HAARLEM'S DAGBLAD SATERDAG 13 Dc.CEiViBfc.fc. 919 DERDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. De plaatselijke bladen hebben waar- lijk wel gedaan, wat ze maar 'kon den om het publiek in te lichten over hun verplichtingen biji de nieuwe wet op de ouderdoinsvarzekering. Maar het lijlkt wel of velen deze uitleggin gen niet, of tenminste niet goed heb ben geitzen. want er hoersoht nog een algemeene verwarring van begrip pen omtrent deze zaak. Geheel on begrijpelijk is dit niet, daar ook vele werknemers geheel buiten hun schuld, nog niet in het bezit zijn van de kaaT- tcïi waarop de rentezegela geplakt moeten worden. Maar ook en vooral hierom, omdat reeli? voor het in wer king treden van de wet. de werkge vers voelen, dat er groote moei tuk heden op handen zijn. Wij, vrouwen, moeten echt-er dit goed onder hef oog zien. dat een belangrijke arbeidswet zooals deze, niet in de eerste plaat: gemaakt is voor bet. percentsgewijze klein aantal personen, dat in huis honds'teken dienst is. We moeten er ons we! v 11 doordringen en mis schien ligt juist hierin de aanwon' lijk reeds afwijzende houding van vele vrouwen dat hier nu een ecr- eie stap gedaan wordt, om ook de dienstboden onder de arbeidsvoor waarden van alle loontrekkenden te brengen. Dat het- huispersoneel nu niet juist omk-r dezelfde conditie® werkt als andere arbeid ore. dit weten wij allen, maar wij moeten toch voelen, dat hei juist hoog tijd wordt d* wonder lijke toestanden op dit gebied eens grondig te herzien. Wat nu de verzekering voor h Visio huispersoneel hetreft-, deze zaak is vrij eenvoudig. Bij het- uitbetalen van het salaris is de werkgeefster verplicht even zoo vele weekzegels op de kaart te plakken, als er wek°n ver liepen, sinds de vorige betaling. Voor dienstboden boven de 21 jaar plakt men een zegel van 50 rents voor c'ie onder dezen leeftijd van 40 ets. Men knn de zaak zoo elellein, de regeering wenscht ook deze categorie van ar beidsters te verzekeren, en laaf de werkgeefsters do premie betalen, zoo lang zij de arbeidster in dienc-i heeft. Voor zeer velen zal deze ver plichte verbooging vnn het loon te bezwaarlijk zijn en men zal nog dan vroeger les personeel in diien®l nemen En bier schuilt nu juist de moeilijkheid d'e va.-rachij-.-ilijk 1e licht is geteld. Niet zoozeer omdat men te veel moet betalen, want omuat het loon van de~e hulpkrachten tooi» reeds vrij hoog is, i i 1/6 gedeelte van de weekpremie, per dag wel te dragen zijn, maar meer om de groote vevwarring en gekno die hiervan 't gevolg zal zijn. Ik stel nu eens het gunstige geval, dat een werkster of naaister 6 dagen per week uit wer ken gaat, dan zou do Maandagsche werkgeefster een zegel kunnen opplak ken van 50 ets, maar van haar loon b-v. 40'ets. afI rekken, welk bedrag dan door da andere werkgeefsters op het loon moest worden gelegd. Maar nu de praktijk. Wij weten al len, dat de toestand zoo niet is, uw werkster komt soms eon som a twee dagen enz. De mogelijkheid ie niet uitgesloten, dat zij volkomen te goe der trouw, des Maandags nog niet weet, welke dagen zij bezet zal heb ben. En het gaat toch niet aan, dat mevr. Th, die zeer uit den nood ge holpen is, als Mevr. de werkster eens kan afstaan, niet mede zou be- ta.en. Ik hoop van harte, dat bet niet waar is wa: men reed6 hoorde zeggen, dar velen hun werkster of naaister niet meer des Maandags willen Jieb ben. Dit maakt de zaak niet beter, want dan wordt Dinsdag of Woens dag de premie-dag. Een protest ais di: helpt niets, want de wet zal zich om deze moeilijkheden weinig be kreunen, vrees ik. Dc oplossing moet door de vrouwen zelf gevonden wor den in gemeenschappelijk overleg. Zou b.v. deze regeling piet gebrcff u j kunnen worden; dat men deze zegels plakte n a de werkweek 'I Ik bedoel zoo, dat de werkneemster, die Maan- gcefetcr al den last zal hebban van 'I draagt, wat die andere dames de vo rige week als premie op het loon heb ben moeten storten. Is Mevr. A. dan niet tevreden als zij maar ëón of twee bijdragen ontvangt, dan moet zij de werkneemsters aanraden meer werk huizen te zoeken, wat bij den tegen- wooriigen dienstbodeunood niet moei lijk is. Aan den amlen-n kant zijn er werkgeefsters, die dii niet verlan gen en gaarne het grootste gedeelte frernie zullen betalen. Het voordeel iervan is, dat de toestand tenminste zuiver wordt, en vooral, da! men een gedeelte van de verantwoordelijkheid en de moeite brengt op dc schouders van de persoon, die dan toch even tueel van de ui.keering zal profitee- xen. Want het gaat toch niet aan dat bij een lasiige zaak als deze, de werk geefster al de last zal hebben van net innen van het bedrag en de werk neemster, die zelf in contact is met de verschillende uitbetalers, er niet de minste moeite voor zou hebben te doen. Ik geef dit plan maar als een po ging om tot een regeling te kooien; het is be«l, mogelijk dat er iets beters op te bedenken is. Daarom laten alle vrouwen hun gedachten hier eens over laten gaan. De Vereeniging van Werkgeefsters voor Huispersoneel Ivooizilster Mevr. Cohen Tervaart, .Tulianaweg, Overveem) is volkomen bereid de zaak haar volle aandacht te schenken-. Noginaa!?. voor een zaak moet 'k alle vrouwen waarschuwen, wenst nu eens solidair hierin, en toont. dat. we deze moeiüjheid wel kunnen oplos sen, maar vooral begint met met u aan wettelijke bepalingen te onttrek ken, want dit brengt u geen stap ne der tot het doel. De veel gesmade bioscoop. Lezeressen, ik moet maar dadelijk beginnen met een bekentenis, ik bon dol op lichtbeelden en bioscopen. Evengoed als i'k mijn leven lang graag prentjes en platen bekeken heb, zoo beschouw ik een lichtbeelden voorstel ling als een groot prentenboek, dat een ander mij voorlegt en de bladen omslaat, een prentenboek, dat levend wordt bij de bewegende bioscoopbeei- den. Waarom dacht niemand er aan dat, mooie stereoecoop-foto's of eer 5oedo tooverlantaarn, verkeerd zou en zijn en een bioscoop wel Dat kan (och alleen wezen door liet mis bruikt dat van deze uitvinding ge maakt is, en jammer genoeg is het misbruik, het verkeerde 1n dozen meer algemeen gangbaar, dan het goede. Zoo zijn er ook vele tooneei- voorstellingen, die slecht zijn en an dere, die ui allen gevalle niet dienstig zijn voor jeugdige personen, maar hoe langer hoe meer wint de overtui ging veld, dal van het toonoet eer g.-oote opvoedende en beschavende kracht kan uitgaan. Waarom dan niet van de bioscoop, de reden is mij niet duidelijk. Eenige jaren geleden zag ik een film, die het drukke ver- ketr en straatleven tn de wereldste den vun Europa liet zien, en nooit persoonlijk zich daartusschen bewogen had. kreeg hierdoor een in druk die noch door een reisbeschrij ving, noch door een plaatje weer te geven is. Jlet gesproken woord op een lezing moet wel heel levend zijn, wil het ons een duidelijke voorstel ling geven van wat men verhalen wil, maar kan men datgene aanschou wer» waar de zaak om gaat, dan is de indruk een heel andere. Hoe langer hoe meer wordt dan ook gebruik ge maakt van de lantaarn als demon stratie-middel cn bet woord „licht beelden" op het programma trekt bet publiek dadelijk aan. Een paar we ken geleden gaf de bouwve reenigh ig Patrimonium hier een lichtbeelden- avond, waarop de door haar gestielite woningcomplexen duidelijk werden vertoond. Zelfs voor een leek we ra nu het lieeie betoog begrijpelijk, men zag de plattegronden, de interieurs, en de gevels en straten. Van het een kreeg men een aangenamer indruk dan van het ander, maar men Kon nu door aanschouwing toch ook ee, oordeel krijgen. Deze lichtbeelden werden verklaard door den architect der Vcreeniging, die zijn taak zeer iuim opvatte en een overzicht gaf het woningvraagstuk van <»e vroegste tijden af. je zelfs begon met de meest primitieve woning, n 1. die, welke slak op haar rug meedraagt, Mooie foto's kregen wij te zien van de hutten in warme landen, die die nen al9 beschutting tegen zon en lat te en van die in Noordelijke stre ken, oi« die kou moeten weren. Maar het. interessantst waren de bewijzen van de slechte woningen in eigen land en in onzen tijd. De plaggenhut Drente en meer treurige toe standen op heb platteland, maar waar dan toch nog dit goede bestaat, dat men de frissche lucht en Gods thoone natuur heeft nis men uit zijn hol komt. Erger zijn de krotten ir. de groote steden, want in slopjwn en stegen is ook buitenshuis geen lucht te krijgen. Wijt kennen ze allen, deze treurige verblijven, die een schande zijn voor Iedere stad, waar ze voorkomen, maar he; is goed dat men ze weer eens ziet, omdat, zooais spreker aeiae, niemand moet rusten, voor dat deze wantoestand verdwijn'-. Is ei- wel iets wat zonder veel woorden meer de gruwel maar ook de krankzinnigheid van dezen oorlog lot ons Dracht, als het zien van ue film, waar arme verminkten leerden loopen, hun kuns.ledematen gebrui ken, en waar de blinden door ticide- ring maakt ze voor &nn 'dubbel aan trekkelijk. Of dat echter komt, doordat wij menschcn zrif eenvoudiger zijn ge worden, lijkt me een eemigs zins gewaagde veronderstelling. Het komt mij veel waarschijnlijker voor, dat het opnieuw ontstaan te uit een behoefte naar afwisseling; maar nu het er eenmaal ls. bewalt het goed. Ook de mode leent zich uitstekend voor deze sieraden. De eenvoudige w6'.versiering op oen warme winter- japorx vraagt niet om een overdadige broche of ketting, maai- de eJegant- uitgesneden zillveren hanger met den half edelsteen, geeft cachet aam het geheel En de steen en I Ik mooi eerlijk zeg gen, dat <le namen mij niet. bekend zijn, maai* wanneer wij oouige er van voor ons zien liggen, treft ons dade lijk de warme gloed, do ondoorgron delijke diepte en het lichteffect. Want vele geven bij avondlicht andere kleuren te zien dan overdag, hetgeen lum eigenaardige bekoring nog ver hoogt. Natuurlijk blijft een diamant of een opaal of een parel u,tij« veel kostbaarder, dan deze hoJf-edeèstec tien, maar de eerste missen den gloed en de warmte der laatste. Hun schittering .s zuiver e» helder, maar een groote diepte ontdekt men er niet ui. Dit zijn echter niet de eenige een voudige sieraden, die op het oogen- blik in de mode zijn. Parijs heeft een richting aangege ven, die niet alleen dc japonnen en xiiiveron sieraden eenvoudig mankt, maar ook kettingen heeft doen ont staan waaraan geen edel metaal te p:!.< .komt. En deze komen nu lang zamerhand ook naai- ons land over. Zij worden veal geuiuakl van been, maar ook van een soort gekleurd hoorn, dat in groote, vierkante scha kans is uitgesneden, en waaraan on deraan een groote, fijn uitgewerkte „piiwfue" hangt. Heel vaak dienen deze kettingen als eenige versiering op een eenvoudige zwarte of donker blauwe japon en moeten or dus ge heel het karakter aan verleeuen. En dat doen zij volkomen, ais uien ze dan 'ook maar geheel a.s de eenige versiering beschouwt. Want draagt men zoon opvaleaiden zwaar uitziou den ketting cp een gegarneerde japon, dan maken deze twee elkaar grof. Óok armbanden maakt men van dezelfde hoornachtige stof. Wat het voor goed is, heeft niemand mij nog ooit kunnen vertepen, maar liet is soms niet zeer vast kleurhaudend. Een armring, die pastelblauw was, werd na eenige maanden van een lichtere, blauwgroene kleur, en teek zelfs 's avonds zeegroen. Intusschen zijn deze armringen wel erg hard en stug, de slangen, die van dezelfde stof gemaakt worden, zijn plat en heb ben iets soepelere doordat zij om den arm s.iuteu. De Parisiennes dragen ben iets sta-pel eis doordat zij om den ze, nu de korte mouwtjes zoo in zwang zijn, bij voorkeur boven den elboog. Intusschen doet deze eenvoud zich niet iilicen geiden in de vrouwelijke sieraden, ook in de gebruiksvoorwer pen in huis is de nieuwe richting dui delijk merkbaar. De felle, kleurige bloem eppatron en zijn in allee eigen lijk afgeschaft, alleen de zoogenaamde boerenserviezen met hun frissche tin ten hebben die neiging nog. Toch is tlait maar gelukkig, want de liefde voor onbestemde kleuren is groot, en oen brutaal vuurrood, helblauw ein grasgroen waaien er als arm frissche wind doorheen. Eenvoudig zijn zij echter allemaal, èn van kleuren èn van bewerking, waardoor zij ook zoo uitstekend pas sen in de moderne huizen mei hun lage verdiepingen en overvloed van licht en lucht. Het een zal wol een ge volg van het ander zijn; in de ouder- wetsche huizen met hun sombere iiCüge kamers verleemden de druk- vergulde lijsten om de portretten en de kleurig bee.den en vazen nog eeni ge vrooiijkheid aan het vertrek. Maar wanneer- wij dit ailes m liet felle licht van een modern huis plaatsten, zouden onze oogen er pijn van gaan doen. En zoo komt bet ook, dat dc sieraden in huis eenvoudig zijn. Welk een vei- scheidonheid in prullen en vazen houdt men er tegenwoordig al niet op nal Ze- kci, het is waar, dat er hoogc prijzen voor gevraagd worden, wanneer men komt om een groote vaas. Maar men kan ook deze voorwerpen zoo nu en dan koopeu voor een betrekkelijk lagen jirijs. Dit zijn dan de soorten, waarin bij het bakken of glazuren een fout is geko men, zoodat zij veel van hun waarde heb ben verloren. En hoe vreemd het ook klinken moge, maar een enkele fout in zoo'n vaas misstaat totaal niet. N'atuur- 'lijk zal men zoo iets niet als geschenk bestemmen, maai ik hennuer me eens een groote, helderblauwe, doffe water kan gezien ie hebben, die een enkel ruw plekie in het glazuur had, en daardoor voor f 1.30 was verkocht, terwijl men anders voor zoo'n kan al gauw 8 a f 0 moet betalen. En ze versieren ons huis! Wanneer wij wat geld hebben overge had voor levende bloemen en wij zetten die in zoo'n aardewerk-vaas op tafel, dan hinderen de Ieelijke stelen ons niet. die in een glazen vaas zoo duidelijk zicht- baar zijn, en is dc combinatie van vaas en bloemen met smaak gekozen, dan ge ven zij dikwijls de geheele kamer '1 hui selijk aanzien, dat wij vooral in den win ter nie: genoeg kunnen waajdcerea. Sieraden, in welken vorm dan'ook, be hoeven niet kostbaar of opvallend te zijn, om aan bun doel te beantwoorden. Wanneer zij één geheel vormen met dc omgeving, zijn zij veel meer waard, dan wanneer zij als iets buitengewoons er naast staanl E. E. PEEREBOO.M. NUTTICE WENKEN VOOR DE HUIS VROUW. No. 62. Als de Sint achter den rug is, maken velen zich alweer gereed tot het vieren van het a.s. Kerstfeest, en al ligt dit feest nog eenige weken vóór ons, voor haar, die thuis een Kerstboom wen- soheu te hebben, beginnen reeds nu de toebereidselen. We! heeft men nog zon der twijfel zorgvuldig dc vele glazen ver sierselen van het vorige jaar weggebor gen en bewaard, maar er zijn nog zoo heel veel dingen zelve te maken, tot ver siering van den boom. Gelukkig zijn er weer sinaasappelen en mandarijntjes te krijgen, welke beide zoo'n vroolijk aan zien aan den boom geven met hun oran jekleur. Tot een van de mooiste en voor de kinderen ook dc leukste versiering, behooren zeker wel de „zilveren" en „gouden" noten, die tusschen 't groen zoo schitterend te voorschijn komen. Om noten te „verzilveren" en te „vergul den" gebruikte men oudtijds 't bladgoud en 't bladzilver, dat ook bij 't plakken van de St. Nicolaaspoppen in den tijd van Hildebrandt gebezigd werd. Dat bladgoud is echter nu niet meer in den handel en daar waar 't nog gebezigd wordt. bijv. in de apotheken voor het vergulden en verzilveren van pillen, voor dit doeleinde te duur. Men gebruikt nu die doosjes zilver- of goudvernis, die bij eiken drogist te krijgen zijn voor matigen prijs. Men volgc geheel de gebruiks aanwijzing, die iedere doos bevat en begint inet 't penseeltje de noten te be handelen. Dan laat men de noten goed drogen. Zijn ze droog, dan boort men van boven cn van onder in den dop een gaatje en rijgt door de noot midden in een draadje, dat inen van onder met een knoopje eindigt. Zoo kan men de noten gemakkelijk aan de takken hangen. Bij 't aftakelen van den boom kan iedeic noot veilig door de kinderen gegeten worden. Ook kau iedere huisvrouw zelve wel wat koekkransjes bakken en die met een gekleurd lintje aan den boom bevesti gen. Neemt men nu die lintjes en band jes in verschillende en liefst helle kleu ren, dan zal ook die verscheidenheid een aantrekkelijkheid te meer zijn. Op dc takken brengt men dan hier en daar wat dunne, uitgeplozen vlokjes watten aan en strooit daar overheen wat zoogenaam de strooïgom of glimmend strooipoeder, dat of bij den drogist of bij een winke lier, die Kerstversieringen verkoopt, te bekomen is. De Duitsche manier, om onder den boom op een keurig gedekte tafel de cadeaus te plaatsen, vind ik ver kieslijker dan die aan den boom te han gen, zooals ook wel eens geschied. De smakelijke manier van ten toon stelien der geschenken en 't mooie dekstcl, dat in Duitsohland alleen met de Kerst werd gebruikt, verhoogt wel de plechtigheid van 't feest. Een gemakkelijk en smakelijk recept voor die Kerstkransjes volgt nu tot slot 2 en een half ons bloem, 2 ons boter, 2 ons suiker, 1 lepeltje fijne kaneel, 4 druppels citroenolic of de geraspte schil van i citroen en 1 ei. Bereiding Kneed alle ingrediënten goed en flink dooreen, rol dit deeg rond en snijd- er kleine stukjes van, die men rond rolt en dan als een ring plat uitlegt op een met boter ingesmeerd bakblik. Bak ze daarna 111 een matig heeten oven lichtbruin en gaar. Secr. v. d. Ver. v. Huisvr., z\fd. Haarlem en O. Klevcrparkweg 132. De Hondenkop SIMON MOS. Na eenige jaren weduwe geweest tezïjn, was Annemïe Krakepit her trouwd. Ten huize van haar zuster was ze in kennis gekomen met een vriend van haar zwager, een net persoon van middelbaren leeftijd, mijnheer Doedaart, ex-boekhouder, thans ge- pensionneerd met een schraal pen sioentje, en op gemeubileerde kamers wonende. Zoo van het een was het. ander ge komen; zij hadden het beiden met. ai te breed in dezen jammerlijken, du ren tijd zij iêvende van een kleine kontje, beroerde mevrouw die knussi- doch samen wonende en botje bij botje doende, zoo hadden zij gerede neerd. konden zij goedkooper leven, althans in huur, belasting, vuur en licht belangrijke bedragen besparen. Daarom waren zij getrouwd. Dat wil zeggen-, wij willen gaarne gelooven, dut hét geen huwelijk zon der liefde was, doch geheel zonder berekening was het evenmin. Hoe het zij» ze leenden gelukkig met elkaar. Onzs Lachhock Kleine Willy: Wij hebbe .'.chook :je gespoeld, moeder. Moeder: Nu, ik hoop, dat je je goed gedragen hebi! W i 11 ik hoefde mü met goed te ge dragen. Ik was de ouderwijzere»! Gast: Dit is ai een verwonderlijk kleiu stukje biefstuk, dat je m;j gege ven hebtl K e 11 ne r Ja, meueer, aiaar u zult e* uok eea verwonderlijk langen ujd mee dtenl Mevrouw Goedaarf. geboren Krakepit had haar eigenaardigheden, doch mijnheer was dood goed cn sullig ven aard, die gevaar voor «looien opleve- rende klippen op de huwehjkscee, met behendigheid wist te omzeilen. Op oen avond, eenige maanden na hun huwelijk, toen zij knusjes bij ei kaar zaten mevrouw z^r, te breien mc' poes op haar schoot, mijnheer leunde behaaglijk achterover m zjja grooten stoel en rookte can pijp gn niet© de kalme rust vwatoords, daas he' eentonig getik v«n *en lefckenc© water goot op het plat v«ui het keu ken je. beroerde mevrouw die 'nroaea- ge stilte even. door haar brslwerk voor haar op lafe: te leggen, waarop zij haar man toevoegde Ik had zoo es ged&oh'ik heb hem nog altijd bewaard.. omdat de erfgenamen er indertijd geen prijs op steldendie wandelstok van mijn overleden man, bedoe'. ik..de stok waar Ferdinand dageVttks mee liep dte-ie altijd en overal bij hem had. waar-ie zoo trotseh op was. ik had nou zoo gedachtdie wil ik jou gevenjr z*l er wel plezier in hebbenen je zjJ hem In eare houdenik heb juist gemerkt, de je er eigenlijk geen fatsoenlijken stok op na houdt. Mijnheer Goedaan keek eemgszins adp cn afwezig bij deze mededeelin- gen van zijn wederhelft, 't Was waar: een wandelstok was een artikel, waar hij nooit bijzonder gehcch'. aan was geweest. Hij liep gewoonlijk mei een para- pluie, hetzij het dan regende, of niet, want was het mooi weer, kon het immers gaan regenen, en maar ai te dikwijls bleek dit bewaarheid ie zijn; van een wandelstok maakte hij zeiden gebruik. Zijn paraplu te diende hem tevens als zoodanig. Mevrouw had dc poes van baar schoot op den grond laten glijden; was toen opgestaan, om zich naar een kast te begeven, waaruit zc een zeer zorgvuldig ingepalcten stok te voor schijn haalde. Na weer gezeten te zijn, wikkelde ze zeer voorzichtig het vloei papier van den stok af en toen hij geheel van zijn omtnanteling was be vrijd. toonde zij haar man hei pracht exemplaar, waar haar overleden echi- genoot, haar Ferdinand zoo mee ge dweept had. als zijnde een cadeau, dat bem ter gelegenheid van een zij ner verjaardagen, door ziin vrouw- was aangeboden. Hel was een zware, naar boven dik nitloopende stok, waarin kunstig gesneden *35 een hondekop. zoo'n echte bulldoekop, me; broeden neus, .wijd-uitpuilende oogen en kwabwangen, hier en daar zwart gevlekt, kortom een monster achtige kop. Rond den stok bevond zich een zilveren bandje, waarop de initialen van den overleden echt vriend waren gegraveerd. Kijk es, zei mevrouw, den stok in de gestrekte rechterhand houdende, vin je h.et geen prachtstuk?Nou zal ik op dit plaatje j o u w naamlet ters voor deze in plaats laten ze i ten dan is die heelemaal van jouBen je er niet rechi blij meet Mijnheer Goedaar: betuigde zijn hooge ingenomenheid mei deze ver rassing. en hij beloofde het geliefde voorwerp, even ais haar eerstp man, in groote eere le houden, en hem steeds mee te zullen torsen op de wandeling. Doch toen de hondekop voorzien was van een nieuw halsbandje, mei de initialen \V. G., gebeurde het vooral in de eerste 8agen, meermaien, dat Willem Goedaart uitging bij prachtig droog weer, maar vergat den stok mee te nemen. Zijn echtcenoote meest ham telkens herinneren, dat hij den stok niet bij' zich had, wan neer hij de deur uit. wilde gaan. Eens had ze hem Iwee straten vemag&loo- pen, met den hondekop, zóó was ze er op gesteld dat haar man dien stok steeds bij zich zou hebben. Doch ge mak had de heer Goedaart er alles behalve van. Het was een log, zwaar, monster, ongemakkelijk :e hanteeren, en als hij hem onder den arm droeg, uitmuntend geschikt om er kinderen moe op de vlucht te jagen. Den eersten keer, da; hij er mee uit was geweeei, kwam hij onderweg een goeden kennis tegen, die hem niet zonder medelijden vroeg, wie hem mei zoo'n mormel had opge scheept De heer Goedaart hieid ech ter tegen z'11 kennis en ook tegen anderer: vol, dat het een bijzonder gemakkelijke stok was. f link en ste vig. waar hij terdege op gesteld was, wnder juist mede te deolen, hoe of beuilleton DeLaeliente avaiier DE GESCHit. ..'.is, .\N' DEN VOORY '.DER ROODEN PIMPERNEL.. door BARONESSE ORCZY, 93) Zonder mei.' co:up tenen ton duwde bij hem naar dc eieae. Nicolae® was overbluft en het met zichzelf nog niet tens wat 1-1 doen; hij keex voor zichtig onder de kap van het voer tuig. Daar zag hij zijn zuster lig gen op den houten vloer, hot hoofd tegen een bundel dekens, die daar haasüg voor haar waren neergelegd. Maria zat ineengedoken naast haar, verborgen in haar wijden mantel cn hiekt de handen voor de oogen, ter wijl zij onverstaanbaar ui zich zelf mompelde, steunde cn Ier snode. Gil da had de oogen gesloten en was doodsbleek. Beresteyn's hart kromp ineen van smart bij dien aan blik. Zij zag er zoo verlaten en uit geput uit, dat heftige gewetenswroe ging hem vervulde. Er was nog pteats voor hem in de slede. Hij aarzelde niet. langer; niets kon hem nu weer uit Gilda s nabijheid verwijderen, hij moest liaar veilig bij hun vader terugbrengen. Een beva«end „voorwaarts', trof plotsOliing zijn oor, de koetsier zette dia paarden aan, de slede kraakte en kwam langzaam in beweging. Bore- steyn hief het zeil. achter in de kap vau hot voortuig wat op en zag voor liet laatst naar den molen waar1 zulk een tragisch tooneel zich had alge speeld. Hij zag Diogenes nog staan, wui vende met zijn hoed. Neg eenige oogenb.ikken toekende zijn prachtige gestalte zich helder af tegen 't vlak- k.-j grijze landschap, toen onttrok de sluier van mist "hem langzamerhand aan zijn blik, terwijl de stede zich snel or on sneller voortbewoog. In hot volgend oogenblik was de Lachende Kavalier uit het oog ver dwenen. XLIII. Nog eens te Leiden. Gilda, leefde daarna als in een droom, slechts half bewust., dat oen paar flinke paarden en eon vlug glij dende slede haar naar huis terug brachten. Want hiervan was zij nu zeker, omdat Nicolaes sül naast haai' zat onder' de kap van de slede cn haar op haar smeekenden blik met eon „Wij gaan naai- huis" ge- vol! hand dé weg gewezen wérd in hel donkere land, waarin ze verder moesten levenDe gevolgen van deze grooie misdaad, ontdaan van alle veroiering zijn nog tragischer dan de kerkhoven, waar de slachtoffers ten minste rus.i vonden. Men kan mhs- schien iets onkiesch vinden in hei tentoonstellen van inenscheiijke el lende, zooals nu ook weer door de beelden van het hongerende Wee- ne.i. Maar daar etaai tegenover, dat. men op deze wijze tol de ma soa spreek! en waarlijk de toeschouwer» zijn wel onder den indruk als de el- lcnue zóó onder hun oogen wordt ge bracht. Een vroolijker tafereel konden we ook dezer dagen genieten, de mooie fo'o'8, die nu gedeeltelijk tot levende beelden zijn geworden, die de heer Burdet van onze inheemsciie vogels nam. Met welk een geduld en liefde moeten deze films opgenomen zijn, en welk een belofte voor de toekomst, a's men op deze wijze het leven aer dieren kan vastleggen en zoodoende een veel uitgebreider kennis van hun natuur en wezen krijgt. De kleine beestje® in de misten of hun eerste waggeIpasjes doende op den grond, of kijkend uit de opening van hun nestkastje of het voede rende ouderpaar de gulzig hap pende bekken komt vullen, verwek ken een enthousiast applaus. Men krijgt bewondering voor deze ijverige ouders, die maar steeds voor de kin deren zorgen, niet denkende aan va^ te arbeioéuren, niet rustende, zoolang het dag is. Zij doen hun, werk onver moeid en zonder eenige hulp, zonder eenige bclooning voor groote gezin nen, en ci is muur één deugniet bij dit volkje, die zijn taak door anderen op laai knappen. De koekoek keni geen verantwoorde] ijksgevoel en laat maar anueren zorgen, wat blijkbaar op het karakter dezer familie geen besten invloed lieoft gehad, want rtt-Ó6 zeer jeugdig zien we hel koe koeksjong de eieren van zijn gast vrouw uil het nest dringen. Hoe' prachtig is de film van al de vlie gende en weer neeretr ijkende sterna's oj> de broedplaatsen van de Wadden eilanden, en hoe eenig het angstige getippel van kieviet en grutto, die zich toch eindelijk weer met zorg op hun eieren te broeden zetten? Het was een mooie avond en Ye'en genoten er van, maar toch zouden wij zoo gaar ne zien, dat deze film nog eens ver toond kon worden en de heer Thijsse zijn uitleggingen wilde geven in de kerstvacnnlie. Velen willen dan zoo gaarne dc jeugd' eens iets goeds laten zien, die dat op een avond in school tijd minder geschikt vinden, en ik ben zeker vaneen nog grooter en enthouóiusier publiek. Neen, v.tarlijk, hel is niet de film als zoodanig die we af moeten keu ren, maar Let misbruik, dat we ne strijden moeten. De bioscoop is niet meer uit onze samenleving te verwij deren, maar zij kan wel een kracht ten goede, mplaa'.s van een werktuig van net kwade worden. T. J. W1LLEKES MACDONALD DE MODERNE SIERADEN. Duro en eenvoudige siera den. Half-edelsleenen. Parij- sche kettingen en armbanden. Eonvoudigo gebruiksvoorwer pen In huls. Over hot algemeen Veranderen) onze sieradien niet gelijk op met, de mode. Misschien zijd er :i,l eens kleine ver schillen, zooais hef dragen van ket linkjes met hangers bij het verschij nen van Mouses en japonnen met puntig uitgesneden halzen, oi de groo te broches, die bij de hooggesloten japonnen behoord hebben. Maar de grondstoffen komen veelal op hetzelf de neer. cm al zijn de broches, wan neer zij ais sluiting moeten dienen, meest iang en smal, en al zijn de rin gen breed met veel «xielsteenen bezet, of smal met een enke'e parel er op. tot nu toe draaiden zij altijd in het zelfde kringetje van goud en zilver, edelst een cn en parelen rond. En ad zijn sommige») dan ook wel eens ouderwetsch in de zetting der steen en, of het model, zij kunnen toch nog uitstekend godragen worden, jat. zij zijn zelfs da a r o m vaak zeer geriefd, wat me intusschetn niet recht duidelijk ia, want de moderne goud smid maakt toch ook prachtige sie raden Maai' den laats),on lijd is er een sterke neiging naar eenvoudiger sie raden, die misschien minder waarde vol zijn, uitgedrukt in geldswaarde, maar die door hun fijne afwerking en him smaakvolle combinaties dikwijls buitengewoon mooi kunnen zijn. 1-Iet eerst begon deze mode zich te openbaren door liet zeiten vaat mooip steenesi, die geen edusleenen waren, maar meestal van éc-n kleur, in een gouden omvatting. Langzamerhand echter kwamen er andere steen en voor ui de plaats, die veet in zilver, ook wel in koper, zoteen echter in goud werden gevat. En de groote ver scheidenheid, die inen op dat gebied reeds wist te bereiken, is merkwaar dig. Dit is wel het echte kunslnijver- heidwerk, en de eenvoud der uitvoc- antwoord had, terwijl hij haar in., aan zijn lippen had gebracht. Hier na was zij uitgeput in een ka,lrnen slaap verzonken. Zij bemerkte niet wat er om haar heen gebeurde; ter nauwernood drong liet tot haar door, wanneer er liail ward gehouden oiu te eten en te drinken. De nabijheid van haar broeder, zijn groote hartelijkheid gaven liaar een gevoel van welbeliagen, al voelde zij de toekomst als een zware last oji zich drukteen. Op haar verzoek worden aanstal ten gemaakt om den nacht in door te brengen, waai' zij iu den Woagen namiddag aankwamen. Zij vroeg Nicolaes 0111 hun intrek te ne men in de „Witte Geit" aan don au- u.rcn kam der stad en dat van daar uit oen bode zou worden gezonden naar haar vader om hem te verzoe ken haar den volgenden dog te komen halen. Ofschoon Nicolaes wel wat verwon derd was over dezen wensch van Gilda, daar zij toch zeker verlangend moest zijn thuis te komen en Haar lem gemakkelijk voor hot vallen vnn don nacht bereikt, kon worden, wilde hij haai' toch niet tegenwerken. Om de waarheid te zoggen, zag'hij zeer op tegen een ontmoeting mot zijn vader, maar hij wist, dat dit toch eens gebeuren moest en hoe al ios ook verder loopen zou, dit wist !UJ ZÜJVtl, lie L zuu 1101II OUIUOgCi ij.. zijn alleen langer den zworen last van zijn wroeging te dragen, waaraan hij cl'kain keer herinnerd word als hij Glldo's droeve oogen ontmoette en zag hoe vermoeid en uitgeput zij was. Hij gaf dus bevel halt to houden voor de „Witte Geit"; toen hij zijn zustor veilig onder dak wist en een goed avondeten besteld had, zond hij dadelijk een bode te paard naar Haarlem, naar zijn vader. Gilda had mei over,eg de herberg de „Witte Geit* gekozen omdat zij voelde, dat in dit oude gebouw met zijn breerfe, eiken trap. die zij vijf dagen geleden half bewusteloos was opgedragen, onder de zwart borookte balken zij misschien nog de echo zou hoonen weerklinken van dan vroO- lijken lach, dien zij nooit meer I100- ren zou. Maar toen eindelijk de slede onder do 'age poort gleed en stil stond op de kleine binnenplaats van de her berg en zij met vermoeiden tred en knikkende knieën de eiken trap be steeg, scheen het liaar alsof de le vendige herinneringen, die de plaats bij liaar opriepen, nog zwaarder te dragein waren dan de verwarde droombeelden, die liaar tot nu toe hadden verontrust. Do slaapkamer, ook, met het kleine neven vertrek, dat er 111 uitkwam, wne dezelfde waar zij den vorigen keer geslapen had. Toen de gedienstige meicl de deur vour de eclele jonkvrouw openwierp, herkende zij weder don open haard niet zijn vroolijk lunet- 1 tei-and vuur, den stoel met hoogon rug waarin zij gezeten had en zelfs de vootenbunk, die hij haar ander de voeten geschoven had. Het leek haar bijna onmogelijk om daar weer binnen te treden; het was alsof zijn prachtige gestalte daar weer in eens in het ha-iduister voor liaar zou oprijzen en zij zyn «pot: de oogen cn lachend gelaat voor zich zou zien. Zij zag hem overal en zij moest de oogen sluiten om dil vi sioen tc verjagen. De meid maakte de zaak er niet beter op, want zij vroeg onophoude lijk en verlegen naar dien knappen heer, die zoo vroolijk geweest was de vorige maal en ook Maria bracht al brommend en mopperend nog eenige speldeprikteen aan liaar reods zoo lij dend hart toe, ofschoon niet met oj>- zet, daar zij Gilda aaaibad. Vermoeid naar lichaam en ziel kan Gilda dien avond den slaap niet vat ton. Elke seconde van de laatste vijf dagen doorleefde zij woei-; ook' het onderhond met dien zeldzaam aan- trekkelijkon man, toen nog een vreemdeling voor haar. hier in deze zelfde kamer. Wat had zij hem eorot gehaat! Wat hnd zij haar best ge daan hem te vernederen en te won den met haar woorden, terwijl zij toch reeds toen zich wapende tegen zijn onwederstaanbare vrooiijkheid, die als een stralenkrans 0111 hem heen schitterde; cn toen dat tweede ge sprek in Rotterdam! Haatte zij hem toen nog? En zoo niet, wanneer was dan die groote verandering in haar begonnen, zoodat nu slechts liefde haar geheele ziel vervulde? Maar een terugblik op de verioopeai dagen gaf haar daarop geen ant woord. Het eenig© wat jij wist. was, dat zij hem toen hij hulpeloos en ge bonden voor haar gebracht v. rd, reeds iiefhad en dat sinds dat oogen blik de liefde in haar steeds was ga- groeid totda: haar heole zie! uhging nwu- hem. den avonturier zonder lanc cr. naam, dien zij eerst zoo had ver acht. De gedachtau aan die weinige kor. te dagen, die een eeuwigheid schenen, waren ofschoon treurig .toch liefelijk voor Gilda, maar de herinnering aan datgene wat in de laatste uren was geschied deed liaar lijden en veroor zaakte haar ondragelijk© smart Scherp omlijnd voor haar oogen zag zij do beelden van het gebeurde dien zelfden morgen in de hut naast den molen; die weinige uren leken haar jaren van haar leven. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 9