Rubriek voor onze Jeugd
Os Wedstrijd
Letteren en Kunst
De Voorvader van den
Hooden Fimpernei
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG Z APRiL 1921
DERDE BLAD
udSEiseis
(Deze rx*d»ela zijn alle Ingezonden door
Jongena en meisje* die „Voor Onze Jeugd"
lezen. De namen der kinderen, die mij vóór
Woensdagmiddag 4 uur goedo oplossingen
jenden, worden in het TOlgende nummer
bekend gemaakt.)
Iedere maand worden onder de beste
Cplo'scrs twee boeken in prachtband Ter-
loot
De rxailselpryzcii voor dc maand Maart
Bhii bij loting ten deel gevallen aan 8E-
CUNDO en JAK PIETEKSZ. COEN, die ze
0 April bij mij mogen afhalen.
3. {Ingezonden door Priktolletje.)
liet i ecu dier, met o een deel van een
dier, met a een hoofdbedekking.
8. (Ingezonden door Excelsior.)
11c ben oen stad in Bokemen. Geef me een
ander hoofd en ik word door jongen» en
meisjes gedragen
8. (Ingezonden door Johan Bcekelaar.)
Ik ben een waar gezegde van 36 letter».
32, 34, 13, 13, 32, 14 is oen afbeelding.
25, 27, 16, 6 is cn jongensnaam.
31, 3, 21, 36 is een meisjesnaam.
29. 6 is eon muzieknoot.
17. 9. 28, 16, 24 is een huishoudelijk ar-
Ukel
19, 12, 11, 16, 4 is een stookplaats.
10, 21, 1 verbindt steden en dorpen.
4, 30, 23, 22 lieert de bakker.
7 6.
33, 26, 13 is een deel van den dag.
4, 2, 3, 6 wordt voor allerlei doeleinden
gebruikt.
8, 11, 12, 13 is twee.
19, £0, 21 ie een lidwoord.
22, 23, 24, 25 is een ruilmiddel.
4. (Ingezonden door Vlindertje.)
Ik ben een plaats aan de Franscbe kust
yau 6 lettere.
3, 4 is een muzieknoot.
5, 6 is een werkwoord.
2, 3, 6 is een voegwoord.
1 is de derde letter van liet A. B, O.
6 (Ingezonden door Controleur.)
Mijn göbeel bestaat uit 25 letters en wordt
door iederen fietsrijder wel eons bezocht.
13, 4, 8. 6 is een stad in Gelderland.
3, 14, 20, 21, 22 is een naam van een
Jong kind.
26, 18, 6, 23, 17 is een apothekersgewicht.
1. 2, 21 is een groote rivier.
26, 7, 12, 10, 24 is een belangrijk landbouw
product.
11, 16, 15, 22 ib een dakbedekking.
3, 19, 13 is een kleur.
9, 10 is vader.
I. (Ingezonden door Kerstboompje.)
Ik behoor tot een belangrijlco industrie,
vooral in-Gouda en besla uit 14 letters.
4, 9, 3, 8 is een diefachtige vogel.
10, 6, 6 ie een vracht.
7, 13, 1 is een lichaamsdeel.
14, 2. 11 is een voertuig.
12, 14 Is een persoonlijk voornaamwoord.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige week
zijn
1. Eigen haard is goud waard.
8. Hilversum.
4. Maïs 81am.
6. Antwerpen.
6. Gram Gras Grap.
Goede op lossingen ontvangen van Nscho-
Tschi 6. len 6, Cravate 6, Secundo 6, Swanne-
blom C, Beertje 6. Maanelfje 6, Duizend-
■cboon 6, Lathyrus 6, Azalea 6, Leidennar 6,
Controleur 6, Kerstboompje 6, Piet Hein 6,
Corrie Deïnum 6, Mi tri Fran.sekowrtseh 6,
Jan Pietersz. Coen 6, Wilde Bras 6, Bille
ken 6, Het "Trio 6, Sprietel 6, Kersepit 6,
Mignort 6. Laohobokje 6, Tiekie cn Piene 6,
Hoedershulp 6, Vinkje 5, Abrikoos 6. Butter
fly 5, Framboos 0, Wilgenroosje 6. Bloem
korfje 5, Accacia 6, Breistertje 6, Camelia 6,
Zwartoogje 6, Schipper 6. Verpleegstertje 5,
Zonnestraaltje 5, Willem III 6, Denappeltje
6. Antje Gerritsen 6, Kruidje nier mij niet 6,
Dahlia 6. Korenbloem C, Viooltje 6, Minerva
6, Madeliefje 6, Boterbloempje 6, Friso 6,
Jacques G. Rompelsteeitjo 6, Frans Gehl 6,
Hyacinth G, Vliegende Hollander 6, Elzekatje
6. De Scbinperin G, Bosohvioollje 6, Avond
klokje 5, Valuas 6, Matroos 5, Anemoon 5,
Prinses AttaUnta 6. Goudkopje 6, Zwart-
6, Goudbloempje 6, Jacoba Bakker 6, Ma-
rietje Bakker G, Trousje. Bakker 6, Brem 5,
Zonnebloem 5.
Met een verschrikt gezicht zag ze de fijnt
kant-maasa bengelen aan een roestigen spij
ker. En bij de bevrijding bleek er een heele
hap uit te zijn. Greet huilde niet gauw, maar
nu blonken er ecu paar groote tranen.
„Het nieuwe kraagjcl Wat «al moeder er
ran zeggen?"
Voor 't eeret was Groet nu met bij hot spol.
Ze was eigenlijk maar heel blij, dat liet uit
wia. Het kraagje was al door verschillen
de handen gegaan. Raadgevingen over stop
pen, naaien, knoopen enz. waren menigvuldig
gegeven.
Je kan het gerust weggooien," was de
schrale troost van Bets.
Er was ook oen clubje, dat de hoofden bij
elkaar gestoken had cn waarvan cr een paar
Duisterden,,'t Is d'r eigen schuld, die
sloddervos."
Allesbehalve opgewekt, ging Greet huis
waarts. Zou ze het dadelijk zeggen? Of lie
ver wachten tot er naar gevraagd werd? Ze
besloot tot het laatste.
Aan tafel hadden de jongens juist heel veel
te vertellen over een groote voetbal-match.
Ze hadden gevraagd of Gerard invaller wou
zijn.
,,'n Reuze-hof voor je," voiid Frits.
„Ik krijg een dames-kaart voor de tri
bune," vertelde Gerard roet trots.
„Voor mij?" vroeg Greet Ikjppig.
„Kan jo denken voor zoo'n puckio. 'k Heb
betere adressen," plaagde Gerard op echt
jongensachtige manier.
,,'k Wil niet eens. Neem maar zoo'n spook
mee van bet Gym," barstte Greet uit.
„Hij roeent het zoo niet," suste mevrouw.
„Greet moet nooit naar een match gaan
kijken, want dan springt ze uit haar vel,"
raadde Frits.
„Eu ik ga kijken, als Greet een korfbal
match heeft," zei meneer Huyser op hartelQ-
ken toon. Het was heusch verkeerd van de
jongei» om het kind te plagen. Die rimpels
boven haar oogen beloofden al niet veel
goeds.
„Heb je vanmiddag prettig gekorfbald?"
„O ja, ja.
Zou ze het nu maar niet vertellen van haar
kraagje?
„Toch niet gevallen?" vroeg mevrouw Huy
ser deelnemend, bemerkend, dat Greet iets
had. dat zeker moeilijk te vertellen viel.
„Tt Heb ecu ongeluk met mijn kraagje ge
had."
„Met dat nieuwe?" vroeg Gerard.
,,'t Gaat jou toch zeker niks aan," bitste
Greet.
„Vreeselijk jammer, Greet. Is 't heel erg?"
Informeerde mevrouw.
„Ja, 't Is totaal naar de maan," trachtte
Greet zoo onverschillig mogelijk te zoggen.
„Schaam je je niet, je mooie nieuwe
kraagje, waarvoor mooder expres naar de
stad g'og." ac' meneer Huyser op strengen
toon. Het onverschillige doen van Greet prik
kelde hem bovenmate.
„Sloddervos," bromde Frans.
Nu was bij Greet de maal vol. Hoe gek
bet ook leek, ze had beuscli nog wel wat
deelneming verwacht, 't Was voor baar toch
zeker het ergste, dat het kraagje bedorven
was.
„Kan ik het helpen?" riep ze op brutalcn
ven op zat-
„Eeu mooie plaats voor een jODge dame,"
spotte Gerard.
„Zwijg, jongens. Gaan jullie naar hoven en
laat Greet aan moeder en mij maar eens
vertellen, hoe het geval zich beeft toegedra
gen."
noewcl met tegenzin gehoorzaamden de
beide broers cn verlieten bet vertrek. Met
nog grooter tegenzin verte f'e Greet de toe
dracht der zaak. Ten slotte haakje zij met
pruilend gezicht een verfrounueld rolletje
uit baar zak liet bedorven kraagje.
„Het zal lang duren, eer moeder weer- iets
voor jou meebrengt," sprak meneer Huyser.
aoeders scbuld," barstte Greet
uit.
Inzending ontvangen vanSwanneblom,
II Jaar, Piet Hein, 12 jaar, Minerva, 12 jaar,
Antje Gerritsen, oud 11 jaar, Kruidje roer
mij niet, oud Camelia, oud 12 jaar.
lanjs een Omweg
(Vervolg.)
Ze was er langzamerhand wel achter ge
komen, hoe jo zitten moest, zonder met de
apijkers in aanraking tc komen.
,,'t Is je heart, Greet."
Floep.' Daar stond ze op den bcganen
grond. Maar wat? Zat ze nu toch weer aan
zoo'n lammen spijker vast? Roefft. Ze was
los. Misschien een winkelhaak op haar rug?
„Moeders schuld!!" vroeg vader in de
hoogste vert>azing.
„Mij Cgehuld^rooe mevrouw op bedroef
den toon.
„Oma zegt ook, dat u me juist dingen
geeft, die gauw bederven."
Toen de woorden er uit waren, voelde
Greet spijt. Oma had toen ter gelegenheid
van do bedorven jurk wel zoo iets gezegd,
maar dit bad oma toch niet gezegd.
Als Greet naar het blecke gelaat van haar
moeder had gekeken, zou zo nog grooter
spijt gehad hebben.
„Waarom zei oma dat?" vroeg meneer
Huyser op ijsbonden toon.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven aan de Redactie van de Kinden
Afderling moeten gezonden worden sou Mo
vrunw BLOMBERG-ZEEMAN, Van der
Vinneztraat 21 rood.
Nieuwelingen zijn: MITZI FRANZE-
KOWIT6CH en CORRIE DE1NUM, So
ciëteit Verecuiging. ANTJE GERRIT
SEN, oud 11 jaar. Binnenweg 253, Ben-
nebroek.
PIET HEIN. Ja, je was vroeg genoeg.
Wat ga je keurig schrijven. De volgende
week ben ik weer Uhuif. Ik mag jo niets
aangaande den wedstrijd zeggen. Wat in
geleverd is, blijft onbesproken. Dus nog
een n daagjes geduld. Je raadsel I*
goed. De bloem bollenvelden heb ik nog
niet bekeken. Als ze nu maar niet ver
regenen hè! Moeder vond bet misseiiicn
orde. 't Is nietsmet «en keteltje.
Misschien komt bet mooie weer nog
wel. AZALEA. Prettig boor, dat je
met zoo'n goed rapport thuis kwam.
wedslrijdwork klaar gekomen I I» het
Paasobmandje al geplunderd! Je bent
goed bedeeld. LATHYRUS. Lig je
nu m beteDiaoooessenbuisT En boe gaat
het er nu mee! Ik hoop, dat je nu spo*
dig flinker en sterker zult worden.
Moeder wil je de Rubriek zeker wel
zenden of meenemen op bet bezoek-uur
Ja, Jeanne v. H. mag meedoen. Maar ze
moet een anderen naam kicaen, want er
is al een sneeuwklokje. Van harte het
beste kind! - R4J1NSE8 ATTALANTA.
Is je wedstrijdwerk klaar f Ik zal pro-
beeron ditmaal een dubbel lang stuk van
„Langs een Omweg" te plaateen. ANE
MOON. Ja, ik zit nu een heel eind van
je vandaan. Maar als je deeo Rubriek
leest begin ik ai over de terugreis te
denken, 't Moest Kobus Fiei zijn. Dat
is een jongen die van zeesen klaar is.
Die koelbak is verkeerd. Ze bcc-t Bea
N. Klok. PRIKTOLiAiTJK. - V< r
maak je je nog een beetje ln Zutfenf
YtegoiiWatcr p-rtTV" -- tiET Kom Je TTSV'
dag weer op liaan eon aani VA
LUA8. Als 't van mij afhing, zou ik mooi
weer bestellen. En toch is bet maar heel
goed, dat niemand er iets aan doen kan.
AVONDKLOKJE. Dus deze week was
de courant niet zoek. Gefeliciteerd met
je overgang. De laatste schooldaagjes zou
ik maar extra goed besteden. Je papier
vloeit wel, maar 't schrift is toch Jeos
baar. En dat is het voornaamste. Een
knappe naaister kan tegenwoordig flink
haar brood verdienen. En als je zin in
je werk hebt, zal liet best gaan. BOSCH -
VIOOLTJE. Gefeliciteerd met je over
gang. Ik hoop, dat dit laatsto school-
jaartjé een heel prettig jaar voor je is.
DE SCHIPPEIUN. Die Kobus Piof,
die niet fief wou zijn, beeft jullie wat
geplaagd. Ik hoop voor je, dat je een
uriis wint. Je bivdt een best rapport,
t Weer begint bier op te knappen. Als
je de Rubriek leest, schijnt bet Lente-
zonnetje misschein weer. ELZEKATJE
Zijn de kousjes klaar! Ook een schit
terend rapport! Jammer, dat jullie wan
deling zoo in alle opzichten m het wa
ter is gevallen. April doet, wat hij wil.
Ala hij nu maar mooi weer wil geven.
ONRG8T. 't la nu goed. Ik zal het
voor je in orde brengen. FRANS G.
Nu bc-n je het beertje met je gouden
horloge-ketting. Wat een mooie, dege
lijke oadeaux heb je gekregen. ROM
PELSTEELTJE. Op een gezellige visite
vergeet je het leelijko weer. Vind je ook
niet! Hebben jullie lusschen de buien
de bloembollen nog kunnen betriohtigen f
Was de bazar mooi! Wat was er te zien!
JACQDEP. Er zullen door het weer
heel wat prettige uitgaausplannetjes ver-
ijdeld zijn. Thuis moet de gezelligheid
gezocht worden en ze is daar beusefc ook
wel te vinden.. Hartelijk gefeliciteerd
met moeders verjaardag. Heerlijk, dat
het op Zondag valt. Rompelsteeltje komt
zeker ook een poosje. FRISO. Waar
had je het zoo druk mee! Zong je van
den morgen tot den avond! Al zingende
kun je heel wat verrichten. Ja, die kof
fiebus behoort cr by. MINERVA.
Toen ik het mooi lila postpapiper zag,
wist ik al, wie de afzendster was. Zoo'n
avondpartijtje in de vacantie is juist zoo
prettig, omdat je den volgenden dag lek
kertjes uit kunt slapen. Je was bost
op tijd. Maandag kom ik weer thuis. Dus
de volgendo week stuur je de briefjes
naar het oude adres. VIOOLTJE. Als
je alle briefjes gelezen bebt, is Kobus
vast tereoht. Misschien kan broertje na
de vacantie loopen. Je loopt toch zeker
alle dagen er eventjes uit om op te fris
scben. KORENBLOEM. Wel ja, ik
weet heusch wel raad met al die brief
jc-3. Help je moeder flink mee! Nummer
47 is nu zeker ook terecht. Ben je nog
naar Lisse geweest! KRUIDJE-ROER-
MIJ NIET. Al spinazie gegeten uit
den eigen tuin! Ben je al aan het broek
je liegonnen? Brc; jo bet! Wat knap,
dat je een manteltje hebt gebreid. In
twee kleuren! Wordt het kleedje voor
moeder! ANTJE G. Je kon nu nog
best aan den wedstrijd meedoen. Leuk,
dat je broers ook meegedaan hebben.
WTLLY B. Hartelijk dank ik de goh col c
familie voor de mooie kaart uit Ooster-
hee-k. WILLEM IIL Je vraag is al
in de vorige briefjes beantwoord.
ZONNESTRAALTJE. Je korte briefje viel
me nog al mee. Geluk gowensebt met je
overgang. Je aohrift was duidelijk. Ga
dus maar zoo voort. Heb je de drie
laatste kaartjes ontcijferd! MATOROS
Mijn dank voor je mooie Paaschkaart.
SWAN NEBLOM. Je bent ruim op
tijd met je wedstrijdwerk. 't Speet je mis
schien een beetje, 'lat je klaar was. Die
koffiebus was in orde. Je hut is zeker
in het water gevallen. Jullie hebben ex
toch een paar dagen van genoten. Die
regen is voor ons allen een tegenvaller.
SECUNDO. Je vemdt het misschien
wel zoo geschikt, dat je ditmaal geen
rapport kreeg. Nu kun Je met frisschcn
moed opnieuw beginnen. Je hebt nu
volop tijd voor den wedstrijd. CRA
VATE. Dus jo komt ook nooit meer in
Lekkerkerk. Ja, er ie water genoeg. Eu
voor de liefhebbers van watersport is
het een heerlijk land. 't Is nu niets geen
wandelweer. Hier tikt de regen onophou
delijk tegen de ruiten. BUTTERFLY.
Je was nu best op tijd. Als ik het even
laat ala do vorige keer had ontvangen,
zou ik je geen briefje hebben kunnen
schrijven. Dus je wedstrijdwerk was
ook in orde. Ik heb het hier heel rustig
maar zit te snakken nnnr wat zonne
schijn. 't Is maar een klein plaatjse, waar
je geen tramgetingel hoort. Tracteer je,
omdat je twee jaar aan de Rubriek bent!
Of wacht je, tot er nog een paar jaartjes
bij zijn. Gezellig bö, dat je gauw jang
bent. Ik vind je niet gauw te oud voor
de Rubriek. Zoolang je me wat te zeg
gen hebt, staat de Brievenbus voor je
open. Heb je al bloemenplaatjes ontvan
gen! ABRIKOOS. Die koffiebus be
hoort er bij. 't Is ln orde. MOEDKKS-
I1ULP en VINKJE. Gezellige Paaschda
gen gehad, ondanks regen en wind!
TIEKIE EN PIENE. Toen ik hier aar.
kwam, was 't zomer. Maar 'k was hier
nauwelijks en het weer sloeg totaal
om. 't Is van Mei Maart geworden, hé.
Maar we .waren verwend. En als verwen-
do kinderen, gaan we nu aan bet moppe
ren. Die koffiebus beeft beel wat op haar
geweten. Gelukkig maar, dat ze bij jullie
ook terecht is. LACHEBEKJE. Lees
maar eens, wat ik aan je bovenbuurtjes
schreef. 110 pond! Maar kind, dal is
oen reuze gewicht. Gezellige Paaschda
gen gehadI MIGNON. Een schitte
rend rapport hoor! SPRIETEL. Dank
je riende.ijke wenschen. Ik hoop.
dat j
ook
en prettige
cantie is. - HET TRIO. ln de voor
gaande briefjes is je vraag beantwoord.
Ook heel veel genoegen toegewensoht.
WILDEBRAS. Jo raadsel is goed. -
JAN PIL'VERSZ. COEN. Je schrift was
duidelijk - li dat is voor mij al veel waard.
Is hét i'aasehei al geslachtKlaar met
den wedstrijd! Hoe is bet met den vin
ger! In je nopjes met je prijs jongen!
VERPLEEGSTERTJE. Is jouw Ko-
bueje nu ook terecht! Ik denk, dat je
straks toch met plezier naar school zult
gaan. Een vacantie met slecht weer ver-
vee!: toch gauw. Hoe is het nu met
Lec-uwenkeJcje I CAMELIA. Je raad
sel is goed. Je wedstrijdwerk was in orde.
BLOBMKOBJE. Amuseer jij jo nog
een beetje? - DEN HEER J. H. Ja, het
moest Fief rijn. Die T. waa een zetfoutje.
Da koffiebus heeft al heel wat tongen m
l.troering gebracht. Ik vuid bet leuk,
dat uw Lee ie familie er zioh voor ge
ïnteresseerd heeft. Jammer, dat Wil
genroosje zoo'n teer bloemetje ls. Hoe
is het or nu mee? Van harte beterschap
toogcwensclit. BREM en ZONNE
BLOEM. De aardbol is een planeet. Dus
jullie Jupitertje was falikant fout. Ge
snapt! TRUCSJE B. Gefeliciteerd
met jullie driedubbel on overgang. Die
Truus bad een prachtig rapport. Was
het van de zusjes ook zoo goedDe kof
fiebus is in orde hoorl EX-AVOND
SIER. Gezellig, dat de zusjes meedoen.
N.-.tuuilijk vind ik het goed, dat je alleen
met de wedstrijden meedoet. Ik kan me
voorstellen, dat je leventje heel bezet is.
Heb je Boa N.Klok al ontdekt!
OOUDBLOEMPJE. Je visite trof hot niet.
Maar je maaklen het in buis zeker wel
gezeihg. schommelen op zolder kan
soms nog preUgier wccon dan uitgaan.
MEIBLOEMPJE. Van de bloemenvel
den zal nog wel wat terecht komen. Het
zonnetje kan nog zoo veel goed maken.
ROBBEDOES. Weer heek-maal beter!
Is do dokter tevreden! Hap je al lekker
in je boterham! Een Robbedoes moet
fsen bevende h an dep hebben. DUIN-
IOOLTJE en SNEEUWKLOKJE. Dat
is een heerlijk feest geweest. En nu is hei
zeker weer alle dagen pret maken met
hot Amsterdamsche nichtje. Jullie waren
nog net op tijd. 't Is nu Woensdag
avond en 't weer belooft goed te zullen
worden. Heerlijk, dat bij jullie het sonne
tje weer geschenen heeft. Nog prettige
dogen samen.
W. BLOMBERG— ZEEMAN.
Haarlem, 1 April 1921.
v. d. Vinnestraat 21 rood.
De Buurman.
Voor den tweeden keer dien avond gooide
William l eytoa zijn boek op zijde en sprong
overeind. Een half uur tevoren was da door
dringende gil van een vrouw door de open
tuindeuren tot hem gekoxnon en had hem in
zenuwachtige spanning gebracht. Nu gebeur
de het weer, de krwi van een vrouw, die
leed gedaan wordt.
..Mijn zaak of niet. ik kan dit niet toe
laten," mompelde hij. „Die ellendige oude
wreedaard mishandelt het kind."
Vastbesloten liep hij de stram op. zonder
hoed, precies zooals hij was, op pantoffels en
in zijn oudst jasje. Zonder aarzelen liep hij
naar het hu: dat aan h« zijne grenede en
trok krachtig aan de deurbel.
De deur werd plotseling een klein eindje
opengetrokken en het grimmig grijnzende
gezicht van zijn buonman verechecn voor de
„Ik ben uw buurman," zei William kort
af. „Ik hoorde een kreet
„Wat heb jij daarmee te maken cn wat
hotcekent dat geruk aan mijn bel?" schreeuw
de de man. „Bemoei je met je eigen zaken,
jonge dwaas!"
De deur werd met een slag dichtgesmeten
cn William's voet bleef er tuaschcn zitten.
Toen hij baar terugtrok, hoorde hij den
grendel met een knarsend geluid dicht
schuiven.
Eenige oogeulilikken bleef William, do
tanden opeengeklemd, de banden tot vuisten
gebald, staan, alsof h(j een aanval op de
dcnrpaneelcn wilde wagen. Toen ging hij
naar zijn kamer terug, de schouder* opha
lende, een grimmige trek om zijn mond.
Die gewonde voet moest gewroken wor
den. Zijn buurman zou hem die pijn roet
Interest terug moeten betalen.
..Een bruut!" verklaarde zijn hospita, toen
b|j haar het geval vertelde. „Ik ben blij. dat
u er zich mee bemoeid hebt. Daar is hier
naast iets niet in den baak. Het is onnatuur
lijk dat je naaste buren je niet willen ken
nen. Zij wonen er nu drie maanden ca nog
nooit heeft het meisje een woord tegen m|J
gezegd. Het kind is hang voor haar loven
,,lk zal wel mot haar kennismaken," ver
zekerde William.
„Niet, als hij het u beletten kan!" ant
woordde de hospita. „Ik herinner my dat
eer» op een dag, loen rij er pas woonden,
het meisje in den tuin bezig was en mijn
neef haar vroeg om te glimlachen, terwijl
hij mei zijn camera een foto van baar maak-
te. De veut kwam als een bezetene naar bui
ten rennen, en, baar ruw hij den arm pak
kende, sleepte hij haar in huis. Ik heb een
afdruk van het kiekje. U ziet er het meisje
op, ineengekrompen van schrik en hei lee-
lijke gezicht van den man verwrongen door
woede."
„Ik zou het kiekje wel willen zien," zei
Williams
Zij rommelde in een lade en gaf hem de
foto.
Haar verdere opmerkingen gingen langs
hem heen. Hij staarde voor zich nit.
„Hij schijnt te wenschen, onopgemerkt te
blijven, waar ongetwijfeld reden genoeg voor
is," merkte bij op. „Ik boud dit bij me. als
u er geen bezwaar tegen hebt. juffrouw
Goff. U zegt dat dc- jonge dame iederen
morgen uitgaat, nietwaar?"
„lederen morgen, behalve Zondag, met
een taschje," antwoordde de hospita. „De
innn gaat nooit uit."
Williams knikte en nam zijn boek weer op.
Toen het meisje den volgenden dag uit
ging. zat hij met een courant in de voorka
mer te wachten. l!ij liep haar achterna en
haalde haar spoedig in. Hij zag dat zij goed
,,lk ben uw buurman," zei hij rustig, alsof
hjj tegenover een oude kennis stond, „ik ben
de man. die gisterenavond belde. Ik geloof,
"it u een vriend zeer noodig hebt!"
Het meisje schrok toen hjj baar aansprak
i hem met angst in haar oogen aanziende,
versnelde ztf haar pas.
,Ik boet William Leyton," voegde hij cr
t toe. eveneens wat harder aanstappend,
.,_j ben te allen tyde tot uw dienst Ik
wou u zeggen dat n zioh niet hoeft te onder
werpen aan zulke dingen als gisterenavond,
toen ik er mij mee bemoeide. U kunt mi)
■aarschuwen. Dat is alles!"
Hy nam den hoed af en liet baar passee-
;n. Zy keek niet om. Zonder het baar te
laten merken, bleed hij haar volgen.
Na eenïgen l(jd klom zij op een motor-
omnibus, die naar het Oosten van dc- stad
reed.
Haar zenuwachtigheid maakte haar tot een
gemakkelijke prooi voor den zakkenroller,
die op ten goode gelegenheid wachtte. Ter
wijl hij door dc menigte rende met baar
taschje in zijn band en be; meisje een kreet
van sebrik uitte, liep William hom achterna
in een zijstraat.
De zakkenroller had niet op onmiddel
lijke vervolging gerekend. Eon blik over
zijn schouder overtuigde hem, dat zijn eenige
kans om zijn vervolger te ontkomen, be
stond in bet loslaten van rijn buit. William
hield zijn vaart in, om het tseohje op te
e sluiting was k»8; Hij kon zien dat er
plat pakje in zat en dat de handige vin
gers van den dief in zijn vlucht nog bezig
waren geweest. Hjj floot zachtjes binnens
monds.
Het pakje bevatte een bundeltje, bestaan-
uit bankbiljetten, die er nieuw en onge
kreukt uitzagen, alsof zij zoo juist van den
drukker afkomstig waren. Er was ook een
huissleutel in het taschje.
Het geheim was opgoku: De man die thuis
bleef, was een valsohe munter en het meisje
rijn helpster.
Zonder eenige aarzeling nam hij een der
valsche biljetten uit 't pakje cn slak dit in
zqn zak Bij nadere overweging nam hy ook
den huissleutel. Toen rende hij terug om bet
meisje te zoeken
Hij zag hzar in een nauwe straat. Zij leun
de tegen een niunr, een blik vol vertwijfeling
op haar gezicht. Toen rij hem zag met het
tasehje in zijn hand. slaakte zij een znebt
van verlichting en liep bem tegemoet mei
een kreet van zenuwachtige vreugde. Hij
maakte mei een glimlach een eind aan haar
dankbetuigingen.
„He: spijt mij. dat de dief ontsnapte, maar
ik heb hot taschje." zei hy. „Wil je niet ge-
looven, dat ik je vriend wil zyn-" voegde
hij er bij.
„Ik w on dat u my met volgde." smeekte
zij „U kunt mij niet helpen en uw inmen
ging kon de dingen alleen moeilijker voor
mij maken, dan zij reods zijn."
„Alleen dit," zei William. „Ie de schurk
waarmee je woont, uw vader?"
„Neen. Myn ouders stierven beiden toen
ik twaalf jaar oud was," bekende ttf. „Hjj is
een oom, die bij hun dood beslag op mij
legde. Ik had hem voor dien tijd nooit ge
zien."
„Op het platteland woont myn moeder, de
liefste moeder in do wereld," zei William.
„Zij zou u mei open armen »Ie dochter ont
vangen. Binnenkort zal ik u bij haar bren
gen."
Hij zweeg toen by haar verwrongen ge
laatstrekken zag en strekte de hand uit. die
hij zacht op haar suhouder liet rusten.
öntkkc-iide, het gezicht afgewond, be
vnjddo zij zich uil zijn greep en liep
snel weg. Met eon strakke irek op zijn
gezicht verdween hij in tegenovergestelde
richting.
Het leek hem, dat de noodzakelijkheid
van prompte actie geen uitstel toeliet.
Ontdekking van het feit dat het pakje be
schadigd was, zou tengevolge» hebben
dat liet meisje onmiddellijk naar buis
ging om den man te wnarsctuwcn, die
haar, zonder twijfel in zijn macht had
mei het dreigement, dat rijn ondergang
ook de hare zou zijn, Je kon nooit we
ten, waartoe de kerel zou komen.
Hij ging «en telefooncel binnen on zat
vijf minuten later xoeds tegenover den
man, dien hij had opgebeld. Deoe zag or
met zijn rustige glimlach en sehtrpe
oogen uil al» het type van den wakke
ren detective.
„Jo schijnt oen bootje ln de war te
izijn", merkte hij op. Wat ii die belang
rijke zaak. waarop je zinspeelde!"
William haalde lief val-qho bijjet uit
zijn zak tu legde het op tafel. Do detecti
ve ouden- nauwkeurig- en haal
de een andei uit zijn portefeuille, dat hij
er naast legde.
„ftt, William", zet hij Ua slotte, „j«
hebt gelijk. Wij hebben allang het idee
gehad dat tr maar een man 13, die ze zoo
goed kan maken. Eenigen tijd geleden
hebben wij hem al een» gesnapt maar
toon hij weer vrtj was, verloren wij hern
uit het oog. Er zijn al heel wat van de
mo niet wat xueer vertellen!" J
William haalde de foto voor don dag
en legde die ook op tafel. Dc detective
keek er even naar cn sloeg d© ©ogen op.
„Dat is «e anist!" «ei hij. Dat is onia
oude bekende. Breng nnj naar hem toe
en je zult de staal en mij een dienst
bewijzen".
„Een taxi ie het vlugst", zei William,
glimlachend. „Ik zal je alles onderweg
rertellen."
„Dat kiekje is prachtig", lachte de in
specteur. zeer in zijn schik. „Wij zullen
«ven op het bureau aanloop en eu een
paar agenten meenemen en dan...."
In de taxi vertelde William in het
kort wat hij wist.
„Wij kennen hem", zei Carey, de
detective, toen hij Uitstapte. Hij xal zich
wel danig verzetten, als hij in het nauw
is gebracht. Daarom neem ik een paar
agenten mee. Met liet meisje zal het wel
losloopcn. Een zeker getal van angst-
lanjaghig".
Hij verdween in het bureau. Toen hij
weer buiten kwam gaf William hem den
traiaaieutej.
„Die keen te pas komen", merkte hij op.
Carey ontving den sleutel met een goed
keurende glimlach.
„Julli© tweeën gaan naar de aohterzij-
1 van het buis cn springen direct bin-
;nl" beval de detective. „Laat hem geen
tijd om zijn gedachten te verzamelen.
Hij la
Hij li»
zijstraat stoppen en zij sprongen er .lit
juist up het oogenbllik dat een andere
taxi de hoek om draaide. Daarbinnen zag
William een doodsbleek, angstig gezicht
ea hij greep den detective bij de mouw,
„Goed", zei deze onmiddellijk. Vlug
lanneji! Zij moet hem niet kunnen waa»
echuwen 1"
Zij bereikten al rennende de deur tbon
k-n zij haar hand uitstak naar de schels
Het meisje snikte wild, terwijl zij hel
deurpaneel met haar vuisten bewerkL Het
duidelijk dat zij nauwelijks vrjsf,
rij deed.
1 deur werd plotseling geopend en
het gezicht van den schurk werd oon
oogonblik zichtbaar. Toen sloog do deur
—eer dicht.
Do inspecteur glimlachte en legde zijn
hand op den schouder vtui het meisje.
„Wees kalm:" zei hij, niet onvriende
lijk. Wij zullen je geen kwaad doen
mijn kind."
Er gebeurde iets aan de achterzijde
van het huis en men hoorde den schurk
op do teenen door den gang verdwijnen.
In een ocgeablik was de huissleule! ia
het zlo: gestoken en de detective slin
gerde deur open.
Do betrapte misdadiger keek snel om
zich been en greep met een kreet van
woede een zwaren stok beet. In bet ge
vecht dat nu volgde, verweerde hij zidi
als een wild dier. William had dc vol
doening hein de liandboeien aan te doen.
Het was de betaling voor zijn gewonde
aeten wij de installatie nog zoe
ken, jongens 1" beval de insjiectcur. „Ik
heb maanden naar je gezocht Jimmy. Ik
heb altijd belangstelling gehad voor je
werk.
Met een vreeeelijken haat in zijn oogen
keek de man naar het meisje, dat ineen
gekrompen bij do deur stond.
„Heelemaai niet", zei de inspecteur,
die zijne gedachten raadde. „Hel meisje
zou je gewaarschuwd hebben. Een toeval
heeft je verraden, Maar dat hoor je later
allemaal wel."
Een van de mannen verscheen boven
in de nap.
„Het is hierboven", zei hij.
„Dal is dus genoeg bewijs." merkte
de inspecteur op. „Will ik bellasl jou me»
het 1
eisje".
„Goed", zei WUlia_-
Later op den dag, toen William en
rijn hospita het meisje wat tot kalmte
hadden gebracht, vertelde hij haar van
rijn plannen.
Tk zal je naar mijn moed-:r brengen",
bij. „Haar xul je h« verleden leer en
vergeten. Je oom zal je nooit meer in rijn
macht krijgen. Dat zal ik Iwletteii. Je
zult jo kleur tetugkrijgon en weer lee-
ren lachen. En als het zoover is kom ik
c-cns aan je vragen of wij niet de beste
vrienden kunnen worden".
Hel meisje strekte beide handen uiL
William zag, dal haar ugen glinsterden.
„Wat bent u goed!" stamelde zij.
„Mijn vrienden noemen mij Will, ze4
hij lachend en greep haar handen,
„Will", rei zo zachtjes.
VERWAARLOOSDE KUNSTSCHAT
TEN. Men meldt aan liet Vad.:
Uit den tuin van de kathedraal van
Roermond zijn 8 groot© schilderijen,
3.50 bij 2.50 M., te voorschijn gekomen
welk© daar jaren hebben g iegai. Do-
zo kunstwerken uit den Vlaamschen
Reaiaussamcetijd hebben vroeger is> de
kathedraal gehangenDe heer I-, 1©
Bron de Vexeia, plebaan-deken van
Roermond, heeft deze schilderijen ter
restauratie opgedragen aan den heer
C. B. van Bohemeu, aldaar.
INGEZONDEN MF.PF'
UNGliN A 60 Cis. per regel.
t'eiaïïletou
(Een avontuur van den Lachenden
Kavalier).
Naar het Engelsch van
BARONESS ORCZY.
43)
llij wist dat zijn jonge vrouw weg
was. Haar vader was met zijn familie
en bediendeu naar Amsterdam gogaan
xoodra het bericht over het naderen
van den vijaaid de stad bereikte. In
ieder geval behield hij haar. Haar en
haar £<-ld cn den invloed van mijn
heer van den Poele. Hij, Nicolaes
-- die altijd in de tweede plaats
kwam bij zij.n vader, altijd na Gilaa
en Gilda's belangen en die na die go-
eoliiedenis in Januuri in zyn ouder
lijk huis behandeld was als een stoute
«schooljongen, 20u er nu regeer cn als
eert overwinnaar, iemand van wiens
vriendelijkheid en grootmoedigheid 't
heele huishouden zou afhangen.
Dezo en andere gedachten herin
neringen, medelijden met zichzelf,
woede en haat en verontwaardiging
over zijn )ot gingen hem door het
hoofd toen hij met de troepen van
Stoutenburg zijn geboortestad binnen
trok. Voor 't huis van zijn vader bleef
Irij staan. Geen oogenblijc plaagde
hem zijn geweten toen hij vlug de be
kende treden vaji het bordes opliep.
Met het zware gevest vam zyn ra
pier klopte hij luid op de eikenhouten
paneolen van de deur en eischte toe
gelaten te worden uit naam van de
Aartshertogin Isabella, landvoogdes
van de Nederlanden. Dadelijk vloog
do deur open. Er stonden twe© oude
bedienden in de hal, zwijgend en eer
biedig.
Toen zij den zoon van hun meester
zagon maakten belden een bewe
ging alsof ze naar hem toe wilden
loopen, omdat zo een oogenblik hoop
hadden op redding op verlossing van
dezo vreeselijke bezetting. Maar hij
lette niet op hen. Zij rilden onder
zijD blik cn do groc-t die hun op de
lippen lag, spraken zij niet uiL Vlug
liep hij langs hen de hal ln.
Het werd nu al donker. Het scheen
wel alsof er niemand Ln huis was he-
halve de twee bedienden. Alles was
in orde, maar wonderlijk stil en vol
komen donker. Toen hij om zich heen
keek kreeg Nicolaes oen gevoel alsof
hij in een grafkelder liep. Hij voelde
koude rilling langs zijn rug. Op
korten toon beval hij den mannen
kaarsen in de eetzaal te brengen.
Ook hier was het donker en stil. In
de groote monumentale haard smeul
den nog oen paar kolen en wierpen
een zachten gloed op de roode tegeJs.
Nicolaes was oesiuwachtig. Hij zocht
tastend den weg naar een van de ra
men en trok ongeduldig het gordijn
weg. De troepen van Stoutenburg wa
ren nu over de heele stad verspreid.
Op de kade was het weer druk. En
kele soldaten hadden tegen het huis
aan hun tenten opgeslagen, en had
den er een vuur aangelegd dat te za-
mon met het licht van de fakkels ean
vreemd en flikkerend licht in de ka
mer wierp. Nicolaes' tanden klapper
den van de koude. Zijn handen wa
ren gloeiend zou hij werkeiijk bazig
zijn bang dat hij bekende voetstap
pen de trap zou hooren afkomen en
dat liij oen oogartbLik later zou komen
te staan tegenover zijn woedenden
vader, dde zijn zoon, den verrader,
vervloekte?
Bah! Wat een lafheid! Nog pas en
kele minuten geleden had hij zich
verheugd over zijn verraad, genoten
van het succes van zijn misdaad. Nu
scheen het hem alsof vanuit het don
ker een paar blinde en toch nog spot
tende oogen hem aanstaarden. Met
e--n gedenipten angstkreet verborg
Nicolaes rillend het gelaat ln de han
den,
liet volg«nde oogenblik kwamen de
twee bedienden binnen met brandende
kaarsen ln zware zilveren kandelaars.
•Leze zettc-n zij op tafel eu een van
hen Knielde naast, den haard en
trachtte met den blaasbalg het vuur
weer aan den gani; te krijgen. Daar
na bleven zij eerbiedig stilsta-m en
wachtten op zijn bevelen. Blijkbaar
was hun gezegd hoe zij zich gidragen
moesten, strikte gehoorzaamheid en
kalmte. Nicolaes koek hen uitdagemd
aun. Hij kende hen goed. In den
dienst van zijn vader waren zij grijs
geworden en ze hadden hun jongen
meester op zien groeien van de wieg
tot wat hii nu waa een verrader en
een schurk.
Maar zij bleven kalm onder zijn
blik. Ze -wisten dat zij speciaal uitge
kozen waren om de bevelhebbers van
den vijand te bedienen omdat zij niet
jong en opvliegend meer waren, en
omdat men er op vertrouwen, kon dat
zij kalm zouden blijven, wat er ook
gebeurde, zelfs tegenover münbeer Ni
colaes. met wieu zij gespeeld hadden
toen hij een kind was dien zij be
wonderd hadden toen hij ouder werd,
en die nu een verrader waa, die kwam
als eon dief ln den nacht
Drukte en beweging op de kade
wees er op dat de commandant der
Spaansche troepen, de heer van Stou
tenburg, aan het hoofd van zijn lijf
wacht de stad was binnengereden, ge-
oJgil door den bevelhebber van ht'.
kamp en de stalmeesters.
Ooit hij reed regelrecht naar het
huis van den burgemeester en liet
zijn paard onderaan het bordes stil
houden. Met een korten hoofdknik be
duidde Nicolaes den twee knechts dat
zij naar de deur moesten gaan om
den overwinnaar te ontvangen. Ook
hierin gehoorzaamden zij dadelijk cn
zw ijgond.
Maar reeds was Stoutenburg, voor
afgegaan door zijn officieren en fak
keldragers binnengekomen. Hij ken
de goed <Lon weg in hot huis. Als Jon
gen had hij er met zijn broer Groene-
veld gespeeld op de trappen en in de
ontelbare gangen. Later had hij met
Gilda in de dtope vensternissen ge
zeten met Gilda en er van genoten
als hij zag dat ze bang was voor zijn
heftigheid. Talrijbo herinneringen,
ernstig en vroolijk, gingen hem door
het hoofd toen hij de eetzaal binnen
ging waar hij als hij niet zooveel
ttgonspoed had gehad zooals bij
zijn misdaden noemde eens als
bruidegom geacten zou heblxin naast
Gilda, zijn vrouw.
ZooweJ voor hem als voor Nicolaes
was het een opluchting dat zij elkaar
hier vonden. Ongetwijfeld zouden zij
het geen van beiden uitgehouden heb
ben in het stille cn sombere huis dat
aoovcei herinneringen bij hein op
wekte.
1 rist :,.li u;:i i\ u hier ZOU
itmoeten, riep Stoutenburg uit, tor-
wijl hij zijn vriend de hand schudde.
Het leek mij hot beste, antwoord
de Nicolaes kortaf
Maar deze hartelijke begroeting van
den aartsverrader, in liet bijzijn van
de tweo oude getrouwen, joeg den
jongen man e<n blos naar de kaken.
Mitscltien tV: laatste waarschuwing
ran zijn gesuste geweten. Maar het
govoel van schaamte verdween even
snel als het gekomen was en het vol
gende oogenblik stond hij kalm en
schijnbaar onbewogen te luisteren ter
wijl de heer Stoutenburg den bedien
den zijn bevelen gaf.
Hij beval hun bedden in orde te ma
ken voor henzelf en voor mijnheer
Nicolaes Beresteyn en voor dc twee
stalmeesters, en tc zorgen dat de lijf
wacht, die uit twintig musketiers en
oort kapitein 1 k-stond, behoorlijk go-
huisvest werd Yprder moest er voor
hem on voor mijnheer Nicolaes een
souper klaar gezet worden in. de eet
zaal en in eui andere kamer voor do
rest van het gezelschap.
De twee onde bedienden hoorden
de bevelen stilzwijgend aan, bogen cn
maakten zich gereed om de kamer te
verlaten.
(Wordt vervolgd).