HAARLEM'S DAGBLAD
SATERDAG 13 Dc.CEiViBfc.fc. 919
DERDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
De plaatselijke bladen hebben waar-
lijk wel gedaan, wat ze maar 'kon
den om het publiek in te lichten over
hun verplichtingen biji de nieuwe wet
op de ouderdoinsvarzekering. Maar
het lijlkt wel of velen deze uitleggin
gen niet, of tenminste niet goed heb
ben geitzen. want er hoersoht nog een
algemeene verwarring van begrip
pen omtrent deze zaak. Geheel on
begrijpelijk is dit niet, daar ook vele
werknemers geheel buiten hun schuld,
nog niet in het bezit zijn van de kaaT-
tcïi waarop de rentezegela geplakt
moeten worden. Maar ook en vooral
hierom, omdat reeli? voor het in wer
king treden van de wet. de werkge
vers voelen, dat er groote moei tuk
heden op handen zijn. Wij, vrouwen,
moeten echt-er dit goed onder hef oog
zien. dat een belangrijke arbeidswet
zooals deze, niet in de eerste plaat:
gemaakt is voor bet. percentsgewijze
klein aantal personen, dat in huis
honds'teken dienst is. We moeten er
ons we! v 11 doordringen en mis
schien ligt juist hierin de aanwon'
lijk reeds afwijzende houding van
vele vrouwen dat hier nu een ecr-
eie stap gedaan wordt, om ook de
dienstboden onder de arbeidsvoor
waarden van alle loontrekkenden te
brengen.
Dat het- huispersoneel nu niet juist
omk-r dezelfde conditie® werkt als
andere arbeid ore. dit weten wij allen,
maar wij moeten toch voelen, dat
hei juist hoog tijd wordt d* wonder
lijke toestanden op dit gebied eens
grondig te herzien.
Wat nu de verzekering voor h
Visio huispersoneel hetreft-, deze zaak
is vrij eenvoudig. Bij het- uitbetalen
van het salaris is de werkgeefster
verplicht even zoo vele weekzegels op
de kaart te plakken, als er wek°n ver
liepen, sinds de vorige betaling. Voor
dienstboden boven de 21 jaar plakt
men een zegel van 50 rents voor c'ie
onder dezen leeftijd van 40 ets. Men
knn de zaak zoo elellein, de regeering
wenscht ook deze categorie van ar
beidsters te verzekeren, en laaf de
werkgeefsters do premie betalen,
zoo lang zij de arbeidster in dienc-i
heeft. Voor zeer velen zal deze ver
plichte verbooging vnn het loon te
bezwaarlijk zijn en men zal nog
dan vroeger les personeel in diien®l
nemen En bier schuilt nu juist de
moeilijkheid d'e va.-rachij-.-ilijk 1e
licht is geteld. Niet zoozeer omdat
men te veel moet betalen, want omuat
het loon van de~e hulpkrachten tooi»
reeds vrij hoog is, i i 1/6 gedeelte
van de weekpremie, per dag wel te
dragen zijn, maar meer om de groote
vevwarring en gekno die hiervan
't gevolg zal zijn. Ik stel nu eens
het gunstige geval, dat een werkster
of naaister 6 dagen per week uit wer
ken gaat, dan zou do Maandagsche
werkgeefster een zegel kunnen opplak
ken van 50 ets, maar van haar loon
b-v. 40'ets. afI rekken, welk bedrag
dan door da andere werkgeefsters
op het loon moest worden gelegd.
Maar nu de praktijk. Wij weten al
len, dat de toestand zoo niet is, uw
werkster komt soms eon som a twee
dagen enz. De mogelijkheid ie niet
uitgesloten, dat zij volkomen te goe
der trouw, des Maandags nog niet
weet, welke dagen zij bezet zal heb
ben. En het gaat toch niet aan, dat
mevr. Th, die zeer uit den nood ge
holpen is, als Mevr. de werkster
eens kan afstaan, niet mede zou be-
ta.en. Ik hoop van harte, dat bet niet
waar is wa: men reed6 hoorde zeggen,
dar velen hun werkster of naaister
niet meer des Maandags willen Jieb
ben. Dit maakt de zaak niet beter,
want dan wordt Dinsdag of Woens
dag de premie-dag. Een protest ais
di: helpt niets, want de wet zal zich
om deze moeilijkheden weinig be
kreunen, vrees ik. Dc oplossing moet
door de vrouwen zelf gevonden wor
den in gemeenschappelijk overleg.
Zou b.v. deze regeling piet gebrcff u j
kunnen worden; dat men deze zegels
plakte n a de werkweek 'I Ik bedoel
zoo, dat de werkneemster, die Maan-
gcefetcr al den last zal hebban van 'I
draagt, wat die andere dames de vo
rige week als premie op het loon heb
ben moeten storten. Is Mevr. A. dan
niet tevreden als zij maar ëón of twee
bijdragen ontvangt, dan moet zij de
werkneemsters aanraden meer werk
huizen te zoeken, wat bij den tegen-
wooriigen dienstbodeunood niet moei
lijk is. Aan den amlen-n kant zijn er
werkgeefsters, die dii niet verlan
gen en gaarne het grootste gedeelte
frernie zullen betalen. Het voordeel
iervan is, dat de toestand tenminste
zuiver wordt, en vooral, da! men een
gedeelte van de verantwoordelijkheid
en de moeite brengt op dc schouders
van de persoon, die dan toch even
tueel van de ui.keering zal profitee-
xen. Want het gaat toch niet aan dat
bij een lasiige zaak als deze, de werk
geefster al de last zal hebben van net
innen van het bedrag en de werk
neemster, die zelf in contact is met
de verschillende uitbetalers, er niet
de minste moeite voor zou hebben te
doen.
Ik geef dit plan maar als een po
ging om tot een regeling te kooien;
het is be«l, mogelijk dat er iets beters
op te bedenken is. Daarom laten alle
vrouwen hun gedachten hier eens over
laten gaan. De Vereeniging van
Werkgeefsters voor Huispersoneel
Ivooizilster Mevr. Cohen Tervaart,
.Tulianaweg, Overveem) is volkomen
bereid de zaak haar volle aandacht
te schenken-.
Noginaa!?. voor een zaak moet 'k
alle vrouwen waarschuwen, wenst nu
eens solidair hierin, en toont. dat. we
deze moeiüjheid wel kunnen oplos
sen, maar vooral begint met met u
aan wettelijke bepalingen te onttrek
ken, want dit brengt u geen stap ne
der tot het doel.
De veel gesmade
bioscoop.
Lezeressen, ik moet maar dadelijk
beginnen met een bekentenis, ik bon
dol op lichtbeelden en bioscopen.
Evengoed als i'k mijn leven lang graag
prentjes en platen bekeken heb, zoo
beschouw ik een lichtbeelden voorstel
ling als een groot prentenboek, dat
een ander mij voorlegt en de bladen
omslaat, een prentenboek, dat levend
wordt bij de bewegende bioscoopbeei-
den. Waarom dacht niemand er aan
dat, mooie stereoecoop-foto's of eer
5oedo tooverlantaarn, verkeerd zou
en zijn en een bioscoop wel Dat
kan (och alleen wezen door liet mis
bruikt dat van deze uitvinding ge
maakt is, en jammer genoeg is het
misbruik, het verkeerde 1n dozen
meer algemeen gangbaar, dan het
goede. Zoo zijn er ook vele tooneei-
voorstellingen, die slecht zijn en an
dere, die ui allen gevalle niet dienstig
zijn voor jeugdige personen, maar
hoe langer hoe meer wint de overtui
ging veld, dal van het toonoet eer
g.-oote opvoedende en beschavende
kracht kan uitgaan. Waarom dan
niet van de bioscoop, de reden is mij
niet duidelijk. Eenige jaren geleden
zag ik een film, die het drukke ver-
ketr en straatleven tn de wereldste
den vun Europa liet zien, en
nooit persoonlijk zich daartusschen
bewogen had. kreeg hierdoor een in
druk die noch door een reisbeschrij
ving, noch door een plaatje weer te
geven is. Jlet gesproken woord op
een lezing moet wel heel levend zijn,
wil het ons een duidelijke voorstel
ling geven van wat men verhalen
wil, maar kan men datgene aanschou
wer» waar de zaak om gaat, dan is de
indruk een heel andere. Hoe langer
hoe meer wordt dan ook gebruik ge
maakt van de lantaarn als demon
stratie-middel cn bet woord „licht
beelden" op het programma trekt bet
publiek dadelijk aan. Een paar we
ken geleden gaf de bouwve reenigh ig
Patrimonium hier een lichtbeelden-
avond, waarop de door haar gestielite
woningcomplexen duidelijk werden
vertoond. Zelfs voor een leek we ra
nu het lieeie betoog begrijpelijk, men
zag de plattegronden, de interieurs,
en de gevels en straten. Van het een
kreeg men een aangenamer indruk
dan van het ander, maar men Kon
nu door aanschouwing toch ook ee,
oordeel krijgen. Deze lichtbeelden
werden verklaard door den architect
der Vcreeniging, die zijn taak zeer
iuim opvatte en een overzicht gaf
het woningvraagstuk van <»e
vroegste tijden af. je zelfs begon met
de meest primitieve woning, n 1. die,
welke slak op haar rug meedraagt,
Mooie foto's kregen wij te zien van
de hutten in warme landen, die die
nen al9 beschutting tegen zon en lat
te en van die in Noordelijke stre
ken, oi« die kou moeten weren. Maar
het. interessantst waren de bewijzen
van de slechte woningen in eigen
land en in onzen tijd. De plaggenhut
Drente en meer treurige toe
standen op heb platteland, maar
waar dan toch nog dit goede bestaat,
dat men de frissche lucht en Gods
thoone natuur heeft nis men uit
zijn hol komt. Erger zijn de krotten
ir. de groote steden, want in slopjwn
en stegen is ook buitenshuis geen
lucht te krijgen. Wijt kennen ze allen,
deze treurige verblijven, die een
schande zijn voor Iedere stad, waar
ze voorkomen, maar he; is goed dat
men ze weer eens ziet, omdat, zooais
spreker aeiae, niemand moet rusten,
voor dat deze wantoestand verdwijn'-.
Is ei- wel iets wat zonder veel
woorden meer de gruwel maar ook
de krankzinnigheid van dezen oorlog
lot ons Dracht, als het zien van ue
film, waar arme verminkten leerden
loopen, hun kuns.ledematen gebrui
ken, en waar de blinden door ticide-
ring maakt ze voor &nn 'dubbel aan
trekkelijk.
Of dat echter komt, doordat wij
menschcn zrif eenvoudiger zijn ge
worden, lijkt me een eemigs
zins gewaagde veronderstelling. Het
komt mij veel waarschijnlijker voor,
dat het opnieuw ontstaan te uit
een behoefte naar afwisseling; maar
nu het er eenmaal ls. bewalt het
goed.
Ook de mode leent zich uitstekend
voor deze sieraden. De eenvoudige
w6'.versiering op oen warme winter-
japorx vraagt niet om een overdadige
broche of ketting, maai- de eJegant-
uitgesneden zillveren hanger met den
half edelsteen, geeft cachet aam het
geheel
En de steen en I Ik mooi eerlijk zeg
gen, dat <le namen mij niet. bekend
zijn, maai* wanneer wij oouige er van
voor ons zien liggen, treft ons dade
lijk de warme gloed, do ondoorgron
delijke diepte en het lichteffect. Want
vele geven bij avondlicht andere
kleuren te zien dan overdag, hetgeen
lum eigenaardige bekoring nog ver
hoogt. Natuurlijk blijft een diamant
of een opaal of een parel u,tij« veel
kostbaarder, dan deze hoJf-edeèstec
tien, maar de eerste missen den
gloed en de warmte der laatste. Hun
schittering .s zuiver e» helder, maar
een groote diepte ontdekt men er
niet ui.
Dit zijn echter niet de eenige een
voudige sieraden, die op het oogen-
blik in de mode zijn.
Parijs heeft een richting aangege
ven, die niet alleen dc japonnen en
xiiiveron sieraden eenvoudig mankt,
maar ook kettingen heeft doen ont
staan waaraan geen edel metaal te
p:!.< .komt. En deze komen nu lang
zamerhand ook naai- ons land over.
Zij worden veal geuiuakl van been,
maar ook van een soort gekleurd
hoorn, dat in groote, vierkante scha
kans is uitgesneden, en waaraan on
deraan een groote, fijn uitgewerkte
„piiwfue" hangt. Heel vaak dienen
deze kettingen als eenige versiering
op een eenvoudige zwarte of donker
blauwe japon en moeten or dus ge
heel het karakter aan verleeuen. En
dat doen zij volkomen, ais uien ze
dan 'ook maar geheel a.s de eenige
versiering beschouwt. Want draagt
men zoon opvaleaiden zwaar uitziou
den ketting cp een gegarneerde japon,
dan maken deze twee elkaar grof.
Óok armbanden maakt men van
dezelfde hoornachtige stof. Wat het
voor goed is, heeft niemand mij nog
ooit kunnen vertepen, maar liet is
soms niet zeer vast kleurhaudend.
Een armring, die pastelblauw was,
werd na eenige maanden van een
lichtere, blauwgroene kleur, en teek
zelfs 's avonds zeegroen. Intusschen
zijn deze armringen wel erg hard en
stug, de slangen, die van dezelfde stof
gemaakt worden, zijn plat en heb
ben iets soepelere doordat zij om den
arm s.iuteu. De Parisiennes dragen
ben iets sta-pel eis doordat zij om den
ze, nu de korte mouwtjes zoo in zwang
zijn, bij voorkeur boven den elboog.
Intusschen doet deze eenvoud zich
niet iilicen geiden in de vrouwelijke
sieraden, ook in de gebruiksvoorwer
pen in huis is de nieuwe richting dui
delijk merkbaar. De felle, kleurige
bloem eppatron en zijn in allee eigen
lijk afgeschaft, alleen de zoogenaamde
boerenserviezen met hun frissche tin
ten hebben die neiging nog. Toch is
tlait maar gelukkig, want de liefde
voor onbestemde kleuren is groot, en
oen brutaal vuurrood, helblauw ein
grasgroen waaien er als arm frissche
wind doorheen.
Eenvoudig zijn zij echter allemaal,
èn van kleuren èn van bewerking,
waardoor zij ook zoo uitstekend pas
sen in de moderne huizen mei hun
lage verdiepingen en overvloed van
licht en lucht. Het een zal wol een ge
volg van het ander zijn; in de ouder-
wetsche huizen met hun sombere
iiCüge kamers verleemden de druk-
vergulde lijsten om de portretten en
de kleurig bee.den en vazen nog eeni
ge vrooiijkheid aan het vertrek. Maar
wanneer- wij dit ailes m liet felle
licht van een modern huis plaatsten,
zouden onze oogen er pijn van gaan
doen.
En zoo komt bet ook, dat dc sieraden
in huis eenvoudig zijn. Welk een vei-
scheidonheid in prullen en vazen houdt
men er tegenwoordig al niet op nal Ze-
kci, het is waar, dat er hoogc prijzen
voor gevraagd worden, wanneer men
komt om een groote vaas. Maar men
kan ook deze voorwerpen zoo nu en dan
koopeu voor een betrekkelijk lagen jirijs.
Dit zijn dan de soorten, waarin bij het
bakken of glazuren een fout is geko
men, zoodat zij veel van hun waarde heb
ben verloren. En hoe vreemd het ook
klinken moge, maar een enkele fout in
zoo'n vaas misstaat totaal niet. N'atuur-
'lijk zal men zoo iets niet als geschenk
bestemmen, maai ik hennuer me eens
een groote, helderblauwe, doffe water
kan gezien ie hebben, die een enkel ruw
plekie in het glazuur had, en daardoor
voor f 1.30 was verkocht, terwijl men
anders voor zoo'n kan al gauw 8 a f 0
moet betalen. En ze versieren ons
huis!
Wanneer wij wat geld hebben overge
had voor levende bloemen en wij zetten
die in zoo'n aardewerk-vaas op tafel,
dan hinderen de Ieelijke stelen ons niet.
die in een glazen vaas zoo duidelijk zicht-
baar zijn, en is dc combinatie van vaas
en bloemen met smaak gekozen, dan ge
ven zij dikwijls de geheele kamer '1 hui
selijk aanzien, dat wij vooral in den win
ter nie: genoeg kunnen waajdcerea.
Sieraden, in welken vorm dan'ook, be
hoeven niet kostbaar of opvallend te
zijn, om aan bun doel te beantwoorden.
Wanneer zij één geheel vormen met dc
omgeving, zijn zij veel meer waard, dan
wanneer zij als iets buitengewoons er
naast staanl
E. E. PEEREBOO.M.
NUTTICE WENKEN VOOR DE HUIS
VROUW.
No. 62.
Als de Sint achter den rug is, maken
velen zich alweer gereed tot het vieren
van het a.s. Kerstfeest, en al ligt dit
feest nog eenige weken vóór ons, voor
haar, die thuis een Kerstboom wen-
soheu te hebben, beginnen reeds nu de
toebereidselen. We! heeft men nog zon
der twijfel zorgvuldig dc vele glazen ver
sierselen van het vorige jaar weggebor
gen en bewaard, maar er zijn nog zoo
heel veel dingen zelve te maken, tot ver
siering van den boom. Gelukkig zijn er
weer sinaasappelen en mandarijntjes te
krijgen, welke beide zoo'n vroolijk aan
zien aan den boom geven met hun oran
jekleur. Tot een van de mooiste en voor
de kinderen ook dc leukste versiering,
behooren zeker wel de „zilveren" en
„gouden" noten, die tusschen 't groen
zoo schitterend te voorschijn komen. Om
noten te „verzilveren" en te „vergul
den" gebruikte men oudtijds 't bladgoud
en 't bladzilver, dat ook bij 't plakken
van de St. Nicolaaspoppen in den tijd
van Hildebrandt gebezigd werd. Dat
bladgoud is echter nu niet meer in den
handel en daar waar 't nog gebezigd
wordt. bijv. in de apotheken voor het
vergulden en verzilveren van pillen, voor
dit doeleinde te duur. Men gebruikt nu
die doosjes zilver- of goudvernis, die bij
eiken drogist te krijgen zijn voor matigen
prijs. Men volgc geheel de gebruiks
aanwijzing, die iedere doos bevat en
begint inet 't penseeltje de noten te be
handelen. Dan laat men de noten goed
drogen. Zijn ze droog, dan boort men
van boven cn van onder in den dop een
gaatje en rijgt door de noot midden in
een draadje, dat inen van onder met een
knoopje eindigt. Zoo kan men de noten
gemakkelijk aan de takken hangen. Bij
't aftakelen van den boom kan iedeic
noot veilig door de kinderen gegeten
worden.
Ook kau iedere huisvrouw zelve wel
wat koekkransjes bakken en die met een
gekleurd lintje aan den boom bevesti
gen. Neemt men nu die lintjes en band
jes in verschillende en liefst helle kleu
ren, dan zal ook die verscheidenheid een
aantrekkelijkheid te meer zijn. Op dc
takken brengt men dan hier en daar wat
dunne, uitgeplozen vlokjes watten aan
en strooit daar overheen wat zoogenaam
de strooïgom of glimmend strooipoeder,
dat of bij den drogist of bij een winke
lier, die Kerstversieringen verkoopt, te
bekomen is. De Duitsche manier, om
onder den boom op een keurig gedekte
tafel de cadeaus te plaatsen, vind ik ver
kieslijker dan die aan den boom te han
gen, zooals ook wel eens geschied. De
smakelijke manier van ten toon stelien
der geschenken en 't mooie dekstcl, dat
in Duitsohland alleen met de Kerst werd
gebruikt, verhoogt wel de plechtigheid
van 't feest.
Een gemakkelijk en smakelijk recept
voor die Kerstkransjes volgt nu tot slot
2 en een half ons bloem, 2 ons boter,
2 ons suiker, 1 lepeltje fijne kaneel, 4
druppels citroenolic of de geraspte schil
van i citroen en 1 ei.
Bereiding Kneed alle ingrediënten
goed en flink dooreen, rol dit deeg rond
en snijd- er kleine stukjes van, die men
rond rolt en dan als een ring plat uitlegt
op een met boter ingesmeerd bakblik.
Bak ze daarna 111 een matig heeten oven
lichtbruin en gaar.
Secr. v. d. Ver. v. Huisvr.,
z\fd. Haarlem en O.
Klevcrparkweg 132.
De Hondenkop
SIMON MOS.
Na eenige jaren weduwe geweest
tezïjn, was Annemïe Krakepit her
trouwd.
Ten huize van haar zuster was ze
in kennis gekomen met een vriend
van haar zwager, een net persoon
van middelbaren leeftijd, mijnheer
Doedaart, ex-boekhouder, thans ge-
pensionneerd met een schraal pen
sioentje, en op gemeubileerde kamers
wonende.
Zoo van het een was het. ander ge
komen; zij hadden het beiden met. ai
te breed in dezen jammerlijken, du
ren tijd zij iêvende van een kleine
kontje, beroerde mevrouw die knussi-
doch samen wonende en botje bij
botje doende, zoo hadden zij gerede
neerd. konden zij goedkooper leven,
althans in huur, belasting, vuur en
licht belangrijke bedragen besparen.
Daarom waren zij getrouwd.
Dat wil zeggen-, wij willen gaarne
gelooven, dut hét geen huwelijk zon
der liefde was, doch geheel zonder
berekening was het evenmin. Hoe het
zij» ze leenden gelukkig met elkaar.
Onzs Lachhock
Kleine Willy: Wij hebbe .'.chook
:je gespoeld, moeder.
Moeder: Nu, ik hoop, dat je je goed
gedragen hebi!
W i 11 ik hoefde mü met goed te ge
dragen. Ik was de ouderwijzere»!
Gast: Dit is ai een verwonderlijk
kleiu stukje biefstuk, dat je m;j gege
ven hebtl
K e 11 ne r Ja, meueer, aiaar u zult e*
uok eea verwonderlijk langen ujd mee
dtenl
Mevrouw Goedaarf. geboren Krakepit
had haar eigenaardigheden, doch
mijnheer was dood goed cn sullig ven
aard, die gevaar voor «looien opleve-
rende klippen op de huwehjkscee, met
behendigheid wist te omzeilen.
Op oen avond, eenige maanden na
hun huwelijk, toen zij knusjes bij ei
kaar zaten mevrouw z^r, te breien
mc' poes op haar schoot, mijnheer
leunde behaaglijk achterover m zjja
grooten stoel en rookte can pijp gn
niet© de kalme rust vwatoords, daas
he' eentonig getik v«n *en lefckenc©
water goot op het plat v«ui het keu
ken je. beroerde mevrouw die 'nroaea-
ge stilte even. door haar brslwerk
voor haar op lafe: te leggen, waarop
zij haar man toevoegde
Ik had zoo es ged&oh'ik heb
hem nog altijd bewaard.. omdat
de erfgenamen er indertijd geen prijs
op steldendie wandelstok van
mijn overleden man, bedoe'. ik..de
stok waar Ferdinand dageVttks mee
liep dte-ie altijd en overal bij hem
had. waar-ie zoo trotseh op was.
ik had nou zoo gedachtdie wil
ik jou gevenjr z*l er wel plezier
in hebbenen je zjJ hem In eare
houdenik heb juist gemerkt,
de je er eigenlijk geen fatsoenlijken
stok op na houdt.
Mijnheer Goedaan keek eemgszins
adp cn afwezig bij deze mededeelin-
gen van zijn wederhelft, 't Was waar:
een wandelstok was een artikel, waar
hij nooit bijzonder gehcch'. aan was
geweest.
Hij liep gewoonlijk mei een para-
pluie, hetzij het dan regende, of niet,
want was het mooi weer, kon het
immers gaan regenen, en maar ai te
dikwijls bleek dit bewaarheid ie zijn;
van een wandelstok maakte hij zeiden
gebruik. Zijn paraplu te diende hem
tevens als zoodanig.
Mevrouw had dc poes van baar
schoot op den grond laten glijden;
was toen opgestaan, om zich naar een
kast te begeven, waaruit zc een zeer
zorgvuldig ingepalcten stok te voor
schijn haalde. Na weer gezeten te zijn,
wikkelde ze zeer voorzichtig het vloei
papier van den stok af en toen hij
geheel van zijn omtnanteling was be
vrijd. toonde zij haar man hei pracht
exemplaar, waar haar overleden echi-
genoot, haar Ferdinand zoo mee ge
dweept had. als zijnde een cadeau,
dat bem ter gelegenheid van een zij
ner verjaardagen, door ziin vrouw-
was aangeboden. Hel was een zware,
naar boven dik nitloopende stok,
waarin kunstig gesneden *35 een
hondekop. zoo'n echte bulldoekop,
me; broeden neus, .wijd-uitpuilende
oogen en kwabwangen, hier en daar
zwart gevlekt, kortom een monster
achtige kop. Rond den stok bevond
zich een zilveren bandje, waarop de
initialen van den overleden echt
vriend waren gegraveerd.
Kijk es, zei mevrouw, den stok
in de gestrekte rechterhand houdende,
vin je h.et geen prachtstuk?Nou
zal ik op dit plaatje j o u w naamlet
ters voor deze in plaats laten ze i ten
dan is die heelemaal van jouBen
je er niet rechi blij meet
Mijnheer Goedaar: betuigde zijn
hooge ingenomenheid mei deze ver
rassing. en hij beloofde het geliefde
voorwerp, even ais haar eerstp man,
in groote eere le houden, en hem
steeds mee te zullen torsen op de
wandeling.
Doch toen de hondekop voorzien
was van een nieuw halsbandje, mei
de initialen \V. G., gebeurde het
vooral in de eerste 8agen, meermaien,
dat Willem Goedaart uitging bij
prachtig droog weer, maar vergat den
stok mee te nemen. Zijn echtcenoote
meest ham telkens herinneren, dat
hij den stok niet bij' zich had, wan
neer hij de deur uit. wilde gaan. Eens
had ze hem Iwee straten vemag&loo-
pen, met den hondekop, zóó was ze
er op gesteld dat haar man dien stok
steeds bij zich zou hebben. Doch ge
mak had de heer Goedaart er alles
behalve van. Het was een log, zwaar,
monster, ongemakkelijk :e hanteeren,
en als hij hem onder den arm droeg,
uitmuntend geschikt om er kinderen
moe op de vlucht te jagen.
Den eersten keer, da; hij er mee
uit was geweeei, kwam hij onderweg
een goeden kennis tegen, die hem
niet zonder medelijden vroeg, wie
hem mei zoo'n mormel had opge
scheept De heer Goedaart hieid ech
ter tegen z'11 kennis en ook tegen
anderer: vol, dat het een bijzonder
gemakkelijke stok was. f link en ste
vig. waar hij terdege op gesteld was,
wnder juist mede te deolen, hoe of
beuilleton
DeLaeliente avaiier
DE GESCHit. ..'.is, .\N' DEN
VOORY '.DER ROODEN
PIMPERNEL..
door
BARONESSE ORCZY,
93)
Zonder mei.' co:up tenen ton duwde
bij hem naar dc eieae. Nicolae® was
overbluft en het met zichzelf nog
niet tens wat 1-1 doen; hij keex voor
zichtig onder de kap van het voer
tuig. Daar zag hij zijn zuster lig
gen op den houten vloer, hot hoofd
tegen een bundel dekens, die daar
haasüg voor haar waren neergelegd.
Maria zat ineengedoken naast haar,
verborgen in haar wijden mantel cn
hiekt de handen voor de oogen, ter
wijl zij onverstaanbaar ui zich zelf
mompelde, steunde cn Ier snode.
Gil da had de oogen gesloten en
was doodsbleek. Beresteyn's hart
kromp ineen van smart bij dien aan
blik. Zij zag er zoo verlaten en uit
geput uit, dat heftige gewetenswroe
ging hem vervulde.
Er was nog pteats voor hem in
de slede. Hij aarzelde niet. langer;
niets kon hem nu weer uit Gilda s
nabijheid verwijderen, hij moest liaar
veilig bij hun vader terugbrengen.
Een beva«end „voorwaarts', trof
plotsOliing zijn oor, de koetsier zette
dia paarden aan, de slede kraakte en
kwam langzaam in beweging. Bore-
steyn hief het zeil. achter in de kap
vau hot voortuig wat op en zag voor
liet laatst naar den molen waar1 zulk
een tragisch tooneel zich had alge
speeld.
Hij zag Diogenes nog staan, wui
vende met zijn hoed. Neg eenige
oogenb.ikken toekende zijn prachtige
gestalte zich helder af tegen 't vlak-
k.-j grijze landschap, toen onttrok de
sluier van mist "hem langzamerhand
aan zijn blik, terwijl de stede zich
snel or on sneller voortbewoog.
In hot volgend oogenblik was de
Lachende Kavalier uit het oog ver
dwenen.
XLIII.
Nog eens te Leiden.
Gilda, leefde daarna als in een
droom, slechts half bewust., dat oen
paar flinke paarden en eon vlug glij
dende slede haar naar huis terug
brachten. Want hiervan was zij nu
zeker, omdat Nicolaes sül naast
haai' zat onder' de kap van de slede
cn haar op haar smeekenden blik
met eon „Wij gaan naai- huis" ge-
vol! hand dé weg gewezen wérd
in hel donkere land, waarin ze verder
moesten levenDe gevolgen van deze
grooie misdaad, ontdaan van alle
veroiering zijn nog tragischer dan de
kerkhoven, waar de slachtoffers ten
minste rus.i vonden. Men kan mhs-
schien iets onkiesch vinden in hei
tentoonstellen van inenscheiijke el
lende, zooals nu ook weer door de
beelden van het hongerende Wee-
ne.i. Maar daar etaai tegenover, dat.
men op deze wijze tol de ma soa
spreek! en waarlijk de toeschouwer»
zijn wel onder den indruk als de el-
lcnue zóó onder hun oogen wordt ge
bracht.
Een vroolijker tafereel konden we
ook dezer dagen genieten, de mooie
fo'o'8, die nu gedeeltelijk tot levende
beelden zijn geworden, die de heer
Burdet van onze inheemsciie vogels
nam. Met welk een geduld en liefde
moeten deze films opgenomen zijn,
en welk een belofte voor de toekomst,
a's men op deze wijze het leven aer
dieren kan vastleggen en zoodoende
een veel uitgebreider kennis van hun
natuur en wezen krijgt. De kleine
beestje® in de misten of hun eerste
waggeIpasjes doende op den grond,
of kijkend uit de opening van
hun nestkastje of het voede
rende ouderpaar de gulzig hap
pende bekken komt vullen, verwek
ken een enthousiast applaus. Men
krijgt bewondering voor deze ijverige
ouders, die maar steeds voor de kin
deren zorgen, niet denkende aan va^
te arbeioéuren, niet rustende, zoolang
het dag is. Zij doen hun, werk onver
moeid en zonder eenige hulp, zonder
eenige bclooning voor groote gezin
nen, en ci is muur één deugniet bij
dit volkje, die zijn taak door anderen
op laai knappen. De koekoek keni
geen verantwoorde] ijksgevoel en laat
maar anueren zorgen, wat blijkbaar
op het karakter dezer familie geen
besten invloed lieoft gehad, want
rtt-Ó6 zeer jeugdig zien we hel koe
koeksjong de eieren van zijn gast
vrouw uil het nest dringen. Hoe'
prachtig is de film van al de vlie
gende en weer neeretr ijkende sterna's
oj> de broedplaatsen van de Wadden
eilanden, en hoe eenig het angstige
getippel van kieviet en grutto, die
zich toch eindelijk weer met zorg op
hun eieren te broeden zetten? Het was
een mooie avond en Ye'en genoten er
van, maar toch zouden wij zoo gaar
ne zien, dat deze film nog eens ver
toond kon worden en de heer Thijsse
zijn uitleggingen wilde geven in de
kerstvacnnlie. Velen willen dan zoo
gaarne dc jeugd' eens iets goeds laten
zien, die dat op een avond in school
tijd minder geschikt vinden, en ik
ben zeker vaneen nog grooter en
enthouóiusier publiek.
Neen, v.tarlijk, hel is niet de film
als zoodanig die we af moeten keu
ren, maar Let misbruik, dat we ne
strijden moeten. De bioscoop is niet
meer uit onze samenleving te verwij
deren, maar zij kan wel een kracht
ten goede, mplaa'.s van een werktuig
van net kwade worden.
T. J. W1LLEKES MACDONALD
DE MODERNE SIERADEN.
Duro en eenvoudige siera
den. Half-edelsleenen. Parij-
sche kettingen en armbanden.
Eonvoudigo gebruiksvoorwer
pen In huls.
Over hot algemeen Veranderen) onze
sieradien niet gelijk op met, de mode.
Misschien zijd er :i,l eens kleine ver
schillen, zooais hef dragen van ket
linkjes met hangers bij het verschij
nen van Mouses en japonnen met
puntig uitgesneden halzen, oi de groo
te broches, die bij de hooggesloten
japonnen behoord hebben. Maar de
grondstoffen komen veelal op hetzelf
de neer. cm al zijn de broches, wan
neer zij ais sluiting moeten dienen,
meest iang en smal, en al zijn de rin
gen breed met veel «xielsteenen bezet,
of smal met een enke'e parel er op.
tot nu toe draaiden zij altijd in het
zelfde kringetje van goud en zilver,
edelst een cn en parelen rond.
En ad zijn sommige») dan ook wel
eens ouderwetsch in de zetting der
steen en, of het model, zij kunnen toch
nog uitstekend godragen worden,
jat. zij zijn zelfs da a r o m vaak zeer
geriefd, wat me intusschetn niet recht
duidelijk ia, want de moderne goud
smid maakt toch ook prachtige sie
raden
Maai' den laats),on lijd is er een
sterke neiging naar eenvoudiger sie
raden, die misschien minder waarde
vol zijn, uitgedrukt in geldswaarde,
maar die door hun fijne afwerking en
him smaakvolle combinaties dikwijls
buitengewoon mooi kunnen zijn.
1-Iet eerst begon deze mode zich te
openbaren door liet zeiten vaat mooip
steenesi, die geen edusleenen waren,
maar meestal van éc-n kleur, in een
gouden omvatting. Langzamerhand
echter kwamen er andere steen en
voor ui de plaats, die veet in zilver,
ook wel in koper, zoteen echter in
goud werden gevat. En de groote ver
scheidenheid, die inen op dat gebied
reeds wist te bereiken, is merkwaar
dig. Dit is wel het echte kunslnijver-
heidwerk, en de eenvoud der uitvoc-
antwoord had, terwijl hij haar in.,
aan zijn lippen had gebracht. Hier
na was zij uitgeput in een ka,lrnen
slaap verzonken. Zij bemerkte niet
wat er om haar heen gebeurde; ter
nauwernood drong liet tot haar door,
wanneer er liail ward gehouden oiu
te eten en te drinken.
De nabijheid van haar broeder, zijn
groote hartelijkheid gaven liaar een
gevoel van welbeliagen, al voelde zij
de toekomst als een zware last oji
zich drukteen.
Op haar verzoek worden aanstal
ten gemaakt om den nacht in
door te brengen, waai' zij iu den
Woagen namiddag aankwamen. Zij
vroeg Nicolaes 0111 hun intrek te ne
men in de „Witte Geit" aan don au-
u.rcn kam der stad en dat van daar
uit oen bode zou worden gezonden
naar haar vader om hem te verzoe
ken haar den volgenden dog te komen
halen.
Ofschoon Nicolaes wel wat verwon
derd was over dezen wensch van
Gilda, daar zij toch zeker verlangend
moest zijn thuis te komen en Haar
lem gemakkelijk voor hot vallen vnn
don nacht bereikt, kon worden, wilde
hij haai' toch niet tegenwerken.
Om de waarheid te zoggen, zag'hij
zeer op tegen een ontmoeting mot
zijn vader, maar hij wist, dat dit
toch eens gebeuren moest en hoe al
ios ook verder loopen zou, dit wist
!UJ ZÜJVtl, lie L zuu 1101II OUIUOgCi ij..
zijn alleen langer den zworen last van
zijn wroeging te dragen, waaraan hij
cl'kain keer herinnerd word als hij
Glldo's droeve oogen ontmoette en
zag hoe vermoeid en uitgeput zij was.
Hij gaf dus bevel halt to houden
voor de „Witte Geit"; toen hij zijn
zustor veilig onder dak wist en een
goed avondeten besteld had, zond hij
dadelijk een bode te paard naar
Haarlem, naar zijn vader.
Gilda had mei over,eg de herberg
de „Witte Geit* gekozen omdat zij
voelde, dat in dit oude gebouw met
zijn breerfe, eiken trap. die zij vijf
dagen geleden half bewusteloos was
opgedragen, onder de zwart borookte
balken zij misschien nog de echo zou
hoonen weerklinken van dan vroO-
lijken lach, dien zij nooit meer I100-
ren zou.
Maar toen eindelijk de slede onder
do 'age poort gleed en stil stond op
de kleine binnenplaats van de her
berg en zij met vermoeiden tred en
knikkende knieën de eiken trap be
steeg, scheen het liaar alsof de le
vendige herinneringen, die de plaats
bij liaar opriepen, nog zwaarder te
dragein waren dan de verwarde
droombeelden, die liaar tot nu toe
hadden verontrust.
Do slaapkamer, ook, met het kleine
neven vertrek, dat er 111 uitkwam, wne
dezelfde waar zij den vorigen keer
geslapen had. Toen de gedienstige
meicl de deur vour de eclele jonkvrouw
openwierp, herkende zij weder don
open haard niet zijn vroolijk lunet- 1
tei-and vuur, den stoel met hoogon
rug waarin zij gezeten had en zelfs
de vootenbunk, die hij haar ander de
voeten geschoven had.
Het leek haar bijna onmogelijk om
daar weer binnen te treden; het was
alsof zijn prachtige gestalte daar
weer in eens in het ha-iduister voor
liaar zou oprijzen en zij zyn «pot:
de oogen cn lachend gelaat voor zich
zou zien. Zij zag hem overal en zij
moest de oogen sluiten om dil vi
sioen tc verjagen.
De meid maakte de zaak er niet
beter op, want zij vroeg onophoude
lijk en verlegen naar dien knappen
heer, die zoo vroolijk geweest was de
vorige maal en ook Maria bracht al
brommend en mopperend nog eenige
speldeprikteen aan liaar reods zoo lij
dend hart toe, ofschoon niet met oj>-
zet, daar zij Gilda aaaibad.
Vermoeid naar lichaam en ziel kan
Gilda dien avond den slaap niet vat
ton. Elke seconde van de laatste vijf
dagen doorleefde zij woei-; ook' het
onderhond met dien zeldzaam aan-
trekkelijkon man, toen nog een
vreemdeling voor haar. hier in deze
zelfde kamer. Wat had zij hem eorot
gehaat! Wat hnd zij haar best ge
daan hem te vernederen en te won
den met haar woorden, terwijl zij
toch reeds toen zich wapende tegen
zijn onwederstaanbare vrooiijkheid,
die als een stralenkrans 0111 hem heen
schitterde; cn toen dat tweede ge
sprek in Rotterdam! Haatte zij hem
toen nog? En zoo niet, wanneer was
dan die groote verandering in haar
begonnen, zoodat nu slechts liefde
haar geheele ziel vervulde?
Maar een terugblik op de verioopeai
dagen gaf haar daarop geen ant
woord. Het eenig© wat jij wist. was,
dat zij hem toen hij hulpeloos en ge
bonden voor haar gebracht v. rd,
reeds iiefhad en dat sinds dat oogen
blik de liefde in haar steeds was ga-
groeid totda: haar heole zie! uhging
nwu- hem. den avonturier zonder lanc
cr. naam, dien zij eerst zoo had ver
acht.
De gedachtau aan die weinige kor.
te dagen, die een eeuwigheid schenen,
waren ofschoon treurig .toch liefelijk
voor Gilda, maar de herinnering aan
datgene wat in de laatste uren was
geschied deed liaar lijden en veroor
zaakte haar ondragelijk© smart
Scherp omlijnd voor haar oogen
zag zij do beelden van het gebeurde
dien zelfden morgen in de hut naast
den molen; die weinige uren leken
haar jaren van haar leven.
(Wordt vervolgd.)