Jonkvrouw Jacqueline RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. ttaafissis Basdseloplosslugso RnilïiiMek Een kus op risico. fismangd rilinws F* eulllefoo VIERDE BLAB ZATERDAG 24 JULI 1920 j Griet gelaten had. Nu kwamen de ton gen loa. 't Werd een kruisvuur jan vragen en antwoorden. Er was ook zoo heel, heel veel te vertellen, dat er zakor dagen moe gemoeid waren, eer men uitverteld waj. „We moesten maar dadeUlk naar Putton «toornen," stolde vader voor. Zonder, siju i uur gouds cptesiugs» ui-1 S!;;;Mw^a,bsonE°,ïïd.'ï rlZÏL. vï den, worden ln heb volgend® num- - u,.- pa er bekend gemaakt.) (Deze raadeele zijn alle ingezonden 4oor jongens en meisjes die ,,??oot £lnse Jeugd"- lezen. De namen der £1 nderen, dsie mij vóór Woensdag- worden onder do a boeken ln praebt- Iedera maand boete oplossers tt band verloot. ,t. (Ingezonden door Blondkople.) Wie kan uit onderstaande figuur een spreekwoord maken? 8, (Ingezonden door Prinses Rozerood.) Mijn lsto is een schoolmenbel, mijn 2de iï een plaats aan zee en mijn geheel is eet dorp in Zuid-Holland. 8. (Ingezonden door Bloemkorfje.) Zet op den oersten regel een muziek-in- jtrument. Zet op den tweeden regel een voorname kolonie. Zet op den derden regel het tegenover- gesieldo van boven. Zet op den yierden regel een muziek instrument. Zet op den vijfden regel een soort schoeisel. De beginletters van de gevonden woorden moeten den naam vormen van het muziek instrument van den lsten regel. 4. (Ingezonden door A. A. C. Jansen.) Mijn geheel is een wapenspreuk van 14 letters. 3, 4, 12, 6, 2 is een rivier in Frankrijk. 11, 8, 9. 12, 2, 10 is een mooie plaats in Gelderland. 3, 4, 6, 6 Is een rivier in Duitschland. I, 4, 6 is een jongensnaam. 3, 14, 9, 10' is een meisjesnaam. II, 13, 4, 6 is een jongensnaam. 7, 8, 10, 4 ia een meisjesnaam. 6. (Ingezonden door Wim Spoor.) Ik bon eon stad in Duitschland, onthoofd me en ik word een eenhoevig dier. 8. Strikvragen. a. (Ingezonden door Avondster.) In welke rivier van Nederland is altijd ijs? b. (Ingezonden door Bloemkorfje.) De eerste zei,,'k Wou 't altijd dag was." Dc_ tweede zei,,'k Wou 't altijd nacht Do derde zei ,,'t Is mij cenerlei, 'k moet .werken daags en 's nachts er bij." c. (Ingezonden door F. Gehl. .Waar zijn de hoogste bergen? De raadseloplossingen der vorige week zijn: 1. Meikever. 2. Lepel. 3. Stoof stoom. 4. De letter O. 6 leder huis liceft zijn kruis. 0. V/olga Olga. Oka Ka. Goede oplossingen ontvangen van Rozerood 6, Blondkopje 6, Framboos 6, Abrikoos 6, Sprietel 6, l'rius Poris 6, Leide- naar 0. Controleur 6, Kerstboompje 6, Win- netou Zeester 6, Lathyrus fi, Billeken 0. M"r„rt C. Keizer August 6, Lachebekje 6, 'Adriaan Buytendijk 6, Klimop 0, Liesje Stey- uen 6, I.eeuwenbekje 0, Marie Wesseling 6, Juhan Wesseling 6, Maanclfje 6, Hyacinth 6, Vliegende Hollander 0, Duinviooltje 6, Sneeuwklokje 6. A. Overmeer C. Musicus 6, Goud Elsje 0, Old Shatterband 0, De Schip- perin 6, F. Gehl 0, Letty 6, Continental 4, Schotenaar 4, Sering 4, Lourens Coster 5, Soldaat 5. Het Trio 6, Prinses Attalanta 0, Rhododendron 6, Primula 6, Jaeoba van Beieren 6, Karei de Groote 0, Aster 0, Ju- llaantje Scholten 0, Goudhaantjo 6, Willy Harmse 0, Tiekie en Piene. 6, Piet Heiu 6, Klavertje Vijf 6, Lentekoningin 0, Alpen fee 6, Padviudster 6, Wilde Wingerd 5, Piet en Dirk schalz 6. Klokkofee 0. Prin ses Rozerood 0, Truusje Bakker 6, Marietje Bakker 0, Jacuba Bakker 0, Piet Spoor 0, Beppie Spoor 0, Db Wedstrijd. tusseben Frans on Stlna en gou te vertellen van de nieuwo wereld, van bun toekomstig nieuw tehuis. Hij vond een aandachtig en belaugstellend gehoor. „Ik heb ook eon rijtuig," sprak vader. „Een rijtuig?" vroegen drie stemmen. „Ja, een hondenkar. Dat is daar. het yer voermlddel." Hè," zei Stina, met iets van teleurstelling. Wat was bet niet heerlijk geweest om aan de schoolmeisjes te vertellen, dat baar vader een eigen rijtuig had. Vader vertelde verder van de inrichting van het huis, hoe hij zelf had schoonge maakt. zelf huishoudelijke iokoopen had ge daan, zelf de wanden had versierd. „Maar dat zal prachtig zijn," zei Frans met overtuiging. Vóór meri er aan dacht, was Utrecht be reikt „Is dat Trine niet?" vroeg de jonge Geer vliet aan zijn vader, toen ze daar een blo zende. hijgende boerendeerne voorbij den waggon zagen loopen. „Ja, dat is Trine Eikhof, dio Griot helpt mot do schoonmaak," antwoordde Slim ze vervolgde „Kent u die?" „Of ik dio kon! Hè, vader, wc ginge men voor 't eerst naar school. Weet nog?" „Ja, jongen, of ik hot weet. Jullie schreeuwden beiden zoo erbarmelijk, oat de bovenmeester me kwam vi-agen, of ik je maar weer weg wou balen." „En deed u bet?" vroeg Frans. „Toen ik kwam, was bet onwer-r be daard. Trine was bard naar moeder guioopon en toen scheen je vader er geen aardigheid meer in te bebbon den boel alleen op stelten te zetten." „En Trine?" vroeg Frans, ,,'s Middags ging Trine met mij aan bandje mee naar school. Ze geloofde onvoorwaardelijk, toen ik baar vertelde, dat het op school bcolemaal Daar heb je haar weor. Die stakkerd kan geen coupé krijgen. Trine. Een paar groote, blauwe ongen keken bo- 3n de bolle wangen uit. „Hecremetied! Ben je 't? Mcheer Alex? Lieve tier, 't is or 'k droom." Versehillendo banden werden intusscbi uitgestoken om Trine e s te verbaasd oi voet te verzetten. Tot hijgde zo als i ,Kom je heel uit A eindelijk. PRINS JORIS, De Clercqstraat 107, vraagt „Willem Teil" te leen en geeft er voor te rug „De zoon van den bezembinder", „Kees Aquarium", „Wilskracht en Genie". WlLDE WINGERD, Spaansche Vaartstr. 98, Schoten, vraagt Vecbtpl. en geeft er voor terug Winter-, Herfst- en Naardermeerpl. HET TRIO YAM DDIHOORD (Vervolg.) Vader Geervliet was de eerste, die sprak „Waar is Alex?" vroeg hij, om zich hoen ziende. Grootvader vertelde nu, dat hij Alei a tp hijachcn, uit zich zelf zo eindelijk geze a visch, die op het erikaï" vroeg „Ja, een paar uur geleden kwam ik sprak ineeneer Geervliet. „Dus zoowat met do boot van negenen.' Stina en Frans deden al hun best niet te lachen om die boot van negenen. Trino dom niet, of ze merkte iict wel, dat Stina bezig was baar halven zakdoek naar binnen te werken. „Wat zei 'k nou voor geks?" vroeg chend ..Frans en Stina zijn 0 Nn hebben ze praats. Maar gisteren lachten hoorden, dat de buot wel ee dag te laat zou aankomen," zei grootvader. Nu vertelde vader van de groote reis e t verre land en wederom bad bij aan Trine n belangstellend toeboorster. „Als je werken wilt. ia er wel wat te vei dienen, zoggen ze," sprak Trino wijsgoorig. ,Dat is zoo," beaamde de Amerikaan, 'ou jy er je geluk gaan beproeven, Trine?" „Kaik es, nielieer. Je kout Krelis van smid Grebbe?" ,Ja, best boor. Die bon zoo mooi kastanjes van don boom gooien.'' „Juustemeut. Hij heb hier bij den ouwen heer nog eens een ruit er mee gebroken. Nou, daar ga 'k mee trouwen. „Dan van harte geluk, Trine," zei meneer Geervliet hartelijk. En hij vervolgde„Zal "t gauw wezen?" „Ja, zoo is 't net. 't Wachten zit 'm in de verdienste." Trine babbelde nog wat door, maar meneor Alex zat in gedachten verzonken naar bui- ;"ten te staren. „Trinel" klonk het eensklaps „Ja, mehcerl" „Trouw maar met je Krelis. Ik heb werk voor hom en voor jou." „Meheerl" Een dikke, roodo werkhand werd naar hem nitgesloken. „Ken je 't doen? Zullen Met een lachend, blij gezicht knikte haar oude schoolkameraad haar toe. „Maar, Alex, is die snelheid van bandelen niet wat al te Araerikaansch?" vroeg groot vader. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kin- der-Afdeelingr moeten geioeden worden aan Mevr, BLOMBERG—ZEEMAN, Van der Vinnestraat ai rood, (In do bus gooien zonder aanschel len!) Nieuwelingen zyn FROUWINA en B. C. BETZEMA, oud 9 en 6 jaar, Teding van Berkboutstraut 5 rd. FRAMBOOS EN ABRIKOOS mogen hun schuilnaam houden. BLONDKOPJE. Het spijt jo zeker wel een beetje dat het school reisje achter den rug is. ROZEROOD. Als Truza nu maar een beetje voorzichtigheid geleerd heeft. Is Flora nog gekiekt? Welk poesje heb je uitgezocht? Het moet zeker eerst nog ecnige weken bij zijn moedertje I blijven. LATHYRUS. Prettig, dat je Friesland-album vol is. Eu wat word.' Je al oen knappertje in het raadsels oplossen. ZEESTER. Jo raadsel is goed. WINNE- TOU. Je ingezonden raadsels zijn goed, Movr. v. d. L. D. Mijn dunk voor uw uitvoe rig schrijven. Ja, zeker vind ik bet prettig, dat u me met uw opvoedkundige gedacb- ton op do hoogte houdt. Wat zal liet u goed gedaan hebben, bericht te ontvangen van ouden onderwijzer. Wie ons weldeed _ln e kinderjaren, vergeten we eigenlijk nooit- Het zal den ouden man ook goed ge daan hebben, dat u liern niet vergeten was. Hoevolen onzer ziin .verdoolde schaapjes op de bei geweest? Maar 't kwaiu terecht. En gelooft u niet, dat dezulken bet meest leer den waardoeren? PRINS JORIS, 'k Heb je naam opgoteekend. Dus dat Is toch ln orde. Wat heerlijk, dat jo ook met de voe ding vooruit gaat. Nu gaat het langzaam zeker vooruit. SPRIETEL. Al ga- me 26 gulden toe, dau giug ik nog niet vliegen. Jij natuurlijk wei. Maar moeder ver trouwt haar kleinen Sprietel het Lest op den beganen grond. JOUAN W. Er is al een Boschbes, das je moet een anderen schuil- kiezen. Wat is het bij jullie ook zwaar geweest. Zijn de tweo Mimi's vriendin nen? BREM. Jij mag dezen schuilnaam houden. Wim heeft nu: niets van zijn reisje geschreven. Maar misschien komt het nog. Jullio raadsels waren goed. Dag, aardig geel bloemetje! LIESJE S. Er is al een Sneeuwklokje, dus jij moet oen anderen naam kiezen. Maar zus mag haar schuilnaam houden. Wat scheelt haar? Ik heb ook al een paar dagen tevergeefs naar de mooie, lange vlechten uitgekeken. ADRIAAN B. Misschien stuurt moeder dit briefje wel laar bet Haagje. Wat zul je ecu plezier heb- icn met je neefje. Woont bij dielit bij Sclie- 'Oningen? Je schoolrapport was best en dat was toch zeker het voornaamste. Hoe lang blijf je weg? LACHEBEKJE. Jo was er zeker bij ongeluk uit gewipt, xuaar jo raad- sols heb ik opgeteekeud. Beu je bang voor onweer? Ik zou het me best kunnen begrij pen. Toen ik zoo oud was als jij. kroop ik bij liefst in eon donker hoekje. Vraag :ns aan meneer op school, hoe je bla den en bloemen heeten. Het la voor je tuin tje kostelijk weer. KEIZER AUGUSTUS. Ik dacht, dat je afgetreden was, zooals vele vorstelijke personen. Je schuilnaam it voorradig, dus trek je keizersmantel weer aan. MOZART. Lessen gaan raadsels. Maar het doet me genoegen, dat de vacautic jo weer naar de Rubriek gedreven heeft. Je mag je briefje bezorgen, wanneer jc wilt. Hoe eerder, boo liever. Ik wou. dat die Hollandsche Spoor mij ook ecu vrijbüjet gaf. Dat heb jo al weer aan je vader danken. En wat zijn de reisplannen? I LEKEN. Ja, jongen, dat is een reuze cantie. Verveel je je nog niet? Je postzegel album was dus welverdiend. Wanneer ga jo naar IJmuiden? Veel genoegen gewenscht. TIEKIE en PIENE. Ik heb ook heerlijk genoten van het gezicht der vliegmachines, 't Is altijd weer do moeite waard oin er naar to kijken. Wat zullen jullie er naar verlan gen, dat de week om is. Ik lien zoer be nieuwd te hooren, of jullie vindcu dat Boukjo is aangekomen. ASTER. Lekker nu op Zandvoort, hè? Maar, nis de stormbal uit waait, ben ik liever niet aan het strand.. PRIMULA. Veel genoegen gehad. Donder dag? Zoo'n Gerdessen-feest is eigenlijk het heerlijkste schoolfeest. Die arme moeder, dat ze Zaterdag 5 klantjes thuis krijgt. Jullie moeten haar maar goed door de drukte been helpen. RHODODENDRON. Hoe i: er nu mee? Wie wordt or nu met zulk zomerweer ziek? Je hebt toch nog aardig wat opgehaald. Maar, als je op het strand had gemoagd, was de vangst zeker grooter geweest. PRINSES ATTALANTA. Ook veel genoegen gehad, Donderdag? Ga je Zaterdag al naar de Heemster' Dan weosch ik je heel veel plezier. LETTY. Ja, der de bloomen zou ik den naam zetten, staat netter dan op zij. Do raadsels mogen best door elkaar geschreven worden. F, G. In proza en poëzie du reis opgeschreven! Wel, jongen, jo wordt nog een heelo lite rator. Weef je wat dat is? DE SCHIP- PERIN. Een heerlijk boottochtje gemaakt? Een schipporin hoort op het water. Wat jij? Maak maar veel plezier in Egmoud. Neen, ik nog nooit geweest. Het zal mo zeer aangenaam zijn, eens ecu kaart van jo te ontvangen. OLD SHATTEKHAND. Regen op hel strand, daar is niets aan. Nu ben je zeker alle dagen in de buuit van het vlieg terrein? GOUD ELSJE. Je moogt de bloe men los opplakken en ook verbinden als ruikertje. Daar laat ik je vrij in, maar' bet laatste is moeilijker. MUSICUS Nog wel gefeliciteerd met vaders verjaardag en met den verjaardag van broer. - - A, O. In de las ik Jo's naam. Dat is een hcele hem. Leuk, dat jo weer een brief kaart uit Dnitscbland hebt outvangen, DUINVIOOLTJE en SNEEUWKLOKJE. Zeg, wat ecu heerlijk reisje gaan jullie ma ken. Ik ben nog nooit zoo ver geweest. Ja, ik ga wel de stad uit, maar op 27 Juli ben ik nu juist eens thuis. En dan gaan jullio vandoor. Je raadsel is goed. Als we nu mu mooi weer krijgen, dan is do vacanlio dubbel prettig. MA ANELFJE. Wat scheelt het kleine feetje? Van harte beterschap tocgc- wcnsclit. Bedank moedor vriendelijk voor baar schrijvcD, PRINSES ROZEROOD. Veel plezier geliad op je Meer-reisje? uitgaan houdt bij jullie maar niet op. bent een grappenmaakstcr van do bovenste plank. Wat fijn, dat je met Tilda mee terug mag naar Boskoop. - KLOKKEFEE. Veel genoegen in ..otterdam en op jo andere uit stapjes. Misschien wil moeder je de Rubriek wel sturen, dan kun je blijven meedoen. ZOMERTAKJE. Je raadsels zijn goed. Groe ten voor Albada. l'ADVJNDS'l'ER. 't Is niet erg, Sis jc met de vacantia overslaat. Maar locs eens, wat ik aan Klokkef ce schreef. ALPENFEE. Wat Leb jij een snoezig post papier. Als je trouw moe blijft doen, zal er wel eens een boek gewonnen worden. Ik ben vroeger op dezelfde school geweest, man r toen stond or een dame aai 't hoofd. Ik kan me alle klassen nog voorsteilen. Wat tiecriqK, nat Je naar 'Arnhem gaat Misschien kom ik nog in je bnnrt. Ik wil wat graag een briefkaurt van je hebben. Die raadsels mag ie me wol eens zenden. KKULLEBOL. Laat me dat blad maar eens zien. b.v. heelo zeldzaamheid om kla vertje vjjf te vinden. Nu beu je een geluks kind. Ga je nog uit met do vacantia? EX CELSIOR. Hoe is het no met moeder? Blijft het vooruitgaan? Ik hoop het voor jullie, 't is zoo saai, als moeders plaatsje leeg is. Je versje heb ik niet meer. Liet heeft veertien dagon tot je beschikking gelegen. Nu is allee opgeruimd. - P. 8. Heb je den vlieger met de parachute zien springen? Vond je het niet eon beetje griezelig? Wel jammer, dat je van school moot veranderen. Maar je krijgt mis schien wel weer een onderwijzer, waar je goed kuut opschieten. BEPPIE 8. Kind, ben Jij ook heerlijk uit geweest. MA- RIETJE B. Je hebt me een grooten blief ge stuurd. Ik wensch jc prettige dagen in IJ muiden. Wat gezellig zoo met zijn tweetjes. Waar woont grootmoeder? JACOBA B. Je hebt nog dagen genoeg era jo verzame ling aan te vullen. Ik hoop, da< bot zonnetje Zondag schijnen zaL TRUUSJE B. Wat heb jij een goede tante. Zoo'n secretaresse is gemakkelijk. Mevr. W. BLOMBERG-ZEEMAN. Haarlem. 24 Juli 4920. V- d. Vinnestraat Llrd. Voor de sociëteit der garnizoensstad zaten p een mooien zomermorgen drie jonge offi- cren. De drie zonen van Mars gebroik- m, na inspannenden vredesdienst, den mor gendrank. De oudste was van adel en nu reeds de erfgenaam van een groot landgoed we zullen hem baron Koningsberg noemen. Daar het gesprek een oogenblik minder vlotte, hield hij zich met zijn hond bezig. De rijzige Feenstra, met een paar don kere oogen, was een trouw vereerder der Mu zen hij hield zich veel bezig met de letter kunde en dichtte hartbrekende sonuottcn, gewijd aan een innig geliefde, welke zelfs tegenover zijn vrienden steeds verborgen was gebleven. Van du Sande was de naam van den „Drit- ii im Bunde". Zijn ingedrongen, niet groote gestalte deed hem ouder voorkomen dan hij wasbij" had het voorhoofd van een den ker. De hond Does maakte de potsierlijkste sprongen en deed geleorde kunststukken, hij van deu baas belooning en lief- koozing inoogsttemaar de beide anderen sloegen daar weinig acht op. Koningsberg werd ongeduldig. „Zeg," begon hij weer, „zijn glas ophef ronde, „jelui humeur is van dien aard, dat dit vocht me niet meer smaakt! Hoe komen jolui er toe. juist heden, zoo'n zonnigcu dag. zulke vervelende tronies te trekken? Sande, ouwe jongen, wat scheelt je? Heb je weer een nieuwe ongelukkige liedesaffairc of zitten de beren je op je hielen? En jij, Feenstra, zit je weer nieuwe gedichten ter verheerlijking van je Dulcinea uit te broeien?" Van de Sande nam een teug uit zijn glas, floot een deuntje en klapte met de vingers. Wat zal ik je zeggen. Met die nieuwe liefde haalt 't niets uit. Die slang beeft me venijnig gebeten. Jarenlang me hoop le ge ven, eindelijk bet jawoord, en dan onver hoeds mij te bedanken en ecu ander te nemen zoo iets overkomt men niet! En ik zou baast willen vragen heb jij een hart in 't lijf?" .Eigen schuld, man! Je hebt veel te lang geaarzeld en gezeurd. Een meisje met tem perament kan daar niet tegen!" ,Jjj hebt gemakkelijk praten. Als ik er zoo rm inzat zou ik ook wel meer kor daatheid gohad hebben." En hij zette zoo'n komisch benepen ge zicht, dat Koningsberg in lachen uitbarstte zijn hond, die gewoon was om lief en leed t den baas te deelen, kwispelde met den staart en begon hartstochtelijk te bassen, dat Sande's stroef gelaat wat opklaarde Maar Feensra bleef ernstig. Peinzend staarde hij in 't verschiet, en zijn oogen werden grooter. Op tamelijk verren afstand nog, over '1 plein voor de sociëteit, werden de beval- gestalten van twee jongedames zichtbaar zij schenen zijn aandacht te hebben ge trokken. Rood en bleek werd hij, beurtelings naar- ate de dames naderbij kwamen, en zijn ver- arruig kon den vrienden niet ontgaan. Toen Feenstra een kreunend geluid ont snapte, kneep Van de Sande hem in der „Hebben we eindelijk de ware?" lachte hij Koningsberg sloeg den verliefde op den schouder en vroeg „Welke is het?" ,0, Christine! Als men u aanschouwt, heeft dan nog oogen voor anderen!" zuchtte de luitenant„draagt de oppervlakte, aarde twee zulke engelen? En toch zal ik haar de mijne mogen noemen!" hij verborg een oogenblik het gelaat handen. „Waarom eigenlijk niot?" vroeg Konings berg mcdelijdeud „heb ie geen hoop op derUefde'?" „Wel zeker, allo reden hab ik om te loeven, dat ik baar niet onverschillig ben maar ik ben arm, en zij is de dochter een schatrijken vader. Hoe spoedig zal ander komen, die meer recht heeft om baar te vragen en dan ben ik verloren De jongedames hadden bet klaverblad nog niet gezien: langzaam kwamen zij over het nog stille plein aanwandelen. In Iionings- berg's oog kwam plotseling leven. „Hebt ge moed?" VTOOg bij nu ernstig zijn vriend. „Moed? Waartoe?" gaf de ander ten woord, zonder den blik van de beide sehoo- nen al te wenden. „Om je aanstaande vrouw „Hoe zou dat kunnen al wil ik alles doen, wat naar eer en plicht mogelijk is." „Dan zult ge worden geholpen. Luiste toe, en gij, Sande, zijt mijn getuige. Er i geen oogenblik te verliezen daar komei ze. Ik zal een goed woordje bij den oude voor je doen, als jo de courage hebt, hier in 't openbaar op bet plein je uitverkorene een kus lo geven!" Voor lang bezinnen was nu geen lijd Het bloed was Feenstra naar het hoofd ge stegen hij ging de jonge dames tegemoet. Met een 'donkeren blos op 'de wangen hoor den de verraste meisjes hem aan, hoe hij in haastige bewoordingen Laar zijn voornemen te kennon gaf dat hij, om zjjn uitverkorene te verwerven, hel meest ongehoorde wilde wagen. Daar ze van verbazing en schrik geen woord konden uiten, beschouwde Feenstra dit als instemming met zijn schoon plan cn zijn armon omvatten de lieve blondine, en hij kuste haar alb een heilige op het voorhoofd. En diep boog bü voor haar.. „Vergeef mij, geliefde maar aan den moedige behoort de wereldmag Ur hopen?" De dochter van den rijken koopman Van Drancn boog ln hare verwarring hot gloeiend gelaat en; „Spreek met rnlju vader!" lis pelde tij. „Dank, duizendmaal dank, dierbare Chris tine!" jubelde by. Nog een handdruk, en hij keerde naar zijn vrienden terug. Natuurlijk was die origlneele declaratie niet onopgemerkt gebleven en als een loo pend vuur verspreidde zij zich door de stad: ook deu beer Van Drauen bereikte dra dit zeldzame nieuwtje, door de lieve faam na tuurlijk nog wat opgesierd. De oude heer, wiens grootste trots was de schoonheid, de onschuld zijner eenige doch ter, was ten hevigste verontwaardigd over deze driestheid van don jongen officier. Nog dienzelfden avond verscheen baron Koningsberg bij den heer Van Dranen. „Ik ben gekomen, zoer geachte heer, om u mee te deelen, dat mijn vriend Feenstra u de hand uwer dochter zal komen vragen, en dit verzoek kom lk inleiden!" zoo viel hij inaar dadelijk met de deur in buis. Blijkbaar moest de- vertoornde oude beer zich bedwingen om hem niet in de rede te vallen. Met veel pa thos en in bloemrijke bewoordingen schilderde de officier nu de stille, hopelooze liefde van zijn urmen vriend. En innig mededongen daar mee alleen bad bem er toe gebracht, Feen stra op het denkbeeld te brengen van de koene, eigenlijk de perken te buiten gaande daad „Juist bet feit dat mijn hoogstaande, vor melijke vriend zich tot zoo iets liet bren gen, moest u doen beseffen, hoe vurig bij bet meisje bemint," zoo drong bij aan, doch het sombere zwijgen van den vader gaf hem wei nig hoop op een gunstigon Mitslag van zijne bemoeiingen. Hij gaf nu een levendige schets van het karakter van zijn vriend en ver zekerde, dat deze in ieder opzicht onberis pelijk was en een hart van goud bad." „Als ik goed begrijp, verwacht u als boioo- niug voor de heldeudaad van uw edelen vriend, waardoor bij mijn dochter heeft prijs gegeven aan den spot der gaiische stad, mijn toestemming tut een verbintenis van mijn dochter met dien vriend, luitenant Feenstra. Een waarlijk kluchige verwachting!" Deze woorden werden scherp en vernieti gend door den anders gemoedelijkcu ouden heer geuittoornige blikken wierp bij op den tegenover hem gezeten officier, die steeds meer verlegen en beklemd werd. Doch bij wist zich te herstellen en ging voort, een weinig minder overmoedig „Twee punten moet ik nog aan uw recht vaardig oordeel onderwerpen. Vooreerst het geschiedde niet met voorbedachten rade. Het 't verschijnen van mejuffrouw uwe doch- dat mij de oogen opende en Feeustru's onverklaarbare neerslachtigheid opeens deed hegrijpenwant nooit was het ons gelukt hem een woord te ontlokken. En toch, ik de het u reeds ik beschouw het als een Feenstra mijn vriend te noemen. Dat ik weinig delicaat was in de kenze van middelen, die tot het doel moesten voere der jeugd, en er was geen tijd om rijp te crleggeu meteen was het geschied. En berispelijk loven u de beste informaties kunt inwinnen, zóó euvel duiden een wanhoops daad, waartoe slechts de innigste liefde hem bracht en waarvoor de strengste rechter verschooning vinden zal? Is uwe dochter het oogenblik af, dat zy Feensli verloofde is, voor de beele wereld vera woord? Ja, deze nog niet vertoonde, alleen niet don Sabijnschen maagdenroof te verge lijken verloving -zul een stralenkrans om de hoofden van het edele paar vormen, dat hot waagde, reine liefde hoogcr te schallen dan de armzalige convenance." Van die zijde had de oude hoer het geval ig niet bekeken. Het voorhoofd werd min er bewolkt en zoowaar, hy' glimlachte en, terwijl hij de kostbare snuifdoos tus- sehen de vingers ronddraaide. Hij stond op, liep een paar maal het vertrek op en neer, scbeldo toen. „Verzoek mijn dochter hier te komen," beval hij den binnentredenden bediende. „Dus die kus is met toestemming van mijn dociiter gegeven? Dat verandert de zaak," sprak hij, „want zooals ik Christine ken, zou een onwaardige energiek hebben afgowe- i. Toch blijft my onbegrijpelijk het bc- sme van dat anders zoo zachte kind." „Bedenk stille waters bobben diepe gron den!" merkte Koningsberg wijsgeerig aan. Daar kwam Christine binnen, aan den arm van haar nicht Clarableek zag ze er uit, met betraande oogen. De aanwezigheid van den haar welbekenden officier gaf haar den moed, baar vader op de gewone wijze to begroetensinds baar avontuur met Feen stra, bad zij hem nog niet gezien en hare kaïner gehouden. Over den schouder van haar vader wierp ze een schuwen blik naar den baron. Toen hij haar aanzag, wendde ze snel en heftig blozend bet hoofd om, als trok iets buiten op straat haar aandacht. Van Dranen reikte baar de band en voer de baar naar den officier. „Baron Koningsberg bewees mij de ei namens zijn vriend, luitenant Feenstra, band te vragen dat wil zeggen," liet hij glimlachend op volgen, „dit verzoek bij mij in te leiden. Wat moet ik hierop antwoor den? Weet wel, je avontuur dezen middag, notabcne midden op het plein, is mij be kend. Nooit bad ik kunnen denken, dat mijn dochter aanleiding tot zulk een schandaal had kunnen geven!" Christine was diep onder 't besef van haar medeplichtigheidze barstte in Iran cn trok zich terug, om bare schaamte bergen, in een vensteruis. „I.ievc oom bet was nu Clara, die zich in bet gesprek mengde, de band op zijn schouder legde eu scbelmscb smeekend hem goed iu de oogen keek. „Lieve oom, ais di twee nu zielsveel van elkaar houden en u loulor schuchterheid bet mekaar niet durfden bekennen, was bet dan niet doodeenvoudig, dat ten slotte een geweldige eruptie deu daiu der schuchterheid moest doorbreken' gedane zaken nemen leen Keerdaarom dunkt 't mij wc moesten zc maar hun zin geven- Dat U mijne opinie!" Van Dranen had moeite om mjn lachen tf bedwingen en Koningsberg aanschouwde nice bowondcrondsn blik de Bekoorlijke, ondeu gende bondgenoote. „Meisjeswysheld!" teide de oude heer. en hij gaf haar een likje op de wang. „Je bent altijd snel met je conclusies." „Vergun ml), mijnheer," dus ylel Konings berg levendig in, „geheel met de Juffrouw mee le gaan. Als u dit ook doet. dan is aan alle gepraat een eind!" „Wat is Je antwoord op dit aanzoek?" vroeg de papa, reeds half verzoend. aan zijn dochtertje. „Uw wil u de mijne," fluisterde zjj, blo zend en met een van geluk stralenden blik naar hem omziende, „dat is te zeggen, wan neer -zy aarzelde. „Wanneer ik van te voren jouw wil tol deu mjjnen maak," vulde hy aan. „Maar als ik dit nu eens niet doe?" „O. papa," vleide Christine, de Landen smeekend vouwende, „u kan niet zoo wreed zijn, uw kind ongelukkig te maken „Wat heeft men al zoo met zi)n kinderen uit te staan!" zuchtte de oude lieer. „Dan zit er niets anders op, dan je dapperen held eens ten eten te vragen." Christine viel verrukt haar vader om den hals. „Ach ja doet u da'.." Gedurende dit underlioud had Koningsberg geen oog van Christine's donkeroogig, lief nichtje afgewend. Zij rebeen by uitnemend heid geschikt hem toe, om rozen te strooien op zijn eigen levenspad en hy dacht aan een eigen gezellige woning, waarin de rilver- klank van haar stemmetje zoo welluidend wezen. En als een man van de daad, aar zelde hij niet lang, aan de gedachte uiting „8ch, juffrouw Clara," dus sprak hy met ai zucht haar aan, „het lot van myn vriend heeft opmerkelijk bewezen wal bartelced een hopelooze liefde ons anno monschen bcrokkenon kan- Gevoelt ge u tegen zoo vare beproevingen opgewassen? Ik niet!" Clara lachte ondeugend 0m zijn naïeve- iit- Zij durfde nog niet vermoeden, of schoon haar hartje in meer levendig tempo begon to kloppen. „Hoe menigmaal hebben wij ons al niet men door de balzaal bewogen! En is het ve aandacht ontgaau. dat ik wel eens de :r genoot, den souperlans niet u te doen?" Het goede kind begon, nu zijn toon war- er werd, toch een weinig bekl. ii.d ie wor den. Clara waagde niet, den draad uit te spinnen, ofschoon zyn woorden wel aanlei ding hiertoe konden gevenin verwarring zag zij weder op don rozenknop, dien zij tussohen de slanke vi igers hield „Mijn lieve juffrouw Clara," dus hervatte hij na een korte pauze, „vindt u niet, dat we al geruimen tijd goede vrienden zijn geweest? En zou u niet meenen, eveuals ik, dat we om die redenby aarzelde cn wierp een vluchtigen blik naar de vensteruis, waarin vader en dochter nu samen fluisterden. Ook hij kreeg een kleur en met frissclicn moed ging hij voort „Kortom," sprak hij, resoluut de hand van het meisje vattende, en haar in zijn handen teeder aan het hart drukkende, „kunt ge iets gevoelen, lief kind, voor een eerlijken ke tel, die zich geheel aan u wy'den wil, zooals ik? Ongelukkig ben ik niet mooi, dat weet ik wel maar met liefdevolle oogen be schouwd, ben ik misschien nog zoo heel on aannemelijk niet en een goed mensch ben ik, dat durf ik van myzclveu zeggen." Het meisje was verrast bet duizelde haar, dat de geheimste droom van baar le ven zoo gansch onverwacht zou worden ver vuld. „Mag ik je handje behouden lieve Clara," smeekte hij en hij drukte zyn lippen op de zachte hand, dio hij uog altijd gevangen hield. Met een gelukzalig lachje knikte "zij hem toe, terwijl zij den schoenen rozenknop hem toereikte en een zacht „ja" kwam, nauw hoorbaar, over hare lippen. „U ziet, dat ik niet zonder reden hier kwam!" voegde hij nu Christine's vader toe, dio thans heclemanl met het geval verzoend 'eÜ t u dubbel verlovingsfeest werd go de anders zoo stille huize Van Dra- nu niet alleen zijn dochter, maar ook het nichtje verliezen zou, nadat hij als voogd vertrouwend haar had afgestaan aan deu kloeken roan, die de voorspraak van zijn vriend geweest was en tevens voor zichzelf dat zaakje had opgeknapt. EEN LIJKWAGEN ZOEK. Dins- dagiuorgen zou te AuriDac de begra fenis plaats hebben van den senator Luitilhac, te Parijs overleden. Fami lie en genoocMgdon wachtten echter tevergeefs op het station: de trein welke den lijkwaggon sou meevoeren, reed zonder dezen binnen; bij telefo nische navraag langs de lijn bleek de waggon zoek te zijn. De begrafenis werd voorloopig uitgesteld. DURE ZOMERVERBLIJVEN IN BELGIë. Algemeen klaagt men in België dat het oogenblik dar vac an ti es is genaderd, doch dat de Belgi- sclie hadplaatsen voor het geiwone pu bliek onbereikbaar zijn .wegens ont stellend boogie prijzen. Het betreft n;et alleen de Noordztae- plaatsen, doch ook de vacantiever- bliiven in het binnenland, die vroe ger bekend waren om hun billijke prijzen. In de meest eenvoudig inge richte hotels vraagt men buitenspo rige bedragen en „een ommelette met ham kost evenveel als twee patrijzen vóór den oorlog". Aldus zullen de families met be scheiden inkomen gedoemd zijn den zomer in de stad dooi' te brengen. ONRUST TE BARCELONA. Het BLijft in Barcelona onrustig. Een Havas-Reuterbericht meldt althans, dat de reeks aanslagen voortduurt! Bij een vuurgevecht met arbeidtere j wentten verschillende personen ge- Maar kwetsi. EEN VERHAAL UIT HET OUDE KAMERIJK. ,V. r ij vertaald naar het Engelsch van BARONES ORCZY. 24) Mijn lieve lammetje, mijn duifje! stamelde ze. Wat scheelt er aan, .waarom huil je? Er is toch geen re den om verdrietig te zijn. De heele wereld aanbid je, iedereen houdt, van je en Meneer de Landas die toch zeker de knapste man is die er be staat! aanbidt den 'grond waar over je loopt. En en voegde de oude vrouw er zacj^t bij: je oude Colle zou voor je door een vuur wil len loopen, ik zou me in duizend stukken laten en ij den afs jij het wil de. Jacqueline begon opeens vroolijk te lachen, hoewel do tranen haar nog in de oogen 6tonden. Ik zou het niets prettig vinden, teide ze, als mijn goede oude Co Lie in duizend stukken gesneden werd. Wat is ei' dan, hartje? Jacqueline gaf geen antwoord. Een paar seconden bleef ze zwijgen, haar oogen starend iti de ruimte boven ColLe's hoofd. Men zou bijna hebben kunnen denken, dat zij luisterde naar iets diat de oude vrouw niet kon hoo ren, want de uitdrukking van haar geëaal was strak gespannen; haar oogen gloeiden en de lippen waren half geopend. Doodstil bleef ze zoo zitten. De vlam van de waskaarsen Ln de hooge blakers flikkerde in den tocht, want het raam stond wijd open en er was eco zacht westenwindje. Kom, lieveling, drong Nicolle aan, terwijl zij moeizaam opstond. Kom, laat de oude Colle je maar naar bed brengen. Je moet wel ver moeid zijn na dat lange souper en ul dat gepraat en die muziek! En mor gen is er weer een feestmaaltijd. Mijn heer heeft al gezegd dat je er hij moest zijn Ik wil morgen niet weer naar een foeet, Colle, zuchtte het jonge meisje droevig. En ik heb meer dan genoeg van gasten en van strijk ages en buigingen en handkussen domme onzin wa.ar de mannen mij op onthalen omdat ik rijk ben en omdat ze denkon dat ik een pop zonder her sens ben. Ik zou veel liever iederen avond alleen in mijn kamer ctcu heel alleen Maar de oude Colle dacht blijkbaar dat zij het beter wist. Kom, kom! mompelde ze echou- derophalend, terwijl ze veelbeteke nend knipoogdeu Dan zou je niet veel kans hebben om mijnheer de Landas te zien! Ik kan toch bijna niet inet mijn heer de Landas praten bij die einde- Iooze soupers, antwoordde Jacqueline iuet een zucht. Mijn voogd of mijn heer van Lalain schijnen wel altijd in de buurt te zijn tegenwoordig als hij tracht bij mij te komen. Maar ik wed dut mijnheer de Landas wel weet hoe hij uw voogd kan ontloopen, antwoordde de oude vrouw met een slim Lachje. Zooals zoovelen van haar, geslacht die weinig of geen afwisseling in hun saaie, eentonige leven gekend hebben, wus er niets waar CoLlo moer plezier in had dan een liefdpsgeschiédénls. En mijnheer de Landas etond als 't ware onder haar spcciaLe bescherming. Hij was knr.p van gezicht en royaal met geld en erg verliefd en al deze dingen maakten diepen indruk op Colle. Het feit, dot Baron d'Inchy hem niet erg goed gezind was vooral den laatsten tijd, was, voor Colle een aanleiding te meer om hem te verdedigen. Maar toch, zoide Jacqueline plot seling, ca- zuu opgenblikken dat men liever alleen is. Er ia zooveel om over te denken, om van te droomen... Ja, ik weet het wel, mopperde de oude vrouw. Je zit hier Liever den halven avond bij het open raam en vat koude, terwijl je luistert naar dien brutalen zanger dio een groote dame als jij een serenade durft te brengen. Zij bleef brommen en mopperen en door de kamer loopen en zag niet dat Jacqueline bij haar laatste woorden plotseling was opgesprongen; met tcliittercnde oogen, de klein© vuisten gebald en vuurroode wangen, stond zij plotseling tegenover de oude vrouw. Nicolle, zwijg, beval zij. Da delijk! Versta je? Zwijg? Zwijg? bromde de vrouw. Ik heb al lang genoeg gezwegen on aJa mijnheer tets van deze ge schiedenis zou hooien krijgt Nicolle de schuld. Ln ik geloof, dat mijnheer de Landas, als hij het wist, den schurk wel zou willen doorsteken! weetik weet het zeiter, voegde zij er bij maar laat ik je een ding zeggen, als die kerel vanavond weer zijn mond open durft te doen Ze zweeg, angstig door de woede die ze in de oogen van haar meeste res las Nu? zeide Jacqueline aandrm- gend, inaar met heesche stem, Waarom ga je niet verder? vv'at J zal er gebeuren als de minstreel die I laatste drie avonden zoo mooi voor mij gezongen heeft, vanavond weer voor mij zingt? Dan zal Pierre het hem lastig maken, anders niet! antwoordde de oude vrouw kortaf. Pierre? Ja, Piarrel De .bediende van mijnheer de Landas. Ik heb hem gezegd dat hij op den uitkijk moest staan, buiten de poorten och Pierre hoeft een sterke vuist en een zwanen stolt, en In een oogenblik stond Jacqueline naast Nicolle. Ze greep de oude vrouw bij de poteen vast, zoodat de arme Colle sclireeuwde van pijn. Heb je dat durven doen, Ni co! Je? vroog ze met bevende, half ver stikte stem. Jij slechte, bemoei zieke oude heks! lit haat jol ging zij zonder genade voort, zondier acht le slaan op de angstige en berouwvolle blikken waarmee Colle naar haar vet^ ontwaardlgde woorden luisterde. Ik haat je, hoor je me? En als Pierre dien zanger durft aan te raken zal ik aan mijnheer de Landas vragen om hem te laten afranselen, ja afran selen! En dan wil ik jouw gezicht nooit meer zien, jij slechte, slechte Colle! .Overmeesterd door haar ontroering en haar woede zonk Jacqueline ach terover in een fetoel, haar stem gebro ken door snikken. Tranen van woede stroomden langs haar wangen. Stom verbaasd, als liet ware verlamd, had Nicolle doodstil gestaan, terwijl deze storm van verontwaardiging over haar werd uitgestort. Niettegenstaan de haar angst en haar berouw had zij toch nog oen koppigen trek om haar mond. De onbekende zanger, die het gewaagd had een serenade te brengen aan de edele jonkvrouw Jac queline, Hertogin en Prinses van Ra- mèse en van een heeleboel anders plaatsen, net alsof zij oen gewoon burgermeisje was, -• had het niet bij een of twee Liederen gelaten, neen! De boosdoener was zelfs zoo brutaal geweost gisteren om op eten muur van het plein te klimmen en meer aan eeat half uur juist vlak onder het raam van Jonkvrouw Jacqueline te blijven staan (hoe hij wist dat het haar raam was, begreep zij niet) en te zingen bij een luit een instru ment dat zij, Nicolle, nooit had kun» nen uitslaan. (Wordt vervolgd)?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 11