelde vrouwen
haar opvoeding good or is. Ik be
doel daar allerminst mee dat op een
■meisjesschool geen leeraar les zou
mocen geven, maar de opperst© lei
ding. de geest van de school be
hoort vrouwelijk te ziin.
We zouden ons toch evenmin een
school van jongens tussehen 1218
jaar kunnen indenken met een vrou
welijk hoofd en een overwegend ge
il vrouwelijke leeraressen.
Of nu de schrijver van het artik.1
in Haarlems Dagblad de oplossing
gevonden heeft, door de stichting aai
te bevelen van een parallel 4e klasse,
die de meisies brengen zou tot bet
begin der 4de klasse iongens H. B, S.
kan ik niet beoordeelen. noewel in
ineen, dat het vejschil in de beide
afdeeliiuren vroeger moet beginnen.
Trouwens dezo oplossing neemt de
bezwaren tegen co-instructie,- juist in
d<- twee laatste feitc-n. niet weg-
De bezwaren, als zou die helft do
school, die naar het eind diploma
\o.ert. overheerscheid worden, deel Lr
geenszins. Dit is geheel een zaak van
de leiding, en van de medewerking
Jtr ouders. Dezelfaene die nu hun
kipderen naar de iongens H. B. S.
aiuven om wélke reden ook. zouden
dat dan ook naai- die afdeeling Ku.i
nen doen. behalve, dat er dit groot©
verschil zou zijn, dat het onderwij
zend personeel de leerlingen reads
2 jaar op school zou hebben en dus
de oud.r skon raden bii deze keuze.
En bij veel. wat men nu zoo gemak
kelijk afbreekt heb ik een groot
trouwen in de levensvatbaarheid van
de Haarlamsche meisjesschool, juist
samengaande met een nieuwe afdee
ling. Voor hreede kringen van meis
jes is het onderwijs, zooals heit nu ee
geven wordt, zoo uitstekend, dat het
zeer te betreuren zon zijn als deze
school zooals men het "noemt, haar
tijd gehad zou hebben. Ook de be
staande afdeeling zou er bij winnen,
als men steeds hooger eischen aan
het onderwijzend personeel moet gaan
steller., want laat men niet vergeten,
dat goede leeraressen toch ook weei
vervangen worden, en eerste klagse
krachten natuurlijk eerder naar een
eerste klasse scholen gaan solücitee-
ren. Want dat de gereorganiseerde
school wel levensvatbaarheid) bevat,
blijkt wel hieruit, dat in Den Haas
cn Botterdam reeds 2 scholen oP deze
wiize veranderd _wen te Arn
hem. Utrecht, en Groningen de mid
delbare meisjesscholen reeds uit twee
afdeolingen bestaan.
En nu nog diit:. wat is de grond
gedachte van de pacificatie van ons
onderwiis? dat niemand eep eenigs
zins belangrijke groep ouders mag
dwingen hunne kinderen naar eene
bepaalde school te zejjden. Er zijn
ouders, die coeducatie wenschen; wel
nu laat hun de vrijheid de meisjes
naar jongensscholen te zenden, maa:
er ziin ook ouders die dat om ver-
Urne La:jek
Een parkwachter maakte hém ...c
ker: „Vooruit! Ik ga hot hek s:ui
ten!"
Sla het niet te hard diciil! zenit
landloooer en hij sliep weer in.
TE DUUR.
Gaat ie vrouw van het jaar nog
naar een badplaats
Neen, ;6 me te duur.
Je vrouw is toch zoo verkwl*.
ter-d niet!
Mn vrouw niet. maar Ut!
STERK.
Rechter: Gij wordt beschuldigd
den pachter met een mestvork tc heb
ben geslagen. Is dat zoo?
Beklaagde: Geloof er niets van
meneer de rechter. Die mestvork heeft
hii eenvoudig uit ziin duim gezo
gen.
fPr. Nrd. Br.>
schillende redenen niet verlangen en
ook die hebben hun rechten. Wan
neer de behoefte aan een bepaald
soort school büikt. dln is bet de taak
der gemeenschap daaraan tecoinoet
tc komen, en in een stad als Haarlem
aar zoo ontzaglijk vee! voor liet on
derwiis gedaan wordt, is het toch ni t
anders dan rechtvaardig dat de ge
meente evenveel voor haar meisies.
aks voor haar Iongens doet.
P. J. WILLEKES MACDONALD-
REI.TNVAAN.
1
PIC NI CS. Dagelijks stroomen de
menschen „bij massa's „Groencndaal"
binnen om in het koele bosch beschut
ting te zoeken voor de felle zonne
stralen en daarbij meteen te gen i et eft
van het piachige weer. Groote en
kleine clubs loopen puffend cn bla
zend over den nog onbeschut ten vr j-
heidsdreef en slaken een zucht van
erlichting wanneer zij aan hul einde
ervan den koelen, breeden. rijweg
bereiken of het knusse kronkelpaadje
inslaan, dat hen dadelijk midden in
het bosch brengt. En heel dikwijls
dragen zij groote of kleine pakjes of
koffertjes mee, die mondvoorraad
voor den heelen dag bevatten. Straks
als dé tijd voor eten is aangebroken
gaan de koffertjes open, de papieren
worden losgemaakt, en de boter
hammen, die er zoo smakelijk uitza
gen toen zij ingepakt worden en met
zoo'n zorg züu behandeld, zien eroó
iselijk en platgedrukt uit.
De boter, die zoowat gesmolten is,
trok er heelemaal in, van de heerlijik-
frissche jam is om dezelfde reden ook
bijna niels meer te vinden, en het
pakje ontbijtkoek is plat', de ge
stampte muisjes zijii geheel zoek en
ook van den hagelslag is niet veel
moois meer over. Alleen de kaas en 't
stukje vleesch hebben zich goed ge
houden, maar zij smaken toch ook niet
erg lekker meer op het droge brood.
Bovendien is de melk die men mee
genomen heeft zuur-geworden door
Het schudden, en de warmte, want
iedereen weet natuurlijk wel hoe
gauw al onze spijzen, zelfs al is het
weer tamelijk frisch in de maatld Au
gustus bederven.
Alleen de vruchten hebben zich
goed gehouden en geven na al het
droge brood een frissclie smaak.
Maar kunnen wij nu niet zorgen,
dat, onze pic-nic met. smaak verorberd
wordt en het oog wil nu eenmaal
ook wal er ook frisch, en welver
zorgd uitziet? Natuurlijk moet dat
mogelijk zijn
De gesneden boterhammen worden
in schoone vingerdoekjes of in boter
ham-zakje-s gedaan, zonder dat ze van
tevoren besmeerd of belegd zijn. De
boter wordt dan los meegenomen,
maar dat kan natuurlijk niet in een
stuk papier, zelfs al is liet z.g. vetvrij
daarvoor is alleen een of ander vaak
verk geschikt, ledereen zal toch wei
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Op straal ontmoette ik een kennis,
Van Poeteren, Willem Jacoo. Hij keek
somber. Ik vroeg wat licin scheelde.
Hij antwoordde „ik ben een slacht
offer van de vacantie."
„O," zei ik, „zoo zijn er wel ineei.
Heele volksstammen zouden vel willen,
dat hun vacantie voorbij was, zoodat
zc weet aan 'i werk konden gaan, want
zc vervelen zich doodelijk."
„Daar hoor ik niet bij," zei hij,
„want ik heb nauwelijks herinnering
meer aan mijn vacantie. Die neem ik
altiji in Mei, omdat wc dan lange da
gen hebben cn gewoonlijk mooi wéér.
-Maar mijn vrouw heeft nu haar vacan
tie
„Aha, en nu heb je het thuis dus
slecht."
„.-lijn schoonmoeder néémt het huis
houden waar en vertroetelt me, op haar
„Is dat dan geen goeie manier?"
„Luister," zei hu, „dc kookkunst
behooii, zooals je wel weet, tot de
Schoone Kunsten, evengoed als Mu
ziek, Schilderkunst en Dichtkunst,
maar zij heeft, evenals deze haar mode.
Dc meeste muziek van 25 jaar geleden
is vcrouiterd, evengoed als schilderijen
van 1880 die woiden pas over een
scmen dan
nog niet. Zou jij denken, dat het an
ders zit met de Kookkunst? Volstrekt
niet. Mijn schoonmoeder dateertvan
iSfxj, haar Kookkunst dus ongeveer
van 1S80 en die past zij nu toe op mijn
maag van 19:9. Dit kan nooit goed
gaan en het. gaat ook niet goed. Aller
lei dingen maakt zc arders klaar, dan
ik het gewend ben. '1 is precies goo
chelen. Heelt zij bij den slager ossen-
vleesch besteld, dan komt er iets op ta
fel, dat mij aan varkensvleesch doet
deuken en omgekeerd. Groenten weet
zij zóó tc vervormen, da: zc onherken
baar voor mij worden."
„Maak je dati niet af en roe een op
merking? Een hoogs: bescheiden op
merking. bedoel ik natuurlijk."
„Dat heb ik gedaan," zei hij som
ber. „Dca ce.sten- keer zei ze vroolijk:
»,jc zult vandaag wat veel gewerkt heb
ben, jongen, dat bederft den smaak."
Den tweeden keer keek ze sip en
antwoordde„hoor eens. Frits, een
man moet geen afgod van zijn maag
maken, iedereen is altijd met mijn ko
ken tevreden geweest." Den derden
keer keek ze als een deurwaarder in
een regenbui cn verklaarde stroef
„waarde schoonzoon* mijn man zaliger
prees dit altijd als zijn livelingskost en
zou niet weten, waarom dat niet
goed genoeg is voor jou."
„Misschien helpt een vierde keer,"
waagde ik te veronderstellen.
„Dan pakt ze, doodelijk belcedigd,
haar koffer en krijg ik quaestie met
mijn vrouw. Neen, ik moet hel uithou
den tot het bittere einde."
„Hoelang is dat nog?"
„Nóg drie weken. Als ik het be-
llccf.
„Kom, kom," zei ik troostend,
„misschien valt het mee."
„Ga vandaag eens mee. ik noodig je
e-en. Het zal je misschien niet sma
ken, maar wel vermaker., want aan 't
eind van den maaltijd weet je niet v;at
je gehad hebt. Ja, ga mee, laat ons di:
grap eens hebben!"
Ik verontschuldigde me. Mijn vrouw
was alleen thuis, dc dokter had me een
dieet voorgeschreven, ik had weinig
tijd, kortom ik bracht verschillende mo
tieven bij. Te veel, want hij begreep,
dat ik niet wou.
„Je durft niet," zei hij somber. „En
ik kan je geen ongelijk geven."
„Vacantie," zei ik, om hem op een
andere gedachte te brengen, „is heel
goed, maar de achterblijvendeu gaan
er soms onder gebukt."
„Weet je wat het is?" riep hij. „Er
moest veel meer vacantie wezen. De
Regeering geeft allerlei wetten, maar
hiertoe is zc nog niet gekomen alge-
meene vacantie voor -clioonmocders,
gedurende de drie zomermaanden. Als
dat bestond, dan had ik mijn huis ge
sloten cn at wat ik verkoos, in een
restaurant. Adieu, ik moet naar huis,
want schoonmama is een Vrouw van dc
klol:. Ik ga weer op weg naar
raad
selachtige eetwaren. Tot zien?/'
En bij verdween met groote stappen.
Verder wandelend, want het is stille
tijd op 't kantoor, loop ik Stuiteren te
gen 't lijf. „Hallo," zegt hij, „ben ie
Diet met vacantie?"
„Neen," zeg ik, „dc burgemeester
heeft me verzocht tc blijven. p.un
dagen geleden laat hij mij op 't stad-
huis komen en zegt „mijnheer Fide-
lio, ik heb een vriendelijk verzoek aan
u. Wil u de inaand Augustus in de stad
blijven? Er zijn zóóveel menschen met
vacantie, dat ik ga vreezen, dat mijn
gemeente leegloopt. En ik kan toch
niet over een leege stad rcgceren! Be-
k.f me dus, dat u blijven wil, ik heb
dat ook aan duizend andere menscheu
gevraagd, die het allemaal hebben toe
gezegd." „Burgemeester," zei ik.
,,'t kan op mij rekenen. lederen dag
zal ik in het belang van Haarlem drie
uur lang door dc hoofdstraten wande
len. En daar ben ik nu mee bezig!"
„Flauwe aardigheid," zei hij. „Voor
mijn pan gingen er nog veel meer men
schen me: vacantie."
„Wie dan, bijvoorbeeld?"
..De gemeenteraad in dc allcrcer-
e plaats, lederen keer als die verga
dert. houdt een nicnsch zijn hart vast
1 zijn portemonnaie
„Wat bij sommigen hetzelfde is."
Stuiteren keek kwaad, want hij staat
als overzuinig bekend. „Hou je grap
pen voor je," bromde hij. „Daar heeft
de Raad twee middagen vergaderd en
weet je wat het ons kost? Honderd ze-
eniig duizend gulden voor de politie
:d tachtigduizend voor de kindertjes
van het gemeentepetsoneel. Samen twee
1 een halve ton. Een kwart millioen!"
„Maar als die uitgaven noodig zijn."
bracht ik in 't midden.
„Dar kan allemaal wezen, maar dc
Raad heeft op die manier tc veel werk.
Hij moet vacantie hebben. Daarom loop
ik met een lijst, waarop ik handtcckc-
ningen veizamel. Je moet ook tceke-
ncn, ik zal je Bet stuk voorlezen
Aan den Raad der gemeente Haar
lem,
iveu met verschuldigden eerbied te
kennen de ondergeteekenden, allen
belastingbetalende ingezetenen,
da; zij met leedwezen zien, dat de Ge
meenteraad maar onophoudelijk verga
dert c-n zoodoende zijn Kostbare krach
uitput, hetgeen ernstige ziektcu,
kwalen en gebreken bij de Raadsleden
kan te voorschijn roepen, zeer tcu na-
d-elc van dc gemeente on het openbaar
belang
dat derhalve een flinke jaarlijksche
vacantie van bijvoorbeeld driemaanden,
althans zes weken het gevaar van ziek
te en dood zeer zou verminderen
dat bovendien zoodanige vacantie
aan ondergeteekenden een welkome ge
legenheid zou geven, op adem te ko
men van de emoties bij hen te weeg ge
bracht door de groote uitgaven, waar
toe de Raad gewoon is te besluiten en
die ondergeteekenden zullen moeten
betalen
dat gezegde rustperiode derhalve
ior alle partijen nuttig en aangenaam
zal zijn en tot de openbare hygiëne, die
een taak van het gemeentebestuur is,
ten zeerste zal bijdragen.
Nadat hij mij dit had voorgelezen,
zei Stuiteren gebiedend „teeken!" en
stak mij ziju vulpenhouder toe.'
Op grond van principieele bezwaren
(namelijk omdat ik nooit requesten
tcckcn) heb ik geweigerd. Maai liet
blijkt meer en meer, dat er naar den
van verschillende ingezetenen niet
genoeg vacantie is".
Misschien is deze en gene over die
conclusie wa: verwonderd, maat dat
kan ik niet helpen. De wereld is zooal"
s en niet zooals een courantlezer
zou willen hebben.
Langzamerhand komt er ook weer
gelegenheid oni naar 't buitenland te
reizen. Rcisbureaux noodigen de men
schen uit om naar Zwitserland te gaan.
Vroeger stapte je ?s morgens half zeven
tc Haarlem in en •'s avonds zoowat
acht uur in Bazel uit. Wie dat wou,
kon nog denzelfden avond in Luzern
of in Interlaken komen.
Zoo mooi gaat het nu niet meer. Nu
breng jc het 's avonds in trage trei
nen tot Frankfort cn sukkelt den vol
genden dag verder.
Ook worden er tochten naar de slag
velden van den Yser georganiseerd,
zooveel dagen voor zooveel guldens cn
dan in ruil zooveel emotie daags. Ik ga
niet me-. Dat zijn geen plaatsen om
collectief, met luidruchtig medereizi
gers tc gaan bezoeken. Later, als je
eens alleen komt, met je vrouw of een
vriend, dan is liet dc géi- om
te gaan zien cn in eerbiedige buide te
gedenken de dapperheid van wie daar
de invallende horden tegenhielden en
terugjoegen, icn koste van hun leven.
Als ik de Belgische regeering was..
Maar die ben ik niet. Anders was ei
ook van de hand leggen op de Schelde
en van 't inpalmen van Limburg stellig
geen sprake.
Het heeft dus geen zin, om daar ver
der op in te gaan. Maar daarom be
hoeven wij van buitenlandsche reizen
niet af tc stappen. Als wij voorloopig
uit het buitenland wegblijven, dat bui
tenland komt wel naar ons toe. Vooral
de Duitschers. Men zegt, dat zij niet
alleen zich hier te goed komen" doen
aan onzen leeftocht, maar bovendien
hun vermogen hier in veiligheid bren
gen, dat door een progressieve heffing
lot een bedrag van 75 procent toe, be
dreigd wordt.
Daarover heeft Bopma me een ver
haal gedaan, dat ik natuurlijk voor
zijn rekening laat.
Een Duitscher komt aan T Centraal
Station te Amsterdam en neemt een
atax, om de bezienswaardigheden van
de stad te bewonderen. De chauffeur,
een ras-Amsterdammer, trolsch op
Amsterdam, die wat Duiisch verstaai,
raagt wat hij van 't station vindt.
„Na ja," zegt de man, „so ziemlich.
Aber bei uns in-Berlin, wissen Sie, dort
ist der Balinhof noch viel grosser und
schoner."
De chauffeur zwijgt en rijdt zijn
rachtje naar 't Rijksmuseum. Als hij
:r uitkom;, doet de chauffeur dezelfde
.•raag en krijgt een zelfde ar woord
.Bei uns in Berlinen zoo voort.
Het volgende bezoek is aan Artis. Zelf
de vraag, zelfde antwoord. Alles is te
Berlijn cn in Duitschland veel mooier
en grooter. Het begin: onzen Amster
dammer te kriebelen, hij zint op wraak
en wanneer "de atax een poos wachten
vóór het Panopticum, doet de ge
legenheid zich voor.
Een% koopman met kleine schildpad
den komt voorbij. Dc chauffeur koopt
een en legt die midden op (1e bank.
Als de Duitscher terugkomt en weer
de vraag van den chauffeur verwacht,
zegt deze nieis. Hij stapt dus in, maar
deinst onmiddellijk terug voorhet
vreemde beest, dat op zijn plaats lig:.
„Was is: den das?" roept hij ontzet.
„Dat is nou," zegt de chauffeur,
„een Hollandschc vloo. En als je soms
beweren wilt, dat jelui die in Duiisch-
land grooter en mooier hebt, dan moet
je maar opkomen, want dan sta je te lie
gen!"
Hopma heeft mij het einde van de
geschiedenis niet verteld. Ik geloof dat
erhaal niet. Iedere verstandige chauf
feur weet toch wel, dat een Duhscher
alles mooier en jjrooter vindt bei uns»
Behalve de nederlaag. Maar daar
weet hij weer wat anders-op.
Hij spreekt er namelijk niet over. En
waar een Duitscher niet over spreekt,
dat bes aat niet. Naar zijn meening.
n buitenlandsche reizen gespro
ken, nu de oorlog afgeloopen is zooals
bij is, komt telkens weer dc herinne
ring b.j mij op aan een verblijf in een
van dc mooiste plaatsjes aan den Rijm
Het was in den tijd, toen je van Rotter
dam uit te Königswinter kon gaan mid
dagmalen' en 's avonds weer in Rotter
dam terug zijn. O, schoone tijd van
ie' verkeer, waar zijl gij geblcvf.
Wij waren dan in een hotel, maakten
prét'ige uitstapjes en wanneer 's avonds
dc dames uit vermoeidheid naai bed
aren gegaan, plakten dc hccrcn in dc
rookkamer nog wat na. Behalve w ,'i sc
ience daggas'.cn waren trouwe compa
ranten een Duitsch professor, een Ne-
dcriandscbe Belg. die door lang
Fransch spreken zijn moedertaal war
vergeten had, een Schot die geen
Duitsch verstond eu daarom zwijgend
ocktc en ik. Wij praatten over alleilei.
Maar er ging geen avond voorbij, uf dc
Duitscher bracht het gesprek Óp Ne
derland, klaagde over de lioogc prij
zen, die hij in onze hotels had moeten
biialen en verzekerde, dat Ncdetlaad
door Duitschland m.if.r geannexeerd
•st worden en da; dit zou gebeuren
ook. Natuurlijk ging ik daartegen rn,
•r met het buitengewone gebrek aan
da: Duitsche professoren zoo vaak
kenmerkt, kwam hij cr altijd ojr taiug,
ofschoon hij begrijpen moest, boe on
aangenaam du den Nederlander moest
zijn, die, dan toch gas; in Duiiscb-
land was.
Da",'was eenige jaren vóór den uor-
log. Maar ik zie dc rookkamer nog vóór
mij cn eek het gezicht van den annex-
eerenden pioféssor. A1 s hij nog leert,
va; zou hij dan nu wel zeggen, als wij
elkaar eens wcci ontmoetten ia de
rookkamci van dat Rrjnhotel?
FIDELIO.