De ring met den Robjjn
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATSRDAG 8 idO«£..1i^ .913
DE.-D£ BLAL
Rubriek voor Vrouwen.
Het onderwijs aan de jeugd is zeker
L, de laatste 25 jaar wel heel veel ver
anderd er is haast geen vak waarin
kinderen, met iets meer dan gewone be
kwaamheid, niet onderricht irï kunn'n
krijgen. Wij verlangen allen voor onze
kinderen hc: beste, en stillen wel heel
fcooge eischcn aan de oad* wijskrach-
tcn op elk gebied, evenals aan de loka
liteiten, waar het onderwijs gegeven
wordt. Wanneer het uitgangspunt van
dit streven naar volmaaktheid nu maar
is, dat voor de kinderen niets te goed
is, dan zuilen wij her allen wel met deze
theorie eens zijn. Het gevaar schuilt
echtir hierin, dat men zoo licht tot over
drijving en overvoering komt. Ten eer
ste. wordt de leerstof dan niet geheel
verwerkt, omdat de tijd over het alge
meen te kort is, inaar teu tweede blijft
er geen gelegenheid over voor de ver
dere ontwikkeling. Het lijkt mij echter
wel wat onbillijk het leerplan der school
•allien hiervan de schuld te geven,
men vergeet zoo licht dat er in dezen
tijd iets is, dat ook enorm veel van den
tijd der kinderen in beslag neemt, ik
bedoel al de uren, die zij aan sport of
uitgaan moeten besteden, op een leef
tijd waarop men daar vroeger niet aan
dacht. Hoe dit zij, er gaan in allerlei
kringen stemmen op die vragen om een
herziening van het onderwijs, en nu wel
speciaal voor onze meisjes, in dien geest,
dat de vrouw meer geschikt worde ge
maakt voor haar taak als vrouw en moe
der. .Men erkent gaarne, dat er reeds
door allerlei vcrecnigingen en scholen
speciaal vakonderwijs voor vrouwen is
gegeven en dat instellingen, zooals
„liet Nut ..n 't Algemeen" en ande
re, reeds lang in die richting werk
zaam zijn en iiici hun renende tentoon
stellingen en keukens, al enorm veel
nut hebben gesticht.
Maar met dit werk bcieikt men toch
altijd maar een zeer klein gedeelte der
bevolking cn zoo zal het veel te laag
duren voor ai!e meisjes het zoo noodige
onderwijs hebben ontvaugen. Wat men
Wil is verpJ1c.1t vakonderwijs voor de
vrouw, om haar geschikt te maken voor
haar latere taak. Alen hoopt op deze
wijze het huisgezin weer lol een betere
plaats te maken cn vooral de verzorging
van het jonge kind beter en hygiëni
scher in te richten. Zonder medewer
king der vrouwen zelf zal men door wij
zen raad nooit genoeg bereiken. Daar
komt natuurlijk bij, dat men wel is gaan
inzien, dat er een wetenschap is ont
staan, c,e haar voordeel heelt gedaan
met alle ondervinding en ervaring, die
veie jaren lang zijn opgedaan, cn dat
men in dezen nijd alles wat de lichame
lijke en gccsicpjke verzorging van het
kind betreft, niet meer als een zaak van
enkel liefde e.i vrouwelijke intuïtie be
schouwt, maar als een vak, dat even
goed bestudcetd en overwogen moet
worden als ieder ander.
Reeds in 1917 kwam een comité bij
een, dat wat meer eenheid wilde bren
gen in de verschillende wcnschen te de-
scoriienue vouraanstaaudc artsen, on-
derwjsautoriteitcn, directrices van huis
houd- en industriescholen en vele werk
sters en werkers op sociaal gebied zit
ting hadden.
Zij gingen uit van deze 3 feiten
1. dat het een uitzondering is als een
moeder ol opvoedster in alle opzichten
voldoende voorbereid is voor haar taak;
If. dat, indien zij een opzettelijke
voorbereiding heeft ontvangenc deze
meestal uitsluitend de lichamelijke ver
zorging betreft
lli. dat er een groot tekort is aan
vrouwen, geschikt theoretisch en prac-1
tiscn onderricht te geven in de verzor
ging en opvoeding van het kind.
Over deze 3 punten als basis-waren
allen bet eens, en daar men juist bij
den wedeiopbouw van de nieuwe wereld
zijn hoop moest vestigen op het jonge
geslacht, is het van overgrootc waarde,
dat daar alle zorg cn alle gedachten
aan gewijd worden. Om verbetering te
krijgen, verwacht men ten eerste alle
heil door een opvoeding van het jonge
meisje, die meer dan tot nu toe gericht
is op haar taak als vrouw cn moeder
en ten tweede, het geven van gelegen-
hcid aan alle moeders om zich te be
kwamen in de verzorging en opvoeding
der kinderen.
Uit de gegevens, die deze zeer ver
schillend aangelegde menschen, met
zeer verschillende werkkringen, ver
schaften, kwam wel duidelijk naar vo-
rea, dat men dit onderwijs, vooral meer
aansluitend aan de practijk van het le
ven wilde maken. Maar de groote moei
lijkheden bij het samenstellen van een
leerplan waren, dat dit zoo ontzaglijk
vemchillend zal moeten zijn. Wil het
meisje waarlijk belangstelling hebben
voor deze vakken, dan moet het onder
wijs niet vóór het 17de jaar gegeven
worden, maar tot dezen leeftijd moet
ook reeds meer rekening worden gehou
den met de bestemming der vrouw. De
tweede moeilijkheid bij het vaststellen
van het leerplan, zit in het verschillend
onderwijs dat men in de steden en op
het platteland moet geven. Men verdeelt
daarom de te nemen maatregelen in die,
welke zoo spoedig mogelijk effect kun
nen hebben, cn die welke over het alge
meen het voortgezet onderwijs in al zijn
schakeeringen zullen moeten be-invloe-
den. Wat nu het onderwijs aan de meis
jes betreft, zoo wil men daarvoor het
leerplan opmaken, met de hulp van de
leerkrachten aan de huishoudscholen,
de iandbouwhuishoudscholen en de
school voor maatschappelijk werk. Op
al deze scholen wordt reeds onderwijs
in deze richting gegeven, maar zeer ver
schillend, bij sommige onvolledig en
in allen gevalle ,op te kleine schaal.
Toch verdient het zeker aanbeveling om
de cursussen op deze seholen cn door
de daar aanwezige leerkrachten te la
ten geven. Juist voor het practische
werk, zijn hier de gelegenheden reeds
voorhanden, verscheidene hebben b.v.
kinderbewaarplaatsen. Meer ingrijpend
en voor de meeste plaatsen ook meer
urgent, omdat er voor deze klasse nog
zoo weinig gebeurt, is het onderwijs aan
moeders of aanstaande moeders, en die
vrouwen die, hetzij in het gezin of ge
stichten, zich aan dc verzorging van hei
kind moeten wijden.
Tol in zekeren zitf gaan theorie en
practijk hier hand aan hand, daar de
moeders de practijk thuis hebben. Maar
zeker hangt hier het slag-en van den
cursus grootendeels af van de personen
die daarmee belast zijn. Er is wel be
langstelling, als men maar weet hoe tot
dc moeders te spieken. Men zal natuur
lijk ook onderscheid moeten maken na.tr
het peil der ontwikkeling, maar ook re
kening moeten houden met de omstan
digheden van het gezin. Daarom zal
men hier soms meer bereiken met dc
geestelijke dan met dc lichamelijke op
voeding, omdat streng, doorgevoerde
hygiënische maatregelen toch altijd een
zekeren graad van welstand vereischen.
Ook bij deze groep van nio.eders is tocli
veel vooroordeel en zijn veel verkeerde-
begrippen te bestrijden door voorlich
ting en het aanbrengen van mem
ontwikkeling. Men zal een lokaal moe
ten hebben met een kinderkamer, voor
die moeders die hun kleintjes niet thuis
kunnen laten, cn cr zal een band van
sisten moeten gelegd wotden. Weet
men deze laats'- ----- overtuigen,
dat het van zoo ontzaglijk veel waarde
is, indien zij met eenige kennis van za-
ken, de ziekteverschijnselen en afwij
kingen bij hun kinderen kunnen waar
nemen, juist omdat de moeders baar
kinderen het meest en het best kunnen
observeeren dan heeft men het pleit
reeds gewonnen.
Wij komen nu tot de maatregelen die
meer in het algemeen en op den duur
den beteren locstand moeten brengen.
Men heeft bier voornamelijk met het
herhalingsonder wijs te maken. Het co
mité is tot die conclusie gekomen, dat
het heel moeilijk is om hei onderwijs
aan meisjes pas weer op te vatten als zij
reeds een jaar of 5 de school hebben
verlaten, omdat cr dan veel van het ver
mogen om de leerstof in zich op te ne
men, is verloren gegaan. Het is dus
wenschelijk het verplicht herhalings-on-
derwijs dadelijk aan dc lagere school te
laten aansluiten en het zóó in te rich
ten, dat het van direct nut is voor het
dagelijksch leven der meisjes. Dan zai
ook het nut van dit onderwijs eerder
door de oudeis ingezien worden- lk
wijs in dit verband op de aardige cur
liaai ioiuingr halleijes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Je weet vooruit nooit, boe de stem
ming op onzen kransavoud wezen zal.
Dat hangt af van allerlei kleine omstan
digheden, die te zamen een opgewekten
geest opbouwen of het tegendeel daar
van. Zoo is het wel voorgekomen, da:
op donkere, gure winteravonden, ter
wijl de storm loeide, een geanimeerd en
vroolijk gesprek heers chic, terwijl op
mooie zomeravonden dc conversatie
sleepte, niemand tot opgewektheid kon
komen en iedereen blij was, wanneer
het sein van scheiden gegeven werd.
Maar zoo neerslachtig als den laatsien
keer heb ik onzen kransavond nog nooit
gezien. Wij leefden, om met het dage
lijksch weerbericht te spieken, in een
centrum vau depressieniemand scheen
in zijn schik, net gesprek was lijzig, dc
sigaren schenen met goqd te trekken,
pijpen waren blijkbaar verstopt en de
dames dronken haar 'ice met gezich
ten, alsof liet niet een rcsiantje was van
de allerbeste, zorgvuldig door mijn
vrouw voor deze gelegenheid bewaard.
Het ongeluk wou, dat de dames al
dadelijk 111 het begin over dienstboden
waren begonnen. Wij mannen hooren
dit altijd met ontzetting aan, omdat dit 1
als onderwerp van gesptek net een riem
zonder eind is je weet niet, waar ze
ophoudt. En een resultaat is er nooit.
Al de volmaakte mevrouwen moeten
toch, na afloop, weer met de onvol
maakte dienstmeisjes voort. Om aan
deze soort conversatie een einde te ma
ken hebben wij mannen dan ook een
krijgslist verzonnen, we komen name
lijk met de ecne of andere krasse be
wering tusscüenbeiden cn krijgen daar
mee wel eenj gedaan, dat het gesprek
in andere banen vloeit. Zoo heeft Hop-
ma al eens beweerd, dat de ex-tsaar van
Rusland niet vermoord was, maar tus-
tig met zijn familie tc Schoonhoven
woonde. Eu Hupstra, bij een andere
gelegenheid, wendde hevige kiespijn
voor, die beni plotseling heette te ovei-
vallen, maar het m,e gevolg J,
dat hij den volgenden dag, op aandrin
gen van zijn vrouw, naar den tandarts
moest, die hem met veel pijn een paar
kiezen trok, waarvan hij nimmer last
nad ondervonden.
We zaten dus wat te druilen én iëder-
eeu verveelde zich, totdat op een oogen-
biik Hopma zet „ik wou, dat ik er uit
was!"
„Wat blief je!" riep zijn vrouw en de
anderen keken verwondend. Haakte
Hopma, die anders bet goede der aarde
wet weet te gemeten, naar het einde an
zijn leyen? Maar dat was de bedoeling
niet geweest, hij wou alleen maar uit
zijn tegenwoordige omgeving weg.
„Alles is even duur," zuchtte hij, „de
belastingen stijgen tot in het belache
lijke, de mcnsciicn zijn lastig en nar
rig
De aanwezigen niet i-itgezonderd,"
viel Wouter in, meer oprecht, dan be
leefd.
„Wat zou jc dan willen?" vroeg tante
Koos, „het is overal precies hetzelfde."
Hopma haalde dc schouders op. We
zwegen allen. Totdat mevtouw Hupstn,
die anders in onzen kring zelden op den
voorgrond kouii, plotseling uitbarstte
„ik wou naar oen eiland."
„Een eiland?" herhaalden wij, in
koor.
„Daar hoef je niet lang naar te zot
ken," zei Wouter. „Eilaudcn bezitten
wij in Nede/iand te kust en te keur
1 cssel, Vlieland, Teisonelaag, Schier
monnikoog, Kuuutn, daa de Zeeuwscitc
ciiantlen. oók heel geschikt voor 'i bui
tenleven, vervolgens Urk, Wielingen,
met een vooimaug Duuscn hoftuentje
eu als je de volstreme eenzaamneid ver
kiest, is Schokland zeer aan te beve
len."
Alaar dat wou mevrouw Hupstra niet.
„Een eigen eiland bedoel ik, waar geen
andere menschen wonen, zoodat jc
doen kunt wat je wilt."
„Robinson Crusoe redivivus," zei
W outer. „En als ik vragen mag zou
je daar met Hupstra alléén willen wo-
nen?"
Mevrouw Hupstra aarzelde (Hupstra
is goed en braaf, maar niet heel amu
sant) en verklaarde daarop, dat nog
een paar anderen cr bij wel gezellig zou
wezentoen kwam op eens tante Koos
sussen in koken aan kinderen die pas
de school hebben verlaten, aan onze
Haarlcmsche huishoudschool en die,
omdat ze voor het volkskind zoo goed
en practisch waren ingericht, zeer in
den smaak vielen cn druk" bezocht wa
ren. Maar bij deze practijk wenscht
men voortgezet lager onderwijs en als
een mooi uur op het leerplan, het lezen
en bespreken van boeken om den
smaak te ontwikkelen en de gedachten
op wat hooger peil te brengen.
Aan bet einde van dit rapport vinden
wij een zeer belangrijke nota van Ida
Hcyermans, die niet zoozeer een leer
plan geeft, maar deze zaak meer van
den eihischen kant beziet. „Zoo lang,"
zegt zij, „als het huishoudelijke werk
altijd maar alleen op de schouders der
meisjes wordt gelegd en men het zeer
gewoon vindt, dat het meisje minder
ontspanningsuren geniet, kan de eer
bied voor de taak der vrouw niet ver
wacht worden. Ook kan de opvoeding
der meisjes op de school niet in de goe
de richting geleid worden, indien er in
de hoogere klassen alleen mannelijke
leiding is. Het meisje heeft in die jaren
recht op de opvoeding heeft in die jaren
en het zal den invloed der vruuw moe
ten zijn, cie de grondslagen legt tot haar
opvoeding tol vrouw en moeder."
W'ant het is niet alleen de vakkennis
die bij zooveel vrouwen ontbreekt en die
men op deze wijze wil trachten aan ;e
vullen. Men kan dit onderwijs nog zoo
practisch inrichten, de gelegenheden
zoo bereikbaar en uitgebreid mogelijk
maken, indien deze groote drijfveer: de
medewerking, dc belangstelling der
meisjes en vrouweu zelf ontbreek'., dan
zal men altijd weinig bereiken. Want
mee vergete niet, dat vrouwen van de
vorige generatie met weinig vakkennis
of wctcnsdrappclijke opleiding, beter
huisvrouwen en beter moeders warén
dan tegenwoordig. Het eerst noodige is
toch de -liefde voor gezin en huis aan te
wakkeren en de taak der vrouw, hetzij
voor eigen gezin of in dat van een an
der, heel hoog te houden en als zeer be
langrijk te beschouwen. Laat ons hopen
dal het werk van deze ernstige vrouwen
cn mannen er toe mede moge werken,
om meer ernst, meer liefde cn meer in
nerlijke beschaving aan te kweelcen bij
dc aanstaande vrouwen en moeders.
P, J. W1LLEKES MACDONALD—
REYNVAAN.
WINTER STOFFEN.
Wanneer hier in oris land de Vari/
sche mode overwaait, en lez© yeeK
op du! oogenblltk een richting n-m,
waarbij dunne rijde, zoo Ms crêpe de
chime, hoofdzaak is. dan kunnen wij
dit, alg bel den zomer komt, gi
makkelijk toejuichen. Maar komt dan
de wintersche maar.d November, z-»o
aio nu, met sneeuw en een -cnc/pen
oostenwind, dan rillen w ij ;n ons
dunne»goed ar» voeien ons in gednel
len beha^elijk verwarmd door een
warme winterbtouse.
Maar jawel, de eenige blouses vin
wat, stevige substantie die in krijgen
zijn, zijn vyella- en fluweelen blouses
Dc eerste zijn -netjes! degelijk, ook
warm. maar ©aai.Op een witten on
der-grond zjjn paarse strepen, of grijze
of rose en blauwe, of de onder
grond is gekleurd, en daarnvomeen
loopen ook weer strepen, zijr. z-.j
•eflon, wit of gekleurd, maar /.a hol»
ben bijna ademaal, de eene wat open
lijker dan de andere, het afgezaagde
bemdbiouse-model. En bet onaange
naaimste van deze utt Engeland over
gewaaide dracht is, dat zij J.ijno. 01 •-
mand flatteert. Zij zijn gemakkelijk
in liet dragen, dat is waar, .naar wel
wat overdreven eenvoudig.
J)c fluweelen b.ouse voldoet eüt&er
pol; niet erg: liet is net of wij b:j be'.
aankleeden in het donke£ verkeer 1
gegrepen hebben cn nu mat een
feu rok loopen ia plaats van den flu
weelen ja. pon rok, di© bij ;e blouse
boort. Het diepkleurige fluweel rnel
Izijn triooien glans maakt den Tok dof
en deze past zich daardoor i.ici bij
de blouse aan tot een smaakvol ge
heel.
Moor er zijn toch -nog wl andere
stoffen? Dat moet wel e" zij zijn ei
oojt werkelijk, maar niet v 0- blouses.
Wanneer dc klant niet tevr»d?n Is
niet een vyella- of fJuweehn blouse,
dan komt de verkoopster met een zij 1
en sprak het tooverwoord „waarom
zou de krans niet gezamenlijk op een
eiland gaan wonén!"
En kijk, daar was op eenmaal de ge
drukte stemming verdwenen. Wij praat
ten allemaal door elkaar, totdat ik, als
gastheer, bescheiden in overweging
gaf, dat de gedachtenwisseling meer
vrucht zou opleveren, wanneer ieder op
zijn beurt sprak. Mevrouw Hupstra, die
liet denkbeeld had geoppeid, kreeg het
eerst 't woord en zei, dat het geen eiland
in de buurt moest wezen, maar ver hier
vandaan, zoodat je voor goed van de te
genwoordige omgeving afscheid nemen
kon.
„In de Stille Zuidzee bijvoorbeeld,"
zei Wouter. „Daar zijn eilanden genoeg.
Duizendenl Als ik goed ben ingelicht,
dau bestaat cr in Melbourne, de groot
ste stad van Australië, een groote naam-
looze vennootschap tot het drijven van
handel in onbewoonde eilandende
prijs hangt af van de vierkante opper
vlakte en wordt per hectare berekend.
Groote, kleine en middelsoort eilanden
kun je daar te kust en te keur krijgen.
Er is maar één bezwaar
„Wat dan?"
„De buurt is een beetje vulcaniscb.
Nu eu dan Uomcu er nieuwe eilanden
naar boven, maar 'l gebeurt ook, dat er
verdwijnen. En stel je voor, dat wij nu
net precies zoo'n onderduikend eiland
hadden gekocht!"
Mevrouw Hupstra sidderde zichtbaar.
Wij anderen evenwel, aangetrokken door
het eenmaal opgeworpen denkbeeld,
brachten Wouter, die nu eenmaal altijd
als spelbreker ptobeért op te treden,
onder het oog, dat wij natuurlijk een
goed gefundeerd, hecht en weldoortim
merd eiland bedoelden, waarvan niet te
vreezen was, dat het zoo maar in den
Oceaan wegzinken zou. Toen dit een
maal vaststond, gingen we de voordee-
lcu van een gezamenlijke verhuizing na.
„Geen dienstboden meer," zei me
vrouw Hopma.
„En wie zal dan onze buizen schoon
maken?" vroeg Wouter.
„Wij hebben geen buizen meer, al
leen maar hutten en ik heb nog nooit
gehoord, dal die schoongemaakt moes
ten wordenze zullen meer lijken op
den aan. 38e er allerliefst uitzïéi en
alle andere, d?e in de kasten hangen,
zien er even elegant en vlug u»t, si.-u'
voor de warmte behoeft m-M die piet
te fcoopem. Bovendien hebben Je
meeste» nog korte mouwtje© ook
brrr, het is om vaa te rillen. Dat uv
Parijuohe dames rich zooio:© kunnen
veroorloven Is zoo'n wonder itie'.
De wil 11 ter is -d.il jaar al Hevl vroa?
ingevallen, ook in Parijs en hoewel
zij nu daar ook wel bene'te zuilen
hebben aan warme kleeren hunner,
rij daar anders tot Januari toe wei
buiten.-
Intusschen zijn wij nog „unMs nie'
met de warme blouse klair, en wan
neer wij naar een stoffen blouse vra-
ge.n, is het nut'woord, dat die
krligen is. ..Zij worden wej verv. acht",
maar een dergelijk vaag vooruitzicht
iknn ons niet erS bekoren, Üee'e ja-
ponnetjp© zijn gemakkelijk genoeg 10
krijgen, al zijn zij dan ook duur
daarin j© tie keus groot, maar <le b'ou
ses schijnen te hebben afgeltun te
halve dan de vyella, die alj huis
dracht geschikt zijn.
Bij een mantelpak behoort de zijden
8vl ■A.Sje', -waardoor deze combinatie
ook voor den winter minder geschikt
'is.
Toch zijn er nog wel aardige blon&et,
tie maken, en ik vermoei, dat zij, r.a
lang zoeken misschien, ook wel 111?
confectiegoed te krijgen 'i.in Dit zijn
n.l. de blouse© van genbt ficvtH,
het zoogenaamde Manchescit-fiuweel,
maar dan met een Dresde tibboi
Vooral een Libeny-achtaére kleur vol
doet hierbij zeer: pastelb'uuw mat
goud]) ruin of zeegroen .De sl"f .s soe
pel cm het geribde maakt, d.it er ui» x
zoo'n fluweeüge glans over ligt, zoo-
.d'at zij ook beter bij een stof'on rol;
past.
Voor heele japonnen ie>n1 zij rich
ook uitstekend, en daar hel geej voor
een groot deel zichzelf ^arnccri, is
er verder weinig versiering meer fc-ïj
noodig Voor den rok is he: heel nar
dig, wanneer men een small- voor"
en achterbaan neemt met verticale
ribbels ®n tw ee smalle zijhaa.i'1 jes d>e
in horizontale richting luopen. Dit
oi'derbreokt 'de strenge, rechte lijn,
van den rok, en neemt er het andets
.ang-uitgerekte af. Het gewone Man
chester behoeft deze ondcbrtkiiu:
niet: de rechtlijnigheid Ï6 danrbii vee1
minder opvallend.
Men doet verstandig, gc-m k mono-
huodol te maken van het geribde flu
weej; de aangeknipte mouwen met
hun dan horizontaal loopende lijnen
doen eenigsziiis aan em gestreept
voetbaJ-truitje denken.
In „Dat wat je niet aebt" van het
Hofstadtooueei. .draagt mevrouw An
nie van Ee& j,n het. eerste bedrijf zulk
een geribd-fluweelen japonnetje in
dof-bruin .Het is nauw al© een ko
kertje en heeft als eenige garneenn'.;
een ©oort ves'jc van ivoorklejrigo <'0!
het smalle ceHuurtje bevind', zich
lieven de taille en sluit op Jen rug
met afhangende slippen. Dnorisei.vot:'
vttg eu toen zeer ffatieu© is dit eJc
gante coalutimpje.
iniiussciien zouden wij alle warme
wiurterstoffcu, waarin bija-a geen blou
ses meer te krijgen zijn, op kunnen
noemeu voor de japonnen. Vooral
cenigszins auig goed, doet veol opgang
en ook nacuuLiK nog steed© 'het don
kerblauwe cheviot en voor oudere d 1
meg het laken. Gabardine edit ij ut wal
op den achtergrond te zijn geraakt den
kaatsten tijd, liocwc! de stof ni&oi ei>
sterk is.
Zeer verwonderlijk is het tvenwei
niet. Gabardine ie een tameiijü "los-
tisohe 8tof, en leent zich die'i'engovo1-
gc meer voor wijde japonnen jan V">r
de nauw-aansluitende; deze /ouden
er ballonachtig door uiteien.
Zooals alk reeds zei, ziet men 0<>k zter
veel zijden stoffen dragen -.eg.mwoor"
dig, en wel in hoofzaak voor ionpe-
meisjesjaponnetje©, crêpo Je chine en
tafzij. Deze laatst© wordt ze»r nauw
genomen .want het ©tijve goed staat
dichtgegroeide priëelen en wie houdt
er schoonmaak in een prieel!"
„Spinnevreugd!" zei Wouter. „Dui-
zendpooten, kakkerlakken en dat soort
van tuig meer. Je zult eens zien, hoe
groot dat ongedierte wordt in een
w-arm klimaat."
Ook deze sombere voorspelling kon
onze beste verwachtingen niet beder
ven. De beschouwingen gingen hun
gaug.
,,'s Morgens geregeld versch brood,"
zei Hopma, die een lekkerbek is.
„Bak jij dat dan?" informeerde Wou
ter.
„Wie zal slager willen wezen?" vroeg
tante Koosje.
Algemeen stilzwijgen. Blijkbaar voel
de niemand iets voor dit bloederig hand
werk, „Menschen op een eiland," be
weerde mevrouw Hupstra, „zijn altijd
vegetariërs
„Soms ook wel kannibalen," inter
rumpeerde de onbedwingbare Wouter,
maar de spreekster liet zich niet storen
en ging vol geestdrift voort „op een
eiland leef je van vruchten, kokosno
ten. brood en dergelijke, wat ook uit
stekend is voor de gezondheid."
„Van gezondheid gesproken, wie zal
ons genezen, wanneer we ziek zijn?"
Deze opmerking was van mij afkom
stig en bracht eenige consternatie in
het gezelschap. Vooral mevrouw Hopma,
die ongeveer alle denkbare ziekten en
daarmee den geheelen inventaris van
onze apotheek geprobeerd heeft, iette
een verschrikt gezicht. Hopma deed
den mond al open, maar durfde blijk
baar niet spreken van een door hem
zeer geliefd boek, „de Geneesheer in
huis", waarmee je alle ziekten heet te
kunnen cureeren. Voor onze plannen zou
trouwens een handleiding noodig we
zen „de Dokter op het Eiland", dat
voor zoover ik weet nog -niet versche-
De medische quaestie bleef intus
schen onopgelost. Wel had tante Koos
in vragendea vorm geopperd, dat je bij
een rustig, natuurlijk leven, buiten, op
een eiland, geen ziekten meer zou
krijgen, maar haar man sloeg aan die
aangename verwachting den bodem in.
door de verzekering, dat het redelooze
■dadelijk te veel urt. cn daar we d<
kokerljt« rnode alweer aardig begin
non te uudcren is iedere omvangrijke
lijn uil den boozf
Tafzijde i© ook veel «armer dm.
crêpe de chine, en boe rid el we ock
mogen zijm, bij een sneeuwbuien :'m-
peratuur als die der laatste dagen, is
een tafzijden japonnetje verre te ver
kiezen boven bet zijden er&pe.
Inlust>chen kunnen wij echter r og
wel rekemem op echt kwakkel-winter
weer mei eoc louwen westerstorm en
flinke, oud-Hollandsche regenbuien,
waarbij zelfs onze gewone winterkleu
ren on© te warm kunnen zijn.
PARAFLüIE WEELDE.
Onder het opschrift Mode en
O. W." staat in hei ochtendblad Nen
„De Telegraaf" van Woensdag 5
November een stukje van den l'-rue-
seleclusn correspondent over een
merkwaardige mode-uitwoe. £n deze
stad loopen de damos namelijk me!
purap'uie©, waaraan op de punten jtr
balijnen. ivoren knopjes zijn bev.-s
tigd. „Zij verleenen aan liet zwarte
onn.ing, dat een opengeslagen para-
p use In regenweer is, «m „note
gaie". 't J6 werkelijk een alleraardig?:
gezicht hoe zoo een ©ohenn met witte
puntje6 komt aandansen, vooril ais
er een lief figuurtje en een paa.r ©chai
tige trippelvoetjes onder uitsteken"
schrijft de correspondent. De knop en
de punt zijn dan ook van 'voor, inaar
daar dit natuurlijk rog al eon dure
liefhebberij i©, willen je dames er el
kaar da loef mee afsteken. Et) zoo
worden de bobbeis grooter noarmal-
de rijkdom der draagster grooter ie,
maar niij dunkt, dat dan de charme,
'welke van die heel kleine witte punt
jes uitgaat, de ,,note gaie" er wel wat
onder lijden zal.
Zullen wij ze bij de eerste ernstige
regenbul ook a» Amsterdam zKu ver
erf rijnen?
E. Eu PEEREBOOM.
Nuttig» wenken voor do
huisvrouw.
No. 60.
Ondanks de overaJ opgerichte vi"-
eeiugingen tegeai de duurte blijfl ti
les nog zeer hoog in prijs en niet d«n
hoog noodig zal dc practische huis
vrouw zich iel© nieuws aanschafte'
Het nog bruikbare van de garderc!-:
wordt terdege nagezien, gerepuree: 1
en opgcfriseht en mee: a.s het half
kan nog gedragen worden. Een piao
tische aanwending vun een japonrok.
die geheel van onder gesleten doch
overigens vrij goed blijkt, is, die om te
„bouwen" tot oen onderrok. Men
tornt, den rok geheel u,it en plaatst op
de dan verkregen banen, de paironeo
van de banen van den onderrok
naait zo netjes aaneen en naait den
rok van onder met een zoogenaamden
stootkant ai. Als versiering kroel
men in dc kleur van den rok ei?» ge
passeerde ©trGok, die van zijde in aile
tinten in de winkels voorhanden Is
naait deze strook op den rok en c-,
hebt een flinken en netten onderrok,
v ooral voor de jonge meisjes, die
dagelijks door weer en wind moeten,
is zoon rok een heerlijke en warme
wLuierdrucht en de witte rokken k in
nen nu wel langzamerhand opgebor
gen worden. Wie een beetje liar.di t
is on de oude bretkunst uit de jeugd
nog niet is verleerd, kan haar kinde
ren verrassen met een paai- eigen ge
breide handschoenen, niet alleen, d 1
die veel voordealigei zijn, maar in
elk geval ock vee, sterker. Om te -e-
pareeren bij slijtage is zeker een ei
gen gebreide handschoen te verTue
zen boven een gevveefde. Ik geef toe
dat gebreide wollen handschoenen wel
wat lomper van vorm zijn, dan ue
tricothandschoenen, maar bij koude
gaat er niets boven een flinken woi-
len handschoen. Wie last heeft van
koude voeten, knipt zich van papier
zcoltjis en legt die onder aan der.
voet binnen m de kous,, zeker zal
men er baat bij hebben en zorgt ver.
der vooral voor droge voelen. Bij
onze schoolgaande jougd lette men
op natte voeten, geef ze direct I ij
tl 1 niskomst droge kousen aan, wart
hoe goed dicht de echoenen ooccn
vee, hetwelk toch, op een paar winter
maanden na, zorgeloos in de weide
leeft, laboreert aan vele akelige ziek
ten en kwalen. De medische vraag
bleef dus onopgelost, maar de vergade
ring was eenstemmig var. oordeel, da.
de verhuizing naar het eiland ons bij
zonder groote voordeelen zou bezor
gen.
„Geen las: meer van buren, want we
maken onze hutten op flinken afstand
van elkaart
„Geen belastingbiljetten meer te be
talen
„Geen kans van oproer, werkstaking
of revolutie...."
„Een rustig, onbezorgd bestaan tol
het einde van onze dagen
„Geen gebrek aan brandstof in hc:
warme klimaat
„Geen dure schoenen of kleeten
„A propos van klceren," viel Wouter
hier in, „wie zal onze kleeren ma
ken?"
„Wc zullen," waagde Hopma te zeg
gen, „niet veel noodig hebben op een
eilaud in de Stille Zuidzee."
Deze opmerking werd eenparig ge
negeerd. Mevrouw Hupstra vond, dat
de dames best in staat waren, haar eigen
kleeren te maken was er iets noodig,
dan kon dat in de naaste stad gehaald
wordcu. Daartegenover werd aange
voerd, dat die naaste stad misschien
rr.ijlen ver van ons eiland verwijderd
zou zijndit bezwaar werd weerlegd
met de opmerking, dat wij al den tijd
zouden hebben voor het maken van zoo'n
uitstapje. Je kon toch niet den hec'.en
d >g in verrukking over het tropisch kli
maat op het strand liggen! En wat de
maiiiicukleedisig- betrof, die was toch
7.00 leelijk, dat ze niet leelijker worden
kon. Van de huiden van doode dieren
zouden heel geschikte jassen te maken
zijn.
„Ik zie," zei Wouter, „Hopma al in
een leeuwenhuid," waarna Hopma op
merkte, „dat een jakhalzenvel Wou'er
bijzonder goed zou kleeden." Dc da
mes protesteezdea gezamenlijk tegen
het ccn en het ander ons kranseilaud
moest vooraf grondig van wilde dieren
gezuiverd worden.
Er was gang in de besprekingen.
-cli'inb k zijn. sneeuwwater dringt
door allee, heen en natte voeten kun
nen aanleiding zijn voor heel wat
ziekten.
Nu nog eên receptje tot bcaluit:
Walergruel (L—C personen).
100 gr parelgort, Wi L. water, 100
gram suiker 2 d.L. bessensap, 1.1C gr.
krenten, 5 c.M. pijpkaneel, of 1/H -l.
troenschil.
Bereiding. Zet de parelgort niet
koud water en de pijpkaneel of de .-L
troenschil op en laat zo 2 uur koken,
Vj uur voor de god gaar is, word-n
de flink gewasechen krenten toege
voegd. Even voor bet ojxüenen wedt
de bessensap en de suiker er d<vy. g3.
roerd. Mij dunkt nu de rijst zto
duur is. zou dit recept wellicht oak
met gewone gort gereed gemanKt
kunnen worden en een smakelijk rn
voedzaam toetje is voor niet le veel
geld verkregen.
Secretaresse Afd. 11. en O. van
de Ned. Vereeniging van Huis
vrouwen, Kieverparkwug 1112.
door
CONST. DE RAYMOND
Ik was voor het toezicht op de
werkzaamheden aan de haven, voor
eeniso maanden op het eiland gede
tacheerd. De havenmeester, met wien
ik al dadelijk na aankomst, kennis
had gemaakt, had mij verzocht eens
te komen aan loopen, wanneer ik mij
in mijn kosthuis verveelde en zoo was
ik op een guren voorjaarsavond, to-n
April wch nog recht trrinimig toonde,
en natie sneeuwvlagen het verblijf
buiten mmder "aangenaam manken,
hem eens gaan opzoeken.
Hij bewoonde een gezellige kamer,
in de nabijheid van de haven: een
vriendelijke ouderwctsche ha-s rei,
waarin blokken eikenhout vrool'-k
vlamden, verspreidde pen behaaglijke
warmte in het vertrek NaSa» wij
plaats hadden genomen n een ge-
makkelij'ken zetel, dich: bij 't vuur
geschoven, en het go-pre'; oanvenke-
l.jJc liep over het eiland en zijzt be
woners, kwam ik van ze if op een per
soon, dien Lk had ontmoet, en die
me e enigszins zonderling had toege
schenen, daar hij wat vreemd deed,
onder anderen, mij aanhoudend zijn.
rechterhand toestak, blijkbaar m da
hoop, dat ik die zou drukken, denke
lijk als een bewijs van goede ver
standhouding tusecben on?.
Nee, zei dehavenmeester, tor-
wij: hij opstond om mij een sigaar
te kunnen aanbieden, da; was '1 nu
n i e tZijn doe! was alleen l' anti
te moedigen ook u w rechterhana
vooruit te stekenL" de hand ge
drukt had-ie niethij wou a'b-eii
maar eens zien
Zien viel .k in, min 01' mecT
nieuwsgierig.
.Ta! antwoordde de havenmeester,
mij eem lucifer voorhoudend, steek
eens op!... dan zal ik u zijm gesel)-e-
denis meedeelen't Is er juist
een avond voor, om zoo'n griezelig
verhaal eens te vertellenMis
schien ziet u er in, om het rn eer:
of ancer tijdschrift den .ezers tnc-ue
le deel enU bent immers een-gs-
zirts litteraüscli aange-te.-d. hebb.n
me verteld?
Ja, zoon beetj:. gaf i* toe. en
daarom zal ik uw verhaal met heel
veel belangstelling vernemen.
Nu dan, begon de havenmeester,
nadat hij nog een groot houtblok op
het vuur had gesmeten, Malle Jaap --
zoo wordt-ie hier algemeen betiteld
s, zooals u gemerkt hebt, een beetje
malende, hij doet geen slerve.ing
kwaadmaar h:j wa. eigen
aardigerg schuw en wantrou
wend .tegenover vreemdelingen
Hij verdient een paar kwar.je© aan
de visschers. die hier in (ie haven met
hun vangst binnen komenm
hen te helpen 'ossenSoms krijpt-
ie dan nog 'n zqodje visch toe, als de
vangst het lijdêri kanZ'11 be
staan is dus maar sjofeltjesVroe
ger, toen-ie als ma'roos op de groote.
vaart diende, had-ie her, beter
want-ie is niet altijd malende ve-
weesijonge, nee!Vroeger
was het juist, 'n eers:e gew ekste ei Lm -
derMaar hoe het hem In z'n bo!
geslac-en ia, za! ik u nou vertel en
Zooals gezegd, voer Jaap geregeld a's
matroosnsar Indie en naar d»
Mtdde!l3ndsche Zee en maar zei-iet
Met algemeene bewondering werd ;la
verklaring van de dames aangehoord,
dat zij, wanneer wij eenmaal op ons
eiland zouden zijn ge-installeerd, zich
om de mode niet meer zouden bekom
meren en klecderen dragen, die het bes:
pasten bij temperatuur en omgeving.
Daar dit nergens anders in de wereld
gebeurt, werd deze ter,klaring eenparig
toegejuicht.
Op een oogenblik waren v. r,i,,ia
zoover, dat besloten zou worden prijs
opgaaf voor cca solide, degelijk ca La-
trouwbaar eiland te vragen aan de
maatschappij te Melbourne, toen op
eens door een opmerking alles weer op
losse schroeven kwam. Natuurlijk was
het Wouter, die de opmerking maakte/
..Hoe zal," vroeg hij, „de regecrings-
vorm van ont eiland zijn? Zullen we
een keizer of een koning aanstellen? Of
moet het een republiek «orden?"
Ik spaar u de eindelooze discussie,
die daarop volgde. Het bleek duidelijk
da: al de mannen zich volkomen ia
'taai en geroepen achtten, .m de lei
ding op zich te nemen persoonlijk
moet ik wel zeggen, dat ik niet zou we
ten, waarom ik minder zou moeten we
zen, dan een ander. De dames begre
pen, dat er ook voor haar veel vau af
hing. 't Is ook maar geen verschil. - f
je simpel „Mevrouw" of „Gemalin"
wordt genoemd. Alleen tante Koosje
zei„och, waarom zou ik op mijn
ouwen dag nou nog met een keizeriar.-.-
■wroontje op mijn hoofd op een eiland
rondloopeaf" Maar Wouter, eerzuc! ig
als altoos, antwoordde „vrouw, hou ie
mond. het gezag is an last, maar
menschen die verantwoordelijkheid voe
len, mogen dien nooit afwijzen."
Tot een besluit kwamen wij niet/
Een schuchter voorstel van tante Koos,-
om er om te loten, werd met ijzig stil
zwijgen ontvangen. Als er niet gauw een
geniale gedachte komt, zal het heele
schoone eiland-plan mislukkenwel
mocht Koos, toen wc naar huis gingen*
zeggen „die akelige politiek bederft
alles!"
FIDELIO.