De ring met den Robjjn HAARLEM'S DAGBLAD ZATSRDAG 8 idO«£..1i^ .913 DE.-D£ BLAL Rubriek voor Vrouwen. Het onderwijs aan de jeugd is zeker L, de laatste 25 jaar wel heel veel ver anderd er is haast geen vak waarin kinderen, met iets meer dan gewone be kwaamheid, niet onderricht irï kunn'n krijgen. Wij verlangen allen voor onze kinderen hc: beste, en stillen wel heel fcooge eischcn aan de oad* wijskrach- tcn op elk gebied, evenals aan de loka liteiten, waar het onderwijs gegeven wordt. Wanneer het uitgangspunt van dit streven naar volmaaktheid nu maar is, dat voor de kinderen niets te goed is, dan zuilen wij her allen wel met deze theorie eens zijn. Het gevaar schuilt echtir hierin, dat men zoo licht tot over drijving en overvoering komt. Ten eer ste. wordt de leerstof dan niet geheel verwerkt, omdat de tijd over het alge meen te kort is, inaar teu tweede blijft er geen gelegenheid over voor de ver dere ontwikkeling. Het lijkt mij echter wel wat onbillijk het leerplan der school •allien hiervan de schuld te geven, men vergeet zoo licht dat er in dezen tijd iets is, dat ook enorm veel van den tijd der kinderen in beslag neemt, ik bedoel al de uren, die zij aan sport of uitgaan moeten besteden, op een leef tijd waarop men daar vroeger niet aan dacht. Hoe dit zij, er gaan in allerlei kringen stemmen op die vragen om een herziening van het onderwijs, en nu wel speciaal voor onze meisjes, in dien geest, dat de vrouw meer geschikt worde ge maakt voor haar taak als vrouw en moe der. .Men erkent gaarne, dat er reeds door allerlei vcrecnigingen en scholen speciaal vakonderwijs voor vrouwen is gegeven en dat instellingen, zooals „liet Nut ..n 't Algemeen" en ande re, reeds lang in die richting werk zaam zijn en iiici hun renende tentoon stellingen en keukens, al enorm veel nut hebben gesticht. Maar met dit werk bcieikt men toch altijd maar een zeer klein gedeelte der bevolking cn zoo zal het veel te laag duren voor ai!e meisjes het zoo noodige onderwijs hebben ontvaugen. Wat men Wil is verpJ1c.1t vakonderwijs voor de vrouw, om haar geschikt te maken voor haar latere taak. Alen hoopt op deze wijze het huisgezin weer lol een betere plaats te maken cn vooral de verzorging van het jonge kind beter en hygiëni scher in te richten. Zonder medewer king der vrouwen zelf zal men door wij zen raad nooit genoeg bereiken. Daar komt natuurlijk bij, dat men wel is gaan inzien, dat er een wetenschap is ont staan, c,e haar voordeel heelt gedaan met alle ondervinding en ervaring, die veie jaren lang zijn opgedaan, cn dat men in dezen nijd alles wat de lichame lijke en gccsicpjke verzorging van het kind betreft, niet meer als een zaak van enkel liefde e.i vrouwelijke intuïtie be schouwt, maar als een vak, dat even goed bestudcetd en overwogen moet worden als ieder ander. Reeds in 1917 kwam een comité bij een, dat wat meer eenheid wilde bren gen in de verschillende wcnschen te de- scoriienue vouraanstaaudc artsen, on- derwjsautoriteitcn, directrices van huis houd- en industriescholen en vele werk sters en werkers op sociaal gebied zit ting hadden. Zij gingen uit van deze 3 feiten 1. dat het een uitzondering is als een moeder ol opvoedster in alle opzichten voldoende voorbereid is voor haar taak; If. dat, indien zij een opzettelijke voorbereiding heeft ontvangenc deze meestal uitsluitend de lichamelijke ver zorging betreft lli. dat er een groot tekort is aan vrouwen, geschikt theoretisch en prac-1 tiscn onderricht te geven in de verzor ging en opvoeding van het kind. Over deze 3 punten als basis-waren allen bet eens, en daar men juist bij den wedeiopbouw van de nieuwe wereld zijn hoop moest vestigen op het jonge geslacht, is het van overgrootc waarde, dat daar alle zorg cn alle gedachten aan gewijd worden. Om verbetering te krijgen, verwacht men ten eerste alle heil door een opvoeding van het jonge meisje, die meer dan tot nu toe gericht is op haar taak als vrouw cn moeder en ten tweede, het geven van gelegen- hcid aan alle moeders om zich te be kwamen in de verzorging en opvoeding der kinderen. Uit de gegevens, die deze zeer ver schillend aangelegde menschen, met zeer verschillende werkkringen, ver schaften, kwam wel duidelijk naar vo- rea, dat men dit onderwijs, vooral meer aansluitend aan de practijk van het le ven wilde maken. Maar de groote moei lijkheden bij het samenstellen van een leerplan waren, dat dit zoo ontzaglijk vemchillend zal moeten zijn. Wil het meisje waarlijk belangstelling hebben voor deze vakken, dan moet het onder wijs niet vóór het 17de jaar gegeven worden, maar tot dezen leeftijd moet ook reeds meer rekening worden gehou den met de bestemming der vrouw. De tweede moeilijkheid bij het vaststellen van het leerplan, zit in het verschillend onderwijs dat men in de steden en op het platteland moet geven. Men verdeelt daarom de te nemen maatregelen in die, welke zoo spoedig mogelijk effect kun nen hebben, cn die welke over het alge meen het voortgezet onderwijs in al zijn schakeeringen zullen moeten be-invloe- den. Wat nu het onderwijs aan de meis jes betreft, zoo wil men daarvoor het leerplan opmaken, met de hulp van de leerkrachten aan de huishoudscholen, de iandbouwhuishoudscholen en de school voor maatschappelijk werk. Op al deze scholen wordt reeds onderwijs in deze richting gegeven, maar zeer ver schillend, bij sommige onvolledig en in allen gevalle ,op te kleine schaal. Toch verdient het zeker aanbeveling om de cursussen op deze seholen cn door de daar aanwezige leerkrachten te la ten geven. Juist voor het practische werk, zijn hier de gelegenheden reeds voorhanden, verscheidene hebben b.v. kinderbewaarplaatsen. Meer ingrijpend en voor de meeste plaatsen ook meer urgent, omdat er voor deze klasse nog zoo weinig gebeurt, is het onderwijs aan moeders of aanstaande moeders, en die vrouwen die, hetzij in het gezin of ge stichten, zich aan dc verzorging van hei kind moeten wijden. Tol in zekeren zitf gaan theorie en practijk hier hand aan hand, daar de moeders de practijk thuis hebben. Maar zeker hangt hier het slag-en van den cursus grootendeels af van de personen die daarmee belast zijn. Er is wel be langstelling, als men maar weet hoe tot dc moeders te spieken. Men zal natuur lijk ook onderscheid moeten maken na.tr het peil der ontwikkeling, maar ook re kening moeten houden met de omstan digheden van het gezin. Daarom zal men hier soms meer bereiken met dc geestelijke dan met dc lichamelijke op voeding, omdat streng, doorgevoerde hygiënische maatregelen toch altijd een zekeren graad van welstand vereischen. Ook bij deze groep van nio.eders is tocli veel vooroordeel en zijn veel verkeerde- begrippen te bestrijden door voorlich ting en het aanbrengen van mem ontwikkeling. Men zal een lokaal moe ten hebben met een kinderkamer, voor die moeders die hun kleintjes niet thuis kunnen laten, cn cr zal een band van sisten moeten gelegd wotden. Weet men deze laats'- ----- overtuigen, dat het van zoo ontzaglijk veel waarde is, indien zij met eenige kennis van za- ken, de ziekteverschijnselen en afwij kingen bij hun kinderen kunnen waar nemen, juist omdat de moeders baar kinderen het meest en het best kunnen observeeren dan heeft men het pleit reeds gewonnen. Wij komen nu tot de maatregelen die meer in het algemeen en op den duur den beteren locstand moeten brengen. Men heeft bier voornamelijk met het herhalingsonder wijs te maken. Het co mité is tot die conclusie gekomen, dat het heel moeilijk is om hei onderwijs aan meisjes pas weer op te vatten als zij reeds een jaar of 5 de school hebben verlaten, omdat cr dan veel van het ver mogen om de leerstof in zich op te ne men, is verloren gegaan. Het is dus wenschelijk het verplicht herhalings-on- derwijs dadelijk aan dc lagere school te laten aansluiten en het zóó in te rich ten, dat het van direct nut is voor het dagelijksch leven der meisjes. Dan zai ook het nut van dit onderwijs eerder door de oudeis ingezien worden- lk wijs in dit verband op de aardige cur liaai ioiuingr halleijes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Je weet vooruit nooit, boe de stem ming op onzen kransavoud wezen zal. Dat hangt af van allerlei kleine omstan digheden, die te zamen een opgewekten geest opbouwen of het tegendeel daar van. Zoo is het wel voorgekomen, da: op donkere, gure winteravonden, ter wijl de storm loeide, een geanimeerd en vroolijk gesprek heers chic, terwijl op mooie zomeravonden dc conversatie sleepte, niemand tot opgewektheid kon komen en iedereen blij was, wanneer het sein van scheiden gegeven werd. Maar zoo neerslachtig als den laatsien keer heb ik onzen kransavond nog nooit gezien. Wij leefden, om met het dage lijksch weerbericht te spieken, in een centrum vau depressieniemand scheen in zijn schik, net gesprek was lijzig, dc sigaren schenen met goqd te trekken, pijpen waren blijkbaar verstopt en de dames dronken haar 'ice met gezich ten, alsof liet niet een rcsiantje was van de allerbeste, zorgvuldig door mijn vrouw voor deze gelegenheid bewaard. Het ongeluk wou, dat de dames al dadelijk 111 het begin over dienstboden waren begonnen. Wij mannen hooren dit altijd met ontzetting aan, omdat dit 1 als onderwerp van gesptek net een riem zonder eind is je weet niet, waar ze ophoudt. En een resultaat is er nooit. Al de volmaakte mevrouwen moeten toch, na afloop, weer met de onvol maakte dienstmeisjes voort. Om aan deze soort conversatie een einde te ma ken hebben wij mannen dan ook een krijgslist verzonnen, we komen name lijk met de ecne of andere krasse be wering tusscüenbeiden cn krijgen daar mee wel eenj gedaan, dat het gesprek in andere banen vloeit. Zoo heeft Hop- ma al eens beweerd, dat de ex-tsaar van Rusland niet vermoord was, maar tus- tig met zijn familie tc Schoonhoven woonde. Eu Hupstra, bij een andere gelegenheid, wendde hevige kiespijn voor, die beni plotseling heette te ovei- vallen, maar het m,e gevolg J, dat hij den volgenden dag, op aandrin gen van zijn vrouw, naar den tandarts moest, die hem met veel pijn een paar kiezen trok, waarvan hij nimmer last nad ondervonden. We zaten dus wat te druilen én iëder- eeu verveelde zich, totdat op een oogen- biik Hopma zet „ik wou, dat ik er uit was!" „Wat blief je!" riep zijn vrouw en de anderen keken verwondend. Haakte Hopma, die anders bet goede der aarde wet weet te gemeten, naar het einde an zijn leyen? Maar dat was de bedoeling niet geweest, hij wou alleen maar uit zijn tegenwoordige omgeving weg. „Alles is even duur," zuchtte hij, „de belastingen stijgen tot in het belache lijke, de mcnsciicn zijn lastig en nar rig De aanwezigen niet i-itgezonderd," viel Wouter in, meer oprecht, dan be leefd. „Wat zou jc dan willen?" vroeg tante Koos, „het is overal precies hetzelfde." Hopma haalde dc schouders op. We zwegen allen. Totdat mevtouw Hupstn, die anders in onzen kring zelden op den voorgrond kouii, plotseling uitbarstte „ik wou naar oen eiland." „Een eiland?" herhaalden wij, in koor. „Daar hoef je niet lang naar te zot ken," zei Wouter. „Eilaudcn bezitten wij in Nede/iand te kust en te keur 1 cssel, Vlieland, Teisonelaag, Schier monnikoog, Kuuutn, daa de Zeeuwscitc ciiantlen. oók heel geschikt voor 'i bui tenleven, vervolgens Urk, Wielingen, met een vooimaug Duuscn hoftuentje eu als je de volstreme eenzaamneid ver kiest, is Schokland zeer aan te beve len." Alaar dat wou mevrouw Hupstra niet. „Een eigen eiland bedoel ik, waar geen andere menschen wonen, zoodat jc doen kunt wat je wilt." „Robinson Crusoe redivivus," zei W outer. „En als ik vragen mag zou je daar met Hupstra alléén willen wo- nen?" Mevrouw Hupstra aarzelde (Hupstra is goed en braaf, maar niet heel amu sant) en verklaarde daarop, dat nog een paar anderen cr bij wel gezellig zou wezentoen kwam op eens tante Koos sussen in koken aan kinderen die pas de school hebben verlaten, aan onze Haarlcmsche huishoudschool en die, omdat ze voor het volkskind zoo goed en practisch waren ingericht, zeer in den smaak vielen cn druk" bezocht wa ren. Maar bij deze practijk wenscht men voortgezet lager onderwijs en als een mooi uur op het leerplan, het lezen en bespreken van boeken om den smaak te ontwikkelen en de gedachten op wat hooger peil te brengen. Aan bet einde van dit rapport vinden wij een zeer belangrijke nota van Ida Hcyermans, die niet zoozeer een leer plan geeft, maar deze zaak meer van den eihischen kant beziet. „Zoo lang," zegt zij, „als het huishoudelijke werk altijd maar alleen op de schouders der meisjes wordt gelegd en men het zeer gewoon vindt, dat het meisje minder ontspanningsuren geniet, kan de eer bied voor de taak der vrouw niet ver wacht worden. Ook kan de opvoeding der meisjes op de school niet in de goe de richting geleid worden, indien er in de hoogere klassen alleen mannelijke leiding is. Het meisje heeft in die jaren recht op de opvoeding heeft in die jaren en het zal den invloed der vruuw moe ten zijn, cie de grondslagen legt tot haar opvoeding tol vrouw en moeder." W'ant het is niet alleen de vakkennis die bij zooveel vrouwen ontbreekt en die men op deze wijze wil trachten aan ;e vullen. Men kan dit onderwijs nog zoo practisch inrichten, de gelegenheden zoo bereikbaar en uitgebreid mogelijk maken, indien deze groote drijfveer: de medewerking, dc belangstelling der meisjes en vrouweu zelf ontbreek'., dan zal men altijd weinig bereiken. Want mee vergete niet, dat vrouwen van de vorige generatie met weinig vakkennis of wctcnsdrappclijke opleiding, beter huisvrouwen en beter moeders warén dan tegenwoordig. Het eerst noodige is toch de -liefde voor gezin en huis aan te wakkeren en de taak der vrouw, hetzij voor eigen gezin of in dat van een an der, heel hoog te houden en als zeer be langrijk te beschouwen. Laat ons hopen dal het werk van deze ernstige vrouwen cn mannen er toe mede moge werken, om meer ernst, meer liefde cn meer in nerlijke beschaving aan te kweelcen bij dc aanstaande vrouwen en moeders. P, J. W1LLEKES MACDONALD— REYNVAAN. WINTER STOFFEN. Wanneer hier in oris land de Vari/ sche mode overwaait, en lez© yeeK op du! oogenblltk een richting n-m, waarbij dunne rijde, zoo Ms crêpe de chime, hoofdzaak is. dan kunnen wij dit, alg bel den zomer komt, gi makkelijk toejuichen. Maar komt dan de wintersche maar.d November, z-»o aio nu, met sneeuw en een -cnc/pen oostenwind, dan rillen w ij ;n ons dunne»goed ar» voeien ons in gednel len beha^elijk verwarmd door een warme winterbtouse. Maar jawel, de eenige blouses vin wat, stevige substantie die in krijgen zijn, zijn vyella- en fluweelen blouses Dc eerste zijn -netjes! degelijk, ook warm. maar ©aai.Op een witten on der-grond zjjn paarse strepen, of grijze of rose en blauwe, of de onder grond is gekleurd, en daarnvomeen loopen ook weer strepen, zijr. z-.j •eflon, wit of gekleurd, maar /.a hol» ben bijna ademaal, de eene wat open lijker dan de andere, het afgezaagde bemdbiouse-model. En bet onaange naaimste van deze utt Engeland over gewaaide dracht is, dat zij J.ijno. 01 •- mand flatteert. Zij zijn gemakkelijk in liet dragen, dat is waar, .naar wel wat overdreven eenvoudig. J)c fluweelen b.ouse voldoet eüt&er pol; niet erg: liet is net of wij b:j be'. aankleeden in het donke£ verkeer 1 gegrepen hebben cn nu mat een feu rok loopen ia plaats van den flu weelen ja. pon rok, di© bij ;e blouse boort. Het diepkleurige fluweel rnel Izijn triooien glans maakt den Tok dof en deze past zich daardoor i.ici bij de blouse aan tot een smaakvol ge heel. Moor er zijn toch -nog wl andere stoffen? Dat moet wel e" zij zijn ei oojt werkelijk, maar niet v 0- blouses. Wanneer dc klant niet tevr»d?n Is niet een vyella- of fJuweehn blouse, dan komt de verkoopster met een zij 1 en sprak het tooverwoord „waarom zou de krans niet gezamenlijk op een eiland gaan wonén!" En kijk, daar was op eenmaal de ge drukte stemming verdwenen. Wij praat ten allemaal door elkaar, totdat ik, als gastheer, bescheiden in overweging gaf, dat de gedachtenwisseling meer vrucht zou opleveren, wanneer ieder op zijn beurt sprak. Mevrouw Hupstra, die liet denkbeeld had geoppeid, kreeg het eerst 't woord en zei, dat het geen eiland in de buurt moest wezen, maar ver hier vandaan, zoodat je voor goed van de te genwoordige omgeving afscheid nemen kon. „In de Stille Zuidzee bijvoorbeeld," zei Wouter. „Daar zijn eilanden genoeg. Duizendenl Als ik goed ben ingelicht, dau bestaat cr in Melbourne, de groot ste stad van Australië, een groote naam- looze vennootschap tot het drijven van handel in onbewoonde eilandende prijs hangt af van de vierkante opper vlakte en wordt per hectare berekend. Groote, kleine en middelsoort eilanden kun je daar te kust en te keur krijgen. Er is maar één bezwaar „Wat dan?" „De buurt is een beetje vulcaniscb. Nu eu dan Uomcu er nieuwe eilanden naar boven, maar 'l gebeurt ook, dat er verdwijnen. En stel je voor, dat wij nu net precies zoo'n onderduikend eiland hadden gekocht!" Mevrouw Hupstra sidderde zichtbaar. Wij anderen evenwel, aangetrokken door het eenmaal opgeworpen denkbeeld, brachten Wouter, die nu eenmaal altijd als spelbreker ptobeért op te treden, onder het oog, dat wij natuurlijk een goed gefundeerd, hecht en weldoortim merd eiland bedoelden, waarvan niet te vreezen was, dat het zoo maar in den Oceaan wegzinken zou. Toen dit een maal vaststond, gingen we de voordee- lcu van een gezamenlijke verhuizing na. „Geen dienstboden meer," zei me vrouw Hopma. „En wie zal dan onze buizen schoon maken?" vroeg Wouter. „Wij hebben geen buizen meer, al leen maar hutten en ik heb nog nooit gehoord, dal die schoongemaakt moes ten wordenze zullen meer lijken op den aan. 38e er allerliefst uitzïéi en alle andere, d?e in de kasten hangen, zien er even elegant en vlug u»t, si.-u' voor de warmte behoeft m-M die piet te fcoopem. Bovendien hebben Je meeste» nog korte mouwtje© ook brrr, het is om vaa te rillen. Dat uv Parijuohe dames rich zooio:© kunnen veroorloven Is zoo'n wonder itie'. De wil 11 ter is -d.il jaar al Hevl vroa? ingevallen, ook in Parijs en hoewel zij nu daar ook wel bene'te zuilen hebben aan warme kleeren hunner, rij daar anders tot Januari toe wei buiten.- Intusschen zijn wij nog „unMs nie' met de warme blouse klair, en wan neer wij naar een stoffen blouse vra- ge.n, is het nut'woord, dat die krligen is. ..Zij worden wej verv. acht", maar een dergelijk vaag vooruitzicht iknn ons niet erS bekoren, Üee'e ja- ponnetjp© zijn gemakkelijk genoeg 10 krijgen, al zijn zij dan ook duur daarin j© tie keus groot, maar <le b'ou ses schijnen te hebben afgeltun te halve dan de vyella, die alj huis dracht geschikt zijn. Bij een mantelpak behoort de zijden 8vl ■A.Sje', -waardoor deze combinatie ook voor den winter minder geschikt 'is. Toch zijn er nog wel aardige blon&et, tie maken, en ik vermoei, dat zij, r.a lang zoeken misschien, ook wel 111? confectiegoed te krijgen 'i.in Dit zijn n.l. de blouse© van genbt ficvtH, het zoogenaamde Manchescit-fiuweel, maar dan met een Dresde tibboi Vooral een Libeny-achtaére kleur vol doet hierbij zeer: pastelb'uuw mat goud]) ruin of zeegroen .De sl"f .s soe pel cm het geribde maakt, d.it er ui» x zoo'n fluweeüge glans over ligt, zoo- .d'at zij ook beter bij een stof'on rol; past. Voor heele japonnen ie>n1 zij rich ook uitstekend, en daar hel geej voor een groot deel zichzelf ^arnccri, is er verder weinig versiering meer fc-ïj noodig Voor den rok is he: heel nar dig, wanneer men een small- voor" en achterbaan neemt met verticale ribbels ®n tw ee smalle zijhaa.i'1 jes d>e in horizontale richting luopen. Dit oi'derbreokt 'de strenge, rechte lijn, van den rok, en neemt er het andets .ang-uitgerekte af. Het gewone Man chester behoeft deze ondcbrtkiiu: niet: de rechtlijnigheid Ï6 danrbii vee1 minder opvallend. Men doet verstandig, gc-m k mono- huodol te maken van het geribde flu weej; de aangeknipte mouwen met hun dan horizontaal loopende lijnen doen eenigsziiis aan em gestreept voetbaJ-truitje denken. In „Dat wat je niet aebt" van het Hofstadtooueei. .draagt mevrouw An nie van Ee& j,n het. eerste bedrijf zulk een geribd-fluweelen japonnetje in dof-bruin .Het is nauw al© een ko kertje en heeft als eenige garneenn'.; een ©oort ves'jc van ivoorklejrigo <'0! het smalle ceHuurtje bevind', zich lieven de taille en sluit op Jen rug met afhangende slippen. Dnorisei.vot:' vttg eu toen zeer ffatieu© is dit eJc gante coalutimpje. iniiussciien zouden wij alle warme wiurterstoffcu, waarin bija-a geen blou ses meer te krijgen zijn, op kunnen noemeu voor de japonnen. Vooral cenigszins auig goed, doet veol opgang en ook nacuuLiK nog steed© 'het don kerblauwe cheviot en voor oudere d 1 meg het laken. Gabardine edit ij ut wal op den achtergrond te zijn geraakt den kaatsten tijd, liocwc! de stof ni&oi ei> sterk is. Zeer verwonderlijk is het tvenwei niet. Gabardine ie een tameiijü "los- tisohe 8tof, en leent zich die'i'engovo1- gc meer voor wijde japonnen jan V">r de nauw-aansluitende; deze /ouden er ballonachtig door uiteien. Zooals alk reeds zei, ziet men 0<>k zter veel zijden stoffen dragen -.eg.mwoor" dig, en wel in hoofzaak voor ionpe- meisjesjaponnetje©, crêpo Je chine en tafzij. Deze laatst© wordt ze»r nauw genomen .want het ©tijve goed staat dichtgegroeide priëelen en wie houdt er schoonmaak in een prieel!" „Spinnevreugd!" zei Wouter. „Dui- zendpooten, kakkerlakken en dat soort van tuig meer. Je zult eens zien, hoe groot dat ongedierte wordt in een w-arm klimaat." Ook deze sombere voorspelling kon onze beste verwachtingen niet beder ven. De beschouwingen gingen hun gaug. ,,'s Morgens geregeld versch brood," zei Hopma, die een lekkerbek is. „Bak jij dat dan?" informeerde Wou ter. „Wie zal slager willen wezen?" vroeg tante Koosje. Algemeen stilzwijgen. Blijkbaar voel de niemand iets voor dit bloederig hand werk, „Menschen op een eiland," be weerde mevrouw Hupstra, „zijn altijd vegetariërs „Soms ook wel kannibalen," inter rumpeerde de onbedwingbare Wouter, maar de spreekster liet zich niet storen en ging vol geestdrift voort „op een eiland leef je van vruchten, kokosno ten. brood en dergelijke, wat ook uit stekend is voor de gezondheid." „Van gezondheid gesproken, wie zal ons genezen, wanneer we ziek zijn?" Deze opmerking was van mij afkom stig en bracht eenige consternatie in het gezelschap. Vooral mevrouw Hopma, die ongeveer alle denkbare ziekten en daarmee den geheelen inventaris van onze apotheek geprobeerd heeft, iette een verschrikt gezicht. Hopma deed den mond al open, maar durfde blijk baar niet spreken van een door hem zeer geliefd boek, „de Geneesheer in huis", waarmee je alle ziekten heet te kunnen cureeren. Voor onze plannen zou trouwens een handleiding noodig we zen „de Dokter op het Eiland", dat voor zoover ik weet nog -niet versche- De medische quaestie bleef intus schen onopgelost. Wel had tante Koos in vragendea vorm geopperd, dat je bij een rustig, natuurlijk leven, buiten, op een eiland, geen ziekten meer zou krijgen, maar haar man sloeg aan die aangename verwachting den bodem in. door de verzekering, dat het redelooze ■dadelijk te veel urt. cn daar we d< kokerljt« rnode alweer aardig begin non te uudcren is iedere omvangrijke lijn uil den boozf Tafzijde i© ook veel «armer dm. crêpe de chine, en boe rid el we ock mogen zijm, bij een sneeuwbuien :'m- peratuur als die der laatste dagen, is een tafzijden japonnetje verre te ver kiezen boven bet zijden er&pe. Inlust>chen kunnen wij echter r og wel rekemem op echt kwakkel-winter weer mei eoc louwen westerstorm en flinke, oud-Hollandsche regenbuien, waarbij zelfs onze gewone winterkleu ren on© te warm kunnen zijn. PARAFLüIE WEELDE. Onder het opschrift Mode en O. W." staat in hei ochtendblad Nen „De Telegraaf" van Woensdag 5 November een stukje van den l'-rue- seleclusn correspondent over een merkwaardige mode-uitwoe. £n deze stad loopen de damos namelijk me! purap'uie©, waaraan op de punten jtr balijnen. ivoren knopjes zijn bev.-s tigd. „Zij verleenen aan liet zwarte onn.ing, dat een opengeslagen para- p use In regenweer is, «m „note gaie". 't J6 werkelijk een alleraardig?: gezicht hoe zoo een ©ohenn met witte puntje6 komt aandansen, vooril ais er een lief figuurtje en een paa.r ©chai tige trippelvoetjes onder uitsteken" schrijft de correspondent. De knop en de punt zijn dan ook van 'voor, inaar daar dit natuurlijk rog al eon dure liefhebberij i©, willen je dames er el kaar da loef mee afsteken. Et) zoo worden de bobbeis grooter noarmal- de rijkdom der draagster grooter ie, maar niij dunkt, dat dan de charme, 'welke van die heel kleine witte punt jes uitgaat, de ,,note gaie" er wel wat onder lijden zal. Zullen wij ze bij de eerste ernstige regenbul ook a» Amsterdam zKu ver erf rijnen? E. Eu PEEREBOOM. Nuttig» wenken voor do huisvrouw. No. 60. Ondanks de overaJ opgerichte vi"- eeiugingen tegeai de duurte blijfl ti les nog zeer hoog in prijs en niet d«n hoog noodig zal dc practische huis vrouw zich iel© nieuws aanschafte' Het nog bruikbare van de garderc!-: wordt terdege nagezien, gerepuree: 1 en opgcfriseht en mee: a.s het half kan nog gedragen worden. Een piao tische aanwending vun een japonrok. die geheel van onder gesleten doch overigens vrij goed blijkt, is, die om te „bouwen" tot oen onderrok. Men tornt, den rok geheel u,it en plaatst op de dan verkregen banen, de paironeo van de banen van den onderrok naait zo netjes aaneen en naait den rok van onder met een zoogenaamden stootkant ai. Als versiering kroel men in dc kleur van den rok ei?» ge passeerde ©trGok, die van zijde in aile tinten in de winkels voorhanden Is naait deze strook op den rok en c-, hebt een flinken en netten onderrok, v ooral voor de jonge meisjes, die dagelijks door weer en wind moeten, is zoon rok een heerlijke en warme wLuierdrucht en de witte rokken k in nen nu wel langzamerhand opgebor gen worden. Wie een beetje liar.di t is on de oude bretkunst uit de jeugd nog niet is verleerd, kan haar kinde ren verrassen met een paai- eigen ge breide handschoenen, niet alleen, d 1 die veel voordealigei zijn, maar in elk geval ock vee, sterker. Om te -e- pareeren bij slijtage is zeker een ei gen gebreide handschoen te verTue zen boven een gevveefde. Ik geef toe dat gebreide wollen handschoenen wel wat lomper van vorm zijn, dan ue tricothandschoenen, maar bij koude gaat er niets boven een flinken woi- len handschoen. Wie last heeft van koude voeten, knipt zich van papier zcoltjis en legt die onder aan der. voet binnen m de kous,, zeker zal men er baat bij hebben en zorgt ver. der vooral voor droge voelen. Bij onze schoolgaande jougd lette men op natte voeten, geef ze direct I ij tl 1 niskomst droge kousen aan, wart hoe goed dicht de echoenen ooccn vee, hetwelk toch, op een paar winter maanden na, zorgeloos in de weide leeft, laboreert aan vele akelige ziek ten en kwalen. De medische vraag bleef dus onopgelost, maar de vergade ring was eenstemmig var. oordeel, da. de verhuizing naar het eiland ons bij zonder groote voordeelen zou bezor gen. „Geen las: meer van buren, want we maken onze hutten op flinken afstand van elkaart „Geen belastingbiljetten meer te be talen „Geen kans van oproer, werkstaking of revolutie...." „Een rustig, onbezorgd bestaan tol het einde van onze dagen „Geen gebrek aan brandstof in hc: warme klimaat „Geen dure schoenen of kleeten „A propos van klceren," viel Wouter hier in, „wie zal onze kleeren ma ken?" „Wc zullen," waagde Hopma te zeg gen, „niet veel noodig hebben op een eilaud in de Stille Zuidzee." Deze opmerking werd eenparig ge negeerd. Mevrouw Hupstra vond, dat de dames best in staat waren, haar eigen kleeren te maken was er iets noodig, dan kon dat in de naaste stad gehaald wordcu. Daartegenover werd aange voerd, dat die naaste stad misschien rr.ijlen ver van ons eiland verwijderd zou zijndit bezwaar werd weerlegd met de opmerking, dat wij al den tijd zouden hebben voor het maken van zoo'n uitstapje. Je kon toch niet den hec'.en d >g in verrukking over het tropisch kli maat op het strand liggen! En wat de maiiiicukleedisig- betrof, die was toch 7.00 leelijk, dat ze niet leelijker worden kon. Van de huiden van doode dieren zouden heel geschikte jassen te maken zijn. „Ik zie," zei Wouter, „Hopma al in een leeuwenhuid," waarna Hopma op merkte, „dat een jakhalzenvel Wou'er bijzonder goed zou kleeden." Dc da mes protesteezdea gezamenlijk tegen het ccn en het ander ons kranseilaud moest vooraf grondig van wilde dieren gezuiverd worden. Er was gang in de besprekingen. -cli'inb k zijn. sneeuwwater dringt door allee, heen en natte voeten kun nen aanleiding zijn voor heel wat ziekten. Nu nog eên receptje tot bcaluit: Walergruel (L—C personen). 100 gr parelgort, Wi L. water, 100 gram suiker 2 d.L. bessensap, 1.1C gr. krenten, 5 c.M. pijpkaneel, of 1/H -l. troenschil. Bereiding. Zet de parelgort niet koud water en de pijpkaneel of de .-L troenschil op en laat zo 2 uur koken, Vj uur voor de god gaar is, word-n de flink gewasechen krenten toege voegd. Even voor bet ojxüenen wedt de bessensap en de suiker er d<vy. g3. roerd. Mij dunkt nu de rijst zto duur is. zou dit recept wellicht oak met gewone gort gereed gemanKt kunnen worden en een smakelijk rn voedzaam toetje is voor niet le veel geld verkregen. Secretaresse Afd. 11. en O. van de Ned. Vereeniging van Huis vrouwen, Kieverparkwug 1112. door CONST. DE RAYMOND Ik was voor het toezicht op de werkzaamheden aan de haven, voor eeniso maanden op het eiland gede tacheerd. De havenmeester, met wien ik al dadelijk na aankomst, kennis had gemaakt, had mij verzocht eens te komen aan loopen, wanneer ik mij in mijn kosthuis verveelde en zoo was ik op een guren voorjaarsavond, to-n April wch nog recht trrinimig toonde, en natie sneeuwvlagen het verblijf buiten mmder "aangenaam manken, hem eens gaan opzoeken. Hij bewoonde een gezellige kamer, in de nabijheid van de haven: een vriendelijke ouderwctsche ha-s rei, waarin blokken eikenhout vrool'-k vlamden, verspreidde pen behaaglijke warmte in het vertrek NaSa» wij plaats hadden genomen n een ge- makkelij'ken zetel, dich: bij 't vuur geschoven, en het go-pre'; oanvenke- l.jJc liep over het eiland en zijzt be woners, kwam ik van ze if op een per soon, dien Lk had ontmoet, en die me e enigszins zonderling had toege schenen, daar hij wat vreemd deed, onder anderen, mij aanhoudend zijn. rechterhand toestak, blijkbaar m da hoop, dat ik die zou drukken, denke lijk als een bewijs van goede ver standhouding tusecben on?. Nee, zei dehavenmeester, tor- wij: hij opstond om mij een sigaar te kunnen aanbieden, da; was '1 nu n i e tZijn doe! was alleen l' anti te moedigen ook u w rechterhana vooruit te stekenL" de hand ge drukt had-ie niethij wou a'b-eii maar eens zien Zien viel .k in, min 01' mecT nieuwsgierig. .Ta! antwoordde de havenmeester, mij eem lucifer voorhoudend, steek eens op!... dan zal ik u zijm gesel)-e- denis meedeelen't Is er juist een avond voor, om zoo'n griezelig verhaal eens te vertellenMis schien ziet u er in, om het rn eer: of ancer tijdschrift den .ezers tnc-ue le deel enU bent immers een-gs- zirts litteraüscli aange-te.-d. hebb.n me verteld? Ja, zoon beetj:. gaf i* toe. en daarom zal ik uw verhaal met heel veel belangstelling vernemen. Nu dan, begon de havenmeester, nadat hij nog een groot houtblok op het vuur had gesmeten, Malle Jaap -- zoo wordt-ie hier algemeen betiteld s, zooals u gemerkt hebt, een beetje malende, hij doet geen slerve.ing kwaadmaar h:j wa. eigen aardigerg schuw en wantrou wend .tegenover vreemdelingen Hij verdient een paar kwar.je© aan de visschers. die hier in (ie haven met hun vangst binnen komenm hen te helpen 'ossenSoms krijpt- ie dan nog 'n zqodje visch toe, als de vangst het lijdêri kanZ'11 be staan is dus maar sjofeltjesVroe ger, toen-ie als ma'roos op de groote. vaart diende, had-ie her, beter want-ie is niet altijd malende ve- weesijonge, nee!Vroeger was het juist, 'n eers:e gew ekste ei Lm - derMaar hoe het hem In z'n bo! geslac-en ia, za! ik u nou vertel en Zooals gezegd, voer Jaap geregeld a's matroosnsar Indie en naar d» Mtdde!l3ndsche Zee en maar zei-iet Met algemeene bewondering werd ;la verklaring van de dames aangehoord, dat zij, wanneer wij eenmaal op ons eiland zouden zijn ge-installeerd, zich om de mode niet meer zouden bekom meren en klecderen dragen, die het bes: pasten bij temperatuur en omgeving. Daar dit nergens anders in de wereld gebeurt, werd deze ter,klaring eenparig toegejuicht. Op een oogenblik waren v. r,i,,ia zoover, dat besloten zou worden prijs opgaaf voor cca solide, degelijk ca La- trouwbaar eiland te vragen aan de maatschappij te Melbourne, toen op eens door een opmerking alles weer op losse schroeven kwam. Natuurlijk was het Wouter, die de opmerking maakte/ ..Hoe zal," vroeg hij, „de regecrings- vorm van ont eiland zijn? Zullen we een keizer of een koning aanstellen? Of moet het een republiek «orden?" Ik spaar u de eindelooze discussie, die daarop volgde. Het bleek duidelijk da: al de mannen zich volkomen ia 'taai en geroepen achtten, .m de lei ding op zich te nemen persoonlijk moet ik wel zeggen, dat ik niet zou we ten, waarom ik minder zou moeten we zen, dan een ander. De dames begre pen, dat er ook voor haar veel vau af hing. 't Is ook maar geen verschil. - f je simpel „Mevrouw" of „Gemalin" wordt genoemd. Alleen tante Koosje zei„och, waarom zou ik op mijn ouwen dag nou nog met een keizeriar.-.- ■wroontje op mijn hoofd op een eiland rondloopeaf" Maar Wouter, eerzuc! ig als altoos, antwoordde „vrouw, hou ie mond. het gezag is an last, maar menschen die verantwoordelijkheid voe len, mogen dien nooit afwijzen." Tot een besluit kwamen wij niet/ Een schuchter voorstel van tante Koos,- om er om te loten, werd met ijzig stil zwijgen ontvangen. Als er niet gauw een geniale gedachte komt, zal het heele schoone eiland-plan mislukkenwel mocht Koos, toen wc naar huis gingen* zeggen „die akelige politiek bederft alles!" FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 7