•Jonkvrouw Jacpline
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1920 - DERDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
Herinneringen aan
Frankrijke laatste keizerin.
Eenige wokeu geleden, stierf op
zeer üoogeu leeftijd keizerin Eugenie
Bonaparte, eeno der meest besprokon
vrouwen van haar tyd. De laatste
jaren zag men een enkele maal haar
portret als oude vrouw in één of ander
tydschryft, of men las een bericht
dat zij van haar Engelsche buiten
verblijf naar bet Zuiden van Frank
rijk was gereisd. Maar er was een
tjjd, dat deze vrouw die zelve niet
van koninklijke bloede was, aan het
^clutterende hof van Napoleon III
veel van zijn glans en luister gaf.
In de door haar geschreven memoires,
die in één der dagbladen reeds ver
taald uitkwamen, lezen wij wat zijzelf
over den meest bewogen tyd van haar
leven, de jaren van en na den oorlog
van 1870, schrijft. Men krijgt daaruit
dcu indruk dat wat zij ook verder
geweest moge zijn er een vaste band
tusschen de" echtgenooten bestond on
zy een groote liefde voor haar eenigen
zoon koesterde. Eu juist in deze twee
gevoelens werd zij zwaar getroffen,
want de gevaugenschap van Napoleon
mocht zij niet deolen, al schijnt zij
hem wel bezocht te hebben, en haar
eenigen zoon verloor zy toen hy nog
zeer jong in een strijd in Afrika
sneuvelde. Iu haar memoires tracht
zij duidelijk te maken dat zij de oorlog
van 70 niet gewild heeft, eon be
schuldiging. die telkens tegen haar
is uitgebracht.
De rol, die deze vrouw spoelde in
de tweede helft der vorige eeuw, had
zij bijna uitsluitend te danken aan
haar buitengewone schoonheid en be
koorlijkheid, al scbijnt het wel dat
zij daarbij zeer goedhartig was, en
zich weinig vijanden maakte. Ik
herinner mij nog levendig hot portret
dat raeu in vroeger jaren overal zag,
een vrouwen profiel van groote be
koorlijkheid, het golvende haar van
het moon voorhoofd weggestrekon,
en met de bekende lange krullen die
over de schouders vielen.
liet kapsel van keizerin Eugenie
w ui d ook in ons land door alle jonge
vrouwen gedragen want in dien tijd
was Frankrijk het land, dat absoluut
de mode aangaf. .Nu was het heel
begrijpelijk, dat een zoo elegante
vrouw bijna iedere dracht populair
wist te maken en men besefte toon
nog minder dan nu, dat wat haar zoo
goed kleedde, daarom nog niet voor
allen het meest flatteuse was.
Ik heb eens een zeer ouden heer
hooien zeggen, „als er in mijn tyd
een nieuwe mode uit Parijs kwam
dan droegen alle menschen hetzelfde
en dan ook voor eenige jaren, maai
de moderne menschen kennen zeer
verscheidene stijlen van zich te klee-
don."
Zoo sterk als het navolgen van de
keizerin in'Frankrijk was, is hot uit
den aard dor zaak bij ons nooit ge
weest. Men loest^daar aardige staal
tjes van, die tot grappige toestanden
aanleiding gaven, en die ons ver
plaatsen in een tijd van wuftheid en
vereering van uiterlijkheden waar wij
nu toch grootenleels aan ontgroeid
zijn. Het schijnt, dat er bijna geen
district gevonden ward, of men had
or zijn bepaalde „Schoonheid", die op
do keizerin Eugenie geleek. Het be
hoefde niet eer,3 een absolute gelijkenis
te zijn, een zuiver lang profiel, een
gouden, kr nil enden haartooi, warén
al voldoende, om een vriendelijken
huisvriend, die wol eens in de hoofd
stad was geweest, tot een ijdele moe
der te doen zoggen„uw dochter is
allerliefst,mevrouw, sprekend keizerin
Eugenie
Dit was dan de wijding voor de
hecie familie, die meehielp om
de vleierij tot waarheid te maken
de dochter studeerde haar rol in voor
den spiegel, en eopieerde allo por-
trettou van liaar hoog modelde
moeder kleedde haar "dochter in de
zuivor nagemaakte toiletten, en als
de vader wel eens tegenwerpingen
maakte, als de rekeningen kwamen,
dan kon hy vooruit weten dat hem
toegevoegd werd, „Men kan haar toch
onmogelijk armelijk kleeden een meisje
dat op de keizerin moet lijken!"
Behalve iu den boerenstand, waar
do steeds gelijk blijvende muts het
zelfde soort gelaat bleef omlijsten vond
men deze levende portretten van de
vorstin, in alle rangen van de maat
schappij, en dat in een tijd toen de
verschillende standen zeer streng van
elkaar gescheiden waren
Op een klein plaatsje was do
keizerin-figuur ten eerste de vrouw
van den prefect, zelve van zeer ouden
adel, beide titels, die haar een plaats
gaven onder de eersten in den lande.
Daarbij schoon genoeg om zich niet
naar een ander te hoeven richten,
wat smaak en houding betrof. Door
een familielid was zy van uit de
provincie mee naar Parijs genomen
en aan het hof gebracht, waar zy
kennis maakte met haar aanstaanden
man, die door den eersten Napoleon
geadeld werd en doe." d-n laatsten
iu dienst was gehouden. Toen men
do oude grootmoeder m.it de verloving
geluk wenschte, vond deze noodig te
antwoorden, „ja zoo gaat het als men
de jonge meisjes overal brengt, en
vindt men dat zy zoo zeer op Me
vrouw Bonaparte lijkt Och waarlijk?
nu als het zoo is dan is het een eer
voor deze dame om op mijne klein
dochter te lyken!"
Eén trede lager op de maatschap
pelijke ladder stond de vrouw van
don jongen dokter Mevrouw Ledou.
Toen zy nog niet getrouwd was,
maakte zy de trots van haar ouden
vader uit, die als gepensioneerd
kolonel gaarne met zijn mooie dochter
naar de militaire mnziek ging luiste
ren. Men ziet het knappe meisje voor
zich in haar havanah-kleurig alpacca-
japonnotje gegarneerd met zijden
strookjes, do wijde pagada-mouwen
waaruit de neteldoeksche ondermouw
kwam die eindigde in een stijf boordje,
een groote camé9 broche op de borst,
een klein schuin toquetje op de han
gende krullen, en de glacé hand
schoentjes met één knoopje aan de
handjes. Zóó bekoorde zy haar aan
staande levensgezel, en toen diens
vader naar behooren haarband kwam
vragen smolt de moeder in tranen
weg. Het was ook te hard te moeten
scheiden van zulk een engelachtige
dochter, zóó zacht, zóó begaafd en
dan een dochter, die op de keizerin
leek
Dit was de tweede das der geijkte
schoonheden in het kleine stadje.
De derde verrees meer plotseling,
uït sympathie misschien, of was het
een besmettelijke ziekte?
Mevrouw Plauol, de modiste paste
eeDs voor den spiegel een kransje
korenbloemen op haar eigen kapsel,
voor zy die in de uitstalkast van haar
winkel tentoonstelde. Plotseling kreeg
zij een ingeving toen zy zich zoo
getooid in den spiegel bekeek, flaks
het haar in krullen gekapt een draai
hier, do japon wat lager uitgesneden,
het lukto. en toen ze weer in de zaak
was afgedaald, riepen de modistetjes
om het hardst: O, wat grappig pre
cies hare majesteit de keizerin l
De drie gelukkigen zagen elkaar
echter zelden, slechts een enkel maal
ontmoetten zij elkander op straat,
maar daar bleef het bij, totdat eens
do burgemeester op een nationalen
feestdag, in dit kleine plaatsje een
bal organiseerde, waarop zooals de
keizer het wenschte, alle standen
vertegenwoordigd zouden zyn. Een
ieder spitste zich dus op het zeld
zame genoegen de drie rivalen te
samen te, zien en te kunnen verge
lijken; er werden zelfs weddenschap
pen aangegaan wie de schoonheids
prijs zou behalen. Toen het aanvangs-
uur aanbrak stond een dichte ry
officieren en andere cavaliers aan
den ingang geschaard. De prefect
maakte zyn entree maar alleen,
zijn vrouw was juist naar het ziekbed
van haar grootmoeder geroepen en
daar heen gereisd. Yccl gefluister, ja
dan moest de doktersvrouw de eere
plaats maar innemen, maar die was
nog niet aangekomen. Schuchter
kwam haar echtgenoot haar veront
schuldigen een kleine verstuiking
o, niets, een kleinigheid maar zy kon
niet komen!
De triomf der modiste scheen dus
verzekerd, maar ook zy verscheen
niet. De echtvriend, zeer jaloersch,
vond zijn vrouw te mooi, heette het
en verbood baar niettegenstaande
tranen en vapeurs om naar het bal
te gaan.
En zy die.het geluk hadden „op
de keizerin te lijken" vermeden alzoo
de weddenschappen, do onbescheiden
blikken van het groote publiek, en'
do kloiusteedsche kwaadsprekerijen
van hen die zich op hare komst ge
spitst hadden.
Maar ook in de hoofdstad zelf
vond men de navolgsters van de hooge
vrouwe. Zoo is er een anecdote van
een beroemde schoonheid die zonder
eenigen schroom en groote brutaliteit
haar rang van favoriete ten toon
spreido. Tot groote ergernis der kei
zerin liet zij zonder eenige gewetens
wroeging de toiletten van Eugénie
namaken, nam geheel hetzelfde equi-
pago en gaf haar bedienden dezelfde
livereiklceding.
Zoo gebeurde het, dat op een
schoone namiddag de karos dezer
schoone, in flinken gang op de „Are
de Triomphe" afkwam, waardoor toen
tertijd alleen de keizerlijke rijtuigen
mochten gaan. De wachter, meende
het rijtuig van hare majesteit te zien
naderen en liet de ketting vallen.
Dit was te erg en het schijnt dat
zeer ernstige moeilijkheden tusschen
de keizelyke echtelieden ontstonden.
De keizerin vertrok voor eenigen tyd
met den kroonprins naar Corsica,
waar zy enthousiast werd ontvangen.
Te Ajaccio ontving zy de dames
van die stad, het gelaat gehuld in
een kanten sluier. Een oude bijna
blinde hertogin verzocht haar den
sluier op te lichten omdat zy haar
trekken zoo gaarne wilde zien. Maar
Eugénie kuste de oude dame door
haar sluier heen, want zeide men,
zij wilde niet lateu zien dat haar
oogen wat rood ontstoken waren
blonde vrouwen moesten nimmer hui
len.
Dit was vóór 1875 hoeveel tranen
stroomden daarna langs dit bekoor
lijke gelaat. Tranen om een hoog
spel dat verloren werd, een troon die
voor goed verdween, om een gemaal
die den dood zocht maar niet kou
vinden, en die wat zyn fouten ook
moge geweest zyn, de nederlaag met
zijn leger wist to dragen en zich
overgaf zonder te vluchten. Tranen
in ballingschap, en tranen om een
verloren kinderleven.
Dit zyn wel oude geschiedenissen,
lederen dag worden de vrouwen
zeldzamer die achter haar gerimpeld
voorhoofd de herinnering bewaren
aan een kroon, waarvan zy alleen de
bloemen droegen, de elegante vrouwen
van een vorige generatie die op haar
wy'de moiré japonnen de kanten
volants schikten, of de Perzische chale
wisten te dragen, de uitverkorenen
die zoo sprekend op de keizerin
Eugcnio leken!
P. J. WILLEKES
MAODONALD-REYNYAAN
Zomsrkieeren en Zomer-
kostjes.
Modirn 8D friich Ge
steven goed Éen of
twee keer wasscbsn
Benigs recepten.
liet is een eigenaardigheid van
sommige vrouwen, dat zij schijnen te
vinden, dut de mode er voor is om
nagevolgd te worden, maar daar die
mode niets voorschrijft van frisoh
"uitzien of niet, kan de japon net zoo
goed een beetje vuil gedragen worden.
Vandaar dan ook dat velen in kleu
ren rondloopen, die als mooi en mo
dern bedoeld zijn, maar door het or
fnltsch-uitaien een mogelijk aardig
indruk geheel en al wegnemen.
Een japon, rok of blouse, blijft
't nieuwtje" zooals het heet, lan;
6choon dan wanneer zij eenmaal
wasschen zijn. Dat is heel goed v,
klaarbaar: nieuw goed is gladder en
door het zoogenaamde onmaksn, v
ke o. werking iedere stof wei in meer
dere of mindere mate ondergaat, blijft
alle stof dat er op komt, cr n 'ndsr
aan hangen Ook al door het opma
ken heil', du stof iets stijvere, wat
vooral bij de voile heel goed merkbaar
is, en ze houdt daardoor langer haar
frischheid. Zoo kan een nieuwe japon
verscheidene malen gedragen worden
ale is zc ook heclcmaal wit, zonder
dat de eerste frischheid er iete bij
heeft ingeboet.
Is ze echter eenmaal vuil en aan
wasschen toe, dan komt daar veran
dering in. De pap van het opmaken
wordt wegge wasschen, en daardoor
wordt de stof slapper en in de meeste
gevallen ook wel iets kariger. Het stij
ven van gewassclien goed. is dan ook
het kunstmatig aanbrengen van die
pap in het goed, maar in dezen tijd,
nu de kleeren vooral niet stijf mo
gen uitstaan, is het lang niet gemak
kelijk om precies de maat voor den
stijfsel te kennen. Vooral voor heel
dunne stofjes is het dadelijk te veel,
vandaar clan ook dat er, inplaats van
met 'de stugge et ij feel, ook wei roe'
gelatine en zelfs wel met suiker
wordt gesteven. Natuurlijk is dit veeï
duurder, maar het maakt de japon
nen of blouses ook lang niet zoo hard
en krakerig.
Voor zomcrkleeren is het stijven een
belangrijk iets: ©en dun japonnetje
dat niet gesteven is, hangt 6lap neer
en zelfs wanneer hét-'s morgens heele-
maal schoon iö geweest, kan Ihet er
's middags alweer hall-vuil uitzien.
En dat vergeten sommige vrouwen
meisjes wel eens: al is de snit ook
nóg zoo modern, wanneer de japon
niet frioh is, maakt het geheel geen
aardigen indruk, en dan ziet iemand
in een friscli maar wel wat ouder-
wetsch japonnetje er Veel aantrekke
lijker uit. Wij vreezen wel, dat zij,
die een creatie gemaakt heeft, desze
in een mode-tijdschrift heeft laten
plaatsen, en dan een draagster ermee
zag, wanneer het japonnetje niet hee-
lemaal frisch wat, haar eigen elegante
lelletje er haast niet uit heriten-
nen zou.
Er is tegenwoordig een groote nei
ging naar moderne en smaakvol'©
kleeren, en wanneer het goed mooi is
en werkelijk met smaak gekozen, is
daar toch ook niets tegen. Maar ve
len verliezen daarbij uit het cog, dat
kleeren uileen smaakvol kunnen zijn,
k'an neer zij er lieelemaal fri6ch uit
zien, bovendien flatteeren zij meer, en
geven de draagster iets veel jeugdi
gere. Wasch dan liever het japonnetje
eens een paar keertjes extra of trek
iets aan, dat wat ouder is, wanneer
het moderne jurkje er smoezelig uit
ziet: er is niets aardigs aan een jong
meisje, dat op een mooian, zorner-
schen dag een halfvuil japonnetje
aan heeft!
Er zijn vele huisvrouwen, en wij
kunnen zegeen ongelijk geven, die
vinden dat \*u (Men in liaar natuur
lijken toestand veel lekkerder zijn dan
wanneer zij gekookt zijn of <yp een
andere manier bewerkt. En daarom
geven zij ze alleen in verschen toe
stand aan het gezin. Dit maakt echter
dat de zoozeer gewensdfi'te afwisseling
n de maaltijden nog veel moeilijker te
erkrijgen is, en bovendien vergeten
zij, dat cr een tijd is wanneer al veel
ruchten verkocht worden, die nog
niet geschikt zijn om uit de hand ge
geten te worden Daarbij komt nog
iets, dat van groot belang is hierbij:
gekookte o n r ij p e vrachten zijn
meestal lekkerder dan de rijpe die op
dezelfde wijze zijn toebereid. De on
rijpe zijn minder sappig en verliezen
met koken niet zooveel van haar geur
als de rijpe, maar zij vragen natuur-
ijfk ook veed meer suiker
In dezen tijd van het jaar zijn er
nl wel onrijoe appelen te krijgen, en
het aanta gerechten dat men van
deze vruchten kan bereiden, ie legio-
Moes van onrijpe appelen is heer
lijk, wanneer de huisvrouwen er ten
minste de moeite van het zeeven voor
over heeft. Men wasclit de appelen,
snijdt ze in vieren, haalt kroontjes
en steeltjes eruit en zet ze met wei
nig water op. Zijn de appelen
dan worden zij gezeefd en met suiker
vermengd, totdat zij de gewensehte
zoetheid hebben. Vergeet daarbij
vooral niet, dat een zuur gerecht koud
altijd zoeter lijkt dan wanneer liet
wann is, denk maar eens aan heete
citroen met suiker en kouds!
Een frisch, luchtig nagerecht is de
zoogenaamde méringue van appelen.
Hiervoor zijn noodig:
Ongeveer 1 K.G. appelmoes.
4 eieren.
200 gram suiker.
2 lepels abrikozenjam.
Vermeng liet vruchtenmoes met de
geklopte dooiers en de jam en doet dit
in een vuurvast schoteltje.
Klop het eiwit zoo vast mogelijk,
vermeng het dan vlug door omschep
pen met de suiker en leg of spuit het
als een dikke laagover het vruchten
moes. Strooi er nog wat suiker over,
zet het schoteltje in eai zeer lauw en
oven, desnoods met de deur open en
laat het er lè a 2 uur ïn staan, told:
het eiwit bros en lichtgeel is gewor
den.
Om oud brood op te maken is er ook
no? een zeer smakelijk appelrecept.
Maak zoowat een half pond zeer
stiiv? appelmoes, en week in dien tus
schen tijd desneedjes oud brood zon
der korst iu een mengsel van
2 eidooiers, wat suiker en een paar
druppels citroensap, dat eerst met el
kaar goed losgeklopt is. Schik de ge
weekte stukjes in een stevige kcan of
een schoteltje, en verwarm het brood
gedurende een uur in een waterbad.,
met de deksel erop. Klop onderhand
de ko-ude appelmoes mot het eiwit
stijf en luchtig en strijk dit ©r even
voor het opdoen overheen: "de gebote!
komt dan warm op tafel.
Hebt ge zelf vrachten in den tuin,
gooi dan de onrijpe die afvallen, niet
weg, maar kook zc op, dan hebt ge op
manier nog weer eens iets an
dere!
E. E. PEEREBOCXM.
Brieven nit de Hofstad.
Den lllaag als wereldcentrum is
weer typisch gekarakteriseerd door
het houden van het Esperanto-con-
gres, waarop eenige honderden per
sonen uit alle doelen der wereld zijn
hijeen gekermn D<u. congressisten
gemakkelijk te herkennen aun
het insigne en de vreemdelingen le
verden weer een aardigs decoreermg
van de straten. Van het congres zelf
kunnen we alh.cn memoreeren dat
ei veel geestdrift heerechte en aai
onverwoestbaar bij allen leeft net
geloof, dut de umverseering van ue
•taal niet alleen een vergemakke.' .;-
king van hit wereldverkeer is, maar
ook een schitterend middel om de
toenadering en verbroedering te ne
twerken, welke zoo dringend noodig
is voor den wederopbouw van de gan
sche wereld. Of die eenheid van iaat
lachtigen invloed zal hebben,
igennatu te betwijfelen gezien
het feu dat de broedeischap onaer
elk volk zelf, al spreekt het dan de
zelfde taal, over het algemeen veel
wenschin overlaat- iMaar, opti
misme is altijd een schoone zaak en
nieuws niet begint met een
vast en onwrikbaar geloof in de
schitterende werking van zijn ideaa!,
kan wel ithuis blijven. Voor de Espe
rantisten hopen wij er dus het beste
yan en gez'en het enthousiasme op
uil congres zaï er nog heel walt tot
stand gebracht kunnen worden, up
taalgebied vait er vooral voor den
Hollander nog wel iets goeds te doen.
Iedere stad heeft zoo ongeveer liaar
eigen Itnaj en het platteland heeft
legio dialecten. Zelfs het chique Den
Haag waarvan men kon hopen dat
het keurig netjes op zijn taal was,
schiet in nc zuiverheid der tale lee-
Hjk «te korf. Vaak hoort men hier een
Nederlandsch spreken dat aillesbeual-
ve fraai is. Zelfs is de taal der Ilaag-
sdhc- juffers (-enigermate befaamd
om haar geaffecteerdheid. Het valt
niet ganschelijk te ontkennen dat er
wat aan hapert, maar het Haagscne
dilaect is toch altijd nog heilig dij
het Amsterdamsen en het Rotter-
damscli, waar een vergroving van de
fijnere klanken is ingeslopen. In
Den Haag probeert men juist de fij
nere nog fijner en de ietwat hardere
wat zachter te doen klinken. Het
natuurlijk geen van allen goed maai
ols je inoet kiezen...
Een afgrijselijk dialect spreekt di
Scheveniligeche bevolking.Wat in dat
dorpje toch de uitwerking is van a-
le onderwijs: Het is erbarmelijk
verhaal van een Scheveninger
moeten aanhooren; zijn taal lijkt
evenveel op Hollands ch als Boereu-
Friesch er op lijkt. Men beweert
altijd dat de taal in de visschërs-
plaaitsen onder invloed heeft gestaan
•reomde talen maar dan" is die
invloed toch zeer zonderling. 'Het zou
de moeite waard z'ijn om een Sohevc-
ninger esperanto te hooren praten.
Bij een tnternaitionale taal is het
natuurlijk zaak dal de klanken al
tijd zuiver worden uitgesproken. Er
is letterlijk niet ééne klank, dien de
Scheveninger zuiver uitspreekt.
In Den Haag werd vroeger veel
Fiansah gesproken. Die mode is on
tegenzeggelijk veelal verdwenen. Dat
is een deftig- ddenerij gei we est, die
voorbij is. He'lgeen maar gelukkig
is want de verhalen over de kwali
teit van het Fransch dat er gespro
ken werd moet met al te best ge
weest zijn. Daarover heeft de oude
professor Jan ten Brink in zijn ty
peering van de Haagsohe dames ên
heeren indertijd een gezellig boekje
van open gedaan. Vele ouders had
den de gewoonte om onder elkaar
Fransch ie spreken zoodat de kinde j
ien en de gedienstigen de gesprc-K-
ken niet konden verstaan. Paedago-
gisoli noch tactisch was het, maar
het was deftig.
Vreemd dat het woord deftig zoo
alles uitdrukt en itoch niet nadr-r
omlijnd kan worden wat het betee-
kent. Deftig te weer iets anders dan
voornaam; er z't altijd iets van iro
nie in het gebruik van het -woord
deftig, veelal iets van iquasikvioor-
naam, van gcwild-chique, van opzet
telijk gewichtig. Ben Schevefninger
met een hoogen hoed op vindt zich
zelf deftig; een ambtenaar met ec-n
strak gezicht en een gekleede jas,
is deftig. Deftig is het laat te eten,
naar Mengelberg te gaan luisteren
Kurhaus te bezoeken, thee te drinken
'ii*Royal of De Twee Steden, deftig
is het in een commissie voor een
i - rue.dsvoorstelling te zitten,
deftig is het je leveranciers lang op
hun geld te laten wachten... enz. Zoo
was het don indertijd ook deftig om
i Fransch te spreken; dat was in den
Oma Lachhoalc
DE THERMOMETER
opstel van L1ESJE ZWARTKOP.
De thermometer is van hout en
glas; inwendig van vloeibaar zilver
of kwikzilver.
De thermometer hangt rustig aan
den wand, maar het kwikzilver is on
rustig en gaat voortdurend op en
neer; het maakt de temperatuur.
Als dea zomers de thermometer
heel hoog staat en een van de meis
jes steekt het kwik in den mond, zoo,
krijgen we als ze 't dan aan den
meester laat zien 's middags va-
cantie.
Is in den winter de thermometer
te hoog wijst, zet de meester de ven
sters open, wat niet lekker is; daar
kunnen w© niets tegen doen.
Om ons kinderen op school te pla
gen, hol)ben ze drie schaafverdee-
lingen verzonnen: in de hoogste klas
se moeten ze die herleiden.
Overigens geeft dat aanleiding ïot
veel verwarring.
andere thcrwoa
bloote lijf leggci
van schrijft do
drankje voor.
Bij ons hanger
buiten 't raam.
dan
is er nog een
dien ze op je
tr gcJang daar-
kwaad
(Kiasse Cb).
die 't minste
LIES JE ZWARTKOP.
zelfden tiijd toon het verhaal van
den houten ham Sn de wereld kwam
=n van hel menu voor Zondag dat
muziek in liet Bosch als hoofdscho-
had. Die tyd is nu echter wel
voorbij: de befaamde ham siert nu
de etalage van den spekslager en
□ot bijwonen van do muziek in het
Bosch is veiöchriikkolijk ordinair ge
worden. Zoo veranderen de tijden
nu eemnaah Vroeger wus op Scheve-
ningen een „montogne Russe" hei
hoogste vermaak. Thans moet eeir
"liegdenionstratic oen attractie vor
men. Alsof ©r nog nimmer gevlogen
amuseert inen zich met de
halsbrekende 'toeren in de luüht.
Van het oude, van he-t eertijds def
tige blijft niets over. Maar vèr-af
ontstaat wel weer iets anders da-fc
straks „en vogue is. Wat het nu
zal zijn? Misschien wordt wandelen
i- def-lig, nu meneer de loop
jongen op één motorfiets zit en de
baasknecit ten auto huurt, nu zal
de eigenaar wel gedwongen rijn om
wandelen.
Deftig .s wa»t een klein groepje
doet als hel geheet afwijkt van wat
de groote menigte pleeg1, te doen.
En als dan het kleine groepje is aan
gewassen ïot een groote groep is de
deftigheid ©r af. Dan kom-t er weer
wat nieuws ei. zoo c.rkelgangt de
deftigheid. HAGENAAR.
iiprt en tiensiriiiien
De Olympisch) spelen.
De worstelwedstrijden gaven de
volgend© resultaten:
Zwaargewicht. Ohlgren (Zweden)
slaat Yasbotteö (Noorwegen) op
punten.
Vedergewicht. Ilaive beslissing.
Friman (Finland) legt Boumans
(BeJgte) in 5 inin. 27 sec.; haJihonen
(Finland; wint op punten van Pufc-
sepp (Estland).
Lichtgewicht. Tamminen (Finland)
wint van Anderson na 25 min. onbe
slist worstelen door het daarna aan
leggen van een eersten greep; Vare
(Finland( legt FrisenfeJd (Denemar-
kén) in 8 min. 13 6©c..
Middengowieht. Weslgrund (Zwe
den) slaat Portilla (Finland) na een
forschen strijd van 25 min.; Lindford
(Finland) slaat Szinianski (Amerika)
in 27 sec.
Midden Zwaargewicht. Jolymson
(Zweden) wordt overwinnaar ver
klaard over Teter (Denemarken; in
IC mill. 57 sec.:
Sint (Neder:and) legt in 7 min. 8
sec. door een schoudc-rgreep den
Belg Walden. Wahlen was niet op
tijd verschenen. De Hollander, meen
de op dien grond aanspraak te kun
nen maken op een overwinning. Ter
elfder ure verscheen echter de Belg
op het podium en Sint kon een meer
eervolle overwinning 5>oeken
In de finale kwam Sant tegen Jo-
hanson (Zweden). De eerste ronde
bleef onbeslist; in de 2e ronde lind
onze landgenoot veie aanvallen van
zijn tegenstander t.- verduren. Na
een dei- aanvullen was Sint in den
brug en werd toen gelegd in een lial-
ve gordelgrecp waarmee Johanson
de overwinning boekte in 20 min.
Zwaargewicht. Luidford (Finland)
wordt overwinnaar verklaard van
Hansen (Denemarken; in 7 min.
17 sec.
Na buitengewone verdediging moet
Sjouwerman (Nederland) bezwijken
voor Alilgren (Zweden) die in 9 min.
43 sec. den Hollander weet te leggen.
Vedergewicht eindstrijd Kahkonen
(Finland) legt Friman (Finland) en
verwierf daarmee den eeretitefl.
Dit was oen uiterst spannende par?
1 tij dit luide werd toegejuicht.
Feuilleton
EEN VERHAAL UIT HEI OUDE
KAMERIJK.
.Vrij vertaald naar het
Engelse hv
BARONES ORCZY.
48)
Met een schreeuw van woede wend
de de Landas zich tot de bedienden,
die verschrikt door Jiet hevige ge
vecht in een hoek van de kamer hij
eikaar gekropen waren en nauwe
lijks durfden adern halen.
Hier Jan! riep hij heesch. Pe
ter: Klaas allemaal! Grijp dien
man. Valt hem aan, grijpt hem!
Vooruit vait aan, zeg ik je-
Eon ondeelbaar ©ogenblik kropen
do mannen nog ter in den hoek
van die kamer, do. olijk geschrokken
van de onbekookte woede die den
Spanjaard zulk een laf en vreeselijk
bevoj iu den mond gegeven had. Zij
aarzelden maar een oogenblik, en ge
durende dat oogenblik konden alten
weer oven op adern komen. Maar
oven later, aangevuurd door de drei
gende bevelen van de Landas, kwa
men zij uit hun hoek te voorschijn en
ren naar voren.
Gilles zag dadelijk deze nieuwe, on
verwachte bron van gevaar. De ont
zettende lafheid van dezen nieuwen
aanval gal hem kracht en sterkte om
te handelen. Met ©en van die vlugge,
meesterlijke gebaren van hom, die
steals onverwacht kwamen, gooide hij
zijn wapen neer en greep een van de
stoelen die vlakbij hein op den grond
lagen. Hij lichtte den steelhoven rijn
hoofd op en zwaaide er mee a.'e een
reusachtige schroef; dreigend stond
hij daar, nu ook vervuld van haat
voor den laffen tegenstander die op
die manier alle ridderlijkheid en eer
lijkheid uit het oog verloor.
Hij sloeg met den zwaren stoei naar
rechts en naar links. De knechts ston
den stil, angstig. De Landas vuurde
hen aan en porde ze met zijn zwaard
in den rug. Nu hij eenmaal zóó ver
gegaan was wilde hij zijn plan ook
ten uitvoer brengen.
Valt hein aan. Jan! Klaas! Voor
uit, ellendige kerels! riep hij heesch.
Valt hem aan, of ik laat jullie mor
gen allemaal ophangen!
U'j sloeg zb met het vlakke zwaard,
schepte hen en sloeg ze met zijn vuist,
tot zo wed gedwongen waren vooruit
te gaan. De zware stoel kwam met een
doffen slag neer op het hoofd van
den ecnen man en den schouder van
een ander. Er werd luid gevloekt en
gekreund van pijn, maar hun groote
aantal behaalde tenslotte da overwin
ning. Nog een aanval, nog een aan
loop, e" zo waren bij hem. Toen
voelde Gilles ate hij instinct, het zware
gordijn achter hem.
Om een seconde tijd te winnen,
wierp hij den stoel te midden van zijn
aanvallers eri bracht zoo hun aanval
in de war, toen greep hij met heide
handen het gordijn, rukte er hard aau
zoodat het naar beneden kwam met
een gebroken roede, en gooide de
heele zaak op zijn aanvallers.
De Landas die vooraan stond was
de eerste die cr niet door op de been
kon blijven. Verzwakt door bloedver
lies, struikelde hij en viel en trok een
paar van de bedeinden met zich mee.
De roede kwam op het hoofd van du
Prèt terecht, zoodat die al duizelig
was, liet bewustzijn verfoor, terwijl
Maarege verbaasd, niet begrijpend
met een verdwaasden b!ik om zich
heen staarde.
De andere kerels, verlamd door een
soort bijgeloovigen angst, keken hem
met open mond aan, terwijl Gilles al
leen bewogen door een blind instinct
tot zelfbehoud, zich vrij maakte uit
zijn nieuw© barricade.
liet eerete wat hij deed was zich
bukken om zijn zwaard weer op te
rapen. Een tijdelijke kalmte, vreemd
door de absolute stilte, was gevolgd
op de ,woc9te verwarring yan zoo
even. Gilles, wankelde toen hij .zich
weer oprichtte en bseefte eindelijk diat
zelfs zijn geweldige uithoudingsver
mogen hem begeven zou. Er was een
waas voor zijn oogen, waardoor hij
nog vaag ecci groepje lakeien voor
zich kon zien, die vlak bij hem dicht
tegen elkaar aan stonden in die half
donkere kamer; anderen kon hij vaag
onderscheiden onder het gevallen
kleed; verderop lag de Borel, hulpe
loos naast Herlaer; Maarege'had zijn
gebroken zwaard nog in de handen;
La Brove was flauw gevallen en lag
dwars over den lessenaar heen en de
Landas z.:s hij in een half liggende,
half zittende houding op een omge-
gooiden stoel, blijkbaar worstelend
met zijn duizeligheid, rijn hand uit
gestrekt, met trillende vingers die nog
steeds dreigden en op den geheten
vijand wezen.
Voor liet oogenblik kon Gilles zich
niet bewegen. Het masker brandde op
zijn voorhoofd en wangen alsof het
van heet ijzer gemaakt was en hoe
wel liij er naar verlangde het af te
doen, weigerde zijn arm hem den
dienst, door volkomen uitputting. Hij
verlangde cr naar de deur uit te ko
men om Jchan te zoeken, maar zijn
ledematen waren zwaar als lood en
hij kon ook haast niet meer den
ken.
v.
Juist oj) dat oogenblik toen hij op
het punt stond het bewustzijn te ver- J
liezen, hoorde hij vlugge voetstappen
de hoofdtrap afkomen; daarna hoor
de hij ze in de hal. Do knechts, bijna
blind van schrik en angst, hoorden
ze ook, en kropen nog dichter bij el
kaar in liet duister. Zij sleepten zich
voort langs den vloer, dichterbij Gil
les. alsof ze bij liem bescherming zoch
ten. Ondervinding bad de arme ke
rels geleerd, dat zij, wat er ook ge
beurde, gestraft zouden worden voor
wat er voorgevallen was. Hel is waar
dat zij olies verdienden wat zij zou
den krijgen want ook zij hadden een
minderwaardige rol gespeeld: muar
wat er Verder ook gebeuren zou, een
pak 6laag, of nog erger, zat er zeker
voor hen op. Hun meesters waren nu
te zwak om hen te beschermen, al
zouden zij het willen doen. De Mar
kies de Landas, booe om zijn neder
laag. zou misschien de eerste zijn om
zijn mannen to verraden. Daarom
verzamelden zij zich nu om Gilles
heen, om den man dien zij bijna
vermoord hadden. Zij wendden zich
tot hem in hun onberedeneerde laf
heid, in hun instinct om ergens ach
ter te kruipen dat stevig was en sterk.
Zij kropen weg in de schaduw, zoodat
de bedienden van d'Inohy als zij kwa
men, ben niet zouden kunnen zien,
"vonmin al« dc nachtwakers of de
paleiswacht als deze op het toaneel
mocht verschijnen.
Zoo kwam het dat Gilles, toen hij
naar de deur trachtte te loopen, dit
niet doen kon door die angstige inen-
schemnaesa <iie verschrikt om hem
heen kroop. Hij was te vermoeid om
hen allen op zij te schoppen, dus hij
hield zich maar stil en luisterde naar
.de voetstappen die dichterbij kwa
men. Een van dozc scheen hij te her
kennen een zware stap, eenigszins
met slecpende voeten Jat kon al
leen Jfchan zijg. Hij trachtte zijn
trouwen knecht te roepen maar zijn
keel was zoo droog dat hij geen ge
luid kon geven.
De voetstappen waren nu heel dicht
bij en door de open deur kon hij een
nieuw, flikkerend licht zien, in alle
hoeker, van de gang. Er kwam een
fakkeldrager aau. andere, lichtere
voetstappen volgden en het scheen
wel of hij het geruisch van zijden
vrouwenkleren over den marmeren
vloer hoorde.
Gilles wad nauwelijks meer bij be
wustzijn; zijn lichaam was totaal uit
geput, maar toch kon hij met zijn
geest alles juist bijzonder goed waar
nemen. Hij stond op en staarde n;uir
de open deur: liii wist dat „zij" over
een paar seconden zou verschijnen.
(Wordt vervolgd).