a
m
sa
Ut
B
Schaakrubriek
De Voorvader van den
Hooden Pimpernel
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDA9 S MAART 1821 EERDE BLAD
Orie
maanden Schooier
door C. de Blij.
Tan ill planjs afgezien Aarzeling ai bandoen
vermomming De verraderlijke zeielrlng.
Onvoldoende
Heeds eenige dagen voor ons ver
trek, had ik mijn sahooierscostuum te
luchten gehangen om het voor mij,
in den dubbelen zin van het woord
„draaglijk" te maken, maar
„Es hat nicht sollen sein
Niettegenstaande menig dartel
windje een stepje had uitgevoerd met
het doorluchtige broekje en het
jasje had uitgeschud, dat do franje-
mouwen klapperden van Intens ge
not, tóch bleef hun scherpe- armelui's
lucht, ontfutseld aan den schooier
zóó pénetrant, dat .mijn Haagsche
reukorganen, hoezeer ook aan geuren
op allerlei gebied gewend, voor dit
wanhopig geval niet immuun te krij
gen waren.
De moed om het lugubere pakje
aan te trekken, zakte al Lager en la
ger en stroomde tenslotte weg door
de gaten van des schooiers afgeleefde
schoenen
Om in dit kwalijk riekend geheel
een nieuw leven te blazen, was voor
mijn adem al te sterk.
N'.i nog eens een laatste» blik van
weemoed op het gevalletje geworpen
te hebben, deponeerde ik liet meeuoo-
genloos in den vuilnisbak
We zouden dan op reis gaan
T'chrenbaoh was uitgedost met een
oude regenjas, afgetrapte laarzen en
schunnige beenkappen. Zijn scherp
gekerfde kop, met doordringende,
door oorlogswee gestaalde oogen,
werd gedekt door een echte sjappie-
pet. Ik tooide mij met een praobtxem-
plaar van een pantalon, voor de twee
de maal gekeerd, voorbestemd om dit
jammerlijk verwend zwervend leven
te gaan leiden; met een pseudö-artis-
tieke flambard, opgeduikeld bij een
opkooper op de Gedempte Burgwal,
tegelijk met een aftaiuische gurnini-
jas, die samen mijn eigendom gewor
den waren a 2,50 en dat in een tijd
van 1-r.T-me kteeding-malaiee!
-lagmorgen van 4 December,
gedenkwaardig zult ge immer voor
mij blijven!
Nooit zal ik vergeten de gemengde
gevoelens, de mij bestormden bij het
ontwaken uit mijn slaap, verontrust
door allerlei nachtmerries van door
weekte klocren en sokken, van kou
verstramde en bibberende ledematen,
doorgeloopen voeten on van honger
rbmie ingewanden!
Tn den somberen morgen naar bui
len starend, zag ik den recren tegen
de ruiten kletteren en hoorde ik den
wind gieren en huilen, ais spotten de
elementen met de vrijwillig op mij ge
nomen taak
Ik krooj) weer tot over mijn ooren
onder de dekens!
Zou ik tóch gaan 1Sterk zijn
Hu' wat een weer!....
Hoe zalig is die rustige rust in een
warm bed 's morgens vroeg bij heel
Weemoedig wierp ik oen laatsten
blik op mijn bed! Wanneer zou ik
me daar weer heerlijk kunnen neer-
vleien??
F M oogenblik werd ik wanhopig
onder 't gevoel van niet meer tenig
te kunnen. Mijn sentimentaliteit had
mijn mannelijk© kracht slechts voor
één moment overwonnen .Maar,
ha Ik stond dra weer vast in mijn
Totte schooiersschoenen God
dank 1M'n blik gleed over mijn
schooienspakje in het ver verschiet
vol van onbekend hartstochtelijk ge-
wenschte émoties!
Hom! Daar stond Fehrenbach1
„Half tien!",Rot weer!"
Zijn guitaar bengelde op zijn rug. Ik
wist het, hij had dezo'fde emoties ge
had als ik ik kende hem te goed
maar zijn stalen trekken zeiden
„niet s" en Mijn strijd was ge
streden Ik lachte!
Mi in lieve Moedertje woont boven
me' Even afsoheid nemen
„Ach jongen, je bent toch niet dwaas.
Met dit w-oer denk je er toch niet
over om weg te gaan Zij zou
geen Moeder en zeker niet „Mijn
Moedertje" moeten zijn, om anders
te denken, en te spreken. Dat argu
ment was verwacht en miste d u s
zijn uitwerking
...Moedertje geef ons je zegen!
en ze gaf for good luck twee dubbel
tjes en twee centenIs mijn moe
dertje nou een heldhaftige dichters-,
ziel of niet? We togen ieder met een
dubbeltje n een cent op zak de we
reld in!
Daar gingen we om 10 uur, nage-'
oogd door de „buren" die niets
begrijpen, maar alles weten en
beoordeelen.
We stuplen op „Lijn 3". Groen
markt uitstappen I Ieder nog één
cent op zaken dan ndeta meer
dan een „schooier te zijn" in dat lam
lendig weer!.... in je eigen den
Haag! Doodsangst stond je uit
om kennissen te ontmoeten of men
skien tegenover wie je alleen „staan
de" bleef door het handhaven van de
strengste „prestige"
Achik had mijn prestige ver
loren en ja. waaratihtig, daar,
daar, duur komt hij aan, die me
neer. Nooit had ik aan die mogelijk
heid gedacht. Beroerder kon het niet.
O! maar hij zal mij niet herken
nen! Dèt kan hij n o o i t van m ij
denken Stortbad No. 1.
„Dag „meneer" de Blij!.. Een
doodsteek met een triomfeeren
den lachEen vies gezicht.
k bah, wat kinderachtig, moest het
beteekenenen ik wais tóch al
zoo nat onder mijn i>seudo regenjas,
door mijn opkooper als „patent" en
onder garantie verkochll
Wat was i k blij toen we den Haag
uit waren!
De weg naar de Hel is met goede
voornemens geplaveid. Maar de
straatstednen van Veenestraat, Wa
genstraat en Huygenspark hadden
onder mijn veten gebrand, alsof het
even zooveel herinneringen war-en
aan de flauwiteiten, die ik in mijn
kinderachtigheid bedreven bad, ge
durende mijn geheele leven
En nu heb ik nog niet eens gespro
ken over den spiedenden blik van
een „politie-oog
Dat loerde nu o v e r a 1V roeger
zag ik de politie nooit, als ik ze
meende noodig te hebben en nu was
ik er de prooi, waar ik ook liep I
Dat „wakend oog", ons steeds beloe
rend en bespiedend, of het ook ln ons
op zou komen, hier of daar onze mu
zikale prestaties ten beste te geven!..
Arme werkelijke schooiers, die nog
niet gehoeJ verbruut zijn! Welke
voortdurende onrust moet jullie ver
teren, als je langs 'e Heeren wegen
gaat om je brood je te schooieren
StumpeTs, dat voelde ik toen reeds
op die eetpste wandeling zonder ae
minste bedrijfservaring!
Tegen half twaalf arriveerden we
te Rijswijk. Een kleine peuter was di
rect bereid om ons het politiebureau
te wijzen Edoch de kleine haas
had verscheidene vrindjes en vrien
dinnetjes, die zich bij hem aaneloten,
aangetrokken door het merkwaardig
voorval. Zoo kwauwt we als de Ko
meet van. Hall&y bij de penaten van
den Heiligen Hermandad terecht.
De dienstdoende agent kedk ons
zwijgend niet doordringenden eu
monsterenden blik aan.
Ik trachtte zoo ruw en ordinair mo
gelijk te praten, iets dat bij al mijn
toebereidselen zorgvuldig bestudeerd
was!... Maar die agent, weet je,
was een in n s c h en een
sluw m e n s c h
Hij glimlachte fijntjes en zeide sar
castisch: „Ja Heeren! de inspec
teur is niet aanwezig!... Stortbad
No. 2We waren nu nóg natter!
Ik verwenschte vooral dien schoft van
een opkooperIk r i 1 d e eenvou
dig!
„Zeg, Smerisleg ons nou niet to
belatafelen!. Beu je bed
We zijn maar armu stumpers, groote
schooiers, diexn oeite hebben om wat
tussohen de kiezen te krijgen. We
kommen om van geibrek!"
„Heerenonderbrak de politie
agent met nadruk „Schooiers dra-
geen geen groote zegelringen met het
familiewapen er op, zooaisU!"
Dat was mijn 3de stortbad! Ik gal
me geheel gewonnenGelaten on
derging ik mijn lot en wachtte op
de dingen, die komen zouden, in de
eerste plaats op den inspecteur van
politie te Rijswijk. Wat zou nu nog
volgen f
Wordt voortgezet.
Sport en Wei-strijden
VOETBAL.
HAAItLEMSUliv V uKTBALBOND.
OVERZICHT. liuor een 20-overwiu-
ning op H. 1''. C. Ill beeft Zand voort rich
vrijwel van de eerste plaat-s in I A ver
zekerd. Iiaar resten nu nog twoo uitwed
strijden en wel tegen Schoten II, de go-
vaiiijkslo concurrent, en V. V. H., die in
de onderste regionen huist, en reeds het
Oplossingen, vragen enz., Ie zenden aan den
Sohaakredaeteur van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtetraat 93, Haarlem.
Eindspelstudie No. 17*).
W. C. C. MANN (Haarlem).
sUV-u
Wit Bpeelt en wint.
Stand der stukken
Wlti Kb4, Dc3, Pd5.
Zwart i Kbl, De4, c7, gó.
Eerste publicatie. Deze studie Is een omgewerkte stand van
No. 16. Opmerkelijk is, dat Wit schaak staat, hetgeen ln een stadie, welke
geacht moet worden een oordeel van da practischa partij te zijn, geoorloofd
is. De oplossing is ar volstrekt niet gemakkelijker door.
Partij No. 88.
Onlangs gespeeld in een blind-séance
van Meester Rótl te Nijmegen.
Wit: Zwart i
R. R6tL R. A. J. Meijer.
Sjwjlgtrd Koalogtganibiat.
e2—e4
1
e7—eó
V2—U
2
LI8-CÓ
Pgl—18
3
d7—d6
e2—c8
4
17- fó
f4xe5
5
döxeó
du—d4!
6
eóxdi
Lfl—c4
7
Dd8-e7
e3xd4!
8
Lcó—b4f?l)
Pbl—c8
9
Pg8 —16
e4—eól
10
PI6—e4
2) 0—0
11
Lb4xc3
b2xc3
12
Le8e6
Ddl—b3l
13
Pe4 C5l
3) Lc4xe6!l
14
PcSxbS
Le6Xb3
16
h7—h6
a2—a4I
16
g7-gó
Lel - a3
17
Da7 g7
d4—dó
18
Pb8d7
Pf3-d4
19
0-0—0
eó—e6
20
Pd7b6
Pdéxföl
21
Dg7xc3
Tflbl
22
Pb6xd5
Lb3xd5
23
TdSxda
Pfó—c7f
24
Kc8b8
Pe/xdó
25
Dc3—d4f
Kgl-hl
26
Ddéxdö
e6—e7
27
Tb8-e8
Tbl—dl
28
Ddö g8
Tdl—fl
29
b7b6
THf8
80
Dg8—g6
Tal—dl
81
Kb3—b7
TWxeS
32
Dg6Xe8
Tdl—d8
33
De8g6
h2h3
34
Opgogevea
2) Wit dreigt 12. Pc3-d5 met spoe
dige winst.
3. Een schitterend Dame-of
fer, waardoor weliswaar da partij
niet direct beslist is, maar tengevolge
waarvan Wit's officieren en pionnen
prachtig tot den verderen aanval ge
reed zijn, terwijl Z wart'sstelling daar
entegen gedrongen is en zijn stukken
zich bijna niet kunnen oatwikke.en.
Go ad opgelost door
Jac. J. Bert, P. Fabriek, F. Franke-
witz, A. Mayer, B. A. Snelleman, allen
te H a a r 1 o ra H. W. v. Dort, Job. v.
Teunenbroek, beiden te Schoten;
J. Wielenga, to Z u 1 d-S c h a 1 k wij k.
Oplossing Probleem No. 84
Stand der stukken:
Wit:
Kh8, Dh4, Tb5, Tb8, LH, Pfó, c2,
d2, f4.
Zwart:
Kc4, Lf8, Lg8, Pdfi, Pe6, b4.
1. Dh4-g4,
Pd5—c32. d2—d3f.
Pd5 of Pe6xf4f2. Dg4Xf4f.
Pe6—c5 '2. Tb5Xb4f.
Pe6—d4 2. Pf6-e3f.
Pe6—g5+; 2. I4Xg5f.
anders; 2. Dg4e2f.
Correspondentie.
Haarlem. A. F. Jr. 1 Dh4-h8 faalt
b.v. na 1.Pe6-g5f (W i t staat
schaak.) J. H. Zooals wij reedi hebben
medegedeeld in ons nummer van 24
Febr. 1.1. zal uw zeer juiste en duide
lijke verhandeling over het schertepro-
bleem, gegeven voor de leden, enz.
vau het <Haarlem«ch Schaakgezel
schap", ln haar geheel hier worden
opgenomen.
Maart te spelen wedstrijd Ajax—Blauw Wit
geen beteeker.is meer voor de eindpositie
v#n deze clubs.
Nogmaals.... helaas! Dien omoUoueeren
den kamp had ik willen hebben nu
wordt het een gewone wedstrijd. Je hadt.
vau mij Holland—Zwitserland oadcau kun
nen krijgen voor oen wedstrijd tussohen
Ajax en Blauw Wit, waarbij van den uit
slag sihangt wie kampioen wordt!
Doch verdrietig mogen we er niet om
zijn en wel déérom niet, omdat het kam
pioenschap diiAr gekomen is. waar bet be
hoort te zijn en waar het tóch wel gekomen
zou zijn, óók als do Spartaan Zondag
door Blauw Wit geklopt was. Want Ajax it
toch heusch sterker dan Blauw Wit, voer
al do voorhoede Is veel beter en zoo ts
AJax wel de aangewezen reperesentant
't Westen en van de hoofdstad. Als Ajax
het tegen Qo Ahead, N. A. C. en Be Quick
niet kan bolwerken, dan kan Blauw Wit,
om van do overige Westelijke le klassers
nlel te spraken, het zeker ook niet.
ddlirom is m'n „helaas", over 't feit, dat
de beslissing nu reeds viel, toch eigenlijk
ongemotiveerd. Thans weten we zeker dat
de sterkste kampioen is terwijl anders hij
een ongelukig spel een onjuist eind resul
taat niet uitgesloten was. Mijn hartelijke
eelukwenschcn aan bet kranige Ajax
elftal. Na de gloriejaren 1917—1918 in
1918—1919 is in het seizoen 1919—1920 een
ander met de eer gaan Btrijkeri, wat echter
stellig niet geschied zou zijn, als niet De
Natrie tijdelijk en Delsen gedurende het
geheele seizoen, door een uiterst willc-kou
rigon maatregel van medespelen uitgesloten
waren. Doch nauwelijks heeft Ajax weer
de beschikking over alle spelers, of weer
wordt op besliste wijze met fraaie cijfer?
het afdeelingskampioeneehap behaald.
Daaruit blijkt, dat Ajax volhoudt en dat
deed zij reeds ln de Jaren welke vooraf
gingen aan het eerste nationale kam
pioenschap, wat behaald werd. Spreekt
i dan ook van de gïoole Nederlandache
clubs uit het laatste decennium, dan
dient men in de eerste plats den naam
Ajax te noemen. En daar de olub haar
succes bovenal aan mooi en technisch spel
te danken heeft, zoo is zij een leermeeste
res voor de andere Nederlandsche clubs
geweest en mag zij evenals H. V. V., Spar
la e.a. in een vorig tijdperk, met eere ge
rangschikt worden onder de steunpilaren
van het Noderlandsohe voetbal.
Met buitengewone belangstelling zién
e de competitie om het nationale kam
pioenschap tussehen Ajax, Be Quick, Go
Ahead en N. A. C. tegemoet. Dat is een
pracht kwartet, dal een spe'. ontwikkelen
zal kampioenen waardig, Met geen moge
lijkbeid volt te voorspellen wie mot de eer
zal gaan strijken en zich eervol aansluiten
zal bij het volgend negental, dat sinds
1897/'98 aan de spits gegaan is van het Ne-
dorlandsoh voetbal
behalen van dén punt in deze twee wed
strijden brengt Zandvoort door het zeer
goede doelgemidclde definitiof het kaïn-
pioenschap.
Wat de onderste plaatsen betreft, hier
deed V. V. II. een krachtige poging om
omhoog te komen door met 52 van T. II.
B. te winnen. H. S. V. II, dat ook nog in
gevaar is, verloor met 2—0 van Hoarl. III.
B. B. V. C. II on E. D. O. II speelden ge
lijk.
ln TB had Haarlem 3A het geluk, dat
haar nederlaag tegen H. F. O. IV ongel
dig verklaard werd. De kansen van Scho
ten II zijn hierdoor sterk verminderd, al
wist het zelf aan do Spanjaardslaan te win
nen. E. D. O. III won verder voor do
tweede maal van I. V. O.
Voor de kampioenseompetitie van do 2e
klasse verloor Z. V. V. II op eigen veld
van Kennemers en voor die van de 3e
klasse won E. D. O. VI van O. V. met 4—3.
A.b. Zondag worden vorschilende belang
rijke wedstrijden gespeeld. 8ohoten II ont
vangt Zandvoort. In Zandvoort wist Soho-
ten II gelijk te spelen, hetgeen het ©enig
ste punt is, dnt Zandvoort thuis verspeel
de. We geven 8cboten een goede kans cp
de overwinning, maar dat haar dit aan
het kampioenschap zal helpen, gelooven
we niet.
Van veel belang is V. V. H.R.C.H. III,
Neemt V. V. II. revanche voor de in den
uitwedstrijd geleden 6—1-nederlaag, dan
heeft ze een goede kans niet als hekkeslul-
ter te eindigen. We gelooven wel, dat V.
V. H. a-a. Zondag zal winnen, vooral ua
het goede werk legen T. H. B., H. S. V. II
bezoekt E. D. O. II welke tocht haar wel
geen punten zal opleveren. B. V. C. II—
H.F.C. Ill en Stormvogels IIHaarlem
III zijn minder belangrijk. De thuisclubs
hebben hier o.i. de meeste kans te winnen.
In I B moet Schoten III van I. V. O.
winnen om in the running te blijven. H.
F. C. IV achten we op hei oogenblik ster
ker dan Stormv. III, terwijl bij Haarlem
IVE. D. O. III de roodbroeken de mees
te kans hebben.
De lagere klassen zijn thans vrijwel uit
gespeeld; het programma hiervoor luidt
als volgt:
Kampioenschap 3e klasse.
Kennemers IIIHillegom IL
E. D. O. VI—Kinlieim.
AJAX WESTELIJK KAMPIOEN.
Helaas een week te vroeg (sohijft „Het
Sportblad") is de beslissing gevallen, want
dank zij de nederlaag van Blauw Wit ie
gen De Spartaan en de fraaie overwinning
van Ajax aan den 8chieweg hee>. de op 13
1888—1899
1S99—1900
1900-1901
1901—1908
1902—1903
1903-19W
1804—1905
18051SQ6
1806—1907
1907-1808
1908-1909
1909-1910
1910-1911
1911-1912
1912-1913
1813—1914
1914—1915
1915-1916
1919—1917
1917—1918
1918—1919
1919-1920
1920-1921..
R. A. E,
B. A. P.
II. V. V.
H. V. V.
H. V. V.
H. V. V.
H. B. S.
H. V. V.
H. B. 8.
H. V. V.
Quick (H)
Sparta.
H. V. V.
Sparta.
Sparta.
Sparta.
H. V. V.
Willem II.
Go Ahead.
Ajax.
Ajax.
Be Quick (Gr.)
Wanneer nu N. A. O. niet met de eer
gaat strijken dan blijft het een negental,
doch of Be Quick haar kampioenschap pro-
longeeren gaat, of Go Ahead haar verba
zingwekkende overwinningenreeks voort
zetten zal, of dat Ajax ten derden male
kampioen van Nederland wordt, dat dient
nader afgewacht. In elk geval hopen wc
(schrijft liet blad) dat het Ajax-elftol nu
gehoor zal geven inn den weusch van zijn
duizenden aanhangers om zich grondig,
eventueel met opoffering van veel genoe
gens, voor te bereiden op den zwaren
strijd, die wacht.
Leger en Vlaot
VOORGEOEFENDHEID.
De Minislcr van Oorlog heeft bc-paakl, dat
aan dienstplichtigen hij de militie en aan
vrijwilligers hij het reservekader kan worden
vergund, indien zij voór-1 Maart 1922 niuicl
van eerste oefenmg hebben verkregen, deel
te nemen aan de oefeningen van den Vrij-
willigen Landstorm tot het behalen van het
bewijs van individueel geoefend man of !0l
het verkrijgen van een rang.
Bij verwerving van het bewijs van indivi
dueel geoefend man kunnen bedoelde mili
ciens. indien zij zijn ingedeeld bij hetzelfde
wapen, als waarvoor zij het genoemde be
wijs hebben behaald, desgewenseht in hel ge
not van klein verlof worden gesteld, gedu
rende vier maanden, ingaande op den dag
waarop hun eerste oefening aanvangt.
Hebben de miliciens of vrijwilliger! een
rang verworven en zijn zij ingedeeld bij het
zelfde wapen, waarbij die rang, werd be
haald, dan vervollen zij den militïedienst
dan wel den dienst bij het reservekader in
dien rang.
DE POL. IT IET ROEP EN.
Naar „De Avp." verneemt, heeft al het
dienstplichtige personeel, dat bij de null
talre politietroepen onder de wapenen is,
een verbintenis aangegaan bij den vrij
Unzs Lasiilicsk
L IT DE SCHOOL.
Onderwijzeres: Jantje, warv
neer is het de beste tijd om vruch
ten te plukken?
J y.n t j e: Als de hond van den
boer aan den ketting ligt, juffrouw-
Twee echtelieden hadden t/wiat.
Ik heb een domme streek begaan zei
mevrouw, met Wim Vcrsohure te laten
loopen voor Jou! Hij was een verstandige,
degelijke kerel I
O ja, nu herinner ik me, dol b ij ons
aan elkaar heeft voorgesteld. Dat is ia
ieder geval héél vexsunaig van hem
a-eest 1 kaatste meneer terug.
willigen landstorm. Deze verbintenis ein
digt, desgewenseht, op het tijdstip, waar
op zij in het genot van groot verlof wor
den gesteld.
Aan het blad werd medegedeeld, dat
door deze vrijwillige verbintenis dit per
soneel gfciioht wordt onder de wapenen
te zijn tot handhoving van de openbare
orde en op grond hiervan in het genot
kan worden gesteld van de kostwinners
vergoeding, voorgeschreven voor den
vrijwilllgen landstorm, in dergelijke ee-
vallen verkeerendc.
Pers-GverzMt
FILMKEURING.
Br W. W. van der Meuten bespreekt in
„Vragen des Tijds" het bioscoop-rapport vin
de Staatscommissie, onder voorzitterschap
van rnr. R. B Ledéboer. Schrijver zegt daar
in het volgende over de keuring voor v o 1-
a s s e u e m.
De Staatscommissie hoeft ten aanzien ran
deze ook gemeend, dat er ingegrepen moest
worden de filraliteratuurkeimer zal dit oor
deel volkomen juist vinden Wie hij de be-
oordeeliug van dit vraagstuk niet op eigen
nt-.v oordelijkheid durf; afgaan, ivete wel
ponste zich ine; dr wetenschap, dat nage-
geen beschaafd land meer de bioscoop
veroorlooft al wat geproduceerd wordt den
volke te vertoonen. Ten aanzien van de keu
ring voor volwassenen rijzen toch alleen op
het eerste gezicht de bekende bedenkingen
tegen censuur met al de gevolgen van dien,
waaronder dan wel de voornaamste genoemd
worden een opzettelijke verminking
de weergave van de werkelijkheid ten
behoeve van eigen gezag, want hiermede,
men zal hot mij moeien toegeven, is het erg
ste bezwaar tegen centuur van overheidswege
geformuleerd.
Wanneer uien echter de voorstellen van do
immissie nader beziet, dan kan iedereen
gereedelijk toegeven, dat een dergelijke onge
oorloofde inmenging van de overheid bij
aanneming van de wet -ir;werpen vrijwel on
mogelijk gemaakt is. Wie zal kén ren? Een
commissie zoo goed mogelijk vertegenwoor
digende alle geestelijke stroomingen. feitelijk
dus hot publieke geweten van Nederland.
Voor niets heeft (lie commissie krachtens
haar opdracht te waken dan tegen de geva
ren, welke de zedelijkheid en de openbare
orde bedreigen, Bovendien moet naar het oor
deel der Staatscommissie ecc hooger beroep
zijn toegelaten. Met andere woorden geen
andere norm kan practiseb hij deze keuring
volwassenen gelden, dau die. welke
thans reeds ieder burgemeester in staat stelt
iedere voorstelling, van welken aard ook, le
beletten. Schijnt dus deze Rijkskeuring oen
groote verandering te zullen brengen, in we
zen blijft de zaak dezelfde als zij thans reeds
is. Alleen treedt in de plaats van hel indi-
vidueelo inzicht vafi den burgervader liet ge
meenschappelijk oordeel van Rijkskeurings
commissie Met hr; oog hierop kan rum ge
voeglijk de stelling verdedigen, dat de waar
borg tegen misbruik bij Rijkskeuring cider
grooter zal zijn dan thans reeds theoretisch
het geval ia.
Inderdaad, het valt niet tc ontkennen, dat
de plichten van de overheid tegenover liet
misbruik, dat van de flim gemaakt wordt
oneindig veel belangrijker zijn dan die.
welke op haar rusten lol het tegengaan v.m
pornografische liitoraiuur. Hier immers geldt
vooral dit, dat de waarneming van een af
beelding eeoer gebeurtenis een oneindig ster
keren indruk op den geest maakt, dan iie
lectuur van hetzelfde voorval. Mnn kan hon
derd mcnschon het verhaal doen van ceo
diefstal en geen van allen zal zóó tot het
besef komen van liet gepleegde oprecht als
degene, die den diefstal in werkelijkheid
ziet plegen niemand leeft met elke gebeur
tenis, die hij hoort vertellen, zóó mee als met
die, welke hij in beeld vertoond zietiedere
lezer van ..Gemengde Berichten" moet dii
beamen Uit deze ervaring spruit dan uk
de overweging voort, dat de overheid do
filraknnn niet ongemoeid mag laten, vooral
sedert de filmfabrikanten maar al te .ed
blij"k gaven te weten, da: gekruide kost ■Nor
igcen verkozen wordt boven de spijzen
een eenvoudiger maaltijd. Trouwen? dit
besef is reeds zóó algemeen doorgedrongen,
dat de gemeenteraad van Den Haag /.oils
eens met algemecne stenuncn, hoofdelijk uit
gebracht, een oordcel heeft uitgesprokn, Jat
in dit opzicht zelfs door dc politie geen ge
noegzame strenge maatregelen worden ge
nomen. Hieruit blijk! wel ten duidelijkste,
dat ook ten aanzien van de keuring voor vol
wassenen de Staatscommissie in haar voor
stellen geen afwijkend standpunt inneemf,
doch zich aansluit bij de op di: oogenblik al
gemeen hccrschcnde opvattingen'.
geebtszaken
GLAS IXPLAATS VAN DIAMANT. -
De rechtbank te Amsterdam heeft een
olectncien en een graanwerker veroor
deeld elk tot één jaar gevangenisstraf.
De electricien, die evenals de andere be
klaagde koperen horloges in zijn bezit
had. wist op het Damrak oen DuitscVr
een gouden horloge met ketting en rir.g
met briljant afhandig te maken, door
hem in rui! daarvoor „diamantjes", die
van glas bleken te zijn, in handen 'e
spelen. De graanwerker, die in gezel
schap van den oloctrioien was, had uit
de opbrengst van (leze sieraden, door op
lichting verkregen, f*
Feuilleton
(Een avontuur van den Lachenden
Kavalier).
Naar het £ngeUch van
BARONESS ORCZY.
21)
Maurits van Oranje had met meer
vuur gesproken dan men de luatste
drie maanden van lient gewend was.
Zijn vrienden voelden wel dat zijn
vroegere geestdrift toch nog niet ge
heel verdwenen was in zijn ziekte.
Vijf paar oogen keken hem vol bo-
lariostellinir aan terwijl hij sprak; vijf
harten klopten sneller bij zijn woor
den. Toen hij uitgesproken was ves
tigden mijnheer Beresteyn en de an
deren vol verwachting liun blik op
den vreemdeling die d-oor den Stad
houder meit zooveel warmte was toe
gesproken; deze zag er besluiteloos en
verward uit. In het flikkerende licht
van de waskaarsen schoon zijn gezicht
mager en weggetrokken, en er liepen
scherpe lijnen naai' de mondhoeken
toe.
Je schijn tc aarzelen, beste vriend
merkte de Stndhouder op en zijn toon
klonk wear even bitter als vroeger.
Ik dacht dat je ?-ez<egd had'dat je zoo
veel van vechten hield. Maar, ik had
iets vergeten! Nu zijn er andere din-
gan die beslag oj) je leggen een er
van is zokor heed gewichtig. Er wacht
je nu oc*n gemakkelijk, zorgeloos be
staan. Geen wonder dat je aarzelt je
in een gevaarlijk, onzeker avontuur
te begoven! Toen alsof hij zijn plan
netje slechts ongaarne opgaf, voegde
hij er op overredenden toon bij:
.Als je met mij meeging, zou je er veel
bij winnen en er niets bij verliezen
behalve iets wat best nog wat wach
ten kan
Op dat oogenblik zag Diogienes dat
mijnheer Beresteyn de oogen strak
op hem gevestigd hield. De oude man
wist wel wat er in hart en hoofd van
zijn schoonzoon om moest gaan
de twijfel, de angst, de vreeselijke,
ontzettende teleurstelling:. Niets te
verliesten! En dat op een oogenblik
waarop hij een volmaakt gelukkige
toekomst voor zich zag. Hier zou zijn
zwerversleven eindigen, nu kreeg hij
een thuis en liefde en vrede en
dat alles moest hij onmiddellijk weer
opgeven nu zijn eer en plicht hem
rippen.
De onderen zeiden niets; misschien
begrepen zij het ook wel. In die da-
gon waren de mensehen gewend aan
groote opofferingen. Zij en hun voor
vaderen hadden alles opgeofferd om
hun kindskindeem tn vrede en veilig
heid te laten leven. Zij wachtten al
leen maar af of de vreemdeling, de
halve Engelscliman, geneigd zou zij»,
zijn kostbaarste bezit de vrouw met
wie hij slechts enkele uren gèleden ln
den echt verbonden was, alloon te
laten, om evenals vroeger weer voor
hen te gaan strijden.
De Stadhouder bleef mokkend, zwij
gen en da benauwde atmosfeer in de
kleine kamer scheen plotseling stil te
worden iedereen wachtte op de ge-
Wichtige (beslissing. De waskaarsen
brandden rust door; een klein rook
spiraaltje steeg op naar de zolde
ring.
Voor de meesten was het volkomen
Stil, maar niet. voor den man die in
hun midden stond naast een tafel die
bezaaid waa met papieren en documen
ten, waarop zijn slanke hand, de
hond vn» een idealist, die door den
arbeid hard en stevig was geworden
rustte; zijn oogen staarden recht
uii.
Door de stilte kon hij zijn liefste
hooren in de kleine kamer achter het
zware gordijn. Hij kon de zachte to
nen van haar vreemde instrument
hooren, teer en ©acht hij hoorde haar
een wijs neu.vlön. Dit alles maakte
de beslissing nog veel moeilijker voor
hem.
Het waa zulk can schoone droom
geweest! Gilda en dat prachtige
huis in Engeland, en dc rit, midden
in den nacht naar Rotterdam er
zou mets van kunnen komen.
Toen werd het ook voor hem abso
luut stil. Gilda had opgehouden met
spelen. Hij luisterde scherp en hoorde
dat ze opstond van het cymbaal en
vlug de kamer doorliep.
Welnu hernam de Stadhou
der na een poosje, wat zal het zi.in,
beste vriend! Ik vertrek binnen het
uur naar Utrecht en als wij Arnhem
en Nijmegen willen redden moet gij
vanavond nog op weg zijn naar Vor-
den met het noodige gc-kl en schrifte
lijke orders van mij. Natuurlijk kan
ik je niet dwingen, voegde hij er bij.
Je moet zelf beslissen, en als je.
Hij zweeg plotseling en in 'n> oogen
blik keken allen naar den hoek ven de
kamer waar het zware gordijn hing.
Eerst hoorde men er het geruisch
van vrouwenkeloren, toen het schui
ven von de metalen ringen op de roe
de waaraan het. gordijn hing. Het vol
gende oogenblik verscheen Gilda in
de deuropening, bleek en vreemd ln
haar donkere japon di? weinig afstak
tegen de omgeving. Alleen baar klei
ne witte gezichtje en smalle honden
staken af tegen den sombere» achter
grond en ook d>e fijne kont aan hols
en mouwen.
Een oogenblik bleef ze daar staan,
terwijl zo met een band het zware
gordijn terug hield, zwijgend bekeek
•o liet gezelschap Een zucht vol ver
langen welde oi> uit haar hart. Toen
liet Gilda het gordijn achter zich
neervallen on kwam vlug naar voren.
In de andere hand hield zo het
zwaard von haar echtgenoot geklemd.
Ze kwam dicht bij hem statui en
zeide rustig, met eon betooverenden
glimlach:
Ik (lacht dat ge misschien verge
ten zoudt zijn waar ge het hadt ach
tergelaten. Het was in de kamer hi ar
naast. Ge zult het noodig hebben,
mijnheer, als go binnen het uur naar
Yorden moet vertrekken.
Handig en vlug gc-s; te rij hem het
zwaard om. 7.0 scheen vast- besloten
en ze ha'd gehandeld zonder een oog' n
jblik te aarzelen, terwijl hij er nog
'over tobde hoe hij haar het verdriet
aun kon doen haar dien avond te ver
laten.
Nu hun blikken rókaar ontmeden
hegrepen zij alïes. Zij namen de op-
j offerirvr aan Misschien was het voor
haar neg wel het ergste want zij zou
maar steeds moeten wachten en het
j is zoo moeilijk om geduldig le blij-
Het scheiden zou hem tenminste ge
makkelijker gemaakt worden door
hard werken en vechten; zij had niets
anders te doen dan wachten. Maar
ze stemde toe. Niemand had gezien
welk een strijd het lKinr gok os t had,
daar in die kleine kamer, geheel al
leen mot haar instrument nie
mand had de tranen van spijt eu te
leurstelling gezien, die een oogenblik
haar had hel een eeuwigheid t e-
geschenen in haar oogen kwamen.
Toen de volle beteokems van wat
zij aan den anderen kant van het
gordijn gehoord had, tot haar door
drong, had zij zich weer hersteld;
haar uiterlijke kalmte keende terug
enze bracht hem zijn zwaard om hem
te beduiden dat haar besluit gc3>»-
men was.
Gilda Berestcn was een afstamme
linge van een geslacht dat gewend
was te strijden, van hun prille jeugd
af. Op een leeftijd waarop anuere
meisjes zich nog met speelgoed ver
maken, had zij het zwaard van haar
vader gohaauoeid. Terwijl ze liet
zwaard van Diogenes stevig vast-
gespte, keek zij hem ernstig aan en
zeide op volmaakt rustigen toon:
Ge kunt me, evenals straks. 1.1
de andere kamer vinden. Ik zal daar
op u wachten om u vaarwel te zeg
gen.
Toen ging ze de kamer weur uit,
even kalm en zacht, als zc gekomen
was. En Diogenes had een gevoel als
of li ij uit een droom ontwaakte.
De Stadhouder sprong overeind.
Je gaat dus mee? riep hij uit.
Als Uwe Hoogheid mij noodig
heeft, antwoordde de soldaat.
(Wordt vervolgd.!,