Jonkvrouw Jacqueline
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 31 JULI 1620 DEiiDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
OVER EEK BELANGRIJK TIJDSCHRIFT.
Telkens kotni hei om, weer in de ge
dachten, en we moeten het maax uit
spreken, op gevaar af, dat het een
tonig zal worden: „wat hebben we een
openbare leeszaal toch noodig".
Ja, absoluut noodig', want nu alle
couranten, tijdschriften en boeken
pteeds duurder worden, ie het onmo
gelijk, on6 wat wij verlangen aan tc
gchaffen, nog daargelaten of het zoo
aangenaam is, zooveel zelf te bezit
ten, wat weer meebrengt zeif in orde
bonden, terwijl er toch maar een
jdein gedeelte bestaat, dat we met
vrucht kunnen lezen en verwerken.
Zeer typisch Hollandsch is ons insti
tuut van do circuleerende leespor
tefeuille, iets wat men Ln andere
landen bijna niet kent. Maar, terwijl
imen vroeger al een aardige hoeveel
heid lectuur en plaatwerken voor wei
nig geld aan huis kon hebben, zijn de
prijzen hiervan ook reeds in die mate
'gestegen, dat velen hu» portefeuille
hebben moeten opzeggen, en deze
groote gezelligheid moeten missen.
Ook voor deze ontspanningslectuur,
of kunstwerken-bezichtiging kan de
leeszaal ons een vergoeding en een
hulp zijn. Men is wel eens te moe om
een zwaar wetenschappelijk werk te
•lezen, maar men kan dan jui6t een
prettige afleiding vinden door het
lezen in onze maandschriften en het
'doorbladeren van de beste illustraties.
Ook is het bekijken van buitenland-
sche tijdschriften en het lezen van
kleine artikelen, zelfs de onderschrif
ten van spot- en politieke platen, een
goede oefening voor wie een vreemde
taal aanleert. Wie nog geen moeilijk
boek kan lezen begrijpt best de on
schuldige grappen onder de goedgc-
teekende praatjes in „Punch" oft
„Life", en op deze wijze heeft menig
een zich iets van het echte taaleigen
veroverd, dat tevergeefs ln taalboek
jes gezocht wordt.
Op de leestafel van de toekomstige
Haarlemsöhe leeszaal mag en zal ook
zeker niet het belangrijke tijdschrift:
„Volksontwikkeling" ontbreken. Men
weet, dit is het orgaan van het
Nuts-instituut voor Volksontwikkeling,
welk instituut is ingesteld door de
Nutscommissie voor Onderwijs. Denkt
nu niet, dat je hier een droge opsom
ming krijgt van enkel en alleen on-
derwijs-belangen, neen, de redactie
vat haar taak veel ruimer op, en be
halve dat je daar menschen van ver
schillende richting besproken krijgt.,
het beste en het nieuwste wat er op
het gebied van het onderwijs gebeurt,
krijg jo ook te hooren wat er voor de
ware ontwikkeling en opvoeding van
ons voïk gedaan wordt, of gedaan
moet worden. Tiet is zoo nuttig dat
menschen uit verschillende oorden
van ons land op deze wijze op de
hoogte komen van elkanders werken
en streven, dat b.v. m het laatste
nummer de lezers uit Deventer kun
nen kennis nemen van de werkwijze
van de Haarlemsöhe volksuniversiteit,
en de Haarlemmers een idéé krijgen
van 't jeugdwerk in Rotterdam. Wie
belang 6telt in scholenbouw, kreeg
voor eenige maanden de beschrijving
.en de platte grond der prachtig-;
Utrechtsche bewaarscholen en nu het
zelfde over het Amsterdameche Ly
ceum op het Valeriusplcin. Ook
krijgt men na de meer belangrijke op
stellen de mededeelingen over spe
ciale cursussen, voorvallen iri het bui
tenland, boekbespreking enz.
In de laatste aflevering staat één
bijdrage, die wel zoo belangrijk is,
dat ik daaruit gaarne iets wil mee-
deelen, want de openbare leeszaal is
voorlooplg nog een illusie en het tijd
schrift komt nog lang niet in alle
handen. Het is de rede, die mejuf
frouw E. Knappert heeft uitgesproken
op de 134ste vergadering der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen, en
wel over „Volkshuiswerk".
Zoo iemand, dan heeft deze vrouw,
die jarenlang aan het hoofd stond
van het volkshuis in Leiden en nu
directrice is van de 'School voor
Maatschappelijk werk te Amsterdam,
die op dit gebied in binnen-, maar ook
in het buitenland do grootste onder
vinding heeft opgedaan, wel reolit van
spreken. Maar wat mij het meest ge
troffen heeft in haar hier afgedrukte
rede, is niet wat zij vertelt van het
jeugdwerk, maar dat zij dit wil ver
heffen uit de eenigstins ouderwet-
sclio sleur vun het negatieve afhou
den van het kwaad, tot een middel
van volksopvoeding en veredeling. Is
het dat 'niet, dan blijft het werk dor
en onvruchtbaar en kan hoogstens
preventief werken.
Zij gaat dan na, hoe het de Maat
schappij-, die kortweg „het Nut" ge
naamd wordt, is geweest, die hoewel
op andere wijze als in deze tijden, toch
altijd dit ideaal 1 leeft hooggehouden.
De kern van de nieuwe beweging,
de nieuwe denkbeelden die uit Enge
land tot ons overkwamen, was wel
deze, dat elk mensch, zedelijk of ver
standelijk hooger staande dan een an
der, moet trachten dien tot dezelfde
hoogte op te werken.
Naast het Nut was het de stichting
van „Ons Huis" in Amsterdam en
ook andere meer particuliere vereeni-
igingen die hetzelfde doel nastreef
den.
Slechts in het kort constateert zij,
hoe in dezen tijd, nu mannen en vrou
wen geroepen zijn om mede verant
woordelijkheid t« drogen voor hel wel
zijn van stad en land, volksontwikke
ling nog meer een dwingende eisch
is dan vroeger. Ook dat de vrije tijd
door kortoren arbeidsduur, een koste
lijk bezit kan zijn ,maar ook een ge
vaarlijk bezit en een gevaar voor de
gemeenschap. Maax wie heeft het
recht zich daarover te beklagen, in
dien hij niet alles gedaan heeft wat
hij doen kon, om zijn medomenschen
te ïeeren en in staat te 6tellen hun
vrijen tijd goed te gébruiken'?
Over het verschijnsel van verwilde
ring en verwording hooren wij van
alle kanten klagen. Daar is genoeg
over geschreven, maar over de be
oordeeling van het verschijnsel wil
zij wel verder uitweiden. Zij gelooft
niet aan den achteruitgang van liet
menechdom maar wel, dat dit steeds
overschat is, want wat bewijst hot dat
men sterk is zoolang de gelegenheid
om zwak te zijn zich niet voordeed.
Zouden zooveel van ons ouderen, die
nu do jeugd veroordeel en, sterk zijn
geweest als zij te midden der verlei
dingen en der ontreddering van he
den hadden gestaan? De emotie-ver
schaffende boeken, de bioscoop, het
aantrekkelijke straat, even bestonden
niet, tenminste niet in die mate als
nu. De gelegenheid maakt niet den
dief, maar als de gelegenheid of het
voorbeeld er toe leidt, steelt de mensch
of liet kind, die dezen aanleg in zich
hoeft. Denken we nu aan de treurige
moraliteit der laatste jaren, liet ge
knoei in het groot, dan begrijpen we
beter, hoe liet vorkeerde naar voren
is gekomen en welig kon uitgroeien.
Niet alleen in de groote steden,
maar ook op hot platteland treft men
denzclfden geestestoestand aan, maar
één ding hebt ge daarvoor, en juffr.
Knappert zegt het zoo flink weg: ,,in
de pogingen, om daar het opkomend
geslacht tot flinke, gave menschen te
maken, liébt gij, plattelanders, niet tc
concurreeren met de publieke vernia-
gelijkheden van de groote stad. Te
genover uw leeskring staat geen bios
coop, tegenover uw ontwikkelingsclub
geen tingel-tangel, tegenover uw jon
gens uw meisjes-club geen hei-ver
lichte, stampvolle straat, tegenover
uwen muziek-avond geen caié-chan-
tant."
Zij vertelt dan van een paar dor
pen in Engeland, die zij nu weer be
zocht, na er een tiental jaren geleden
geweest te ziji^. Vroeger werkte daar
een practisch idealist, die de jongens
en meisjes in muziek- en tooneelclubs
bijeen bracht en literatuur liet be
oefenen. Nu stonden de jongens en
meisjes op straat te giebelen, of te
suffen en zich te vervelen, de leidende
geest was weg en de kans op het ver
edelen van het leven was voor de jon
geren verkeken! Dezelfde voorbeelden
kunnen we in ons eigen land genoeg
vinden, kattekwaad, straatschenderij
uit vprveling het is een oud
Üedje.
De schrijfster weet veel te goed zelf,
hoeveel moeilijkheden het werk mee
brengt, en legt zelfs heel eerlijk de
hand op do wondeplék - als zij zegt:
„Ligt het niet aan ons, aan ons eigen
materialistische leven en behoefte aan
genot en emotie, dat wij ook niet ge
schikt zijn om leiding te geven; en
zal dan niet het duidelijk waarne
men van de ontreddering van het
jongere geslacht het beste in ons
waker schudden en ons de hand aan
den ploeg doen slaan?"
Zij bolietst ons dan hoe zij het hee-
lemaal niet onmogelijk acht, dat
naast do noodige cursussen ook het
samenzijn in meer intieme cluhs èn
op het platteland èn in de groote in
dustriecentra, een kentering in de
goede richting zuilen brengen. Juist
m deze laatste plaatsen ziet zij als
ideaal een nederzetting van beschaaf -
de jonge vrouwen; die zooals wijkver
pleegsters voor de--zieken zorgen, er
haar levenstaak van maken, de meis
jes te lelden in haar vrijen tijd. Maar
alleen dan kan liet jeugdwerk een
groote factor worden in den weder
opbouwenden arbeid, als iedere wer
ker of werkster het ideaal van ontwik
keling en verdieping van het leven,
hoog jhoudt, -en niet vermaak of
oppervlakkige bezigheid het doel
blijft. Want dit werk bedoelt niet vak
onderwijs te geven of geschikter te
maken uin meer te verdienen, het
gaat er hier can het leven waarlijk
vreugdevoller te doen zijn in den
goeden zin, om het verwerven van
geestelijke goederen en niet om mate-
rieelen rijkdom.
Hot verschil tusschen negatief en
positief volkshuiswerk wordt aardig
toegelicht door de vergelijking, clat de
één zijn luiken openzet en het zon
licht binnen laat om zich niet te
stooten aan de meubels, of zijn klee-
ren te «scheuren aan een spijker.
Maar een ander laat het zonlicht bin
nenkomen omdat dan pas de kleuren
beginnen te leven, en zijn gansche
vertrék deel krijge aan het rijke, volle
lichtleven van den morgen daarbui
ten.
De schrijfster eindigt met niettegen
staande zij alle bezwaren leent, deze
toch niet zóó groot te achten dat de
wazüioopskreet „wij kunnen niet" ge
rechtvaardigd zou zijn. Want daar
mede, zoo zegt zij, zouden wij dan
ons zeiven geestelijk bankroet verkla
ren.
P. J. W1LLEKES MACDONALD—
REYNVAAN.
RECEPTIES EN VERLANG
LIJSTEN.
Weinig receptie*. In
vloed der sport. Trouw-
recepties. Verschillende ver
langlijsten. Onbescheiden
heid. Een volmaakte huis
inrichting.
Hoo langer hoe meer wordt het te
genwoordig gewoonte om weinig re
cepties te houden. Ai dat officieeèe
buigen wordt maar lastig en verve
lend gevonden, en bovendien komen
ar bij gelegenheid van oen ontvang
dag vaak menschen opdagen, die de
fannlie nauwelijks kent, wier goede
L.doeling zij waardeer en, maar dio
wat hun betreft, ook wel thuis hadden
kunnen blijven.
Intusschen zijn er nog ontvangda
gen in soorten: staat de datum der
receptie er speciaal hij vermeld, dan
is dat de „afdoener" voor alle goede
en minder goede kennissen.
Staat er echter speciaal bij, dat
geen receptie is, dan wordt bii de
wederzijdsche families respectievelijk
een Zondagfiddagbezock gewacht
van goede kennissen. Uit een gence-
geiijkheidsoogpunt is dit zeker veel
beter instelling dan de stijve receptie
die zoowat geen gelegenheid opent lo.
een gezéllig praatje of eau algemeen
gesprek. Bovendien is de aankom»
ging „Geen ontvangdag" voor twee
uitleggingen vatbaar^ Of men weent'.
geen ontvangdag 'beteekent geen ent
vangdag, óf men voedt wat voor de
betrokken personen cn vindt het rnen-
tengevolge wel aardig er even heen
te gaan. Een derde mogelijkheid ech
ter bestaat ook nog, en die is: een
hekel hebben aan visites! Sommige
menschen vinden het vervelend en
onaangenaam, maar vooral bij de
jongeren heeft de sport daar wel
vaak invloed op.
Voor lien die de heelo week druk
werk hebben, is de sport, welke het
dan ook is, 's Zondags een welkome
afieiding c-n dan is de opoffering oir
op zoo n dag bezoeken te gaan afleg
gen w él eens wat ai te veel gevergd.
De sport zal trouwens ook wel
schuld hebben aan het langzamer
hand verdwijnen van de recepties: da
genocgelijkheid en de gezéllige om
gang maken een ontvangdag tot een
disharmonie van menschen met stijv;
glimlachen, plechtige kleeren en ge
veinsde belangstelling.
Toch is er één gelegenheid waar
bij een receptie slecht gemist zou
kunnen worden. En dat is bij oen hu
welijk. Het gaat niet aan om in den
bruidstijd twee Zondagen achter el
kaar voor de bezoekers thuis te zijn:
dan is het veel gemakkelijker om al
le kennissen ineens te ontvangen. En
al wordt er veel mee gespot, toch is
het ook oen uitstekende gelegenheid
om te bedanken voor de verschillende
cadeaus die het bruidspaar gékrez,
lieeft.
Die caüoaux vormen intusschen een
lang niet, onbelangrijk gedeelte van
co» huwelijk.
Vroeger ging dat maar zoo gemoe
delijk weg: ieder bedacht maai- wat
voor zichzelf en stuurde dat in de
hoop, dat geen der andere kennissen
op hetzelfde dankbeeld zou zijn ge
komen. liet gevolg was natuur.ijk.
dat het bruidspaar altijd eenige din
gen kreeg die hetzelfde waren cn
vooraJ had men een jaar of tien te
rug een voorliefde voor zoutvaten,
zoutvaten in soorten, ronde, langwer
pige» vierkante.
Wij weten zoo van een paartje dat
met twaalf mooie zoutvaatjes liun hu
welijk inging, en een ander kreeg zes
zilveren vaasjes!
De laatste jaren is dit dan ook
gelteêö anders ingericht: mem heelt
zich afgevraagd hoe dat veranderd
kon worden en zoo zijn de verlang
lijsten ontstaan, die meestal door do
bruidsmeisjes worden rondgezonden
naai' de kennissen die er om vragen.
In beginsel is dit een lieed goed
denkbeeld geweest en wij hebben wei
uitstallingen van cadeaux gezien die
heel mooi waren en toch practisch
om het huisraad van het jonge paac
aan te vulicn. Ook groote cadeaux
Btonden er op die lijeten, maar voor
hen die er wel wat voor voelen oru
iets te sturen, en ex toch geen groote
sommen voor kunnen en willen uit
geven, was er ook nog keuze genoeg.
Er zijn teaislotte zooveel dingen die
noodig zijn in een huishouden, of
uit een practisch oogpunt of voor de
gezelligheid.
Maar er zijn ook andere verlang
lijsten! En daaruit is maar al ie
vaak op te maken, dat het jonge paar
(het spijt ons te moeten conslateeren
dat het meestal de schuld van de
vrouw is) dit een goede geflegenlieid
vindt orn zich eens piekfijn in zilver
on kristalwerk te laten zetten.
Natuurlijk is het wat anders bij
menschen, wien het op eenige hon
derden guldens meer of minder niet
uankomt. Maar hoeveel zijn or zoo,
en hoeveel zouden er zijn, die zoo'ri
duur cadeau koopen met de mede-
deeling dat het op den prijs niet aan
komt?
En als mem 'dan de verlanglijsten
eens ziet en nagaat wat alle klein-:
zilver en kristal al kost, dan vraagt
men zich af waax "t paartje de on
bescheidenheid vandaan heeft ge
haald om hun kristal van een be
paald modern en zeer duur slijpsel te
vragen en liet zilver volgens ont
werp van een anderen kunstenaar!
Intusschen" zuilen zulke lijsten wei
voor een groot deel bluf zijn, en wij
zouden wel eens willen zien, hoeveel
het bruidspaar ervan krijgt en of zij
hun neus ophalen voor een cadeau
dat minder duur, maar ook zeer
smaakvol is!
Nadat iemand een lijst in handen
had gekregen, die letterlijk niets uan
zilver opsomde, hebben wij haar hoo
ren zeggen: „wat moeten zulke men
schen nog vragen bij hun zilveren
bruiloft!"
En 't is waar: er blijft op dio ma
nier niets meer te wensclien over.
Kent u 't verhaal van 't jongge
trouwde vrouwtje dat drie zaken
vrienden van haar man ten eten
kreeg en alleen maar een meisje had
tot twee uur?
De soep was heerlijk en werd door
de lieert» plechtig geprezen en ook
lui- vischgerei ^smaakte uitstekend,
hoewel de vischcou verts ontbraken cn
daarin voorzien was door twee vorken
Maar toen kondigde de jonge vrouw
aan, dat ze maar twaalf zilveren vor
ken had en of do heen-en haar niet
kwalijk wilden nemen wanneer zij ei-
even een paar ging omwassohon.
De heeren hadden er niets tegen,
integendeel, zij beijverden zich ora
haar 'er mee te hé!pen. Toen liet di
ner voortgezet werd heerschte er oen
opgewekte, genoegelïjke stemming:
met het ontbreken van de vischcou-
verts was ook de stijfheid op den
loop gegaan!
E. E. PEEREBOOM.
Buitenland
DE ENTENTE EN DE RUSSISCHE
QUAESTIE.
Behalve de nota aan Ru-Mand, die door
Llo.vd George in het Lagerhuis Is voorgole-
zcn. is thans de tekst gepubliceerd van een
op 26 Juli verzonden nota, waarin de Brit-
schc regecring niet het oog op Rutland's ant
woord inzake den wapenstilstand, aanbiedt
do reis van Kamenef, Kr.usin en Milintin
naar Engeland te verge makkelij keu, en 't
denkbeeld oppert, dat deze gedelegeerden
zulten worden gemachtigd om niet alleen
over haudelsaangclegenheden te onderhande
len, maar ook over de voorbereiding van de
voorgestelde vredesconferentie. In deze nota
wordt alle aansprakelijkheid voor het offen
sief van Wrongel afgewezen cn meegedeeld,
dat de Britschc regeeriug de verklaring van
do Russische regeeriug aan Wrangcl heeft
meegedeeld.
DUITSCHLAND EN
11ET KOLENYRAAGSTUK.
Donderdagmiddag heeft de groote com
missie van den K'ijkskoleuraad een vergade
ring gehouden, waarin de uitvoering van dc
kolenovereenkonist van Spa besproken werd.
In deze vergadering werd mededeeliug ge
daan van dc laatste onderhandelingen met de
Entente, dio dien ochtend plaats hadden. Naar
do rilkakoleiicómnrissarla Stutz verklaarde,
legt Jo kolenovereenkonist vau Spa het ko-
lcnbcdrijt ln dc eerste plaats dc verplichting
op, een doelmatig leveringsplan op te atol
len. en dan staal men voor de moeilijkheid,
het Duiticbe kolenbedrijf zóó tc organieee-
ren, dal "t de door dc Eutentc geëischtc hoe
veelheden op den duur ksn leveren, zonder
dat hel zelf solkomcu le gronde gaat. lo
den ochtend was hel lcvc.-.ugsplan tooi
maand Augustus met de Enlcnte-vcrtc
woordigers besproken co vastgesteld.
Volgens dit plan zullen de volgende hoe
veelheden kolen geleverd worden: Uit hof
Ruhrgcbied 153.000 ton. uit Opper-Silezits
200.000 ton, Keulsche bruinkoIcnbrikeUen
140.000 ton. uit het distriet Aken 64.000 ton
cn uit MïddcuTJiiïtschland 60.000 ton bruin
kolen. De Entente bad voorgesteld: U,it bet
Ruhrgcbied J.720.000 (on, uit bet district
Keulen J 33.000 ton, uit Opper-Silezië 60.000
in, uil het district Alten 04.000 ton.
Om deze leveringen mogelijk te maken, zal
het noodzakelijk zijn, de tot nu toe aan de
spoorwegen geleverde boe veelheden steen
kolen to verminderen. terwijl steenkool door
bruinkool vervangen zal moeten worden
Bijiu dc gclicelo last van de boogere leve
ring aan dc Entente zal door de industrie,
met inbegrip van de mijnindustrie, gedragen
moeten worden. Dc uitvoer is in vergelijk
met de maand Mei van 220.000 tot 106.000
tonnen verminderd, ln de eerste plaats moet
de Zuid-Duitsebe chemische industrie onder
vervanging van steenkolen door bruinko-
Iijdou, want juist de Uoleiivoorzieuing
Éuid-Duitscblaud zal door de boogere
leveringen nan de Entente sterk bcuadecld
worden. Ook liet lichtgebruik moet worden
beperkt
Minister llirsch decide u.a. mede. dat
maatregelen voor een betere voedselvoorzie
ning dooi dc Entente in voorbereiding ziju
en dal de practisehe uitvoering daarvan in dc
eerstkomende dagen te verwachten is. Ver
der zal roor de kieeding der mijnwerkers ge
zorgd worden en voor het verschaffen van
woon-gelcgenheid. door hot stichten vhu z.g.
mijnwerkerstehuizen, waarvoor een door den
Rijksdag goedgekeurd fonds van 300 millioen
gesticht is. In bel vervolg zullen dc arbei
ders bij dc kolendistributie mee mogen spre
ken, terwijl de mijnwerkers in bet bijzonder
ook zullen worden geraadpleegd over de be
strijding van den sluikhandel. Waarschijnlijk
zal de regeeriug in het vervolg worden ter
zijde geslaan door een kleine commissie van
advies, bestaande uit deskundigen op het ge
bied van dc kolen-industrie; deze commissie
zal ook een zekere uitvoerende macht krij
gen.
DE VOORSCHOTTEN VAN FRANKRIJK
AAN DUITSCHLAND. - De financieclc
ni-ssie uil de Ftansehe Kamer heeft niet
igcn 12 siemmen bejloiCD. na Millcrand
te hebben gehoord over het voorstel tot het
verlcenen van een voorschot van 200 mil
lioen aan Duitschland, het door haar geno-
en besluit om het voorstel der regeeriug te
irwerpcn, te handhaven.
HET EERSTE RUSSISCHE GRAAN,
Dc „Times' verneemt uil Moskou, dat Ita-
liaausclie schepen, die met gerepatrieerde
Russische krijgsgevangenen naar Odessa wa
ren gekomen, tiiaus geladen worden met
Russisch koren, waarvan zij 10.000 ton naar
Italië zullen vervoeren. Rusland wordt dus.
zegt liet bericht, opnieuw Europa's koren-
EEN VERVOLGING IN BEIEREN. Hel
burgerlijk blor van den Beicrschen Landdag
heeft een voorstel aangenomen van de Justi-
tic-afdecling tot machtiging van strafvervol
ging tegen den communistischcn afgevaardig
de Eiscnberger, wegens hoogverraad.
EEN STORMACHTIGE RIJKSDAG-
ZITTING.
De rumoerige tooneelcn. die men alge
meen verwachtte bij dc behandeling van bet
wetsontwerp inzake de opheffing van de
militaire rechtspraak, zijn met achterwege
gebleven. Het begon, toen de onafhankelijke
dr. Roscnfeld het woord wilde- nemen, cn
zijn rede bad zelfs een exodus der Duitscli-
nationaleii ten gevolge, die, toen zij genoeg
het lawaai hadden, ostentatief de zaal
verlictou
Vóór dr. Roscnfeld hadden de moerder-
hcidssocialisten Eadbruch en de Duitsch-na-
nationaal Von Gallwitz gesproken.
Dr. Roscnfeld, professor iu dc rechten aan
universiteit ie Kiel. trachtte liet woord tc
jèren om de opheffing der militaire recht
spraak tc bepleiten, nadat Von Gallwitz, do
bekende generaal, haar handhaving met dc.
bekende reactionnaire argumenten had ver
dedigd. Zooals blijkbaar van te voren was
afgesproken, begonnen de ongeregeldheden
reeds bij den eersten zin van dc-u spreker.
Telkens, wanneer hij zijn inleiding met de
woorden. „Men zou het niet mogelijk ach
ten" begon, schreeuwden de Duïtscli-natio-
nalen er luid doorheen, cn het gaT hun een
werkelijk kinderlijke vreugde, dat dc spre
ker niet verder dan deze woorden kon ko
men. Eerst door hel energiek gelui van den
voorzittersbei gelokte bet, den redenaar ge
hoor tc verschaffen, doch sleehls voor zeer
korten lijd. Toen hij den spreker, die hem
was voorafgegaan, een man van bet met
vloek beladen regime noemde, begonnen dc
stormachtige protesten van rechts opnieuw.
De Duitscb-nationalen sprongen van rechts
naar voren terwijl de onafbankelijkcn een
dichte haag rondom de sprekersiribune
vormden. Midden in het gedrang stond Ledc-
bour. die, heftig gesliculeerend. van dc tri
bune af onverstaanbare woorden naar de
Duilsch-uationalen schreeuwde; dat hel ech
ter geen vriendelijkheden waren, bleek uit dc
hc-ftige protesten van recht». Dit geraas eu
'tegCngeraas bood den bezoekers der publieke
tribune geen waardigen aanblik. Het duurde
minuten Tang, en zelfs de voorzittcrsbcl scheen
baar toovermaebt verloren tc bobben. Het
schreeuwen en ironisch lachen van rechts
duurde onophoudelijk voort. Slechts met de
uiterste inspanning slaagde dc voorzitter er
in, zich gehoor te verschaffen. Toen hem dit
eindelijk gelukt was. wees hij er op, dat het
toch niet aanging, zoo te schreeuwen, dat
spreker verhinderd werd zijn rede tc hou
den. Kort daarop verlieten de Duitsch-natio-
nalcn demons tralie! de zaal. waarbij zij door
een deel der Duitschc volkspartij werden na
gevolgd.
Eerst toen de Tolgcndc spreker, de een-
1 trum-afgevaardigde dr. Be!!. liet woord
kreeg, kwamen zij de zaal weer binnen.
Het rumoer herhaalde zich. toen Hriining-
haus voor dc Duitscho volkspartij rijn rede
hield. Als oud-offlcler achtte deze hot zijn
plicht, generaal Von Gallwitz tegen de uit
latingen van dr. Rosenfcld in bescherming te
nemen: de partijgenootou van den generaal
gaven daarbij luidruchtige blijken von instem
ming, terwijl dc onafhaukelijken In hun rol
van aangevallenen even rumoerig protesteer
den als even tevoren de Duitscb-nationalen,
Uct rumoer hield op, toen de spieker met
zijn zakelijk betoog begon
Na den democraat dr. Haas voerde de rijks-
woerminïster, dr. Gessle.-. bet woord. Hij gaf
den wensch tc- kermen, dc militaire recht
spraak aan de politieke atmosfeer tc ont
trekken, en bij de burgerlijke rechtspraak de
straf spoediger op de misdaad to doen vol
gen.
Bjj de stemming over de afzonderlijke ar
tikelen der wet werden de eerste acht arti
kelen met een groote meerderheid aange
nomen zoo meldt dc correspondent var
de Telegraaf. m
POLEN ALS SLAGBOOM TEGEN DE
BOLSJEW1KI.
I» eest artikel ln de Evening
News" zet Churchill, de Engels che
minister van Oorlog, de gevaren
uiteen, die Europa bedreigen, wan-"
neer Polen, de tgfooom tegen liet
Bolsjewistiecfh gevaar, geheel door de'
Bovjet-regeerwg verslagen wordt.
Geen land rtrlangd moer naar den
wereldvrede dan Engeland, schrijft
hij, maar juist daarom moeten v ij do
gevaren begrijpen en terdege over-,
denken, die- de vervulling dezen
wensch dreigen te verhinderen. Van'
dit gezichtspunt uit, moet mei; de
zaak von Polen beschouwen.
Deze al-oude staat die door Oort en-
rijk, Pruisen en Rusland Indertijd in
drie stukken gescheurd was, is be
vrijd van ziin overheersohere on weer
tot één geheel gemaakt na 160 jaar
van knechtschap. Zoover men naar de
gebeurtenissen der laatste 18 maan
den kan oordeels» hebben deze 150
jaar de geestkracht der Polen niet ge
broken, maar htm evenmin wijdheid
aangebracht.
Om billijk te zijn jegens Polen moei
men echter in aanmerking nemen, dat
de jonge staat, nog vóór dat deze zich
kan aanpassen aan de moderne toe
standen, het hoofd moest bie
den aan de allergrootste ge
varen en moeilijkheden. In liet wes
ten had de jonge staat liet vreesaan
jagende, hoewel geketende Duitsch
land als buur, ln het Oosten, ook ter
aarde-liggend lvet reusachtige Rus-'
land, niet gewond alleen r% iar vergif
tigd, geïnfecteerd, besmetting bren
gend. een Rusland met gewapende'
benden, die met alloen met bajonet
en kanon streden, maar vergezeld en
voorafgegaan werden door zwermen
van typhue-brengc-nd ongedierte, die
gevaarlijk zijn voor het lichaam van
den mensch en door politieke leer
stellingen die de ziel van een volk
vernietigen,
Tusschen deze twee zieltogende'
keizerrijken geschud door hun
stuiptrekkingen lag het betrekke
lijk zwakke Polen zonder ervaring,
organisatie en met een tekort aan
voedsel, wapenen en geld.
Na aldus op tie moeilijkheden van
Pol en's positie gewezen te hebben, die
de Poolscbe nederlaag verklaren,
geeft ChurchiiJ een denkbeeld van wat
een Bolsjewistische vrede voor Polen
zou betéefceneri:
De Bolsjewiki kunnen het land on
dermijnen door propaganda. Zonder
dat er één schot gelost, één bajonet
opgezet wordt, één bataljon d<? grens
overtrekt kan toch de Bolsjewistische
invasie 6nel en onweerstaanbaar van
stapel loopen. De boeren worden te
gen de landheeren opgezet, de arbei
ders tegen hun werkgevers-, de spoor
wegen en politiedienst worden tot
staken bewogen, de soldaten aangezet
om de ministers en hun officieren t<
dooden; de volksmenigten worden
tegen de middenklasse opgehitst, oen
netwerk van geheime organisaties zal
een eerlijke politiek In zijn mazen
verstrikken en de pers zal omgekocht
worden.
Dit was wat Polen vreesde, zegt
Churchill, en daarom heeft liet dien
wanhopigen militairen uitval gedaan
dien de liberalen in Engeland zoo ver
keerd begrepen en de socialisten zoo
verkeerd voorgesteld hebben.
Ook de Enge.Ische en Franeche be
langen en de hoofdresultaten van den
oorlog zouden in gevaar gebracht
worden als Polen ten offer viel aan 'de
Bolsjewistische legers of intrigues.
De staatslieden die het verdrag van
Verjsait-les opgesteld hébhenu hoop-!
ten door de schepping van Polen oen
gezond, krachtig organisme te plaat
sen als slagboom tusschen Rus:and en
Duitschland, tusschen het Ruasteche
Bolsjewisme en Wést-Europa. Het
vallen van dezen slagboom zou .- os
in gevaren brengen.
Feuilleton
Xrij vertaald naar het
E f. gelsch van
BARONES ORCZY.
30)
En wat meer zegt, een be
drieger, die beloofd heeft een onschul
dig meisje voor den gok t-e houden
en haai' te laten gelooven dat haar
toekomstige heer en meester senti
menteel en verliefd is en de minne
liedjes van meester Rousard tamelijk
goed kan zingen Jellan, heb je
ooit den Hertog van Anjou, den ech
ten bedoel ik, hooren zingen?
N-n-n-neen! «protesteerde Jelian
verschrikt, want hij vond het niet
prettig om zuik een hoog personage
Ie hooren bespotten.
Heb je dan ooit een haan hoo
ren kraaien tegen zijn HevéMngskip?
W-w-wel eens!
Nul zeide Gilles lachend. Ik
hoor nog liever den haanl En nu
naar bed, Jelian, voegde hij er bij,
terwijl hij. ópstond. Morgens is de
groote dag! Heb je mijn brief naar
bet paleis gebracht?
J-j-j-ja.
En heb jo Baron d'Inchy zelf
gosproken?
Johon knikte toestemmend.
Heb je hem mijn brief gegeven?
Weer knikte Jelian.
Keek hij nogal tevreden?
Dezen keer haalde Jehan de schou
ders op.
Zeide hij dat het hem een groote
eer zou zijtl Zijne Hoogheid den Her
tog van Anjou en Afengon morgen bij
het feest te zien?
Weer een knik.
Dan nu naai je bed, babbelkous!
zeide Gilles vroolijk, want morgen
begin ik mijn rol aJs een lago be
drieger, alleen geschikt voor de galg
die misschien al voor mij klaar
slaatl
III.
Jehan hielp zijn meester bij het
ontkloeden. Hij trok hem de zware
schoenen uit &n legde het'laken buis,
de broek en de kousen opzij. Toen
Messire Gilles uitgestrekt lag op zijn
primitieve bed wenschte Jehan hem
goeden nacht en ging heen. De kaart
nam hij mee, want één kaars moest
dienen voor twoe gasten, soms zelfs
voor drie, in (lo herberg „De J.»rio
Koningen", Er heerschte niet .veel
weelde m deze dagen: een paar vier
kante meter was de grootte van den
kamervloer; een klein ruitje in lood,
een stroomatras, misschien een tafel
en 'n stoel maakten den heelen inven
taris uit van een slaapkamer die
voor oen hooggeplaatst persoon be
stemd.' was. Menschen zooals meester
Jelian moesten zich vergenoegen met
de kale planken en een paardendeken
buiten de deur Van hun meester, of
achter een houten schot dat in de ka
mer gezet was.
Jehan verdween dus met de kaars
en Gilles do Crohin bleef in bijna vol
slagen duisternis achter, want het
licht van de maan drong niet door de
nauwe opening die den naam van
venster droeg. Langen tijd lag Mes
sire Gilles bewegingloos, starend in
de duisternis. Vage beelden zag hij
in gedachten: het onbekende meisje
waaraan hij volgens belofte het hof
moest maken, kwam en ging, nu
eens zag hij haax in verbeelding sta
tig wandelen, dan woer danste ze
wild in 't rond, maar steeds was zé
gemaskerd. Hij verlangde er naar
haar het masker van het gelaat tc
trekken. Toen zag hij Marguerite van
Navarre, bevelend en tegelijk smee-
kend on zijn eigen zwaard, waarop
hij gezworen had mee te helpen aan
deze bedriegerij; Monsieur, de Hertog
van Anjou, lui en onverschillig, go
kleed in dat bespottelijke groen satij
nen costuum scheen liem uit te la
chen.
Moe van al <lezo visioenen begon
Gilles de Crohin zich rusteloos om te
draaien op zijn harde bed, en terwijl
hij dit deed strekte liij zijn arm uit
en kwam zijn hand in onzachte aan
raking met den vloer. En vlak er bij
was iets dat zacht en fluweelachtig
aanvoelde de hangende, verlepte
lelies, die een onbekende adellijke
dame hem had toegeworpen en die
hij zoo onverschillig op den grond
had goeooid. Zijn hand omsloot de
bloemen en vernielde ze nog verder
en terwijl hij dit onbewust en werk
tuigelijk deed, voelde hij al berouw
diep in zijn hart. Was deze onbe
wuste daad1 van liem een voorbodo
van do wreede vol die hij moest spe
len? Zou de jong© ziel van een on
schuldig meisje evenzoo lijden door
zijn bedrog?
Ileel voorzichtig raapte Gilles, die
nu op zijn zijde was gaan liggen, de
bloc-men bij elkaar en trok ze naar
zich toc-.N'og iels van den geur was in
de verlepte bloemen achtergebleven.'
Gilles stond oj>. Zijn oogen waren
gewend geraakt aan de duisternis, of
misschien was er iets van het maan
licht in de kamer doorgedrongen.
Gilles kon om zich heen zien cn liij
herinnerde zich dat er in den vensten
hoek van de kamer een kan stond, ge
vuld niet yersch water. Zoo voorzich
tig mogelijk maakte lit.i <ien zakdoek
van de stelen los ©n zette toen de
bloemen een voor een in de kan.
Na oen poosje nam hij den zak-
döek op. Het" was nu niets meer dan
een nat, gekreukeld vodje, maar lui
rook lekker naar lelies en naax la
vendel. Gilles was benieuwd of haar
initialen en kroontje in den hoek ge
borduurd waren, maar hij was te on
handig in dergelijke dingen om iets
te kunnen ontdekken, dus gehoor ge
vend aan een plotselinge!) inval, zon
der verder na te denken, zocht hij in
de duisternis naar zijn buis en toen
hij het gevonden had borg Ey het
vochtige lapje in zijn borstzak.
Toen, lachend en schouderopha
lend om zijn eigen dwaasheid, ging
hij weer naar bed. Dozen keet' viel
hij dadelijk in «cn droómloozen
slaap.
HOOFDSTUK IX.
Hoe Messire Gilles her
innerd werd aan een
droom.
h
In het boek van meester C. Calviac
over manieren en vormen, dat hij
in 15G0 uitgaf als richtsnoer voor bon
die in deftig gezelschap wilden ver
keer en, wordt ons .verteld: „wanneer
wij in gezelschap van hooggeplaatste
personen komen, moeten wij op de
punten van do teenen loopen en een
diepe buiging maken." En vorder iegt
meester Calvitic de vele verschillende
manieren van groeten uit, die wij
bij deze gelegenheid zouden kunnen
gebruiken.
„In dc eerst© plaats", zegt luj, „kun
nen we onze rechterhand ontbloolen
en onzen hoed ermee afnemen, daar
na den rechterarm naar beneden bren
gen langs ons rechterbeen. De linker
arm blijft op die manier vrij. Ten
tweede kunnen wij eerbiedig en ne
derig opkijken naar dengene dien wij
wensch en te groeten. Teri derde kun-
nen wij onze oogen neerslaan en on
zen rechtervoet vooruit brengen, ter
wijl wij den linker esnigszins terug
trekken. Wij kunnen ook don hand
schoen van onze rechterhand afne
men, buigen, en nadat wij den grond
bijna met onze hand aangeraakt
hebben, de vingers naar de llppon
brengen alsof wij er een kus op druk
ten.'-
(Wordt vérvoJgd).