m m m m m m m m m Jonkvrouw Jacqueline i gg is is g§PP HAARLEM'S DAGBLAD Tufaereniose-bestrgtiing en Woningellende Kolomen Blnnsnland Sohaakrubrlek H imp B ZATERDAG 16 OCTOBER 1920 DEBDE BLAO Beioeksn >an krotwoningen Jonge levens ernstig bedreigd Verwaarioozing en vervulling Nuttig werk der reretniglng tol iteitrUking der tuberculose Bouwt buliiu! „Voorkomen is better dan gene zen", vooral daar genezen van tuber culose zoo moeilijk is. D© Veréetnig'Lng tot bestrijding der tulberouilose doet zooveel het maar haar helaasbeperkte geldmid delen mogelijk is. Wil evenwel de ontzettende voksziekte, die per jaar in ons land meer slachtoffers ten grave sleept dan aUe andere besmot- teijke ziekten tezamen, afdoende be streden worden, dan zal meer ge daan moeten worden. Het is zeker menschel ij ker wijze gesproken dat nu ontelbare jonge levens met ae lubercel-baail besmet worden, die door doelmatige bestrijdingsmiddelen bespaard zouden worden voor de kiem der wreede kwaal, die langzaam moordt als slui pend gift en wis als 't grievend staal. De tuberculose maakt in onze stad veel slachtoffers. De bezoeksters der vereeniging komen in ongeveer duizend huisgzinnen. Als we zeggen, dat te Haarlem een 15000 huisgezinnen zijn, wil dat zeggen, 1 op elke 15. En dan zou nog slechts in elk huis waar deze groene be- tedkcrmengelon komen, één patient zijn; de werkelijkheid is dat in talrij ke gezinnen bijna meer patiënten ais gezonde lieden zijn. Om een blik te krijgen in deze tu berculose-el lende zijn we op stap ge gaan met twee huisbezoek sters der vereeniging, de leidster zuster- Keu renner err mevrouw Knottenbelt. Eenige uren zijn we door donker Haarlem getrokkesi. Mijn geleidsters wilden niet de meest treffende ge vallen uitzoeken, maar in kort be stek een zoo getrouw mogelijk beeld vim het geheel geven. De woning-ellende Is de grootste vijand van de tuberculose-bestrijding. We kwamen m een straat in 't 'centrum der stad. In een klein voor kamertje, gehuurd van ©en familie lid, woonde de patiiente, ©en vrouw tje van 25 jaar. 't Was liaar aan t© zien, dat ze al menig en knauw ge kregen had. Vijf jaar was ze ge trouwd ear al dien tijd was 't sukke len geweest, met vleugjes van her stel. Toch was ze ook nu vol goeden moed, 't zou wel beter gaan, als En ze beek rond in haar kamertje, een hokje van misschien 15 of 16 vierkanten meier, waarin alles ge daan moest worden gewoond, ge kookt, gewassohen, geslapen. 't Is hier zoo zei ze zoo benauwd. Die bedstee, vochtig en bedompt. Soms lig ik. als ik 't in de bedstee niet kan uithouden, in 't ledikantje van mijn oudste kindje, dat staat ten minste voor 't raam, maar 't is zoo klein... Als we eens een ander huisje hadden, met behoorlijke slaapgelegenheid zoo klaagde net vrouwtje. Ze bezag haar twee kin dertjes en vervolgde bijna huilend: ,,'t zou voor die schaapjes ook zoo goed zijn Medelijden-wekkcnd was hot, die kindertjes te zien. 't Kleinste van eenige maanden lag in "t wiegje. Mijn geleidster hoorde droog hoesten. Vrouwtje, "t kleinste is verkou den, oppassen op de tongetjes! Toen we buiten waren vertelde mijn geleidster: Al jaren zoeken die slachtoffers naar een huis. De man, een oppassende arbeider, kan wel de huur voer een goeie woning be talen, alles is er al aan gedaan, er i s evenwel nog geen huis voor hem te krijgen. Zóó gaat het evenwel ook nioi langer! Ons streven is altijd de patient zooveel mogelijk te isoleeren, opdat hij de gezonden niet besmet. We geven hem of haar een ledikant met beddengoed der vereeniging. in dit kamertje kan evenwel geen ledi kant meer staan. Nu moet de zieke vróuw bi die akelige bedstee blij ven slapen. Voor die arme kinderen is er ook gevaar. Zij moesten licht en zon hebben, maar Ju 't volgende gezin was 't al even treurig, 't Woninkje stond op een binnenplaatsje, dat door een slop be reikt werd. Ook lüer slechts één ka mer. Daar woonden man, vrouw en vier kindertjes. De man was de pa tient. Hij was nu evenwel niet thuis, omdat hij in de lighal op Schoten nieuwe krachten zoekt. Zijn handel tje stond r.u stil, maar hij welden kende stadgenooten heeft de zuster steun gevonden om het gezin tij dens do Mghalfcuur voor broodgebrek te behoeden. In de kaïner stond voor 't raam een Feuilleton EEN' VE b-!AAL UIT HEI OUDE KAMERIJK. Vrij vertaald uaar het Engelsch van BARONES ORCZY. 9G) Dan grijpt een paar handen met me ren greep en reuzenkracht de ladder bij de schachteï., houdt haar een k"rt en vreeselijk oogenblik beet, en gooit haar dan met liaar heels meiischelijke vracht in de diepte daar beneden. Een vreeselijk geschreeuw klinkt door de lucht, maar wordt sp<xdig overstemd door het gedonder van het kanon en ie musketschoten. Het is 11echte een incident, niet de moeite waaryl om veel aandacht aan te schen ken. De Hertog hoeft even binnens monds een vloek gemompeld. Hij tuurt naar de vier andere ladders waarop zijn soldaten nuar boven klimmen. Maar de vloek besterft hom op de lippen, zelfs hij wordt stil bij liet zien vn.fi (üio vreeseltjkg ramp. Die man daarboven, dien hij al heeft teer en vreezen, dien man in het gesclfëtnviie buis en de gerafelde broek hij is ledikant der vereeniging voor den patient. Maar zoo klaagde de vrouw t is uier in huis zoo be dompt, dat mijn man 't 's avonds als hij overdag in de frissdhe lucht gelegen heeft, bijna niet kan uit houden van benauwdheid. De moed ei- wus zelf ook ziek, al maanden zat ze mot een zwerend been, zoodot ze zelf niets aan de verzorging van haar man en vier kinderen kon doen. De vereeniging zorgde voor een huisverzorgster. Maar deze vrouw had zelf ook drie kinderen thuis en omdat 't Tehuis voor schoolgaande kinderen overbevolkt is, moet ze die j drie kinderen in haar werkhuis meenemen. Dan zijn daar in dat ka mertje behalve de zieke vrouw en tic op po ster zeven kinderen, waarvan de oudsten juist boven de tafel kunnon uitkijken. Qpk arme stakkers die snakken naar licht, luoht en vroolïjfcheid Misschien zijn er onder op wie door de ziekte al een aanval gedaan wordt. Hoe zullen ze in deze tuberculose- omgevinsr weeiotand kunnen bieden?... De zieke vrouw klaagde: Hadden we maar een ander huis Nog bedroevender was onze erva ring op een zoogenaamd hofje in het Westen der stad. De patiënte een meisje van 30 jaar iag in bet voorkamertje. Ze lag daar heel goed voor 't open raam en dankte haar zuster en zwager on ook de ver- ecniging voet tl© uitstekende verzorging. ,,Ik heb 't zoo goed zoo zei ze ons. Als 't zonnetje schijnt, dan is 't aoo vroolijk in mijn kamer tje. En vriendelijke menschen bren gen me zoo dikwijls bloemen Geduldig ligt <i)eze lijderes daar te wachten, elk zonnestraaltje in haar verwoeste jonge leven prij zend Maar doordat de zuster en zwager zpo goed voor 't zieke meisje zorgen, komen de 7 (kinderen in het gedrang. Die moeten nu met z'n zevenen up een klein zoldertje met steil tooloo- pend onbeschoten dak slapen. Met de vier ledikanten was al'les vol. Er he er scli te zelfs in 't zonnige morgen uur ec-n benauwd© lucht. Geen won der, de vader vertelde, dat de klein tjes nog wel eens een ongelukje heb ben. Bovendien was 't zoo'n toer om het huis van het steeds teruglkeeren- de ongedierte vrij te houden Een der zeven kinderen was zwak. Doo, bemiddeling der vereeniging was ze voor een paar maandjes naar een herstellingsoord gezonden. Nu zou ze flink opgeknapt terugkomen. Maar dan moet ze weer slapen op dit vunzige zoldertjeZoo zal in en kele weken het gunstige resultaat van liet buitenleven wol weer on gedaan gemaakt worden! De vader, ook een oppassend werk man, snakt naar een nieuwe wo ning. Hij heeft af eelt op d,e voeten van 't loopen naar gemeentebestuur en bouiwvereenigiinigen, maar veei kans is er voor ham nog niet. En toch zoo zei hij het mag zoo niet langer: zeven jongens en meisjes van 2- tot 18 jaar mug men niet op één plaats laten slapen Ook kwamen we in een noodwo ning 'in den tuin van de oude leer school aan de Voldersgracht. Vee! rs daaraan al op aandringen van de huisbezoekstere veranderd, zoo kun- nu de ramen geopend worden, wat voorheen niet mogelijk was. In die noodwoning is een jong meisje als patient. Voor haar is belaas geen af zonderlijk slaapkamertje. Er is evenwel door de vereeniging gezorgd voor een zoogenaamd harmonicabed, dat nacht voor 't raam geplaatst wordt. Overdag is de kleine nog zoo, dat ze van de buitenlucht genieten kan. Er zal heel wal gebouwd moeten worden om alleen nog maar te kun nen voorzien in den woningnood van de gezinnen die met tuberculose te kampen hebben. Voor die gevallen is het evenwel het dringenst noodig. Ala ei* niet reddend opgetreden wordt dreigen zeer vele jonge levens verwoest te worden. Nog nooit is de ellende op woninggebied onder de tubei-culose-lijders zoo cfrnstig ge weest als nu. De gemeenschap zal moeten hel pen met energieke middelen. Toch kan het geen aanbeveling verdienen om speciale woningblok ken te bouwen voor de tuberculose lijders en hun gezinnen. Zuster iiet di© Fanicse's beste oorlogslast hoeft doen mislukken. Bliksemsnel ei. mot bijna bovonmenschelijke kracht lieeft hij zijn. daad nog eens vol bracht. Weer wordt een stormladder met tien menschen er op in de diepte gegooid. De man schijnt een reus te zijn. Nu heeft hij de derde ladder be reikt. Misschien jui6t een seconde te laat want de voorste piekeniex heeft al een voet op het bolwerk gezet en staat daar oij wacht om de ladder te beschermen; maar hij bemerkt het ge vaar dat hem en zijn kameraden be dreigt. Hij richt zijn pistool op als Gilles nader komt. De Henog van Parma krijgt een gevoel alsof zijn hart opgehouden Jieefi te kloppen. Nog een seconde en die waaghals van een rebel zou sterven. Maar Gilles heeft ook bet gevaar gezien hït gevaar voor hem zdi #n voor de stad die hij verdedigt. Hij hoeft nu geen tijd meer om evenals de bedde vonge koeren de ladder te grijpen, goen kans om die reuzen kracht to gebruiken die hem geschon ken is om Kamerijk te redden. Een seconde het ls de belangrijkste die die bedreigde stad nog ooit heeft ge kend; alles hangt er voor haar van af de eigen veiligheid en liet le ven van haar redder! Een seconde! De Spaankche piekeniers komen nu al gevaarlijk dicht bij den muur. Het volgende oogenblik heeft Gilles een Keurenaer vertelde, 'dal in het bui tenland daarmee eon proef genomen is, maar zonder succes, omdat die tubercuiose-wijken ale peethuizen gemeden werden. Bovendien zonder eenig gevaar kunnen de tuberculose lijders Onder de gewone burgers, wonen, mits maar hygiënisch geleefd wordt. Als de woning zich daartoe leent, zorgt de vereeniging daarvoor uit stekend. We kwamen, ook in het midden de stad in een jong huishouden, waarvan de vader door de tubercu lose geluiakt was. Nog geen jaar geleden had hij achter den voetbal gevlogen, maar nu was hij zelfs te zwak voor het vervoer naar een sa- natoaium. 't Voorkamertje was op advies van de zuster ge heel tot ziekenvertrek ingericht. Zijn jonge vrouw vei zorgde hem als een geboren ziekenzuster. De jeug dige Jiijder was vol hoop, als Jiij nu wat aangesterkt was zou hij mis schien naai- een sanatorium gaan, genezen terugkomen, om dan weer voor vrouw en kind te werken Kraakzindelijk was ook rites bij een jonge vrouw die nu al jarenlang ziek is. Met schijnbaar van gezondheid-blo zende wangen ligt ze op haar rust stoel voor 't raam. Dag in dag uit. De hoop op beterschap is haar en liaar man geblevetn. De vereeniging zorgt voor een huis houdster, want hoewel de man een goed inkomen heeft, is hij niet in staat alles wat de ziekte kost te ver dienen. Dat gezin heeft gelukkig een goede hulp. Jt Kost evenwel veel moei te on* geschikte huisverzorgsters te vinden. Bovendien Koet die hulp te genwoordig ook veel. De kas der ver eeniging is ledig en als de zusters er zelf met dikwijls op ui; gingen om bij weldadige ingezetenen te- bedelen voor die kas der huisverzorging, zag 't er treurig uit. Versterking van de finan- cén zou ook hier goed ïe stade omen. Zooals we reeds schreven woning nood is een bondgenoot der tubercu lose. Op woningverbetering zal aan gestuurd moeten worden. Wel zullen daarbij teleur stellen do ervaringen op gedaan worden, want niet alle gezin nen zijn 't waard, dat ze in een nieuw huisje gezet .worden. We kwamen nu bij een gezin met een dozijn kindleren, dat een jaar geleden een nieuwe woning dier gemeente be trokken heeft. I n een jaarishet huis wat men n o e in.t u i t g e- w o o n d. Slonzigheid en vuilheid zijn hiervan de oorzaak Gelukkig is dat een uilzondering. Overal waar de zustors komen trach ten ze begrippen van reinheid in te prenten. Er worden ook gevallen van ver- waarloozing en slordigheid, gevonden die hopeloos zijn. Daar is inderdaad niet veel meer te redden. Hulp, zoo die nog bedacht kon worden, zou heel kostbaar zijn en toch niets baten. Bovendien er is slechts weinig geld beschikbaar en als dan nog getracht zou worden daarmee oen b-idemloozen put t© dempen, bleef wellicht er niets over voor de arme stakkers die het dubbolwaard zijn, dat dlo reddende of troostende hand wordt toegestoken. Een geval willen we schetsen. We troffen in een noodwoning een meisje van 14 jaar. 'k Dacht dat 't kledne bleekneusje met verwarde ha ren nauwelijks de 10 haalde, moor mijn geleidster wist 'l wei beter. Dat stumpertje moet, als oudste, de Buis- lioudihtf voor 7 a 8 nog kleinere kin deren verzorgen. Al 't jonge grut zwierf nu met 't mooie weer buiten, alleen een kind van enkele maan den was ïn een rommelig bed ver stopt. Nog nooit heb ik zoo'n slecht verzorgd wezen gezien, anders kan zoo'n rozig kind, in 'n door een lief hebbende moeder kraakhelder gehou den wieg, een stukje poëzie zijn, maar hierEen kleur die duide lijk zegt, dat 't w;cht onoordeel kundig gevoed wordt, een zeer hoofd, vieze kleeren Zuster Keurenaer wist wei dat ze niets verwijtends tegen de kleine ver zorgster kon zeggen. Alleen ried ze vriendalijk-dtringand om 't zusje toch gauw oen schoon broekje te geven In de woning wae alles even cnccge- 1 ijk en vies. Er wordt wel eens van een armoedig huishouden gezegd „een blind paard kan er geen schade doen", maar hier kunnen gerust twee blinde paarden ltomen! De verzorging van de andere broer tjes en zusjes is natuurlijk even treu rig als van den Benjamin. Toch is 't loer geen bepaalde ar moede, de man verdient goed zijn brood. Alleen is 't oiigpluk, dat de vrouw meent haar man den gebeden dag te moeten.bijstaan. Thuis zou ze evenwel veel nuttiger kunnen zijn Wat moet er zoo van alle kinderen, terechtkomen. Wonden ze groot maar 't kleintje kan t met lang uit- houden dan zijn t nieuwe klanten voor de tuberculoze bestrijding. geweldig stuk steen van den grond opgenomen, houdt het met beide han den een oogenblik boven het iioofd en gooit liet aan met alle macht tegen de ladder aan, De voorste man is de eerste dia valt. Zijn pistool gaat met oon luiden knal af in zijn hand. Vlak onder hem heeft het gewicht van don vallenden steen dc ladder verbrijzeld en de mannen vallen dood in de diep te, bijna zonder een geluid te geven. Intuaschen zijn dc V titanische helle baardiers komen aansnellen; zij heb ben gezien wat Gilles deed en komen hem te hulp. Nog twee .ladders zijn legen de zwakke muren opgesteld en de kracht van hun aanvoerder moet langzamerhand wel uitgeput raken. En er komen steads meer Spanjaar den, ontelbaar voel meer, waartegen een klein troepje ongeoefende burgera zich wanhopig moet verdedigen. Juist op dat oogenblik staat Gilles even 6til om nog eens haar het verre westen te staren. Reeds is het goud van do zon veranderd in rood en schijnt de lage horizon in vlam te staan. Maar nu schijnt er In da verte iets t© bewegen, iets anders don de wilgen on populieren die in den avondwind ruischen. Dó aarde trilt onder het getrappel den- hoeven. Ver weg op den straatweg naar Baipaume komen de eersten van BaJagny's troep aan. Scherp steken zij af tegen de lucht. Er is utt 'f bovenstaand© blijkt 't duidelijk voor de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose te Haar lem veel te doen. We tarnen evenwel in tientallen van gezinnen waar, door «ie hulp der vereeniking en de leiding der huisbe- zoek6tere, alles voor een doelmatig verpleging in orde is. Daar wordt t leed van den zieke verzacht en zijn alle mogelijke maatregelen genomen orn de gezonden te beschermen. 't Was evenwel ons doel in dit ar tikel speciaal te w zen op hoe de wo- mngelïemdie in verschillende gevallen een doelmatige tubercuJose-bestrijdnijv bemoeilijkt. Waar kan wordt geholpen. Door geldgebrek kan ci.et alles ge daan Worden wat gewen scht wordt. Alleen voor ledikanten en bedde- goe*l geeft de vereeniging al zes dui zend gulden par jaar uit. Hoe steviger de geldmidWielen zijn, hoe moei- de vereeniging kan doen. Er is nu al meer gedaan dan d© kas toeliet. Van 't tekort van f 15000 is neg slechts f 1000 gedekt. In 't belang oer zieken en gezonden is 't noodig die nuttige vereeniging te steunen. «- J. v. T. DE HEER KOL OVER DEN NIEUW BENOEMDEN GOUVERNEUR-GE- RAAL. In een onderhoud, dat oen vertegenwoordiger van het Haagsch Aneta-kantoor had met het sociaal- demokratische EersterKanfertwL Van Kol, over den nieuwbenoemden gou- vrneur-goneraaj van Ned.-Indië zeide deze Indische specialist o.m., dat hij den heer Fock een plooibaar man acht, iemand, bovenal met gevoel voor bet pracüsche. Als Kanier'.id speelde mr. Fock volgens den heer Van Kol een vrij ondergeschikte rol en zijn redevoe ringen in de Kamer waren van wei nig beteekenis! Ai minister heeft hij wel wat goeds gedaan, vooral op het gebied an het inlandsch onder wijs. Hij heeft dit „ter' hand geno men", voel beloften afgelegd, maar de resultaten zijn gering gebleken. In zijn bekende rede van April 1919 heeft hij gezegd, dat „wetten en begrooting»n in Indië moeten worden vastgesteld", maar hij wil geen Volksraad, die geleidelijk liet karakter krijgt van een parlement. Vorder wil hij een wetgevend college „in de tokomet!" Of die toekomst nog 'j,ang.7.al duren, vroeg de heer Van Kol zich af, en hij gaf zelf het ant woord: „Dan zal dit college er ko men zonder en ondanks hem.'' Ook zag hij in die rede, dat „de bureaucratie de kop moet worden ingedrukt", maar hij betwijfelde, of mr. Fock daarin zou slagen, waar een man ais Van Heutsz voor haar heeft moeten bukken. Verder bleek mr. Fock voorstanden' van uitbrei ding van den Raad van Indië met particuhero leden, terwijl het Juist naar de meening van den heer Van Kol beter zou wezen, den tegen- woordigem Raad van Indié eenvou dig af te schaftenen den noodlottigen invloed van particulieren te fnuiken. Dé heer Van Kol meent, dat het van beter staatkundig beleid zou ge tuigd hebben, wanneer de tegen woordige G.G., de heer Van Limburg Stirum, dlo de sympathie van de groote massa had gewonnen, in staat was. gesteld, zijn werk te vol tooien. Dat liet niet is geschied en dat toen kwam de benoeming van dezen opvolger, is een uiting van het conservatisme en van den reac- tionnairen geest, die nog hier te lande heerschen. WEELDEBELASTING. De Kamer van Koophandel en Fa brieken te 's-Gravenhage heeft aan den Minister van Financiën bericht, dat zij eenstemmig van oordeel is, dat het niet in het belang van handel en nijverheid zou wezen, indien liet wets ontwerp tot heffing ©ener weeldebe lasting tot wet werd verheven. De vorscliillende bezwaren, welke dooi' de Kamer tegen het wetsontwerp ontwikkeld werden, zijn samen to vatten in twee hoofdbezwaren; ten eerste het feit, dat ten gevolge dezer wet vorscliillende artikelen rog vorder in prijg zullen stijgen, waardoor do voortsdirijdende algemeente duurte in de hand wordt gewerkt in gevreesd wordt, dat op een gegeven oogenblik onverkoopbaarheid van verschillende artikelen intreden zal, met alle gevol gen van dien, als malaise en werlt- toofjheid in verschillende bedrijven. Dit klemt des te meer. wordt in 't adres aangevoerd, wijl de wet zich uitstrekt tot artikelen, die niet als .zuivere weelde zijn te beschouwen,' doch voor een niet onbelangrijk deel der bevolking onmisbaar zijn. Bij Gilles heeft hen gezien. Eindelijk komt ei- hulp. Nog een laatste in spanning, een laatste bovenin an sche- lijkc poging en zij hebben de overwin ning behaald. Hij roept luide tegen die enkele mannen die nog van het garnizoen over zijn en de burgers die zich vol moed om hem heen geschaard hebben. Vooruit burgers van Kamerijkl Frankrijk komt u tc hulp. Daar komt haar machtige leger al aan op don weg. Wég met den Spanjaard! Dit is liet uur van öe overwinning! ZooaJs reeds vaak t© voren geeft zijn ver-klinkende stem hun weer moed. Weer grijpen zij hellebaarden en lansen, vol hoop. Zij rennen naar voren en duwen met krachtige han den de Spaansche stormladders van hun muren af, rapen stoeien op, stukjes graniet of ij zei en gooien hier mee naar de aanvallers daar beneden. De boogschutters liggen op één knie en schieten met dooctelijke nauwkeu-. righeid. Zij hebben elk een. half dozijn pijlen gekregen de laatsten en elke pijl treft doel. Vera-ast en verward door deze op nieuw oangewakkrde geestdrift staan d© SpjHijaancten even stil. Een hon derd man ligt döod of stervende on dier aan den muur. Hum rijen zijn verbroken; don Miguel tracht de troe penmacht te verzamelen. Maar voor hij er in slaagt .wordt hij door een 1 oventuèeie indiening bij de Tweede Kamer zou de lijst van -'.rtikelen in dit verband zcér zeker moeten worden gewijzigd. Vooral met het cog op de 20 pet. belasting is le vreezen, dat particulieren persoonlijk en aan 'den lijve de belastingartikelen uit het bui tenland gaan importeeren, waardoor zoowel de schatkist ais de hona-fidc- handelaar ernstig benadeeld zullen worden. Voor het hotelbedriif geldt ook het bezwaar der prijsstijging. Het staat te vreezen, dat buitenlanders de Mat in di Stand der stuk Witi Kb8, Dc Zwarte Kfo. Partij Na. 66. Gaapeeld in den vierkamp te Berlijn, 25 Februari 1919. Wit i Zwart R. Spielmann E. D. Bogoljubow (München). (Kiew). Konlngi-Panrdgambtet. e2-e4 1 e7eö f2—f4 2 e5Xf4 Pgl-f8 3 Pg8—f6 Pbl—c8 4 d7—d5 1 e4—e5 6 Pf6—e4 Lfl-e2 6 g7—gö 0-0 7 Pb8c6 Le2b5 8 a7—a6 Lb5Xc6f 9 b7Xc6 d2d3 10 Lf8cöf d3d4 11 Lc5—eï g2-«3 12 Lc8h8 ')g3Xf4 13 gj*f4 LclXf4 14 Th 6g6f Lf4g3 15 Lh3Xfl Ddl X tl 16 Pe4Xg3 h2xg3 17 Le7h4 e5e6 18 Tg8Xg3f Kgl-hl 19 Dd8—f6 66Xf7f 20 DfÖXfï Dfl—elf 21 Df7-e7 Del—fl 22 De7—f6 Tal—elf 23 KeS—dS Tel—e8 24 Lh4 gö Te3—d3 25 Df6-h6f Pf3h2 26 Tg8Xd3 Beter is «4Xdó. Een poging om eindelijk tot den aanval te komen, welke tot dusverre onmogelijk was, tengevolge van het pionoffer. Na 14Xg3 zou (minder prettig) 13. Pc3xe4, döX«4; 14, Pf3Xg5, Le7Xgt; 15. Ddl—h"> volgen. Of 13. Tfl-el. gög4. 'j Ontneemt den tegenstander elk uitzicht op verdere verdediging. Of §2. Pf3Xh4, Tg3 hSf. En Wit pal op, daar Lg5—f4, en daarmee Damt-ru I, niet meer te voorkomen is. Partij No. 67. Gespeeld in den vierkamp te Berlijn, 26 Februari 1919. Wit i Zwart E. D. Bolgojubow R. Réti (Kiew) (Weenen) U4Opening. d2—d4 1 Pg8-f6 Pgl-f8 2 d7d6 Lel—(4 3 Pb8-d7 Pbl—d2 4 e2—e4 5 Lf8g7 Lfl—d3 6 0-0 h2—h3 7 c7c6 0-0 8 Dd8—c7 Lf4h2 9 e7—eö c2c3 10 Pf6hö a2 &4 11 a7a6 Pd2-c4 12 b7bö 13 c6xb5 Pc4e8 14 Pd7«8 15 Phö—f4 Lh2xf4 16 eöxf4 Pa3g2 17 h7—ha g4Xhó 18 Lg7-h6') PfS—h4 19 Lc8Xh3 pijl in de keel getroffen. De Landas is vlak bij, komt te hulp, tracht den troep te verzamelen en ziet Gilles de Crohin staan op het bolwerk en hoort hem triomfantelijk roepen: „Burgers van Kamerijk, Frankrijk komt u tc hulp!1' Overal ontgaat geweldige verwar ring. De hellebaardier bij de door braak staan wel vijf minuten lang be wegingloos onder een hagel van pij len er, steen on en wachten op nieuwe bervelen. En op den. straat weg van Bapaume komen de Balagnv en zijn troepen vlug nader. Reeds is de witte vlag met de goudëri Fransche leb© er op duidelijk zichtbaar. Panna heeft het gezien en vloekt vol woede. Hij is een groot en mach tig krijgsheer ©n weet dat hei einde gekomen is. De dug he»?fi niets dan mislukking cn teleurstelling gebracht, het is nu zijn plicht zooveel mogelijk zijn eer tc redden ©n de overblijfselen van zijn leger bij elkaar te houden. Hij kan niet begrijpen hoe het alle maal gebeurd is waar deze Fran sche troop vandaan komt en op wiens bewel. Hij is bijgeloovig ©n ziet er een bestraffing in. Vlug mompelt hij een gebed terwijl op den weg naar Ba paume al musketschoten beginnen te knallen. Frankrijk is lüer met haar groote legers; haar nooit overwonnen gene- Nederlandsche hotels gaan vermij* den. Het tweede hoofdbezwaar der Ka- mor betreft de groolo noodzakelijk heid van een uitvoerige controle ©n dc dsiardoor noodzak- uitbreiding van het ambtenarencorps. Jle kosten hiervan allien een groot sink van de baten der belastifig vórderen. Op grond van deze bezwaren geeft de Kamer den Minister in overweging bet wetsontwerp niet, al than© r.iet in de zen vorm, bij de Kamer in te dienen. ie zetten, ten I, Lf8, Pc6, f2. Ddl—f3 20 Dc7-c8 Ph4—f5 21 Lh3xfö «4X16 22 ge—gö Tfl— al 23 Pb6d7 Df3—d5 24 Dc8—b8 15-16 I 25 Pd7Xf6 Dd6—fö 26 Db8-d8 f2—13 I 27 Kg8_g7 Kgl—12 28 Dd8—c8 Pg2-h4 29 Tf8—h8 Tel—e7 30 DcöXfö Ph4Xföf 31 Kg7g8 Te7b7 32 Lh6—f8 hö—h6 33 L18Xh6 Ld3Xb5 34 Lh6—(8 Kf2-g2 35 ■va6aö c8-c4 36 Ta8—«8?») l) Op Lh3 zou Wit door Pf3g5 in 't voordeel komen. sj Opent voor Looper d3de aan vaislijn, Het ii duidelijk dat Dc8Xf5, we gens Ph4Xf5f, en gaXh4 wegens Tel— gif niet gaat. -Eenvoudiger was DfóXcö. bene vens Ph4-f5f. en Zwart gal het hopeloze apel op. Er dreigt altijd b2— b4. Oplossing Eindspelstudie No. 12 Stand der stukken Wit: Kh2, 13, g2, g4, h8. Zwart Kb8, a6, gö, g6. Wife spel Bchijnt verloren, daar de zwarte a-pion niet meer is tegen te houden, terwijl du zwarte Koning daarenbovon nog tijdig de witte pion nen verhinderen kan Dame te halen. En toch kan Wit op de volgende wijze remise maken 1. fJ—f4 (Zwart kan den pion niet nemen, omdat Wit dan h3—h4 zou spelen en één zet eerder dan Zwart en bovendien met schaak Dame zou halen), KbS—c7 (op 1. a6— a5? zou Wit ook remise maken, als volgt2. f4—f5, g6Xf5,3. hS—h4 a5—a4 4. hiXgo, a4 - a3 5. gö— g6, enz.men zou zoo denken, dat Wit's oprukken met de pionnen thans ver lamd was door dien Konicgszet, Wit heeft echter een ander plan)2. f4Xg5l, aó—as 3. Kh2—g3, aó—a4 4. Kg3—h4, a4—a3; 5. g2—g3 en Wit heeft zijn listig plan uitgevoerd, d.w.x. zich zelf pat gezet en Zwart heeft geen middel de patstelling op te heffen. De zwakkere speler zal goed doen een dergelijke opsluiting van zijn Koning, ter bereiking van remise, te onthouden. Goed uitgewerkt door W. Otto, te Bloemendaal; Jan. J. Bert, te Haarlem; H. W. van Dort, te Schoten. Capablaaca la ons laad De beroemde meester, tot nu toe wereldkampioen „honoris causa" (Lasker schonk hem den titel, maar Capablanca aanvaardde hom niet) vertoeft wederom in ons land en speelt In verschillende schaakclubs slmultaan-séances. ruals, Condé en Turenne zijn te hulp gekomen. Parma's vermoeide troepen kunne» onmogelijk een aanval in den rug weerstaan terwijl zij zelf nog naar voren toe aanvallen. Hoe talrijk de troep is di© daar aankomt valt moei lijk te zeggen. Zij komen met veel wa pengekletter en noodeloos geknal van musketten, met rinkelend tuig en ge stamp van paardenhoeven op dep weg. Zij schreeuwen voortduren: „Vaiois" „de Fransche lelie!" Ze wuiven j met hun banieren en slaan hun lansen en pieken tegen elkaar. Ze komen! Ze komen! En <1© half uitgeputte Spaansciie troepen zien en hooien hen ook. De hellebaardiers staan stil en luisteren, de boogschutters houden halverwege dc gracht stil. terwij] overal in het rond gefluisterd wordt. „De Fran- scJien komen! Vlucht! Een paniek ontstaat onder d© man nen. Zij draaien zich om en haasten zich terug naar den kant van de gracht. De vlucht is begonnen eerst de cavalerie, dan de infanterie, want achter hen zijn de Franschcn en groo te legers komen Kamerijk to hulp.. (Wordt vervolgd). Oplossingen, vragen enz., ie zenden san den Sohsakredaeteur van Haarlem's Dagbiso, Groots Houtstraat 03, Haarlem. Probleem No. 72. W. H. THOMPSON (Londen). s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 9