•Jonkvrouw Jacpline HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1920 - DERDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. Herinneringen aan Frankrijke laatste keizerin. Eenige wokeu geleden, stierf op zeer üoogeu leeftijd keizerin Eugenie Bonaparte, eeno der meest besprokon vrouwen van haar tyd. De laatste jaren zag men een enkele maal haar portret als oude vrouw in één of ander tydschryft, of men las een bericht dat zij van haar Engelsche buiten verblijf naar bet Zuiden van Frank rijk was gereisd. Maar er was een tjjd, dat deze vrouw die zelve niet van koninklijke bloede was, aan het ^clutterende hof van Napoleon III veel van zijn glans en luister gaf. In de door haar geschreven memoires, die in één der dagbladen reeds ver taald uitkwamen, lezen wij wat zijzelf over den meest bewogen tyd van haar leven, de jaren van en na den oorlog van 1870, schrijft. Men krijgt daaruit dcu indruk dat wat zij ook verder geweest moge zijn er een vaste band tusschen de" echtgenooten bestond on zy een groote liefde voor haar eenigen zoon koesterde. Eu juist in deze twee gevoelens werd zij zwaar getroffen, want de gevaugenschap van Napoleon mocht zij niet deolen, al schijnt zij hem wel bezocht te hebben, en haar eenigen zoon verloor zy toen hy nog zeer jong in een strijd in Afrika sneuvelde. Iu haar memoires tracht zij duidelijk te maken dat zij de oorlog van 70 niet gewild heeft, eon be schuldiging. die telkens tegen haar is uitgebracht. De rol, die deze vrouw spoelde in de tweede helft der vorige eeuw, had zij bijna uitsluitend te danken aan haar buitengewone schoonheid en be koorlijkheid, al scbijnt het wel dat zij daarbij zeer goedhartig was, en zich weinig vijanden maakte. Ik herinner mij nog levendig hot portret dat raeu in vroeger jaren overal zag, een vrouwen profiel van groote be koorlijkheid, het golvende haar van het moon voorhoofd weggestrekon, en met de bekende lange krullen die over de schouders vielen. liet kapsel van keizerin Eugenie w ui d ook in ons land door alle jonge vrouwen gedragen want in dien tijd was Frankrijk het land, dat absoluut de mode aangaf. .Nu was het heel begrijpelijk, dat een zoo elegante vrouw bijna iedere dracht populair wist te maken en men besefte toon nog minder dan nu, dat wat haar zoo goed kleedde, daarom nog niet voor allen het meest flatteuse was. Ik heb eens een zeer ouden heer hooien zeggen, „als er in mijn tyd een nieuwe mode uit Parijs kwam dan droegen alle menschen hetzelfde en dan ook voor eenige jaren, maai de moderne menschen kennen zeer verscheidene stijlen van zich te klee- don." Zoo sterk als het navolgen van de keizerin in'Frankrijk was, is hot uit den aard dor zaak bij ons nooit ge weest. Men loest^daar aardige staal tjes van, die tot grappige toestanden aanleiding gaven, en die ons ver plaatsen in een tijd van wuftheid en vereering van uiterlijkheden waar wij nu toch grootenleels aan ontgroeid zijn. Het schijnt, dat er bijna geen district gevonden ward, of men had or zijn bepaalde „Schoonheid", die op do keizerin Eugenie geleek. Het be hoefde niet eer,3 een absolute gelijkenis te zijn, een zuiver lang profiel, een gouden, kr nil enden haartooi, warén al voldoende, om een vriendelijken huisvriend, die wol eens in de hoofd stad was geweest, tot een ijdele moe der te doen zoggen„uw dochter is allerliefst,mevrouw, sprekend keizerin Eugenie Dit was dan de wijding voor de hecie familie, die meehielp om de vleierij tot waarheid te maken de dochter studeerde haar rol in voor den spiegel, en eopieerde allo por- trettou van liaar hoog modelde moeder kleedde haar "dochter in de zuivor nagemaakte toiletten, en als de vader wel eens tegenwerpingen maakte, als de rekeningen kwamen, dan kon hy vooruit weten dat hem toegevoegd werd, „Men kan haar toch onmogelijk armelijk kleeden een meisje dat op de keizerin moet lijken!" Behalve iu den boerenstand, waar do steeds gelijk blijvende muts het zelfde soort gelaat bleef omlijsten vond men deze levende portretten van de vorstin, in alle rangen van de maat schappij, en dat in een tijd toen de verschillende standen zeer streng van elkaar gescheiden waren Op een klein plaatsje was do keizerin-figuur ten eerste de vrouw van den prefect, zelve van zeer ouden adel, beide titels, die haar een plaats gaven onder de eersten in den lande. Daarbij schoon genoeg om zich niet naar een ander te hoeven richten, wat smaak en houding betrof. Door een familielid was zy van uit de provincie mee naar Parijs genomen en aan het hof gebracht, waar zy kennis maakte met haar aanstaanden man, die door den eersten Napoleon geadeld werd en doe." d-n laatsten iu dienst was gehouden. Toen men do oude grootmoeder m.it de verloving geluk wenschte, vond deze noodig te antwoorden, „ja zoo gaat het als men de jonge meisjes overal brengt, en vindt men dat zy zoo zeer op Me vrouw Bonaparte lijkt Och waarlijk? nu als het zoo is dan is het een eer voor deze dame om op mijne klein dochter te lyken!" Eén trede lager op de maatschap pelijke ladder stond de vrouw van don jongen dokter Mevrouw Ledou. Toen zy nog niet getrouwd was, maakte zy de trots van haar ouden vader uit, die als gepensioneerd kolonel gaarne met zijn mooie dochter naar de militaire mnziek ging luiste ren. Men ziet het knappe meisje voor zich in haar havanah-kleurig alpacca- japonnotje gegarneerd met zijden strookjes, do wijde pagada-mouwen waaruit de neteldoeksche ondermouw kwam die eindigde in een stijf boordje, een groote camé9 broche op de borst, een klein schuin toquetje op de han gende krullen, en de glacé hand schoentjes met één knoopje aan de handjes. Zóó bekoorde zy haar aan staande levensgezel, en toen diens vader naar behooren haarband kwam vragen smolt de moeder in tranen weg. Het was ook te hard te moeten scheiden van zulk een engelachtige dochter, zóó zacht, zóó begaafd en dan een dochter, die op de keizerin leek Dit was de tweede das der geijkte schoonheden in het kleine stadje. De derde verrees meer plotseling, uït sympathie misschien, of was het een besmettelijke ziekte? Mevrouw Plauol, de modiste paste eeDs voor den spiegel een kransje korenbloemen op haar eigen kapsel, voor zy die in de uitstalkast van haar winkel tentoonstelde. Plotseling kreeg zij een ingeving toen zy zich zoo getooid in den spiegel bekeek, flaks het haar in krullen gekapt een draai hier, do japon wat lager uitgesneden, het lukto. en toen ze weer in de zaak was afgedaald, riepen de modistetjes om het hardst: O, wat grappig pre cies hare majesteit de keizerin l De drie gelukkigen zagen elkaar echter zelden, slechts een enkel maal ontmoetten zij elkander op straat, maar daar bleef het bij, totdat eens do burgemeester op een nationalen feestdag, in dit kleine plaatsje een bal organiseerde, waarop zooals de keizer het wenschte, alle standen vertegenwoordigd zouden zyn. Een ieder spitste zich dus op het zeld zame genoegen de drie rivalen te samen te, zien en te kunnen verge lijken; er werden zelfs weddenschap pen aangegaan wie de schoonheids prijs zou behalen. Toen het aanvangs- uur aanbrak stond een dichte ry officieren en andere cavaliers aan den ingang geschaard. De prefect maakte zyn entree maar alleen, zijn vrouw was juist naar het ziekbed van haar grootmoeder geroepen en daar heen gereisd. Yccl gefluister, ja dan moest de doktersvrouw de eere plaats maar innemen, maar die was nog niet aangekomen. Schuchter kwam haar echtgenoot haar veront schuldigen een kleine verstuiking o, niets, een kleinigheid maar zy kon niet komen! De triomf der modiste scheen dus verzekerd, maar ook zy verscheen niet. De echtvriend, zeer jaloersch, vond zijn vrouw te mooi, heette het en verbood baar niettegenstaande tranen en vapeurs om naar het bal te gaan. En zy die.het geluk hadden „op de keizerin te lijken" vermeden alzoo de weddenschappen, do onbescheiden blikken van het groote publiek, en' do kloiusteedsche kwaadsprekerijen van hen die zich op hare komst ge spitst hadden. Maar ook in de hoofdstad zelf vond men de navolgsters van de hooge vrouwe. Zoo is er een anecdote van een beroemde schoonheid die zonder eenigen schroom en groote brutaliteit haar rang van favoriete ten toon spreido. Tot groote ergernis der kei zerin liet zij zonder eenige gewetens wroeging de toiletten van Eugénie namaken, nam geheel hetzelfde equi- pago en gaf haar bedienden dezelfde livereiklceding. Zoo gebeurde het, dat op een schoone namiddag de karos dezer schoone, in flinken gang op de „Are de Triomphe" afkwam, waardoor toen tertijd alleen de keizerlijke rijtuigen mochten gaan. De wachter, meende het rijtuig van hare majesteit te zien naderen en liet de ketting vallen. Dit was te erg en het schijnt dat zeer ernstige moeilijkheden tusschen de keizelyke echtelieden ontstonden. De keizerin vertrok voor eenigen tyd met den kroonprins naar Corsica, waar zy enthousiast werd ontvangen. Te Ajaccio ontving zy de dames van die stad, het gelaat gehuld in een kanten sluier. Een oude bijna blinde hertogin verzocht haar den sluier op te lichten omdat zy haar trekken zoo gaarne wilde zien. Maar Eugénie kuste de oude dame door haar sluier heen, want zeide men, zij wilde niet lateu zien dat haar oogen wat rood ontstoken waren blonde vrouwen moesten nimmer hui len. Dit was vóór 1875 hoeveel tranen stroomden daarna langs dit bekoor lijke gelaat. Tranen om een hoog spel dat verloren werd, een troon die voor goed verdween, om een gemaal die den dood zocht maar niet kou vinden, en die wat zyn fouten ook moge geweest zyn, de nederlaag met zijn leger wist to dragen en zich overgaf zonder te vluchten. Tranen in ballingschap, en tranen om een verloren kinderleven. Dit zyn wel oude geschiedenissen, lederen dag worden de vrouwen zeldzamer die achter haar gerimpeld voorhoofd de herinnering bewaren aan een kroon, waarvan zy alleen de bloemen droegen, de elegante vrouwen van een vorige generatie die op haar wy'de moiré japonnen de kanten volants schikten, of de Perzische chale wisten te dragen, de uitverkorenen die zoo sprekend op de keizerin Eugcnio leken! P. J. WILLEKES MAODONALD-REYNYAAN Zomsrkieeren en Zomer- kostjes. Modirn 8D friich Ge steven goed Éen of twee keer wasscbsn Benigs recepten. liet is een eigenaardigheid van sommige vrouwen, dat zij schijnen te vinden, dut de mode er voor is om nagevolgd te worden, maar daar die mode niets voorschrijft van frisoh "uitzien of niet, kan de japon net zoo goed een beetje vuil gedragen worden. Vandaar dan ook dat velen in kleu ren rondloopen, die als mooi en mo dern bedoeld zijn, maar door het or fnltsch-uitaien een mogelijk aardig indruk geheel en al wegnemen. Een japon, rok of blouse, blijft 't nieuwtje" zooals het heet, lan; 6choon dan wanneer zij eenmaal wasschen zijn. Dat is heel goed v, klaarbaar: nieuw goed is gladder en door het zoogenaamde onmaksn, v ke o. werking iedere stof wei in meer dere of mindere mate ondergaat, blijft alle stof dat er op komt, cr n 'ndsr aan hangen Ook al door het opma ken heil', du stof iets stijvere, wat vooral bij de voile heel goed merkbaar is, en ze houdt daardoor langer haar frischheid. Zoo kan een nieuwe japon verscheidene malen gedragen worden ale is zc ook heclcmaal wit, zonder dat de eerste frischheid er iete bij heeft ingeboet. Is ze echter eenmaal vuil en aan wasschen toe, dan komt daar veran dering in. De pap van het opmaken wordt wegge wasschen, en daardoor wordt de stof slapper en in de meeste gevallen ook wel iets kariger. Het stij ven van gewassclien goed. is dan ook het kunstmatig aanbrengen van die pap in het goed, maar in dezen tijd, nu de kleeren vooral niet stijf mo gen uitstaan, is het lang niet gemak kelijk om precies de maat voor den stijfsel te kennen. Vooral voor heel dunne stofjes is het dadelijk te veel, vandaar clan ook dat er, inplaats van met 'de stugge et ij feel, ook wei roe' gelatine en zelfs wel met suiker wordt gesteven. Natuurlijk is dit veeï duurder, maar het maakt de japon nen of blouses ook lang niet zoo hard en krakerig. Voor zomcrkleeren is het stijven een belangrijk iets: ©en dun japonnetje dat niet gesteven is, hangt 6lap neer en zelfs wanneer hét-'s morgens heele- maal schoon iö geweest, kan Ihet er 's middags alweer hall-vuil uitzien. En dat vergeten sommige vrouwen meisjes wel eens: al is de snit ook nóg zoo modern, wanneer de japon niet frioh is, maakt het geheel geen aardigen indruk, en dan ziet iemand in een friscli maar wel wat ouder- wetsch japonnetje er Veel aantrekke lijker uit. Wij vreezen wel, dat zij, die een creatie gemaakt heeft, desze in een mode-tijdschrift heeft laten plaatsen, en dan een draagster ermee zag, wanneer het japonnetje niet hee- lemaal frisch wat, haar eigen elegante lelletje er haast niet uit heriten- nen zou. Er is tegenwoordig een groote nei ging naar moderne en smaakvol'© kleeren, en wanneer het goed mooi is en werkelijk met smaak gekozen, is daar toch ook niets tegen. Maar ve len verliezen daarbij uit het cog, dat kleeren uileen smaakvol kunnen zijn, k'an neer zij er lieelemaal fri6ch uit zien, bovendien flatteeren zij meer, en geven de draagster iets veel jeugdi gere. Wasch dan liever het japonnetje eens een paar keertjes extra of trek iets aan, dat wat ouder is, wanneer het moderne jurkje er smoezelig uit ziet: er is niets aardigs aan een jong meisje, dat op een mooian, zorner- schen dag een halfvuil japonnetje aan heeft! Er zijn vele huisvrouwen, en wij kunnen zegeen ongelijk geven, die vinden dat \*u (Men in liaar natuur lijken toestand veel lekkerder zijn dan wanneer zij gekookt zijn of <yp een andere manier bewerkt. En daarom geven zij ze alleen in verschen toe stand aan het gezin. Dit maakt echter dat de zoozeer gewensdfi'te afwisseling n de maaltijden nog veel moeilijker te erkrijgen is, en bovendien vergeten zij, dat cr een tijd is wanneer al veel ruchten verkocht worden, die nog niet geschikt zijn om uit de hand ge geten te worden Daarbij komt nog iets, dat van groot belang is hierbij: gekookte o n r ij p e vrachten zijn meestal lekkerder dan de rijpe die op dezelfde wijze zijn toebereid. De on rijpe zijn minder sappig en verliezen met koken niet zooveel van haar geur als de rijpe, maar zij vragen natuur- ijfk ook veed meer suiker In dezen tijd van het jaar zijn er nl wel onrijoe appelen te krijgen, en het aanta gerechten dat men van deze vruchten kan bereiden, ie legio- Moes van onrijpe appelen is heer lijk, wanneer de huisvrouwen er ten minste de moeite van het zeeven voor over heeft. Men wasclit de appelen, snijdt ze in vieren, haalt kroontjes en steeltjes eruit en zet ze met wei nig water op. Zijn de appelen dan worden zij gezeefd en met suiker vermengd, totdat zij de gewensehte zoetheid hebben. Vergeet daarbij vooral niet, dat een zuur gerecht koud altijd zoeter lijkt dan wanneer liet wann is, denk maar eens aan heete citroen met suiker en kouds! Een frisch, luchtig nagerecht is de zoogenaamde méringue van appelen. Hiervoor zijn noodig: Ongeveer 1 K.G. appelmoes. 4 eieren. 200 gram suiker. 2 lepels abrikozenjam. Vermeng liet vruchtenmoes met de geklopte dooiers en de jam en doet dit in een vuurvast schoteltje. Klop het eiwit zoo vast mogelijk, vermeng het dan vlug door omschep pen met de suiker en leg of spuit het als een dikke laagover het vruchten moes. Strooi er nog wat suiker over, zet het schoteltje in eai zeer lauw en oven, desnoods met de deur open en laat het er lè a 2 uur ïn staan, told: het eiwit bros en lichtgeel is gewor den. Om oud brood op te maken is er ook no? een zeer smakelijk appelrecept. Maak zoowat een half pond zeer stiiv? appelmoes, en week in dien tus schen tijd desneedjes oud brood zon der korst iu een mengsel van 2 eidooiers, wat suiker en een paar druppels citroensap, dat eerst met el kaar goed losgeklopt is. Schik de ge weekte stukjes in een stevige kcan of een schoteltje, en verwarm het brood gedurende een uur in een waterbad., met de deksel erop. Klop onderhand de ko-ude appelmoes mot het eiwit stijf en luchtig en strijk dit ©r even voor het opdoen overheen: "de gebote! komt dan warm op tafel. Hebt ge zelf vrachten in den tuin, gooi dan de onrijpe die afvallen, niet weg, maar kook zc op, dan hebt ge op manier nog weer eens iets an dere! E. E. PEEREBOCXM. Brieven nit de Hofstad. Den lllaag als wereldcentrum is weer typisch gekarakteriseerd door het houden van het Esperanto-con- gres, waarop eenige honderden per sonen uit alle doelen der wereld zijn hijeen gekermn D<u. congressisten gemakkelijk te herkennen aun het insigne en de vreemdelingen le verden weer een aardigs decoreermg van de straten. Van het congres zelf kunnen we alh.cn memoreeren dat ei veel geestdrift heerechte en aai onverwoestbaar bij allen leeft net geloof, dut de umverseering van ue •taal niet alleen een vergemakke.' .;- king van hit wereldverkeer is, maar ook een schitterend middel om de toenadering en verbroedering te ne twerken, welke zoo dringend noodig is voor den wederopbouw van de gan sche wereld. Of die eenheid van iaat lachtigen invloed zal hebben, igennatu te betwijfelen gezien het feu dat de broedeischap onaer elk volk zelf, al spreekt het dan de zelfde taal, over het algemeen veel wenschin overlaat- iMaar, opti misme is altijd een schoone zaak en nieuws niet begint met een vast en onwrikbaar geloof in de schitterende werking van zijn ideaa!, kan wel ithuis blijven. Voor de Espe rantisten hopen wij er dus het beste yan en gez'en het enthousiasme op uil congres zaï er nog heel walt tot stand gebracht kunnen worden, up taalgebied vait er vooral voor den Hollander nog wel iets goeds te doen. Iedere stad heeft zoo ongeveer liaar eigen Itnaj en het platteland heeft legio dialecten. Zelfs het chique Den Haag waarvan men kon hopen dat het keurig netjes op zijn taal was, schiet in nc zuiverheid der tale lee- Hjk «te korf. Vaak hoort men hier een Nederlandsch spreken dat aillesbeual- ve fraai is. Zelfs is de taal der Ilaag- sdhc- juffers (-enigermate befaamd om haar geaffecteerdheid. Het valt niet ganschelijk te ontkennen dat er wat aan hapert, maar het Haagscne dilaect is toch altijd nog heilig dij het Amsterdamsen en het Rotter- damscli, waar een vergroving van de fijnere klanken is ingeslopen. In Den Haag probeert men juist de fij nere nog fijner en de ietwat hardere wat zachter te doen klinken. Het natuurlijk geen van allen goed maai ols je inoet kiezen... Een afgrijselijk dialect spreekt di Scheveniligeche bevolking.Wat in dat dorpje toch de uitwerking is van a- le onderwijs: Het is erbarmelijk verhaal van een Scheveninger moeten aanhooren; zijn taal lijkt evenveel op Hollands ch als Boereu- Friesch er op lijkt. Men beweert altijd dat de taal in de visschërs- plaaitsen onder invloed heeft gestaan •reomde talen maar dan" is die invloed toch zeer zonderling. 'Het zou de moeite waard z'ijn om een Sohevc- ninger esperanto te hooren praten. Bij een tnternaitionale taal is het natuurlijk zaak dal de klanken al tijd zuiver worden uitgesproken. Er is letterlijk niet ééne klank, dien de Scheveninger zuiver uitspreekt. In Den Haag werd vroeger veel Fiansah gesproken. Die mode is on tegenzeggelijk veelal verdwenen. Dat is een deftig- ddenerij gei we est, die voorbij is. He'lgeen maar gelukkig is want de verhalen over de kwali teit van het Fransch dat er gespro ken werd moet met al te best ge weest zijn. Daarover heeft de oude professor Jan ten Brink in zijn ty peering van de Haagsohe dames ên heeren indertijd een gezellig boekje van open gedaan. Vele ouders had den de gewoonte om onder elkaar Fransch ie spreken zoodat de kinde j ien en de gedienstigen de gesprc-K- ken niet konden verstaan. Paedago- gisoli noch tactisch was het, maar het was deftig. Vreemd dat het woord deftig zoo alles uitdrukt en itoch niet nadr-r omlijnd kan worden wat het betee- kent. Deftig te weer iets anders dan voornaam; er z't altijd iets van iro nie in het gebruik van het -woord deftig, veelal iets van iquasikvioor- naam, van gcwild-chique, van opzet telijk gewichtig. Ben Schevefninger met een hoogen hoed op vindt zich zelf deftig; een ambtenaar met ec-n strak gezicht en een gekleede jas, is deftig. Deftig is het laat te eten, naar Mengelberg te gaan luisteren Kurhaus te bezoeken, thee te drinken 'ii*Royal of De Twee Steden, deftig is het in een commissie voor een i - rue.dsvoorstelling te zitten, deftig is het je leveranciers lang op hun geld te laten wachten... enz. Zoo was het don indertijd ook deftig om i Fransch te spreken; dat was in den Oma Lachhoalc DE THERMOMETER opstel van L1ESJE ZWARTKOP. De thermometer is van hout en glas; inwendig van vloeibaar zilver of kwikzilver. De thermometer hangt rustig aan den wand, maar het kwikzilver is on rustig en gaat voortdurend op en neer; het maakt de temperatuur. Als dea zomers de thermometer heel hoog staat en een van de meis jes steekt het kwik in den mond, zoo, krijgen we als ze 't dan aan den meester laat zien 's middags va- cantie. Is in den winter de thermometer te hoog wijst, zet de meester de ven sters open, wat niet lekker is; daar kunnen w© niets tegen doen. Om ons kinderen op school te pla gen, hol)ben ze drie schaafverdee- lingen verzonnen: in de hoogste klas se moeten ze die herleiden. Overigens geeft dat aanleiding ïot veel verwarring. andere thcrwoa bloote lijf leggci van schrijft do drankje voor. Bij ons hanger buiten 't raam. dan is er nog een dien ze op je tr gcJang daar- kwaad (Kiasse Cb). die 't minste LIES JE ZWARTKOP. zelfden tiijd toon het verhaal van den houten ham Sn de wereld kwam =n van hel menu voor Zondag dat muziek in liet Bosch als hoofdscho- had. Die tyd is nu echter wel voorbij: de befaamde ham siert nu de etalage van den spekslager en □ot bijwonen van do muziek in het Bosch is veiöchriikkolijk ordinair ge worden. Zoo veranderen de tijden nu eemnaah Vroeger wus op Scheve- ningen een „montogne Russe" hei hoogste vermaak. Thans moet eeir "liegdenionstratic oen attractie vor men. Alsof ©r nog nimmer gevlogen amuseert inen zich met de halsbrekende 'toeren in de luüht. Van het oude, van he-t eertijds def tige blijft niets over. Maar vèr-af ontstaat wel weer iets anders da-fc straks „en vogue is. Wat het nu zal zijn? Misschien wordt wandelen i- def-lig, nu meneer de loop jongen op één motorfiets zit en de baasknecit ten auto huurt, nu zal de eigenaar wel gedwongen rijn om wandelen. Deftig .s wa»t een klein groepje doet als hel geheet afwijkt van wat de groote menigte pleeg1, te doen. En als dan het kleine groepje is aan gewassen ïot een groote groep is de deftigheid ©r af. Dan kom-t er weer wat nieuws ei. zoo c.rkelgangt de deftigheid. HAGENAAR. iiprt en tiensiriiiien De Olympisch) spelen. De worstelwedstrijden gaven de volgend© resultaten: Zwaargewicht. Ohlgren (Zweden) slaat Yasbotteö (Noorwegen) op punten. Vedergewicht. Ilaive beslissing. Friman (Finland) legt Boumans (BeJgte) in 5 inin. 27 sec.; haJihonen (Finland; wint op punten van Pufc- sepp (Estland). Lichtgewicht. Tamminen (Finland) wint van Anderson na 25 min. onbe slist worstelen door het daarna aan leggen van een eersten greep; Vare (Finland( legt FrisenfeJd (Denemar- kén) in 8 min. 13 6©c.. Middengowieht. Weslgrund (Zwe den) slaat Portilla (Finland) na een forschen strijd van 25 min.; Lindford (Finland) slaat Szinianski (Amerika) in 27 sec. Midden Zwaargewicht. Jolymson (Zweden) wordt overwinnaar ver klaard over Teter (Denemarken; in IC mill. 57 sec.: Sint (Neder:and) legt in 7 min. 8 sec. door een schoudc-rgreep den Belg Walden. Wahlen was niet op tijd verschenen. De Hollander, meen de op dien grond aanspraak te kun nen maken op een overwinning. Ter elfder ure verscheen echter de Belg op het podium en Sint kon een meer eervolle overwinning 5>oeken In de finale kwam Sant tegen Jo- hanson (Zweden). De eerste ronde bleef onbeslist; in de 2e ronde lind onze landgenoot veie aanvallen van zijn tegenstander t.- verduren. Na een dei- aanvullen was Sint in den brug en werd toen gelegd in een lial- ve gordelgrecp waarmee Johanson de overwinning boekte in 20 min. Zwaargewicht. Luidford (Finland) wordt overwinnaar verklaard van Hansen (Denemarken; in 7 min. 17 sec. Na buitengewone verdediging moet Sjouwerman (Nederland) bezwijken voor Alilgren (Zweden) die in 9 min. 43 sec. den Hollander weet te leggen. Vedergewicht eindstrijd Kahkonen (Finland) legt Friman (Finland) en verwierf daarmee den eeretitefl. Dit was oen uiterst spannende par? 1 tij dit luide werd toegejuicht. Feuilleton EEN VERHAAL UIT HEI OUDE KAMERIJK. .Vrij vertaald naar het Engelse hv BARONES ORCZY. 48) Met een schreeuw van woede wend de de Landas zich tot de bedienden, die verschrikt door Jiet hevige ge vecht in een hoek van de kamer hij eikaar gekropen waren en nauwe lijks durfden adern halen. Hier Jan! riep hij heesch. Pe ter: Klaas allemaal! Grijp dien man. Valt hem aan, grijpt hem! Vooruit vait aan, zeg ik je- Eon ondeelbaar ©ogenblik kropen do mannen nog ter in den hoek van die kamer, do. olijk geschrokken van de onbekookte woede die den Spanjaard zulk een laf en vreeselijk bevoj iu den mond gegeven had. Zij aarzelden maar een oogenblik, en ge durende dat oogenblik konden alten weer oven op adern komen. Maar oven later, aangevuurd door de drei gende bevelen van de Landas, kwa men zij uit hun hoek te voorschijn en ren naar voren. Gilles zag dadelijk deze nieuwe, on verwachte bron van gevaar. De ont zettende lafheid van dezen nieuwen aanval gal hem kracht en sterkte om te handelen. Met ©en van die vlugge, meesterlijke gebaren van hom, die steals onverwacht kwamen, gooide hij zijn wapen neer en greep een van de stoelen die vlakbij hein op den grond lagen. Hij lichtte den steelhoven rijn hoofd op en zwaaide er mee a.'e een reusachtige schroef; dreigend stond hij daar, nu ook vervuld van haat voor den laffen tegenstander die op die manier alle ridderlijkheid en eer lijkheid uit het oog verloor. Hij sloeg met den zwaren stoei naar rechts en naar links. De knechts ston den stil, angstig. De Landas vuurde hen aan en porde ze met zijn zwaard in den rug. Nu hij eenmaal zóó ver gegaan was wilde hij zijn plan ook ten uitvoer brengen. Valt hein aan. Jan! Klaas! Voor uit, ellendige kerels! riep hij heesch. Valt hem aan, of ik laat jullie mor gen allemaal ophangen! U'j sloeg zb met het vlakke zwaard, schepte hen en sloeg ze met zijn vuist, tot zo wed gedwongen waren vooruit te gaan. De zware stoel kwam met een doffen slag neer op het hoofd van den ecnen man en den schouder van een ander. Er werd luid gevloekt en gekreund van pijn, maar hun groote aantal behaalde tenslotte da overwin ning. Nog een aanval, nog een aan loop, e" zo waren bij hem. Toen voelde Gilles ate hij instinct, het zware gordijn achter hem. Om een seconde tijd te winnen, wierp hij den stoel te midden van zijn aanvallers eri bracht zoo hun aanval in de war, toen greep hij met heide handen het gordijn, rukte er hard aau zoodat het naar beneden kwam met een gebroken roede, en gooide de heele zaak op zijn aanvallers. De Landas die vooraan stond was de eerste die cr niet door op de been kon blijven. Verzwakt door bloedver lies, struikelde hij en viel en trok een paar van de bedeinden met zich mee. De roede kwam op het hoofd van du Prèt terecht, zoodat die al duizelig was, liet bewustzijn verfoor, terwijl Maarege verbaasd, niet begrijpend met een verdwaasden b!ik om zich heen staarde. De andere kerels, verlamd door een soort bijgeloovigen angst, keken hem met open mond aan, terwijl Gilles al leen bewogen door een blind instinct tot zelfbehoud, zich vrij maakte uit zijn nieuw© barricade. liet eerete wat hij deed was zich bukken om zijn zwaard weer op te rapen. Een tijdelijke kalmte, vreemd door de absolute stilte, was gevolgd op de ,woc9te verwarring yan zoo even. Gilles, wankelde toen hij .zich weer oprichtte en bseefte eindelijk diat zelfs zijn geweldige uithoudingsver mogen hem begeven zou. Er was een waas voor zijn oogen, waardoor hij nog vaag ecci groepje lakeien voor zich kon zien, die vlak bij hem dicht tegen elkaar aan stonden in die half donkere kamer; anderen kon hij vaag onderscheiden onder het gevallen kleed; verderop lag de Borel, hulpe loos naast Herlaer; Maarege'had zijn gebroken zwaard nog in de handen; La Brove was flauw gevallen en lag dwars over den lessenaar heen en de Landas z.:s hij in een half liggende, half zittende houding op een omge- gooiden stoel, blijkbaar worstelend met zijn duizeligheid, rijn hand uit gestrekt, met trillende vingers die nog steeds dreigden en op den geheten vijand wezen. Voor liet oogenblik kon Gilles zich niet bewegen. Het masker brandde op zijn voorhoofd en wangen alsof het van heet ijzer gemaakt was en hoe wel liij er naar verlangde het af te doen, weigerde zijn arm hem den dienst, door volkomen uitputting. Hij verlangde cr naar de deur uit te ko men om Jchan te zoeken, maar zijn ledematen waren zwaar als lood en hij kon ook haast niet meer den ken. v. Juist oj) dat oogenblik toen hij op het punt stond het bewustzijn te ver- J liezen, hoorde hij vlugge voetstappen de hoofdtrap afkomen; daarna hoor de hij ze in de hal. Do knechts, bijna blind van schrik en angst, hoorden ze ook, en kropen nog dichter bij el kaar in liet duister. Zij sleepten zich voort langs den vloer, dichterbij Gil les. alsof ze bij liem bescherming zoch ten. Ondervinding bad de arme ke rels geleerd, dat zij, wat er ook ge beurde, gestraft zouden worden voor wat er voorgevallen was. Hel is waar dat zij olies verdienden wat zij zou den krijgen want ook zij hadden een minderwaardige rol gespeeld: muar wat er Verder ook gebeuren zou, een pak 6laag, of nog erger, zat er zeker voor hen op. Hun meesters waren nu te zwak om hen te beschermen, al zouden zij het willen doen. De Mar kies de Landas, booe om zijn neder laag. zou misschien de eerste zijn om zijn mannen to verraden. Daarom verzamelden zij zich nu om Gilles heen, om den man dien zij bijna vermoord hadden. Zij wendden zich tot hem in hun onberedeneerde laf heid, in hun instinct om ergens ach ter te kruipen dat stevig was en sterk. Zij kropen weg in de schaduw, zoodat de bedienden van d'Inohy als zij kwa men, ben niet zouden kunnen zien, "vonmin al« dc nachtwakers of de paleiswacht als deze op het toaneel mocht verschijnen. Zoo kwam het dat Gilles, toen hij naar de deur trachtte te loopen, dit niet doen kon door die angstige inen- schemnaesa <iie verschrikt om hem heen kroop. Hij was te vermoeid om hen allen op zij te schoppen, dus hij hield zich maar stil en luisterde naar .de voetstappen die dichterbij kwa men. Een van dozc scheen hij te her kennen een zware stap, eenigszins met slecpende voeten Jat kon al leen Jfchan zijg. Hij trachtte zijn trouwen knecht te roepen maar zijn keel was zoo droog dat hij geen ge luid kon geven. De voetstappen waren nu heel dicht bij en door de open deur kon hij een nieuw, flikkerend licht zien, in alle hoeker, van de gang. Er kwam een fakkeldrager aau. andere, lichtere voetstappen volgden en het scheen wel of hij het geruisch van zijden vrouwenkleren over den marmeren vloer hoorde. Gilles wad nauwelijks meer bij be wustzijn; zijn lichaam was totaal uit geput, maar toch kon hij met zijn geest alles juist bijzonder goed waar nemen. Hij stond op en staarde n;uir de open deur: liii wist dat „zij" over een paar seconden zou verschijnen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 9