JoÉvrouw Jacqueline HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1020 DERDE BLAD i.i ..li i „■i'JlLiLL Rubriek voor Vrouwen. liEN OUD SPROOKJE. Eens op een dag, zoo begint een ouil Chineesth sprookje, beslot.n de goede Geesten, die bet lot. der m« schen be- bturcn, de Henieteciie gewesten te ver laten en hun macht te gaai. gebruiken om 'Je aardsche sterveling.:» gc-Jukkig te inuken. Zij wilden daartoe iedere wolling binnengaan, bereid om de gaven uit te doelen, die ieder meende dal noodig waren voor zijn geluk, of lier» zouden helpen oin hu.i levensdoel te bereiken. De goede Geesten ver heugden zich in de Wijde gedachte eer. weinig waai- ge'luk a?n de roen- solien te kunnen brengen. Om dit te kunnen doen, traden zij de menschen- klnderon vriendelijk togefflioet. ,;Wat zoudt ge wel liet alleri iefet willen bezitten?'' vroegen ze aan ieder. „Zeg 't slechts en wat ge vraagt, het zal onmiddellijk uw deel worden.". De antwoorden verschilden opva'l- lend weinig: men vroeg otm geld en goud, altijd weer, bijna zonder uit zondering. Wel waren er zieken, die smeekten om gezondheid, maar dat waren zij, dio zoo rijk waren, dat goud geen waarde voor hen had; waren ze arm dan zeiden ze. als ik maar eerst geld hei', don kan ik mij laten verzorgen en genezen en met de beterschap kan ik immers van mijn rijkdom genie ten? Enkele rijke Mandarijnen wenschten meer macht en invloed ten koste van anderen die hen uv den weg stonden. Gelukkig waren er maar weinigen die op dc moge" ijkheid hoopten van nu eens in staat te worden gesteld orn een oude veete te kunnen uitvechten of hun haat en wraak te kunnen koe len. Daar waren natuurlijk jongeren, die er we! eenst aan dachten vóór alles hol geluk in de liefde te vragen, maar zij bedachten in tijde, dat liefde en armoede slechte gezellen zijn, en dat rijkdom een goede kans geeft om liefde te veroveren. Dus ook 'deze Jaatsten wenschten „goud"! De goede Geesten warén we4 wat ontdaan over deze treurige overeen stemming bij de menschen. en het weinig verhevene der menschelijke as piraties. Zo© kwamen zij 'dan eende lijk bij het paleis van den girooten keizer „Yao". „Daar zullen wij zeker een heftig verlangen naar volstrekte macht en overheersching aantreffen zoo spraken zij tot elkaar; „misschien verlangt de machtige wel den dood van zijn tegenstander!" Maar Yao wilde voor licn zijn hei ligdom niet eens vertalen waar hij aJ6 een beeld in vroone gepeinzen verzon ken, troonde; de keizerin echter zou de goede Geesten ontvangen. ,,Nu zullen wij wel ijdc'le beuzelachtige vrouwenwenschen te voldoen krijgen" meenden zij. De zaal binnentredende, waar dille wanden met bloemen ver sierd waren, zagen zij onder een bal dakijn van witte veeren een vrouw gezeten, stijf en rechtop in haar statie- gewaad van dierenhuiden, In haai- handen hield zij een staf, omwonden met lange draden, die zij mot groote zorg en geduld trachtte te ordenen en te ontwarren. Na de zeven groeten, de handen op de aarde en het vooriioofd in het stof gebogen, stelden zij weder dazeiJfde •-vraag: ,,0, machtige vorstin, stralen de Zon, en lichtende Maan, wat wenscht Gij om gelukkig te zijn?" En do vorstin zag met. haar bloe- rnonoogen neer op de Heme'sche Gees ten,-die aan haar voeten geknield la gen „Goede geesten" zoo sprak zij „indien gij de macht er toe hebt, schenkt mij dan de kracht om met moed en vreugdevol zoolang te leven tol ik het werk, dat ik ondernomen heb zu_ hebben voltooid, een werk, dat noodig is voor het heil der men een heid En aij wees op den stok met dra den die op haar schoot lag. Want zoo eindigt het oude 6prookje, deze staf was het eerste spinrokken waarop de linnen dradar gewondch waren en de keizerin, de echtgenoot© van ,.Yao" die in de veer tiende eeuw leefde, vond de kunst van het wöVen en spinnen uit. EEN' NOG TE WEINIG BEKENDE INRICHTING. Ik denk wel, dat velen het met mij eens zullen zijn, dat een dag in Am sterdam doorgebracht Juist daarom zoo vermoeiend is, omdat men halverwege feuilleton EEN VERHAAL UIT HET OUDE KAMERIJK. VrJJ vertaald naar het Engelschvau BARONES ORCZY. 72) Welnu, Messire, hernam Jacque line vroolijk, na een poosje, zijt ge er nu va.ri overtuigd dat ge nog steeds op de aarde zijt en hier door men- sfilienhanden zijt gebracht? Neon, daar bon ik niet van over tuigd, madame, antwoordde hij. Toch zou ik dolgraag willen weten hoe ik hier gekomon bon. Dat is eenvoudig genoeg in zijn werk gegaan, Messire. llc deed mijn gewone ochtendwandeling in liet park loon ik een ontzettend lawaai aan den anderen kant van den muur hoor de. Met de. twee bedienden die ik bij mij had haastte ik mij naar de poort, want het geschreeuw dat wij hoorden klonk dreigend en voorspelde niets goeds. Een van mijn bedienden klom op de schouders van den ander en heesch zich tot bovenop den muur, daar zag bij dat Oen bende gewapend met stok- de.li dag wel een maaltijd in o e t gé bruiken, wat in een overvoóe Lunch room in bet drukste gedeelte der stad geen genoegen mag boeten. Als uic-n in do etad is voor con leamg, oen ten toonstelling of een vergadering, lie .ft men behoefte om een oogenblik uit te rusten; ook komt liet dikwijJw voor dut vrouwen uit versclüileiide plaatsen van one land elkaar eens willen spre ken zonder 'luidruchtig gezelschap om zich heen. Welnu, die gelegenheid is er nu, want de Amsterdamsche Coöperatieve keuken heeft op het Molenpad, dicht bij de -Leidschestraat, een keurig res taurant geopend. Alles ia nieuw en smaakvol ingericht en de groote open slaande ramen koimen uit in een Uom- merrijken tuin. Ge kunt hier voor zeer matigen prijs koffiedrinken-, ook wanne schotels zijn verkrijgbaar öf een geheel-o lunch of diner.. Ik vroeg aan de directrice of zij over hot be zoek tevreden was. „Zooals u ziet," zeide zij, „komen bier veel lieeren koffie drinken die in de -buurt hun kantoren hebben-, 's mid dags is hot nog voller, maar wat ons zoo vorbaast is dat zoo weinig vrou wen van onze lokalen gebruik ma ken. Wij hebben enkele dames die ge regeld komen, maar wij gelooven, dat wij niet genoeg reclame hebben ge maakt." Dat wil ik ook niet verder doen, al leen meende lk velen onzer een dienst te bewijzen met liaar op liet nieuwe restaurant en liet rustige plekje attent te maken. T. J. WILLEKES MACDONALD— RE YN VAAN. (Dit is de gewone eigenaardigheid van vrouwen, die aan 't hoofd van ondernemingen staan: zij zien de he teckenis van reclame niet ln. Nu deze dame, zooals blijkt uit hare opmerking, de fout begrijpt, willen Wij haar thans niet afschrikken, door de reclame, die onze- medewerkster voor haar maakt, te schrappen. Voor 't ver volg behoort die reclame evenwel in de advertentierubriek thuis; RED.) WAT DE WINTER ONS BRENGEN ZAL. De mode als voorHjiellini;. Veranderingen. Eenvoudige snit, Bruidsjaponnen een nationale dracht. Eenigen tijd geleden lazen wij in het FraiiÊche b.ad „Excelsioreen ar tikeltje over voorspellingen naar aan leiding van de mode, oftewel het in stinct der vrouw. De schrijfster durfde namelijk te vei ondersteilen, dat de vooraanstaan- do mode-aangeefstere ais bij ingeving weten, onder welke oan-staindighederi de nieuwe mode gedragen zal worden, en dat zij daarnaar hare keuze der Weeding inrichten. Zoo beweerde zij onder anderen, dat de mode-voorgangsters in het voorjaar van dit jaar gevoeld hebben, hoe kil eu regenachtig dc komende zo- mer zou warden, en dat zij daarom onwillekeurig, en geheel volgens haar instinct, handelend, Óen richting voor schreven, die hot dragen van hooge boorden vooraclireef en het kiezen vu» zwaardere stoffen dan de voiles on dunne zijdesoorten, die tot nu toe zoo in trek waren voor den zomer. Ei: de schrijfster van het artikeltje liet het niet bij dit eeiie staaltje, maar noemde er nog eenige op, waarbij precies uitkwam hoe de mode-aangc- vc-nde kring toestanden in de naaste toekomst had voorvoeld, en in haar nieuwste creaties uitgedrukt. Maai- er le?k ons toch wel iets aan het verhaal te ontbreken: de geschie denis vermeldde namelijk niet. wat de r,u komende wintermode in haar nieuwigheden zou uitdrukken! Zegt men dan niet onwillekeurig: Ja, nu het eenmaal afgeloopen is, :s er geen kunst aan om het zoo uit te leggen. Maar vertel 't liever van wat komen gaat! Dat er geen verandering in de mo de plaats zou hebben, is niet denk baar: ai zijn liet soms ook kleinigho- |;len, toch is er altijd verschil te be merken, en we zien dat ook weer in wat voor het koonc-nde e ei- zoen het meest gewild is. Waren verleden jaar winter voor mantelcostuums de geruite of ge streepte laken soorten zeer in tel, thans zijn die nagenoeg gaheei en ai verdwenen om plaats te maken voor ken en messen met groote woede een man aanviel, die zich staande hield met zijn rug tegen de poort, terwijl wij allen duidelijk het geluid hoorden van de steencn die tegen den muur aankwamen. Het was een paar secon den werk om dio poort open te maken en gij Messire, viel achterover in mijn m de armen van mijn bedienden. Toen hij geen en-kei teek en gaf, geen woord zeide, en heel stil, als verdoofd op zijn elleboog bleef Leunen en haar met hongerige oogen aankeek, voegde zij er zacht bij: Ge hebt toch geen pijn, Messire? Vreaselijke pijn, antwoordde h? met een zucht. En ik ben bang dat ze ongeneeselijk is. De toon van zijn stem de uitdruk king van zijn oogen, terwijl hij dit zeide, zeiden haar genoeg. Zij sloeg een oogenblik de oogen neer, terwijl een donkere blos haar wangen kiem de. Het was even doodstil in het prieel men hoorde niets anders dan het gcruisch van den wind dooi de jonge twijgen van de ciomatis cn het geroep van eon roodborstje in de boomen. Jacqueline was de eerste die zich herstelde. Zij slaakte een korten zucht, en niet in staat een woord te uiten draaide zij zich om om heen te gaan, alsof ze bij instinct wilde vluchten voor een of nndcr gevaar dat er voor haar school in het heftige, wilde kloppen van haar hart. effen wollen stoffen. De rok van het pakje is nog et eed» glad en nauw (vooral niet te nauw!) maar de half-Iange mantel dankt zijn „model" nu niet meer aau een -mal loejee-omgedaan ceintuurtje doch aan de snit, die de taillelijn zeer duidelijk aanwijst: één enkele knoop houdt het manteltje dicht. t erleden jaar winter gaf het tijd schrift „Vogue" al een dergelijk mo dolletje aan, mam: het was nog een heei enkele ,en nu schijnt het eerst gced ingang te vinden. Voor den overgangstijd worden vee! fluweelen -hoedjes gedragen met lint- versiering en dan niet ais een keurige c-rn den bol van een platten hoed ge- Egde garneering met een saaien strik, maar een diepstaand dopje met een groeten, quaei-nonclaJanten strik,half van voren, half op zij, of een hoed met haüf-opgeelagen rand en een groe ten vlinder-strik in stijl. En dan wacht o»e bij thuiskomst na een wandeling of bezoek ©en fiu- wecden japon-, die ook zeer modem is. Dc kleuren, die het meest gewild ui len zijn, lijken allec-n wel wat vreemd, namelijk citroen-geel en geramium- iood. Dit is wel bedoeld voor avond japonnen, gegarneerd met zwarte kant of bont, maar welke vrouw zal zich aan een citroen-gele japon wa gen? Lnt.usschen is fluweel als winter dracht voor ons land geen ideaal: hoewel het dik genoeg en schijnbaar warm is in het dragen, valt diat toch' we; eens erg tegen, en de meesten, die er ondervinding van hebben, zul len dan ook voor het gure November weer of een mogelijke vrieskoude liever wat anders hebben. Voor japonnen ie laken nog veel ge wild, vooral in combinatie met zijd© voor een gekleed coetuum. Ook de minder kostbare wollen stoffen vra gen hun aandeel, maar ai deze hebben (•éi ding gemeen: de taille is mag, zco laag mogelijk zouden wij kunnen zeggen, zoodat het geen taiüchjn meer genoemd kan worden, en dan hangt het iijfje meestal iet/ of wa: los over het zoogenaamde .middel been. llond-uitgesneden halzen of punti ge, hooge boorden, die wijd uitstaan of nauw aansluiten kunnen naar ver kiezing gedragen worden en de mou wen zijn öf heel kort, dat wil zeggen tot een eindje boven den elboog, of geheel lang. De garneering der japonnen is, vooral wat de rokken betreft, veel eenvoudiger gewonden. Bont, bijvoor ieeid ale hooge boord, manchetten en rondom als heupgameering, satijn!m: a!c ceintuuT, opzij tocgeknoopt, eenige roepen van een andere stof, of een metaaivensiernig kunnen al wonderen deep aan een schijnbaar eenvoudig japonnetje. De avondjaponnen houden zicli veel op met kantgaamcoring, wat een zeer kostbare en voor ve-len ook te ouwelijke liefhebberij is. Dan is Vuile oen veel aardiger dracht, wanneer hot licht gegarneerd wordt met satijn lint, cf als overkleed gedragen. Het over ledene echter, dat verleden jaar de rokken vooral zoo kenmerkte, ie or grootendeéls uit, en wanneer men dan leest van een rood-fluweelen avond japon, met rustig-gedrapeerden vo|< cn als eenige versiering verder een bescheiden garneering van zilverkleu rige kant-, dan kan dat ons toch niet meer als overlading voorkomen. Het mode-tijdschrift „Chic et Sinn plicité" wijdt bijna iedere maand een dubbele pagina aan bruidsjaponnen. Ma ar het is eigenaardig: hoe vaak v.;- ook den 6maak der Francais «s bewonderen, wij Ilollandsche vrou wen kunnen overliet algemeen haar creaties van bruidstoüetten niet aan trekkelijk vinden. E-en Franech bruddstoHlet is m ooi- gemaakt, zelfs overladen, en daardoor 'heel /vaak weinig flatteus. Al die kant, plissés, strooken, kunstbloe men en zware stoepen maken dc bruid ouwelijk en geven haar een ge drukt- uiterlijk. Het za] met die oude traditie van het witte bruidskleed wel zijn: s Lande wijs, 's lands eer. Want daar dit cosluum zich altijd eciiigs zirc- afzijdig houdt van de mode, blijfl ook de nationale geest er meer in oe- s:aan, en is er nog altijd een groet onderscheid tusschen ©en Fransch, een Enge toch en een Hollandsen bruidje. Als slot van dit mode-praatje noe me» wij nog de mantels, die het cape model, dat hier al heel weinig ingang vindt, gpf.romv blijven De meesten houden zich hier meer bij den langen mantel, diestijver is, maar ook-min der opvallend en minder luahtig in Jacqueline! Zij had niet geweten dat haar naam zoo zoet kon klinken, als nu hij "uitge sproken werd op smeekenden toon in het mooie prieeü, waar zij en haar be dienden oen poos geleden Messire hadden neergelegd om te rusten. Zij keerde haar hoofd niet weer om, om naar hem te kijken, maar stond toch stil op den drempel, want haar hart klopte zoo snel dat ze een gevoel kteeg alsof ze stikte, en haar knieèn trilden zóó dat ze gedwongen was zich met één hand vast te grijpen aan de jongo twijgen die bij den ingang van het prieel neerhingen. Het volgende oogenblik was hij aan haar zijde. Ze voelde dat hij dicht bij kaar was, hoewel zij nog steedsbet hoofd afgewend hield. Hij knielde op den grond, bukte zich en kuste den zoom van'haar xok. En Jacqueline die nog een lund was waar het liefde betrof voelde dat er iets heel groots en geheimzinnigs en iets heel moois plotseling aan haar geopen baard was door die eenvoudige hul debetuiging van dezen man. Zij be sefte opeens waarom enkele weken geleden, toen de geheimzinnige min streel met het zoete geluid onder haar raam gezongen had, de heele wereld vol vreugde en schoonheid ge schenen had; waarom diezelfde we reld zoo eentonig en leelijk geschenen had gedurende d© lange dagen en we- ons nollan'dsche klimaat. Laat 3e Ito- rij scha vrouw dan maar genoeg heb ben aan haar cape, wij Hollandschen vinden hel wel eens aanlokkelijk ons heerlijk warm in te pakken. E, E. FBERBBOOM. Regendag door CONST. DE RAYMOND. Ze waren zoo hoopvol naar bed gegaan den avond ie voren, want Zondag zouden ze oen gezellig dagje hebben, buiten. GuMaaf, dc- oudste, ccn dertienjarige scholier, bad zich van bot plan al bijzonder veel voorgesteld; bij zou het nuttige wet het aangename vercenigeu eu daarom zijn bota niseertrommel meenemen; cn hij hoopte al bij voorbaat op een paar mooie cn zeldzame exemplaren, oin den volgenden dag zijn bota nisebe vondsten in de klasse te vertoonen. ilenrlëttc en Lucic, zij'n jongere zusjes, die ccn paar jaar in leeftijd verschilden, hadden moeder geholpen aan de voorbereidingen voor de reis cn alles Ulnar te maken voor een een- voudigen pic-nic onderweg, en de kleine, vier jarige Jannemnn had gewichtig druk ge daan, om ook mee te willen helpen. Het zou er dan eindelijk van komen: de fmuilic Mid-. Ucldam ging een dugje naar buiten. Dit plan was al dikwijls geopperd, maar telkens kwam er iets tuayeben en werilen zij weer verhinderd. Doch de kinderen gaven het niet op. Bot uliedaagsche verkeer in dc stof fige. muffe stad was in den zomer haast ondraaglijk. Zij verlangden naar fiisscbe lucht, naar bosch en lici, naar zee eu duin. naar plekjes, waar zo eens diep konden adem halen, waar ze dc zomergeuren zouden op snuiven, waar ze konden stoeien en nvotten naar hartelust. Dat was hun uitgang in de vacnntie. Eén heele dag in liet jaar. Het was niet te veel Maar het kon niet anders Zij hadden geen familieleden, die ergens buiten wnondeu, waar den kindereu onderdak kon gegeven worden. Zij zouden, behalve de zeer dure reiskosten, ook veel geld hebben moeten he talen voor logies en dat ging niet Maar voor één dag, dat kon net. hoewel d-. kosten toch ook niet gering waren. Op den bevvusteu dag waren dc kinderen reeds vioegtijdig wakker. Gnus was !;e; eerst gewjiKwlieii en gekleed en Jnuneraan drentel de al bedrijvig heen en weer, terwijl Jet en Lueie bezig waren de mooie gestrekm wi.ic jurken aan Ie doen. Moeder had juia thee gezel en was wat druk. om alles tijdig gereed tc hebben. Maar niet zoo haastig, vrouw, liet ri der zii-li bnoren. ik vrees, dat we allen tijd zullen hebben. Meteen keek hij naar buiten cn bedrukt naar dc lucht, die egaal miezerig grijs was, zoover het oog reikte Ecu vieze, dreinende, mottige regen druppelde stadig neer cn hechtte zich overal kleverig aan; het bladerendak der boomen voor het huis scheen at: niet dauwdruppen beparcld; bet asphalt der straat lag slikkcrig bruin, du t een gelei achiige laag bedekt. Enkele voorbij gangers, diep weggedoken in den kraag van hun regenjas, of beschutting zoekende »n-tor opgebolde paraplnies. schuifelden hvastig verder, telkens even terzijde springend, men- tend de plasjes in de asph.-.ltkuilen te ver mijdeu. Neen! Yoorlooplg kon er >au dc reis mets komen. Dat zou geld weggooien zijn, of verteren »n arrenmoede. En er was geen kans op, dat 't weer in dc eerste uren zon opklaren, daarom, de uitgezochte treiu kon gerust vertrekken; zij zouden een volgenden moeter. zoeken in het spoorboekje, lil de hoop. dat het weer dan Wit beter zou zijn geworden. Als het centgszins kou, zouden zij din gaan. Was het slechts een bui geweest, dan hadden ze het wel kunnen wagen. Mei behulp v.iu re genjassen en cape* zouden ze -l in het -veer getrotseerd hebben. Doch er was geen enkel lichtend plekje aan den hemel te onderken nen; het was <>r alom in het rood een drome rig, sfcpclqtf regengordijn hing, dat benau wend alles omknelde en zelfs dc atmosfeer in de kamer klam maakte. Dc teleurstelling was voor de kinderen groot '/.ij hadden niet gedacht, dn', bet -veer een spelbreker zou zijn. En nu die regen Maar ze zouden wachten. Straks zou het wel op- klaien. Dan kwam vast de zon Dan Kou-:e door dut somber wolkenfloers heen breken. Dan konden zo Immers gaan met den v>l- genden trein. Dan hadden ze hoogstens een uur gemist, Dus den moed niet verloren. Ze koni'"n nu op hun gemak ontbijten cn zich zonder haast gereed maken voor de reis. Ondcrlnsschen zon de zon zich wel hebben laten zien. Maar dat deed zc niet! liet was haar niet mogelijk door dat dichte droppelgordijn hoen te dringen. Ook den tweeden trein moest rneo laten vertrekken, omdat or geen uitzicht, war- op beterschap. Doch de atmosphcrisehc toestand was toch eenigszins veranderd; dc jengelende prikltelrcgen. nauw zichtbaar rn et vallen, had namelijk plaats gemaakt «-oor een reso lute bui. met stralen dik als pijpenstelen, die kic'.tncud tegen dc ramen rammelden. Ge- lijkei tijd was een s-.raffe Zuid-YVester opge stoken, die striemend langs de huizen streek cn dc takken van de boomen zwiepend tegen elkander sloeg. Maai met zoo'n nijdigeo wind wil het wel ccn* spoedig ophouden met re genen. Ai zou de lucht dan niet geheel op klaren. en elk oogenblik een nieuwe stortbui kunnen losbarsten, wanneer het dan slechts even ophield, zoodat zij in de gelegenheid waren op tc stappen, dan zouden ze wel verder kunnen zien. Als ze maar ceret op weg wnri'o naar het station, dacht Guus. dan zouden ze ook wel in den trein gaan, en al hadden ze dan wellicht buiten niet zooveel genot, dan wanneer het schitterend zon- weer zon zijn geweest, dan zouden ze toch builen zijn. kunnen genieten van boscb en veld. zich vrij kunnen bewegen, eu zou hij allicht eenige bijzondere plantjes kunnen op pikken voor zijn botaniseertrommel. Als die wind den regen nu maar wegvaagde voor oen uurtje, ccn half uurtje, een oogenblikje desnoods, dan zou vader mogelijk bet sein tot vertrek geven. En waren zij eenmaal op weg. och. dan ging de tocht wel door, d.iu zouden ZO het zeker wagen. liet bleef echter regenen, niettegenstaande de Zuid-W ester rukte en gierde, zóó of-ïe z'n krarht wilde beproeven aan boomtakken en kc» dat Mofóir© riek was en zij hem niet zien kon. Zij wist nu dat de zan ger met zijn lied haar hart had ge opend én dat ze, zonder het zelf t© weten, de liefde lia<l binnengelaten en een nestje had laten maken, wat haar beurtelings onuitsprekelijk gélukkig en diep rampzalig had gomaakt. Brandende tranen kwamen haar in de oogen; een verlangen naar iets wat zij niet Kon begrijpen vervulde haar ziel. En tegelijk mei dit alles deed een on eindige smart haar pijn zoodat zij het had kunnen uitgillen een gevoel van iets onbereikbaars, iets dat vol maakt. -en heerlijk was ©n dat door een woeselijk.' speling van liet noodlot voor altijd buiten haar bereik moest blijven. liet kan nooit, Messire, was al wat zij zeide. De woorden kwamen als een kreet rechtstreeks uit haar hart een kinderhart dat nog niet geleerd heeft om te huichelen. En die kroot zeide meer dan een volledige bekentenis had kunnen doen. In een oogenblik was Gilles overeind, zijn armen waren om haar schouders en hij verborg zijn gelaat in haar prach tige liaar. En zonder tegenstribbelen liet zij hem begaan, genoot van zijn lic-fkoozingen, d© uanraking van zijn lippen op hnar oogen, haar wangen, haar mond. Haar gciieale wezen be antwoordde zijn üofde. Heb jc mij lief, Jacqueline-? vroeg telefoonlijnen, "die zwiepend cn sllnrercnd bogen voor zijn sierkéh adem. Moeder raadde de kinderen aan maar zoo lang een spelletje tc doen in hui*, in afwach ting. dat bet weer zich beteren zou, maar rij hadden in geen enkel spel plezier. Hun aan dacht bleef gc-vestigd op de omstandigheden bniten; zij stonden voor de ramen en tuurden onafgebroken naar de iucli' en naar dc. Meed* vallende dikke regendruppel*, die telkens borrelende luchtbelletjes vormden iu de wa terplassen. O! O! zei kleine Jan. watte regc! Waar komp die allemaal van daan.' Och, jonge, antwoordde I.ueie, met haar vinger in dt hoogte wijzend, ilit dc lucht-. dat zie je toch! Uit dc lucb? vroeg Jan weer. wat is de luch? Diar! riep Lucie, met haar vinger weer omhoog wijzend, daar hoven! Och. schaap, zei Jet tegen Lueie, boe kom-ie daar au/.. Lucht i* toch bcueje ook.' Iloor hair nou! ontstelde Lm-ic. de lucht bcneje, nee maar! Lucht is overal, boor! beweerde Jet. dat heeft meneer in de klas verteld! Ja! kwam Guus er tusschen. dat b ook zoo!.... Lucht ia overal!.... Dc regen komt uil de wolken dat had je moeten zeggen. Luus! vervolgde hij, met ccn schijn van geleerdheid. Uit de wolleken? vroeg Lin ie ongeloo- vig, en Tc zie geen wolleken, Nee! zei Guus, eenigszins in de war ge bracht door die opmerking, n o u niet maar zc bonne er toch wél. Waar dan? vroeg Jan, die het beloog aandachtig gevolgd had. In dc luclit, hoor, kleine! antwoordde Guus. Nou, zie je wel! sprak Lueie, nou zeg-ie zelf dat ze in dc lucht bcnne! Ocb, je bent 'n tiejiie! zei Guus, zicli eenigszins gebelgd van het raam keerend. Wat is dat, Qpusï kwam moeder tus- schenbeidcn, geen naampjes geven, hoor! Je weel wel, daar liou 'k niet van! En nu maar niet kibbelen over het weer.. liet zal straks wel opknappen en dan is cr nog niets verloren.. Hier! zei ze. als pleister op de wonde, elk ccn stukje chocola gevend, ccn partje van een reep, die ze (laar juist in vieren had verdeeld. Anders had ik dat in den trein gedaan, lichtte zc toe. maar nu moeten jelui het maar zonder chocola doen. De kinderen dwaalden 1111 een oogenblik van het raam af en knabbelden op hun stukje chocola, doch kort daarna werden ze toch weer aangetrokken anar het uitzicht op de straat, steeds verwachtend den regen te zien ophouden, al maar hopend dat het spoe dig droog zou worden. Zij veegden met hun zakdoekjes dc ruiten af. die klam bcwn»cmd waren, doordat dc temperatuur ln de kamer blijkbaar hooger was <L»n buiten, cn koken verlangend naar dc lucht. Maar het regende nog altijd. Wel scheen bet of dc wind minder fel blies dc boomtakken zwiepten niet meer zoo vei door het gerammel van dc ruiten was niet meer zoo hinderlijk. Doch dc regen bleef zonder ophouden vallen in gestadige, dikke stralen. 3ls uit een onuitputtelijke bron. onafgebroken dalend in lijnrechte pij penstelen, om kletterend uiteen tc spatten op het asphalt en dan in onrustig golvende beekjes bet riool in tc stroomen. Tegen de- buitenzijde der ruiten bleven enkele regen druppels kleverig hangen, zakten lager en lager, om zich eindelijk snel, in grillig kreu kelende lijn een uitweg zoekend, aan «Ie onderzijde in een waterlijn!je op te lossen. Geregeld, met de regelmaat van een uur werk, een droppelrceks van waterbellen, die op het vensterkozijn met harden tik uit eenspatten Tik, lik! Tik, tik! ging bet monotoon, als het geluid van het tikken i ener ouderwetschc staartklok. Vader was de krant gaan lezen cn moedor zorgde voor de koffie, een gedeelte van den voor den pic-nie bestemden voorraad ont pakkend en op de bordjes plaatsend. Wan neer er vin hel uitgaan nog iels kon ko men, zou hel toch middag zijn. de koffie zon dus in geval thuis genuttigd kunnen worden. Zwijgend worden de boterhammen gegeten dc teleurstelling wits groot en het misnoegen bleek uit de gesprokken. Die nare rego ook.' zei Jannemnn, scheid Dat lijkt wel, vent! lachte vader, maar wc geven den moed nog niet op.. Wie weet, komt er straks nog niet een oogenblik pauze- in dien regenval. Zoo werd liet middag. En nog altijd re gende het. Dc meisjes hadden de witte jurken uitge trokken. Guus hing uit moedeloosheid z'n botaniseertrommel maar weg en ging een bock lezen over het „Wondere leven der Paddenstoelen". Jet sloeg dc piano open cn bladerde wat in cenmuzickbock. Lucic zocht zuchtend naar haar haakwerkje. Jan bleef evenwel star naar buiten kijken cn tuurde onafgebroken naar de lucht. Moeder deelde een tweede reepje chocola zij voorzag dat van de reis tocli niets meer zou komen, of het zou al heel spoedig moe ten veranderen Nou hceft-ic rege uitgescbeijc! riep Jan plots, blij cn opgetogen van liet raam huppe lend. Dil was hot sein waarop dc kinderen zicli weer snel naar het raam begaven; zjj veeg den over dc ruiten, keken cr door en werke lijk het scheen wel of die kleine Jannc- man goed had gezien. Geheel opgehouden had dc regen nu wel juist niet. maar cr leek toch eenige verande ring te komen. De stralen waren blijkbaar iels minder dik. doch erg duidelijk was di: nog niet tc ondc-rscheidcu. daar dc afstroo- mendc druppels van het bladerendak der boomen, rich met den vallenden regen ver mengden. Enkele voorbijgangers hadden echter de pa- rapluics dichtgeklapt, dus w.is het toch zeker hcuscli iets of wat minder. Vader keek op z'n horloge. Zou hij T nog wagen? Zou er werkelijk kans zqn, dat het nog droog werd? Moeder keek hem nieuws gierig aan; zij begreep zijn weifeling. Het zou zoo'n groote teleurstelling zijn voor dc kinderen. Als het maar even kon. zou iiij er zeker nog uitgaan. Het was al zoo dikwijls beloofd. En zij hadden er nu al zoo op gere kend. Doch het weer, het akelige, natte, grillige weer, maakte -aan allen twijfel een einde. De kinderen hadden dc jassen cn capes op gezocht en gedeeltelijk al aan- en omgedaan, toen vader, wenkend met de hand, riep Laat maar, Guus! öij en keek liaar <Iiep in de blauwe oogen <fie al zoo lang geleden zijn ziel veroverd hadden en hein tot hun slaaf hadden gexnuakt, tot op dit oogen blik, nu zij zich op hun beurt geheel aan hem overgaven. Ja, antwoordde zij terwijl ze lieui verlegen aanzag, ik geloof werke lijk, Messire, dat ik u lief heb. Laat hen, die het kunnen er Gilles de Crohin een verwijt van maken dat hij daarna zijn zelfbehcerscliing ver loor en allee, vergat wat hij zich had behooren te herinneren, behalve de weelde om haar in zijn armen te héb ben. Plicht, eer, beloften, de Hertog van Anjou en de koningin waren even ver verwijderd van zijn gedach ten op dit oogenblik als een kruipende worm van het uitspansel boven hem. Hij ging vandaag weg, hij trok de we reld in, het onbekende tegemoet, waar hij een nieuw leven zou kunnen begin nen, waai- geen smart of tranen zou den zijn alt* hij ©r deze lieve vrouw in zijn armen naar toe zou kunnen brengen. Ik kan je niet laten gaan, fluis terde hij, terwijl hij haar dichter te gen zich aandrukt© ©n haai- lippen bedekte met kussen. Geen macht ter wereld kan je van mij afnemen nu ik je heb, nu ik je in mijn armen houd, mijn mooie, heerlijke bloem. Heb je mij lief, Jacqueline? vroeg hij haar jioor den tienden keer en yoor En tegen Jetje en LueTc. die reeds In de gang waren Kom maar hier, meisjes, het repent al Inderdaad daaraan kon niet ra eer ge* twijfcld worden. Toch de kinderen zicb mop perend weer naar het raam spoedden, om zich van dien hatelijken regen te overtui gen (die kwelgeest, die spelbreker, din hun mooie plannetje zoo jammerlijk in (loipen liet vallen) plaste het hemelwater zoo over vloedig op dé straat, dat het was alsof het met teilen vol mi de lucht kwam vallen, of grootte van ccn cent, het aardrijk besproei de, of een douche van ouafzienbaren omvang aanhoudend geopend bleef. Het ratelde tegen do ruilen en het k,'.:tcrde op liet asphalt als ccn hevige hagelbui. De stralen spuiten tegen de keien uit elkaar, met zóó'n kracht, <i„! dc ojisputtcrendc waterdroppels weer eenige voelen in de hoogte werden geslin- g#id. Dc kuilen in de straat waren meren gelijk en liet overtollige, wegslippcndc water, gulpte lang» geulen en greppeltjes, schui mend en borrelend, naar dc lager gelegen plekken, of plompte bruisend in de gracht. Dc kruinen der boomen hingen zwaar om laag bladeren en takken neergedrukt door den aanhondendeo regenval. Kr liep niemand meer bij den weg. Ilici cn daar werd geschuild in ccn portiek. Al ben ccn straathond trotseerde hel weer cn liep. druipend, mot glimmend geplakte haren en z'n staart mistroostig omlaag, lagns de boomen, zoelisnnffclend. Zoo werd bet avond eu nog steeds regende het. Dc kinderen hadden de reis al lang opge geven Toen het na den middag nog altijd niet dioog was, hadden zc begrepen, dat het uitstapje in het water, in letterlijken zin, dóór het water, was gevallen. Zij hudden zich verder vermaakt in liuis, gelijk ze .lat zoo vaak moesten doen. Voor het uitzicht naar luiten hadden ze geen oog nietr. W;,« interesseerde het hun nu, of die regen soms zon ophouden. Zij hadden er thans geen be lang meer bij. Alleen Janneman ging nu ca daü nog eens naar bet raam en amuseerde zich met het kijken naar dien aanhoudenden surtvjoed, waaraan geen einde scheen ko men cn meende.af eu toe te moeten verkla ren dat „die regen nog niet had uitg«- sencijen". Ook later op den avond bleven de druppel» mg gestadig vallen. De straat zag cr toen droevig en verlaten uit. Het zwakke srliijn- scl door de beregende glazen van een straat lantaarn, glansde in dc rimjrelcnde plasjes raet giimmcrend getril en strooide lichtplckjcs op •li druipende bladeren der boomen.-. Op let kozijn klonk eentonig het regel matig druppclvallen, steeds in dezelfde ca dans: tik, tik! Het was al Iaat, toen het licht in de ka mer werd uitgedraaid. Maar het regende nog. jfersutBrziclit PLAATSELLJKE MAXIMUM-PRIJ KEN. He* Haagscne CoiTesponden tiebureau meldt. Naar aanleiding van bezwaren it Het Volk geopperd tegen de circulair© \nn den minister van Landbouw, Nij verheid ©n handel aan de gemeente besturen, waarin hij in herinnering brengt, dat zij plaatselijke maximum prijzen kunnen instellen, wordt opge merkt, dat dit juist voor het brood, waarvan in de bedoelde circulaire in hel bijzonder eprake is. zeer goed mo- geiijk is: immers het Rijk stelt de hioeni nog eteede ter beschikking van de bakkers voor een vreten prijs, welke in ©Ike gemeente dezelfde is- De broodprijzen echter zijn in de verschillende ganeenten zeer uiteen loopend. terwijl de ge meentebesturen veel beter dan de mi nister onder de oogen kunnen zien, hoe de prijs ter plaatse behoort t© wor den geregeld. Iels dergelijks geldt trouwens ooit voor dié melk; immers gedurende den aanstaanden winter zullen weer zeer groote hoeveelheden door de regeering moeten worden bijgeleverd, tegen een dooi den minister vast te stollen prijs. Reeds heeft'de minister, ten einde ex cessen te voorkomen, voor enkele ge meenten oip haar verzoek maximum prijzen voor melk vastgesteld. Maar meet zulks door den minister geschie den, dan draagt hij de verantwoorde lijkheid voor het opvolgen van ad viezen, welke geheel gebaseerd zijn op plaatselijke toestanden, waarvan uit den aard der zaak de advisee ren de gemeente-besturen beter op de hoogte zijn dan liet centraal gezag. Daarom is het veel beter, dat de ge meentebesturen zelve voor zoodanige prijszetting de verantwoordelijkheid dragen. Men kan hierin over sens niet te ver gaan: immers alle maxi- inpm-prijtsen zijn eenigszins twijfel achtige middelen tot duurte-hestrij- •ling, en dit geldt in hei bijzondér dé ny>!k, welke een bederfelijk artikel is, hé.geen in beslagneming daarvan nij overtreding in het algemeen cavern- den maakt, terwijl ook hei verbod van kaasmaken buitengewoon moei lijk te handhaven is en dan rok op de cporlijkste wijze ontdoken ls in «tér roe ilijksten tijd der distributie. DE I.ANDBOUWHOOGESCHOOL TE WAGENINGEN. Men leest >n een artikel van „De Veldbode" over de verw&arloozing van de belangen der Landbouwhoogeschool te Wage ningen den tienden keer antwoordde zij: Ik heb je lief! Alle begrip van tijd hadden zij ver loren. De wereld bestond niet langer voor de twee gelukkige wezens dio elkaar gevonden hadden. Voor hen was er alleen de liefde, rein© en hei lige liefde- De lucht was vol van de Lento en den geur van 't ontwakende leven om hen heen, de bloemknop pen, het sjilpen der vogels, het ge zoem der bijen de natuur, heerlijk, wondermooi in haar volmaakte zelf zucht en in haar negeeren van alles behalve haar eigen wezen. Houd je van me, Jacqueline? Ik houd van jel Laat ons dan, in den naam van God, die ons elkander leerde liefheb ben, dron# hij steeds heftiger aan, alles vergeten, olies verlaten, alles durven tor will© van onze liefde, liet kan nooit, zeg je alles kan, lieve ling, want de liefde maakt alles mo gelijk. Rang, weelde, plicht, land, ko ning niets anders dan schaduwen zijn heU> Verlaat lien, mijn hefsiel Verlaat hen en kom bij mij! Dc liefde is waar, is werkelijkheid! Kom met rnij mee Jacqueline en ik zweer je bij je schitterende blauwe oogen cn je heven glimlach, ik zweer j© dat ik ja zoo zal liefhebben en aanbidden dat je leven een lang, onafgebroken genie ten zul zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 9