Jonkvrouw Jacqueline HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 31 JULI 1620 DEiiDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. OVER EEK BELANGRIJK TIJDSCHRIFT. Telkens kotni hei om, weer in de ge dachten, en we moeten het maax uit spreken, op gevaar af, dat het een tonig zal worden: „wat hebben we een openbare leeszaal toch noodig". Ja, absoluut noodig', want nu alle couranten, tijdschriften en boeken pteeds duurder worden, ie het onmo gelijk, on6 wat wij verlangen aan tc gchaffen, nog daargelaten of het zoo aangenaam is, zooveel zelf te bezit ten, wat weer meebrengt zeif in orde bonden, terwijl er toch maar een jdein gedeelte bestaat, dat we met vrucht kunnen lezen en verwerken. Zeer typisch Hollandsch is ons insti tuut van do circuleerende leespor tefeuille, iets wat men Ln andere landen bijna niet kent. Maar, terwijl imen vroeger al een aardige hoeveel heid lectuur en plaatwerken voor wei nig geld aan huis kon hebben, zijn de prijzen hiervan ook reeds in die mate 'gestegen, dat velen hu» portefeuille hebben moeten opzeggen, en deze groote gezelligheid moeten missen. Ook voor deze ontspanningslectuur, of kunstwerken-bezichtiging kan de leeszaal ons een vergoeding en een hulp zijn. Men is wel eens te moe om een zwaar wetenschappelijk werk te •lezen, maar men kan dan jui6t een prettige afleiding vinden door het lezen in onze maandschriften en het 'doorbladeren van de beste illustraties. Ook is het bekijken van buitenland- sche tijdschriften en het lezen van kleine artikelen, zelfs de onderschrif ten van spot- en politieke platen, een goede oefening voor wie een vreemde taal aanleert. Wie nog geen moeilijk boek kan lezen begrijpt best de on schuldige grappen onder de goedgc- teekende praatjes in „Punch" oft „Life", en op deze wijze heeft menig een zich iets van het echte taaleigen veroverd, dat tevergeefs ln taalboek jes gezocht wordt. Op de leestafel van de toekomstige Haarlemsöhe leeszaal mag en zal ook zeker niet het belangrijke tijdschrift: „Volksontwikkeling" ontbreken. Men weet, dit is het orgaan van het Nuts-instituut voor Volksontwikkeling, welk instituut is ingesteld door de Nutscommissie voor Onderwijs. Denkt nu niet, dat je hier een droge opsom ming krijgt van enkel en alleen on- derwijs-belangen, neen, de redactie vat haar taak veel ruimer op, en be halve dat je daar menschen van ver schillende richting besproken krijgt., het beste en het nieuwste wat er op het gebied van het onderwijs gebeurt, krijg jo ook te hooren wat er voor de ware ontwikkeling en opvoeding van ons voïk gedaan wordt, of gedaan moet worden. Tiet is zoo nuttig dat menschen uit verschillende oorden van ons land op deze wijze op de hoogte komen van elkanders werken en streven, dat b.v. m het laatste nummer de lezers uit Deventer kun nen kennis nemen van de werkwijze van de Haarlemsöhe volksuniversiteit, en de Haarlemmers een idéé krijgen van 't jeugdwerk in Rotterdam. Wie belang 6telt in scholenbouw, kreeg voor eenige maanden de beschrijving .en de platte grond der prachtig-; Utrechtsche bewaarscholen en nu het zelfde over het Amsterdameche Ly ceum op het Valeriusplcin. Ook krijgt men na de meer belangrijke op stellen de mededeelingen over spe ciale cursussen, voorvallen iri het bui tenland, boekbespreking enz. In de laatste aflevering staat één bijdrage, die wel zoo belangrijk is, dat ik daaruit gaarne iets wil mee- deelen, want de openbare leeszaal is voorlooplg nog een illusie en het tijd schrift komt nog lang niet in alle handen. Het is de rede, die mejuf frouw E. Knappert heeft uitgesproken op de 134ste vergadering der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, en wel over „Volkshuiswerk". Zoo iemand, dan heeft deze vrouw, die jarenlang aan het hoofd stond van het volkshuis in Leiden en nu directrice is van de 'School voor Maatschappelijk werk te Amsterdam, die op dit gebied in binnen-, maar ook in het buitenland do grootste onder vinding heeft opgedaan, wel reolit van spreken. Maar wat mij het meest ge troffen heeft in haar hier afgedrukte rede, is niet wat zij vertelt van het jeugdwerk, maar dat zij dit wil ver heffen uit de eenigstins ouderwet- sclio sleur vun het negatieve afhou den van het kwaad, tot een middel van volksopvoeding en veredeling. Is het dat 'niet, dan blijft het werk dor en onvruchtbaar en kan hoogstens preventief werken. Zij gaat dan na, hoe het de Maat schappij-, die kortweg „het Nut" ge naamd wordt, is geweest, die hoewel op andere wijze als in deze tijden, toch altijd dit ideaal 1 leeft hooggehouden. De kern van de nieuwe beweging, de nieuwe denkbeelden die uit Enge land tot ons overkwamen, was wel deze, dat elk mensch, zedelijk of ver standelijk hooger staande dan een an der, moet trachten dien tot dezelfde hoogte op te werken. Naast het Nut was het de stichting van „Ons Huis" in Amsterdam en ook andere meer particuliere vereeni- igingen die hetzelfde doel nastreef den. Slechts in het kort constateert zij, hoe in dezen tijd, nu mannen en vrou wen geroepen zijn om mede verant woordelijkheid t« drogen voor hel wel zijn van stad en land, volksontwikke ling nog meer een dwingende eisch is dan vroeger. Ook dat de vrije tijd door kortoren arbeidsduur, een koste lijk bezit kan zijn ,maar ook een ge vaarlijk bezit en een gevaar voor de gemeenschap. Maax wie heeft het recht zich daarover te beklagen, in dien hij niet alles gedaan heeft wat hij doen kon, om zijn medomenschen te ïeeren en in staat te 6tellen hun vrijen tijd goed te gébruiken'? Over het verschijnsel van verwilde ring en verwording hooren wij van alle kanten klagen. Daar is genoeg over geschreven, maar over de be oordeeling van het verschijnsel wil zij wel verder uitweiden. Zij gelooft niet aan den achteruitgang van liet menechdom maar wel, dat dit steeds overschat is, want wat bewijst hot dat men sterk is zoolang de gelegenheid om zwak te zijn zich niet voordeed. Zouden zooveel van ons ouderen, die nu do jeugd veroordeel en, sterk zijn geweest als zij te midden der verlei dingen en der ontreddering van he den hadden gestaan? De emotie-ver schaffende boeken, de bioscoop, het aantrekkelijke straat, even bestonden niet, tenminste niet in die mate als nu. De gelegenheid maakt niet den dief, maar als de gelegenheid of het voorbeeld er toe leidt, steelt de mensch of liet kind, die dezen aanleg in zich hoeft. Denken we nu aan de treurige moraliteit der laatste jaren, liet ge knoei in het groot, dan begrijpen we beter, hoe liet vorkeerde naar voren is gekomen en welig kon uitgroeien. Niet alleen in de groote steden, maar ook op hot platteland treft men denzclfden geestestoestand aan, maar één ding hebt ge daarvoor, en juffr. Knappert zegt het zoo flink weg: ,,in de pogingen, om daar het opkomend geslacht tot flinke, gave menschen te maken, liébt gij, plattelanders, niet tc concurreeren met de publieke vernia- gelijkheden van de groote stad. Te genover uw leeskring staat geen bios coop, tegenover uw ontwikkelingsclub geen tingel-tangel, tegenover uw jon gens uw meisjes-club geen hei-ver lichte, stampvolle straat, tegenover uwen muziek-avond geen caié-chan- tant." Zij vertelt dan van een paar dor pen in Engeland, die zij nu weer be zocht, na er een tiental jaren geleden geweest te ziji^. Vroeger werkte daar een practisch idealist, die de jongens en meisjes in muziek- en tooneelclubs bijeen bracht en literatuur liet be oefenen. Nu stonden de jongens en meisjes op straat te giebelen, of te suffen en zich te vervelen, de leidende geest was weg en de kans op het ver edelen van het leven was voor de jon geren verkeken! Dezelfde voorbeelden kunnen we in ons eigen land genoeg vinden, kattekwaad, straatschenderij uit vprveling het is een oud Üedje. De schrijfster weet veel te goed zelf, hoeveel moeilijkheden het werk mee brengt, en legt zelfs heel eerlijk de hand op do wondeplék - als zij zegt: „Ligt het niet aan ons, aan ons eigen materialistische leven en behoefte aan genot en emotie, dat wij ook niet ge schikt zijn om leiding te geven; en zal dan niet het duidelijk waarne men van de ontreddering van het jongere geslacht het beste in ons waker schudden en ons de hand aan den ploeg doen slaan?" Zij bolietst ons dan hoe zij het hee- lemaal niet onmogelijk acht, dat naast do noodige cursussen ook het samenzijn in meer intieme cluhs èn op het platteland èn in de groote in dustriecentra, een kentering in de goede richting zuilen brengen. Juist m deze laatste plaatsen ziet zij als ideaal een nederzetting van beschaaf - de jonge vrouwen; die zooals wijkver pleegsters voor de--zieken zorgen, er haar levenstaak van maken, de meis jes te lelden in haar vrijen tijd. Maar alleen dan kan liet jeugdwerk een groote factor worden in den weder opbouwenden arbeid, als iedere wer ker of werkster het ideaal van ontwik keling en verdieping van het leven, hoog jhoudt, -en niet vermaak of oppervlakkige bezigheid het doel blijft. Want dit werk bedoelt niet vak onderwijs te geven of geschikter te maken uin meer te verdienen, het gaat er hier can het leven waarlijk vreugdevoller te doen zijn in den goeden zin, om het verwerven van geestelijke goederen en niet om mate- rieelen rijkdom. Hot verschil tusschen negatief en positief volkshuiswerk wordt aardig toegelicht door de vergelijking, clat de één zijn luiken openzet en het zon licht binnen laat om zich niet te stooten aan de meubels, of zijn klee- ren te «scheuren aan een spijker. Maar een ander laat het zonlicht bin nenkomen omdat dan pas de kleuren beginnen te leven, en zijn gansche vertrék deel krijge aan het rijke, volle lichtleven van den morgen daarbui ten. De schrijfster eindigt met niettegen staande zij alle bezwaren leent, deze toch niet zóó groot te achten dat de wazüioopskreet „wij kunnen niet" ge rechtvaardigd zou zijn. Want daar mede, zoo zegt zij, zouden wij dan ons zeiven geestelijk bankroet verkla ren. P. J. W1LLEKES MACDONALD— REYNVAAN. RECEPTIES EN VERLANG LIJSTEN. Weinig receptie*. In vloed der sport. Trouw- recepties. Verschillende ver langlijsten. Onbescheiden heid. Een volmaakte huis inrichting. Hoo langer hoe meer wordt het te genwoordig gewoonte om weinig re cepties te houden. Ai dat officieeèe buigen wordt maar lastig en verve lend gevonden, en bovendien komen ar bij gelegenheid van oen ontvang dag vaak menschen opdagen, die de fannlie nauwelijks kent, wier goede L.doeling zij waardeer en, maar dio wat hun betreft, ook wel thuis hadden kunnen blijven. Intusschen zijn er nog ontvangda gen in soorten: staat de datum der receptie er speciaal hij vermeld, dan is dat de „afdoener" voor alle goede en minder goede kennissen. Staat er echter speciaal bij, dat geen receptie is, dan wordt bii de wederzijdsche families respectievelijk een Zondagfiddagbezock gewacht van goede kennissen. Uit een gence- geiijkheidsoogpunt is dit zeker veel beter instelling dan de stijve receptie die zoowat geen gelegenheid opent lo. een gezéllig praatje of eau algemeen gesprek. Bovendien is de aankom» ging „Geen ontvangdag" voor twee uitleggingen vatbaar^ Of men weent'. geen ontvangdag 'beteekent geen ent vangdag, óf men voedt wat voor de betrokken personen cn vindt het rnen- tengevolge wel aardig er even heen te gaan. Een derde mogelijkheid ech ter bestaat ook nog, en die is: een hekel hebben aan visites! Sommige menschen vinden het vervelend en onaangenaam, maar vooral bij de jongeren heeft de sport daar wel vaak invloed op. Voor lien die de heelo week druk werk hebben, is de sport, welke het dan ook is, 's Zondags een welkome afieiding c-n dan is de opoffering oir op zoo n dag bezoeken te gaan afleg gen w él eens wat ai te veel gevergd. De sport zal trouwens ook wel schuld hebben aan het langzamer hand verdwijnen van de recepties: da genocgelijkheid en de gezéllige om gang maken een ontvangdag tot een disharmonie van menschen met stijv; glimlachen, plechtige kleeren en ge veinsde belangstelling. Toch is er één gelegenheid waar bij een receptie slecht gemist zou kunnen worden. En dat is bij oen hu welijk. Het gaat niet aan om in den bruidstijd twee Zondagen achter el kaar voor de bezoekers thuis te zijn: dan is het veel gemakkelijker om al le kennissen ineens te ontvangen. En al wordt er veel mee gespot, toch is het ook oen uitstekende gelegenheid om te bedanken voor de verschillende cadeaus die het bruidspaar gékrez, lieeft. Die caüoaux vormen intusschen een lang niet, onbelangrijk gedeelte van co» huwelijk. Vroeger ging dat maar zoo gemoe delijk weg: ieder bedacht maai- wat voor zichzelf en stuurde dat in de hoop, dat geen der andere kennissen op hetzelfde dankbeeld zou zijn ge komen. liet gevolg was natuur.ijk. dat het bruidspaar altijd eenige din gen kreeg die hetzelfde waren cn vooraJ had men een jaar of tien te rug een voorliefde voor zoutvaten, zoutvaten in soorten, ronde, langwer pige» vierkante. Wij weten zoo van een paartje dat met twaalf mooie zoutvaatjes liun hu welijk inging, en een ander kreeg zes zilveren vaasjes! De laatste jaren is dit dan ook gelteêö anders ingericht: mem heelt zich afgevraagd hoe dat veranderd kon worden en zoo zijn de verlang lijsten ontstaan, die meestal door do bruidsmeisjes worden rondgezonden naai' de kennissen die er om vragen. In beginsel is dit een lieed goed denkbeeld geweest en wij hebben wei uitstallingen van cadeaux gezien die heel mooi waren en toch practisch om het huisraad van het jonge paac aan te vulicn. Ook groote cadeaux Btonden er op die lijeten, maar voor hen die er wel wat voor voelen oru iets te sturen, en ex toch geen groote sommen voor kunnen en willen uit geven, was er ook nog keuze genoeg. Er zijn teaislotte zooveel dingen die noodig zijn in een huishouden, of uit een practisch oogpunt of voor de gezelligheid. Maar er zijn ook andere verlang lijsten! En daaruit is maar al ie vaak op te maken, dat het jonge paar (het spijt ons te moeten conslateeren dat het meestal de schuld van de vrouw is) dit een goede geflegenlieid vindt orn zich eens piekfijn in zilver on kristalwerk te laten zetten. Natuurlijk is het wat anders bij menschen, wien het op eenige hon derden guldens meer of minder niet uankomt. Maar hoeveel zijn or zoo, en hoeveel zouden er zijn, die zoo'ri duur cadeau koopen met de mede- deeling dat het op den prijs niet aan komt? En als mem 'dan de verlanglijsten eens ziet en nagaat wat alle klein-: zilver en kristal al kost, dan vraagt men zich af waax "t paartje de on bescheidenheid vandaan heeft ge haald om hun kristal van een be paald modern en zeer duur slijpsel te vragen en liet zilver volgens ont werp van een anderen kunstenaar! Intusschen" zuilen zulke lijsten wei voor een groot deel bluf zijn, en wij zouden wel eens willen zien, hoeveel het bruidspaar ervan krijgt en of zij hun neus ophalen voor een cadeau dat minder duur, maar ook zeer smaakvol is! Nadat iemand een lijst in handen had gekregen, die letterlijk niets uan zilver opsomde, hebben wij haar hoo ren zeggen: „wat moeten zulke men schen nog vragen bij hun zilveren bruiloft!" En 't is waar: er blijft op dio ma nier niets meer te wensclien over. Kent u 't verhaal van 't jongge trouwde vrouwtje dat drie zaken vrienden van haar man ten eten kreeg en alleen maar een meisje had tot twee uur? De soep was heerlijk en werd door de lieert» plechtig geprezen en ook lui- vischgerei ^smaakte uitstekend, hoewel de vischcou verts ontbraken cn daarin voorzien was door twee vorken Maar toen kondigde de jonge vrouw aan, dat ze maar twaalf zilveren vor ken had en of do heen-en haar niet kwalijk wilden nemen wanneer zij ei- even een paar ging omwassohon. De heeren hadden er niets tegen, integendeel, zij beijverden zich ora haar 'er mee te hé!pen. Toen liet di ner voortgezet werd heerschte er oen opgewekte, genoegelïjke stemming: met het ontbreken van de vischcou- verts was ook de stijfheid op den loop gegaan! E. E. PEEREBOOM. Buitenland DE ENTENTE EN DE RUSSISCHE QUAESTIE. Behalve de nota aan Ru-Mand, die door Llo.vd George in het Lagerhuis Is voorgole- zcn. is thans de tekst gepubliceerd van een op 26 Juli verzonden nota, waarin de Brit- schc regecring niet het oog op Rutland's ant woord inzake den wapenstilstand, aanbiedt do reis van Kamenef, Kr.usin en Milintin naar Engeland te verge makkelij keu, en 't denkbeeld oppert, dat deze gedelegeerden zulten worden gemachtigd om niet alleen over haudelsaangclegenheden te onderhande len, maar ook over de voorbereiding van de voorgestelde vredesconferentie. In deze nota wordt alle aansprakelijkheid voor het offen sief van Wrongel afgewezen cn meegedeeld, dat de Britschc regeeriug de verklaring van do Russische regeeriug aan Wrangcl heeft meegedeeld. DUITSCHLAND EN 11ET KOLENYRAAGSTUK. Donderdagmiddag heeft de groote com missie van den K'ijkskoleuraad een vergade ring gehouden, waarin de uitvoering van dc kolenovereenkonist van Spa besproken werd. In deze vergadering werd mededeeliug ge daan van dc laatste onderhandelingen met de Entente, dio dien ochtend plaats hadden. Naar do rilkakoleiicómnrissarla Stutz verklaarde, legt Jo kolenovereenkonist vau Spa het ko- lcnbcdrijt ln dc eerste plaats dc verplichting op, een doelmatig leveringsplan op te atol len. en dan staal men voor de moeilijkheid, het Duiticbe kolenbedrijf zóó tc organieee- ren, dal "t de door dc Eutentc geëischtc hoe veelheden op den duur ksn leveren, zonder dat hel zelf solkomcu le gronde gaat. lo den ochtend was hel lcvc.-.ugsplan tooi maand Augustus met de Enlcnte-vcrtc woordigers besproken co vastgesteld. Volgens dit plan zullen de volgende hoe veelheden kolen geleverd worden: Uit hof Ruhrgcbied 153.000 ton. uit Opper-Silezits 200.000 ton, Keulsche bruinkoIcnbrikeUen 140.000 ton. uit het distriet Aken 64.000 ton cn uit MïddcuTJiiïtschland 60.000 ton bruin kolen. De Entente bad voorgesteld: U,it bet Ruhrgcbied J.720.000 (on, uit bet district Keulen J 33.000 ton, uit Opper-Silezië 60.000 in, uil het district Alten 04.000 ton. Om deze leveringen mogelijk te maken, zal het noodzakelijk zijn, de tot nu toe aan de spoorwegen geleverde boe veelheden steen kolen to verminderen. terwijl steenkool door bruinkool vervangen zal moeten worden Bijiu dc gclicelo last van de boogere leve ring aan dc Entente zal door de industrie, met inbegrip van de mijnindustrie, gedragen moeten worden. Dc uitvoer is in vergelijk met de maand Mei van 220.000 tot 106.000 tonnen verminderd, ln de eerste plaats moet de Zuid-Duitsebe chemische industrie onder vervanging van steenkolen door bruinko- Iijdou, want juist de Uoleiivoorzieuing Éuid-Duitscblaud zal door de boogere leveringen nan de Entente sterk bcuadecld worden. Ook liet lichtgebruik moet worden beperkt Minister llirsch decide u.a. mede. dat maatregelen voor een betere voedselvoorzie ning dooi dc Entente in voorbereiding ziju en dal de practisehe uitvoering daarvan in dc eerstkomende dagen te verwachten is. Ver der zal roor de kieeding der mijnwerkers ge zorgd worden en voor het verschaffen van woon-gelcgenheid. door hot stichten vhu z.g. mijnwerkerstehuizen, waarvoor een door den Rijksdag goedgekeurd fonds van 300 millioen gesticht is. In bel vervolg zullen dc arbei ders bij dc kolendistributie mee mogen spre ken, terwijl de mijnwerkers in bet bijzonder ook zullen worden geraadpleegd over de be strijding van den sluikhandel. Waarschijnlijk zal de regeeriug in het vervolg worden ter zijde geslaan door een kleine commissie van advies, bestaande uit deskundigen op het ge bied van dc kolen-industrie; deze commissie zal ook een zekere uitvoerende macht krij gen. DE VOORSCHOTTEN VAN FRANKRIJK AAN DUITSCHLAND. - De financieclc ni-ssie uil de Ftansehe Kamer heeft niet igcn 12 siemmen bejloiCD. na Millcrand te hebben gehoord over het voorstel tot het verlcenen van een voorschot van 200 mil lioen aan Duitschland, het door haar geno- en besluit om het voorstel der regeeriug te irwerpcn, te handhaven. HET EERSTE RUSSISCHE GRAAN, Dc „Times' verneemt uil Moskou, dat Ita- liaausclie schepen, die met gerepatrieerde Russische krijgsgevangenen naar Odessa wa ren gekomen, tiiaus geladen worden met Russisch koren, waarvan zij 10.000 ton naar Italië zullen vervoeren. Rusland wordt dus. zegt liet bericht, opnieuw Europa's koren- EEN VERVOLGING IN BEIEREN. Hel burgerlijk blor van den Beicrschen Landdag heeft een voorstel aangenomen van de Justi- tic-afdecling tot machtiging van strafvervol ging tegen den communistischcn afgevaardig de Eiscnberger, wegens hoogverraad. EEN STORMACHTIGE RIJKSDAG- ZITTING. De rumoerige tooneelcn. die men alge meen verwachtte bij dc behandeling van bet wetsontwerp inzake de opheffing van de militaire rechtspraak, zijn met achterwege gebleven. Het begon, toen de onafhankelijke dr. Roscnfeld het woord wilde- nemen, cn zijn rede bad zelfs een exodus der Duitscli- nationaleii ten gevolge, die, toen zij genoeg het lawaai hadden, ostentatief de zaal verlictou Vóór dr. Roscnfeld hadden de moerder- hcidssocialisten Eadbruch en de Duitsch-na- nationaal Von Gallwitz gesproken. Dr. Roscnfeld, professor iu dc rechten aan universiteit ie Kiel. trachtte liet woord tc jèren om de opheffing der militaire recht spraak tc bepleiten, nadat Von Gallwitz, do bekende generaal, haar handhaving met dc. bekende reactionnaire argumenten had ver dedigd. Zooals blijkbaar van te voren was afgesproken, begonnen de ongeregeldheden reeds bij den eersten zin van dc-u spreker. Telkens, wanneer hij zijn inleiding met de woorden. „Men zou het niet mogelijk ach ten" begon, schreeuwden de Duïtscli-natio- nalen er luid doorheen, cn het gaT hun een werkelijk kinderlijke vreugde, dat dc spre ker niet verder dan deze woorden kon ko men. Eerst door hel energiek gelui van den voorzittersbei gelokte bet, den redenaar ge hoor tc verschaffen, doch sleehls voor zeer korten lijd. Toen hij den spreker, die hem was voorafgegaan, een man van bet met vloek beladen regime noemde, begonnen dc stormachtige protesten van rechts opnieuw. De Duitscb-nationalen sprongen van rechts naar voren terwijl de onafbankelijkcn een dichte haag rondom de sprekersiribune vormden. Midden in het gedrang stond Ledc- bour. die, heftig gesliculeerend. van dc tri bune af onverstaanbare woorden naar de Duilsch-uationalen schreeuwde; dat hel ech ter geen vriendelijkheden waren, bleek uit dc hc-ftige protesten van recht». Dit geraas eu 'tegCngeraas bood den bezoekers der publieke tribune geen waardigen aanblik. Het duurde minuten Tang, en zelfs de voorzittcrsbcl scheen baar toovermaebt verloren tc bobben. Het schreeuwen en ironisch lachen van rechts duurde onophoudelijk voort. Slechts met de uiterste inspanning slaagde dc voorzitter er in, zich gehoor te verschaffen. Toen hem dit eindelijk gelukt was. wees hij er op, dat het toch niet aanging, zoo te schreeuwen, dat spreker verhinderd werd zijn rede tc hou den. Kort daarop verlieten de Duitsch-natio- nalcn demons tralie! de zaal. waarbij zij door een deel der Duitschc volkspartij werden na gevolgd. Eerst toen de Tolgcndc spreker, de een- 1 trum-afgevaardigde dr. Be!!. liet woord kreeg, kwamen zij de zaal weer binnen. Het rumoer herhaalde zich. toen Hriining- haus voor dc Duitscho volkspartij rijn rede hield. Als oud-offlcler achtte deze hot zijn plicht, generaal Von Gallwitz tegen de uit latingen van dr. Rosenfcld in bescherming te nemen: de partijgenootou van den generaal gaven daarbij luidruchtige blijken von instem ming, terwijl dc onafhaukelijken In hun rol van aangevallenen even rumoerig protesteer den als even tevoren de Duitscb-nationalen, Uct rumoer hield op, toen de spieker met zijn zakelijk betoog begon Na den democraat dr. Haas voerde de rijks- woerminïster, dr. Gessle.-. bet woord. Hij gaf den wensch tc- kermen, dc militaire recht spraak aan de politieke atmosfeer tc ont trekken, en bij de burgerlijke rechtspraak de straf spoediger op de misdaad to doen vol gen. Bjj de stemming over de afzonderlijke ar tikelen der wet werden de eerste acht arti kelen met een groote meerderheid aange nomen zoo meldt dc correspondent var de Telegraaf. m POLEN ALS SLAGBOOM TEGEN DE BOLSJEW1KI. I» eest artikel ln de Evening News" zet Churchill, de Engels che minister van Oorlog, de gevaren uiteen, die Europa bedreigen, wan-" neer Polen, de tgfooom tegen liet Bolsjewistiecfh gevaar, geheel door de' Bovjet-regeerwg verslagen wordt. Geen land rtrlangd moer naar den wereldvrede dan Engeland, schrijft hij, maar juist daarom moeten v ij do gevaren begrijpen en terdege over-, denken, die- de vervulling dezen wensch dreigen te verhinderen. Van' dit gezichtspunt uit, moet mei; de zaak von Polen beschouwen. Deze al-oude staat die door Oort en- rijk, Pruisen en Rusland Indertijd in drie stukken gescheurd was, is be vrijd van ziin overheersohere on weer tot één geheel gemaakt na 160 jaar van knechtschap. Zoover men naar de gebeurtenissen der laatste 18 maan den kan oordeels» hebben deze 150 jaar de geestkracht der Polen niet ge broken, maar htm evenmin wijdheid aangebracht. Om billijk te zijn jegens Polen moei men echter in aanmerking nemen, dat de jonge staat, nog vóór dat deze zich kan aanpassen aan de moderne toe standen, het hoofd moest bie den aan de allergrootste ge varen en moeilijkheden. In liet wes ten had de jonge staat liet vreesaan jagende, hoewel geketende Duitsch land als buur, ln het Oosten, ook ter aarde-liggend lvet reusachtige Rus-' land, niet gewond alleen r% iar vergif tigd, geïnfecteerd, besmetting bren gend. een Rusland met gewapende' benden, die met alloen met bajonet en kanon streden, maar vergezeld en voorafgegaan werden door zwermen van typhue-brengc-nd ongedierte, die gevaarlijk zijn voor het lichaam van den mensch en door politieke leer stellingen die de ziel van een volk vernietigen, Tusschen deze twee zieltogende' keizerrijken geschud door hun stuiptrekkingen lag het betrekke lijk zwakke Polen zonder ervaring, organisatie en met een tekort aan voedsel, wapenen en geld. Na aldus op tie moeilijkheden van Pol en's positie gewezen te hebben, die de Poolscbe nederlaag verklaren, geeft ChurchiiJ een denkbeeld van wat een Bolsjewistische vrede voor Polen zou betéefceneri: De Bolsjewiki kunnen het land on dermijnen door propaganda. Zonder dat er één schot gelost, één bajonet opgezet wordt, één bataljon d<? grens overtrekt kan toch de Bolsjewistische invasie 6nel en onweerstaanbaar van stapel loopen. De boeren worden te gen de landheeren opgezet, de arbei ders tegen hun werkgevers-, de spoor wegen en politiedienst worden tot staken bewogen, de soldaten aangezet om de ministers en hun officieren t< dooden; de volksmenigten worden tegen de middenklasse opgehitst, oen netwerk van geheime organisaties zal een eerlijke politiek In zijn mazen verstrikken en de pers zal omgekocht worden. Dit was wat Polen vreesde, zegt Churchill, en daarom heeft liet dien wanhopigen militairen uitval gedaan dien de liberalen in Engeland zoo ver keerd begrepen en de socialisten zoo verkeerd voorgesteld hebben. Ook de Enge.Ische en Franeche be langen en de hoofdresultaten van den oorlog zouden in gevaar gebracht worden als Polen ten offer viel aan 'de Bolsjewistische legers of intrigues. De staatslieden die het verdrag van Verjsait-les opgesteld hébhenu hoop-! ten door de schepping van Polen oen gezond, krachtig organisme te plaat sen als slagboom tusschen Rus:and en Duitschland, tusschen het Ruasteche Bolsjewisme en Wést-Europa. Het vallen van dezen slagboom zou .- os in gevaren brengen. Feuilleton Xrij vertaald naar het E f. gelsch van BARONES ORCZY. 30) En wat meer zegt, een be drieger, die beloofd heeft een onschul dig meisje voor den gok t-e houden en haai' te laten gelooven dat haar toekomstige heer en meester senti menteel en verliefd is en de minne liedjes van meester Rousard tamelijk goed kan zingen Jellan, heb je ooit den Hertog van Anjou, den ech ten bedoel ik, hooren zingen? N-n-n-neen! «protesteerde Jelian verschrikt, want hij vond het niet prettig om zuik een hoog personage Ie hooren bespotten. Heb je dan ooit een haan hoo ren kraaien tegen zijn HevéMngskip? W-w-wel eens! Nul zeide Gilles lachend. Ik hoor nog liever den haanl En nu naar bed, Jelian, voegde hij er bij, terwijl hij. ópstond. Morgens is de groote dag! Heb je mijn brief naar bet paleis gebracht? J-j-j-ja. En heb jo Baron d'Inchy zelf gosproken? Johon knikte toestemmend. Heb je hem mijn brief gegeven? Weer knikte Jelian. Keek hij nogal tevreden? Dezen keer haalde Jehan de schou ders op. Zeide hij dat het hem een groote eer zou zijtl Zijne Hoogheid den Her tog van Anjou en Afengon morgen bij het feest te zien? Weer een knik. Dan nu naai je bed, babbelkous! zeide Gilles vroolijk, want morgen begin ik mijn rol aJs een lago be drieger, alleen geschikt voor de galg die misschien al voor mij klaar slaatl III. Jehan hielp zijn meester bij het ontkloeden. Hij trok hem de zware schoenen uit &n legde het'laken buis, de broek en de kousen opzij. Toen Messire Gilles uitgestrekt lag op zijn primitieve bed wenschte Jehan hem goeden nacht en ging heen. De kaart nam hij mee, want één kaars moest dienen voor twoe gasten, soms zelfs voor drie, in (lo herberg „De J.»rio Koningen", Er heerschte niet .veel weelde m deze dagen: een paar vier kante meter was de grootte van den kamervloer; een klein ruitje in lood, een stroomatras, misschien een tafel en 'n stoel maakten den heelen inven taris uit van een slaapkamer die voor oen hooggeplaatst persoon be stemd.' was. Menschen zooals meester Jelian moesten zich vergenoegen met de kale planken en een paardendeken buiten de deur Van hun meester, of achter een houten schot dat in de ka mer gezet was. Jehan verdween dus met de kaars en Gilles do Crohin bleef in bijna vol slagen duisternis achter, want het licht van de maan drong niet door de nauwe opening die den naam van venster droeg. Langen tijd lag Mes sire Gilles bewegingloos, starend in de duisternis. Vage beelden zag hij in gedachten: het onbekende meisje waaraan hij volgens belofte het hof moest maken, kwam en ging, nu eens zag hij haax in verbeelding sta tig wandelen, dan woer danste ze wild in 't rond, maar steeds was zé gemaskerd. Hij verlangde er naar haar het masker van het gelaat tc trekken. Toen zag hij Marguerite van Navarre, bevelend en tegelijk smee- kend on zijn eigen zwaard, waarop hij gezworen had mee te helpen aan deze bedriegerij; Monsieur, de Hertog van Anjou, lui en onverschillig, go kleed in dat bespottelijke groen satij nen costuum scheen liem uit te la chen. Moe van al <lezo visioenen begon Gilles de Crohin zich rusteloos om te draaien op zijn harde bed, en terwijl hij dit deed strekte liij zijn arm uit en kwam zijn hand in onzachte aan raking met den vloer. En vlak er bij was iets dat zacht en fluweelachtig aanvoelde de hangende, verlepte lelies, die een onbekende adellijke dame hem had toegeworpen en die hij zoo onverschillig op den grond had goeooid. Zijn hand omsloot de bloemen en vernielde ze nog verder en terwijl hij dit onbewust en werk tuigelijk deed, voelde hij al berouw diep in zijn hart. Was deze onbe wuste daad1 van liem een voorbodo van do wreede vol die hij moest spe len? Zou de jong© ziel van een on schuldig meisje evenzoo lijden door zijn bedrog? Ileel voorzichtig raapte Gilles, die nu op zijn zijde was gaan liggen, de bloc-men bij elkaar en trok ze naar zich toc-.N'og iels van den geur was in de verlepte bloemen achtergebleven.' Gilles stond oj>. Zijn oogen waren gewend geraakt aan de duisternis, of misschien was er iets van het maan licht in de kamer doorgedrongen. Gilles kon om zich heen zien cn liij herinnerde zich dat er in den vensten hoek van de kamer een kan stond, ge vuld niet yersch water. Zoo voorzich tig mogelijk maakte lit.i <ien zakdoek van de stelen los ©n zette toen de bloemen een voor een in de kan. Na oen poosje nam hij den zak- döek op. Het" was nu niets meer dan een nat, gekreukeld vodje, maar lui rook lekker naar lelies en naax la vendel. Gilles was benieuwd of haar initialen en kroontje in den hoek ge borduurd waren, maar hij was te on handig in dergelijke dingen om iets te kunnen ontdekken, dus gehoor ge vend aan een plotselinge!) inval, zon der verder na te denken, zocht hij in de duisternis naar zijn buis en toen hij het gevonden had borg Ey het vochtige lapje in zijn borstzak. Toen, lachend en schouderopha lend om zijn eigen dwaasheid, ging hij weer naar bed. Dozen keet' viel hij dadelijk in «cn droómloozen slaap. HOOFDSTUK IX. Hoe Messire Gilles her innerd werd aan een droom. h In het boek van meester C. Calviac over manieren en vormen, dat hij in 15G0 uitgaf als richtsnoer voor bon die in deftig gezelschap wilden ver keer en, wordt ons .verteld: „wanneer wij in gezelschap van hooggeplaatste personen komen, moeten wij op de punten van do teenen loopen en een diepe buiging maken." En vorder iegt meester Calvitic de vele verschillende manieren van groeten uit, die wij bij deze gelegenheid zouden kunnen gebruiken. „In dc eerst© plaats", zegt luj, „kun nen we onze rechterhand ontbloolen en onzen hoed ermee afnemen, daar na den rechterarm naar beneden bren gen langs ons rechterbeen. De linker arm blijft op die manier vrij. Ten tweede kunnen wij eerbiedig en ne derig opkijken naar dengene dien wij wensch en te groeten. Teri derde kun- nen wij onze oogen neerslaan en on zen rechtervoet vooruit brengen, ter wijl wij den linker esnigszins terug trekken. Wij kunnen ook don hand schoen van onze rechterhand afne men, buigen, en nadat wij den grond bijna met onze hand aangeraakt hebben, de vingers naar de llppon brengen alsof wij er een kus op druk ten.'- (Wordt vérvoJgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 9