OM ONS HEEN HAARLEM'S DAGBLAD ZftTERCAO !6 AUGUSTUS 1919 - TWLBDE BLAD No. 2644 De uitlevering van den ex-keizer. Het is niet de bedo-jUag een nieuw gezichtsveld te openen over de uitle vering van den voormaligen keizer het onderwerp is docdgepraat en de eenige emotie die er nog in zit is deze, of de uitlevering aan Nederland zal worden gevraagd en wat Nederland zal antwoorden. Het volgende is dus niet meer, 'dan een korte beschouwing over bekende feiten. Bij de vraag, of Wilhelm von Ho- benzollern zal moeten terechtstaan, behoort onafscheidelijk deze andere, of hij aansprakelijk is voor den oorlog of zijn omgeving. Hoe men er toe komt, zulk een exceptie op te werpen, is een raadsel. Iedereen wist toch, dal in Duitschland het meest per soonlijke régime heerschte. De keizer wierp Rijkskanseliers en andere raad gevers naar zijn persoonlijk welbeha gen omver en zette andere overeind, alsof het kegels waren. Daar kan het aanbod van Von Belhmann Hollweg, om in zijn plaats te worden berecht, niets aan veranderen. En wie beweren mocht, dat de keizer een zwakke fi guur was, die door zijn omgeving tot der oorlog werd overgehaald, die be- wiist hem geen dienst. Stel, dat de directeur van een naam- looze vennootschap, welker officieel doel is om stoommachines te maken, telkens van zijn raadgevers de inbla zing krijgt, met he: kapitaal der on derneming te speculeeren in Ameri- kaanschc fondsen, dan zal hij, een maal daarvoor bezweken, zich tegen over commissarissen, aandeelhouders en publiek niet kunnen verontschuldi gen met de bewering, dat zijn procu ratiehouder, zijn chef de bureau en zijn eerste-klerk hem daartoe geza menlijk en voortdurend hebben opge zet en aangespoord. „Neen," zoo zal mei. hein antwoorden, „uw taak als directeur was, sterk te zijn tegenover verkeerde raadgevingen. Gij waart verantwoordelijk, uoor verkeerde ad- viezen wordt die verantwoordelijkheid niet veranderd." En wanneer de di recteur dan jammert „ik ben niet slecht, maar alleen zwak geweest," dan zal hij moeten hooren, dat het al een nisdaad is. zwak te zijn in een verantwoordelijke positie. Zoo i3 het ook met den ex-keizer. Wilde hij zelf den oorlog niet, dan ha,, hij moetep weigeren de oorlogs verklaringen te teekenen, hoe sterk anderen daarop ook aandrongen. Daarom zijn alle pogingen tot plaats vervanging ijdel en cenigszins bespot telijk, behalve die van de vier zoons, die hun vader willen beschermen, of schoon natuurlijk deze evenmin nut of resultaat hebben kan. Zal er in 't al gemeen dus recht gesproken worden over de aanstichting van den oorlog, ila zal de ex-keizer zelf de beklaagde moeten zijn en. i iemand anders. Maar zal het tol een aanvraag, zal het tot uitlevering komen? Het schijnt wel alsof de Entente niet heel begee- rig is om dat verzoek te doen en wan neer dat zoo mocht zijn, dan kunnen verschillende motieven gelden. Voor eerst, dat de Entente den ex-keizer niet. tot martelaar maken wil. Hij is op Amerongen, evenals zijn zoon te Wieringen, oen trieste figuur. In weerwil van naderhand gege ven verklaringen en uitleggingen be grijpt nog altijd niemand, waarom dc Keizer en zijn zoon toen de nood aan den man kwam, niet met het le ger mee naar Duitschland Zij'n ge trokken. Dat heeft Hindenburg ge daan en het is hem terecht in groo- ten dank afgenomen. Wilhelm von Hohenzo.Mern en zijn zoon bergden liever het vcege lijf in Nederland. Daaraan is niets heldhaftigs, niets kloeks of verheffends, net is zoo alledaagsch mogelijk, Na dit droevige slot ziet niemand in deze personen nog helden, of het moesten zijn too- neelheluer, die-aan 't einde van het stuk hun gezicht afwasschen, ^e blin kende spullen uittrekken en bij" een buurman vluchten, omdat thuis een kwaaie vrouw op hen vacht. Het eenige wat wij nog van Wilhelm vernemen is een sta tistiek van omgehakte boomen. Nog zes maanden en geen schepsel denkt meer aan hem. Nog minder aan zijn zoon, die den vriendelijken heer speelt op het onwaarschijnlijke Wieringen. Als deze menschen beide cnge>.v. id blijven, traan zij in burgerlijke roem loosheid onder, worden zij uitgele verd. dan krijgen zij opeens ten schijn van belangrijkheid. Men zal vragen: moeten zij ongestraft blijven? Maar is er wel grooter straf, juist voor deze twee figuren, denkbaar dan verzinken in volkomen vergetelheid? Voor hen. die zooveel jaren genoten van den klinkklank van trommen en militaire muziek en van de schitte ring van zilveren helmen en eonütii tressen'? Kr bestaat nog een tweede reden, waarom de Entente misschien niet gaarne de uillevering der Hohenzo' lerns zal vragen. Het is waarschijnlijk, in elk geval mogelijk, dat Nederland zal weige ren. En wat zal de Entente dan doen? Ons den tcevoer van levensmidd© len onthouden, zooals een vriendelijk Engeiseh blad in overweging gaf? Een blokkade dus van den bevrienden staal Nederland alléén? Het is denkbaar. Vooral niet, omdat onze w.eigering, wanneer die gegeven wordt, gemoJiYeerd zal zijn. Met ste vige juridische beweegredenen. Nu weet ik wel, dat tegenover de schijn baar sterkste argumenten andere ge steld kunnen worden yan niet minder kracht, omdat zooals Goethe zei, met woorden voortreffelijk gestreden kan worden. Goed. Wij zullen dan een Nederlandsclie verklaring krijgen, dat het niet gaat. een Fransche mis scbien dat het heel wél gaat. een En gelsohe dat het maar moet gebeuren, en een Amerikaansche, dat het bin nen tweemaal 24 uur in orde moet zijn. Wat dan! Dan ziin we nog niet verder, want geen van de partijen laat zich door de meening van de andore overtui gen, omdat immers alle juridische zichten goeden grond hebben. Komt er dan een super-arbiter, die zegt, hoe het zijn zal? Maar zijn oordeel zal gewraakt worden door hen, in wier geest het niet uitvalt. Wij staan dan dus gezamenlijk aan den voet van den muur. Want dat het nog niet gede mobiliseerde Belgische leger over de Nederlandsclie grens zou oprukken, om Wilhelm uit Amerongen te halen, zijn zoon te Wieringen op le virsehen en op den terugkeer Limburg te gap pen. dat kan iemand zich alleen in een benauwden droom voorstellen. Nu is het nog altijd zóó geweest, dat verstandige menschen die weten, dai een bepaalde wandeling hen brengen zal in een slop. waar zij niet uit kunnen komen, liever een andere richting of in het. geheel niet uit gaan. Het zou daarom zoo vreemd niet wezen, wanneer liet verzoek om uitlevering geheel achterwege bleef. tEn zoo hot toch komt. welnu dan zal liet antwoord gegeven worden dat de quintessens zal wezen van de wets kennis en de wetsuitlegging der 1c te en eerlijkste menschen van on6 volk. Let wel: van de wetten van Neder- land'. Niet van buitenlandsche wetten waaronder wij niet leven. En nog veel minder naar de inzichten van de een of andere buitenlandsche cou rant, hoe machtig die dan ook moge wezen. Evenwel moet. wanneer de Neder- 1 and scha weigering komt. daaruit niemand opmaken, dat „we erkennen van meening lc zijn. „dat van een overwegende schuld van het Duitsclie volk geen sprake wa6", zooals „do Groene Week", die op hei grpf van de akelige „Toekomst" schijnt opge schoten te zijn. in haar laatste num mer oppert 1). Misschien is er wel een andere conclusie uit te trekken, een die veel begrijpelijker is. al berust zü dan maar op een gevoels-overweging. Te allen tijde is de wet der gast- 1) Ook deze kerkhofbloem is ver dord, „de Groene Week" bestaat niet meer. vriiheld in dit land gehandhaafd ert geëerbiedigd. Nergens beter dan bij ons werd het verhaal begrepen van de Arabische vrouw, die een vluch teling in haar huis verborg en hem, ofschoon zij uil zijn verhaal ontdekt» dat hij haar zoon had vermoord, vrii ilLel gaan! Het stuit ops tegen de «borst, iemand uit te leveren, die bij ons een toevlucht heeft gezocht. On verschillig wie hij is en wat hij deed. Tenzij natuurlijk vrijwillig door one in het belang der internationale vei liglieid aangegane verbintenissen ons daartoe nopen. Dit gevoel zal begrepen worden door de ridderlijke Franscben en de Engelschen. die weten van fair play. Bange lieden kunnen dus gerust wezen. Onze weigering zal ons in de oogen van de Entente veel meer goed doen. dan onze toestemming tot uit levering. Waar de Hohenzollerns later heen wijlen gaan, kan ons en de heele we reld dan koud laten. Hun beteekenis is door hun eigen vlucht verschrom peld. hun figuur ineengezakt als een ballonnetje, waarin met een speld ge- geprikt is. J. Cf. P. Rubriek voor Vrouwen. REORGANISATIE DEK MIDDEL BARE SCHOOL VOOR MEISJES. Vrij van repetities en examens, ge niet de schooljeugd van een heerlijke vacantia. en men ziet ze langs velden en wegen, fietsen en wandelen, of tennissen en zwemmen eo roeien, niet hard denkende over hun toe komst en liet al of niet doeltreffende' van hun öfldèrwije. En al gaan er tegenwoordig siemmcn op, die ook aan de leerlingen liet recht van mee spreken willen geven bii de regeling hunne Ittcen. zoo ge'.oof ik nio'.. dut het verlangen naar dit re. ht zoo heel groot is. Maar tegjviil de leerlingen zich ontsnanncn ziin do paudagogen geweldig in de weer en laten we het met vreugde cunstaleeren. men begint zich wat meer bezig te houden met de speciale opleiding voor meisjc-6. De meer mondaine Haaesche Pos', ont komt er nit' aan, en de Amstft dam mer geeft een beschouwing over de reorganisatie van het onderwijs, ter wijl in dezelfde week een, onbekende ia Haarlem's Dagblad een oplossing tracht te geven, voor de reorganisatie der meisjesscholen. Ben onbekende van naam, maar zeker gyeji vreem deling in onderwijszaken zoodat het wel beiangrijk is ziin redeneering 'eens na te gaan, al komt bij dit be toog weer duidelijk aan het liolit. dat de kwestie te veel van het standpunt van den man bezien wordt. I>c schrij ver spreekt van „de van oiuis be slaande meisjes H. B. S., die ter voorkoming van misverstand Middel bare School voor meisjes genoemd zul worden." Dit is niet juist, de meisjes sch,oo. is geen H. B. S.. maar wel een Middelbare School, wat slechte daarom van belang is. omdat deze scholen geen Rijks-, maar Gemeente scholen ziin; wat weer meebrengt, dal de programma's vrij uitcenloopernl zijn, evenals de eindexamens. Dit i.s dan ook de roden, dat men tot nu toe nog niet heeft, kunnen geraken tol eep eindexamen, -dal bepaalde rech ten gaf, b.v. hel recht van vrijstelling van enkc-le vakken bii het staats examen. Deze poging is we] gedaan, jnaar mislukte om- bovengenoemde reden Hieruit blijkt dus wel, dat hel niet zoo gemakkelijk zal ziin. als de schrijver var dit artikel denkt, om bi paalde rechten voor dit. eindexamen te verkrijgen. Er ziin in deze heele kwestie verscheidene belangrijk punten. Of het voor meisjes al of niet een geluk is indien zij zich behalw op een goede ontwikkeling, nog op meer diepgaande studie toeleggen; is een vraag, die niet in een zoo kort be stek te behandelen is. Maar daar gaat het Lii dit geval niet om. Want nie mand zal meer ontkennen, dat een groot aanta. vrouwelijke leerlingen uit lust tol studie of gedrongen door economische noodzakelijkheid, de jou gensscholen bezoekt, en al heb ik hier minder het oog op de gymnasiale om leiding. daar niemand in Haarlem, om een speciaal meisjes-gymnasium vraagt, zoo lijkt mij de bewering toch niet geheel waar. dat de leerstof aan klezo laatste inrichting als regel ilr meisies zoovee! makkelijker valt. Men moet niet vergeten, dat een cursu: gymnasium toch aitiiö beschouwt wordt als opleiding tot het Hooger Onderwiis. en wie ziin dochters daar heen stuurt, doet dit terecht of ter. onrechte, i.n de meening. dat zij tot de zeer begaafden belmoren, die later de universitaire studies kunnen volgen, Poen zij dit dan ook niet. dan geeft dit eindexamen weinig rechten en weinig voordeel voor het verdere 1' ven. Neemt men slechts aan, dat ook voor meisies de oefening m streng Ir gisch denken, zeer nuttig is, en dat voor htm verder leven de studie van moderne talen, natuur- en scheiltun de. teokenun enz., meer nul kunnen nlwerpen dan de gymnasiale studie, terwijl dan toch het einddiploma van dr Jongens H. B. S.. vele deuren open- sluit dan moet men 'er zich niet over verbazen dat zoovele ouders hun kinderen gaarne, dezen weg zien op gaan, al :.i)n dezen misschien niet in allen deele geschikt om liet onderwiis lo volgen. Boter ware het zeker al ken die meisjes de H. B. S. te doen doorloopen, voor wie de leerstof met weinig moeite te verwerken is, maar aan genomen, d.at deze laatsten be at a an, en in vrii groot aantal, d.an komt nog deze vraag: hebben wij voor deze categorie gejpoeg gedaan door ihaar oo de jongensscholen t o e t e 1 a t en? Dit „toelaten" is nu niet maar een ijdel woord, maar zóó j6 het in derdaad, De H. B. scholen, waar nu meisjes mogen komen, zijn jongensscholen. 1st aan onder het beheer van een di recteur. en hebben behouden^ een en kele uitzondering, leoraren als onder wijskrachten. Men kan dus spreken van co 'nsiiucue. maar niet van roe ducatie. En juist, nu men van ills kanten stemmen hoort klinken. *la: het onderwijs samen moet gaan mei opvoeding .is het zeker geen onlïL- liike eisch. dat men wat meer aan die van de vrouwelijke ieugd gaat deu ken- Gelukkig komt men toch hoe lan ger hoe meer terug van het begrip dat man en vrouw gelijk zijn. niet de eén meer"dan de ander, maar van verschillende geaardheid. Ep ook gp school wordt de ontwikkeling van bedden anders geleid. De H. B. S. leeraar spreekt voor en tegen iongers, de tucht, do ontspan ning is od joneens ingericht en ui mogen directeur en leeraren zich met bewonderenswaardige nauwge zatheid houden aan strikte rechtvaar digheid en goede vormen. zo> geloof ig toch zeker, dat voor de meeste meisies on dien leefliid. de leading van beschaafde ontwikkelde vrouwen haar opvoeding good or is. Ik be doel daar allerminst mee dat op een ■meisjesschool geen leeraar les zou mocen geven, maar de opperst© lei ding. de geest van de school be hoort vrouwelijk te ziin. We zouden ons toch evenmin een school van jongens tussehen 1218 jaar kunnen indenken met een vrou welijk hoofd en een overwegend ge il vrouwelijke leeraressen. Of nu de schrijver van het artik.1 in Haarlems Dagblad de oplossing gevonden heeft, door de stichting aai te bevelen van een parallel 4e klasse, die de meisies brengen zou tot bet begin der 4de klasse iongens H. B, S. kan ik niet beoordeelen. noewel in ineen, dat het vejschil in de beide afdeeliiuren vroeger moet beginnen. Trouwens dezo oplossing neemt de bezwaren tegen co-instructie,- juist in d<- twee laatste feitc-n. niet weg- De bezwaren, als zou die helft do school, die naar het eind diploma \o.ert. overheerscheid worden, deel Lr geenszins. Dit is geheel een zaak van de leiding, en van de medewerking Jtr ouders. Dezelfaene die nu hun kipderen naar de iongens H. B. S. aiuven om wélke reden ook. zouden dat dan ook naai- die afdeeling Ku.i nen doen. behalve, dat er dit groot© verschil zou zijn, dat het onderwij zend personeel de leerlingen reads 2 jaar op school zou hebben en dus de oud.r skon raden bii deze keuze. En bij veel. wat men nu zoo gemak kelijk afbreekt heb ik een groot trouwen in de levensvatbaarheid van de Haarlamsche meisjesschool, juist samengaande met een nieuwe afdee ling. Voor hreede kringen van meis jes is het onderwijs, zooals heit nu ee geven wordt, zoo uitstekend, dat het zeer te betreuren zon zijn als deze school zooals men het "noemt, haar tijd gehad zou hebben. Ook de be staande afdeeling zou er bij winnen, als men steeds hooger eischen aan het onderwijzend personeel moet gaan steller., want laat men niet vergeten, dat goede leeraressen toch ook weei vervangen worden, en eerste klagse krachten natuurlijk eerder naar een eerste klasse scholen gaan solücitee- ren. Want dat de gereorganiseerde school wel levensvatbaarheid) bevat, blijkt wel hieruit, dat in Den Haas cn Botterdam reeds 2 scholen oP deze wiize veranderd _wen te Arn hem. Utrecht, en Groningen de mid delbare meisjesscholen reeds uit twee afdeolingen bestaan. En nu nog diit:. wat is de grond gedachte van de pacificatie van ons onderwiis? dat niemand eep eenigs zins belangrijke groep ouders mag dwingen hunne kinderen naar eene bepaalde school te zejjden. Er zijn ouders, die coeducatie wenschen; wel nu laat hun de vrijheid de meisjes naar jongensscholen te zenden, maa: er ziin ook ouders die dat om ver- Urne La:jek Een parkwachter maakte hém ...c ker: „Vooruit! Ik ga hot hek s:ui ten!" Sla het niet te hard diciil! zenit landloooer en hij sliep weer in. TE DUUR. Gaat ie vrouw van het jaar nog naar een badplaats Neen, ;6 me te duur. Je vrouw is toch zoo verkwl*. ter-d niet! Mn vrouw niet. maar Ut! STERK. Rechter: Gij wordt beschuldigd den pachter met een mestvork tc heb ben geslagen. Is dat zoo? Beklaagde: Geloof er niets van meneer de rechter. Die mestvork heeft hii eenvoudig uit ziin duim gezo gen. fPr. Nrd. Br.> schillende redenen niet verlangen en ook die hebben hun rechten. Wan neer de behoefte aan een bepaald soort school büikt. dln is bet de taak der gemeenschap daaraan tecoinoet tc komen, en in een stad als Haarlem aar zoo ontzaglijk vee! voor liet on derwiis gedaan wordt, is het toch ni t anders dan rechtvaardig dat de ge meente evenveel voor haar meisies. aks voor haar Iongens doet. P. J. WILLEKES MACDONALD- REI.TNVAAN. 1 PIC NI CS. Dagelijks stroomen de menschen „bij massa's „Groencndaal" binnen om in het koele bosch beschut ting te zoeken voor de felle zonne stralen en daarbij meteen te gen i et eft van het piachige weer. Groote en kleine clubs loopen puffend cn bla zend over den nog onbeschut ten vr j- heidsdreef en slaken een zucht van erlichting wanneer zij aan hul einde ervan den koelen, breeden. rijweg bereiken of het knusse kronkelpaadje inslaan, dat hen dadelijk midden in het bosch brengt. En heel dikwijls dragen zij groote of kleine pakjes of koffertjes mee, die mondvoorraad voor den heelen dag bevatten. Straks als dé tijd voor eten is aangebroken gaan de koffertjes open, de papieren worden losgemaakt, en de boter hammen, die er zoo smakelijk uitza gen toen zij ingepakt worden en met zoo'n zorg züu behandeld, zien eroó iselijk en platgedrukt uit. De boter, die zoowat gesmolten is, trok er heelemaal in, van de heerlijik- frissche jam is om dezelfde reden ook bijna niels meer te vinden, en het pakje ontbijtkoek is plat', de ge stampte muisjes zijii geheel zoek en ook van den hagelslag is niet veel moois meer over. Alleen de kaas en 't stukje vleesch hebben zich goed ge houden, maar zij smaken toch ook niet erg lekker meer op het droge brood. Bovendien is de melk die men mee genomen heeft zuur-geworden door Het schudden, en de warmte, want iedereen weet natuurlijk wel hoe gauw al onze spijzen, zelfs al is het weer tamelijk frisch in de maatld Au gustus bederven. Alleen de vruchten hebben zich goed gehouden en geven na al het droge brood een frissclie smaak. Maar kunnen wij nu niet zorgen, dat, onze pic-nic met. smaak verorberd wordt en het oog wil nu eenmaal ook wal er ook frisch, en welver zorgd uitziet? Natuurlijk moet dat mogelijk zijn De gesneden boterhammen worden in schoone vingerdoekjes of in boter ham-zakje-s gedaan, zonder dat ze van tevoren besmeerd of belegd zijn. De boter wordt dan los meegenomen, maar dat kan natuurlijk niet in een stuk papier, zelfs al is liet z.g. vetvrij daarvoor is alleen een of ander vaak verk geschikt, ledereen zal toch wei Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Op straal ontmoette ik een kennis, Van Poeteren, Willem Jacoo. Hij keek somber. Ik vroeg wat licin scheelde. Hij antwoordde „ik ben een slacht offer van de vacantie." „O," zei ik, „zoo zijn er wel ineei. Heele volksstammen zouden vel willen, dat hun vacantie voorbij was, zoodat zc weet aan 'i werk konden gaan, want zc vervelen zich doodelijk." „Daar hoor ik niet bij," zei hij, „want ik heb nauwelijks herinnering meer aan mijn vacantie. Die neem ik altiji in Mei, omdat wc dan lange da gen hebben cn gewoonlijk mooi wéér. -Maar mijn vrouw heeft nu haar vacan tie „Aha, en nu heb je het thuis dus slecht." „.-lijn schoonmoeder néémt het huis houden waar en vertroetelt me, op haar „Is dat dan geen goeie manier?" „Luister," zei hu, „dc kookkunst behooii, zooals je wel weet, tot de Schoone Kunsten, evengoed als Mu ziek, Schilderkunst en Dichtkunst, maar zij heeft, evenals deze haar mode. Dc meeste muziek van 25 jaar geleden is vcrouiterd, evengoed als schilderijen van 1880 die woiden pas over een scmen dan nog niet. Zou jij denken, dat het an ders zit met de Kookkunst? Volstrekt niet. Mijn schoonmoeder dateertvan iSfxj, haar Kookkunst dus ongeveer van 1S80 en die past zij nu toe op mijn maag van 19:9. Dit kan nooit goed gaan en het. gaat ook niet goed. Aller lei dingen maakt zc arders klaar, dan ik het gewend ben. '1 is precies goo chelen. Heelt zij bij den slager ossen- vleesch besteld, dan komt er iets op ta fel, dat mij aan varkensvleesch doet deuken en omgekeerd. Groenten weet zij zóó tc vervormen, da: zc onherken baar voor mij worden." „Maak je dati niet af en roe een op merking? Een hoogs: bescheiden op merking. bedoel ik natuurlijk." „Dat heb ik gedaan," zei hij som ber. „Dca ce.sten- keer zei ze vroolijk: »,jc zult vandaag wat veel gewerkt heb ben, jongen, dat bederft den smaak." Den tweeden keer keek ze sip en antwoordde„hoor eens. Frits, een man moet geen afgod van zijn maag maken, iedereen is altijd met mijn ko ken tevreden geweest." Den derden keer keek ze als een deurwaarder in een regenbui cn verklaarde stroef „waarde schoonzoon* mijn man zaliger prees dit altijd als zijn livelingskost en zou niet weten, waarom dat niet goed genoeg is voor jou." „Misschien helpt een vierde keer," waagde ik te veronderstellen. „Dan pakt ze, doodelijk belcedigd, haar koffer en krijg ik quaestie met mijn vrouw. Neen, ik moet hel uithou den tot het bittere einde." „Hoelang is dat nog?" „Nóg drie weken. Als ik het be- llccf. „Kom, kom," zei ik troostend, „misschien valt het mee." „Ga vandaag eens mee. ik noodig je e-en. Het zal je misschien niet sma ken, maar wel vermaker., want aan 't eind van den maaltijd weet je niet v;at je gehad hebt. Ja, ga mee, laat ons di: grap eens hebben!" Ik verontschuldigde me. Mijn vrouw was alleen thuis, dc dokter had me een dieet voorgeschreven, ik had weinig tijd, kortom ik bracht verschillende mo tieven bij. Te veel, want hij begreep, dat ik niet wou. „Je durft niet," zei hij somber. „En ik kan je geen ongelijk geven." „Vacantie," zei ik, om hem op een andere gedachte te brengen, „is heel goed, maar de achterblijvendeu gaan er soms onder gebukt." „Weet je wat het is?" riep hij. „Er moest veel meer vacantie wezen. De Regeering geeft allerlei wetten, maar hiertoe is zc nog niet gekomen alge- meene vacantie voor -clioonmocders, gedurende de drie zomermaanden. Als dat bestond, dan had ik mijn huis ge sloten cn at wat ik verkoos, in een restaurant. Adieu, ik moet naar huis, want schoonmama is een Vrouw van dc klol:. Ik ga weer op weg naar raad selachtige eetwaren. Tot zien?/' En bij verdween met groote stappen. Verder wandelend, want het is stille tijd op 't kantoor, loop ik Stuiteren te gen 't lijf. „Hallo," zegt hij, „ben ie Diet met vacantie?" „Neen," zeg ik, „dc burgemeester heeft me verzocht tc blijven. p.un dagen geleden laat hij mij op 't stad- huis komen en zegt „mijnheer Fide- lio, ik heb een vriendelijk verzoek aan u. Wil u de inaand Augustus in de stad blijven? Er zijn zóóveel menschen met vacantie, dat ik ga vreezen, dat mijn gemeente leegloopt. En ik kan toch niet over een leege stad rcgceren! Be- k.f me dus, dat u blijven wil, ik heb dat ook aan duizend andere menscheu gevraagd, die het allemaal hebben toe gezegd." „Burgemeester," zei ik. ,,'t kan op mij rekenen. lederen dag zal ik in het belang van Haarlem drie uur lang door dc hoofdstraten wande len. En daar ben ik nu mee bezig!" „Flauwe aardigheid," zei hij. „Voor mijn pan gingen er nog veel meer men schen me: vacantie." „Wie dan, bijvoorbeeld?" ..De gemeenteraad in dc allcrcer- e plaats, lederen keer als die verga dert. houdt een nicnsch zijn hart vast 1 zijn portemonnaie „Wat bij sommigen hetzelfde is." Stuiteren keek kwaad, want hij staat als overzuinig bekend. „Hou je grap pen voor je," bromde hij. „Daar heeft de Raad twee middagen vergaderd en weet je wat het ons kost? Honderd ze- eniig duizend gulden voor de politie :d tachtigduizend voor de kindertjes van het gemeentepetsoneel. Samen twee 1 een halve ton. Een kwart millioen!" „Maar als die uitgaven noodig zijn." bracht ik in 't midden. „Dar kan allemaal wezen, maar dc Raad heeft op die manier tc veel werk. Hij moet vacantie hebben. Daarom loop ik met een lijst, waarop ik handtcckc- ningen veizamel. Je moet ook tceke- ncn, ik zal je Bet stuk voorlezen Aan den Raad der gemeente Haar lem, iveu met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden, allen belastingbetalende ingezetenen, da; zij met leedwezen zien, dat de Ge meenteraad maar onophoudelijk verga dert c-n zoodoende zijn Kostbare krach uitput, hetgeen ernstige ziektcu, kwalen en gebreken bij de Raadsleden kan te voorschijn roepen, zeer tcu na- d-elc van dc gemeente on het openbaar belang dat derhalve een flinke jaarlijksche vacantie van bijvoorbeeld driemaanden, althans zes weken het gevaar van ziek te en dood zeer zou verminderen dat bovendien zoodanige vacantie aan ondergeteekenden een welkome ge legenheid zou geven, op adem te ko men van de emoties bij hen te weeg ge bracht door de groote uitgaven, waar toe de Raad gewoon is te besluiten en die ondergeteekenden zullen moeten betalen dat gezegde rustperiode derhalve ior alle partijen nuttig en aangenaam zal zijn en tot de openbare hygiëne, die een taak van het gemeentebestuur is, ten zeerste zal bijdragen. Nadat hij mij dit had voorgelezen, zei Stuiteren gebiedend „teeken!" en stak mij ziju vulpenhouder toe.' Op grond van principieele bezwaren (namelijk omdat ik nooit requesten tcckcn) heb ik geweigerd. Maai liet blijkt meer en meer, dat er naar den van verschillende ingezetenen niet genoeg vacantie is". Misschien is deze en gene over die conclusie wa: verwonderd, maat dat kan ik niet helpen. De wereld is zooal" s en niet zooals een courantlezer zou willen hebben. Langzamerhand komt er ook weer gelegenheid oni naar 't buitenland te reizen. Rcisbureaux noodigen de men schen uit om naar Zwitserland te gaan. Vroeger stapte je ?s morgens half zeven tc Haarlem in en •'s avonds zoowat acht uur in Bazel uit. Wie dat wou, kon nog denzelfden avond in Luzern of in Interlaken komen. Zoo mooi gaat het nu niet meer. Nu breng jc het 's avonds in trage trei nen tot Frankfort cn sukkelt den vol genden dag verder. Ook worden er tochten naar de slag velden van den Yser georganiseerd, zooveel dagen voor zooveel guldens cn dan in ruil zooveel emotie daags. Ik ga niet me-. Dat zijn geen plaatsen om collectief, met luidruchtig medereizi gers tc gaan bezoeken. Later, als je eens alleen komt, met je vrouw of een vriend, dan is liet dc géi- om te gaan zien cn in eerbiedige buide te gedenken de dapperheid van wie daar de invallende horden tegenhielden en terugjoegen, icn koste van hun leven. Als ik de Belgische regeering was.. Maar die ben ik niet. Anders was ei ook van de hand leggen op de Schelde en van 't inpalmen van Limburg stellig geen sprake. Het heeft dus geen zin, om daar ver der op in te gaan. Maar daarom be hoeven wij van buitenlandsche reizen niet af tc stappen. Als wij voorloopig uit het buitenland wegblijven, dat bui tenland komt wel naar ons toe. Vooral de Duitschers. Men zegt, dat zij niet alleen zich hier te goed komen" doen aan onzen leeftocht, maar bovendien hun vermogen hier in veiligheid bren gen, dat door een progressieve heffing lot een bedrag van 75 procent toe, be dreigd wordt. Daarover heeft Bopma me een ver haal gedaan, dat ik natuurlijk voor zijn rekening laat. Een Duitscher komt aan T Centraal Station te Amsterdam en neemt een atax, om de bezienswaardigheden van de stad te bewonderen. De chauffeur, een ras-Amsterdammer, trolsch op Amsterdam, die wat Duiisch verstaai, raagt wat hij van 't station vindt. „Na ja," zegt de man, „so ziemlich. Aber bei uns in-Berlin, wissen Sie, dort ist der Balinhof noch viel grosser und schoner." De chauffeur zwijgt en rijdt zijn rachtje naar 't Rijksmuseum. Als hij :r uitkom;, doet de chauffeur dezelfde .•raag en krijgt een zelfde ar woord .Bei uns in Berlinen zoo voort. Het volgende bezoek is aan Artis. Zelf de vraag, zelfde antwoord. Alles is te Berlijn cn in Duitschland veel mooier en grooter. Het begin: onzen Amster dammer te kriebelen, hij zint op wraak en wanneer "de atax een poos wachten vóór het Panopticum, doet de ge legenheid zich voor. Een% koopman met kleine schildpad den komt voorbij. Dc chauffeur koopt een en legt die midden op (1e bank. Als de Duitscher terugkomt en weer de vraag van den chauffeur verwacht, zegt deze nieis. Hij stapt dus in, maar deinst onmiddellijk terug voorhet vreemde beest, dat op zijn plaats lig:. „Was is: den das?" roept hij ontzet. „Dat is nou," zegt de chauffeur, „een Hollandschc vloo. En als je soms beweren wilt, dat jelui die in Duiisch- land grooter en mooier hebt, dan moet je maar opkomen, want dan sta je te lie gen!" Hopma heeft mij het einde van de geschiedenis niet verteld. Ik geloof dat erhaal niet. Iedere verstandige chauf feur weet toch wel, dat een Duhscher alles mooier en jjrooter vindt bei uns» Behalve de nederlaag. Maar daar weet hij weer wat anders-op. Hij spreekt er namelijk niet over. En waar een Duitscher niet over spreekt, dat bes aat niet. Naar zijn meening. n buitenlandsche reizen gespro ken, nu de oorlog afgeloopen is zooals bij is, komt telkens weer dc herinne ring b.j mij op aan een verblijf in een van dc mooiste plaatsjes aan den Rijm Het was in den tijd, toen je van Rotter dam uit te Königswinter kon gaan mid dagmalen' en 's avonds weer in Rotter dam terug zijn. O, schoone tijd van ie' verkeer, waar zijl gij geblcvf. Wij waren dan in een hotel, maakten prét'ige uitstapjes en wanneer 's avonds dc dames uit vermoeidheid naai bed aren gegaan, plakten dc hccrcn in dc rookkamer nog wat na. Behalve w ,'i sc ience daggas'.cn waren trouwe compa ranten een Duitsch professor, een Ne- dcriandscbe Belg. die door lang Fransch spreken zijn moedertaal war vergeten had, een Schot die geen Duitsch verstond eu daarom zwijgend ocktc en ik. Wij praatten over alleilei. Maar er ging geen avond voorbij, uf dc Duitscher bracht het gesprek Óp Ne derland, klaagde over de lioogc prij zen, die hij in onze hotels had moeten biialen en verzekerde, dat Ncdetlaad door Duitschland m.if.r geannexeerd •st worden en da; dit zou gebeuren ook. Natuurlijk ging ik daartegen rn, •r met het buitengewone gebrek aan da: Duitsche professoren zoo vaak kenmerkt, kwam hij cr altijd ojr taiug, ofschoon hij begrijpen moest, boe on aangenaam du den Nederlander moest zijn, die, dan toch gas; in Duiiscb- land was. Da",'was eenige jaren vóór den uor- log. Maar ik zie dc rookkamer nog vóór mij cn eek het gezicht van den annex- eerenden pioféssor. A1 s hij nog leert, va; zou hij dan nu wel zeggen, als wij elkaar eens wcci ontmoetten ia de rookkamci van dat Rrjnhotel? FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5