Sisra's Smslis VIERDE BLAD. Zalerilag 25 Oetobir 1919 Een schriftelijk vrayeareclii voor den Gemeenteraad. ieeullleton De Lachende Kavalier ült da Umtrefcen blnnsnlami Buitenland Gemengd Bieaws f ÜüiiilüJJöAioLriÖH AJan de leden van den Rand van Haarlem hebben wij het oordea. ge vraagd over de mogelijke invoering van een schriftelijk vragenrecln vooi den Gemeenleraad, zooals dat door de beide Kamera der Staten~Generani en de Provinciale Slaton 'is ngevoerd en wol naar aanleiding van het ar I ■fike'. wao.rin wij onlangs zulk een vragenrerhi aan een beschouwing hebben onderworpen. We zuilen de ontvangen antwooi' "den hie: openbaar maken en beg:n~ nen daiarbij met het oordeel van een tegenstander en van een paar 'wijfe- htans en daarna die wan de voorstan ders. We vermelden deze antwoorden zon der commentaar, omdat het vóór en tegen genoegzaam uit de verschillende stukken b.ijlu Mr. J. B. B o m a n s toont zich een tegenstander. Hij schriift ons: „Nu de kwestie „schriftelijk vragen- recht voor den Gemeenteraad" een maal is opgeworpen, wil ik op uw rerzoek daarover wel een enkel i woord zeggen. Allereerst dan zoude ik niet durven 1 beweren dat de mogelijkheid van in voering bij eenigen goeden wil zou moe ten afstuiten op wettelijke bezwaren. Wij hebben hier^met een novum te doen, tot welks aanvaarding onze tijd reeds déarom lichtelijk geneigd is. Ik achi dus de invoering niet onmogelijk, maar ongewenscht. Een verwijzing naar Kamer en Sta ten gaat niet op. De gebootegeschiede- nis bij de Kamer(s) kan nooit tol een analoge redeneering leiden om de nood wendigheid voor den Raad te beplei ten. Wie die geschiedenis kent, als mede de werking der Tweede Kanter. 1 die geen rondvraag kent, zal bet me: mij eens zijn, zonder dat ik dit nader uiteenzet. Buitendien is de verhouding van een Kamerlid tot de Regecring een geheel andere dan die van een Raads lid tot B. en W. De Staten kennen een rondvraag- Maar een zeer beperkte, een uiterst be perkte. Ik wil wel bekennen dat de reden, waarom ik mij niet verzet heb tegen het vragenrecht der Staten-leden (voor- stel-Kooijman) juist gelegen is in de buitengewoon geringe gelegenheid welke een Statenlid heeft om iets te vra gen in het belang der Provincie. Bij den Raad geldt dit niet. üm de drie weken, veelal om de veertien da gen, desnoods elke week, kan de gele genheid in deze 2eer ruim geopend worden om bij rondvraag die inlichtin gen aan B. en W. te vragen, welke een Raadslid in het belang der Gcmeerre meent te moeten stellen. Juist in Haar lem wordt van dit recht (an. 89 Gem. wet annex art. 183) een bijzonder ruim gebruik gemaakt, op het hinderlijke af. Wie nu juist in deze laatste woor den een reden van invoering ziet van het schriftelijk vragenrecht, koestert d e illusie dat daardoor de Rondvraag zal beperkt worden. Ik geloof dat niet. Het aantal vragen wordt slechts ver meerderd door de ruimere gelegenheid. Nu is niet elke vraag die gesteld word. door het stellen alléén in het belang der Gemeente. Niet zelden is het omge keerde waar. Men dient voorzichtig te zijn met dit instituut. Steeds prefereer ik een mondelinge vraag boven een schriftelijke, omdat bij de eerste de Raad als zoodanig (als college) veel meer aandeel heeft (of kan hebben) in de vraag. Het hoor en wederhoor (de bat) zuivert de gestelde kwestie. In de meeste gevallen ligt bij de Rond vraag het zwaartepunt der bevrediging niet in het eerst gegeven antwoord, maar in de conclusie der discussie. Ik zoude dit niet graag willen missen, zelfs niet beperken door het koude schrifte lijke vrageninstituut, hetwelk het aan zien van den.Raad nooit zal verheffen, maar slechts aan de ambtenaren veel onderzockingsarbeid zal geven. Ik kan dezen gang van zaken niet in het bo- lang der gemeente achten. 1 c.i z.jii niet verant woordelijk aan een Raadslid maar aan den Raad. Nu wordt juist door eei. schriftelijke vraag met verplicht an:- wpord, het Raadslid op de plaats van den gehcclen Raad gezet. Wij zijn daai al over heen bij Kamer en Staten, zult ge zeggen? Zeker. Doch de Kamer Leeft deze restrictie dc president be oordeelt alle vragen en (geloof mij) niet zelden laat hij zijn invloed gelden op Let vragende Kamerlid icrwille van de hoogheid der gehcele Kamer. Zeer juist. Maar deze rem kan aan een raadslid niet aangelegd worden. Wel- DE GESCHIEDENIS VAN DEN yOORVADEH VAN DEN ROODEN PIMPERNEL, door BARONESSE ORCZY, Met moeite Meld Stoutenburg een vloek terug, toen verliet hij do ka- mer. Wat haat die ma nu, aai het meisje verschrikt, zoodra de deur achter- hem gesloten was. En Ik haat hun ook, voegde ze er bij, t. wijl 20 haar magere handjes wrong, hij is wreed en slecht. Wreed en slecht? zei Diogenes, terwijl hij zijn schouders ophaalde. En toch beslaat or een teere on schuldige jonge vrouw, die zooveel van hem houdt, dat ze al zijn misda den vergeeft en hem trouw blijft Vrouwen zijn vreemde schepsels, L '3 een wijze philosoof die zo be grijp». XXV. E e it beruchte schurk. Beneden op straat, niet ver van het "lis, dat hij verlaten had vond Stou- nu, om eed Raadslid tegemoet te ke rnen riskeer ik nimmer den geheelen Raad to schaden. En waar hier, als bij de Staten, geen gemis aau rondvraag gelegenheid klemt, daar houden wij lie ver interpellatie- eu vragenrecht aan den Raad in zijn geheel en aau den Raad alléén. De geest des tijds doode hier niet den geest der wet." Mr. J. N. J. E. Heerkens Th ij s 9 e n schrijft: „Hoezeer ik gaarne aa-n uwen wensen zou willen voldoen, om mijne rnee- ning kenbaar te maken inzake hei in voeren van een schriftelijk vragen recht voor leden van den Gemeente raad, moet ik mij, als wethouder, toch daarvan onthouden. De mogelijkheid bestaat, dat eer lang een voorstel dienaangaande ge- dan wordt van den Raad uit. In dat. geval zal hel college van Burgemees ter en Wethouders zijne meening dienaangaande moeten vasts! ellen. Door mijnerzijds nu reeds te zeggen hoe ik eu- over denik, zoude lik vooruit- loopen op de dan te houden bespre kingen. Slechts zij hier aangestipt, dat het vragenrecht voor Statenleden niet op dezelfde motieven toegekend kan worden als dat voor Raadsleden. Er is toch dit belangrijk verschil, dut de Staten slechte eenige malen per jaar vergaderen, zoodat de gelegenheid, om over zaken van actueel e belang inlich tingen in te winnen bij Gedeputeerde Staten, nagenoeg ontbreekt, terwijl de Raad of Raadsleden in den Raad ieder oogenblik de gelegenheid heb ben zioh tot het Dagelijksch Bestuur der gemeente te wenden, althans eens in de 3 weken". De heer A. U. Boes schrijft. „Met zeer veel belangstelling las ik het artikel „Een schriftelijk vragen recht voor den Gemeenteraad" mij i« overdruk toegezonden bij uw schrij ven ran 25 Juli j.l- Ik geloof met u, dat dc rondvraag in de raadszittingen door het vragen reciht aanzienlijk aou kunnen wor den ontlast, maar meen toch ook wel te moeten waarschuwen tegen te hoo ge verwachtingen in dit opzicht. In 1-918 werden In 22 raadszittingen bij de rondvraag ill vragen gevleid, "vaiajwan er naar mijn morning 55 voor schriftelijke beantwoording ge schikt waren. Van deze 56 werden er 29 eonvou dig door F. en W beantwoord, JO ga ven. cr aanleiding tot korte repliek en 17 lot. meer uitvoerige discussie. Al» nu het schriftelijk vragenrecht had bestiiou, zo-uden vol genu deze be cijfering 29 misschien 39 vragen bii de rondvraag hebben kunnen ver vallen, wat over 22 vergaderingen verdeeld teel» nog niet veel betscker.t. vooral Ms men bedenkt, dat de weg vallende vragen, juist doordat z« met eenvoudige "beantwoording konden worden afgedaan, behooren tot die. welke den' minsten tijd in beslag ine men. Ook het tweede door u aangevoerde voordecJ, dar men met het stellen van vragen piet jtneer aou behoeven te wachten tot er raadszitting is. moet, dunkt mij, niet te hoog worden aanee 'lagen in een gemeente, waar gere geld om Is 2 of 3 weken dc raad bijeenkomt. Het meest gevoel ik. voor uw laat ste argument, dat n.l, ook voor de als c'tiek bedoelde vragen en de interpol lati.es 'n schriftelijk vrager.recht zijn nut kan hebben en wat hiervoor i" uw ar'ikel wordt aangevoerd, onderschrijf ik geheel. Dat het antwoord op de vraag, of dc gemeentewei de invoering van het schriftelijk vragenrecht toelaat, pevee tigend moei luiden, is voor mij n-'.e' twijfelachtig. Of die invoering mo gelijk is. lijkt mij afhankelijk van dc- bereldverklaring van. B. en W. om' de schriftelijk, zonder vooraf door den Raad verleend verlof, gestelde vragen te beantwoorden". De heer L. J. vanToulon van der Koog schrijft: „Hd komt mij voor, dat zoodanig vragenrecht wel eenég nut zou kunnen hebben, al dient men in bet oog to houden, dat zoocLnig recht voor de Provinciale Stalen meer pract'sch be lang heeft dan voor den Raad omdat do Sinten niet zoo dikwijls bijeenko men, waardoor den leden da gedegen heid onlbreekt monde'big inlichtingen fe vragen. Inaeraaad zou echter, wat den Raad bet*eft, door een schr:fLelijk vragen recht :i- „rondvraag' ontlast kunnen worden, voor zoover het doel der vra ceu zuiver er ui'-imteiid te een in lichting te ontvangen Wat de an lei e '-ragun, in het bi zonder de mterpellalievrogen, betreft zou door bet schriftelijk vragenrecht be-rniikt worden, dat bet wederzijdsohe standpunt is uiteengezet alvorens men lot de mondelinge toelichting over gaat Mterpeilanten verkrijgen daar door dit voordeel, dal. het standpunt van B. en W. hun tevoren bekend wordt en zij bij de interpellatie D-iet leiiiiuig, Aicula.es en Jan, varscno-cti ut de schaduw tegen een donkeren muur. Jiuresöeyh legde zijn vriend da delijk uit waarom ze daar stonden. Ik ben met Jan meegekomen, zei htj, omdat ik je dadelijk spre ken moest. Ga dan mee uaar de* Groöte Kerk, ln deze straal zijn de muren en ra men vol luisterende ooren en spieden de oogeu. Jan, zei lnj, zich tot uen ander wendend, bhji Mer en verlies dien schurk Lu geen geval uit het oog. Volg hem overal, zoowel in als buiten Haarlem 011 als je me vanavond niet weer ziot, kom da» zoo gauw mogelijk iu Rijswijk en maak, dat je goed op de hoogte bent van zijn pionnen. Jan bleef op post slaan en de twee mannen gingen naar de Groolo Markt, liet was nog fel koud al was er iels in de lucht, dat verandering van weer aanduidde, de wind ging weer naar hot Zuiden en de sneeuw op den grond was wat zachter. Toch was de dool nog niet ingetreden, maar ze had den strijd met de vorst al aangebonden. Zooals Stoutenburg wol dacht, wa< het voorportaal van de kerk geheel •verlaten, zelfs de bedelaars gingen 's nachts ltier vandaan. Het licht van een kleine lantaarn, die tegen den muur hing, flikkerde even door den tocht. Stoutenburg ging op tie hou ten bank zitten en trok zijn vriend naast zich. plotseling gesteld worden voor een verweer, welks juistheid zij niet steeds dadelijk kunnen beoordeeien. Een na- dor onderzoek van feitelijke omstan digheden zal derhalve niet zoo dik wijls meer noodzakelijk zijn. Of de discussie» evenwel veel bekort zullen worden blijft een vraag, die slec-hts de praktijk zal kunnen beantwoorden. Ik meen echtor met den steller van het mij toegezonden artikel te moeten betwijfelen of artikel 183 der gemeen tewet het schriftelijk vragenrecht voor de individueels raadsleden toelaat. Inderdaad schijnt de bedoeling siechts te zijn een verplichting van B. en W-, zoowel collectief als individueel, om aan den Raad, doch aan dezen slechts als college, inlichtingen te verstrek ken: vandaar heb verlof dat de Raad aan een raadslid moet geven om een vraag te stellen Indien nu zoodanig verlof noodig is voor een monde- i n g e vraag, zal het ook wel ver- eiacht worden voor een schrifte lijke, waardoor bet nut in vele ge vallen wegvalt, omdat, men dan toch weder moet wachten tob er een raads vergadering gehouden wordt. I;n elk geval blijifb de mogelijkheid bestaan, dat B. en \V. onverplicht evenntueele schriftelijke vragen beant woorden, doch in welke mate dit zal geschieden kan moeilijk warden voor speld". Mevrouw P. J. W i 11 e k e s M e c- donald-R eynvaan schrijft: „Naar aanleiding van uw _s.uk in Haarlem's Dagblad van 25 Juli, wil i!t u gaarne medredeeien, dat het stihrifled ijk vi age n reedt 6 voor den Raad mij zeer gewenscht voorkomt Ziet mer. de verschillende punten, die in de rondvraag te be'je gc brac-bt worden goed na, dan zün er zeker vele die schriftelijk behandeld zouden knnnc-n worden. Het lijkt mij, dat het tweede voor deel dat u opnoemt, n.l. dat men nu niet meer zou behoeven te wachten utpt het indienen van een vraag tot er raadszitting is niet van zooveel be 'ang is, gezien het grool.e aanta' raadsve'-gaderingeo, dat gehouden wordt. Dit is met dc Provinciale Sta ten natuurlijk iets anders. Het grooto voordeel hij den gemeenteraad ligl m. i. hierin da*, men op deze wijze vergaderingen zou bekorten, e» vee! on noodlot redevoeringen vermeden kunnen worden. Indien dit recht bestaat, zouden in het collage ook die elementen -meer invloed kunnen uitoefenen, die tot de stille werkers behooren, maar niet tot de redenaars. Ais zoodanig zou ik gaarn© de leus van der» Economtechen Bond ,,n:e' praten, maar doen", hoog wille*» hou den." De heer M. H. Groeneudaal schrijft: „Naar aanleiding van uw schrijven, kan ik u med'edeelen dat ook naar mijin meaning een veel kortere rond vraag het gevolg zal zijn, als ook voor den Gemeenteraad wondt, vastgesteld het schriftelijk vragenrecht. De om schrijving daarvan zou dan wei kun nen zijn, als dit het eeval is voor de Provinciale Stalen, natuurlijk met de noodlge wijzigingen, waar dit meet gelden voor den Raad der Gemeente. Ook mij komt het voor dat tegen het schriftelijk stellen van vragen niet zooveel bezwaren behoeven be bestaan. Ook thans komt het voor dat al-s een lid v-an d.en Raad «ets wil welen bij dat schriftelijk of mondeling vraagt en daarop antwoord jverkri'gt. Alleen wordt bij wettelijke regering nog dit m.i. belangrijke resultaat be reik! dat alle leden van den raad in kennis komen met de gestelde vragen en liet daarop verkregen antwoord. Terwijl toch altijd voor de leden de gelegenheid bestaat daaraan publici teit te ?eve>n als dit noodig wordt ge oordeeld. Wanneer dan ook door Burgemees ter en Wethouders zou warden inge steld het schriftelijk vragenrecht kan daar wel mede bereikt worden, wat ook uwe redactie daarin ziet n.l. een kortere rondvraag wat gezien de o-er het algemeen vaak zeer latvpvJnriëg zit tingen. niet overbodig zou zijn en de vragen waarschijnlijk beier tot hun r?cht komen, dan in een zitting, waar in een groot redeelte der leden ver langt naar het e'.n-de. Daarnaast zal toch nog wel eens noo dig blijken, dat een vraag in de rond vraag gesteld wordt, bijv. als zich eens iets bijzonders voordoet vóór een Raadszitting, terwijl] het schriftelijk ote'ien allicht te lang zou ophouden". De heer J Peper schrijft. fïct is u waarschijnlijk bekend, dat door onze partij absoluut ontkend wordt, dat de „democratie", door de bourgeoisie geschapen en waarmee zij zoo graag geurt, waarop zij zich 200 bij voorkeur beroept, een werke lijke regeering .van het volk zijn zou. Onder meer redenen, zeits voornamere maar die niet ter zake doen, is ook deze: de groote afstand die er te tusschen de wetgevende en uitvoeren de macht- Werkelijk goed bedoelde wetten en verordeningen worden in haat uit- Nu, vroeg iuj zeuuwacatig, wut is er? Er is iets waar jo net zoo van schrikken zult alg ik, gaf beresteyu adetnjoos ton antwoord, - loer ilc je een uur geleden verliet, heb tk ge- duan wat je uio vroeg. Ik zette Jan buiten de herberg, nadat ik hem van buiten af door het raam den sriiurk gc-wezen had. Stel jt nain verbazing voor toen ik zag, dat de schelm in iiruk gesprek was mut mijn vader. Met je vader? Met mijn vader, herhaalde Bero- steyn. Die dwaas van een Hals was er ook bij en er zaten nog een half do zijn van die bemoeials om de tafeL Op onzon vriend was kennel ijk de be langstelling gevestigd. Ik kon niet hooren wat hij zei, maar ik zag hoe mijn vader hem hartelijk de hand schudde. Zoo'n vervloekte kerel, riep Stou tenburg. Eerst wist Lk niet wat ik doen zou. Ik wilde nu de herberg niet bin nengaan, maar ik moest toch weten wat mijn vader en die schurk samen bepraat hadden. Ik drukte Jan nog eens op zijn hart om den man niet uit het oog te ver liezen en liep vlug naar de achter deur. Ik haalde een van de meisjes, die bedienden, over, om mij in een nis op. wacht te laten staan. Het was voering vaak verzwakt, absoluut ont zield, vaak zelfs in hun tegendeel om gezet. Uit de praktijk zijn do bewij zen daarvan voor het grijpen. De z.g.n. democratie is vaak bureaucra tie. Elk middel om den wetgevenden lichamen moer invloed en controle te verleenen op de uitvoering van do door hen gemaakte wellen kan dus de democratie ten goede komen. Het recht der ra ad s'eden, om ten allen tijde het dagelijksch bestuur der gemeente vragen te stellen nopens zijn beheer, houdt dit laatste meer onder de directe controle der heer- schers; de invloed van de wetgevende op de uitvoerende macht, wordt er, al is het ook maar even, door var- groot; de betrekkelijke ongebonden heid der bureaucratie, wordt er, zij het een beertje, door gebreideld. Derhalve, ik ben er voor". Behalve deze min of meer uitvoerige antwoorden hebben we nog eenigo korte opmerkingen ontvangen, die we hier samen vatten. De hear J. Miezérus meent, 3 al door een schriftelijk vragenrecht spoediger verschillende zaken gere geld zullen kunnen worden. De heer M. deBraal schrijft: Hel is mijn stellige overtuiging, dat tegen over de voordeelen er van geen enke! nadeel kan gïplaatst worden, zoodat ondergeteekende dan ook geen enkel oogenblik schroomt om zijn sympa thie er voor te betuigen". De heer M. L. A. Klein gaat ge heel accoord met het artikel inzake schriftelijk vragenrecht, doch voorziet daarvan geen ontlasting van de rond vraag. Het openbaar behandelen is blijkens de ervaring nu eenmaal noo dig om iets gedaan te krijgen. Theo retisch is het zoo mooi: „Knap iels binnenskamers op!" „Ga eens mei den wethouder spreken Practise!» heeft de heer Klein de ervaring dat men dan zelden succes heeft- Het door Haarlem s Dagblad bedoelde vra genrecht zal hier trouwens niet aan te kort doen. De heer Van Liemt deelde ons mee alleen voor het schriftelijk vra genrecht te gevoelen, voor zoover dit een eventueels interpellatie voorbe reiden kan en om eenvoudige inlich tingen uit te lokken. Overigens blijft hij de voorkeur geven aan de rond vraag in den Raad. Tot zoover de raadsleden, die zich de moeite hebben getroost een ant woord te zenden. Wij betuigen hun daarvoor onzen dank. VELSEN. Gemeenteraad. Open bare vergadering van den gemeenteraad van eisen op Dinsdag 28 October 1919. des namiddags te half 2 uur, ten ge meentehuize. Agenda 1. Ingekomen stukken en mededee- lingen. 2. Voorstel van het lid D. F. G. Schilling tot wijziging der verordening op de invordering der belasting op openbare vermakelijkheden en advies daaromtrent van Burgemeester en Wet houders. 3. X aststelling van bepalingen inzake het georganiseerd overleg met de amb tenaren en werklieden. 4. Aanschaffing van watermeters. 5. Idem van signaalfluiten voor dc politie. c. Toekenning extra-vergoeding aan een onderwijzer bij het herhalings-on- derwijs te Velscroord. 7. Idem belooning voor het toezicht op de handhaving der verordening re gelende de heffing eener belasting op openbare vermakelijkheden. 8. Aanschaffing van bcnoodigdheden school H. 9. Verlecning van eervol ontslag aan de schoolartsen. 10. Aankoop van grond voor uitbrei ding van school G te Wijkeroog. 11. Aankoop van grond en opstallen te Jan Gijzcnvaart. 12. Inrichting van het bureau voor .de verificatie. 13. Adressen a. van het Nat. Ver bond van GemeeDte-ambtenaren om een voorschot op de gevraagde salaris- verhooging b. van den Ned. Volks- zangbond on» subsidiec. van den Land- en Tuinbouwbond te Santpoort. Driehuis e. o. orn gebruik var. een lo kaal van school F; d. van G. Zegel, te V ciseroord, 01a schadevergoeding we gens aanrijding van zijn wagenc. van den Alg. Ned. Straatmalsersbond om verhooging der loonen van de straat makers f. van de eigenaresse en van de bewoners der z.g. 40 woningen te ijmuiden, inzake intrekking van het besluit tot or.bewoonbaarverklaring de zer perceelen. 14. Belastingzaken.- MIJUIDEN. Vlschaanvoeren. Ge durende de week van 16 tot 23 October kwamen te Ijmuiden aan den Kyxs- viscbafslag met hunne vaDgsten 41 sLoomtrawlero, 9 stoom-, 1 motor- en 2b zeilharingioggers, 2 sloepen, 13 Engoi- scho hanugdrifters en 11 Icustvisscheis, waarvan 8 slecpboottrawlers. De be sommingen dier vaartuigen waren stoomtrawlers van f2770 tot f11015; stooraaariiigloggers van f2120 tot er hou6inu donker en ik kon de ge lagkamer goeu overzien, zonder ciat r.o mij konden ontdekken en daar mijn vad-r en die a/ontorier nog al luid spraken, kon i.r alles verstaan. -- En? vroeg Stoutenburg cogodul- dig. Nu, die verwemschte schurk ver zekerde mijn vader, dat hij Giida goeu en wel terug zou brengen naar Haarlem en miju vader beloofde hem een fortuin als belooning. Dat verwonderd, me niet, ze- Stoutenburg kalm. Maar Die man, mijn goede vriend, is de slimste deugniet, dien ik ooit in mijn Leven ontmoet heb. Hij heeft jo voor den gek gehouden, dat is van het begin of zijn plan ge- woest., a's liet met zijn voornemens zoo uit kwam. Mijn hemel! Nicolaes! Wat zijn we dwaas geweest om die vreemde avonturiers te gelooven. Ze doen alles voor geld en deze man is niet zooals we dachten een- uitzonde- ring op den regel maar een nog groo- ter booswicht dan zijn kameraden. Ilij heeft Gilda eenvoudig een eindje bulten Haarlem gevoerd en is toon teruggekeerd om te zien hoeveel liet jo vader waard zou zijn als hij haar terugbracht. Gilda ia dus hier of daar bulten Haarlem, zei Beresteyn peinzend, Jan en ik hoorden Item later nog pralen met ztjn vriend Hals. Deze fiolïo motorharinglogger 3314 zeilhariugloggers van f2172 tot f 20387; sloepen van f 1029 tot f >763sioorn- drifters van f1894 tot f5612; terwijl dc kustvissckers tezamen f 32838 besom- den, waaivan de sleepboottrawlers van f1252 tot f3580. De aanvoer bestond uit 1.028.000 K.G. trawlvisch, 4705 K.G. beugvisch, 8043 kantjes pekelharing. 3130 kisten en 5:64 manden veischc ha ring. De tctaalopbrcngst bedroeg f 618.917.4 RAADSDEBATTEN OP HET PLAT TE LAND. Men schrijft aan het Handelsblad: Hoe merkwaardig het soms op het platteland op het gebied van raads vergaderingen kan toegaan, blijkt uit het verhandelde en gesprokene in d.e jongst gehouden bijeenkomst der Ei- liurgschc vroedschap. De burgemeester was ongesteld en de vergadering werd door den oud sten wethouder, den heer Jansen, ge presideerd. Het raadslid Stephan stelde de vraag aan de orde, waarom Elburg eigenlijk een burgemeester had, daar deae toch bijna nooit aanwezig was. Wethouder Jansen verklaarde, dn' den burgemeester »ia de vermoeiende vergaderingen van B. en W. in de vorige week door den dokter rust was voorgeschreven. De heer Stephan: Die vergaderin gen beteeken en niets. Sommige domi nees preeken ook wel 24 uur, ofschoon ze het gemakkelijk ln één uur af kunnen. Zoo zal het bij B. én W. ook weL gaan. Wethouder Jansen: Dat zal u uit de stukken wel anders blijken! De heer Stephan zou den spoorweg maatschappijen willen verzoeken, den burgemeester diens vrijkaart af te ne men waarmee hij niets anders deed dan naar Zwolle reizen. Ook heden was daar weer een verkooping, en verre van ziek te zijn, zou de burge meester wel in Zwolle zitten. Een raadslid (heftig): „Dan doet hij mij concurrentie aan!' Bij de behandeling der ingekomen stukken betoogt de beer Stephan dai de wethouder niet'in staat is de ver gadering te leiden. Hij stelt dan ook verdaging voor. De voorzitter dreigt de vergadering te zullen schorsen. Wanneer hij even later zijn voorganger prijst voor diens zorg voor de wegen, klinkt het door de zaal: „Houd jij daar je mond maar over!'' Een der leden betoogt vervolgens, dat er in den aankoop van grond den polder „muziek'' zit. in welke bewering een ander lid der vroed schap een insinuatie aan 's burge meesters adres ziet Den heer de Lange duren de de batten wat lang, en hij maakt hierover een opmerking. De "voorzitter: „Dat is niet onze schuld, zooals u bij tien barbier lv beweerd, doch de uwe". Even later dient dc heer Wijnne een motie in, waarbij de raad als zijn overtuiging uitspreekt, dat de waf nemende voorzitter niet bij machte is. de vergadering te leiden, en er dus andere maatregelen moeten getroffen worden. Deze motie werd aangeno men met 5 tegen 2 stemmen. Toen de hee Stephan den wethou der vroeg, of deze na aanneming der motie bedanken zou, luidde 't ant woord: „N'cen, nooit". Waarop eerst genoemde lieer verklaarde, dat de voorzitter „een vel voor den kop ha. I als een stier", en de hceren, in af- wachtinng van „betere leiding" huis- toe trokken. DE VREDIG KANSEN VOOR SÖVJE]-11CSJjAND. - De cor.es- j-ond.e;it van de „Mancli. Cuardiar' Gowde, die uil Rusland i« terugge keerd, waar hij door de Sovjetregee ring werd toegelaten, publiceert een interview mei Lenin. Hij stelde een drietal vragen. In de eerste plaats wenschte hij te weten.1 in Loe\errc de voorstellen door Eul lilt overgebracht nog van kracht wa" ren. Lenin antwoordde dit die nog volkomen van kracht waren. Dan vioeg Goode welke de houding was van dc Sovjetrepubliek lo<?enovei de kleine ualiën, die zich va» hel, Russische rijk hadden afgescheiter. en zioh onafhankelijk hadden vvi' klaard Lenin verklaarde hierop, dat in No vember 1917 reeds de onafhankelijk heid van Rinland was erkend; dat de Sovjet rDp;:bliek had besloten een neu J"-ale zoiib lusÈChen haar gebied ei» EsUxland tv scheppen^ dat net een va., de Legitiwlen der Sovjetrepubliek, was om de onafahankelijUhcid van alle kleine natiën 10 erkennen. Eindelijk vroeg Goode welke waar borgen toerde^ geboden t_pen off:" cieele propaganda onder de westelijke vroeg kern of hij bij hem kwam suu- peeren en bleef slapen. Het souper nam hij aan, maar hij weigerue lu*: logies. lk heb nog een neele reis voor mij, zei hij en rnod, als ae maan opkomt, de stad Haarlem ver mien, la 1*&ü den indruk, dat bij va: plan was nog al ver weg te ga^r. Misschien is ze nog wel in Benne broek of in Leiden. In ieder geval ~ou. h'ij haar dien nacht gemakke lijk kunnen bereiken en naai morgen naar Haarlem terugbrengen. Bereateyn, riep S.outenburg eensklaps uit: Het is een vreeselijko toestand, bijna riet om in te denken. Na alles wat we gedaan hebben cji aïle gevaren, die we getrolaeei'd hebben, keert Gilda nu toch terug en de dood staat ons ze kerder te wachten dan ooit, Zooals je zegt, het is niet om in te denken, maar zoo hopeloos als jij dien voorstelt, is de toestand nog niet. lk ktfcn dadelijk naar mijn vader gaan en den schurk ontmaskeren, lk kan hem zeggon, dat ik alle reden heb om te gelooven, dat de man aan wien hij zoo even een fortuin beloofd heeft, dezelfde man is, die Gilda ontvoerd heeft, Dat is onmogelijk, zei Stouten burg kalm. Waarom? Omdat je vader den man zou la ten inrekenen. Hij zou hem laten zoe- Yolkcron, als eens betrek!:':- c'-n met de Sovjrepubliek zouden woideu «ju geknoopt. Lenin verklaarde, d»' «jvu. gelijk ook iceds aan Bul rif. ge' z rgd, bereid was zich te vnblnueu geen Officiceie propaganda h- maken. AJa -partieul'.c-re personen propaganda .'■ouden wilien voeren, souden ze dat op eigen iteico do«j cn oud- worpen ■zijn aau de wetten des lands waar ze ageer-h n. De correspondent teek::ó-- veront waardiging van Lenin over de onder drukking der vrije mecnu.g iu de ves- lerscho lenden. "Verder verklaarde Leuin van hel 6lot vsn lier interview, dat het Sovjet" stelsel hel btste is. Wij herinneren in verband met de eerste vro. g van Gcode, dat J-. :t door Bullitt overgebrachte vredes voorstel, o a. omvatte: Alle rsgoeiingen binnen hel ','cbied van het Jde Rnusland gevormd be" houden h-iar macht over het door lien 'bezette gebiede tot de bevolUrur zich over den regeeringsvorm heeft uiige"* sproken. Opheffing der blokkade vau Rus land. Herstel der commércleele betrekkin gen. Amnestie voor de politieke tegen standers uit te vaardigen door alle Russische ifgeeringen On.ruirnLng van Rusland door de geallieerde troepeu. Het bréngen van de Sovjet' en Ant?* Sovjetlegeis op voel van vrede. Brkenninsz voor alle Russische ré" peeringen gezamenlijk van de finun- cieele verplichtingen van het oude Russirche Rijk Vrijheid van vestiging en beweging voor alle Russische onderdanen in ge hep'. Rustend. Terugkeer der krijgsgevangenen. 'T VROEGERE DRIEVOUDIGE VERBOND. Een Weensche hoog leeraar zal binnenkort een werk uitge ven over de politieke verdragen van Oostenrijk-Hongarijc. Reeds nu worden in de pers uittreksels daaruit gepubli ceerd wat 't vroegere drievoudige ver bond betreft. Daaruit blijkt o.a.. dat do vaak geuite meening, dat 't verbond ook bepaalde militaire schikkingen in hield, onjuist is. RUSLAND EN DE ENTENTE. Uit Russische bron wordt gemeld, dat zich in Moskou een vertegenwoordiger van de Vereenigde Staten bevindt om te onderhandelen over 't vredesaanbod der sovjet-regeering. Er wordt evenwel overwogen of te voren aan '1 front een stemming gehouden zal worden over 't verzenden van dit vredesaanbod. Kolonel AwaloffBermondt heeft aan maarschalk Foch verzocht tusschen bei den te komen om onnoodig vergieten van Russisch bloed te voorkomen cn te gelijkertijd dringend gevraagd om hot zenden van een commissie naar zijn le ger. Hij voegt er een beroep op Frank rijk aan toe, hem te helpen bij .de defi nitieve verdrijving der Bolsjewiki c*i 't redden van zijn vaderland uit anarchie VLEK-TYPHUS IN POLEN, OEKRAÏNE EN ROEMENIë. Van de deinarcatielinie van Teschea komt bericht, dal door de schrikbarend toenemende vlek-typhus-epidcmic in Polen, Oekraïne en Roemenie, geheel Midden-Europa en in de eerste pla::s 't aangrenzende Tsjecho-Slowaki.e ern stig bedreigd wordt. In Galicle cn Po len bedraagt het aantal gevallen per dag vele duizendtallen, tengevolge van den honger cnhet ontbreken van genees kundige verdedigingsmiddelen. Tsje- che- Slowakije is verplicht tol een ge heel sluiien van de grens en moet ook ten sterke militaire grenswacht van En tente-soldaten verlangt. 11. UIT ANDERE DAGBLADEN. Getrouwd. E. DUksea met A. L, Hrighi, Buffalo, U.S.A. A. ;I -fslede met A. hrarc, Amsterdam. J. de 'laas cn R. Lijaesdoiff, Amsic com. J. W. G. Steikfoort met M. Th. Don- can, Hilversum. J. M. v. Vabenburg met W'. l'eleti.T, Den Haag. Bevallen: H. Mok—v. Z- - cn, d„ Amsterdam. J. Del 1 erMaathuis, z., Bergen (N.-H.). Van W.'te borg- De Leeuw, d., Amsterdam. R'gter— Mendes, Amsterdam. J. D. P« Haalmeijer-Tremens Kersen, d„ Am sterdam. Overleden: r. Ladan. 2, jaar, Solthurn. C. M. PluygersRoose boom, 54 jaar, Amsterdam. J. de Grootliagedooni, 74 jaar, Hillegom. A. J. J. van Gooi, 37 jaar, Voor burg. M. Melchior, 64 jzar, Dea Haag. G. Chr. Lavetl, 46 jaar, Hil versum. B. A. Polak, 56 jaar, Am sterdam. L. Tq. Diep» arsKoch, 61 jaar, Sluien (N.-H j. ken »tn cuu zou men jou 1 'teven aan ben lsuju in Kotten dom, in zijn bezit vinden. Die papieren zouden bewij zen, dat jij de heele zaak op touw bebt gezet. Dat 13 waar, €'-u: had niet aan gedacht. Maar in ;laats van naar miju vader te gaan, kon ik hem' bij den magistraal aangeven, omdat hij mijn zuster ontvoerd heeft Van der Meer zou me de wacht mee geven om hem te arresteeren, ik kon iicm zelf gaan zoeken en hem alle pajiieren afnemen vóór ik hem overleverde. Och kom, de Ilaartemsche magi straten werken zoo vlug niet. Ter wijl die sukkel van een van der Meer zijn maatregelen neemt, te de .schurk al ontsnapt en heeft hij Gilda naar Haarlem terug gebracht vóór we het weten. Gcof mij Jan mee en een of twee van Hcornskerk's mannen, zei Bere- steyn, dan grijpen wij hem en zijn papieren, zoodra hij vannacht dc stad verlaat. Dan zal hij on$ uit wraak nog niet zeggen waar Gilda is, zei Stou tenburg. Hier in Haarlem leggen we heiS eenvoudig op de pijnbank, zei Bere steyn cynisch, (Wordt vervolgd.)"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 13