Jonkvrouw Jacqueline
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
ttaafissis
Basdseloplosslugso
RnilïiiMek
Een kus op risico.
fismangd rilinws
F* eulllefoo
VIERDE BLAB
ZATERDAG 24 JULI 1920
j Griet gelaten had. Nu kwamen de ton
gen loa. 't Werd een kruisvuur jan vragen
en antwoorden. Er was ook zoo heel, heel
veel te vertellen, dat er zakor dagen moe
gemoeid waren, eer men uitverteld waj.
„We moesten maar dadeUlk naar Putton
«toornen," stolde vader voor. Zonder, siju
i uur gouds cptesiugs» ui-1 S!;;;Mw^a,bsonE°,ïïd.'ï rlZÏL. vï
den, worden ln heb volgend® num- - u,.-
pa er bekend gemaakt.)
(Deze raadeele zijn alle ingezonden
4oor jongens en meisjes die ,,??oot
£lnse Jeugd"- lezen. De namen der
£1 nderen, dsie mij vóór Woensdag-
worden onder do
a boeken ln praebt-
Iedera maand
boete oplossers tt
band verloot.
,t. (Ingezonden door Blondkople.)
Wie kan uit onderstaande figuur een
spreekwoord maken?
8, (Ingezonden door Prinses Rozerood.)
Mijn lsto is een schoolmenbel, mijn 2de iï
een plaats aan zee en mijn geheel is eet
dorp in Zuid-Holland.
8. (Ingezonden door Bloemkorfje.)
Zet op den oersten regel een muziek-in-
jtrument.
Zet op den tweeden regel een voorname
kolonie.
Zet op den derden regel het tegenover-
gesieldo van boven.
Zet op den yierden regel een muziek
instrument.
Zet op den vijfden regel een soort schoeisel.
De beginletters van de gevonden woorden
moeten den naam vormen van het muziek
instrument van den lsten regel.
4. (Ingezonden door A. A. C. Jansen.)
Mijn geheel is een wapenspreuk van 14
letters.
3, 4, 12, 6, 2 is een rivier in Frankrijk.
11, 8, 9. 12, 2, 10 is een mooie plaats in
Gelderland.
3, 4, 6, 6 Is een rivier in Duitschland.
I, 4, 6 is een jongensnaam.
3, 14, 9, 10' is een meisjesnaam.
II, 13, 4, 6 is een jongensnaam.
7, 8, 10, 4 ia een meisjesnaam.
6. (Ingezonden door Wim Spoor.)
Ik bon eon stad in Duitschland, onthoofd
me en ik word een eenhoevig dier.
8. Strikvragen.
a. (Ingezonden door Avondster.)
In welke rivier van Nederland is altijd ijs?
b. (Ingezonden door Bloemkorfje.)
De eerste zei,,'k Wou 't altijd dag was."
Dc_ tweede zei,,'k Wou 't altijd nacht
Do derde zei ,,'t Is mij cenerlei, 'k moet
.werken daags en 's nachts er bij."
c. (Ingezonden door F. Gehl.
.Waar zijn de hoogste bergen?
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
1. Meikever.
2. Lepel.
3. Stoof stoom.
4. De letter O.
6 leder huis liceft zijn kruis.
0. V/olga Olga. Oka Ka.
Goede oplossingen ontvangen van
Rozerood 6, Blondkopje 6, Framboos 6,
Abrikoos 6, Sprietel 6, l'rius Poris 6, Leide-
naar 0. Controleur 6, Kerstboompje 6, Win-
netou Zeester 6, Lathyrus fi, Billeken 0.
M"r„rt C. Keizer August 6, Lachebekje 6,
'Adriaan Buytendijk 6, Klimop 0, Liesje Stey-
uen 6, I.eeuwenbekje 0, Marie Wesseling 6,
Juhan Wesseling 6, Maanclfje 6, Hyacinth 6,
Vliegende Hollander 0, Duinviooltje 6,
Sneeuwklokje 6. A. Overmeer C. Musicus 6,
Goud Elsje 0, Old Shatterband 0, De Schip-
perin 6, F. Gehl 0, Letty 6, Continental 4,
Schotenaar 4, Sering 4, Lourens Coster 5,
Soldaat 5. Het Trio 6, Prinses Attalanta 0,
Rhododendron 6, Primula 6, Jaeoba van
Beieren 6, Karei de Groote 0, Aster 0, Ju-
llaantje Scholten 0, Goudhaantjo 6, Willy
Harmse 0, Tiekie en Piene. 6, Piet Heiu 6,
Klavertje Vijf 6, Lentekoningin 0, Alpen
fee 6, Padviudster 6, Wilde Wingerd 5,
Piet en Dirk schalz 6. Klokkofee 0. Prin
ses Rozerood 0, Truusje Bakker 6, Marietje
Bakker 0, Jacuba Bakker 0, Piet Spoor 0,
Beppie Spoor 0,
Db Wedstrijd.
tusseben Frans on Stlna en
gou te vertellen van de nieuwo wereld, van
bun toekomstig nieuw tehuis. Hij vond een
aandachtig en belaugstellend gehoor.
„Ik heb ook eon rijtuig," sprak vader.
„Een rijtuig?" vroegen drie stemmen.
„Ja, een hondenkar. Dat is daar. het yer
voermlddel."
Hè," zei Stina, met iets van teleurstelling.
Wat was bet niet heerlijk geweest om aan
de schoolmeisjes te vertellen, dat baar vader
een eigen rijtuig had.
Vader vertelde verder van de inrichting
van het huis, hoe hij zelf had schoonge
maakt. zelf huishoudelijke iokoopen had ge
daan, zelf de wanden had versierd.
„Maar dat zal prachtig zijn," zei Frans
met overtuiging.
Vóór meri er aan dacht, was Utrecht be
reikt
„Is dat Trine niet?" vroeg de jonge Geer
vliet aan zijn vader, toen ze daar een blo
zende. hijgende boerendeerne voorbij den
waggon zagen loopen.
„Ja, dat is Trine Eikhof, dio Griot helpt
mot do schoonmaak," antwoordde Slim
ze vervolgde „Kent u die?"
„Of ik dio kon! Hè, vader, wc ginge
men voor 't eerst naar school. Weet
nog?"
„Ja, jongen, of ik hot weet. Jullie
schreeuwden beiden zoo erbarmelijk, oat de
bovenmeester me kwam vi-agen, of ik je
maar weer weg wou balen."
„En deed u bet?" vroeg Frans.
„Toen ik kwam, was bet onwer-r be
daard. Trine was bard naar moeder guioopon
en toen scheen je vader er geen aardigheid
meer in te bebbon den boel alleen op stelten
te zetten."
„En Trine?" vroeg Frans,
,,'s Middags ging Trine met mij aan
bandje mee naar school. Ze geloofde
onvoorwaardelijk, toen ik baar vertelde, dat
het op school bcolemaal
Daar heb je haar weor. Die stakkerd kan
geen coupé krijgen. Trine.
Een paar groote, blauwe ongen keken bo-
3n de bolle wangen uit.
„Hecremetied! Ben je 't? Mcheer Alex?
Lieve tier, 't is or 'k droom."
Versehillendo banden werden intusscbi
uitgestoken om Trine e
s te verbaasd oi
voet te verzetten. Tot
hijgde zo als i
,Kom je heel uit A
eindelijk.
PRINS JORIS, De Clercqstraat 107, vraagt
„Willem Teil" te leen en geeft er voor te
rug „De zoon van den bezembinder", „Kees
Aquarium", „Wilskracht en Genie".
WlLDE WINGERD, Spaansche Vaartstr.
98, Schoten, vraagt Vecbtpl. en geeft er voor
terug Winter-, Herfst- en Naardermeerpl.
HET TRIO YAM DDIHOORD
(Vervolg.)
Vader Geervliet was de eerste, die sprak
„Waar is Alex?" vroeg hij, om zich hoen
ziende.
Grootvader vertelde nu, dat hij Alei
a tp hijachcn,
uit zich zelf
zo eindelijk geze
a visch, die op het
erikaï" vroeg
„Ja, een paar uur geleden kwam ik
sprak ineeneer Geervliet.
„Dus zoowat met do boot van negenen.'
Stina en Frans deden al hun best niet te
lachen om die boot van negenen. Trino
dom niet, of ze merkte iict wel, dat Stina
bezig was baar halven zakdoek naar binnen
te werken.
„Wat zei 'k nou voor geks?" vroeg
chend
..Frans en Stina zijn 0
Nn hebben ze praats. Maar gisteren lachten
hoorden, dat de buot wel ee
dag te laat zou aankomen," zei grootvader.
Nu vertelde vader van de groote reis e
t verre land en wederom bad bij aan Trine
n belangstellend toeboorster.
„Als je werken wilt. ia er wel wat te vei
dienen, zoggen ze," sprak Trino wijsgoorig.
,Dat is zoo," beaamde de Amerikaan,
'ou jy er je geluk gaan beproeven, Trine?"
„Kaik es, nielieer. Je kout Krelis van
smid Grebbe?"
,Ja, best boor. Die bon zoo mooi kastanjes
van don boom gooien.''
„Juustemeut. Hij heb hier bij den ouwen
heer nog eens een ruit er mee gebroken. Nou,
daar ga 'k mee trouwen.
„Dan van harte geluk, Trine," zei meneer
Geervliet hartelijk. En hij vervolgde„Zal
"t gauw wezen?"
„Ja, zoo is 't net. 't Wachten zit 'm in de
verdienste."
Trine babbelde nog wat door, maar meneor
Alex zat in gedachten verzonken naar bui-
;"ten te staren.
„Trinel" klonk het eensklaps
„Ja, mehcerl"
„Trouw maar met je Krelis. Ik heb werk
voor hom en voor jou."
„Meheerl"
Een dikke, roodo werkhand werd naar
hem nitgesloken.
„Ken je 't doen? Zullen
Met een lachend, blij gezicht knikte haar
oude schoolkameraad haar toe.
„Maar, Alex, is die snelheid van bandelen
niet wat al te Araerikaansch?" vroeg groot
vader.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven aan de Redactie van de Kin-
der-Afdeelingr moeten geioeden worden
aan Mevr, BLOMBERG—ZEEMAN,
Van der Vinnestraat ai rood,
(In do bus gooien zonder aanschel
len!)
Nieuwelingen zyn FROUWINA en B. C.
BETZEMA, oud 9 en 6 jaar, Teding van
Berkboutstraut 5 rd.
FRAMBOOS EN ABRIKOOS mogen hun
schuilnaam houden. BLONDKOPJE. Het
spijt jo zeker wel een beetje dat het school
reisje achter den rug is. ROZEROOD.
Als Truza nu maar een beetje voorzichtigheid
geleerd heeft. Is Flora nog gekiekt? Welk
poesje heb je uitgezocht? Het moet zeker
eerst nog ecnige weken bij zijn moedertje
I blijven. LATHYRUS. Prettig, dat je
Friesland-album vol is. Eu wat word.' Je al
oen knappertje in het raadsels oplossen.
ZEESTER. Jo raadsel is goed. WINNE-
TOU. Je ingezonden raadsels zijn goed,
Movr. v. d. L. D. Mijn dunk voor uw uitvoe
rig schrijven. Ja, zeker vind ik bet prettig,
dat u me met uw opvoedkundige gedacb-
ton op do hoogte houdt. Wat zal liet u goed
gedaan hebben, bericht te ontvangen van
ouden onderwijzer. Wie ons weldeed _ln
e kinderjaren, vergeten we eigenlijk
nooit- Het zal den ouden man ook goed ge
daan hebben, dat u liern niet vergeten was.
Hoevolen onzer ziin .verdoolde schaapjes op
de bei geweest? Maar 't kwaiu terecht. En
gelooft u niet, dat dezulken bet meest leer
den waardoeren? PRINS JORIS, 'k Heb
je naam opgoteekend. Dus dat Is toch ln
orde. Wat heerlijk, dat jo ook met de voe
ding vooruit gaat. Nu gaat het langzaam
zeker vooruit. SPRIETEL. Al ga-
me 26 gulden toe, dau giug ik nog niet
vliegen. Jij natuurlijk wei. Maar moeder ver
trouwt haar kleinen Sprietel het Lest op den
beganen grond. JOUAN W. Er is al een
Boschbes, das je moet een anderen schuil-
kiezen. Wat is het bij jullie ook zwaar
geweest. Zijn de tweo Mimi's vriendin
nen? BREM. Jij mag dezen schuilnaam
houden. Wim heeft nu: niets van zijn reisje
geschreven. Maar misschien komt het nog.
Jullio raadsels waren goed. Dag, aardig geel
bloemetje! LIESJE S. Er is al een
Sneeuwklokje, dus jij moet oen anderen
naam kiezen. Maar zus mag haar schuilnaam
houden. Wat scheelt haar? Ik heb ook al
een paar dagen tevergeefs naar de mooie,
lange vlechten uitgekeken. ADRIAAN B.
Misschien stuurt moeder dit briefje wel
laar bet Haagje. Wat zul je ecu plezier heb-
icn met je neefje. Woont bij dielit bij Sclie-
'Oningen? Je schoolrapport was best en dat
was toch zeker het voornaamste. Hoe lang
blijf je weg? LACHEBEKJE. Jo was er
zeker bij ongeluk uit gewipt, xuaar jo raad-
sols heb ik opgeteekeud. Beu je bang voor
onweer? Ik zou het me best kunnen begrij
pen. Toen ik zoo oud was als jij. kroop ik bij
liefst in eon donker hoekje. Vraag
:ns aan meneer op school, hoe je bla
den en bloemen heeten. Het la voor je tuin
tje kostelijk weer. KEIZER AUGUSTUS.
Ik dacht, dat je afgetreden was, zooals vele
vorstelijke personen. Je schuilnaam it
voorradig, dus trek je keizersmantel
weer aan. MOZART. Lessen gaan
raadsels. Maar het doet me genoegen, dat de
vacautic jo weer naar de Rubriek gedreven
heeft. Je mag je briefje bezorgen, wanneer
jc wilt. Hoe eerder, boo liever. Ik wou. dat
die Hollandsche Spoor mij ook ecu vrijbüjet
gaf. Dat heb jo al weer aan je vader
danken. En wat zijn de reisplannen? I
LEKEN. Ja, jongen, dat is een reuze
cantie. Verveel je je nog niet? Je postzegel
album was dus welverdiend. Wanneer ga jo
naar IJmuiden? Veel genoegen gewenscht.
TIEKIE en PIENE. Ik heb ook heerlijk
genoten van het gezicht der vliegmachines,
't Is altijd weer do moeite waard oin er naar
to kijken. Wat zullen jullie er naar verlan
gen, dat de week om is. Ik lien zoer be
nieuwd te hooren, of jullie vindcu dat Boukjo
is aangekomen. ASTER. Lekker nu op
Zandvoort, hè? Maar, nis de stormbal uit
waait, ben ik liever niet aan het strand..
PRIMULA. Veel genoegen gehad. Donder
dag? Zoo'n Gerdessen-feest is eigenlijk het
heerlijkste schoolfeest. Die arme moeder, dat
ze Zaterdag 5 klantjes thuis krijgt. Jullie
moeten haar maar goed door de drukte been
helpen. RHODODENDRON. Hoe i:
er nu mee? Wie wordt or nu met zulk
zomerweer ziek? Je hebt toch nog aardig
wat opgehaald. Maar, als je op het strand
had gemoagd, was de vangst zeker grooter
geweest. PRINSES ATTALANTA. Ook
veel genoegen gehad, Donderdag? Ga je
Zaterdag al naar de Heemster' Dan weosch
ik je heel veel plezier. LETTY. Ja,
der de bloomen zou ik den naam zetten,
staat netter dan op zij. Do raadsels mogen
best door elkaar geschreven worden. F,
G. In proza en poëzie du reis opgeschreven!
Wel, jongen, jo wordt nog een heelo lite
rator. Weef je wat dat is? DE SCHIP-
PERIN. Een heerlijk boottochtje gemaakt?
Een schipporin hoort op het water. Wat jij?
Maak maar veel plezier in Egmoud. Neen, ik
nog nooit geweest. Het zal mo zeer
aangenaam zijn, eens ecu kaart van jo te
ontvangen. OLD SHATTEKHAND. Regen
op hel strand, daar is niets aan. Nu ben je
zeker alle dagen in de buuit van het vlieg
terrein? GOUD ELSJE. Je moogt de bloe
men los opplakken en ook verbinden als
ruikertje. Daar laat ik je vrij in, maar' bet
laatste is moeilijker. MUSICUS Nog wel
gefeliciteerd met vaders verjaardag en met
den verjaardag van broer. - - A, O. In de
las ik Jo's naam. Dat is een hcele
hem. Leuk, dat jo weer een brief
kaart uit Dnitscbland hebt outvangen,
DUINVIOOLTJE en SNEEUWKLOKJE.
Zeg, wat ecu heerlijk reisje gaan jullie ma
ken. Ik ben nog nooit zoo ver geweest. Ja,
ik ga wel de stad uit, maar op 27 Juli ben
ik nu juist eens thuis. En dan gaan jullio
vandoor. Je raadsel is goed. Als we nu mu
mooi weer krijgen, dan is do vacanlio dubbel
prettig. MA ANELFJE. Wat scheelt het
kleine feetje? Van harte beterschap tocgc-
wcnsclit. Bedank moedor vriendelijk voor
baar schrijvcD, PRINSES ROZEROOD.
Veel plezier geliad op je Meer-reisje?
uitgaan houdt bij jullie maar niet op.
bent een grappenmaakstcr van do bovenste
plank. Wat fijn, dat je met Tilda mee terug
mag naar Boskoop. - KLOKKEFEE. Veel
genoegen in ..otterdam en op jo andere uit
stapjes. Misschien wil moeder je de Rubriek
wel sturen, dan kun je blijven meedoen.
ZOMERTAKJE. Je raadsels zijn goed. Groe
ten voor Albada. l'ADVJNDS'l'ER. 't Is
niet erg, Sis jc met de vacantia overslaat.
Maar locs eens, wat ik aan Klokkef ce schreef.
ALPENFEE. Wat Leb jij een snoezig post
papier. Als je trouw moe blijft doen, zal er
wel eens een boek gewonnen worden. Ik
ben vroeger op dezelfde school geweest,
man r toen stond or een dame aai 't hoofd.
Ik kan me alle klassen nog voorsteilen. Wat
tiecriqK, nat Je naar 'Arnhem gaat Misschien
kom ik nog in je bnnrt. Ik wil wat graag een
briefkaurt van je hebben. Die raadsels mag
ie me wol eens zenden. KKULLEBOL.
Laat me dat blad maar eens zien. b.v.
heelo zeldzaamheid om kla
vertje vjjf te vinden. Nu beu je een geluks
kind. Ga je nog uit met do vacantia? EX
CELSIOR. Hoe is het no met moeder? Blijft
het vooruitgaan? Ik hoop het voor jullie, 't
is zoo saai, als moeders plaatsje leeg is. Je
versje heb ik niet meer. Liet heeft veertien
dagon tot je beschikking gelegen. Nu is allee
opgeruimd. - P. 8. Heb je den vlieger met de
parachute zien springen? Vond je het niet
eon beetje griezelig? Wel jammer, dat je van
school moot veranderen. Maar je krijgt mis
schien wel weer een onderwijzer, waar je goed
kuut opschieten. BEPPIE 8. Kind,
ben Jij ook heerlijk uit geweest. MA-
RIETJE B. Je hebt me een grooten blief ge
stuurd. Ik wensch jc prettige dagen in IJ
muiden. Wat gezellig zoo met zijn tweetjes.
Waar woont grootmoeder? JACOBA B.
Je hebt nog dagen genoeg era jo verzame
ling aan te vullen. Ik hoop, da< bot zonnetje
Zondag schijnen zaL TRUUSJE B. Wat
heb jij een goede tante. Zoo'n secretaresse is
gemakkelijk.
Mevr. W. BLOMBERG-ZEEMAN.
Haarlem. 24 Juli 4920.
V- d. Vinnestraat Llrd.
Voor de sociëteit der garnizoensstad zaten
p een mooien zomermorgen drie jonge offi-
cren. De drie zonen van Mars gebroik-
m, na inspannenden vredesdienst, den mor
gendrank. De oudste was van adel en nu reeds
de erfgenaam van een groot landgoed we
zullen hem baron Koningsberg noemen. Daar
het gesprek een oogenblik minder vlotte,
hield hij zich met zijn hond bezig.
De rijzige Feenstra, met een paar don
kere oogen, was een trouw vereerder der Mu
zen hij hield zich veel bezig met de letter
kunde en dichtte hartbrekende sonuottcn,
gewijd aan een innig geliefde, welke zelfs
tegenover zijn vrienden steeds verborgen was
gebleven.
Van du Sande was de naam van den „Drit-
ii im Bunde". Zijn ingedrongen, niet groote
gestalte deed hem ouder voorkomen dan hij
wasbij" had het voorhoofd van een den
ker.
De hond Does maakte de potsierlijkste
sprongen en deed geleorde kunststukken,
hij van deu baas belooning en lief-
koozing inoogsttemaar de beide anderen
sloegen daar weinig acht op.
Koningsberg werd ongeduldig.
„Zeg," begon hij weer, „zijn glas ophef
ronde, „jelui humeur is van dien aard, dat
dit vocht me niet meer smaakt! Hoe komen
jolui er toe. juist heden, zoo'n zonnigcu dag.
zulke vervelende tronies te trekken? Sande,
ouwe jongen, wat scheelt je? Heb je weer
een nieuwe ongelukkige liedesaffairc of
zitten de beren je op je hielen? En jij,
Feenstra, zit je weer nieuwe gedichten ter
verheerlijking van je Dulcinea uit te
broeien?"
Van de Sande nam een teug uit zijn glas,
floot een deuntje en klapte met de vingers.
Wat zal ik je zeggen. Met die nieuwe
liefde haalt 't niets uit. Die slang beeft me
venijnig gebeten. Jarenlang me hoop le ge
ven, eindelijk bet jawoord, en dan onver
hoeds mij te bedanken en ecu ander te nemen
zoo iets overkomt men niet! En ik zou
baast willen vragen heb jij een hart in 't
lijf?"
.Eigen schuld, man! Je hebt veel te lang
geaarzeld en gezeurd. Een meisje met tem
perament kan daar niet tegen!"
,Jjj hebt gemakkelijk praten. Als ik er zoo
rm inzat zou ik ook wel meer kor
daatheid gohad hebben."
En hij zette zoo'n komisch benepen ge
zicht, dat Koningsberg in lachen uitbarstte
zijn hond, die gewoon was om lief en leed
t den baas te deelen, kwispelde met den
staart en begon hartstochtelijk te bassen,
dat Sande's stroef gelaat wat opklaarde
Maar Feensra bleef ernstig. Peinzend
staarde hij in 't verschiet, en zijn oogen
werden grooter.
Op tamelijk verren afstand nog, over '1
plein voor de sociëteit, werden de beval-
gestalten van twee jongedames zichtbaar
zij schenen zijn aandacht te hebben ge
trokken.
Rood en bleek werd hij, beurtelings naar-
ate de dames naderbij kwamen, en zijn ver-
arruig kon den vrienden niet ontgaan.
Toen Feenstra een kreunend geluid ont
snapte, kneep Van de Sande hem in der
„Hebben we eindelijk de ware?" lachte hij
Koningsberg sloeg den verliefde op den
schouder en vroeg „Welke is het?"
,0, Christine! Als men u aanschouwt, heeft
dan nog oogen voor anderen!" zuchtte
de luitenant„draagt de oppervlakte,
aarde twee zulke engelen? En toch zal ik
haar de mijne mogen noemen!"
hij verborg een oogenblik het gelaat
handen.
„Waarom eigenlijk niot?" vroeg Konings
berg mcdelijdeud „heb ie geen hoop op
derUefde'?"
„Wel zeker, allo reden hab ik om te
loeven, dat ik baar niet onverschillig ben
maar ik ben arm, en zij is de dochter
een schatrijken vader. Hoe spoedig zal
ander komen, die meer recht heeft om baar
te vragen en dan ben ik verloren
De jongedames hadden bet klaverblad nog
niet gezien: langzaam kwamen zij over het
nog stille plein aanwandelen. In Iionings-
berg's oog kwam plotseling leven.
„Hebt ge moed?" VTOOg bij nu ernstig
zijn vriend.
„Moed? Waartoe?" gaf de ander ten
woord, zonder den blik van de beide sehoo-
nen al te wenden.
„Om je aanstaande vrouw
„Hoe zou dat kunnen al wil ik alles
doen, wat naar eer en plicht mogelijk is."
„Dan zult ge worden geholpen. Luiste
toe, en gij, Sande, zijt mijn getuige. Er i
geen oogenblik te verliezen daar komei
ze. Ik zal een goed woordje bij den oude
voor je doen, als jo de courage hebt, hier in
't openbaar op bet plein je uitverkorene een
kus lo geven!"
Voor lang bezinnen was nu geen lijd
Het bloed was Feenstra naar het hoofd ge
stegen hij ging de jonge dames tegemoet.
Met een 'donkeren blos op 'de wangen hoor
den de verraste meisjes hem aan, hoe hij in
haastige bewoordingen Laar zijn voornemen
te kennon gaf dat hij, om zjjn uitverkorene
te verwerven, hel meest ongehoorde wilde
wagen.
Daar ze van verbazing en schrik geen
woord konden uiten, beschouwde Feenstra dit
als instemming met zijn schoon plan cn zijn
armon omvatten de lieve blondine, en hij
kuste haar alb een heilige op het voorhoofd.
En diep boog bü voor haar..
„Vergeef mij, geliefde maar aan den
moedige behoort de wereldmag Ur hopen?"
De dochter van den rijken koopman Van
Drancn boog ln hare verwarring hot gloeiend
gelaat en; „Spreek met rnlju vader!" lis
pelde tij.
„Dank, duizendmaal dank, dierbare Chris
tine!" jubelde by. Nog een handdruk, en hij
keerde naar zijn vrienden terug.
Natuurlijk was die origlneele declaratie
niet onopgemerkt gebleven en als een loo
pend vuur verspreidde zij zich door de stad:
ook deu beer Van Drauen bereikte dra dit
zeldzame nieuwtje, door de lieve faam na
tuurlijk nog wat opgesierd.
De oude heer, wiens grootste trots was de
schoonheid, de onschuld zijner eenige doch
ter, was ten hevigste verontwaardigd over
deze driestheid van don jongen officier.
Nog dienzelfden avond verscheen baron
Koningsberg bij den heer Van Dranen.
„Ik ben gekomen, zoer geachte heer, om u
mee te deelen, dat mijn vriend Feenstra u de
hand uwer dochter zal komen vragen, en dit
verzoek kom lk inleiden!" zoo viel hij inaar
dadelijk met de deur in buis. Blijkbaar moest
de- vertoornde oude beer zich bedwingen om
hem niet in de rede te vallen. Met veel pa
thos en in bloemrijke bewoordingen schilderde
de officier nu de stille, hopelooze liefde van
zijn urmen vriend. En innig mededongen daar
mee alleen bad bem er toe gebracht, Feen
stra op het denkbeeld te brengen van de
koene, eigenlijk de perken te buiten gaande
daad
„Juist bet feit dat mijn hoogstaande, vor
melijke vriend zich tot zoo iets liet bren
gen, moest u doen beseffen, hoe vurig bij bet
meisje bemint," zoo drong bij aan, doch het
sombere zwijgen van den vader gaf hem wei
nig hoop op een gunstigon Mitslag van zijne
bemoeiingen. Hij gaf nu een levendige schets
van het karakter van zijn vriend en ver
zekerde, dat deze in ieder opzicht onberis
pelijk was en een hart van goud bad."
„Als ik goed begrijp, verwacht u als boioo-
niug voor de heldeudaad van uw edelen
vriend, waardoor bij mijn dochter heeft prijs
gegeven aan den spot der gaiische stad, mijn
toestemming tut een verbintenis van mijn
dochter met dien vriend, luitenant Feenstra.
Een waarlijk kluchige verwachting!"
Deze woorden werden scherp en vernieti
gend door den anders gemoedelijkcu ouden
heer geuittoornige blikken wierp bij op
den tegenover hem gezeten officier, die
steeds meer verlegen en beklemd werd. Doch
bij wist zich te herstellen en ging voort,
een weinig minder overmoedig
„Twee punten moet ik nog aan uw recht
vaardig oordeel onderwerpen. Vooreerst het
geschiedde niet met voorbedachten rade. Het
't verschijnen van mejuffrouw uwe doch-
dat mij de oogen opende en Feeustru's
onverklaarbare neerslachtigheid opeens deed
hegrijpenwant nooit was het ons gelukt
hem een woord te ontlokken. En toch, ik
de het u reeds ik beschouw het als een
Feenstra mijn vriend te noemen. Dat ik
weinig delicaat was in de kenze van
middelen, die tot het doel moesten voere
der jeugd, en er was geen tijd om rijp te
crleggeu meteen was het geschied. En
berispelijk loven u de beste informaties kunt
inwinnen, zóó euvel duiden een wanhoops
daad, waartoe slechts de innigste liefde hem
bracht en waarvoor de strengste rechter
verschooning vinden zal? Is uwe dochter
het oogenblik af, dat zy Feensli
verloofde is, voor de beele wereld vera
woord? Ja, deze nog niet vertoonde, alleen
niet don Sabijnschen maagdenroof te verge
lijken verloving -zul een stralenkrans om de
hoofden van het edele paar vormen, dat hot
waagde, reine liefde hoogcr te schallen dan
de armzalige convenance."
Van die zijde had de oude hoer het geval
ig niet bekeken. Het voorhoofd werd min
er bewolkt en zoowaar, hy' glimlachte
en, terwijl hij de kostbare snuifdoos tus-
sehen de vingers ronddraaide. Hij stond op,
liep een paar maal het vertrek op en neer,
scbeldo toen.
„Verzoek mijn dochter hier te komen,"
beval hij den binnentredenden bediende.
„Dus die kus is met toestemming van mijn
dociiter gegeven? Dat verandert de zaak,"
sprak hij, „want zooals ik Christine ken, zou
een onwaardige energiek hebben afgowe-
i. Toch blijft my onbegrijpelijk het bc-
sme van dat anders zoo zachte kind."
„Bedenk stille waters bobben diepe gron
den!" merkte Koningsberg wijsgeerig aan.
Daar kwam Christine binnen, aan den
arm van haar nicht Clarableek zag ze er
uit, met betraande oogen. De aanwezigheid
van den haar welbekenden officier gaf haar
den moed, baar vader op de gewone wijze to
begroetensinds baar avontuur met Feen
stra, bad zij hem nog niet gezien en hare
kaïner gehouden. Over den schouder van
haar vader wierp ze een schuwen blik naar
den baron. Toen hij haar aanzag, wendde ze
snel en heftig blozend bet hoofd om, als trok
iets buiten op straat haar aandacht.
Van Dranen reikte baar de band en voer
de baar naar den officier.
„Baron Koningsberg bewees mij de ei
namens zijn vriend, luitenant Feenstra,
band te vragen dat wil zeggen," liet hij
glimlachend op volgen, „dit verzoek bij mij
in te leiden. Wat moet ik hierop antwoor
den? Weet wel, je avontuur dezen middag,
notabcne midden op het plein, is mij be
kend. Nooit bad ik kunnen denken, dat mijn
dochter aanleiding tot zulk een schandaal
had kunnen geven!"
Christine was diep onder 't besef van haar
medeplichtigheidze barstte in Iran
cn trok zich terug, om bare schaamte
bergen, in een vensteruis.
„I.ievc oom bet was nu Clara, die
zich in bet gesprek mengde, de band op zijn
schouder legde eu scbelmscb smeekend hem
goed iu de oogen keek. „Lieve oom, ais di
twee nu zielsveel van elkaar houden en u
loulor schuchterheid bet mekaar niet durfden
bekennen, was bet dan niet doodeenvoudig,
dat ten slotte een geweldige eruptie deu daiu
der schuchterheid moest doorbreken'
gedane zaken nemen leen Keerdaarom
dunkt 't mij wc moesten zc maar hun zin
geven- Dat U mijne opinie!"
Van Dranen had moeite om mjn lachen tf
bedwingen en Koningsberg aanschouwde nice
bowondcrondsn blik de Bekoorlijke, ondeu
gende bondgenoote.
„Meisjeswysheld!" teide de oude heer. en
hij gaf haar een likje op de wang. „Je bent
altijd snel met je conclusies."
„Vergun ml), mijnheer," dus ylel Konings
berg levendig in, „geheel met de Juffrouw
mee le gaan. Als u dit ook doet. dan is aan
alle gepraat een eind!"
„Wat is Je antwoord op dit aanzoek?"
vroeg de papa, reeds half verzoend. aan
zijn dochtertje.
„Uw wil u de mijne," fluisterde zjj, blo
zend en met een van geluk stralenden blik
naar hem omziende, „dat is te zeggen, wan
neer -zy aarzelde.
„Wanneer ik van te voren jouw wil tol deu
mjjnen maak," vulde hy aan. „Maar als ik
dit nu eens niet doe?"
„O. papa," vleide Christine, de Landen
smeekend vouwende, „u kan niet zoo wreed
zijn, uw kind ongelukkig te maken
„Wat heeft men al zoo met zi)n kinderen
uit te staan!" zuchtte de oude lieer. „Dan zit
er niets anders op, dan je dapperen held
eens ten eten te vragen."
Christine viel verrukt haar vader om den
hals.
„Ach ja doet u da'.."
Gedurende dit underlioud had Koningsberg
geen oog van Christine's donkeroogig, lief
nichtje afgewend. Zij rebeen by uitnemend
heid geschikt hem toe, om rozen te strooien
op zijn eigen levenspad en hy dacht aan een
eigen gezellige woning, waarin de rilver-
klank van haar stemmetje zoo welluidend
wezen. En als een man van de daad, aar
zelde hij niet lang, aan de gedachte uiting
„8ch, juffrouw Clara," dus sprak hy met
ai zucht haar aan, „het lot van myn vriend
heeft opmerkelijk bewezen wal bartelced
een hopelooze liefde ons anno monschen
bcrokkenon kan- Gevoelt ge u tegen zoo
vare beproevingen opgewassen? Ik niet!"
Clara lachte ondeugend 0m zijn naïeve-
iit- Zij durfde nog niet vermoeden, of
schoon haar hartje in meer levendig tempo
begon to kloppen.
„Hoe menigmaal hebben wij ons al niet
men door de balzaal bewogen! En is het
ve aandacht ontgaau. dat ik wel eens de
:r genoot, den souperlans niet u te doen?"
Het goede kind begon, nu zijn toon war-
er werd, toch een weinig bekl. ii.d ie wor
den. Clara waagde niet, den draad uit te
spinnen, ofschoon zyn woorden wel aanlei
ding hiertoe konden gevenin verwarring
zag zij weder op don rozenknop, dien zij
tussohen de slanke vi igers hield
„Mijn lieve juffrouw Clara," dus hervatte
hij na een korte pauze, „vindt u niet, dat we
al geruimen tijd goede vrienden zijn geweest?
En zou u niet meenen, eveuals ik, dat we
om die redenby aarzelde cn wierp een
vluchtigen blik naar de vensteruis, waarin
vader en dochter nu samen fluisterden. Ook
hij kreeg een kleur en met frissclicn moed
ging hij voort
„Kortom," sprak hij, resoluut de hand van
het meisje vattende, en haar in zijn handen
teeder aan het hart drukkende, „kunt ge iets
gevoelen, lief kind, voor een eerlijken ke
tel, die zich geheel aan u wy'den wil, zooals
ik? Ongelukkig ben ik niet mooi, dat weet
ik wel maar met liefdevolle oogen be
schouwd, ben ik misschien nog zoo heel on
aannemelijk niet en een goed mensch ben
ik, dat durf ik van myzclveu zeggen."
Het meisje was verrast bet duizelde
haar, dat de geheimste droom van baar le
ven zoo gansch onverwacht zou worden ver
vuld.
„Mag ik je handje behouden lieve Clara,"
smeekte hij en hij drukte zyn lippen op de
zachte hand, dio hij uog altijd gevangen
hield. Met een gelukzalig lachje knikte "zij
hem toe, terwijl zij den schoenen rozenknop
hem toereikte en een zacht „ja" kwam, nauw
hoorbaar, over hare lippen.
„U ziet, dat ik niet zonder reden hier
kwam!" voegde hij nu Christine's vader toe,
dio thans heclemanl met het geval verzoend
'eÜ t
u dubbel verlovingsfeest werd go
de anders zoo stille huize Van Dra-
nu niet alleen zijn dochter, maar
ook het nichtje verliezen zou, nadat hij als
voogd vertrouwend haar had afgestaan aan
deu kloeken roan, die de voorspraak van zijn
vriend geweest was en tevens voor zichzelf
dat zaakje had opgeknapt.
EEN LIJKWAGEN ZOEK. Dins-
dagiuorgen zou te AuriDac de begra
fenis plaats hebben van den senator
Luitilhac, te Parijs overleden. Fami
lie en genoocMgdon wachtten echter
tevergeefs op het station: de trein
welke den lijkwaggon sou meevoeren,
reed zonder dezen binnen; bij telefo
nische navraag langs de lijn bleek de
waggon zoek te zijn. De begrafenis
werd voorloopig uitgesteld.
DURE ZOMERVERBLIJVEN IN
BELGIë. Algemeen klaagt men in
België dat het oogenblik dar vac an
ti es is genaderd, doch dat de Belgi-
sclie hadplaatsen voor het geiwone pu
bliek onbereikbaar zijn .wegens ont
stellend boogie prijzen.
Het betreft n;et alleen de Noordztae-
plaatsen, doch ook de vacantiever-
bliiven in het binnenland, die vroe
ger bekend waren om hun billijke
prijzen. In de meest eenvoudig inge
richte hotels vraagt men buitenspo
rige bedragen en „een ommelette met
ham kost evenveel als twee patrijzen
vóór den oorlog".
Aldus zullen de families met be
scheiden inkomen gedoemd zijn den
zomer in de stad dooi' te brengen.
ONRUST TE BARCELONA. Het
BLijft in Barcelona onrustig. Een
Havas-Reuterbericht meldt althans,
dat de reeks aanslagen voortduurt!
Bij een vuurgevecht met arbeidtere
j wentten verschillende personen ge-
Maar kwetsi.
EEN VERHAAL UIT HET OUDE
KAMERIJK.
,V. r ij vertaald naar het
Engelsch van
BARONES ORCZY.
24)
Mijn lieve lammetje, mijn duifje!
stamelde ze. Wat scheelt er aan,
.waarom huil je? Er is toch geen re
den om verdrietig te zijn. De heele
wereld aanbid je, iedereen houdt, van
je en Meneer de Landas die toch
zeker de knapste man is die er be
staat! aanbidt den 'grond waar
over je loopt. En en voegde de
oude vrouw er zacj^t bij: je oude
Colle zou voor je door een vuur wil
len loopen, ik zou me in duizend
stukken laten en ij den afs jij het wil
de.
Jacqueline begon opeens vroolijk te
lachen, hoewel do tranen haar nog
in de oogen 6tonden.
Ik zou het niets prettig vinden,
teide ze, als mijn goede oude Co Lie
in duizend stukken gesneden werd.
Wat is ei' dan, hartje?
Jacqueline gaf geen antwoord. Een
paar seconden bleef ze zwijgen, haar
oogen starend iti de ruimte boven
ColLe's hoofd. Men zou bijna hebben
kunnen denken, dat zij luisterde naar
iets diat de oude vrouw niet kon hoo
ren, want de uitdrukking van haar
geëaal was strak gespannen; haar
oogen gloeiden en de lippen waren
half geopend. Doodstil bleef ze zoo
zitten. De vlam van de waskaarsen
Ln de hooge blakers flikkerde in den
tocht, want het raam stond wijd open
en er was eco zacht westenwindje.
Kom, lieveling, drong Nicolle
aan, terwijl zij moeizaam opstond.
Kom, laat de oude Colle je maar
naar bed brengen. Je moet wel ver
moeid zijn na dat lange souper en ul
dat gepraat en die muziek! En mor
gen is er weer een feestmaaltijd. Mijn
heer heeft al gezegd dat je er hij
moest zijn
Ik wil morgen niet weer naar
een foeet, Colle, zuchtte het jonge
meisje droevig. En ik heb meer
dan genoeg van gasten en van strijk
ages en buigingen en handkussen
domme onzin wa.ar de mannen mij op
onthalen omdat ik rijk ben en omdat
ze denkon dat ik een pop zonder her
sens ben. Ik zou veel liever iederen
avond alleen in mijn kamer ctcu
heel alleen
Maar de oude Colle dacht blijkbaar
dat zij het beter wist.
Kom, kom! mompelde ze echou-
derophalend, terwijl ze veelbeteke
nend knipoogdeu Dan zou je niet
veel kans hebben om mijnheer de
Landas te zien!
Ik kan toch bijna niet inet mijn
heer de Landas praten bij die einde-
Iooze soupers, antwoordde Jacqueline
iuet een zucht. Mijn voogd of mijn
heer van Lalain schijnen wel altijd
in de buurt te zijn tegenwoordig als
hij tracht bij mij te komen.
Maar ik wed dut mijnheer de
Landas wel weet hoe hij uw voogd
kan ontloopen, antwoordde de oude
vrouw met een slim Lachje. Zooals
zoovelen van haar, geslacht die weinig
of geen afwisseling in hun saaie,
eentonige leven gekend hebben, wus
er niets waar CoLlo moer plezier in
had dan een liefdpsgeschiédénls. En
mijnheer de Landas etond als 't ware
onder haar spcciaLe bescherming.
Hij was knr.p van gezicht en royaal
met geld en erg verliefd en al
deze dingen maakten diepen indruk
op Colle. Het feit, dot Baron d'Inchy
hem niet erg goed gezind was
vooral den laatsten tijd, was, voor
Colle een aanleiding te meer om hem
te verdedigen.
Maar toch, zoide Jacqueline plot
seling, ca- zuu opgenblikken dat
men liever alleen is. Er ia zooveel om
over te denken, om van te droomen...
Ja, ik weet het wel, mopperde
de oude vrouw. Je zit hier Liever
den halven avond bij het open raam
en vat koude, terwijl je luistert naar
dien brutalen zanger dio een groote
dame als jij een serenade durft te
brengen.
Zij bleef brommen en mopperen en
door de kamer loopen en zag niet dat
Jacqueline bij haar laatste woorden
plotseling was opgesprongen; met
tcliittercnde oogen, de klein© vuisten
gebald en vuurroode wangen, stond
zij plotseling tegenover de oude
vrouw.
Nicolle, zwijg, beval zij. Da
delijk! Versta je?
Zwijg? Zwijg? bromde de vrouw.
Ik heb al lang genoeg gezwegen
on aJa mijnheer tets van deze ge
schiedenis zou hooien krijgt Nicolle
de schuld. Ln ik geloof, dat mijnheer
de Landas, als hij het wist, den
schurk wel zou willen doorsteken!
weetik weet het zeiter, voegde
zij er bij maar laat ik je een ding
zeggen, als die kerel vanavond weer
zijn mond open durft te doen
Ze zweeg, angstig door de woede
die ze in de oogen van haar meeste
res las
Nu? zeide Jacqueline aandrm-
gend, inaar met heesche stem,
Waarom ga je niet verder? vv'at J
zal er gebeuren als de minstreel die I
laatste drie avonden zoo mooi voor
mij gezongen heeft, vanavond weer
voor mij zingt?
Dan zal Pierre het hem lastig
maken, anders niet! antwoordde de
oude vrouw kortaf.
Pierre?
Ja, Piarrel De .bediende van
mijnheer de Landas. Ik heb hem
gezegd dat hij op den uitkijk moest
staan, buiten de poorten och
Pierre hoeft een sterke vuist en een
zwanen stolt, en
In een oogenblik stond Jacqueline
naast Nicolle. Ze greep de oude
vrouw bij de poteen vast, zoodat de
arme Colle sclireeuwde van pijn.
Heb je dat durven doen, Ni
co! Je? vroog ze met bevende, half ver
stikte stem. Jij slechte, bemoei
zieke oude heks! lit haat jol ging zij
zonder genade voort, zondier acht le
slaan op de angstige en berouwvolle
blikken waarmee Colle naar haar vet^
ontwaardlgde woorden luisterde.
Ik haat je, hoor je me? En als Pierre
dien zanger durft aan te raken zal ik
aan mijnheer de Landas vragen om
hem te laten afranselen, ja afran
selen! En dan wil ik jouw gezicht
nooit meer zien, jij slechte, slechte
Colle!
.Overmeesterd door haar ontroering
en haar woede zonk Jacqueline ach
terover in een fetoel, haar stem gebro
ken door snikken. Tranen van woede
stroomden langs haar wangen. Stom
verbaasd, als liet ware verlamd, had
Nicolle doodstil gestaan, terwijl deze
storm van verontwaardiging over
haar werd uitgestort. Niettegenstaan
de haar angst en haar berouw had
zij toch nog oen koppigen trek om
haar mond. De onbekende zanger, die
het gewaagd had een serenade te
brengen aan de edele jonkvrouw Jac
queline, Hertogin en Prinses van Ra-
mèse en van een heeleboel anders
plaatsen, net alsof zij oen gewoon
burgermeisje was, -• had het niet bij
een of twee Liederen gelaten, neen!
De boosdoener was zelfs zoo brutaal
geweost gisteren om op eten muur van
het plein te klimmen en meer aan
eeat half uur juist vlak onder het
raam van Jonkvrouw Jacqueline te
blijven staan (hoe hij wist dat het
haar raam was, begreep zij niet) en
te zingen bij een luit een instru
ment dat zij, Nicolle, nooit had kun»
nen uitslaan.
(Wordt vervolgd)?