JoÉvrouw Jacqueline
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1020 DERDE BLAD
i.i ..li i „■i'JlLiLL
Rubriek voor Vrouwen.
liEN OUD SPROOKJE.
Eens op een dag, zoo begint een ouil
Chineesth sprookje, beslot.n de goede
Geesten, die bet lot. der m« schen be-
bturcn, de Henieteciie gewesten te ver
laten en hun macht te gaai. gebruiken
om 'Je aardsche sterveling.:» gc-Jukkig
te inuken. Zij wilden daartoe iedere
wolling binnengaan, bereid om de
gaven uit te doelen, die ieder meende
dal noodig waren voor zijn geluk, of
lier» zouden helpen oin hu.i levensdoel
te bereiken. De goede Geesten ver
heugden zich in de Wijde gedachte
eer. weinig waai- ge'luk a?n de roen-
solien te kunnen brengen. Om dit te
kunnen doen, traden zij de menschen-
klnderon vriendelijk togefflioet.
,;Wat zoudt ge wel liet alleri iefet
willen bezitten?'' vroegen ze aan ieder.
„Zeg 't slechts en wat ge vraagt, het
zal onmiddellijk uw deel worden.".
De antwoorden verschilden opva'l-
lend weinig: men vroeg otm geld en
goud, altijd weer, bijna zonder uit
zondering.
Wel waren er zieken, die smeekten
om gezondheid, maar dat waren zij,
dio zoo rijk waren, dat goud geen
waarde voor hen had; waren ze arm
dan zeiden ze. als ik maar eerst geld
hei', don kan ik mij laten verzorgen
en genezen en met de beterschap kan
ik immers van mijn rijkdom genie
ten? Enkele rijke Mandarijnen
wenschten meer macht en invloed ten
koste van anderen die hen uv den weg
stonden.
Gelukkig waren er maar weinigen
die op dc moge" ijkheid hoopten van
nu eens in staat te worden gesteld orn
een oude veete te kunnen uitvechten
of hun haat en wraak te kunnen koe
len.
Daar waren natuurlijk jongeren, die
er we! eenst aan dachten vóór alles
hol geluk in de liefde te vragen, maar
zij bedachten in tijde, dat liefde en
armoede slechte gezellen zijn, en dat
rijkdom een goede kans geeft om
liefde te veroveren. Dus ook 'deze
Jaatsten wenschten „goud"!
De goede Geesten warén we4 wat
ontdaan over deze treurige overeen
stemming bij de menschen. en het
weinig verhevene der menschelijke as
piraties. Zo© kwamen zij 'dan eende
lijk bij het paleis van den girooten
keizer „Yao". „Daar zullen wij zeker
een heftig verlangen naar volstrekte
macht en overheersching aantreffen
zoo spraken zij tot elkaar; „misschien
verlangt de machtige wel den dood van
zijn tegenstander!"
Maar Yao wilde voor licn zijn hei
ligdom niet eens vertalen waar hij aJ6
een beeld in vroone gepeinzen verzon
ken, troonde; de keizerin echter zou
de goede Geesten ontvangen. ,,Nu
zullen wij wel ijdc'le beuzelachtige
vrouwenwenschen te voldoen krijgen"
meenden zij. De zaal binnentredende,
waar dille wanden met bloemen ver
sierd waren, zagen zij onder een bal
dakijn van witte veeren een vrouw
gezeten, stijf en rechtop in haar statie-
gewaad van dierenhuiden,
In haai- handen hield zij een staf,
omwonden met lange draden, die zij
mot groote zorg en geduld trachtte te
ordenen en te ontwarren.
Na de zeven groeten, de handen op
de aarde en het vooriioofd in het stof
gebogen, stelden zij weder dazeiJfde
•-vraag: ,,0, machtige vorstin, stralen
de Zon, en lichtende Maan, wat
wenscht Gij om gelukkig te zijn?"
En do vorstin zag met. haar bloe-
rnonoogen neer op de Heme'sche Gees
ten,-die aan haar voeten geknield la
gen „Goede geesten" zoo sprak zij
„indien gij de macht er toe hebt,
schenkt mij dan de kracht om met
moed en vreugdevol zoolang te leven
tol ik het werk, dat ik ondernomen
heb zu_ hebben voltooid, een werk, dat
noodig is voor het heil der men een
heid En aij wees op den stok met dra
den die op haar schoot lag.
Want zoo eindigt het oude
6prookje, deze staf was het eerste
spinrokken waarop de linnen dradar
gewondch waren en de keizerin, de
echtgenoot© van ,.Yao" die in de veer
tiende eeuw leefde, vond de kunst van
het wöVen en spinnen uit.
EEN' NOG TE WEINIG BEKENDE
INRICHTING.
Ik denk wel, dat velen het met mij
eens zullen zijn, dat een dag in Am
sterdam doorgebracht Juist daarom zoo
vermoeiend is, omdat men halverwege
feuilleton
EEN VERHAAL UIT HET OUDE
KAMERIJK.
VrJJ vertaald naar het
Engelschvau
BARONES ORCZY.
72)
Welnu, Messire, hernam Jacque
line vroolijk, na een poosje, zijt ge
er nu va.ri overtuigd dat ge nog steeds
op de aarde zijt en hier door men-
sfilienhanden zijt gebracht?
Neon, daar bon ik niet van over
tuigd, madame, antwoordde hij. Toch
zou ik dolgraag willen weten hoe
ik hier gekomon bon.
Dat is eenvoudig genoeg in zijn
werk gegaan, Messire. llc deed mijn
gewone ochtendwandeling in liet park
loon ik een ontzettend lawaai aan
den anderen kant van den muur hoor
de. Met de. twee bedienden die ik bij
mij had haastte ik mij naar de poort,
want het geschreeuw dat wij hoorden
klonk dreigend en voorspelde niets
goeds.
Een van mijn bedienden klom op de
schouders van den ander en heesch
zich tot bovenop den muur, daar zag
bij dat Oen bende gewapend met stok-
de.li dag wel een maaltijd in o e t gé
bruiken, wat in een overvoóe Lunch
room in bet drukste gedeelte der stad
geen genoegen mag boeten. Als uic-n
in do etad is voor con leamg, oen ten
toonstelling of een vergadering, lie .ft
men behoefte om een oogenblik uit te
rusten; ook komt liet dikwijJw voor dut
vrouwen uit versclüileiide plaatsen
van one land elkaar eens willen spre
ken zonder 'luidruchtig gezelschap om
zich heen.
Welnu, die gelegenheid is er nu,
want de Amsterdamsche Coöperatieve
keuken heeft op het Molenpad, dicht
bij de -Leidschestraat, een keurig res
taurant geopend. Alles ia nieuw en
smaakvol ingericht en de groote open
slaande ramen koimen uit in een Uom-
merrijken tuin. Ge kunt hier voor
zeer matigen prijs koffiedrinken-, ook
wanne schotels zijn verkrijgbaar öf
een geheel-o lunch of diner.. Ik vroeg
aan de directrice of zij over hot be
zoek tevreden was.
„Zooals u ziet," zeide zij, „komen
bier veel lieeren koffie drinken die in
de -buurt hun kantoren hebben-, 's mid
dags is hot nog voller, maar wat ons
zoo vorbaast is dat zoo weinig vrou
wen van onze lokalen gebruik ma
ken. Wij hebben enkele dames die ge
regeld komen, maar wij gelooven, dat
wij niet genoeg reclame hebben ge
maakt."
Dat wil ik ook niet verder doen, al
leen meende lk velen onzer een dienst
te bewijzen met liaar op liet nieuwe
restaurant en liet rustige plekje attent
te maken.
T. J. WILLEKES MACDONALD—
RE YN VAAN.
(Dit is de gewone eigenaardigheid
van vrouwen, die aan 't hoofd van
ondernemingen staan: zij zien de he
teckenis van reclame niet ln.
Nu deze dame, zooals blijkt uit hare
opmerking, de fout begrijpt, willen Wij
haar thans niet afschrikken, door de
reclame, die onze- medewerkster voor
haar maakt, te schrappen. Voor 't ver
volg behoort die reclame evenwel in
de advertentierubriek thuis;
RED.)
WAT DE WINTER ONS BRENGEN ZAL.
De mode als voorHjiellini;.
Veranderingen. Eenvoudige
snit, Bruidsjaponnen een
nationale dracht.
Eenigen tijd geleden lazen wij in
het FraiiÊche b.ad „Excelsioreen ar
tikeltje over voorspellingen naar aan
leiding van de mode, oftewel het in
stinct der vrouw.
De schrijfster durfde namelijk te
vei ondersteilen, dat de vooraanstaan-
do mode-aangeefstere ais bij ingeving
weten, onder welke oan-staindighederi
de nieuwe mode gedragen zal worden,
en dat zij daarnaar hare keuze der
Weeding inrichten.
Zoo beweerde zij onder anderen,
dat de mode-voorgangsters in het
voorjaar van dit jaar gevoeld hebben,
hoe kil eu regenachtig dc komende zo-
mer zou warden, en dat zij daarom
onwillekeurig, en geheel volgens haar
instinct, handelend, Óen richting voor
schreven, die hot dragen van hooge
boorden vooraclireef en het kiezen vu»
zwaardere stoffen dan de voiles on
dunne zijdesoorten, die tot nu toe zoo
in trek waren voor den zomer.
Ei: de schrijfster van het artikeltje
liet het niet bij dit eeiie staaltje, maar
noemde er nog eenige op, waarbij
precies uitkwam hoe de mode-aangc-
vc-nde kring toestanden in de naaste
toekomst had voorvoeld, en in haar
nieuwste creaties uitgedrukt.
Maai- er le?k ons toch wel iets aan
het verhaal te ontbreken: de geschie
denis vermeldde namelijk niet. wat de
r,u komende wintermode in haar
nieuwigheden zou uitdrukken!
Zegt men dan niet onwillekeurig:
Ja, nu het eenmaal afgeloopen is, :s
er geen kunst aan om het zoo uit te
leggen. Maar vertel 't liever van wat
komen gaat!
Dat er geen verandering in de mo
de plaats zou hebben, is niet denk
baar: ai zijn liet soms ook kleinigho-
|;len, toch is er altijd verschil te be
merken, en we zien dat ook weer in
wat voor het koonc-nde e ei-
zoen het meest gewild is.
Waren verleden jaar winter voor
mantelcostuums de geruite of ge
streepte laken soorten zeer in tel,
thans zijn die nagenoeg gaheei en ai
verdwenen om plaats te maken voor
ken en messen met groote woede een
man aanviel, die zich staande hield
met zijn rug tegen de poort, terwijl
wij allen duidelijk het geluid hoorden
van de steencn die tegen den muur
aankwamen. Het was een paar secon
den werk om dio poort open te maken
en gij Messire, viel achterover in mijn
m de armen van mijn bedienden.
Toen hij geen en-kei teek en gaf, geen
woord zeide, en heel stil, als verdoofd
op zijn elleboog bleef Leunen en haar
met hongerige oogen aankeek, voegde
zij er zacht bij:
Ge hebt toch geen pijn, Messire?
Vreaselijke pijn, antwoordde h?
met een zucht. En ik ben bang dat
ze ongeneeselijk is.
De toon van zijn stem de uitdruk
king van zijn oogen, terwijl hij dit
zeide, zeiden haar genoeg. Zij sloeg
een oogenblik de oogen neer, terwijl
een donkere blos haar wangen kiem
de. Het was even doodstil in het
prieel men hoorde niets anders
dan het gcruisch van den wind dooi
de jonge twijgen van de ciomatis cn
het geroep van eon roodborstje in de
boomen. Jacqueline was de eerste die
zich herstelde. Zij slaakte een korten
zucht, en niet in staat een woord te
uiten draaide zij zich om om heen
te gaan, alsof ze bij instinct wilde
vluchten voor een of nndcr gevaar dat
er voor haar school in het heftige,
wilde kloppen van haar hart.
effen wollen stoffen.
De rok van het pakje is nog et eed»
glad en nauw (vooral niet te nauw!)
maar de half-Iange mantel dankt
zijn „model" nu niet meer aau een
-mal loejee-omgedaan ceintuurtje
doch aan de snit, die de taillelijn
zeer duidelijk aanwijst: één enkele
knoop houdt het manteltje dicht.
t erleden jaar winter gaf het tijd
schrift „Vogue" al een dergelijk mo
dolletje aan, mam: het was nog een
heei enkele ,en nu schijnt het eerst
gced ingang te vinden.
Voor den overgangstijd worden vee!
fluweelen -hoedjes gedragen met lint-
versiering en dan niet ais een keurige
c-rn den bol van een platten hoed ge-
Egde garneering met een saaien strik,
maar een diepstaand dopje met een
groeten, quaei-nonclaJanten strik,half
van voren, half op zij, of een hoed
met haüf-opgeelagen rand en een groe
ten vlinder-strik in stijl.
En dan wacht o»e bij thuiskomst
na een wandeling of bezoek ©en fiu-
wecden japon-, die ook zeer modem is.
Dc kleuren, die het meest gewild ui
len zijn, lijken allec-n wel wat vreemd,
namelijk citroen-geel en geramium-
iood. Dit is wel bedoeld voor avond
japonnen, gegarneerd met zwarte
kant of bont, maar welke vrouw zal
zich aan een citroen-gele japon wa
gen?
Lnt.usschen is fluweel als winter
dracht voor ons land geen ideaal:
hoewel het dik genoeg en schijnbaar
warm is in het dragen, valt diat toch'
we; eens erg tegen, en de meesten,
die er ondervinding van hebben, zul
len dan ook voor het gure November
weer of een mogelijke vrieskoude
liever wat anders hebben.
Voor japonnen ie laken nog veel ge
wild, vooral in combinatie met zijd©
voor een gekleed coetuum. Ook de
minder kostbare wollen stoffen vra
gen hun aandeel, maar ai deze hebben
(•éi ding gemeen: de taille is mag,
zco laag mogelijk zouden wij kunnen
zeggen, zoodat het geen taiüchjn
meer genoemd kan worden, en dan
hangt het iijfje meestal iet/ of wa:
los over het zoogenaamde .middel
been.
llond-uitgesneden halzen of punti
ge, hooge boorden, die wijd uitstaan
of nauw aansluiten kunnen naar ver
kiezing gedragen worden en de mou
wen zijn öf heel kort, dat wil zeggen
tot een eindje boven den elboog, of
geheel lang.
De garneering der japonnen is,
vooral wat de rokken betreft, veel
eenvoudiger gewonden. Bont, bijvoor
ieeid ale hooge boord, manchetten en
rondom als heupgameering, satijn!m:
a!c ceintuuT, opzij tocgeknoopt, eenige
roepen van een andere stof, of een
metaaivensiernig kunnen al wonderen
deep aan een schijnbaar eenvoudig
japonnetje.
De avondjaponnen houden zicli
veel op met kantgaamcoring, wat een
zeer kostbare en voor ve-len ook te
ouwelijke liefhebberij is. Dan is Vuile
oen veel aardiger dracht, wanneer hot
licht gegarneerd wordt met satijn lint,
cf als overkleed gedragen. Het over
ledene echter, dat verleden jaar de
rokken vooral zoo kenmerkte, ie or
grootendeéls uit, en wanneer men dan
leest van een rood-fluweelen avond
japon, met rustig-gedrapeerden vo|<
cn als eenige versiering verder een
bescheiden garneering van zilverkleu
rige kant-, dan kan dat ons toch niet
meer als overlading voorkomen.
Het mode-tijdschrift „Chic et Sinn
plicité" wijdt bijna iedere maand een
dubbele pagina aan bruidsjaponnen.
Ma ar het is eigenaardig: hoe vaak
v.;- ook den 6maak der Francais «s
bewonderen, wij Ilollandsche vrou
wen kunnen overliet algemeen haar
creaties van bruidstoüetten niet aan
trekkelijk vinden.
E-en Franech bruddstoHlet is m ooi-
gemaakt, zelfs overladen, en daardoor
'heel /vaak weinig flatteus. Al die
kant, plissés, strooken, kunstbloe
men en zware stoepen maken dc
bruid ouwelijk en geven haar een ge
drukt- uiterlijk. Het za] met die oude
traditie van het witte bruidskleed wel
zijn: s Lande wijs, 's lands eer. Want
daar dit cosluum zich altijd eciiigs
zirc- afzijdig houdt van de mode, blijfl
ook de nationale geest er meer in oe-
s:aan, en is er nog altijd een groet
onderscheid tusschen ©en Fransch,
een Enge toch en een Hollandsen
bruidje.
Als slot van dit mode-praatje noe
me» wij nog de mantels, die het cape
model, dat hier al heel weinig ingang
vindt, gpf.romv blijven De meesten
houden zich hier meer bij den langen
mantel, diestijver is, maar ook-min
der opvallend en minder luahtig in
Jacqueline!
Zij had niet geweten dat haar naam
zoo zoet kon klinken, als nu hij "uitge
sproken werd op smeekenden toon in
het mooie prieeü, waar zij en haar be
dienden oen poos geleden Messire
hadden neergelegd om te rusten. Zij
keerde haar hoofd niet weer om, om
naar hem te kijken, maar stond toch
stil op den drempel, want haar hart
klopte zoo snel dat ze een gevoel
kteeg alsof ze stikte, en haar knieèn
trilden zóó dat ze gedwongen was zich
met één hand vast te grijpen aan de
jongo twijgen die bij den ingang van
het prieel neerhingen.
Het volgende oogenblik was hij aan
haar zijde. Ze voelde dat hij dicht bij
kaar was, hoewel zij nog steedsbet
hoofd afgewend hield. Hij knielde op
den grond, bukte zich en kuste den
zoom van'haar xok. En Jacqueline
die nog een lund was waar het liefde
betrof voelde dat er iets heel
groots en geheimzinnigs en iets heel
moois plotseling aan haar geopen
baard was door die eenvoudige hul
debetuiging van dezen man. Zij be
sefte opeens waarom enkele weken
geleden, toen de geheimzinnige min
streel met het zoete geluid onder
haar raam gezongen had, de heele
wereld vol vreugde en schoonheid ge
schenen had; waarom diezelfde we
reld zoo eentonig en leelijk geschenen
had gedurende d© lange dagen en we-
ons nollan'dsche klimaat. Laat 3e Ito-
rij scha vrouw dan maar genoeg heb
ben aan haar cape, wij Hollandschen
vinden hel wel eens aanlokkelijk ons
heerlijk warm in te pakken.
E, E. FBERBBOOM.
Regendag
door
CONST. DE RAYMOND.
Ze waren zoo hoopvol naar bed gegaan
den avond ie voren, want Zondag zouden ze
oen gezellig dagje hebben, buiten.
GuMaaf, dc- oudste, ccn dertienjarige
scholier, bad zich van bot plan al bijzonder
veel voorgesteld; bij zou het nuttige wet het
aangename vercenigeu eu daarom zijn bota
niseertrommel meenemen; cn hij hoopte al
bij voorbaat op een paar mooie cn zeldzame
exemplaren, oin den volgenden dag zijn bota
nisebe vondsten in de klasse te vertoonen.
ilenrlëttc en Lucic, zij'n jongere zusjes, die
ccn paar jaar in leeftijd verschilden, hadden
moeder geholpen aan de voorbereidingen voor
de reis cn alles Ulnar te maken voor een een-
voudigen pic-nic onderweg, en de kleine, vier
jarige Jannemnn had gewichtig druk ge
daan, om ook mee te willen helpen. Het zou
er dan eindelijk van komen: de fmuilic Mid-.
Ucldam ging een dugje naar buiten.
Dit plan was al dikwijls geopperd, maar
telkens kwam er iets tuayeben en werilen zij
weer verhinderd. Doch de kinderen gaven het
niet op. Bot uliedaagsche verkeer in dc stof
fige. muffe stad was in den zomer haast
ondraaglijk. Zij verlangden naar fiisscbe
lucht, naar bosch en lici, naar zee eu duin.
naar plekjes, waar zo eens diep konden adem
halen, waar ze dc zomergeuren zouden op
snuiven, waar ze konden stoeien en nvotten
naar hartelust.
Dat was hun uitgang in de vacnntie. Eén
heele dag in liet jaar. Het was niet te veel
Maar het kon niet anders Zij hadden geen
familieleden, die ergens buiten wnondeu,
waar den kindereu onderdak kon gegeven
worden. Zij zouden, behalve de zeer dure
reiskosten, ook veel geld hebben moeten he
talen voor logies en dat ging niet
Maar voor één dag, dat kon net. hoewel d-.
kosten toch ook niet gering waren.
Op den bevvusteu dag waren dc kinderen
reeds vioegtijdig wakker. Gnus was !;e; eerst
gewjiKwlieii en gekleed en Jnuneraan drentel
de al bedrijvig heen en weer, terwijl Jet en
Lueie bezig waren de mooie gestrekm wi.ic
jurken aan Ie doen. Moeder had juia thee
gezel en was wat druk. om alles tijdig gereed
tc hebben.
Maar niet zoo haastig, vrouw, liet ri
der zii-li bnoren. ik vrees, dat we allen tijd
zullen hebben. Meteen keek hij naar buiten
cn bedrukt naar dc lucht, die egaal miezerig
grijs was, zoover het oog reikte Ecu vieze,
dreinende, mottige regen druppelde stadig
neer cn hechtte zich overal kleverig aan;
het bladerendak der boomen voor het huis
scheen at: niet dauwdruppen beparcld; bet
asphalt der straat lag slikkcrig bruin, du t
een gelei achiige laag bedekt. Enkele voorbij
gangers, diep weggedoken in den kraag van
hun regenjas, of beschutting zoekende »n-tor
opgebolde paraplnies. schuifelden hvastig
verder, telkens even terzijde springend, men-
tend de plasjes in de asph.-.ltkuilen te ver
mijdeu.
Neen! Yoorlooplg kon er >au dc reis mets
komen.
Dat zou geld weggooien zijn, of verteren »n
arrenmoede. En er was geen kans op, dat 't
weer in dc eerste uren zon opklaren, daarom,
de uitgezochte treiu kon gerust vertrekken;
zij zouden een volgenden moeter. zoeken in
het spoorboekje, lil de hoop. dat het weer
dan Wit beter zou zijn geworden. Als het
centgszins kou, zouden zij din gaan. Was
het slechts een bui geweest, dan hadden ze
het wel kunnen wagen. Mei behulp v.iu re
genjassen en cape* zouden ze -l in het -veer
getrotseerd hebben. Doch er was geen enkel
lichtend plekje aan den hemel te onderken
nen; het was <>r alom in het rood een drome
rig, sfcpclqtf regengordijn hing, dat benau
wend alles omknelde en zelfs dc atmosfeer in
de kamer klam maakte.
Dc teleurstelling was voor de kinderen
groot
'/.ij hadden niet gedacht, dn', bet -veer een
spelbreker zou zijn. En nu die regen Maar
ze zouden wachten. Straks zou het wel op-
klaien. Dan kwam vast de zon Dan Kou-:e
door dut somber wolkenfloers heen breken.
Dan konden zo Immers gaan met den v>l-
genden trein. Dan hadden ze hoogstens een
uur gemist,
Dus den moed niet verloren. Ze koni'"n nu
op hun gemak ontbijten cn zich zonder haast
gereed maken voor de reis. Ondcrlnsschen
zon de zon zich wel hebben laten zien.
Maar dat deed zc niet! liet was haar niet
mogelijk door dat dichte droppelgordijn hoen
te dringen.
Ook den tweeden trein moest rneo laten
vertrekken, omdat or geen uitzicht, war- op
beterschap. Doch de atmosphcrisehc toestand
was toch eenigszins veranderd; dc jengelende
prikltelrcgen. nauw zichtbaar rn et vallen,
had namelijk plaats gemaakt «-oor een reso
lute bui. met stralen dik als pijpenstelen, die
kic'.tncud tegen dc ramen rammelden. Ge-
lijkei tijd was een s-.raffe Zuid-YVester opge
stoken, die striemend langs de huizen streek
cn dc takken van de boomen zwiepend tegen
elkander sloeg. Maai met zoo'n nijdigeo wind
wil het wel ccn* spoedig ophouden met re
genen. Ai zou de lucht dan niet geheel op
klaren. en elk oogenblik een nieuwe stortbui
kunnen losbarsten, wanneer het dan slechts
even ophield, zoodat zij in de gelegenheid
waren op tc stappen, dan zouden ze wel
verder kunnen zien. Als ze maar ceret op weg
wnri'o naar het station, dacht Guus. dan
zouden ze ook wel in den trein gaan, en al
hadden ze dan wellicht buiten niet zooveel
genot, dan wanneer het schitterend zon-
weer zon zijn geweest, dan zouden ze toch
builen zijn. kunnen genieten van boscb en
veld. zich vrij kunnen bewegen, eu zou hij
allicht eenige bijzondere plantjes kunnen op
pikken voor zijn botaniseertrommel. Als die
wind den regen nu maar wegvaagde voor
oen uurtje, ccn half uurtje, een oogenblikje
desnoods, dan zou vader mogelijk bet sein
tot vertrek geven. En waren zij eenmaal
op weg. och. dan ging de tocht wel door,
d.iu zouden ZO het zeker wagen.
liet bleef echter regenen, niettegenstaande
de Zuid-W ester rukte en gierde, zóó of-ïe z'n
krarht wilde beproeven aan boomtakken en
kc» dat Mofóir© riek was en zij hem
niet zien kon. Zij wist nu dat de zan
ger met zijn lied haar hart had ge
opend én dat ze, zonder het zelf t©
weten, de liefde lia<l binnengelaten en
een nestje had laten maken, wat haar
beurtelings onuitsprekelijk gélukkig
en diep rampzalig had gomaakt.
Brandende tranen kwamen haar in de
oogen; een verlangen naar iets wat zij
niet Kon begrijpen vervulde haar ziel.
En tegelijk mei dit alles deed een on
eindige smart haar pijn zoodat zij het
had kunnen uitgillen een gevoel
van iets onbereikbaars, iets dat vol
maakt. -en heerlijk was ©n dat door een
woeselijk.' speling van liet noodlot
voor altijd buiten haar bereik moest
blijven.
liet kan nooit, Messire, was al
wat zij zeide. De woorden kwamen
als een kreet rechtstreeks uit haar
hart een kinderhart dat nog niet
geleerd heeft om te huichelen. En die
kroot zeide meer dan een volledige
bekentenis had kunnen doen. In een
oogenblik was Gilles overeind, zijn
armen waren om haar schouders en
hij verborg zijn gelaat in haar prach
tige liaar. En zonder tegenstribbelen
liet zij hem begaan, genoot van zijn
lic-fkoozingen, d© uanraking van zijn
lippen op hnar oogen, haar wangen,
haar mond. Haar gciieale wezen be
antwoordde zijn üofde.
Heb jc mij lief, Jacqueline-? vroeg
telefoonlijnen, "die zwiepend cn sllnrercnd
bogen voor zijn sierkéh adem.
Moeder raadde de kinderen aan maar zoo
lang een spelletje tc doen in hui*, in afwach
ting. dat bet weer zich beteren zou, maar rij
hadden in geen enkel spel plezier. Hun aan
dacht bleef gc-vestigd op de omstandigheden
bniten; zij stonden voor de ramen en tuurden
onafgebroken naar de iucli' en naar dc. Meed*
vallende dikke regendruppel*, die telkens
borrelende luchtbelletjes vormden iu de wa
terplassen.
O! O! zei kleine Jan. watte regc!
Waar komp die allemaal van daan.'
Och, jonge, antwoordde I.ueie, met haar
vinger in dt hoogte wijzend, ilit dc lucht-.
dat zie je toch!
Uit dc lucb? vroeg Jan weer. wat is
de luch?
Diar! riep Lucie, met haar vinger weer
omhoog wijzend, daar hoven!
Och. schaap, zei Jet tegen Lueie, boe
kom-ie daar au/.. Lucht i* toch bcueje ook.'
Iloor hair nou! ontstelde Lm-ic. de lucht
bcneje, nee maar!
Lucht is overal, boor! beweerde Jet.
dat heeft meneer in de klas verteld!
Ja! kwam Guus er tusschen. dat b ook
zoo!.... Lucht ia overal!.... Dc regen
komt uil de wolken dat had je moeten
zeggen. Luus! vervolgde hij, met ccn schijn
van geleerdheid.
Uit de wolleken? vroeg Lin ie ongeloo-
vig, en Tc zie geen wolleken,
Nee! zei Guus, eenigszins in de war ge
bracht door die opmerking, n o u niet
maar zc bonne er toch wél.
Waar dan? vroeg Jan, die het beloog
aandachtig gevolgd had.
In dc luclit, hoor, kleine! antwoordde
Guus.
Nou, zie je wel! sprak Lueie, nou zeg-ie
zelf dat ze in dc lucht bcnne!
Ocb, je bent 'n tiejiie! zei Guus, zicli
eenigszins gebelgd van het raam keerend.
Wat is dat, Qpusï kwam moeder tus-
schenbeidcn, geen naampjes geven, hoor! Je
weel wel, daar liou 'k niet van! En nu maar
niet kibbelen over het weer.. liet zal
straks wel opknappen en dan is cr nog niets
verloren.. Hier! zei ze. als pleister op de
wonde, elk ccn stukje chocola gevend, ccn
partje van een reep, die ze (laar juist in
vieren had verdeeld. Anders had ik dat in
den trein gedaan, lichtte zc toe. maar nu
moeten jelui het maar zonder chocola doen.
De kinderen dwaalden 1111 een oogenblik
van het raam af en knabbelden op hun stukje
chocola, doch kort daarna werden ze toch
weer aangetrokken anar het uitzicht op de
straat, steeds verwachtend den regen te
zien ophouden, al maar hopend dat het spoe
dig droog zou worden. Zij veegden met hun
zakdoekjes dc ruiten af. die klam bcwn»cmd
waren, doordat dc temperatuur ln de kamer
blijkbaar hooger was <L»n buiten, cn koken
verlangend naar dc lucht. Maar het regende
nog altijd.
Wel scheen bet of dc wind minder fel
blies dc boomtakken zwiepten niet meer zoo
vei door het gerammel van dc ruiten was
niet meer zoo hinderlijk. Doch dc regen
bleef zonder ophouden vallen in gestadige,
dikke stralen. 3ls uit een onuitputtelijke
bron. onafgebroken dalend in lijnrechte pij
penstelen, om kletterend uiteen tc spatten
op het asphalt en dan in onrustig golvende
beekjes bet riool in tc stroomen. Tegen de-
buitenzijde der ruiten bleven enkele regen
druppels kleverig hangen, zakten lager en
lager, om zich eindelijk snel, in grillig kreu
kelende lijn een uitweg zoekend, aan «Ie
onderzijde in een waterlijn!je op te lossen.
Geregeld, met de regelmaat van een uur
werk, een droppelrceks van waterbellen,
die op het vensterkozijn met harden tik uit
eenspatten Tik, lik! Tik, tik! ging bet
monotoon, als het geluid van het tikken i ener
ouderwetschc staartklok.
Vader was de krant gaan lezen cn moedor
zorgde voor de koffie, een gedeelte van den
voor den pic-nie bestemden voorraad ont
pakkend en op de bordjes plaatsend. Wan
neer er vin hel uitgaan nog iels kon ko
men, zou hel toch middag zijn. de koffie zon
dus in geval thuis genuttigd kunnen
worden. Zwijgend worden de boterhammen
gegeten dc teleurstelling wits groot en het
misnoegen bleek uit de gesprokken.
Die nare rego ook.' zei Jannemnn, scheid
Dat lijkt wel, vent! lachte vader, maar
wc geven den moed nog niet op.. Wie weet,
komt er straks nog niet een oogenblik pauze-
in dien regenval.
Zoo werd liet middag. En nog altijd re
gende het.
Dc meisjes hadden de witte jurken uitge
trokken. Guus hing uit moedeloosheid z'n
botaniseertrommel maar weg en ging een
bock lezen over het „Wondere leven der
Paddenstoelen". Jet sloeg dc piano open cn
bladerde wat in cenmuzickbock. Lucic zocht
zuchtend naar haar haakwerkje. Jan bleef
evenwel star naar buiten kijken cn tuurde
onafgebroken naar de lucht.
Moeder deelde een tweede reepje chocola
zij voorzag dat van de reis tocli niets meer
zou komen, of het zou al heel spoedig moe
ten veranderen
Nou hceft-ic rege uitgescbeijc! riep Jan
plots, blij cn opgetogen van liet raam huppe
lend.
Dil was hot sein waarop dc kinderen zicli
weer snel naar het raam begaven; zjj veeg
den over dc ruiten, keken cr door en werke
lijk het scheen wel of die kleine Jannc-
man goed had gezien.
Geheel opgehouden had dc regen nu wel
juist niet. maar cr leek toch eenige verande
ring te komen. De stralen waren blijkbaar
iels minder dik. doch erg duidelijk was di:
nog niet tc ondc-rscheidcu. daar dc afstroo-
mendc druppels van het bladerendak der
boomen, rich met den vallenden regen ver
mengden.
Enkele voorbijgangers hadden echter de pa-
rapluics dichtgeklapt, dus w.is het toch
zeker hcuscli iets of wat minder.
Vader keek op z'n horloge. Zou hij T nog
wagen? Zou er werkelijk kans zqn, dat het
nog droog werd? Moeder keek hem nieuws
gierig aan; zij begreep zijn weifeling. Het
zou zoo'n groote teleurstelling zijn voor dc
kinderen. Als het maar even kon. zou iiij er
zeker nog uitgaan. Het was al zoo dikwijls
beloofd. En zij hadden er nu al zoo op gere
kend.
Doch het weer, het akelige, natte, grillige
weer, maakte -aan allen twijfel een einde.
De kinderen hadden dc jassen cn capes op
gezocht en gedeeltelijk al aan- en omgedaan,
toen vader, wenkend met de hand, riep
Laat maar, Guus!
öij en keek liaar <Iiep in de blauwe
oogen <fie al zoo lang geleden zijn ziel
veroverd hadden en hein tot hun slaaf
hadden gexnuakt, tot op dit oogen
blik, nu zij zich op hun beurt geheel
aan hem overgaven.
Ja, antwoordde zij terwijl ze lieui
verlegen aanzag, ik geloof werke
lijk, Messire, dat ik u lief heb.
Laat hen, die het kunnen er Gilles
de Crohin een verwijt van maken dat
hij daarna zijn zelfbehcerscliing ver
loor en allee, vergat wat hij zich had
behooren te herinneren, behalve de
weelde om haar in zijn armen te héb
ben. Plicht, eer, beloften, de Hertog
van Anjou en de koningin waren
even ver verwijderd van zijn gedach
ten op dit oogenblik als een kruipende
worm van het uitspansel boven hem.
Hij ging vandaag weg, hij trok de we
reld in, het onbekende tegemoet, waar
hij een nieuw leven zou kunnen begin
nen, waai- geen smart of tranen zou
den zijn alt* hij ©r deze lieve
vrouw in zijn armen naar toe zou
kunnen brengen.
Ik kan je niet laten gaan, fluis
terde hij, terwijl hij haar dichter te
gen zich aandrukt© ©n haai- lippen
bedekte met kussen. Geen macht ter
wereld kan je van mij afnemen nu
ik je heb, nu ik je in mijn armen
houd, mijn mooie, heerlijke bloem.
Heb je mij lief, Jacqueline? vroeg hij
haar jioor den tienden keer en yoor
En tegen Jetje en LueTc. die reeds In de
gang waren
Kom maar hier, meisjes, het repent al
Inderdaad daaraan kon niet ra eer ge*
twijfcld worden. Toch de kinderen zicb mop
perend weer naar het raam spoedden, om
zich van dien hatelijken regen te overtui
gen (die kwelgeest, die spelbreker, din hun
mooie plannetje zoo jammerlijk in (loipen
liet vallen) plaste het hemelwater zoo over
vloedig op dé straat, dat het was alsof het
met teilen vol mi de lucht kwam vallen, of
grootte van ccn cent, het aardrijk besproei
de, of een douche van ouafzienbaren omvang
aanhoudend geopend bleef. Het ratelde tegen
do ruilen en het k,'.:tcrde op liet asphalt
als ccn hevige hagelbui. De stralen spuiten
tegen de keien uit elkaar, met zóó'n kracht,
<i„! dc ojisputtcrendc waterdroppels weer
eenige voelen in de hoogte werden geslin-
g#id. Dc kuilen in de straat waren meren
gelijk en liet overtollige, wegslippcndc water,
gulpte lang» geulen en greppeltjes, schui
mend en borrelend, naar dc lager gelegen
plekken, of plompte bruisend in de gracht.
Dc kruinen der boomen hingen zwaar om
laag bladeren en takken neergedrukt door
den aanhondendeo regenval.
Kr liep niemand meer bij den weg. Ilici
cn daar werd geschuild in ccn portiek. Al
ben ccn straathond trotseerde hel weer cn
liep. druipend, mot glimmend geplakte haren
en z'n staart mistroostig omlaag, lagns de
boomen, zoelisnnffclend.
Zoo werd bet avond eu nog steeds regende
het.
Dc kinderen hadden de reis al lang opge
geven Toen het na den middag nog altijd
niet dioog was, hadden zc begrepen, dat het
uitstapje in het water, in letterlijken zin,
dóór het water, was gevallen. Zij hudden
zich verder vermaakt in liuis, gelijk ze .lat
zoo vaak moesten doen. Voor het uitzicht
naar luiten hadden ze geen oog nietr. W;,«
interesseerde het hun nu, of die regen soms
zon ophouden. Zij hadden er thans geen be
lang meer bij. Alleen Janneman ging nu ca
daü nog eens naar bet raam en amuseerde
zich met het kijken naar dien aanhoudenden
surtvjoed, waaraan geen einde scheen ko
men cn meende.af eu toe te moeten verkla
ren dat „die regen nog niet had uitg«-
sencijen".
Ook later op den avond bleven de druppel»
mg gestadig vallen. De straat zag cr toen
droevig en verlaten uit. Het zwakke srliijn-
scl door de beregende glazen van een straat
lantaarn, glansde in dc rimjrelcnde plasjes raet
giimmcrend getril en strooide lichtplckjcs op
•li druipende bladeren der boomen.-.
Op let kozijn klonk eentonig het regel
matig druppclvallen, steeds in dezelfde ca
dans: tik, tik!
Het was al Iaat, toen het licht in de ka
mer werd uitgedraaid.
Maar het regende nog.
jfersutBrziclit
PLAATSELLJKE MAXIMUM-PRIJ
KEN. He* Haagscne CoiTesponden
tiebureau meldt.
Naar aanleiding van bezwaren it
Het Volk geopperd tegen de circulair©
\nn den minister van Landbouw, Nij
verheid ©n handel aan de gemeente
besturen, waarin hij in herinnering
brengt, dat zij plaatselijke maximum
prijzen kunnen instellen, wordt opge
merkt, dat dit juist voor het brood,
waarvan in de bedoelde circulaire in
hel bijzonder eprake is. zeer goed mo-
geiijk is: immers het Rijk stelt de
hioeni nog eteede ter beschikking van
de bakkers voor een vreten prijs,
welke in ©Ike gemeente dezelfde is- De
broodprijzen echter zijn in
de verschillende ganeenten
zeer uiteen loopend. terwijl de ge
meentebesturen veel beter dan de mi
nister onder de oogen kunnen zien,
hoe de prijs ter plaatse behoort t© wor
den geregeld.
Iels dergelijks geldt trouwens ooit
voor dié melk; immers gedurende den
aanstaanden winter zullen weer zeer
groote hoeveelheden door de regeering
moeten worden bijgeleverd, tegen een
dooi den minister vast te stollen prijs.
Reeds heeft'de minister, ten einde ex
cessen te voorkomen, voor enkele ge
meenten oip haar verzoek maximum
prijzen voor melk vastgesteld. Maar
meet zulks door den minister geschie
den, dan draagt hij de verantwoorde
lijkheid voor het opvolgen van ad
viezen, welke geheel gebaseerd zijn
op plaatselijke toestanden, waarvan
uit den aard der zaak de advisee ren
de gemeente-besturen beter op de
hoogte zijn dan liet centraal gezag.
Daarom is het veel beter, dat de ge
meentebesturen zelve voor zoodanige
prijszetting de verantwoordelijkheid
dragen. Men kan hierin over sens
niet te ver gaan: immers alle maxi-
inpm-prijtsen zijn eenigszins twijfel
achtige middelen tot duurte-hestrij-
•ling, en dit geldt in hei bijzondér dé
ny>!k, welke een bederfelijk artikel is,
hé.geen in beslagneming daarvan nij
overtreding in het algemeen cavern-
den maakt, terwijl ook hei verbod
van kaasmaken buitengewoon moei
lijk te handhaven is en dan rok op de
cporlijkste wijze ontdoken ls in «tér
roe ilijksten tijd der distributie.
DE I.ANDBOUWHOOGESCHOOL
TE WAGENINGEN. Men leest >n
een artikel van „De Veldbode" over
de verw&arloozing van de belangen
der Landbouwhoogeschool te Wage
ningen
den tienden keer antwoordde zij:
Ik heb je lief!
Alle begrip van tijd hadden zij ver
loren. De wereld bestond niet langer
voor de twee gelukkige wezens dio
elkaar gevonden hadden. Voor hen
was er alleen de liefde, rein© en hei
lige liefde- De lucht was vol van de
Lento en den geur van 't ontwakende
leven om hen heen, de bloemknop
pen, het sjilpen der vogels, het ge
zoem der bijen de natuur, heerlijk,
wondermooi in haar volmaakte zelf
zucht en in haar negeeren van alles
behalve haar eigen wezen.
Houd je van me, Jacqueline?
Ik houd van jel
Laat ons dan, in den naam van
God, die ons elkander leerde liefheb
ben, dron# hij steeds heftiger aan,
alles vergeten, olies verlaten, alles
durven tor will© van onze liefde, liet
kan nooit, zeg je alles kan, lieve
ling, want de liefde maakt alles mo
gelijk. Rang, weelde, plicht, land, ko
ning niets anders dan schaduwen
zijn heU> Verlaat lien, mijn hefsiel
Verlaat hen en kom bij mij! Dc liefde
is waar, is werkelijkheid! Kom met
rnij mee Jacqueline en ik zweer je bij
je schitterende blauwe oogen cn je
heven glimlach, ik zweer j© dat ik ja
zoo zal liefhebben en aanbidden dat
je leven een lang, onafgebroken genie
ten zul zijn.
(Wordt vervolgd).