v.w. m RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels Schaakrubriek i HÈ in 11 i WWV* &s ss aj De Parels van Parlay DERDE BLAD ZATERDAG 19 JUNI 1920 (Deze raau6-!i> zijn alle ingezonden door jongens en meisjes die „Voo> Onze Jeugd" lezen. De nomen der kinderen, die mij vóór Woensdag middag 4 uur goede oplossingen zen den, worden in bet volgende num mer bekend gemaakt.) Iedere maand worden onder de beete oplossers nvee boeken in pracht band verloot. i, (Ingezonden door Bloemkorfje.) Welk groot gebouw wordt een vdscb, wanneer je bet oen anderen kop en •taart geeft? (Ingezonden door Piet Hem.) Zet achter een getal iets. wat men vind'. iD steden en dorpen en gc krijgt een plaat;, die zoowel in Groningen als Sn Zuid-Holland Hgt. V (Ingebonden door Prumula.) Mijn iste deel en mijn geheel bemin nen meest de kind'ren veel, Mijn 2de deel vindt gc overal in woud, in veld, in hoeve en stal, ln hut, paleis, in loods en schuur, Ja, menigmaal zelfs in het vuur. 4. (Ingezonden door Wekkertje.) Ik hes een wapen uil oude tijden. Ver ander mijn eerste letter en ik ben een meisjesnaam. 5. (Ingezonden door Bosch viooltje.) Ik ben een getal. Geef me nog een medeklinker en ik ben een meisjesnaam. (Ingezonden door Bloempotje.) Ik ben eeu voedzame spijs. Keer me om en ge vindt me bij den bakker,- Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zi;n j. II -re haver. 2. Graaf graat, j. Kanarie Arie. 4. Stien tien. 5. Koopman met zeven.- 6 a. De nachtb. neus van eeD sen en -. regendruppel; d. schip van «en kerk. Goede oplossingen ontvangen van i R-'Zt-rood 6, Blondkopje 6, Leidenaar 6. Controleur 6, Kerstboompje 6, Het Trio 6, Padvindster 5, Lachebekje Fxederik Hendrik 6, Avondklokje 6, La thyrus 5, Butterfly 6, Hennie v. Dam 6, Jeane d'Arc 5, Orang Boggor 5, Nonnie 6. Pier en Dirk Oschatz 6, Primula 6, Excelsior 6, Prinses Rozerood 6, Wim de Gee 6, Hyacinth 6, Juliaantjc Scholten 5, Nikkertje 5, Maanelfje 5, Roswitha 5, D». Schipperin 4, Karei dc Groote 5> Continental 5, Schotenaar 5, Sering 5, Jaroba van Beieren 5, Musicus 6, Pietje Tuck 6, F. Gehl 6, Tiekie en Piene 6, On rust 0, Krullebol 4, Dikkerdje 5, Assche- pocstcr 5, A. A. C. Jansen 5, Wilde WiDgerd 6, Billeken 5, Roodborstje 6. Asier 4, Piet Heni4, Kootje B. 6, Johan Beckelaar 6, Lourens Coster s. Soldaat 5, Duinviooltje 6, Sneeuwklokje 6, Adriaan Buytendijk 5, Prins Joris 5, A. Over- meet 5, Rhododendron 6, Truusje Bak ker 6, Jacoba Bakker 6, Marietje Bak ker 6, Piet Spoor 5, Beppie Spoor 5, Prinses Attalante 6, Sprictel 6.- Mirolirlek ASTER, Papentoren-vest 23', vraagt Sin Honig's Maözena de nrs. 217, 22Ö, 322—228, 233, 241, 243, 244, 246251, 257, 258, 264, 366, 273, 279, 281, 283 285, 287, 288, 291, 292, 296300, 302 306, 309, 313—3Ï5. Van de Vecht nrs. 1, 45, 58, 60, 62, 103—108, 114, 119, 125. 128. 130, 138, 140—143, Langs de Zuiderzee nr. 28. Ze geeft hiervoor andere pi. terug. ROSWITHA, Gen. Bothastraat 104, vaagt Friesland-pl. in ruil voor andere Verkade-, Maïzena- of Gcschiedenispl.- Dg Wedstrijd. Inzendingen ontvangen van Excel- söor, oud 11 jaar; Onrust, oud 13 jaar; t A. C. Jansen, oud 14 jaar De Schip perin, oud 11 jaar; Maanelfje, 10 jaar; Avondklokje, 10 jaar; Primula, oud 12 jaar. HST TRIO VIN DUINOORD (Vervolg.) Den volgenden morgen kwam er al een telegram, dat mevrouw Verbeek en Lena '11.47 in Puiten zouden aankomen, „Fijnl Dolletjes!" juichte Stina. „Ze treffen het anders niet," zei groot vader, „he-t begint te sneeuwen en de lucht ziet zoo grauw, dat het op een witten Kerstmis 2al uitdraaien." „Eenig, dan ga ik Alex sleden," riep Frans. Dan behoefde hij meteen niet op alle vragen te antwoorden, die mevrouw Verbeek hem misschien wel eens kon doen. Om tien uur vielen cr zulke dichte vlokken, dat grootvader aan Frans voor stelde de gasten met de slee van het a'Jion te halen. Frans had er eerst niet veel ooren naar, maar toen Stina besloot mee te gaan, leek het hem toch niet onaardig, „Ik wil ook mee," zeurde Alex. „Neen, dat kan niet. Dan is er voor de visite geen plaats," zei Stiiwu „Griet zal jou vanmiddag slejen, hoor!" riep Griet uit de keuken. En zc het er op volgen: „Dan mag je heel alleen." Het wraakmiddel van heel alleen te mogen, deed Alex berusten. 't Was gewoonweg een sneeuwstorm, toen dc trein van 11.47 arriveerde. Na een hartelijke begroeting op het starion, stelde Frans voor, direct maar de reis te ondernomen. „Zouden we niet wachten, tot he; minder wordt?" vroeg mevrouw. „Maar als 't nu erger wordt?" bracb: Frans in 't midden. Stina en Lena s-ton- den te trappelen van ongeduld .'t Leek haar juist iets onnatuurlijks. „Toe, maatje, we gaan maai", hè?" vleide Lena. „Hè, ja, mevrouw, juist eenig," be gon Stina. Mevrouw moest zich wel gewonnen geven. „Straks zal ik duwen," riep Lena, toen zc met haar moeder in de slee had plaats genomen en Frans en Stdna be gonnen te duwen. „Bi; don hoek kom ik er in, en dan mag jijl" riep Stina. Voort ging het. Hard schoten ze niet op. '1 Was al tegen eenen, toen ze groot vaders huisje bereikten. Toen klaarde de hemel zoowaar op. De kinderen ble- veu Hever in den tuin, wat grootvader niet ongevallig was, omdat hij zoo heel veel met mevrouw Verbeek te bepraten had. Het deed den ouden heer Geervliet innig genoegen, dat mevrouw Verbeek me zooveel belangstelling naar zijn zoon informeerde. „Wij spreken altijd met waardeering over uw zoon en wij hopen, dat hij van den zomer zijn oude vrienden zal ko men -bezoeken," zei mevrouw hartelijk en me: iets van bewondering keek ze naar den stoeren grijsaard, die voor dit jonge, trio vader en moeder wou zijn. „Dezer dagen schrijf ik naar Amerika en dan zal ik uw vriendelijke woorden overbrengen," zei de beer Geervliet ge roerd. Ja, 't was een echt gezellige dag. Dat moest zelfs Frans erkennen. ,,'k Wou, dat je straks met mij mee mocht naar Apeldoorn," zuchtte Lena. Ze was maar cen-igst kind en die Sti na Geervliet was altijd zoo'n leuk meisje geweest. ,,'k Wou ook wel," sprak Stina. ,,'k Ga het aan moeder vragen," riep Lena en de daad bij het woord voegen de. snelde ze de huiskamer in. Me vrouw Verbeek vond het zelfs heel zellig, maar meneer Geervliet verbond er één voorwaarde aan. Op Oudejaarsavond moest Stina thuis zijn. „U begrijpt, dan heb ik mijn drietal gTaag oni me heen." Mevrouw begreep het ten volk verzocht aan grootvader, of hij op December met Frans cn Alest niet naar Apeldoorn wou komen, om Stina te ha len. Even wachtte grootvader, voor hij antwoordde. Toen hij voor 't laatst naar -Apeldoorn reisde, haalde hij de kinderen van Duinoord. God alleen wist, hoe het toen gestormd had in zijn ban. Maar de storm was nu bedaard. En al er veel verloren gegaan, het beste was behouden gebleven. „U doet het, hè?" smeekte mevrouw. „Heel gaarne," antwoordde grootva der hoffelijk. En Stina holde naar boven om haar handkoffertje te pakken en om het uil te jubelen naar beneden aan Gne: en Alex en Frans. Grootvader, Frans en Alex brachten de drie reizigers naar het- station. Me vrouw en giooivader praatten druk over de prachtige omgeving in het schitte rende sneeuwkleed. Lena en Stina lieten Alex sullen. Alleen Frans liep stil voort. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kin- der-Afdeeling moeten gezonden wordeu aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Vau der Vinnestraat ai rood. (In de bus gooien zonder aanschel len!) HET TRIO. Jammer, dat jullie niet meegedaan hebben aan den wedstrijd. Hij was heusch zoo m-oedlijk niet. Js Jan-na nog naar Den Haag geweest? Ze trof prachtig weer. ROZEROOD. Dat was lief en leed uit eeu kfefnc wereld. Gelukkig, dat het leed niet onoverko melijk is. Hoe maken de poesjes het? Vader kan ook nog konijnen-dokter worden. Hoe is hei met Flora's pootje? En hoe is het mei Gerrit? Heeft hij zijn armpjes niet stuk gekrabbeld? PADVINDSTER. Ja, stuur maar een raadsel. CORRIE H. Hartelijk dank voor je mooie kaart uit Leiden. Zijn jullie in dien speeltuin geweest? T. M. Ook wel bedank; voor je mooie kaart. Leuk, dat ik van twee Rubrie- kertjes, die mekaar misschien niet eens kennen, een kaart uit L. kreeg. AVONDKLOKJE. Je was nog op tijd. Dat is een wondere pennehoudef. 't Is voordeelig, nu* heb je ook geen inkt noo- dig. ik wensch je Zaterdag veel genoe gen en vooral mooi weer. MUSI CUS. Nog wel gefeliciteerd met groot moeders verjaardag. 80 jaarl Dat is een hcele ouderdom. Is ze nog kras? DE SCIIIPPERIN. Je moet toch nog een weekje geduld hebben. Je zwemt nu zeker alle dagen. Hoe is het met de zeere knie? Kan je fietsen met den stijven pols? A. A. C. J. Je wedstrijdwerk heb ik iu orde ontvangen, 't Ziet er nei- jes uit. Meer kan ik er nog niet van liggen. KRULLEBOL. 't Lijkt me ook heerlijk om in dc vroegte te zwem- ïcn. 't Is wel lekker wandelweer, maar toch minder geschikt voor verre wande- li. tgen. ONRUST. Dus da: is een heerlijk dagje geweest, 't Was natuur lij!: veel te gauw om. Ja, ik ben ook wel eens in Leiden geweest, maar ik vond Haarlem veel mooier. Was je niet doodmoe, toen je thuis kwam? BIL LEKEN. Het doet me plezier, dat het boek in je smaak valt. Wat zal vader troiscb zijn op zijn jongen. Denk je ook ndc TIEKIE en PIENE. 't Is zeker wel stil, nu Boukje weg is. Maar ze zal het daar vast heerlijk hebben. Waar ligt dat plaatsje? Het is maar te hopen, da; ze zich flink houdt en niet naar moeder gaat verlangen. Ik zou het heel aardig vinden eens een briefkaart van haar :e krijgen. Stuur je baar de Rubriek? Voor moeder hoop ik ook zoo van harte, dat dit genezing zal brengen. '1 Vah me», da. naar arm weer in orde is. F. G. Een lekker fietstochtje gehad, zonder ongelukken? ROSWITHA. Heb je iets aan je hand, dat je zoo verdraaid schrijft? Ik kan me voorstellen, dat zoo'n tuintje heel wat tijd in beslag neetnt. Moeder heeft gelijk hoe eerder je aan een voorgenomen werkje begint, hoe meer kans er bestaat dat het ook af komt. Wil je aan Nikkertje helpen her inneren, dat ze haar brief voortaan on- dcr-cekent? Ik wensch je 20 Juni veel succes met den bloemetjes-verkoop. De nieuwe school heb ik van buiten be zichtigd. 't Lijkt wel een v-illa. Leuk, dat je al zoo'n grooten broer hebt. Wat kun j: van den zomer heerlijk genieten. WanDcer moet je broer examen doen: Je raadsels zijn goed. MAANELFJE. Lieve kind, je briefje van de vorige week heb ik niet meer. Maar dat eene raadsel legt bij de loting geen gewicht in de schaal. NIKKERTJE. Aan de hand herkende ik jc. Denk voortaan toch aan je naam onder het werk. Daar op Kraantje Lek is wel pret te maken, hè? DUINKERKER. Je raadsel is goed, ook da* van WEKKERTJE en BLOEM POTJE. BOSCHVIO9LTJE. Dij, lichaamsdeel, schrijf je niet met ei. PRINSES ROZEROOD. Breng me Poézie-Album maar. Je raadsel :s w w.\i onduidelijk. Bedenk eens et mooier. Jullie moeten Prinses Aualan niet plagen, hoor! PRIMULA. Kan jc goed tegen de warmte? Word ju zeeziek van het denken? Dat is te erg. Wee- jullie al, wanneer je naar het Gooi gaan? Ben je hier op school ook al goed thuis? - JEANNE D'ARC. Blijf je de heele vacantie in Gouda? Ben je haast door de repetities heen? NON- ME. Voor dezen keer zal ik de raadsels van broer en jou nog meetellen. Je inge zonden raadsel is goed. ORANG BOGGOR. Lees maar eens, wat ik aan zus schreef. Jammer, dat je het 1 strijdwerk niet hebt'kunnen voleindigen. BUTTERFLY. Als je deze week jc wedstrijdwerk -nog klaar kunt krijgen, mag je het me zenden, daar ik de vol gende week den uitslag vermeld. Nog wel gefeliciteerd met moeders verjaar dag. Wat zal de jarige blij zijn geweest met jullie cadeaux. Maar dat die arme grootmoeder haar anti lieeit gebroken! Hoe is het er nu mee? ROODBORST JE. Ja, die strikvraag was van jou. We krijgen nu een wedstrijd, die je bes: Kunt klaar krijgen in bosch en veld. Raad eens wat. Knap, dat je van den zomer je zwemproef al wilt halen. LOURENS COSTER en SOLDAAT, jullie raadsels mogen nog meetellen. DUINVIOOLTJE en SNEEUW KLOKJE. 't Zou me nu wel een beetje te watm zijn in zoo'n broeikas. Jullie hebben maar een heerlijk dagje gehad. Moes: je er later een opstel over ma ken. Heeft Duinviooltje veel plezier ia dc duinen gehad? PRINS JORIS. Ann Prinsje) Hg je nu nog al op bed? Het deed me genoegen van vader te vernemen, da' je langzaam -vooruit gaat, Je moet wel geduld hebben, jongen. Maar een prins moet dapper zijn en zich kranig houden, is 't niet? Van harie beterschap toegewenscht. ADRLAAN B. Mijn geranium, die ik verleden jaar van je kreeg, begint nu ook te bloeien. Wat ten heerlijke groote vacantie ga je icgemoet. Jantje zal wel voelen, wan neer zijn beentjes sterk en fHnk genoeg Oplossingen, vregen enz., te zenden aan den Schaakredaoieur van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 83, Haarlem. Prob!e«m Mo. 69. A. C. CHALLENGER (Londen). zijn om er mee ïe Mappen, Heb* maar geduld. BEPPIE.S. Dat is nog eens] leuk, Beb, dat je zelf je soldaatjes naar Breda kunt brengen. En dan heel naar1 Leeuwarden. Dat is nog al geen ftis. J Hoeveel soldaatjes heb jc opgespaard? PIET S, 't Is voor dc kuikentjes ze ker ook wel groeizaam weertje. Kan Wim al kippenhokken timmeren? Wat word; het al een groote kerel. Hij had haast de hcele Walhelmina-stiaat noodig. Word nu maar niet zeeziek op de Zuiderzee, want de boöt kan daar aardig hcbbelen. Dat Pietje! TRUUS JE B. Moeder weet het wel. Jij kunt heusch wel aaidige briefjes schrijven. Als jc het wekelijks d-oet, gaat het ook steeds beter. Dat was zeker toch een warm wandelingetje door duin. Maar nu heb je er bok den smaak van beet ge kregen. Ik. wensch je Zondag veel ge noegen, Als ik dien kant uitga, zal ik eens haar Jullie Vijkem X. O. Jij wou wel iedere ween zoo'n schoolreisje heb ben. Ei, met wie heb je gevaren? PRINSES ATTALANTA. Wie zijn fou ten inziet, is op weg van beterschap. Ik hoop, dat de gvm-uitvoering goed slagen zal en da- hc: zonnetje dan n:et ai te heet zal branden. RHODODE.' DRON. Zond-g wenscb ik je vee! succes bij den bloempjes-verkoop. Ja, geef je briefje maar aan Primula, dac komt bet wel verder. SPRIETEL. Wat heerlijk voor je allen, dat moeder weer beter is Gemakkelijk voor moeder, dat ze zoo'n limmerbaasjc in huis heeft. Nu ben je zekei al je vrijen tijd op het weiland" Heerlijke speelpiaatsjcs zijn daar bij on: in de buurt, liè? W, BLOMBERG—ZEEMAN. Haarlem, 18 Juni 1920. v. d. Vinnesiiaat 21 rd< Oplossing Probleem Mo. 58 Stand der atukken Wit 1 Ka7, Dg2, Lh6, Pdö. Zwart 1 Ke5, Lh7. b5. c4, «13, d6. hS. 1. Pö5-c7. Kf62. DgDf. Kf7 3. Dg7f. LgS 2. Df2 o. DMf. Lel; 2. Dg7f, Kló3. Dg5f. L15; 2. Lgif. Kf4; 8. Pd.f. Kd42. Lg7f. Ke3 3. Pd6f. ,2. Ke5 8. Pa6*. anders; 2. Ddó-f-, Kfb; 3. De6f. Goed opgelost door J. de Smalen te BloemendaalJsc. J. Bert, J. W. BrugmsD, P. Fabriek, E. A. J. H. van Ghert, J. Hoogereen en i. A. Schioring, allen tp Haarlem H, W. v. Dort te Schoten. Correspondentie. Bloemendaal. J. de S. ledereen ma§ de oplossingen inzenden uw notatie was zelfs zoer duidelijk. Haarlem. J. H. Inderdaad hebben enkele varianten van uw bekroond probleem overeenkomst met die van No. 58. Ik zal uw ouden drie-zoi bij gelegenheid eena plaatsen. C. H. en A. v. W. 1. Pd5-f4 faalt ut 1 Ke6—d4. Haarlemmeriiede. A. F. Jr. 1. Pd5 (4 faalt na 1.Ke5—d4. Een drie-xet is weer iets moeilijker HP Mat in twee zetten. Stand der stukken Wit t Kg3, Dd6, Le8, Pe6. Zwart 1 Kfó, Lhl. Pel, c6, d3, f6. Dr. Olland—Rétl. In het voorjaar hebben bovenge noemde schaakmeesters een twee-kamp gespee d, welke weliswaar door den Hongaarschen meester is gewonnen, hetgeen ook niets bijzonders ie, maar waaruit wederom gebleken is, dat onze Hollandsche meester nog steeds tol do sterkste schakers van onsland behoort. De uitslag was voor den ge- achleu Utrecütschen doktor waarlijk zeer mooi: Rétï won 5, Olland 3par tijen, terwijl er 2 remise werden. De wereldkampioen schreef destijds in welke hieronder voigi (met nant. van dr. Lasker) Dr. Olland is een meester, begif igd met een groote fantasie en vol onder nemingslust, die den jongen Holland- scheu meesters in irienig opzicht tot voorbeeld kan strekken. Het talent, waarmede hij aanvals plannen weet te ontwerpen, verdient door al degenen bestudeerd te worden, die zich al te zeer op „correct" spel toeleggen en daardoor maar al te dik wijls onpersoonlijk blijven en te droog spelen. Tegen de jonge, moderne meesters, die de kunst verstaan hunne tegenstandera eerst langzaam af te matten, alvorens zij hen in een on- stuimigen aanval terneer slaan, schijnt dr. Olland edoch niet over voldoende weerstandsvermogen te beschikken. Tegen deze meesters moet men èf gedurfd ófuiterstbedachtzaam en ge duldig te werk gaan, in elk geval meester van zijn zenuwen zijn en consequent blijven. Partij Ne. 49. Dr. A. G. Olland. Richard Réti. FRANSCHK PARTIJ. eS-e4 1 •7—e6 d2-d4 H d7—d5 Pdl—c3 H Pg8-f6 e4xd5 4 e6Xd6 Lfld8 6 Pb8-c6 Pgl— «2 6 Lf8—e7 0-0 7 0-0 Lel—g5 8 KgS—hg8 Ddl—d2 3 Pf6-ga fS—f4 10 17—f6 Lg6-h4 11 16-(5 Lu4—n 12 pga-fb Pe2-g3 13 PI6—e4 Pc3Xe4 14 f6X«4 Ld3 e2 15 Le7d6 Lf2—e3 16 PcGe7 c2—c4 17 c7—c6 Talcl 18 Lc8e6 Tel—c2 19 DdSd7 c4cö 20 Ld 6c? a2—a4 21 Tf8-f7 i) Dd2-b4 22 Ta8—f8 s) «1 Db4 X b7 28 Lc7Xf4 Db7—b8 24 Lf4X*3 h2XgS 25 Pe7—f5 Le3-f2 26 DdT—e7 n) g3 g4 27 Pf5—h6 Db3—g3 28 D«7—g5 is) Dg3-d6 29 Le6Xg4 DdG—g3 80 Dg5g6 Tc2-d2 81 Lg4xe2 Dg3Xg6 82 h7Xg6 Td2Xe2 33 Ph6-g4 Wit 'geelt op. 1) Wit trekt door dezen afruil te weinig partij vau den voorzet. De aan gegeven zet is Lelg>. De daaruit voortvloeiende verwikkelingen zijn voor Wit niet ongunetig. Maakt plaats voor het Paard. Ben afwachtende zet, die een goeden vooraf gaat. 3) Tot hiertoe stond de partij gelijk. Nu echter vermeestert Zwart het punt e4 en daarmede het initiatief. Wel is waar is dit nog niet veel, maar voor Zwart beteekent het op den lbdea zet reeds voldoende. 1) De manoeuvre Pg8—f6e4 ie niet tegen te gaari. Wit echter komt niet tot de bezetting van het punt e5. Voor de verdediging had dit Paard botere diensten geleverd dan de Loo- per, daar de pionnen stelling nogal ineengrijpt en geblokkeerd ie. Met 14. Ld3Xe4, f5Xe4: 15. Lf2—e3 bad Wit den aauval rustig kunnen afwachten. Dit doorschuiven benadeelt alleen Wit. Hij verspert op die wijze zijn eigen Torenlijn. Juister was 20. b2—b3 en verder zich Btrikt beperken tot de verdediging. Zwart ontwikkelt zich doelbewust Zwart ziet het oogenblik aange broken, waarop hij door afruil van pionnen de belangrijke f-lijn openen kan. Bovendieu is de ruil van den b.— tegen den, het centrum beheer- schenden, f-pion voor Zwart voordeelig Wit had hier snel moeten retiree- ren. Met Db4—d2 ware de catastrophe nog even legen te gaan. jo) Nu bestormt Zwart de weorlooze stelling. Even fijn als energiek gespeeld. Zwart verhindert g3—g4—gö en dreigt De7-g5. w) Nu is g4 verloren; b.v. 29. Lf2 e3, Tf7Xflf benevens Dg5xg4. Een vertwijfelde uitval, die niet tot het doei voertmaar ook niets meer bederven kan. Damrubriek Daiarcdacieur: J. W. van Dartele®, fepionkopstraat 55, Schoten. A lie correspondentie, deze rubriek bet;effende, gelieve men te zendeo naar bovengenoemd adres. Probleem No. 210. Auteur. P. A. NOOY, Haarlem.- Lid der „Haarlemsche Damclub"* Eerste publicatie. - Zwart. Stand in cijfers: Zwart 11 sclujvet.' op- 10, 12—6, 18, 20—1. 23 en 24. Wit 11 echijven op; 22, 25, 27, 31—1 44, 47 ert 49. Probleem No. 211. Auteur: P. A. NOOIJ. Haarlem. Lid der „Haarlcmsche Damclub". Ec-rste publicatie. Zwart. I ffi B ea 8! i S> m ft !/l Bi m gü .8L.-3 46 47 48 43 60 Wit. Stond in cijfers Zwart 11 schijven op: 5, 7—3, 10, 15 -8, 20. 22 en 28. Wit 11 schijven op; 27, 30, 31. 35—7, 39, 46—D. Voor beide prob.'emen geldt: „Wit speelt en wint,,. Oplossingen v.-ord'-n gaarne inge wacht tot uiterlijk Maandag 28 Juni o.s. ONZE PROBLEMEN, De problemen welke wij dezen keer plaatsen, zijn van aardige dooh niet zeer moeilijke constructie. Een goede gelegenheid dus voor beginners om te trachten de oplossingen te vinden. De meer govorderdc damspelers trachten deze problemen van het bord af op te lossen OPLOSSINGEN. De auteursoplofcsing van Probieeui No. 206 is; Wit: 4611; 27—22; 43 -38; 37 28; 30—24: 35 22 en wint. Zwart; 17 26; 28 17; SA 32; 26 46; 46 30. De aitteursoplossing van Probleem No. 207 is: WH 3329; 32 23; 47 29 of 48 10 en wint. Feuilleton door JACK LONDON. I. De stuurman gaf eon'laatsten ruit aan het stuurrad on de Malahini, w »r hoofdzejler. slap neerhingen, liep a t den kop tegen den wind in, ach Der en voor even diep. Of.ichoon het nog vroeg in den morgan was en er een aardig briesje woei. waren de vijf blonken, die op heL aehlerdek ia gen uitgestrekt, slechts uiterst luch tig gekleed. David Grief en zijn gard, Gregorius Mu'hall, een Engelsclimau, waren in hun pyjama's eu hun bloole voeten staken in Chineesche pantoffels. De kapitein &n stuurman hadden, slechts een hemd en prof linnen broek aan. 't Is vrij benauwd en dat bij zoo'n bries, klaagde de supercargo. En wat gc-heurt er ann den wes tel ij ken hemel? Dat zou ik wel eens willen weten, merkte Grlof op. Dat zal wel niet zoo lang duren, zei lierman, de Hollandsche stuur man. 't Is nu eens aan dezen kant niet. pluis, dan weer ergens anders. Er is geen staat op te maken. Er dreigt iels, voorspelde kapt teiai Warfield, terwij: htj met zijn vingers door zijn dichten baard streek en zijn ruige kin in den wind stak, om een koeltje op te vangen, 't Is al oen veertien dagen lang zulk ongo woon weer. Alles is in de war. De barometer daalde gisteravond, toen d,0 zon onderging, en zij blijft dalen. Ik heb hot or met op begrepen, al zeggon die kenners ook, dat liet. niets te boteekenen heeft. Ik vertrouw het zaakje niet. De barometer werkt, op mijn zenuwen, weet je. Hij deed ook zoo raar, toen wij dat ongeluk met de Lancaster hadden. Ik was toen nog maar scheepsjongen, maar ik herin ner het mij nog best. Het was een fonkelnieuwe viermaster, op zijn eer ste reis; de oude was ui' kapot van. Hij was al veertig jaar in dienst van de maatschappij. Hij kwijnde weg en liet volgende jaar stierf hij. In spijt van dein wir.d en het vroege uur, was de hitte ondraaglijk. De wind fluisterde als 't vraro van koel te, maar de koelte zelf bleef uit. Het leek wel een woestijnwiaud niet dit ver schil, dat de lucht in hooge mate vochtig was. Er was geen nevel of mist, en toch kon men niet ver zien. Bepaalde wol ken waren niet aan te wijzen en toch scheen de hemel bedekt met een vuil zwart lakon, waardoor de zon niet heen kon stralen. Klaar! beval kapitein Warfxeld met doordringende steun. De bruine Kanaka's volgden lus te loos doch vlug de gegeven bevelen op. Naar lij! De roerganger d raaid^ het «iel zon der eep oogenblik te aarzelen met vlugge slagen rond en de Malahini schoot fijn vooj' don wind. Sapperloot, dat ging er van langs! zei Mulhall waardeerend. Ik wist niet, dat jullie Zuidzeehan delaars ook met een jacht konden va ren. Vroeger was het een Gloucester \d55chereboot, verklaarde Grief en die booten komen wat tuigage, bouw en zeilen betreft, heel veel met een jacht overeen. Maar jq gaat nu recht op het rif aan, waarom vaar je nu de geul niet in? critiseerde de EngcLschmar. Probeer het eers. kapitein War field, opperde Grief. Laat hem eens zien, wa; hot beteekent, bij lage eb een koraal lagune binnen te va Nog oen zetje en dan stop! beval de kapitein. Ail right! zei de bruine roergan ger, een klein rukje aan het stuur rad gevend. De Malahini lag dwav6 in den nau wen lagrune ingang van een tamelijk groote, ovaalvormige atol. Deze atol had een ze-ar eigenaardigen vorm het was, alsof drie alols onder hun vorming tegen elkaar waren gebotst en samengegroeid. Er groeiden kokos palmen op verschillende plaatsen van den zandring; maai hier en daar waren bressen in den ring, waai- de zandlaag te weinig boven den zeespie gel lag om kokospalmen te doen groeien c-u waardoor men de be schermde lagune kon zien, waarin het water zoo vlak als een spiegel lag. De onregelmatig gevormde lagu ne had een oppervlakte van verse hei dene vierkante mijlen water, dat bij ebbe door het eenige nauwe kanaal golfde. Het kanaal was zoo nauw, en ■ie watwstroom zoo groot, dat de doorvaart meer op de stroomversnel ling van een rivier dan op een een voudigea toegang tot een atol geleek. Het water kookte en warrelde als een draaikolk en baande zich een weg in zaagvormige, wilgekuifde golven, Door do geweldige delating werd de Malahini telkens uit haai- evenwicht gebracht en met geweld naar den leant van den ingang, geslingerd. Zij was gedeeltelijk in het kanaal, toen zij wear genoodzaakt was, het vrije sop te kiezen wegens het gevaar, dat dreigde, om tegen de koraairot sen gesmakt te worden. Laveerend werd zij door den stroom ween' zee waarts geslingerd. Nu kun je je nieuwe en kostbare marline «rtos laten werken, spotte Grief gemoedelijk. Het was bekend, dat die machine een teer punt was voor kapitein War field. Hij had ei- zoo lang om ge vraagd en g-ozeuixi, tot Grief eindelijk er in toegestemd had. Wacht maar, antwoordde die ka pitein. J-c zult eens zien; ge kunt er u gerust op verlaten,, ofschoon de assuradeurs geen verzekering wilden sluiten, als het schip in de buurt van Paumotoe archipel kwam. Grief wees naar een kleinen kotter, dte uchtei hem in dezelfde richting voer. Ik wil vijf francs om verwed den. dat :1e kleine Nuhiva mis in haal I. Zeker, stemde kapitein Warfield toe. Hij heeft te veel stoomkracht. Wij lijken wel ter. linieschip, vergeie ken diw kotter, wij beschikken toch slechts over veertig paardekrachlen- Hij heeft er lien, ent is maar ©en klein ootcdopje, maar tegen dezen stroom kan hij niet op. Hij heef: nu een vaart van tien knoopen. En mot ©en gang van tien knoopöii werkte'de MaJahlmi met het getij zee waavts. Nog een half uur zal het den slakkengang gann maar, dan zul len we vóórgaan, zei k-apitein War field, «enigszins geprikkeld. Hij heeft geen vecht, om het Farlay te noemen. Op de zeekaarten staat he'. uangegeven als Hikihoho. Het ifi ont dekt door Bourgainviüe en deze gaf het dien naam in navolging van dr inboorlingen. Wat doet de naam er toe? vroeg de supercargo, die met de handen in den zak, van het praatje gebruik maakte, om een poosje uit te rusten. Daar is het, vlak voor onzen neus, en de oude Parlay is er met de pa rels. Wie heeft ooit die parels gezien? vroeg Herman, van den een naar den ander kijkend. Het is bekend genoeg, antwoord de de eupercargo. H ij wendde zich tot don roerganger: Zeg eens, Tai Ho- tauri, wat zeg Jij van de parels van den ouden Parlay? De Kanaka, cie er plezier in had, vatte de bedoeling en zei zc'fbewust, na een draai aan het stuurrad gege ven t« hebben: Mijn broer dook %oor Parlay we? drie, vier maanden en hij gaf hoog op van de parels. Hikihoho is een boste plaats voor parels. En de parelkoopeiw hebben er nooit een enkel6 parel vandaan ge ha aid, bracht do kapitein in het mid den. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 9