HAARLEM'S DAQBLAD
Schaakrubriek
m
H-
k
K
k
Hoog bezoek.
Ingezonden
De Voorvader van den
Honden Pimpernel
JATIRDA* 7 MEI 1821 VIER DB BLAC
Opleaeinfen, vragen en*., te zenden aan den
fohaakredaeteur van Haarlem's Dagblad, Groote
Heutstraaft S3, Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 18*).
C. C. W. MANN (Haarlem).
IP
Ut
1P
8
'tj
i
m
pf
U
1
Hl
m
gp
mm,
(Jplosslag Seherisprobleoa lo. 3.
Stand der stukken
WHKh4, Del, Lfl, 13, 1*. g5, h3.
Zwart i Kgl, Thl, e2, 16, g3, g6. h2,
1. Del—el,
•2xfi Toren; 2. DelXg3f,
elx!2 Loo per; f. KhixgS en Zwart
is pat.
e2xll Dame; 2. Kh4xgS en z el f ma t
door 2. Dflxel.
e2xll Paard; 2. Del—12f, en
z e 1 f p a t.
g3g22. Lllx«2f.
Goed opgelost door:
J. Hoogeveen, 13. A. Snelleman en
J, M. vaaderWal, allen te Haarlem.
Correspondentie.
Haarlem. A. F. Jr. De titel van
bedoeld leerboek isPractised Schaak
boek", vierde, verbeterde druk, door
A. A. J. Ridderhofuitgegeven door
Gebr. Kluitman, to Alkmaar (1920).
Ad PropEeem No. 9S.
De componist deelt made, dat de
witte Koningin op Cl en niet op el
moet staan.
H. H. Oplossers worden verzocht
daarmede rekening te willen houden.
Wit speelt en wint.
Stand der stukken
Wlti Kil, Td4, Pe4, a2, a6, c4, d2, g
Zwart i Ke6, D14, a3, a5, a4, *7, 12.
Eerste publicatie.
Partij No. 97.
De 9e matchpartij tusschon Capa-
blanca en Lasker wa§ als volgt:
Wlti Zwart:
R. Capablanca. Dr. La3ker.
fiowalprt Dams-gamblst.
d2—d4
1
d7d5
P«l-f3
2
e7e6
c2—c4
a
c7—c5
c4Xd5
4
«6Xd5
Pblc3
5
Pb8—c6
g2-gS
6
Pg8-f6
Ln-ga
7
Lc8e6
0-0
8
Lf8-e7
d4Xc5
9
Le7xc5
Lc g5
10
dö-d4
Pc3—e4
11
Lc5-e7
Pe4Xf6+
12
Le7xf6
Lg5xf6
13
Dd8Xf6
Ddl—al
14
0-0
Da4- h5
15
Ta8—b8
Tfl—dl
16
h7hG
Pf3—el
17
Tf8—e8
Tdl—d2
18
Le6-g4
Tal-cl
19
Te8eö
Db5-d3
20
Tb8—e8
Lg2—f3
21
Lg4xf3
PelXf3
22
Te5—a4
Tel—c4
23
DIG—eö
Pf3Xd4
24
Pc6Xd4
JV r ra
i 8 O.
„TiVnes"
teekent bij deze partij
De
san
„In deze partij begon Lasker zijn
verdediging met betgeen in waarheid
de Stonewall kan genoemd worden
(wij zijn het met de „Times" niet
eens; do ,,Stonewall"= steenen muur
is 1. d2, d42. 14 en na fi.
c5; 3. e3, Pc6; 4. c8, eö5. P13, Ldo
ij. Ld3, 16 maakt Zwart de opening
tot een z.g. „dubbelen Stonewall",
Red.) Indien de ruil der centrum-
pionnen nog wat uitgesteld was, zou
hem dit den tijd gegeven hebben zijn
Looper naar b7 te ontwikkolen. Deze
ruil is hoogst ongewoon, zoo vroeg in
de partij, maar, zooals men zal zien,
werkte Capablanca een wel overwogen
plan uit. Lasker's Dame-pioa werd
door 4. c4xdö, eöxdó geïsoleerd en
daarna verzamelde Capablanca al zijn
krachten voor eaa aanval op dezen
pion.
De ontwikkeling van den Looper
naar g2 is een door Rubinstein veel
vuldig toegepaste methode en daarom
Rubinstein-variant genoemd. Capa
blanca spoelde precies eender tegen
dr. Olland (onzen meester uit Utrecht
Red.) in hot overwinningstornooi te
Hastings (1919). Maar toen speelde dr.
Olland (Zwart) 10.Lc5—e7,
Capablanca ia staat stellende tot
11. Pf3-d4 en ten slotte door een aan
val op den Koningsvleugel op krach
tige wijze to winuen. In deze partij
ipeelt La9ker den sterkeren zet 10.
d5—d4. waardoor Wit's e-pion
achter moet blijven. Door 19. LgÖxfG
werd oeu verdedigende figuur aan
pion— d4 ontnomen.
De Dame-zet (14. Da4) pende het
Paard op c6 en Indian Laskor gespeeld
had 15.DIG—e7 zou gevolgd
zijn 16. P13— eö, PcGxeö; 17. Db5xe5,
T18 d818. Tfl-dl en Wit won den
d-pion. Opnieuw ontmoette de inge-
nieuse aanval een correcte verdediging.
Zonder twijfel zag Lasker iu, dat de
d-pion vroeg el laat moest vallen en
dus begon hij met zijn 17den zet een
tegenaanval op Wit'e zwakken e-pion.
De winst van een pion voor Wit, door
18. Lg2xc6, zou maar tijdelijk aijn
geweest, daar, na 18.b7xc6
19. DböXcö, D16—eó; 20. Dc6—c9,
LeG—1521. Pel—d3, Zwart zijn pion
zou terugwinnen. Daarom was 18.
Tdld2 beter, daar deze zet in de
verdediging van den e-pion en den
b pion voorzag, 19. Talcl stelde later
Wit tot Telc4 in etaat, waardoor
Lg2—13 tot bet psychologische moment
kon worden utgesteld.
Toen kwam do aanval met
stukken togen d4 cn da tegenaanval
met drie officieren tegen e'J. Bekte
Wit nog eens pion—e2 met den Koning
(Kil), dan kwam 24.DeG—h3f.
Da voortzetting nu 24.Pc6xd4
had vermoedelijk kunnen zijn25.
Tc4xd4, Te4Xd4; 26. DdSxdi, De6xa2;
27. Dd4—d7, Da2—blf; 28. Td2—dl,
Dbl—e4.
Het slotgevecht om de d- en e-pion-
nen was buitengewoon interessant".
BiineS-séQnoe,
Wij horianeron aan de blind-séance
van 6 partijen, welke heden. Zater
dagavond, om zeven uur, gegeven zal
worden door den heer Rud, J. Loman
uit 's-Gravenhaga in café „De Kroon",
Grooto Markt, alhier.
Zooals men weet houdt deze séance
verband met het 35-jarig bestaan van
de I-Iaarlemscha Schaakveroeniging.
Belangstellenden hebben vrijen toe
gang.
O.olossl.tg Prob5e«rn No. 90.
Stand der stukken
Witi Kb6, T12, Ld5. Ld6, P16.
ZwartKd4,
1. LdG—b4,
Kd4-e5; 2. T12-f3, Ke5-d4; 3.
Lb4—c3f.
Kd4 a n d e r s 2. P16-g4 if), Kcv 3,
Tf3—d2f.
Goed opgelost door
Jac. J. Bert, P. Fabriek, J. Hooge-
veen en B. A. Snellemau, allen te
Haarlem; H. W. v. Dori, N. W. L.
Everts en Joh. v. Teunenbroek, allen
te Schoten.
Gedurende de Laau(o_ weken was het zeer
druk en bedrijvig iu Krulzuolduiu.
Er was ecu nieuwe school gebouwd, omdat
de. oude bouwvallig en langzamerhand lo
klein was geworden voor do talrijke, steeds
iu aantal toenemende Kruinioldiimmer-kin-
dertjes.
En uu had de vroedschap er erg op gc-
staaii.dai de opening van dit gebouw, het
welk in het plaatselijke blad als ..een
sieraad voor de gemeente", was gekwalifi
ceerd, oenigsziiiD officieel en zoo mogelijk,
mot ©enig feestelijk vertoon zou plaats heb
ban.
Daarom had de burgemeoótor den minis
ter tijdig verzocht, deze openingsplechtig
heid hij te wonen, en het nieuwe schoolge
bouw inbt oen enkel woord, wol te willen
inwijden. Tol grooto blijdschap van de Edel
achtbare raadsleden van Kruimcldam, had
Zijne Excellentie.bericht gezonden, deze uit-
noodigiug te aanvaardc-n, hetgeen zooals
later bleek - niet zoo hijzonder was. daar
de minister op deu voor de opening bepaalden
dag. toch iu de nabije, hoofdsjad moest zijn.
to: het bezichtigen van een pluimvee-ten
toonstelling.
Van het oogenblik van het bekend worden
vut» Zijne Excellence's bezoek af. was even
wel de rust uil Kruimeldam verdwenen. Er
werd aanhoudend vergaderd, een feestcommis
sie benoemd en planuen gemaakt, alles ter
core van het nooge bezoek, teneinde Zijne
Excellentie een schitterende ontvangst te be
reiden. Als gewoonlijk, werden bij do voor
bereidingen allerlei intriges gesmeed, om to
trachten alkaar vliegen af te vangen. De oor
gold natuurlijk de gemeente, maar deze en
geno verwachtte toch, dat oen weinig van
die glaus en praal zou afstralen op hem zelf,
door zoo mogelijk den minister iets mcer_ te
mogen naderen dan de anderen, om Zijne
Excellentie van zeer nabij te kunnen aan
schouwen, of, liever nog. een woord tot hem
te mogen spreken. Maar ja. de meesten be
grepen wel, dat dit bijzondoro voorrecht
slechts voor enkelen zou zijn weggelegd, en
daarom deden zij hun best, oui althans in de
eer.c of andere commissie zitting -te krijgen,
cn zoo'mogelijk dan, als voorzitter.
Een van de weinigen, dio op het hooge
He-zoek luimlvr gesteld waren, dio er feitelijk
erg tegen op zag, was. de wethouder Gras-
hoek, een rustend hoepelmaker, die al tal
van jaren lid van den gemeenteraad on. als
oudste wethouder, aangewezen was den bur
gemeester te vervangen. Endit zou Gras-
hnck nu ook moeten doen tijdens hot mi
ni; terièel bezoek, aangezien do burgemeester
zie':, in hot buitenland bevond, en om gezond
heidsredenen, niet in staat was tijdig terug
te keeren. Nu wvw de wethouder een man
van den ouden stempel, hij had zeer zelden dc
plaats zijner inwoning, die tevens die van
zijn geboorte was. verlaten, en hij kende
hooge personages, zooals ministère, alleen
-..ui hooren spreken, en van aangcziclU tot
aangezicht gezien, had hij dergelijke voorna
me titularissen nooit. Doch doze antecedenten
behoefden evenwel voor den wethouder Gras-
hoek nog geen aanleiding tot ongerustheid
te zijn voor dit hooge bezoek. Er was im
mers een secretaris in het stadje, dio den
waarnemend burgemeester alle inüchliugeu
z'-u kuaucn verstrekken. Jonkheer Rietvoorn,
die als volontair op de secretarie was geko
men, cn eerstdaags zelf tot burgemeester
hoopte benoemd te worden, had meer dan
een- do gelegenheid gehad met hooge digni
tarissen in aanraking te komen, zoodat hij
van alle ceremoniën voldoemio op dc hoogte
geacht kon worden. Ook was er nog een
klerk op 't stadhuis, die als ondor-officicr van
de marechaussée, dikwijls b(j liet bezoek van
vorstelijke personen, in dc onmiddellijke na
bijheid van de plechtigheid was geweest, ora
daarover met ecnig oordeel mee te kunnen
praten. Zoodat, wanneer wethouder Grasbeek
zijn licht had willen opsteken over de ont
vangst van Zijne Excellentie, hij daartoe
slechts zijn oor to luisteren had ic leggen
bij bovengenoemde stedelijke ambtenaren.
Maar daar zat nu juist do groote -zwarig
heid. want de hoor Gra-shoek, die indertijd
veel geld had verdiend, omdat hij was een
degelijk, vakkundig hoepelmaker, arbeid-
z*?ui, vlijtig, strikt eerlijk, dood goed en ui
termate zuinig, dii-zelfdo Grashoek had bij
die t»l v*o goede eigenschappen, ook een
onaangename onhebbelijkheid, bij woo same-
HJk onverbeterlijk eigenwijs. In zlja rak wa»
dit nog «X daaraan toe. hij was ua eenmaal
als hoepelmaker moeiUjk -te overtreffen,
mam ook iu andere omstandigheden, de ge
meente of particuliere ca keu aangaande,
nr.ia hij van niemand raad aan en ging hij
zijn eigen, eenmaal voortgenornen weg. En
da; rum zal dat hooge bezoek hem dwarsbij
had dat nooit meegemaakt, en 7.'n eigenwijze
koppigheid, of wol koppige eigenwijsheid,
verbond hem informaties te nemen bij dc per
sonen, d-e bet konden weten.
Intuaichen was het, zooala gezegd, bijzon
der druk en bedrijvig in Kruimoldam. Er
werd onmiddellijk voor het station, waar
Zijnt Excellentie zou anivoerea, een groote
cerepoort gebouwd, langs den intochtswcg
allerlei versieringen aangebracht, groene slin
gers nan palen niet vlaggetjes, het stadhois
u-.ec illuminatie-glazen behangen en op een
weiland, een boog staketsel gebouwd, waar
aan des avonds, tot slot van de feestelijk
heden, een brilliant vuurwerk zou worden
afgestoken. _H« hoofd van de school, die
reeds ora z'n boog en leeftijd pensioen had
aangevraagd en gekregen, was expteaselijk
nog cenlgo weken in functie gebleven, om
den kinderen een feestlied te kunnen instu-
dteren, waarvan de e oorden door meester
weren gedicht, ea die met zwierige krul- en
rondsi-uriftletters. op ©en iiaïf vol camera wa-
re.i vermeld, welk jiapii r iitx-uMixl was. om
vóór het zingen van het lied. Zyae Excel
lentie ter hand gesteld te kunnen worden.
Bet liarmonic-g--/i-hobap had twee mar-
8riien uil het „blauwe boekje", benevens de
hymne„Lang zul hü teven", terdege inge
studeerd. Er waren plannen in voorbereiding
tot het fonnceren van een ©erewacht te
paard,doch dit laatste liuktc nog eren, aan
gezien do directie van dc brouwerij „Da
Sjhinx" vooralsnog weigerachtig bleef de
parrdenvoor dat dool af te staan. De pad
vinders zouden den intocht weg afzetten en
veiderhier cn daar bebulpzaauizijn. Twee aar
dige padvindstorljes, Moriet.jo van den Post
directeur eu Anneke van deit Notaris, zou
den Zijne Excellentie bloemen en een krans
aanbieden. En ofschoon van lieverlede do
daz van het bezoek tneor en meer naderde,
scheen alles er op te wijzen, dat de voorbe
reidingen niets te wciwchen hadden overgela
ten en dat alles tijdig in orde zou zijn.
Eindelijk was dc groote dag aangebroken.
Het weer hield zich best ën dreigde Toor-
loopig geen spelbreker te worden. Om on
nabij hot stadhuis wa» de bedrijvigheid hot
grootst. De straten kregen nog een extra
veegje en alle ongerechtigheden werden in
een wagen verzameld. De bode was bezig een
langen, roeden looper de trappen van liet
bordes af 1e rollen. Een van de stadsreini
gers. gemakkelijk op z'n bezem leunend,
stond die bezig boden aandachtig gade te
slaan, gedurig kauwend op een zware pruim
tabak.
Waar is d t voor, WuUem? vroeg hij,
een stapje naderbij komend.
Wel..voor de menist erSnap jo
dat niet? was het antwoord.
Voor de menister, herbaalde de straat
veger. wat dan?..Benne jullie dan bang,
dat 't stooppie smerig zal worre?
De bode keerde zich kwaad om en w ierp
cea vernederenden, diep minachtenden blik
naai den man met den bezem.
Wat mot die menister hier nou eigenlijk
doen? informeerde deze belangstellend ver
der.
De nieuwe school opeuen! antwoordde
de bode. hautain on mot ecu air van ge
wicht, weet jo ditt niet?
Dc ecbool openruake? meesmuilde de
reinïgingsman, nou, da's ook wat.... kenne
jullïc- dal dan zelf niot?
Och, loop naar de. pomp! was het be
scheid van den bode. die van een verder
debat met zoo'n onwetende afzag, vooral
ook, daar hij den loco-burgemeester, den
heer Grashoek, het stadhuis zag naderen.
De boel in orde. Wullem? informeerde
Zijn Edelachtbare, blijkbaar nog al in z'n
nopjes, do trappen van hot gemeentehuis be
klimmend.
Dat zal waar weze. meneer de wethou
der. antwoordde de bode glunder, alles in do
puntjes, hoor!
Maar de bruuawicn. jong!Hoe is't
daarmee? vroeg dc wethouder verder.
Ik heb tien flesachenwas het ant
woord, en bovenste beste, hoor!..Degelijk
spul!
Koman, koman! zei de heer Grashoek,
da's knap.... dan benue me content.
En dan heb ik 'n vijftig sigaren, zou dat
genoeg zijn? vroeg de bode nog.
Nou, dat zou 'k wel denken. Wulleml
concludeerde de waarnemend burgemeester,
maar der zit© toch baadjes om, niet
waar?
En wat 'n mooiegoud met rood
en 'n kroontje der op!
Host!.. Prachtig! IJa's dan in orde.
Nadat de wethouder de sigaren gezien en
nogmaals zijn tevredenheid betuigd had, stap
te hij naar het raam van dv burgemeesters
kamer, dat op bet plein uitzag.
Nou. wat mot die? mompelde hij voor
zich, toen hij een telegrambesteller op een
fiets het stadhuis zag naderen.
Jonkheer Rietvoorn, die den besteller
blijkbaar ook had opgemerkt, ging hem tege
moet on nam een telegram voor den burge
meester in ontvangst.
Zoo'n kaerel, dacht Grashoek, bemoeit
zich toch overal mee.
ïiij stormde de kamer uit. den secretaris
tegemoet.
Voor wie i« dat tillegrarn? bulderde hij.
'n Dienstbericht voor den burgemeester
van KruimeJditm.
Do burgemeester ben Ik op *t oogen
blik, meneer Rietvoorn! beet dc wethouder
toe.
Wilt u dan maar nota van den inhoud
nemen, meneer do burgemeester! san
secretaris, het telegram overreikend.
D.u zal T! vlnnigdo de wethouder, ter
wijl hij do enveloppe openscheurde.
Hij las het bealcht zacht voor zich,
„Kom met eigen rijtuig. Niet met spoor.
Afhalen due niot noodig. Zorg voor lunch op
het stadhui*. TJJd zeer oeperkt.
..Voor den minister,
„De Secretaris-generaal".
Grashoek bleef eeitige oogenbllkkcn met do
depêche in zijn handen draaien, en herhij
haar toen. Dc gobcelc inhoud scheen hem
blijkbaar niet zoo heel klaar to zijn.
Eigen gerij en niet met spoor
kón!Eu dat Zijne Excellentie dan n
afgehaald behoefde te worden, lag voor dc
hand. Tot zoover was het teiegram vrij dui
delijk. Maar dan.... dan kwam dat, niet
dat malle woord: „Zorg voor lunch.." Wat
drommel! Wat was dat?....
De wethouder krabde zich vorlcgen achter
't oor. Den secretaiis vragen wat dat woonl
betcekcndo, stond hom natuurlijk tegen de
borst. Dat. voor geen geld.
Maar hij hoopte, dal de jonkheer het zelf
zou verklaren, wanneer hij hem het tele
gram liet lezen, en daarom overhandigde bij
de depêche listiglijk den secretaris.
Deze las den inhoud tamelijk luid en ge
articuleerd, zooilat Grashoek een en ander
nog eens duidelijk hoordehij vernam daar
bij teven», dat do secretaris dat vroemde
woord niet zooals hij het had gedaan, niet
een G op het einde van het woord, maar met
eeu 6 had uitgesproken.
Het was dus een 1 u n s, die de minister op
hei stadhuis wilde hebben. In zooverre had
het diplomatiek optreden van den wethouder
aithans eenig succes opgeleverd. Doch verder
bleef hjj even wijs. of liever even dom, want
de secretaris scheen geen aanvechting te ge
voelen, tot nadere uitleggingen over te gaan.
Toen hakt© do w naar nemend burgemces
ter den knoop subiet door, door al vast
i«gelend op te treden.
Dan zal ik zorgen, dat de ©erewacht
en de bovenmeester met de kinderen, von
het stntiion teruggeroepen worden, enne...
dan zult u wel voor de luns zorgen, niet
waart vereoobt hij.
Ik?... vroeg de Jonkheer ten hoogste
gebelgd, bent u gek Moet tk daar voor
zorgen I
't Is maar, dat alles goed in orde komt
verschuldigde Grashoek zich.
Maar meneer... daar he'oiu uw perso
neel voor... dat is werk voor den bode...
dat moei u dien man, die tevens congierse
is, opdragen.
Hmt Jat Nou!... hakkelde Grashoek,
dan moet Wullem der maar voor zorgen.
De wethouder keerde den secretaris
kwaad don rug too en begaf zich naar den
bode, om dien liet verzoek van den minis
ter op to dragen.
Wullem! rfi-p hij, jong, je motte zor-
dat do luns up 't stadhuus is... Zieri
ollentie de menister hei 't beveelt,
jong!
De watiet vroeg de bode, met hoog;:
verwonderd gezicht.
De luns! hnhaalde Grashoek, dm
weet je wel... jij kenne der wel voor zorge,
zei do sikkertaris.
Meneer de... burgemeester...
Waarnemend, jong waarnemend, vie,
Grashoek in.
Nou ja!... Meneer de waarnemend
burgemeester dan... ik het neg nooit van
me leven van een luns gehoord.en 'k
mag omvallen, als 'k weet wat 't ie.
Ja hoor es... 'k heb nou geen tied...
mot jo maar zprge, dat je 't an do
weet komt... Wat weergal Ik kan niet over
voor zorge.
Intussohen was do veldwachter op het
stadhuis gekomen, om nadere instruoties
voor do afzetting te halen. Die policienian
zou het wel weten, meende de looo-bur-
gemeester. dan moest de bp do het maar
aan hem vragen.
Woet jij wat een luns ia, Kobus f
vroeg de bode.
Ei-n luns! «ohroode de veldwachter.
Ja! antwoordde de bode, de menister
mot er straits eon hebben, astie hier komt.
Een luns. instureerdo de veldwachter
jar on bij do veld artillerie had gediend
- ia, zak erica zegge, een soortement spie
die in de as van oen wagen wordt gesto
ken, asdat het wiel der niet af zal loopen.
Wel jandorie! bromde de burg emoe
ter, die goed geluisterd had bij deae oxpli
catie, die kaerel weet alles-., een spie, om
het rad van den wagen tegen houden
wel, grutte met -troop... nou ben 'k er...
En triomfankelijk wendde hij zioh tot
den bode.
Wullem, begriep oe 't nou... de mc
nister bet tillegrafeert, datie met eigen ge
rij zal komme... ca nou zal ie van een van
z'n wielen de lun- kwiet zijn... en nou
wil-die hier 'n ander hebbe... da's toch zoo
klaar as 'n klontje Loop maar gauw
naar den wagenmaker jong... en haal me
'n luns... do menister zal tevreden zijn.
Daar zal meneer do sikkertaris van opkij
ken, da'k «ai niet noodig heb...
En met een ïuiogo borst en een uitda
gende flikkering in z'n oogen, antwoordde
hij jonkheer Ri' voorn, toen deze hein
oven later opmerkzaam maakte, dat er
hoegenaamd geen voorbereidingen voor
den lunch waren getroffen.
Laat dit maar aan mijn over, meneer
Dat komt in orde!
Kort daarop keerde de bode terug, voor
zien van drio el uk» ijzeren spieën voor
assen van verschillende voertuigen.
Do wagenmaker het me der drio moe
gegeven, verduidelijkte de bode, omdat-ie
niet wist met. wellc spul of z'n exsollentie
komt... hij docht wel: met de ope kot-!?,
zeid-ie... daar is leuze voor... cn dcuxe is
voor 'n coupéelje... en de andere is voor
'n hltlekarretje... die voor 'n Jan Pleeier
het io me maar niet- meegegeven, omdat
zen Excellentie daar wel niet wee komme
zal, zeid-ie.
Best WuUem!... In orde jong!... Nou
kan 'lo menister uitzoeken. Tteg ze maar
in de burgemeesterskamer... Meneer de
jonkheer zal vreemd opkijken. 'Jai beloof
ik je. Dat dat zaakie zoo fijn voor n.e
kaar is gekomxne...
En wethouder Grazlioek wreef genoeg
lijk zijn door he; harde werken vereelte
handen en stak daarna een (eestsigaar op
met 'n bandje, ten «inde de kwaliteit
vast eens ie kunnen keureu.
De minister had zich klaarblijkelijk nog
meer verlaat, want het was reeds ver ove»
twaalven, toen dc Kruüneldammers in
de omtrok van bet stadhui werden opge
schrikt door «enige schrille kreten uit een
snerpendo claxon van een auto, die vrij
snel, wolken stof opjagend, voor het ge
meentehuis stilhield.
Do minister verontschuldig© zich, was
opgehouden, had groote llaast, verzocht
spoed te maken, zou dadelijk school in
wijden eu hoopte dan vlug te kunnen"
lunchen, daar Z. E. had beloofd een na-
bijzijnde plaats ook nog even te bezoeken.
Dat gehaast en die drukte maakte wet
houder Grashoek wat zenuwachtig, vooral
Z. E. was gekomen in zoo'n wagen
Doch overigens liep allee prachtig.
Z. E. bleek nog al goed gehumeurd te
zijn, vond de hulde van de eohoolkinde-
ren alleraardigst. Marietjo cn Anneke,
die heel niet verlegen de krans en de bloe
men hadden aangel-oden, kregen elk ceö
ministrJeel hsjidie. En toen begaven <le
hooge gasten zich naar bet stadhuis er*'
dachten aldaar eens heerlijk te kunnen
ontbijten, want de bnitenlucht maakt
hongerig, maar om met een onzer be.
kendate dichters te spieken het '.iep
andere.
De minister bleek echter een hoogst ge
moedelijk man te zijn, en laoht smakelijk'
by het 7aen van die velschillende lunzen,
die de waarnemend burgemeester hern
voorlegd^ doeh het illustere gezelschap
proeette het uit, terwijl ook Z. E. moeite
moest doen om het niet uit te sehaterer,
toen de wethouder zic-h in allen ootmoed
verontschuldigde, „dat-ie niet weten hncj.
dat menister met zoo'n. atink-stuuf-ina-
rhino zou komme, want daar had ie nou
geon luns voor".
Onderwijl had de secretaris zorg gedra
gen, dat er voor de hooge gasten, in het'
hotel „De Roskam", een stevig en alles
zins smakelijk tweede ontbijt gereser
veerd stond.
Eerst toen werd het den Wethouder
Graahoek duidelijk, wat Z. B. nu eigen
lijk met de lunch had bedoeld.
Van ingezonden stukken, geplaatst ef
niet geplaatst, wordt de kopü den inzeilde»
tarn? gegeven.
jot den inhoud dezer rubriek «telt da
Redactie zioh niet aansprakelijk.
Geaohte Redactie.
Verzoeke beleefd opneming van het vol
gende antwoord aan den heer H. O»
Schollen wcr. van den P. G. B. te Haarlem
op zijn ingesonden stukje dd. 4 Mel J.l,
De heer 8. heeft het verslag van de ver
gadering der N. V. op Maandag 25 April
j.L waar de heer Joustra sprak, gelezen
en hom is, door enkel© perepnen dio de
vergadering bijwoonden, medegedeeld dat
'it verslag juist was.
Welnu 8. ik wil u wel zeggen, dat het
verslag in het algemeen juist was, maar
u kan toch weten datn iet alles wordt en
kan worden opegenomen ia een persver
slag. Ik heb dan ook na voorlezing van
de ingekomen brieven ais antwoord, om
voor bet debat iemand aanwezig te doen
zijn gezegd
„Van den P. O. B. is geen bericht Inge
komen, wel heb ik hier een persberichtje
waarin zij te kennen geeft, niet te komen
dobatteeren dit bericht ja kan toch moeilijk
als antwoord op ons schrijven worden aan
genomen".
De verslaggever dien avond aanwezijf
zal dit kunnen bevestigen.
™it het eigenaardig bericht betreft dae
dit blad van 29 April hebt aangetrof
fen. en waarin volgens u zou staan dat u
geen bericht-had gezonden, het volgende:
Ik heb getracht oen bericht naar uw lo
zing te vinden, dóch vond alleen een be
richt waarin voorkwam, dat uw schrijven
27 April was ontvangen, d.w.z. 2 dagen
nadat de vergadering gehouden was. Nu
liet jammer dat u verklaard hier niet
er op in te gaan, andere wilde u mij
wellicht aantoonen waar het door u aan
gehaalde berichtje stond. Dat wij ons wel
vergissen, dat is waar, een groote
vergissing was het, toen wij meenden in
het belang van het spoorwegpersoneel met
u te kunnen samenwerken. Ik beloof
echter dat wij dergelijke vergissingen niet
meer zullen maker». als minderwaardig
voorstellen, lag niet in miin bedoeling,
ik kan u niet en het meerondeel van onze
leden zal u wel niet kennen, echter zij zul-
evenals i'< na lezing van uw 9tukje a
naar waarde kunnen schatten.
Over dat lasteren, leugens rondstrooien
zal ik nn maar heen stappen, ik wil u ech
ter alleen er nog op wijzen, dat door ons
geen oorzaak is opgegeven waarom u
schrijven pas 27 April ten onzen werd ont
vangen, dit ia niet aan ons, maar aan a
i-im dit verder te onderzoeken. .Tuist om
dat u schrijven aan den avond van 25
April niet wa3 ontvangen en Hc dit in heï
openbaar had medegedee-eld. stelden wij
hot op prijs later te verklaren. dat het
hoewel zeer laat, toch in ons bezit was
gekomen.
J. W. H. PRINS.
Voorzitter Afd. Haarlem der Ned. Ye»
van Spoor en Tramwegpersoneel.
INGEZONDEN ME DEI
FeuïDieton
'{Een avontuur van den Lachenden
Kavalier).
Naar liet Engelsch van
BARONESS ORCZY.
72)
Maar slechts enkelen. En of er wer
kelijk groote voorraden, wapens en
aimmitie in den molen verborgen wa
ren, daar viel niets van te zeggen
van buiten af. In ieder geval zag alles
«r nu dood sell en verlaten uit.
De bouwvallige molen stond op een
hoog punt in de zandvlakte en be-
heerschte ais liet ware de Veluwe.
In liet westen, waar de Stadhouder
vandaan zou komen liep de grond
zacht glooiend naar beneden in de
richting van Bameveld, Ede, Amers
foort en Utrecht; maar aan den ach
terkant van liet gobouw, naar het
oosten toe, was de helling steiler; er
'G£ een smalle vallei vlak achter.
In deze vallei, verborgen voor do
toerende oogen dor spionnen, had
Stoutemburg gekampeerd voor hij
naar Amersfoort optrok en hier liet
«ij nu ook weer het grootste deel van
zijn troep ouder hevel van Nicolats
Beresteyiiy; hij zelf nam met een lijf
wacht van vijftig man zijn intrek in
den ouden molen.
Zijn plan was eenvoudig genoeg.
De vijftig man zouden zich in en rond
om het gebouw verborgen houden,
totdat de Stadhouder kwam. Deze zou
niemand zien, denken dat de molen
verlaten was en regelrecht in de val
loopen. Bij het eerste schot moesten
de manuien die beneden in de vallei
kampeerden met veel wapengekletter
en krijgskreten den heuvel opstor
men.
De troepen van den Stadhouder, die
in 't geheel niet op zulk een aanvul
waren voorbereid zouden in de groot
ste verwarring geraken en in de pa
niek die onherroepelijk volgen moest,
zou de overwinning niet moeilijk zijn.
Stoutenbuijg zou er zelf voor zorgen
dnt de Stadhouder niefc kon ontsnaip-
pen.
Welkom thuis! was zijn half iro
nische triomfantelijke begroeting
van Gilda geweest, toen haar koets
stilstond on hij van zijn paard kwam
haar den molen binnen te bren
gen.
Zij gaf ge ai antwoord maar Het
haar hand in de zijne rusten en liep
met vasten trod door de nauwe deur
die toegang verschafte tot het inwen
dige van den molen. Zij keek onder
zoekend om zicli heen, zonder oon
zweem van angst TTet scheen zelfs wel
.(sof ze een oogi-iibhk glimlachte.
Zag zo m haar herinnering toen
dien anderen molen in Rijswijk, waar
drie maanden geleden zooveel ge
beurd was en waar deze verwaande
tyran zulk een treurige rol gespeeld
had.' Misschien. Het is zeker dat ze
zich rustig tot hem wendde en op
liendelijken toon sprak.
Ik ben erg moe, zeide ze met een
zucht eu zou gaarne wat alleen wil
len zijn, als u mij toe wilt staan dat
mijn kamenier mij helpt?
Uwe wenschan zijn wet voor mij,
antwoordde hij opgewekt. lk ver
zoek u dit vervallen gebouw alleen
als eon tijdelijke verblijfplaats te be
schouwen, waar hektas, niets gedaan
kan worden om het u behagel ijk te
maken. Ik hoop dat ge niet door de
koude zult lijden. Natuurlijk zal ik
u all eon laten. De zolder, bovenaan
die smalle trap, staat geheel tot uwe
beschikking en uwe kamenier zal on
middellijk bij u komen.
Hij riep dadelijk aan de deur 6n
een oogenblik later verscheen Maria.
Stout«nbura had Gilda intusschen bij
ie smalle trap gebracht die naar den
zolder leidde, flij bleef beneden staan
en sloeg haar aandachtig gade, ter
wijl zij kalm on rustig dc treden op
ging.
Wat zijt ge verstandig, mejuf
frouw, zeide hij met een zucht van
van voldoening. En wat zijt ge be
koorlijk.
Zc draaide ztcii even om cn keek op
liem neer. Maar hij kon do uitdruk
king van baar oogen niet verklaren.
Nog nooit bad hij haar zoo mooi go-
vonden. Tegen den donkeren, achter
grond van die oude muren zag zo er
als een teeire elf uit; haar hoofd was
in een kap gewikkeld, waaruit haar
kleine, ovale gezichtje te voorschijn
kwam, zacht roso gekleurd als fijn
poreelein.
De groote bontmantel verborg de
lijnen van haar elegante figuur, maar
een hand rustte op de trapleuning en
de andere zag hij als eon bloem tus-
schen de plooien vaai den mantel. Hij
had al zijn koele verstand noodig om
te bedenken dat hij nu in de eerste
plaats moest deuken aan het gevecht
dat misschien over een paar uur al
geleverd zou worden en waarvan zijn
toekomst afhing.
De blik waarmee hij haar aankeek
was meer die van een overwinnaar
clan van een minnaar. Do titel van
het Engelsche tooneelatuk kwam hem
plotseling weer in de gedachte: „De
getemde feeks". Nioolaes had gelijk
^eliad. Vrouwen geven niets om zwak-
kelingon. Zij voelen veel meer voor
een man die haar de baas is.
Met een enkel woord waarschuwde
hij haar voor zo uit het gezicht ver
dween.
Straks zal er gevochten worden,
zeide hii op onverschilligen toon.
Gij behoeft u er niet ongerust over te
schijnlijk. Slechts een naar musket
schoten. Zult go niet bang ziju?
Neen, antwoordde zij eenvoudig.
Ik zal aiet bang zijn.
Cc zult hior bij mij veilig zijn
tot we onze reis naar bet oosten of
r het zuiden kunnen voortzetten.
Dat hangt er v.niaf hoe de Berg opge
schoten is.
Ze knikte even ten teeken dat ze
hem begreep.
Ik zal mij gereed houden, eei-
de ze.
Aangemoedigd door haar vriende
lijken toon ging hij voort:
En als wij hier samen vandaan
gaan zal er een renbode naar Amers
foort vertrekken met het bevel voor
Jan om de stad te ontruimen. De bur
gemeester zal aan zijn onderdanen
kunnen verkondigen dut zij niets te
vreezen hebben van een ridderlijken
vijand die hun persoon en hum eigen
dom zal respectvoren en die de poor
ten van Amersfoort zai uitgaan niet
even leege handen als waarmee hij
'gekomen Is.
Toen boog hij diep en eerbiedig
voor haar en ging op zij om Maria
gelegenheid te geven haar meesteres
te volgen. Gilda had zijn laatste toe
spraak beantwoord met een nauw
hoorbaar: Dank u, mijnheer. Toen
liep zo vlug de trap op en verdween
op de verdieping boven hem.
Eon poosje bleef hij doodstil staan
uRerde naar naar voetstappen op
don zolder. De uitdrukking zijn
magere, scherpe gezicht was nu vol
komen tevreden. Succes eindelijk
volledig succes. Nog geetn veertien da
gen geleden was liij niets dan een te«
leurgestelcSe zwerveling zonder te
huis, zonder familie of vooruitzich
ten, verafschuwd door de vrouw dia
hij liefhad en door Diogenes, ziju
grootsten vijand; een vogelvrij ver-
klaarde in zijn eigen geboorteland.
Nu was zijn medeminnaar dood en
ieder eerlijk man zou hem verach
ten niet eous medelijden mot hem
hebben; en Gilda was bereid zijn
vrouw te worden. En hij had alle hoop
op het Stadhouderschap over de Ver-
eonigde Provinciën.
5.
En nu was het over twaalven en er
heerschte absolute stilte zoowel ln, als
buiten den molen. Stoutenburg had
eon tijd staan praten met den offi
cier die. hot bevel had over zijn lijf
garde en liad zelf gezorgd dat do
mannen veilig verborgen werden ach-
ter ln den molen. De paarden ware»r
naar het kamp gestuurd om te belet
ten dat er, voor het goade oogenblik
waa aangebroken, alarm werd ge go
vern. Twee mannen liet hij op het uit
gebouwde deel de wacht houden en
uitkijken in dc richting waar dc Stad»
houder vandaan moest komen.
(Wordt vervolgd).