EuiLM'i GllitUi.
Buiteniandsch Overzicht
TWEEDE blad.
Zaterdag 8 Mui 1820
't Duitsctie leger telt nog
btjna 2 mlllioen man.
De Franschen blijven In do
mllltalro sterkte van
ultschland een gevaar
alen.
Do Fransche afgevaardigde Girod
heeft in de Kamer aan de Praneche
rogeering gevraagd of het waair was,
diat het Duitsche leger op het oogen-
hlik nog bestaat uit. 15.000 kanonnen
etn meer dan 3 (drie) millioen man
schappen.
Hij vertelde daarbij dat 't leger van
8 mdlilAoeen man zou bestaan uit 200000
man van de Rijksweermacht; 400.000
man van het oude leger; 250.000_ man
van de Veiligheid weer; en 2.250.000
burgerwacht-manschappen. En wan
neer men deze indeeling ziet kan men
zich tenminste voorstellen, dat inder
daad de 200.000 man Rijksweertroepen
ndel, h6t eenige leger vormen, dat
Duhsehltmci in het alleruiterste geval
zou kunnen uiit den grond stampen.
De Fransche minister van oorlog
heeft op de vraag o.a. het volgende
geantwoord:
De organisatie van de Duitsche
rijksweermacht', is op het oogenblik
zeer verward. Zij bestaat uiit drie ca
tegorieën; ten le uit de Rijksweer
macht, gevormd ingevolge de wet van
6 Maart 1919; ten 2de uit het over-
gang.-iager gevormd bij de besluiten
van Augustus 1919 ter uitvoering van
het Vredesverdrag, dat, door vcrai.u,
deiMng van de Rijksweeiniacht, een
sterkte van 200.000 man moest heb
ben, ten 3c het Rijksleger, welke or
ganisatie, ontworpen dooi' tien Rijks-
weer minister, nog niet is goedge
keurd door den Rijksdag, doch een
offensief van 100 000 man moet heb
ben. Deze drie organisaties komen uit
elkaar voort en loopen door elkaar
heen, zoodat men op het oogenblik in
Duitschland aantreft de volgende
groote eenheden: V* brigades van de
oude Rijksweermacht; 2 brigades ma
rine-troepen; 14 brigades van het
overgangsleger. Volgens de laatste bij
zonderheden ontvangen van de con
trolecommissie te Berlijn bestond het
globale effectief in deze (Mo organi
saties op 27 Februari jl. uit 13.000 of-
lkiereh, 03.000 onderofficieren en
208.000 soldaten, totaal 284.000.
Het oude leger bestaat uit de on
derdeelen belast met de afwikkeling
van de zaken; het personeel der ropa-
trieeringskampen (voor de krijgsge
vangenen) en het bewaklings-perso-
neel voor de Russische lori j gegovan ge
nen. De Duitsche regeering heeft het
effectief van de onderdeelen, belast,
met de afwikkeling der aken, het
oude leger betreffende, opgegeven als
80.000 man, doch generaal Noliet van
de controle-commissie schatte het in
Maart op 60,000 man. Generaal Nol-
let heeft de Duitsche regeering mede
gedeeld, dat die onderdeelen vóór 10
April '20 moesten verdwenen zijnl Het
personeel der repatrieeringskampen
en der be.wak'.ngstroepen van do Rus
sische ka ijfisgevatigcncn :e geschat
op elk 20.000 man. Het totaal offec-
tdef van het, oude leger zou dus zijn
__J0Ö.OOO man,
Volgens de opgaven van 1 Maart jl.
bedroeg hei effectief van de Veilig
heidspolitie, ongeveer 120.000 man.
Er kunnen geen nauwkeurige opga
ven gegeven worden omtrent de bur
gerwachten en den technischen hulp
dienst. Het aantal manschappen daar
van staat in verband met de bevol
king der provincies en districten en
is zeer verschillend. Zoo zijn de bur
gerwachten in Beieren zeer talrijk,
doch in de Indistri «gebied enzoo als
in Weet falen o" Saksen, veel minder
groot.
Bij deze beide korpsen meent de
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE»
ln de afgeloopen week is de krans bij
eengekomen bij de familie Hopma. Lie
ver zou ik mijn tong afbijten, dan een
woord kwaad zeggen van Suze Hopma,
maar iedereen weet, dal zij de feitelijke
heer des huizes is en dat de zoogenaamde
heer des huizes de rol speelt van haar
onderdanigen dienaar. Daaraan is "het
dan ook zeker toe te schrijven, dat de
kachel weggenomen was, want al is
Suze Hopma netjes tot in het overdre-
vene, zoodat zij na de schoonmaak geen
kachel meer duldt, haar man is 'bijz mder
kouwelijk. Hij moet dus in stilte veel
geleden hebben. Toen wij binnenkwa
men had de stakker van de kou een roo-
den neus, daaronder een wit boord en
daaronder weer eetl blauwe das, het
geen" te zamen onze nationale driekleur
vormde.
Wouter, die nooit zwijgen kan, wan
neer een ander weet te dragen zonder
klagen, zei „jelui hebt hel hier ook
niet warm. Bij mij brandt 's avonds de
kachel even."
,,'t Is Meil" zei de gastvrouw kortaf.
,,'t Is mij?" vroeg Wouter, zich van
den domme houdende. „Je bedoelt zeker
te zeggen ik ben het, want je man
is beroemd als eerste klasse kleumer."
„We zijn in de Meimaand," verduide
lijkte de gastvrouw.
„Dat beteekent niemendal," zei Wou
ter onverstoorbaar. „Zegt niet de groote
dichter Bilderdijik of een ander.:
De Meimaand is bedrog laat zij de
zon al schiinen,
Een schrale, koude wind pleegt 's men-
sohen lijf te schrijnen.
Hij spoedt zrich naar den haard, dat hij
2ijn leden warm',
Nam dien dc huisvrouw weg, hij voelt
zich Oril en arm."
s,Ik hou van orde," zei Suze Hopma,
met een nadruk op het woord ik, alsof
ze wou zeggen, dat wij ^iiet van orde
houden. Meer dan één paar wenkbrau
wen werd even gefronst en de stemming
zou gevaar geloopen hebben, wanneer
niet juist op dat oogenblik de thee was
rondgediend, die haar verwaimenden in-
Minister echter nog eenige troepen-
ovgfinii'--aI.ic5 te moeten voegen, nl. dc
VYijwillifrerskorphen en de lijdelijke
vrijwilligere, beide door generaal Nol-
let geschal op reep. 20 tot 40.000 en
op 50.000 man. Het effectief von de
burgerwachten, technischen hulp
dienst enz., geeft de Fransche minis
ter, onder alle voorbehoud, dan op
aibs 1.200.000 man.
En wat het artiJlöriemateriéaL be
treft: generaal Noliet hoeft van de
Duitsche regeering ontvangen ver
schillende lijsten met opgaven van
uit te leveren vuurmonden, in het ge
heel bevattende 13.650 stukken. Deze
moeten tier vernietiging uitgeleverd
worden. Duilechland beweert, tus-
schen den wapenstilstand en hel van
kracht worden van het Vredesverdrag
reeds 2500 stukken vernöeld te heb
ben. Eindelijk 1b er een verzoek van
de Duitsche regeering om 7980 stuk
loon te mogen houden.
Tot zoover de Fransche minister.
Volgens zijn antwoord zou het
Duitsche leger dusnog be
staan uit 1-734.000 man en uit
13.650 vuurmonden.
De wlssel-qaaestle.
In een zitting van de internationale
parlementaire handlelsconfereattie te
Parijs is de kwesti-e van den wissel-
koets besproken. Er werden verschil
lende voorstellen ingediend, waar
van er twee bijzonder do aandacht der
vergadering trokken, nl. dal van ba
ron Descamps, voorzitter van het per
manente bureau en dat van Walter
Bohrens, oud-pros id ent van de Engel-
sche Kamer van Koophandel te Parijs.
Deze laatste stelt voor biljetten uit te
geven, die gegarandeerd zullen zijn
door Groot-B rittannië, de Vereenigde
Staten, Frankrijk, Italië en België.
Deze biljetten zouden een wc-tbelijk
vaetgestetd.en koers hebben Ln de lan
den der Geallieerden en zouden die
nen om te betalen "hetgeen noodig ie
voor den aankoop van levensmidde
len en voor het herstel van Europa-
De aankoop en zouden binnen een ter
mijn van vijf jaren moeten geschift
den.
Het plan van baron Descamps be
rust niet op een solidaire verantwoor
delijkheid der verschillende staten,
maar beveelt'de vorming aan van een
internationaal wiissèlonstituut, samen
gesteld uit vertegenwoordigers der be
langhebbende mogendheden.
De taak van dit instituut, zou zijn
bons uiit te geven, die als betaalmid
del kunnen dienen en als internatio
nale waarden van den eersten rang
verhandelbaar zijn maar beperkt moe
ten blijven voor het verschaffen van
de grondstoffen voor dte voedselvoor
ziening en voor de groot-industrie.
DE CONFERENTIE TE SPA.
Do KÖilnische Zeitung verneemt uit
Berlijn omtrent de conferentie in
Spa,, dat het bericht van de Temps"
als zouden volgens Millerande op
vatting de Duatschers Ln Spa alleen
de rol van toehoorders spelen, in
Berlijnsche politieke kringen groote
verwondering heeft -gewekt. Wan
neer deze opvatting juist. is. dan zou
de reis der Duitsche ministers naar
Spa niet alleen overbodig zijn, maar
een vernedering van het Duitsche
volle beteek en en en de irieeulngsver-
schillien, die op de conferentie bijge
legd moeten worden, slechts ver
scherpen. De Kölnische Zeitimg zegt,
dat het volgens de opvatting der
Berlijnsche politieke kringen hier
slechte gaat oru, weliswaar een ge
vaarlijke. journalistieke stemming
makerij van de Temps" tegen
Lloyd George die. in verband met de
besprekingen in San Remo, in hot
Lagerhuis met nadruk heeft ver
klaard, dat wanneer de Duitsche ge
deilcgeerden in Spa zouden komen
als menschen, die op den grondslag
van het vredesverdrag zakelijk wil
len onderhandelen, ze er van verze
kerd zijd» dat al hun voorstellen on
partijdig en eerlijk zullen worden
overwogen.
Havas verneemt, dat de Duitsche
regeering een nota aan de Fransche
regeering zal richten, met verzoek
om uitstel van de conferentie te
Spa, die tegen 25 Mei vastgesteld
was. tot na de verkiezingen in
vloed op lijf en ziel deed gevoelen. Wij
mannen begonnen een gesprek over
ja, waarover zouden we anders pralen,
dan over den Raad, die al maar geld
uitgeeft en over de belastingen, die daar
door zoo schrikkelijk hoog worden. In
middels hadden de dames het over
ja, waarover zouden die anders gespro
ken hebben, 'dan over de moeilijkheid om.
een dienstbode te krijgen en de nog
grootere moeilijkheid om haar te hou
den!
Maar noch het een, noch het ander
was in staat om het kransgezelschap te
verwarmen. De salon van de Hopma's
moet wel een heel koude kamer zijn ge
weest, want de neus van den gastheer,
die aanvankelijk alléén rood was ge
weest, behoefde een half uur later hoon
noch spot meer te dulden van al de
andere aanwezige Deuzen. Onze handen
raakten meer in het blauwe getint en het
hcele gezelschap zat zoo'n beetje discreet
te rillen, toen op ^:ens Wouter opstond
en de armen over elkaar slaande, als om
warm te worden, den 'bekenden kreet
van den man op 't ijs deed hóoren
Heete melk en kou we jan!
Leg eres an, leg eres an!
Dit was niet beel beleefd en alle oogen
richtten zich daarom onwillekeurig op
de gastvrouw, ,,'t Spijt me, dat jelui het
koud hebt, maar ik kan het niet hel
pen," zei ze stijfjes. „Hopma, drom-
melsche kerel, heb jij dan order gege
ven om de kadhel weg te brengen?" riep
Wouter en citeerde de laatste regels van
Sta rings gedicht over Hugo de Groot
„Eén vrouw is duizend manneü te erg,
O, eeuwige eer van Reigersberg!"
„Ik weet wat," zei Hupstra. „Laten
wij spelletjes doen om weer warm te
worden."
„Goed," spotte Wouter.- „Krijgertje
spelen in den tuin." Het park van de
I-Iapma's is zoowat negen vierkante me
ters groot .-
„Hupstra zal springen op zijn hur
ken," spotte Hopma. De dames zetten
een afkeurend gezicht, die 'hadden er op
haar leeftijd geen zin meer in.
Maar Hupstra liet zich niet van zijn
stuk brengen en vertelde zijn plannetje,
dat dadelijk algemeen in den smaa'k viel.
Een oogenblik later was het 'heele ge
zelschap in 't huis verspreid de hecrcn
Duifachjond, welke den lOen Juni
zal plaats vinden.
Dit Daitsebianl
Stakingen.
De staking der binnenschippers
breidt teich üdt, zoo zelfs, dat de voed
selvoorziening in Baksen bedreigt
wordt.
Aan de werven te Hamburg dreigt
een staking om looneisehem.
POINCARé OVER DE FRANSCHE
POLITIEK.
In zijn overzicht in do „Revue des
Deux Mcxndes' neemt Podncaré
maarschalk F och, en met hem ge
heel Frankrijk, met nadruk in be
scherming tegen de aaptijgingen be
treffende militaristisclie en imperia
listische plannen en neigingen.
Foch is, nana- Poincaré verzekert,
dezelfde bescheiden man en soldaat
gebleven, die hij altijd geweest, is. Zijn
aandringen tijdens de vredesonder
handelingen op bezetting van den
linker Rijnoever was uitsluitend het
gevolg van do overtuiging, dart, Fran-
rljk op die wijze gewaarborgd moest
wórden tegen nieuwe agressieve plan
nen van Duitscli'land, en dat het een
pand in handen zou hebben tot na
koming door Duitschland van zijn
financieels verplichtingen.
Terwijl hij dus eenerzijds Frank
rijk schoonwascht van de beschul
diging van imperialisme beklaagt
de oud-president zich anderzijds ovet-
de egoïstische houding van de bond-
genooten, die Frankrijk met zijn ont
redderden financieel en toestand loten
zitten een toestand', welke voor
een groot deel het gevolg is van het
geen Frankrijk mede in bert belang
dier geallieerde heeft gedaan. En
•toch bobben diezelfde geallóeerdc-n
gewild dat het Verdrag van Versail
les Frankrijk teleurstelde, dart het
in tegenstelling van liet verdrag
van Frankfort niet op de schou
ders van den overwonnene alle lasten
van den oorlog heeft geilegd. Frank
rijk moet, omdat zij dat. nu "zoo wil
len, allleen opkomen voor de gewel
dige schuld sinds 1914 aangegaan
voor de mobilisatie van het leger, den
aanmaak van kanonnen en munitie
enz. enz. De achterstallige renten
van die schuld bedragen reeds 9380
milffioen d.w.z, méér dan het cijfer
der nieuwe belastingen, thans aan
het parlement gevraagd zoodart die
belastingen schoon opgaan aan het
afbetalen van een schuld, welke, vol-
ges de rechtvaardigheid, niet Frank
rijk alleen had moeten drukken. Over
het algemeen schrijft men den
Franschman een vlug begrip toe
maar hij heeft, toch veel tijd noodig
gehad om het resultaat van de over
winning te begrijpen. En indien hij
thans dapper zijn kruis aanvaard
heeft, dan is dat, omdat hij nu het
verdrag eenmaal geleek end heeft.,
meent dart een ieder nu ook den plliclvt.
heeft het broedertrouw na te Jeven.
Maar, indien hij niet verlangt wat
het- verdrag hem niet toestaat, zoo
is hij aan den anderen kant over
tuigd, dat niemand hom zal ontzeg
gen, wat het verdrag hem toewijst.
Poincaró blijkt overtuigd! dat de
geallieerden hun afzijdige houding
zullen laten varen, indien zij zien,
dat, Frankrijk mei grooter ernst en
wilskracht en met ontzegging van
alles wat ontbeerd kan worden, zich
toelegt op de financieele en economi
sche reconstructie.
Naast, den pijnlijken indruk, in
Frankrijk gewekt door het streven
naar revisie van het vredesverdrag
bij sommige geallieerden wijst Poin-
caré op de houding der bondgenooten
ten opzichte van de Ooslereche quaes -
ties, waarbij de bdlangari van Frank
rijk ten zeerste in het gedrang ko
men. De oud-president zegt tenslotte
dat hij zoo vrijuit spreekt over (le
verschillende scheurtjes in de coali
tie, ten eerste omdat het, vergeefsch
werk zou zijn ze te willen verbergen,
en ten tweede omdat zwijgen de zaak
niet beter maakt en het goed is onder
vrienden de waarheid te zeggen. En
ten slotte om te doen uitkomen, dat
misslagen de fouten zijn van .perso
nen, niet van de volken.
Enkele financiers of enkele indus-
trieclen, zegt Poincaré, dlie wart aft te
verlangend rijn om weetr zaken met
Duitschland te doen en dat land op
gingen zich ap de kamer van Hopma
kleeden, de dames (klommen met elec'.n-
sche lantarentjes naar den zolder, om
allerlei benoodigd'heden te gaan halen.
Een half uur later waren wij gezamen
lijk in den salon bij elkaar. Over het dure
karpet waren oude gonje zakken gelegd,
opdat het niet te veel te lijden zou heb
ben.
Wij stonden allen klaar om ie begin
nen. Laat ik eerst beschrijven, hoe Hop
ma er uitzag hij droeg een paar hooge
laarzen, een witte broek, die in de kap
pen was gestoken, een pandjesjas met
een wit vest en een hoogen hoedtoen
hij dien afnam, kwam zijn van haarolie
glimmend hoofd te voorschijn, waarover
heen een pracht van een scheiding Kep
door helaas, ietwat dunne haren.
In zijn hand droeg Hopma een kin
derzweepje, waarmee hij trachtte ;e
klappen. Dit ging evenwel niet goed.
Dus zag 'hij er van af en begon, na een
paar maal zijn keel geschrapt te hebben,
deze sohoone rede
„Verekrie Damen und Herren.
Im Anfang von Mai 'kam der Wilhelm,
nachher ersckien der Carl, jetzt komni
ich, der Julius Hagenbeek. Früher war
ich nde ins schone Dorf Sjoten, aber es
ist das sohönste Stadchen der Welt und
icih bin das grösste Circus vom.. vom.
„Heelal," fluisterde Hupstra welwil
lend.
„Vom. Universum," zei Hopma triom
fantelijk. „Ich bin hier gekommen mit
einer VersammLung Löwen, Baren, Affen
und Artisten
„Ben je well razend," zei Wouter, „die
volgorde deugt heelemaal niet."
„Es ist ein Climax," zei Hopma def
tig, maar daar hij blijkbaar al zijn
Duitsohe kruit had verschoten, maakte
hij er nu zelf een eind aan, zette zijn
hoogen 'hoed weer op zijn prachtig ge
plakte hoofd en riep „Die Vorstellung
fSngt an, MusakI"
Hierop begon tante Koos, waarvan ge
zegd wordt, dat zij in haar jeugd wel
een aardig stukje speelde, zoo hard als
zij kon op de piano te bonzen en Hup
stra liep op handen en voeten in de ka
mer rond, voorstellende het edele, geheel
in vrijheid gedresseerde Arabische paard
Al mdn zor, „wiens stamboom tot de
zesde eeuw opklimt"8 Het bleek, dat
de been te helpen ten koste van
Frankrijk, zijn nog niet, Engeland cn
Italic. Beide landen weten wat zij
Frankrijk verschuldigd zijn, even
goed alls Frankrijk weet, wat bet, die
landen te danken heeft. Zij willten
zelf evenmin van ons scheiden als
wij van hen. Zij erkermenv dart zij
ona noodig hebben, evengoed ails wij
hen. Lloyd George cn Nittii rijn te
venstandige staatslieden om niet in
te zien, dat hun grootste kracht altijd
zal zijn, dart rij op die fundamentele
opinie kunnen steunen. Laten zij, uit
Ban Remo teruggekeerd, maar eens
infarmeeren bij hun bondgenooten
rij zullen hun antwoorden: Blij ft
in (le eerste plaats één met Frank
rijk."
Na de theorie van San Remo komt
het thans aan op de praktijk."
DE STRIJD TECEN DE
BOLSJEWIKI.
't, Oekrafesclie leger heeft, met be
hulp van Rüemeóhsebe artillerie,
Odessa bezet.
Volgens een telegram uit Wladd-
vos tak is een Engels che roode-kruis-
Lreln to Siberië aangehouden. Hel
personea-l dat den trein begeleidde is
in de gevangenis, gezet of doodgescho
ten. De trein was geladen met hospi
taal-benoo-digdhed'en en 1 Goederen en
was bestemd voor ïrkoetsk, waar de
bevoidng dringend bulp noodig heeft-.
Een bolsjewistisch bericht meldk
dat het, overschot van het leger van
Oenikin en van de Koeban-koz&kken-
troepen, tezamen een 60.000 man,
zich heeft overgegeven.
Verspreid nieuws
DE TOESTAND IN MEXICO.
Uit Senora, hert hoofdkwartier dei'
opstandelingen wordt gemald dart de
spoorwegnijnan van Mexico-City Ln
alle richtingen rich in handen der
revoflutdonnairen bevinden. Het. pass
giers- en postverkeer wordrt betrekke
lijk vrij toegestaan. Het, goederen
verkeer wordt echter door de opstan
delingen tegengehouden.
EEN GEDENKTEEKEN VOOR
KARDINAAL MERCIER. Er is een
comité gevormd voor het oprichten
van een gedenkteken voor kardinaal
Mercier, teneinde te herinneren aan
de rol, door hem tijdens den oorlog
vervuld. In het comité hebben (xa.
zitting de hoeren Ernest Solvay, de
burgemeester van Brussel, Max en
de ministers Vandervelde, Hymans
Janson en Rerikto.
Met het beeldhouwwerk van hert
manunlent is belast de heer Rom-
baux, met het bouwkundig gedeelte
de heer Franootrte.
EEN BELANGRIJKE GIFT. De
Band der Belgische kootoijneige-
naars heeft een millioen geschonken
"aan hot werk der oorLogs-invaTiden.
ML'ITERJJEN. Ondier de Roe-
meensche troepen in Zevenburgen
zijn muiterijen voorgekomen waarbij
veile officieren gedood werden.
LLOYD GEORGE. De eereite mi
nister van Engelland is veel beter en
is voor eenige dagen naar een bad
plaats vertrokken.
Koloniün
DE J. P. CO EN-STICHT1NG,
Verschillende hier te lande gevestig
de directies van Suikerondernemin
gen op Java, aangesloten bij den
bond van Eigenaren van dergellijke
ondernemingen te Den Haag, hebben
naar A n e t a verneemt, toit heden
voor een bedrog van f 122.700 giften
toegezegd aan deJan "Hietorszoon
Coen-Stichting, welke opgelicht wérd
ter herdenking van de stichting van
Batavia en die zich d.o oprichting
ten doel stelt van internaten voor
studeerend'e jonge®eden in Neder
land ech-lndië.
een paard, dde het dan ook meer gewend
is, heter op vier pooten vooruit kan ko
men dan een mensdi, want Hupstra hijg
de al halverwege en kon- alleen met de
grootste inspanning door den ijzeren
hoepel springen, dien ik hem voorhou
den moest. Na dezen krachttoer (brak het
gehcele publiek, 'dat wil zeggen iedereen,
die op dat oogenlbliik geen werkzaam
aandeel in de vertooning nam, in luid
applaus los. Hupstra boog. Maar Hop
ma, ontevreden, zei in 't moois,e
Duitscb, dat hij vinden kon „Bist du
wohl ga-na und gar toll? Ein Pferd macht
sein Compliment ganz anders, kratzt mil
dem Vorbein, sol" En de daad bij het
woord voegende, krabde Ihij met zijn
hooge rijlaars energiek over den vloer.
„Hé, hd," nep mevrouw Hopma,
„denk asjeblieft om mijn karpet!"
„Veiikaufen Sie Programma!" bulder
de directeur Hagenbeek, want aan de
gastvrouw was de taak opgedragen, pro
gramma's te venkoopën en de menschen
naar hun plaats te brengen.- „Wo ist der
Bar?"
Een geweldig gebrul volgde. Dé beer
verscheen. Dat was ik zelf, gedost in een
omgekeerde-pelsjas van Hopma en met
drie paar sokken over elkaar aan. Ter
wijl Koos een muziekstuk inzette, waar
van rij later beweerde, dat het een wals
was geweest, maar waarvan ik op dat
oogenblik niets begreep, .begon ik als
beer te dansen. Af en toe streelde der
Herr Director mijn schouders met het
kinderzweepje en riep my toe „briiilen.
Sie und schn-ell! die Damen und Herren
haben ja doch bezahk". Ik zette dan oen
geweldige keel op, waarvan een vaasje
op een saloukastje scheen te schrikken,
daar het zonder eenige andere duidelijke
reden op den grond viel, gelukkig zon
der te breken. Voor mij was er nu geen
reden meer om over kou te klagen in
de pels, de drie paar sokken en met een
bonten muts op het hoofd, had ik het
warm genoeg.
„Brav, sehr brav," eei onze Direoteur
en stak mij een klontje toe. Maar ik,
om mij te wreken over de zweepslagen,
heet hem meteen in zijn vinger, waarop
hij een luid, maar echt gebrul aanhief.
„Ziedaar do risico van het bedrijf,"
merkte Wouter op, die oa mij zou op
treden.-
StadsBlenws
By Hagenbeek.
Bij Hagénbeck, dat wil hier zeggen
niet i n den circus, maar achter
den circus.
Wij brachten Vrijdagmorgen nog
eens een bezoek aan hot ten te i,-.:.-
wagen-complex aan den Scliotei v. ..g.
'Eenst leidde de directeur ons roni,
deed ons de Bengaateche tijgerin me
itaar drie jongen bewonderen (tref
fend was het te zien, hoe de moeder
zicJi dadelijk beschermend vóór haar
drie kindeion plaatste), de ijsberen,de
olifanten, de bruine beren (waarvan
één zich bijzonder gebelgd toonde
over het onbescheiden journahslen-
bezoek, zoodat. de heer Hagenbeek one
waarschuwde, goed in hei midden
tusschen de kooien te blijven) en de
nog niet geheel ge:«mde tijgers uit
Sumatra.
'e Moi-gens, aldus vertelde de di
recteur ons terloops, was een van d'.
olifanten op sjouw gegaan, maar hij
was nu weer terecht: hij was weer af
gekomen op de signalen, door zijn
broeder-olifanten de luch: in gestooton
Nog toonde de heer Hagebeck ons
een diepe wond in den voorpoot van
een der Ijsberen, die deze Ln een ge
vecht me(, een der andere beren had
opeeloopen.
Zoo pratende kwamen wij bij de
kooi van de zeven Beiherleeuwen,
waai- de dierentemmer, de heer
Augiust Mölciker, beeig was, psijn
woeste vriendinnen en vrienden se
verzorgen
Men was bezig de kooien schoon te
maken. Telkens werd een kool leegge
maakt (hetgeen soms mei veel geduld
moest geschieden: een leeuw is nu
eenmaal een leeuw en hij meent, ook
ln gevangen s.aat, recht te hebben
op „zelfbestuur") en dan deden schui
ven en bezems hun werk. Spoedig
waren de kooien kraakzindelijk (van
leeuwenstandpunt beschouwd,. Toen
kwam er opeens heftige beroering on
der de kooi-bewoners, daar werd ge"
gromd en mei staarten' gezwiep:, dat
liet een aard had (een dei 'leeu
wen had geen staar; om mee te zwie
pen, die was hem afgetrokken, toen
hij gevangen werd, vertelde de heer
Mólcker ons) en telkens slaakten de
dieren even hun nerveus lieen-en—
we er-geloop in bun benauwde omge
ving en staarden met. Koog-opgeheven
kop in één richting. Wij wilden juist
vragen of onze ,,anspruchslo6e" ver"
schijning de oorzaak kon zijn yan al
die leekenen van onrust, noen het
raadsel werd opgelost: uit de richting
waarheen de blikken der vroegere
woestijnbewoners gingen, kwam een
cLrcusknecht mei een handkar aan
rijden en op die kar lagen de heer
lijkste ribstukken die een slager maar
leveren en een leeuw zich maar den
ken kon. De dames en heeren hadden
dat vleesch natuurlijk al lang gero
ken vóórdal wij er ec-n „ATifrung" van
hadden!
Toen kreeg ieder zijn deel. Met een
tweetand pikte de heer Mölker (die
dit werk altijd zelf doel, dan kan hij
zich overtuigen, dat zijn pupillen
een goeden eetlus;, hebben en dus ge
zond zijn) groote brokken vleesch op
en hield ze den leeuwen voor, die
met onbeschrijfelijke, wilde begeerig-
iheid er op aanvielen. Toch viel er
yerschiil op te merken: de heeren aten
woester dan de dames, die zich meer
als lekkerbekken gedroegen.
Eéns per dag krijgen zij zoo hun
rnntlsoen van vijf en nwintig pond
vleesch. Zij zouden wel 't dubbele en
nog veel meer op kunnen, maar dan
zouden zij den volgenden dag ",e vaó"
sig zijn en nie. geschikt om „op te
treden".
Gedurende den maaltijd moeten zij
me: ruet. gelaten worden, vertelde de
temmer. Anders gaan zij nög woester
Y,"!ten en zouden zich kunnen verslik
ken en stikken. En dat zou een soha—
En in welk costuum! In een pantalon
van Hopma, die halverwege zijn enkels
kwam, met een bonten sjaal als sjerp
om zijn middel, een met krijt wi: ge
maakt gezioht en een slaapmuts met een
grooten (kwast op zijn hoofd. Hij was de
eerste clown van het circus, Senor Ar-
turonauwelijks was mijn berengebrul
verstomd, of Êet komisch intermezzo
begon.
„Koeten afond, Herr Director," zei
Wouter, met een diepe buiging voor
„den Julius", die hem bijna zijn even
wicht kostte.
„Koeten afond, Herr Clown," ant
woordde Hopma, naar oud gebruik zijn
best doende om zoo goed mogelijk Ne-
derlandsclt te spreken. „Hoe kaat het
met oew kesundkeLt?"
„Prachtig, prachtig," zei Wouter, juist
eeu slag met het zweepje ontwijkend,
maar gaf meteen met zijn wit gemaakt
gezicht een duw tegen tflen schouder van
den directeur, waardoor de mooie jas
totaal wit. zag.
„Ruhig, riihig," zei Director Julius,
„iek hat kedacht oe sollte ein sjeunes
Nummer mit Paarden machen. lek seh
die Beesten nirgends."
„Nicht?" vroeg Wouter en keek rond,
naar ons, naar do programmaverkoop
ster, dc pianiste en het publiek, alsof
wij de paarden waren. „Neiu, gai hebt
Recht, Director, iek weet al wo die Pfer-
den sind. Hier!" En daarbij klopte hij
met grooten nadruk op zijn zak.
„Was? In die Tasche?" vroeg de di
recteur uiterst verwonderd.
„Nein, nioht in een Tasck, ien main
Sack," zei Wouter en de hand in den zak
stekende, bracht hij zes (houten paardjes
te voorschijn, die hij op 2ijn hand zette.
„Das ist Alles, was von meinem
Traltehnerhengste overkeblefen ies. Ke-
sjmolten, allemal kesjmolten? Forike
tuaand waren die Pferde alle noch se
(daarbij wees hij de hoogte van een ge
woon paard aan) nun smd sie kesjmol
ten.
„Kesjmolten? Warum?" vroeg Herr
Director Julius.-
„Von Hunger."
„Hunger?"
„Jawohl, erst kam der Wilhelm, dann
der Karl, am letzten Julius. Das keëhrte
Poeblik komm. nicht mehr, hat kenoei
depost zijn wan:... ook dc leeuwen
zijn duurder geworden'
Toen de maaltijd af geloop ou v. ut,
werden er van de zeven kooien door
het. weghalen van schotten weer drie
ge ma uk; en zoo onhebbelijk n de
dieren zich zoo juis: gedragen hadden
zoo ru6tig-tevreden vleiden zij zich rtu
weer op dem bodem van hun kooien.
De „restjes" werden uit de kooien
geveegd en li t moment van den dag
wa6 voor de vloeech-c'crs weer afge-
loópen.
Hoe lang bent u al Ln liet vaki
vroegen wij den heer Mólcker.
Al van 1889 af! was het antwoord.
Je moei er vroeg bijkomen, anders
leer je het nie; meer. Trouwens iééren
kun je temmen ook eigenlijk niet. 't le
een gave. Je hebt he; of je heb: het
niet. Lust en liefde voor dieren zijn
wed de eerste vereischlen om ie;e :e
bereiken. En dan wilskracht en een
onuitputtelijk geduld.
Je moe: de karakters van de dieren
Lestudeeren erf voor je zelf uitmaken,
waarvoor elk individu hei meest ge
schikt is. Want ik verzeker u, dat
e!k dier een eigen karakter heeft, als
een menech. „Die Weiber eind allen
falsch" zei de heer Mólcker op z'n
S cliopenh au e rsch„Nicht waihr? en
hij streelde een leeuwin over den kop,
die dadelijk reageerde door een
Wauw uiu te slaan. „Ja, ich kenne
•Sie!"
Vooral mag een temmer nooit
bang zijn. Wilde dieren zijn vee) in
telligenter dan huisdieren en zij ont
dekken zeer spoedig of men vrees voor
iien gevoel1:.* Weten zij dit eenmaal,
don is men verloren en al zijn macht
over hen kwijt.
liebi u wel eens een „ongelukje"-
gehad? vroegen wij.
Ja, dat blijft natuurlijk niet uirt.
In 1912 wera ik door een leeuwin in
den oirous aangevallen. Maar 't is
goed af ge loopen, vervolgde de «em
mer, die over dit onderwerp maar
liever niet scheen door :e praten.
Nog weersprak de heer Mölker de
legende, dat leeuwen bij het temmen
gepijnigd worden met gloeiende
ijzers enz.
Het ';emmen gaat als 't ware spe"
Ienderwijs en wij gebruiken daarbij
hie:6 dan de zweep, een stevigen
knuppel... en veel geduld.
Willen de dieren bepaald kwaad,
dan kunnen zij voldoende op een af
stand gehouden worden door lange,
stevige stokken me: gaffelvormige uit
einden, die hun in den muil gestooten
worden. Andere wapens gebruiken'wij
niet, aldus besloot de heer Mólcker.
EEN PROPAGANDA-AVOND.
In één der zalen van café „Brink-*
mann" werd door de vereeniging de
Algemeene Nederlandsche Vrouwen
organisatie, Vrijdagavond een pro-
paganda-bijeenkomst gehouden.
Met, een kor:, kernachtig woord
werd de vergadering door de Presi
dente der Vereeniging ge
opend, die aankondigde, dat, hen pro-
pugand a-woord uitgesproken zou
worden door mevrouw Nine Minn om a
en dat ter verdere opluistering een
zangeres uit Haarlem en de kunst-
schilderes, Meivrouw Tula Smoren-
berg di Vista, uit Oud-Loosdrech., als
declamatricft mee zouden werken.
Mei zang werd begonnen, de onbe
kende zangeres behoefde over waar»
deering niet te klagen.
Daarna was het woord aan mevr.
Nine Mmnema, die ".ot onderwerp
had gekozen: „Wat moet de vrouw
met haar kiesblljet doen?".
Spr. begon met 'n terugblik :e wei-pen
op het af geloopen :ijdperk der oor
logsellende, daarbij wijzend op hei
aiionsinerachiiige van de uitgestrekt
heid der wereldoorf og-el agv e! rl cat,
wanreer men die vergelijkt met het
Waterloc-slagveld. Nu zitten we mid
den in den nasleep, de gevolgen doen
zich eers:', redK kennen, wanneer de
blik gericht wordt naar duister Am
sterdam, duister Den Haag en dui6ter
RovJerdaan en naar elk duistgedeel-
von Oircus. meine Pferde batten nicht
kenoek zu essen, eind so klein kewor-
den." En hij' wees op 't kinderspeelgoed'
op zijn hand.
Director Julius greep al naar zijn
zweepje, om straffen uit te deelen, Toen
de arme clown nog juist bijtijds riep,-
dat hij een ander, veel grooter paard
prachtig gedresseerd had. En een groo
ten bezem voor den dag balende, ge
bruikte hij dien als stokpaard en sprong
daarmee in de kamer rond, achtervolgd
door den verwoeden directeur. Helaas,
der Herr Director raakte met zljD voc. ia
een gonje zak verward, struikelde en de
clown viel over hem heenin hun val
wierpen zij een tafeltje om, waarop al
lerlei breekbaars stond, tot grooten
schrik van mevrouw Hopma. Zoo kwam
de circusvoorstelling ontijdig aan ccn
eind, want de dames verklaarden een
parig, dat het te gevaarlijk was, niet
voor de arristen, denk dat niet, uiaar
voor het meubilair. Het was jammer. Er
stond nog een vuureter op het program
ma (dat was ik zelf) en een reuzentijger
(Hupstra) benevens een gezelschap par
terre-gymnasten, waarin al de heeren
zouden hebben meegewerkt.
Het eenige nummer, dat nog werd
uitgevoerd, was dat van mevrouw Hup
stra, dde af en toe had moeien roepen
„Kaffee, Bier, Schokolade!" maar zon
der ze in werkelijkheid aan te bieden*
omdat hei alleen maar om de sugges.ie
van de circusomgeving te doen was ge
weest. Nu kregen we inderdaad van haar
wat te drinken. En 't was zuur verdiéndl
Nadat we ons weer in onze gewone
plunje hadden gestoken, deden wel al
onze oude botten pijn, maar van kou
hadden we geen last meer. Ook de da
mes niet, die zelf in den circus wel niet
waren opgetreden, maar zich warmge»
lachen hadden om ons.-
EIDELIOJ