m
m
m
m
m
m
m
m
m
Jonkvrouw Jacqueline
i
gg
is
is
g§PP
HAARLEM'S DAGBLAD
Tufaereniose-bestrgtiing en Woningellende
Kolomen
Blnnsnland
Sohaakrubrlek
H
imp
B
ZATERDAG 16 OCTOBER 1920 DEBDE BLAO
Beioeksn >an krotwoningen Jonge levens ernstig bedreigd
Verwaarioozing en vervulling Nuttig werk der reretniglng tol
iteitrUking der tuberculose Bouwt buliiu!
„Voorkomen is better dan gene
zen", vooral daar genezen van tuber
culose zoo moeilijk is.
D© Veréetnig'Lng tot bestrijding der
tulberouilose doet zooveel het maar
haar helaasbeperkte geldmid
delen mogelijk is. Wil evenwel de
ontzettende voksziekte, die per jaar
in ons land meer slachtoffers ten
grave sleept dan aUe andere besmot-
teijke ziekten tezamen, afdoende be
streden worden, dan zal meer ge
daan moeten worden. Het is zeker
menschel ij ker wijze gesproken dat
nu ontelbare jonge levens met ae
lubercel-baail besmet worden, die
door doelmatige bestrijdingsmiddelen
bespaard zouden worden voor
de kiem der wreede kwaal,
die langzaam moordt als slui
pend gift
en wis als 't grievend staal.
De tuberculose maakt in onze stad
veel slachtoffers. De bezoeksters der
vereeniging komen in ongeveer
duizend huisgzinnen. Als
we zeggen, dat te Haarlem een 15000
huisgezinnen zijn, wil dat zeggen, 1
op elke 15. En dan zou nog slechts
in elk huis waar deze groene be-
tedkcrmengelon komen, één patient
zijn; de werkelijkheid is dat in talrij
ke gezinnen bijna meer patiënten ais
gezonde lieden zijn.
Om een blik te krijgen in deze tu
berculose-el lende zijn we op stap ge
gaan met twee huisbezoek sters der
vereeniging, de leidster zuster- Keu
renner err mevrouw Knottenbelt.
Eenige uren zijn we door donker
Haarlem getrokkesi. Mijn geleidsters
wilden niet de meest treffende ge
vallen uitzoeken, maar in kort be
stek een zoo getrouw mogelijk beeld
vim het geheel geven.
De woning-ellende Is de grootste
vijand van de tuberculose-bestrijding.
We kwamen m een straat in 't
'centrum der stad. In een klein voor
kamertje, gehuurd van ©en familie
lid, woonde de patiiente, ©en vrouw
tje van 25 jaar. 't Was liaar aan t©
zien, dat ze al menig en knauw ge
kregen had. Vijf jaar was ze ge
trouwd ear al dien tijd was 't sukke
len geweest, met vleugjes van her
stel. Toch was ze ook nu vol goeden
moed, 't zou wel beter gaan, als
En ze beek rond in haar kamertje,
een hokje van misschien 15 of 16
vierkanten meier, waarin alles ge
daan moest worden gewoond, ge
kookt, gewassohen, geslapen. 't Is
hier zoo zei ze zoo benauwd. Die
bedstee, vochtig en bedompt. Soms
lig ik. als ik 't in de bedstee niet
kan uithouden, in 't ledikantje van
mijn oudste kindje, dat staat ten
minste voor 't raam, maar 't is zoo
klein... Als we eens een ander
huisje hadden, met behoorlijke
slaapgelegenheid zoo klaagde net
vrouwtje. Ze bezag haar twee kin
dertjes en vervolgde bijna huilend:
,,'t zou voor die schaapjes ook zoo
goed zijn
Medelijden-wekkcnd was hot, die
kindertjes te zien. 't Kleinste van
eenige maanden lag in "t wiegje. Mijn
geleidster hoorde droog hoesten.
Vrouwtje, "t kleinste is verkou
den, oppassen op de tongetjes!
Toen we buiten waren vertelde
mijn geleidster: Al jaren zoeken die
slachtoffers naar een huis. De man,
een oppassende arbeider, kan wel
de huur voer een goeie woning be
talen, alles is er al aan gedaan, er i s
evenwel nog geen huis voor hem te
krijgen. Zóó gaat het evenwel ook
nioi langer! Ons streven is altijd de
patient zooveel mogelijk te isoleeren,
opdat hij de gezonden niet besmet.
We geven hem of haar een ledikant
met beddengoed der vereeniging. in
dit kamertje kan evenwel geen ledi
kant meer staan. Nu moet de zieke
vróuw bi die akelige bedstee blij
ven slapen. Voor die arme kinderen
is er ook gevaar. Zij moesten licht
en zon hebben, maar
Ju 't volgende gezin was 't al even
treurig, 't Woninkje stond op een
binnenplaatsje, dat door een slop be
reikt werd. Ook lüer slechts één ka
mer. Daar woonden man, vrouw en
vier kindertjes. De man was de pa
tient. Hij was nu evenwel niet thuis,
omdat hij in de lighal op Schoten
nieuwe krachten zoekt. Zijn handel
tje stond r.u stil, maar hij welden
kende stadgenooten heeft de zuster
steun gevonden om het gezin tij
dens do Mghalfcuur voor broodgebrek
te behoeden.
In de kaïner stond voor 't raam een
Feuilleton
EEN' VE b-!AAL UIT HEI OUDE
KAMERIJK.
Vrij vertaald uaar het
Engelsch van
BARONES ORCZY.
9G)
Dan grijpt een paar handen met me
ren greep en reuzenkracht de ladder
bij de schachteï., houdt haar een k"rt
en vreeselijk oogenblik beet, en gooit
haar dan met liaar heels meiischelijke
vracht in de diepte daar beneden.
Een vreeselijk geschreeuw klinkt
door de lucht, maar wordt sp<xdig
overstemd door het gedonder van het
kanon en ie musketschoten. Het is
11echte een incident, niet de moeite
waaryl om veel aandacht aan te schen
ken. De Hertog hoeft even binnens
monds een vloek gemompeld. Hij tuurt
naar de vier andere ladders waarop
zijn soldaten nuar boven klimmen.
Maar de vloek besterft hom op de
lippen, zelfs hij wordt stil bij liet zien
vn.fi (üio vreeseltjkg ramp. Die man
daarboven, dien hij al heeft teer en
vreezen, dien man in het gesclfëtnviie
buis en de gerafelde broek hij is
ledikant der vereeniging voor den
patient. Maar zoo klaagde de
vrouw t is uier in huis zoo be
dompt, dat mijn man 't 's avonds
als hij overdag in de frissdhe lucht
gelegen heeft, bijna niet kan uit
houden van benauwdheid.
De moed ei- wus zelf ook ziek, al
maanden zat ze mot een zwerend been,
zoodot ze zelf niets aan de verzorging
van haar man en vier kinderen kon
doen. De vereeniging zorgde voor een
huisverzorgster. Maar deze vrouw
had zelf ook drie kinderen thuis en
omdat 't Tehuis voor schoolgaande
kinderen overbevolkt is, moet ze die
j drie kinderen in haar werkhuis
meenemen. Dan zijn daar in dat ka
mertje behalve de zieke vrouw en tic
op po ster zeven kinderen, waarvan de
oudsten juist boven de tafel kunnon
uitkijken.
Qpk arme stakkers die snakken
naar licht, luoht en vroolïjfcheid
Misschien zijn er onder op wie door
de ziekte al een aanval gedaan wordt.
Hoe zullen ze in deze tuberculose-
omgevinsr weeiotand kunnen bieden?...
De zieke vrouw klaagde: Hadden
we maar een ander huis
Nog bedroevender was onze erva
ring op een zoogenaamd hofje in het
Westen der stad. De patiënte een
meisje van 30 jaar iag in bet
voorkamertje. Ze lag daar heel goed
voor 't open raam en dankte haar
zuster en zwager on ook de ver-
ecniging voet tl© uitstekende
verzorging. ,,Ik heb 't zoo goed
zoo zei ze ons. Als 't zonnetje schijnt,
dan is 't aoo vroolijk in mijn kamer
tje. En vriendelijke menschen bren
gen me zoo dikwijls bloemen
Geduldig ligt <i)eze lijderes
daar te wachten, elk zonnestraaltje
in haar verwoeste jonge leven prij
zend
Maar doordat de zuster en zwager
zpo goed voor 't zieke meisje zorgen,
komen de 7 (kinderen in het gedrang.
Die moeten nu met z'n zevenen up
een klein zoldertje met steil tooloo-
pend onbeschoten dak slapen. Met
de vier ledikanten was al'les vol. Er
he er scli te zelfs in 't zonnige morgen
uur ec-n benauwd© lucht. Geen won
der, de vader vertelde, dat de klein
tjes nog wel eens een ongelukje heb
ben. Bovendien was 't zoo'n toer om
het huis van het steeds teruglkeeren-
de ongedierte vrij te houden
Een der zeven kinderen was zwak.
Doo, bemiddeling der vereeniging
was ze voor een paar maandjes naar
een herstellingsoord gezonden. Nu
zou ze flink opgeknapt terugkomen.
Maar dan moet ze weer slapen op dit
vunzige zoldertjeZoo zal in en
kele weken het gunstige resultaat
van liet buitenleven wol weer on
gedaan gemaakt worden!
De vader, ook een oppassend werk
man, snakt naar een nieuwe wo
ning. Hij heeft af eelt op d,e voeten
van 't loopen naar gemeentebestuur
en bouiwvereenigiinigen, maar veei
kans is er voor ham nog niet. En
toch zoo zei hij het mag zoo niet
langer: zeven jongens en meisjes van
2- tot 18 jaar mug men niet op één
plaats laten slapen
Ook kwamen we in een noodwo
ning 'in den tuin van de oude leer
school aan de Voldersgracht. Vee! rs
daaraan al op aandringen van de
huisbezoekstere veranderd, zoo kun-
nu de ramen geopend worden, wat
voorheen niet mogelijk was. In die
noodwoning is een jong meisje als
patient. Voor haar is belaas geen af
zonderlijk slaapkamertje. Er is
evenwel door de vereeniging gezorgd
voor een zoogenaamd harmonicabed,
dat nacht voor 't raam geplaatst
wordt. Overdag is de kleine nog zoo,
dat ze van de buitenlucht genieten
kan.
Er zal heel wal gebouwd moeten
worden om alleen nog maar te kun
nen voorzien in den woningnood van
de gezinnen die met tuberculose te
kampen hebben. Voor die gevallen is
het evenwel het dringenst noodig.
Ala ei* niet reddend opgetreden wordt
dreigen zeer vele jonge levens
verwoest te worden. Nog nooit is de
ellende op woninggebied onder de
tubei-culose-lijders zoo cfrnstig ge
weest als nu.
De gemeenschap zal moeten hel
pen met energieke middelen.
Toch kan het geen aanbeveling
verdienen om speciale woningblok
ken te bouwen voor de tuberculose
lijders en hun gezinnen. Zuster
iiet di© Fanicse's beste oorlogslast
hoeft doen mislukken. Bliksemsnel ei.
mot bijna bovonmenschelijke kracht
lieeft hij zijn. daad nog eens vol
bracht. Weer wordt een stormladder
met tien menschen er op in de diepte
gegooid. De man schijnt een reus te
zijn. Nu heeft hij de derde ladder be
reikt. Misschien jui6t een seconde te
laat want de voorste piekeniex heeft
al een voet op het bolwerk gezet en
staat daar oij wacht om de ladder te
beschermen; maar hij bemerkt het ge
vaar dat hem en zijn kameraden be
dreigt. Hij richt zijn pistool op als
Gilles nader komt. De Henog van
Parma krijgt een gevoel alsof zijn
hart opgehouden Jieefi te kloppen.
Nog een seconde en die waaghals van
een rebel zou sterven.
Maar Gilles heeft ook bet gevaar
gezien hït gevaar voor hem zdi
#n voor de stad die hij verdedigt. Hij
hoeft nu geen tijd meer om evenals
de bedde vonge koeren de ladder te
grijpen, goen kans om die reuzen
kracht to gebruiken die hem geschon
ken is om Kamerijk te redden. Een
seconde het ls de belangrijkste die
die bedreigde stad nog ooit heeft ge
kend; alles hangt er voor haar van
af de eigen veiligheid en liet le
ven van haar redder! Een seconde!
De Spaankche piekeniers komen nu
al gevaarlijk dicht bij den muur. Het
volgende oogenblik heeft Gilles een
Keurenaer vertelde, 'dal in het bui
tenland daarmee eon proef genomen
is, maar zonder succes, omdat die
tubercuiose-wijken ale peethuizen
gemeden werden. Bovendien zonder
eenig gevaar kunnen de tuberculose
lijders Onder de gewone burgers,
wonen, mits maar hygiënisch geleefd
wordt.
Als de woning zich daartoe leent,
zorgt de vereeniging daarvoor uit
stekend.
We kwamen, ook in het midden
de stad in een jong huishouden,
waarvan de vader door de tubercu
lose geluiakt was. Nog geen jaar
geleden had hij achter den voetbal
gevlogen, maar nu was hij zelfs te
zwak voor het vervoer naar een sa-
natoaium. 't Voorkamertje was
op advies van de zuster ge
heel tot ziekenvertrek ingericht. Zijn
jonge vrouw vei zorgde hem als
een geboren ziekenzuster. De jeug
dige Jiijder was vol hoop, als Jiij nu
wat aangesterkt was zou hij mis
schien naai- een sanatorium gaan,
genezen terugkomen, om dan weer
voor vrouw en kind te werken
Kraakzindelijk was ook rites bij een
jonge vrouw die nu al jarenlang ziek
is. Met schijnbaar van gezondheid-blo
zende wangen ligt ze op haar rust
stoel voor 't raam. Dag in dag uit.
De hoop op beterschap is haar en
liaar man geblevetn.
De vereeniging zorgt voor een huis
houdster, want hoewel de man een
goed inkomen heeft, is hij niet in
staat alles wat de ziekte kost te ver
dienen. Dat gezin heeft gelukkig een
goede hulp. Jt Kost evenwel veel moei
te on* geschikte huisverzorgsters te
vinden. Bovendien Koet die hulp te
genwoordig ook veel. De kas der ver
eeniging is ledig en als de zusters er
zelf met dikwijls op ui; gingen om bij
weldadige ingezetenen te- bedelen voor
die kas der huisverzorging, zag 't er
treurig uit. Versterking van de finan-
cén zou ook hier goed ïe stade omen.
Zooals we reeds schreven woning
nood is een bondgenoot der tubercu
lose. Op woningverbetering zal aan
gestuurd moeten worden. Wel zullen
daarbij teleur stellen do ervaringen op
gedaan worden, want niet alle gezin
nen zijn 't waard, dat ze in een nieuw
huisje gezet .worden.
We kwamen nu bij een gezin met een
dozijn kindleren, dat een jaar geleden
een nieuwe woning dier gemeente be
trokken heeft. I n een jaarishet
huis wat men n o e in.t u i t g e-
w o o n d. Slonzigheid en vuilheid
zijn hiervan de oorzaak
Gelukkig is dat een uilzondering.
Overal waar de zustors komen trach
ten ze begrippen van reinheid in te
prenten.
Er worden ook gevallen van ver-
waarloozing en slordigheid, gevonden
die hopeloos zijn. Daar is inderdaad
niet veel meer te redden. Hulp, zoo
die nog bedacht kon worden, zou heel
kostbaar zijn en toch niets baten.
Bovendien er is slechts weinig geld
beschikbaar en als dan nog getracht
zou worden daarmee oen b-idemloozen
put t© dempen, bleef wellicht er niets
over voor de arme stakkers die het
dubbolwaard zijn, dat dlo reddende of
troostende hand wordt toegestoken.
Een geval willen we schetsen.
We troffen in een noodwoning een
meisje van 14 jaar. 'k Dacht dat 't
kledne bleekneusje met verwarde ha
ren nauwelijks de 10 haalde, moor
mijn geleidster wist 'l wei beter. Dat
stumpertje moet, als oudste, de Buis-
lioudihtf voor 7 a 8 nog kleinere kin
deren verzorgen. Al 't jonge grut
zwierf nu met 't mooie weer buiten,
alleen een kind van enkele maan
den was ïn een rommelig bed ver
stopt. Nog nooit heb ik zoo'n slecht
verzorgd wezen gezien, anders kan
zoo'n rozig kind, in 'n door een lief
hebbende moeder kraakhelder gehou
den wieg, een stukje poëzie zijn,
maar hierEen kleur die duide
lijk zegt, dat 't w;cht onoordeel
kundig gevoed wordt, een zeer hoofd,
vieze kleeren
Zuster Keurenaer wist wei dat ze
niets verwijtends tegen de kleine ver
zorgster kon zeggen. Alleen ried ze
vriendalijk-dtringand om 't zusje toch
gauw oen schoon broekje te geven
In de woning wae alles even cnccge-
1 ijk en vies. Er wordt wel eens van
een armoedig huishouden gezegd
„een blind paard kan er geen schade
doen", maar hier kunnen gerust twee
blinde paarden ltomen!
De verzorging van de andere broer
tjes en zusjes is natuurlijk even treu
rig als van den Benjamin.
Toch is 't loer geen bepaalde ar
moede, de man verdient goed zijn
brood. Alleen is 't oiigpluk, dat de
vrouw meent haar man den gebeden
dag te moeten.bijstaan. Thuis zou ze
evenwel veel nuttiger kunnen zijn
Wat moet er zoo van alle kinderen,
terechtkomen. Wonden ze groot
maar 't kleintje kan t met lang uit-
houden dan zijn t nieuwe klanten
voor de tuberculoze bestrijding.
geweldig stuk steen van den grond
opgenomen, houdt het met beide han
den een oogenblik boven het iioofd en
gooit liet aan met alle macht tegen
de ladder aan, De voorste man is de
eerste dia valt. Zijn pistool gaat met
oon luiden knal af in zijn hand. Vlak
onder hem heeft het gewicht van don
vallenden steen dc ladder verbrijzeld
en de mannen vallen dood in de diep
te, bijna zonder een geluid te geven.
Intuaschen zijn dc V titanische helle
baardiers komen aansnellen; zij heb
ben gezien wat Gilles deed en komen
hem te hulp. Nog twee .ladders zijn
legen de zwakke muren opgesteld en
de kracht van hun aanvoerder moet
langzamerhand wel uitgeput raken.
En er komen steads meer Spanjaar
den, ontelbaar voel meer, waartegen
een klein troepje ongeoefende burgera
zich wanhopig moet verdedigen.
Juist op dat oogenblik staat Gilles
even 6til om nog eens haar het verre
westen te staren. Reeds is het goud
van do zon veranderd in rood en
schijnt de lage horizon in vlam te
staan. Maar nu schijnt er In da verte
iets t© bewegen, iets anders don de
wilgen on populieren die in den
avondwind ruischen. Dó aarde trilt
onder het getrappel den- hoeven. Ver
weg op den straatweg naar Baipaume
komen de eersten van BaJagny's
troep aan. Scherp steken zij af tegen
de lucht.
Er is utt 'f bovenstaand© blijkt
't duidelijk voor de Vereeniging tot
bestrijding der tuberculose te Haar
lem veel te doen.
We tarnen evenwel in tientallen
van gezinnen waar, door «ie hulp der
vereeniking en de leiding der huisbe-
zoek6tere, alles voor een doelmatig
verpleging in orde is. Daar wordt t
leed van den zieke verzacht en zijn
alle mogelijke maatregelen genomen
orn de gezonden te beschermen.
't Was evenwel ons doel in dit ar
tikel speciaal te w zen op hoe de wo-
mngelïemdie in verschillende gevallen
een doelmatige tubercuJose-bestrijdnijv
bemoeilijkt.
Waar kan wordt geholpen.
Door geldgebrek kan ci.et alles ge
daan Worden wat gewen scht wordt.
Alleen voor ledikanten en bedde-
goe*l geeft de vereeniging al zes dui
zend gulden par jaar uit.
Hoe steviger de geldmidWielen zijn,
hoe moei- de vereeniging kan doen.
Er is nu al meer gedaan dan d© kas
toeliet.
Van 't tekort van f 15000 is neg
slechts f 1000 gedekt.
In 't belang oer zieken en gezonden
is 't noodig die nuttige vereeniging te
steunen.
«- J. v. T.
DE HEER KOL OVER DEN NIEUW
BENOEMDEN GOUVERNEUR-GE-
RAAL. In een onderhoud, dat oen
vertegenwoordiger van het Haagsch
Aneta-kantoor had met het sociaal-
demokratische EersterKanfertwL Van
Kol, over den nieuwbenoemden gou-
vrneur-goneraaj van Ned.-Indië zeide
deze Indische specialist o.m., dat
hij den heer Fock een plooibaar man
acht, iemand, bovenal met gevoel
voor bet pracüsche.
Als Kanier'.id speelde mr. Fock
volgens den heer Van Kol een vrij
ondergeschikte rol en zijn redevoe
ringen in de Kamer waren van wei
nig beteekenis! Ai minister heeft
hij wel wat goeds gedaan, vooral op
het gebied an het inlandsch onder
wijs. Hij heeft dit „ter' hand geno
men", voel beloften afgelegd, maar
de resultaten zijn gering gebleken.
In zijn bekende rede van April
1919 heeft hij gezegd, dat „wetten
en begrooting»n in Indië moeten
worden vastgesteld", maar hij wil
geen Volksraad, die geleidelijk liet
karakter krijgt van een parlement.
Vorder wil hij een wetgevend college
„in de tokomet!" Of die toekomst nog
'j,ang.7.al duren, vroeg de heer Van
Kol zich af, en hij gaf zelf het ant
woord: „Dan zal dit college er ko
men zonder en ondanks hem.''
Ook zag hij in die rede, dat „de
bureaucratie de kop moet worden
ingedrukt", maar hij betwijfelde, of
mr. Fock daarin zou slagen, waar
een man ais Van Heutsz voor haar
heeft moeten bukken. Verder bleek
mr. Fock voorstanden' van uitbrei
ding van den Raad van Indië met
particuhero leden, terwijl het Juist
naar de meening van den heer Van
Kol beter zou wezen, den tegen-
woordigem Raad van Indié eenvou
dig af te schaftenen den noodlottigen
invloed van particulieren te fnuiken.
Dé heer Van Kol meent, dat het
van beter staatkundig beleid zou ge
tuigd hebben, wanneer de tegen
woordige G.G., de heer Van Limburg
Stirum, dlo de sympathie van de
groote massa had gewonnen, in
staat was. gesteld, zijn werk te vol
tooien. Dat liet niet is geschied en
dat toen kwam de benoeming van
dezen opvolger, is een uiting van
het conservatisme en van den reac-
tionnairen geest, die nog hier te
lande heerschen.
WEELDEBELASTING.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken te 's-Gravenhage heeft aan
den Minister van Financiën bericht,
dat zij eenstemmig van oordeel is, dat
het niet in het belang van handel en
nijverheid zou wezen, indien liet wets
ontwerp tot heffing ©ener weeldebe
lasting tot wet werd verheven.
De vorscliillende bezwaren, welke
dooi' de Kamer tegen het wetsontwerp
ontwikkeld werden, zijn samen to
vatten in twee hoofdbezwaren; ten
eerste het feit, dat ten gevolge dezer
wet vorscliillende artikelen rog vorder
in prijg zullen stijgen, waardoor do
voortsdirijdende algemeente duurte
in de hand wordt gewerkt in gevreesd
wordt, dat op een gegeven oogenblik
onverkoopbaarheid van verschillende
artikelen intreden zal, met alle gevol
gen van dien, als malaise en werlt-
toofjheid in verschillende bedrijven.
Dit klemt des te meer. wordt in 't
adres aangevoerd, wijl de wet zich
uitstrekt tot artikelen, die niet als
.zuivere weelde zijn te beschouwen,'
doch voor een niet onbelangrijk deel
der bevolking onmisbaar zijn. Bij
Gilles heeft hen gezien. Eindelijk
komt ei- hulp. Nog een laatste in
spanning, een laatste bovenin an sche-
lijkc poging en zij hebben de overwin
ning behaald. Hij roept luide tegen
die enkele mannen die nog van het
garnizoen over zijn en de burgers die
zich vol moed om hem heen geschaard
hebben.
Vooruit burgers van Kamerijkl
Frankrijk komt u tc hulp. Daar komt
haar machtige leger al aan op don
weg. Wég met den Spanjaard! Dit is
liet uur van öe overwinning!
ZooaJs reeds vaak t© voren geeft
zijn ver-klinkende stem hun weer
moed. Weer grijpen zij hellebaarden
en lansen, vol hoop. Zij rennen naar
voren en duwen met krachtige han
den de Spaansche stormladders van
hun muren af, rapen stoeien op,
stukjes graniet of ij zei en gooien hier
mee naar de aanvallers daar beneden.
De boogschutters liggen op één knie
en schieten met dooctelijke nauwkeu-.
righeid. Zij hebben elk een. half dozijn
pijlen gekregen de laatsten en elke
pijl treft doel.
Vera-ast en verward door deze op
nieuw oangewakkrde geestdrift staan
d© SpjHijaancten even stil. Een hon
derd man ligt döod of stervende on
dier aan den muur. Hum rijen zijn
verbroken; don Miguel tracht de troe
penmacht te verzamelen. Maar voor
hij er in slaagt .wordt hij door een
1 oventuèeie indiening bij de Tweede
Kamer zou de lijst van -'.rtikelen in
dit verband zcér zeker moeten worden
gewijzigd. Vooral met het cog op de
20 pet. belasting is le vreezen, dat
particulieren persoonlijk en aan 'den
lijve de belastingartikelen uit het bui
tenland gaan importeeren, waardoor
zoowel de schatkist ais de hona-fidc-
handelaar ernstig benadeeld zullen
worden. Voor het hotelbedriif geldt
ook het bezwaar der prijsstijging. Het
staat te vreezen, dat buitenlanders de
Mat in di
Stand der stuk
Witi Kb8, Dc
Zwarte Kfo.
Partij Na. 66.
Gaapeeld in den vierkamp te Berlijn,
25 Februari 1919.
Wit i Zwart
R. Spielmann E. D. Bogoljubow
(München). (Kiew).
Konlngi-Panrdgambtet.
e2-e4
1
e7eö
f2—f4
2
e5Xf4
Pgl-f8
3
Pg8—f6
Pbl—c8
4
d7—d5 1
e4—e5
6
Pf6—e4
Lfl-e2
6
g7—gö
0-0
7
Pb8c6
Le2b5
8
a7—a6
Lb5Xc6f
9
b7Xc6
d2d3
10
Lf8cöf
d3d4
11
Lc5—eï
g2-«3
12
Lc8h8
')g3Xf4
13
gj*f4
LclXf4
14
Th 6g6f
Lf4g3
15
Lh3Xfl
Ddl X tl
16
Pe4Xg3
h2xg3
17
Le7h4
e5e6
18
Tg8Xg3f
Kgl-hl
19
Dd8—f6
66Xf7f
20
DfÖXfï
Dfl—elf
21
Df7-e7
Del—fl
22
De7—f6
Tal—elf
23
KeS—dS
Tel—e8
24
Lh4 gö
Te3—d3
25
Df6-h6f
Pf3h2
26
Tg8Xd3
Beter is «4Xdó.
Een poging om eindelijk tot den
aanval te komen, welke tot dusverre
onmogelijk was, tengevolge van het
pionoffer.
Na 14Xg3 zou (minder prettig)
13. Pc3xe4, döX«4; 14, Pf3Xg5, Le7Xgt;
15. Ddl—h"> volgen.
Of 13. Tfl-el. gög4.
'j Ontneemt den tegenstander elk
uitzicht op verdere verdediging.
Of §2. Pf3Xh4, Tg3 hSf.
En Wit pal op, daar Lg5—f4,
en daarmee Damt-ru I, niet meer te
voorkomen is.
Partij No. 67.
Gespeeld in den vierkamp te Berlijn,
26 Februari 1919.
Wit i Zwart
E. D. Bolgojubow R. Réti
(Kiew) (Weenen)
U4Opening.
d2—d4
1
Pg8-f6
Pgl-f8
2
d7d6
Lel—(4
3
Pb8-d7
Pbl—d2
4
e2—e4
5
Lf8g7
Lfl—d3
6
0-0
h2—h3
7
c7c6
0-0
8
Dd8—c7
Lf4h2
9
e7—eö
c2c3
10
Pf6hö
a2 &4
11
a7a6
Pd2-c4
12
b7bö
13
c6xb5
Pc4e8
14
Pd7«8
15
Phö—f4
Lh2xf4
16
eöxf4
Pa3g2
17
h7—ha
g4Xhó
18
Lg7-h6')
PfS—h4
19
Lc8Xh3
pijl in de keel getroffen. De Landas is
vlak bij, komt te hulp, tracht den
troep te verzamelen en ziet Gilles de
Crohin staan op het bolwerk en hoort
hem triomfantelijk roepen:
„Burgers van Kamerijk, Frankrijk
komt u tc hulp!1'
Overal ontgaat geweldige verwar
ring. De hellebaardier bij de door
braak staan wel vijf minuten lang be
wegingloos onder een hagel van pij
len er, steen on en wachten op nieuwe
bervelen.
En op den. straat weg van Bapaume
komen de Balagnv en zijn troepen
vlug nader. Reeds is de witte vlag
met de goudëri Fransche leb© er op
duidelijk zichtbaar.
Panna heeft het gezien en vloekt
vol woede. Hij is een groot en mach
tig krijgsheer ©n weet dat hei einde
gekomen is. De dug he»?fi niets dan
mislukking cn teleurstelling gebracht,
het is nu zijn plicht zooveel mogelijk
zijn eer tc redden ©n de overblijfselen
van zijn leger bij elkaar te houden.
Hij kan niet begrijpen hoe het alle
maal gebeurd is waar deze Fran
sche troop vandaan komt en op wiens
bewel. Hij is bijgeloovig ©n ziet er een
bestraffing in. Vlug mompelt hij een
gebed terwijl op den weg naar Ba
paume al musketschoten beginnen te
knallen.
Frankrijk is lüer met haar groote
legers; haar nooit overwonnen gene-
Nederlandsche hotels gaan vermij*
den.
Het tweede hoofdbezwaar der Ka-
mor betreft de groolo noodzakelijk
heid van een uitvoerige controle ©n
dc dsiardoor noodzak- uitbreiding
van het ambtenarencorps. Jle kosten
hiervan allien een groot sink van de
baten der belastifig vórderen. Op
grond van deze bezwaren geeft de
Kamer den Minister in overweging bet
wetsontwerp niet, al than© r.iet in de
zen vorm, bij de Kamer in te dienen.
ie zetten,
ten
I, Lf8, Pc6, f2.
Ddl—f3
20
Dc7-c8
Ph4—f5
21
Lh3xfö
«4X16
22
ge—gö
Tfl— al
23
Pb6d7
Df3—d5
24
Dc8—b8
15-16 I
25
Pd7Xf6
Dd6—fö
26
Db8-d8
f2—13 I
27
Kg8_g7
Kgl—12
28
Dd8—c8
Pg2-h4
29
Tf8—h8
Tel—e7
30
DcöXfö
Ph4Xföf
31
Kg7g8
Te7b7
32
Lh6—f8
hö—h6
33
L18Xh6
Ld3Xb5
34
Lh6—(8
Kf2-g2
35
■va6aö
c8-c4
36
Ta8—«8?»)
l) Op Lh3 zou Wit door Pf3g5
in 't voordeel komen.
sj Opent voor Looper d3de aan vaislijn,
Het ii duidelijk dat Dc8Xf5, we
gens Ph4Xf5f, en gaXh4 wegens Tel—
gif niet gaat.
-Eenvoudiger was DfóXcö. bene
vens Ph4-f5f.
en Zwart gal het hopeloze apel op.
Er dreigt altijd b2— b4.
Oplossing Eindspelstudie No. 12
Stand der stukken
Wit: Kh2, 13, g2, g4, h8.
Zwart Kb8, a6, gö, g6.
Wife spel Bchijnt verloren, daar de
zwarte a-pion niet meer is tegen te
houden, terwijl du zwarte Koning
daarenbovon nog tijdig de witte pion
nen verhinderen kan Dame te halen.
En toch kan Wit op de volgende wijze
remise maken
1. fJ—f4 (Zwart kan den pion niet
nemen, omdat Wit dan h3—h4 zou
spelen en één zet eerder dan Zwart
en bovendien met schaak Dame
zou halen), KbS—c7 (op 1.
a6— a5? zou Wit ook remise maken,
als volgt2. f4—f5, g6Xf5,3. hS—h4
a5—a4 4. hiXgo, a4 - a3 5. gö— g6,
enz.men zou zoo denken, dat Wit's
oprukken met de pionnen thans ver
lamd was door dien Konicgszet, Wit
heeft echter een ander plan)2.
f4Xg5l, aó—as 3. Kh2—g3, aó—a4
4. Kg3—h4, a4—a3; 5. g2—g3 en Wit
heeft zijn listig plan uitgevoerd,
d.w.x. zich zelf pat gezet en Zwart
heeft geen middel de patstelling op
te heffen.
De zwakkere speler zal goed doen
een dergelijke opsluiting van zijn
Koning, ter bereiking van remise, te
onthouden.
Goed uitgewerkt door
W. Otto, te Bloemendaal; Jan.
J. Bert, te Haarlem; H. W. van
Dort, te Schoten.
Capablaaca la ons laad
De beroemde meester, tot nu toe
wereldkampioen „honoris causa"
(Lasker schonk hem den titel, maar
Capablanca aanvaardde hom niet)
vertoeft wederom in ons land en
speelt In verschillende schaakclubs
slmultaan-séances.
ruals, Condé en Turenne zijn te hulp
gekomen. Parma's vermoeide troepen
kunne» onmogelijk een aanval in den
rug weerstaan terwijl zij zelf nog naar
voren toe aanvallen. Hoe talrijk de
troep is di© daar aankomt valt moei
lijk te zeggen. Zij komen met veel wa
pengekletter en noodeloos geknal van
musketten, met rinkelend tuig en ge
stamp van paardenhoeven op dep weg.
Zij schreeuwen voortduren: „Vaiois"
„de Fransche lelie!" Ze wuiven
j met hun banieren en slaan hun lansen
en pieken tegen elkaar. Ze komen! Ze
komen!
En <1© half uitgeputte Spaansciie
troepen zien en hooien hen ook. De
hellebaardiers staan stil en luisteren,
de boogschutters houden halverwege
dc gracht stil. terwij] overal in het
rond gefluisterd wordt. „De Fran-
scJien komen! Vlucht!
Een paniek ontstaat onder d© man
nen. Zij draaien zich om en haasten
zich terug naar den kant van de
gracht. De vlucht is begonnen eerst
de cavalerie, dan de infanterie, want
achter hen zijn de Franschcn en groo
te legers komen Kamerijk to hulp..
(Wordt vervolgd).
Oplossingen, vragen enz., ie zenden san den
Sohsakredaeteur van Haarlem's Dagbiso, Groots
Houtstraat 03, Haarlem.
Probleem No. 72.
W. H. THOMPSON (Londen).
s