HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 6 IMAART 1920 DuR -t. BLAD Rubriek voor Vrouwen DE NEDERLANDSCHE VROUW IN DE TWEEDE HELFT OER ACHT TIENDE EEUW. liet- is een reedt, ilikwijile gemaakte opmerking, dat de '19e eeuw, de eeuw der vrouw en deze twintigste de eeuw yan het kind genoemd mag worden; maar het lijkt mij wel aardig aan de hand van een pas uitgekomen boekje van een vrouwelijke Dr. in de NederJandecho lelteren, mejuffrouw Von Wolzogen Kühr, eens na te gaan, In e do positie der vrouw, en als zeei nauw daarmee samenhangend, he; leven van het kind was, op het einde der achttiende eeuw. Wie wat meer belang stel n deze diugen, kan ik de lectuur van et geestig geschre ven en zeer vol i iige boek aanraden Het heeft echter één groot nadeel, een gevolg' van het goed gedocumenteerde van het geschrift, en dat is het voori durend verwijzen naar de bronnen, waaruit hier geput is; dit maakt hel lezen wat vermoeiend en daarom geef tk u dus maar 'n uittreksel zonde deze gegevens te noemen, in de hoop, d-it gi' wel gélooven wilt, dat authentieke gesel i rif ten geciteerd of dat ge anders opgewekt moogl worden de®e in hel boek zeM na gaan. Wa( wel opvalt,, wanneer we jés» over deze periode, is, dat men eigen lijk hu voor het eerst niet hoef" l' putten uit Jjoéken, alleen door man nen geschreven, integendeel in dt laatst© held der 18de eeuw heerschle esn wa.re schrijf- en dicht-manie, nood af men zelfs sprak van de eeuw der dichteressen. Vele der literaire maatschappijen dier dagen reikten aa,i de vrouw het diploma van lid uil, en voor het eerst maakte zij haar eisohen, haar meeningen ken baar, ook wat de lterk en de politiek b»" of. Het is vooral de schrijfster Bei je Wolff, die de taak overneemt van opvoedster en voorlichtster dei vrouw te zijn, en het is in hare ro mans, geschreven met haar vriendin Aagje Deken, dat we de zeden, en ge woorden van haar tijd, maar- nog vee! meer de mentaliteit der vrouw uit die degen leeren kennen. Hef. eerste hoofdstuk in dit" hoek handelt over de Nederiandsahe moe ders. Wat ons vooral wordt aauge toond is hel veranderde inzicht in dn waarde der vrouw, we lezen in do ce- echriften dier dogen over de groo:e vreugde, waarmee de geboorte van een dochtertje werd begroet, een groot verschil met de ontevreden ver zuchtingen van een vroeger ge slacht, als een meisje ter wereld kwam. Het was nu de lijd waarin men begon te beseffen, dat de opvoe- ding. maar die van beide seksen, het middel was om de memschiheid tot een beteren staat op te voeren, ja, men ging nog een stap verder, en wilde de jeugd opvoeden tot goede burgers en burgeressen voor den he mel, Maar voor dit groote plan was de hulp der moeder zeer noodig, en hst lot der beele kleinen hing grooten deels van haar af. Het moederschap wart' ,(h uihnun ton riste aller we reldsche waardigheden" genoemd, en mfiu begreep, dal, wilde men het hoele men6chdom op hooger peil brengen, men zeker ook deze helft moest opvoe den, die zoo grooten invloed op het opkomend geslacht had. Hel scheen er echter wei treurig mee gesteld te zijn, in die dagen en Bet.je Wolff spsai den mannen het verwijt dar. ook niet, dat zij bij de keuze van eon echigenoote al heel weinig denken aan de aanstaande moeder! Zij noemt de genothovende beuzelachtige moe -.Iers wel flink onder handen, en F k?i:| zij zelf het geluk van moeder ti- zijn niet, toch schijnt zij een echte kinder vil "din te zijn geweest; zelfs verkleint Z'i baat' bemoeiing van' schrijven e.n vcizen maken, lot iele. wat zij maar doei uit gebrek aan be ter bezigheid, want veel liever ver maakt zij zich uren lang door met fle kinderen te knippen, kaartenhuizen lo maken, of allerlei wissewasjes te suil den. Zij rekent hol zich tot groote «>er dat de jeugd als de pretjes van den winter worden opgesomd er al tijd bijvoegt „en dan komt tunc W oiffje ook nog". Wij voelen hierin, h' 7,jj, de groote schrijfster van haat i.jd, tóch echt vrouw is, wc begrijpen, dal hierin Itei geheim ligt van den grooten invloed op haar sekscgenco ten. Haar opvatting was, dat de kin deren de eerste jaren geheel aan Ce zorg der moeder moesten worden toe vertrouwd, en dat in later jaren vader meer de zoons, de moeder tic dochers moest opvoeden. Maar '.och durfde zij beweren, dat der vrouwen invloed op haar groote zoons niet. ge ring was. Zoo laat, zij in een harer boeken Blankaart uitvaren tegen „de voddige mans", die altijd all-ton maar praten over de sc h o o n a sek se. „Zie mij zulke eaels aan, al wat ze y.ijn van den besten kant meen ik zijn zij aan de weldadige zacht/in nige moeders verschuldigd." Maar niet Betje Wolff alleen, ooi; Van Alphen heeft een groote vereering voor de moeder en in zijn kinderversjes houdt hij de Jeugrt steeds voor, welke liefde en achting zij aan hun moeder verplicht zijn. Wii kennen allen zijn bekende ro gels: Zou ik niet mijn moeder eeren, 'Ach! wat doet. ze niel voor mij? „Als gij moeder valt te voet, Zal zij 'it zeker u vergeven, Moeder, weet gij, is zoo goed. Ook de d telt ter Bellamy geeft in a zijn brieven blijken van dankbare vereering voor zijn moeder, en het zelfde gevoel doet den student Van Hennep aan zijn moeder schrijven, „mijn hart vloeit over van aandoe ning, wanneer ik nadenk, hoe onbe schrijfelijk veel ge steeds voor mij gedaan hebt en nog voortgaat te doen.' Is het niet of wjj een geschrift uit onze dagen opslaan, als wij Bei je Wolff hooren pleiten voor een omgang als vriendinnen tusschen moeders en dochters, en voor het on gedwongen vertrouwelijk praten on derling? Zij voelt daarom niel zooveel voor een kinderboekerij: „Ik ben meer voor mondelinge onderrichting", zeg: zij, „dat is veiliger en haalt de ban den,, die de moeders aan haar kinde ren binden, vaster toe". Bij dit hoofdstuk sluit zich als van zelf dal over de opvoeding in de eer ste kinderjaren aan. De propaganda voor hei zelf voeden der moeders schijnt toen wel zeer noodig te zijn geweest, en wordt de strijd vooral aangebonden tegen de wereldsche vrouwen, die haar moeder plichten verzuimen, maar ook tegen du boerinnen, die ook toen reeds door nauwe keurslijven haar gezondheid benadeelden. De ouderwetsChe vrou wen mei haar oververhitte kraamka mers, vod drukke bezoeksters, zeer oneerbiedig „kaïlocl machines" ge noemd, worden evenzeer gehekeld, als de gewoonte van liet. sl-ijf-inbake- ren en vertmoetél-en der zuigelingen. Zelfs schijnt, de reactie wat. ver te zijn gegaan en werden de jonggebo renen zoo dun gekleed, alsof zij in den Hof van Eden woonden. Maar nog groote r omwenteling kwam er in de geestelijke verzorging van het kind, en de stroom der kin derboeken werd zoo groot, dat men wel eens klaagde, dal de ouden van dagen geheel vergeten werden. Wtj zouden veel dezer boeken geen kin derlectuur noemen, daar zij alle ge schreven zijn met het zeer duidelijk doel van opvoeden en deugd aankwee- ken, of ondeugd onderdrukken. Van Alphen heeft met zijn korte kinderrij men bedoeld iets te geven watt de be vatting der kinderen niet te boven ging; en ook Én de verhaaltjes wordt de onderlinge fami 1 ie-gen ögenhei d aangewakkerd; of wekten zij op tot medelijden voor armen en misdeel- den. En de auteurs, die de nieuwer* richting waren toegedaan, ijverden er voor om alles te vermijden wat schrik en angst zou kunnen aanjagen tn moesten niets hébben van het dreigen mei den zwarten man, of Heintje Pik enz. Onder den invloed vai het rationa lisme ging men zelfs zoover sprookjes te veroordeel en-, en noemde deze „prullen zonder, zedelijke oog merken". Men begon wel wat meer onschuldige vreugde voor het kind Ie vragen, maar hei spel bleef toch nog oen ontspanning en belooning voor 't ijverige kind, en eigenlijk een middel om kundigheden bij te brengen. Het bekende versje van Van Alphen: „Mijn spelen is leeren, mijn leeren is spelen", lypeert, de ontspanning van de kinderen uit dezen tij'd. De opvoeders deden al hun best, het schrikbeeld van den dood te ver drijven, en wilden zelfs de kleine kin deren daarmee vertrouwd maken, als de vriend, die naar het eeuwig, zalig leven voerde. Ons komt het toch wat wonderlijk voor als wij lezen, hoe een id er haar dochtertje bij het. lijkje van een buurkind je brengt en we voe en het onnatuurlijke, opgeschroefde, als Van Alphen de .jeugd verzoekt, niet voor lijken te schrikken of tc beven, maar vroolijfc te zeggen: „deze man, die hier niel zien of hooren kan, mag in den hemel leven." l'och weten we, dat er menschcn .ren, die zich ergerden over de on- naWur en do dwaasheid om een klein kereltje te laten zeggen: „Ik ga naar school, 'k moei wijs heid leeren, In mijrn teedTe jeugd!" Of wat zegt men van deze beschnj- ing uit het boek „Willem Leevomd", waar verteld wordt van de kinderen dome, een meisje vah elf en een jongen van negen jaar, die aan tafel zalen als een paar echtgenoot en-, die al een jaar of zestien getrouwd wa ren: „Het klein bleek jongetje, recht op zijn stoel zittend, deelt, hot. hoofd wat terzijde gewend, zijn be velen aan den knecht uit: „Jongman, ga eens naar mijn boekverkoop er, en vraag, of hij het werk waarover tk met hem gesproken heb, reeds inge bonden heeft, en u kam mede geven?" liet, meisje brengt de werkmeid bij het oor aan den theeketel en vraagt heel bedaard, „hoe dunkil je, Grietje, kookt, dit water ook?" De goede meid .mg. heen, en bot grootje van elf jaar schudde eens het hoofdje met oen misnoegden glimlach. De moeder ie waf trolsch op dit wijsneuzig wijfje, dat reeds alle excellente lecture geno ten heeft, en hel huishouden onder 'laar toezicht heeftl Neen, zegt de schrijver, dan moet mijn kleine jongen zich maar liever moe ravotten en een heé) magazijn lobbelpaard-en, drijftollen enz., heb- oen; wild mag hij zijn, maar geen loverknippertje, dat aan mama' schoot staat ie teuten. Wat een verademing, zeggen wij, dezen uitval, na al de pedante wijs heid en onnatuurlijke braafheid, den Jundereu opgedrongen werd! Ook aan het einde der achttiende eeuw was er een onderwijs-kwestie en weiden er commissies benoemd om de zaak grondig te onderzoeken; haar rapport viel echter al zeer treurig uit. De schoolmeesters ten door allerlei hijbaou'tjes, als daar .waren, het ambt von dood gravely klokken luid er, - arm meester enz. trachten hun inkomen iets horigen, daarbij kwam de betaling rechtstreeks door de leerlingen, duit voor lederen schooltijd en hel profijt van de verkochte leermidde len! Do Maatschappij tot Nut, van hel Algemeen behoort Wel tol. de eerste genootschappen, die krachtig hebben meegewerkt om den toestand te beteren. Maar wat er dan nog 'kinderwijs gegeven werd was vobr die kinderen, wier oudere het beta len konden, en zelf© bij deze leerde het meisje weinig meer zoodra zij kon lezen en schrijven. De dochters der zeer welgesieilden werden naar de Franeche kostschool gezonden, waar jij, behalve de Fransche taal en de kunst van musiceeren eu dansen, weinig anders leerden don wat men wèJ of wat men niet, deed in Parijs. Niet- veel heter was de opvoeding door Fransche gouvernantes in huis; dik wijls meisjes van weinig ontwikkeling maar die de ongekunstelde, in haar negen boereche l-lolland&che kind-ere, de buitenlandsche manieren en rences wisten bij te brengen. Er ren natuurlijk gunstige uitzonderin gen, vooral Zwileereohe meer om wikkelde vrouwen, wenden ware huis- vriendinnen en de onvoedslore, van twee geslachten uit éen familie. Het Fransch was iu deze tïjdeD een nood zakelijk ingredient- van de opvoeding, en in de hoogste kringen begreep men niet, hoe men zich goed in een an dere taal zou kunnen uitdrukken; ja, menige vrouw, die uitstekend Fransen sprak en schreef, kende haar eigen laai nauwelijks. In hot buitenland was er ook maar éen oordeel d-ai men in dat boersc-hc, harde Neder- uincis met-s lieflijks of geestige kon weergeven. Welk een verbazing dan ook, toen de historie van Saartjo burgeniart werd uitgegeven. „Hede, •me chore! oen HoVandsohe roqhanI noe vindt ge dat?" hoorden de schnjf- tere jong juffertje spreken, nooren nog we] van eiikeie vr< die vooral op lateivleeftijd zich uei jKiigelsch, so.nis ook liet Latijn eigen maakten, maar dit bleven toc*h groote uitzonderingen, liet grootste gedeek van haar tijd besteedde de jonge dochter aan de fraaie handwerken; spinnen en breien, deed men in kringen niet meer, maar het was gevuld mot de kunstige, zoo dan niel altijd lomötvoHe, producten harer ijverige vingeren. L)e Kamers- waren overvol met ge borduurde écrous, cu gueridoms, en gewerkte stoelen, wal ceil eemge-noo. uier dogen doet uitroepen: „koudeh de vrouwen de helft, van den -i-Jjd dien ij verspillen voor deze versierselen, niet. kunnen gebruiiten 1er bescha ving van hare vermogens?" Hoe langer hoe meer deden -zich stemman hooren, die protesteerden tegen het beuzelachtig bestaan di Tou-.-en en haar wezen op de enkc ioog onwikelde en geleerde leden harer eek-se, maar dikwijls was hel de vrees om belachelijk gevonden ic worden, die haar weerhield om haar gaven van verstand en vernuft je too- i. In den Spectator, hot, tijdschrift dat er op het einde der '18e eeuw een nigmaal hekelde, werd de vraag ge steld, wat of de jonge schoon en jie- willlen zijn, een geloerde vrouw of een ratelend safet-jufferlje, luchtig .hersenloos burgerdoel! tertjen of hiuispètoel? Het antwoord wordt ons niti overgebracht, maar wel nen we uk de talrijke geschriften 'over de jonge vrouwen en haar leven opvoeding uit die dagen, opmaken, da er op het einde der 18de eeuw een groote vooruitgang in de denkbeel den is gekomen, en waar le nemen den is waar te hemen. In het alge meen was deze gunstige wijziging danken aan den tijdgeest zelf, inaar vooral aan haar die hein vertegen woordigde aan Beit-je Wolff, die ge noemd werd „een gids voor n vrouw, maar bovenal voor on deriancLsehe meisjes.;' Tot zoover het. hoekje over de vrou welijke jeugd op het einde der lbt'e eeuw, een volgend maal hoop ik u lets ie vertel] en over de huwbare en gehuwde vrouw, haar beziglled' kleeding en verdere ontwikkeling. P. J. WJJ.L/EKE-S MAGDONALD- REYNVAAN. HET KAPSEL. Het eigen haar. Het meost moderne kapsel. Valsch haar. Het was- sohen. Polkahaar. Haar net j os. Het kapsel is voor vele dame» een kwestie van het hoogste belang, en et is dan ook zeker waar dat hot eel tot het uiterlijk schoon kan bij dragen, of ertoe afdoen. We kunnen gerust zeggen, dat bij na niemand tevreden is met haar el- gen haar: van deze is 't droog, van gene te vet, 'n derde had zoo graag lirirlllen maar moet zich met stijl haar tevreden stellen, en de benijde vrien din. die natuurlijke krullen lieoft. klaagt erover omdat hot zoo gauw in elkaar knoopt. En zoo zijn er nog verscheidene bezwaren op te noe men. die zeker allen wel reden van beslaan hebben, maar waarbij dan vergeten wordt,, hoeveel voordeelen er aan het eigen haar verbonden zijn Van hoeveel belang het haar is als omlijsting voor het gezicht, blijkt wel uit het feit. dait iemand er dadeuijk heel anders uitziet, wanneer zij haar hoed afzet, en ook dat lieoren er zoo over klagen de dames niet te hei- kennen. wanneer zij met een hoed op over straat loopen. Dat menzich, bij het kiezen van een kapsel eenigszins moet richten naar de bestaande hoedenmode of in ieder gevaii naar het soort van hoed, dat gedragen zal worden, spreekt van zelf. Want door het kapsel kan de vorm van het hoofd langer gemaald worden, of breeder, en hoe moet dan de hoed passen, die een breed en böl, of een hoogen. email en heeft? Zooa!s wij oniangs reeds in het mo depraatje schreven, staan nu de hoe den vlak boven de oog en. zoodat liet kapsel of op het voorhoofd, of op de ooren heel laag moet zijn. Een kapsel geheel en uil onder den hoed verbergen, is met. raadzaam: het geeft iets er is geen ander woorkl voor schaapachtigs. Het. meest flatteuze bij die dïep-gj zette hoeden ie wal het kapsel met het haar laag hij de ooren, Het wordt daar klan meestal kort geknipt, zoo dal hef in een kort dik bosje langs de wangen valt, en toch nog een tip je van het oor laat. zien. Sommigen dragen het hierbij laag over het voorhoofd, zoodat ongeveer ide helft hiervan bedekt is. anderen kappen het van voren geheel van het voor hoofd weg en laten hier dan midlden- over, om de lange hoofdlijn die er door ontstaan zou. te breken, eetn smal. zwart fluweel looperi. Verklei' is het haar dan op hel lioofd laag kapt en tamelijk laag in den nek met esn chignon .afgemaakt. Dit is op hot oogenbiik wel hel meest moderne, Fransche kapsel, dat men ziet, maar de draagster moet eenigszins stug of gollvenkl. of krullend haai' voor hebben. Het kort geknipte liaar bij de ooren flatteert zeer. wanneer het wat uitstaat of ■Icrölt, maar wanneer het sluik neer hangt. is liei bepaald zeer led ijk. Natuurlijk zal hel dan wel in zijn fatsoen geondulcerd kunnen worden, maar de eerste de beste vochtige of mistige dag spot met ultle ondulatie en maakt er weer hopélooze „pie ken" vai). Bovendien i» een chignon moeilijk :te maken bij lijn of reebt haar: alle uitstekende huren vormen de leel-ijke pieken terwijl een losgelaten krullet je juist zoo aardig kan staan. Dat men ter voorkoming hiérvan, uitstekend valsch haar kan krijgen:, spreekt- vanzelf, maar wanneer men iet op een ankïero, ook flatteuze ma niet, met eigen haar oJ kan doen, lijkt ons dit toch verkieslijker. En er is voor de dames met sluik haar ook nog wel genoeg tc bedenken dal haar flalteeren kan.Ten eerste is ei' dan liet ingeslagen kapsel, tlat altijd nog veel opgeld doet. zelfs met weinig haar kan dit heel soed ge maald worden, zonder dat er vaiseh voor noodig is-, In den laaisten tijd wordt liet lager en breeder gedrar gen -dan vroeger, toen liet rechtop hoog naar boven ging en de ooren en het voorhoofd geheel vrij liet. Nu kapt men hel meer met een korte scheiding, of legt het geheel© voor- haar van den eenen naar den ande ren kon', van het hoofd. Wanneer het dan laag over liet voorhoofd wordt gehaald, komt hel vanzelf ook wat over de ooren te vallen en liet kapsel is niets minder modern dan het andere. Voor bakvis-s dien ziet men veel, dal al 'het voorhaal laag over liet voor hoofd wordt gelegd. En dan kan een gToote strik achteraan weer het echt kinderlijke geven, 'at hoar ail- ujd zoo aantrekkelijk maakt. Een merkwaardige bijzonderheid is dit. dat dooi (feme© met dik, zwaai- haar over het algemeen meer valsch wordt gedragen dan door aai deren die minder goed bedeeld zijn. Oppervlakkig schijnt het volkomen in tegenspraak met elkaar te zijn, maar loch is het wel verklaarbaar: iemand met veol haar wij er nog meer van maken, en koopt daarom ,ar wat bij. En de andere met het dunne haai' zal er trofsch op zijn, dat zij met het v. cinigje, dat zij. be zit. nog met zoon goed kapsel voor den dag kon komen. De tijd van de enorme kommen en spelden is ook voorbij: een enkdie fijne speld om het haar van onderen bij elkaar te houden en één a!s af werking van de chignon of den laai sten inslag is alles wat er van ai die luxe is overgebleven. Erg rouwig moe ten wij er niet om zijn: een kapsel krijgt met ail dat harde goed erin, iets erg kunstmatigs. Soms was een hoofd meer imitatie schildpad dan haar en wanneer er dan nog glinste rende, valsche steen en in waren ge zet. was er niets moois meer aan. Met, de bevordering van de hygiene is ook het beter onderhouderj van het- haar gepaard gegaan, en men is gaan inzien, dat het haar niet al leen gewasschen moest worden om hel niel te vet te laten worden, maar omdat de hoofdhuid geregeld schoon moet zijn. en de massage van het wasschen zoo goed is. dames met vet haar echter niet al te vaak wasschen: hot haar wordt dan steeds vetter door over prikkeling van do huid, en is ten slotte haast niet. moer to behandelen. Een veol geliefde dracht voor kin deren, maar ook voor dames is hel polkahaar, een mode die sommigen uitstekend staat, maar die het groo te nadeet! heeft, dat de betrokken per soon, wanneer het niet meer wordt gedragen, eon hcelen tijd lang met afschuwelijk haar moet 'loopen: lo kort om op te maken en tc lang om Los te dragen, liet knippen ervan schijnt zeer moeilijk te zijn. en slechts een enkele heerenkapper ie diie kunst voldoende machtig. Men wage er zich dus'nooit zelf aan! Tenslotte noemen Wij nog een ge liefkoosd voorwerp, dat n i e mand flatteert: het haarnetje. Het gemakkelijk, dat zal iedereen toe geven, ruaur het geeft ontogenzeggo lijk den -indruk, dat de draagster een pruik op heeft in plaats van een kapsel van haar eigen haar. Laat uw pieken dan maar eens los raken: het is altijd nog beter! E. E. PEEREBOOM. Sportpraatje Nog zelden is de spanning over de competitie zoowel wat de bovenste als de oauler&ie plaatsen van het rangiijslje betreft zoo groot ge weest als dezen keer. Wanneer is net nog méér voorge komen, dat- op Maart, wanneer het voetbalseizoen naai' het einde gaat loopen, nog niet definitief te zeggen is, wie kampioen wordt en wie do- g-rad.ee.ren zullen? Zeker, Jiienschelijkerwijze gespro ken is het zoo goed als zeker; dat H. F. C, e" Quick naai- de Overgangs- com.peti.tie zullen degradeeren. officieel kan dat toch nog niet gazegd worden, om redenen, die wij nog in ons Overzicht van Maandag ontvouw den. Er bestaat altijd nog een mogelijk heid (al doet hij die er aan gelooft deuken aan hel spreekwoord van den drenkeling e" den strroohalml), dat H. F. C. haai vier resteerende w-ei!tan den thuis tegen li. V. V., Haar lem en Sparta en u i t. tegen U. V. V. alle WINT en dat Sparta haar even groot aantal wedstrijden {alle maal u i I. tegen H. F. C., V. 0. C., Quick en A. F. G.) VERLIEST. We noemden daar den naaan van Sparla, maar ook D. F. C. en A. F. C. hebben nog niet de haven bereikt, waai' zij veilig hun anker kunnen uilgooien. Slechts de club (w© schre ven het reeds), die minstens 17, m-aar Liefst 18 winstpunten heeft, is In. gevaar. Ajax heeft er nu 17; die haalt, evenwel zeer zeker minstens nog één punt uit haar vier nog te spelen wedstrijden. Dus geheel on absoluut tot de on- uiogulijkhed.au behoort het niet, dat 11. F. C. cu* in blijft em Sparta liaar biezen moot pakken! De lezer zal misschien tot den schrij ver-In - deze- rubriek. zeggen „daar heb je hém weer met zijn 11. F. C.l" Ja, inderdaad, het wil er bij hem nog maar steeds niet in, dat-H. F. C., die juist veertig jaar oud geworden is, in dit jubeljaar' naar lagere ve- giunem zat vernuizen; dat wc wie woel voor lioe longen lijd den op- >ii.i. l-niotievrilêr, piaaiselijken wedstrijd zullen moeten missen; dat die club, die door zooveel mannen van naam, als Muiier, Loosjes, Sweais, Mollzer, de gebroeders Van der Virt ue, Manhus Francken we doen maar ee.n greep uit verschillende pe rioden (.ot grooten bloei is ge bracht, in*hel dreigende gevaar ver keert, het voorbeeld van het oude ft. A. P. en Hercules te gaan volgen. Te beginnen met morgenmiddag kan li. F. C. nog veel good maken; liet is haar laatste kans om nog voor de eerste kliasse behouden te blijven. Daarom schrijven w© nog dit aan moedigend woord op d-eae p taats. Op haar drie thuiswedstrijden en den lénen in Utrecht zullen het dia *Ju zanden vrienden op hej veld m o n- d e 11 n g doen. Dat de beeltenis van Mannus Framekon., dia zijn club zoo vaak, ook als zij er slecht voorstond, ter over winning voerde door zijn bezie.tn taai-voLhouuend spel, morgeiimitSlag voor die oogen van de tegenwoordige biauw-witte spelers moge zweven! Wie van. de ouderen on uur ons is hot vergelen, dat Mannus nog kans zus. ê&n wedstrijd uiu nel vuur ie siee-pen, ook ai had II. F. C. op dien middag een achterstand van drie, vie,r goal.-,, .'.'ie heeft dicui sonsu.uon.eei.en mid dag aan de Spanjaardslaan vergeten, loan 11, B. S. door H. F. G. met ö—4 naar huis gezonnen werd toen Alannus ettelijke goals voor zijn re kening nam, o.a. den achtsten, toen j ui een onmogelijke positie schuin voor het doel siond cn lusschen ver schillende zwarlc lichamen door hel bruine pionstej- in het net wis? te jagen! Komaan, II. F. C., de tanden op elkaar! Denk aan uw dappere voorgangers! Wil toonön, dat gij den naam „(jood jld" nog waardig zijl: Morgenmiddag komt ot-n van uw zwaarste tegenstanders op bezoek: il. V, V., die nog een. kampioenskans, je heeft en naar het gerucht wil hardnekkige pogingen in het werk gesteld heeft, zich voor haar twee laatst© wedstrijden de medewerking van Beetje Kessler te verzekeren, dooi dien waterviuggen, aaigiadden speler uit het buitenland terug te roepen. Wij gunnen II. V. V. van har te hot kampioenschap (waaróm met?, maar het hemd is nader dan de rok; het moet niet gaan ten koste van het eorste-klasseschap van H. F. C., ónze H. F. C.l Zwaai', aocr zwaar, H. F. G.'ers, is .ie taak, die op uw schouders is ge legd, vooral op die van den keeper Roetje Sijpesteyn, die liet zoo levtui- dig zal beselfen, dat één bal, die hel n©t aan den binnenkant doefc trillen, 11. F. C. naar de Overgangscompeti- tie kan doen verhuizen! Maar mag de taak zwaar wezen, de© le schooner zal de triomf zijn, wanneer zij naar wenseii wördt volbracht! Beschouwen wij het nog af te spe len programma, dun zien we, dat het van S-parta on II. F. C. ongeveer even zwaar is; de Rotterdammers hebben bovendien het nadeel, dat zij geen enkelen thuiswedstrijd meer hebben bet zijn allomaa! even lastige uitwed strijden: van A F. C. is hoi nog niet gewonnen, van "V. O. C. is het nog moeilijker te winnen, van Quick is hel absoluut nog niet gewonnen en vau H. F. C. mag Sparta niet winnen! En nu T programma van H. F. C.: van H. V. V. wordt gewonnen deze gedachte heeft, naar wij verne men, gelukkig ook bij de spelers post gevat daar zijn we van overtuigd: van U. V. V. moet natuurlijk óók gewonnen worden, van Haarlem (niet boos worden, roodbroeken, hoi gaa.t can ;t bestaan van uw plaatsge noot!) kan gewonnen worden en van Sparta dat hebben we zooeven al gezegd! Het woord is nu aan II, F, C.om ons vertrouwen niet beschaamd tc maken en haar vrienden niet teleur te slellcn. Alle heng aan dek! Ten aanval! Laat dan dikken, gemoedelijken Constant Feith morgenmiddag uw uielen zien! Gij hebt revanche te nomen over de &—(i nederlaag in Ben Haag! Laat de Spanjaardsluan wit zeggen we! den geheelen Hout daveren van de juichkreten van oe duizenden en nog eens duizenden, (pa o*m de krijtlijnen geschaard ©taan! Hup, H. F. C.l 8 1 i; tc tc bo c» 22 12 5 5 -45— 29 2 U 11 4 5 39—24 26 18 9 6 3 29-17 24 20 10 4 6 33—19 24 19 10 2 7 27—25 22 20 8 -1 8 32—27 20 18 5 7 G 21—24 17 17 7 2 8 21—27 16 18 6 3 9 26-27 15 18 6 3 9 20—31 15 18 4 1 13 18—33 9 18 3 3 12 12—43 9 Wij zullen, wegens de belangrijk heid, hieronder nog eens hel rang- lijstje van de Westelijke eerele klasse afdrukken, dan kunnen de lezers zien, dal een overwinning van H.. F. C. al dadelijk 11. V, V. van het kampioenschap uitschakelt. H. B. S. li. V. V. V. O. C. Blauw Wit U. V. V. H aariein Ajax A. F. G- D. F. C. Sparta Quick H. F. C. AJs H, V. V,. aan de Sponjaardslaan verliest, dan kan zij (verondersteld aMhans dat zij den laaisten wedstrijd legen .Ajax in Amsterdam wint) slechts k8 punten behalen, dus nog juist één punt, minder, dan H. B S. nu reeds heeft. H. V. Y. zal dus ook alles op haren en snaren zotten, om morgen middag van II. F. C. te winnen. Daar kan men van op aan! Hadden we ongelijk, dat wc boven dit artikel schreven: „Een be langrijke middag aan de Spanjaardelaa 11"? Laten we hopen op mooi weer en OP eesn goede leiding vam dezen veolbeteökenenden wedstrijd! Haarlem hcefi morgen een vrijen dag; dien zullen de roodbroeken wel benutten, om naai' den wedstrijd H. F. C.—II. V. V. te gaan kijken.' De wedstrijd, dde vervolgens de meest aandacht vraagt, is natuurlijk V,. O. C.Sparta. Hier gelden toeval lig dezelfde motieven ah bij H.F.C. M. V. V.: Ook hier treedt, een kum- pioens-candidaat in het krijt tegon een in-gevaar-venkeerende. Wat zul len de II. F. C.'ere en hun aanh&hr- gei-s als tenminste H. V. V. ver slagen is verlangend naar den uit slag van. dozen wedstrijd uitzien! Aangezien V. 0. C. hier het. voordeel van eigen terrein heeft., geven we haar, die op dit terrein nog niet ge klopt is, ook nu weer de meeste kans. Ook omdat er voor V. O. 'C. zooveel aan een overwinning verbon den is. Wint zij dezen wedstTib', 'mi behoeft zij uit haar dan nog drie res leeren de wedstrijden slechts vier punten 1© halen, ohi hoven II. B. S. te komen. De eerste plaatselijke ont moeting te Rotterdam gaf een o—O gelijk spel. Ajax—V. V. is nu vrij.wei on belangrijk geworden. In Utrecht won L. V. V. met 1—U; het doet er ruets toe, of zij dit kunststukje morgen herhaalt, of dat Ajax de twee pumjes inpalmt. Aan dit laatste gélooven wc intusschen vast eu stellig. QuickA. F. C. is veol belangrij ker; als de Amsterdammers dezen wedstrijd winnen, dan zijn ze lief builen gevaar. Maarze héb ben de overwinning nog niet! In Am sterdam wonnen ze met 1—0; dat zou nu wel eens andersom kunnen zijn, T en slofte de wedstrijd D. F. re Blauw Wit. Die is voor de earste van mécr belang dan voor de laat ste; uit deze overweging donken we aan een Dordtsche overwinning. Ir .'Amsterdam was het 0—0. Blmieiilaiid HET M ONTESSORI-ON D ERWIJS. Het Haagsch Corrésponden)iebureau meldt: Bij het onderhoud, dat de minister m onderwijs, kunsten en weren schappen, dr. De Visser, oertiige weken geleden op zijn departement met dr. Maria Montessori heeft gehad, heeft Lij haar een mededeeling'gedaan, wel ke van groot belang is voor het Montessori-onderwijs in Nederland. De minister deelde mevrouw Montessori mede en hij had deze mededeeling juist voor haar bewaard voornemen te zijn bij noita van wijziging op het ontwerp Lager Onderwijswet ook da mogelijkheid 1e scheppen, om het Montessori-onderwijs volkomen vrij heid van ontwikkeling te geven. De nota van wijziging is einde der vorige maand verschenen, maar wijl de zin der betrokken wijzigingen in baar wettelijke bewoordingen aan ve ler aandacht zal zijn ontgaan, wordt hier nog eens herinnerd, dat de mi nister, ter toelichting der wijzigingen in de memorie van antwoord hel vol geilde schrijft. Om hei mogelijk te inukon, dat nieuwe denkbeelden op paedagogiscli gebied aan de praefcijk zullen worden getoetst, is het onvermijdelijk, dat voor bepaalde scholen dc belemmerin gen worden weggenomen, welke de regelen voor de normale schoolinrich ting daarbij in den weg leggen. Daar ondergeteokende me! velen overtuigd is van dc wenschelijkheid dat aldus de gelegenheid wordt gegeven tot het in toepössing brengen van nieuwe opvat tingen, is tot dit doel een nieuw vier de lid aan artikel 21 cn een nieuw zesde lid aan artikel 89 toegevoegd". Het. nieuwe vierde lid van artikel 21 luidit: „Wij kunnen, den Onder wijsraad gehoord, vergunning verke nen, dat ien behoeve van de bijzonde re inrichting van het onderwijs aan eene school of ecue groen van. scho- ,J wordt afgeweken van het bepaal de in het tweede lid van dit artikel (voorschrift ter vaststelling van liet leerplan en de leerstof: en in verband daarmede van het bepaalde in heb eerste lid van artikel 2 (vermelding der vakken, door de wet onder lager onderwijs verstaan) en in hel tweede en derde lid van artikel 3 (regeling ge woon en uitgebreid lager onderwijs). Het nieuwe zesde lid van artikel 89 komt op hetzelfde neer, maar geld'i voor het gewoon en uitgebreid lager bijzonder bndenvijs, terwijl het nieu- vierde lid van artikel 21 geldt voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 7