Van onzen reizenden Redacteur HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 20 MEI 1921 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeke.) No. 6 Ir» tiet Friesche Waterland Een Fries blijft altijd eon Fries. Ik heb er voor mijn persoon wel eens aan getwijfeld, maar nu ik liier ein- •xieiijk weer na tientallen van Ja ren in het hartje van Friesland zit, ta midden van de echte, onvervalsch- te „St&niriezen", nu weet ik toch wel heel goed, dat ik nog steed6 oen kind van dit land ben. Toen de juffrouw van mijn pension mij met een glunder, zelf vergenoegd gezicht en met dien nan allo Friezen zoo bekenden draai in haar stem vol blijde verrassing vroeg: ,,Is meneer oek een Fries?" was ik eigenlijk wat teleurgesteld, dat ik haar moest ant woorden, dat ik „maar in Harlingen" had gewoond, want ik wist, dat de Juffrouw mij dan niet heelemaal voor vol zou aanzien. Als ik had kunnen zeggetf), dat ik uit Leeuwarden, Sneek of Drosten kwam, zou ik daarmee al leen al haar Friesche hart hebben gestolen, maar een Fries uit Harlin- gen, die is voor do Stèmfriczen geen 18 karaats! Maar toen ik even later had gezegd, dat ik „nogh «J Tl lyts bytsjo Frysk forstean kon" 1) en ik haar en haar zuster met „jimmo" 2) aansprak, toen kreeg ik dadelijk een versch eitje extra van 'n echte Friesche kip! en begreep ik, dat ik weer „in dc familie" wa6 opgeno men. Ja, ik ben weer Fries met de Frie zen, hier in 't „olde 3) Grouw", waar zij als ieder jaar hun lentefeest vie ren op hun wijde, onafzienbare wa terplassen en ik heb het deze dagen wel heel sterk gevoeld, dat de Frie zen van alle Nederlanders het meest zichzelf zijn gebleven. Het Is mij hier In Grouw, of ik weei veertig jaar te rug leef, of ik een feest medemaak uit mijn prille jeugd'. Toen Ik daar door die miniatuur-straatjes mode In den optocht achter de dorpsmuziek aan liep tusschen al die ruige, bonkige Grouwsterjongens en die friasche, blo zende Friesche boerinnetjes en ik al de dorpelingen voor hun kraakzinde lijke, keurlg-geschilderde huisjes zog staan, de mannen met hun donkere petten op hun verweerde koppen, de oudere vrouwtjes meest nog met oor ijzer en Friesche kap, toen leek het mij, of er In 40 jaren niets veranderd was, of do tijd hier al die jaren stil had gestaan. Want zooals de Friezen hier feestvieren, onschuldig, natuur lijk en gewoon, zoo vierden zij het ook in den tijd, toen Ik een kind was, zullen zij het zeker no? doen in do dagen, als onze kindskindieren oud zijn geworden. Zoo begroette ik al deze Stanfriezoo op hun dorpsfeest als oude bekenden uit mijn jeugd, maar het dorp Grouw met het omliggende watertaud, dat was voor mij toch geheel nieuw. Tn dezr- bekentenis ligt eigenlijk iets be schamends. Want „Grouw en het wet- terlAn" zooals de Friezen het noe men dat is Friesland op zijn mooist! Hier is heel de natuur van een wijde, heerlijke pracht en is al les de meuschen, bet dorp, het water en het land van een treffen de. wondermooie harmonie. Midden in liet water, op een klein eiland ligt het „olde Grouw". Als een kloekhen met haar kiekens staat daal de oude kerk met dc kleine huisjes c'r zeer dicht omheen. Je krijgt zoo den Indruk, of al die huisjes hier bij elkander gedrongen zijn om bescher ming te zoeken onder de muren van die stevige, stoere, rustige kerk. Op 't eilandje is nauwcliiks plaats voor zoo- velen, maar als wilden en moesten zij allo er nog op, zoo staan zij daar te gen en op elkander geschoven als kleine kinderen, die bang zijn voor het dreigende, klotsende water om hen heen. En in hun zorg om maar zoo dicht mogelijk bij elkander te kruipen on der de schaduw van de oude kerk, hebben zij soms biina vergeten, dat cr .ook nog menschen in eon dorp moeten wonen. Zoo maakt Grouw met zijn nauwe, smalle straatjes en zijn kleine huisjes me# dc groene bleekjes van niet dan één Meter breedte ervoor, op een vreemdeling wel sterk den indruk van een dorp in minia tuur. Maar juist dit kleine en gedron- gene maakt dit Friesche dorp zoo bij zonder pittoresk. Telkens sta je ver rast voov een smal straatje, een aar dig geveltje, een groen slootje met een rustiek brugje, ecu heel klein poortje of de kerk met haar zware, groene iepeboom en en don onverwachts weer het breede, ruime watervlak met do groene weidon ver ia het verschiet. En dit alles is van een zeldzame, tref- fendo harmonie! Als je van het meer Jïrouw ziet liggen, is het, of het zoo 1. uit het water oprijst. In zijn grauwe, lonige kleur huort dit dorp met zijn eenvoudige rustige kerk volkomen bij uit stemmige, mooie watertand. Grouw en het watertand zijn één! Toen ik een oud boerjte vroeg, waar hij woonde, wees hij eerst naar zijn rnjpjatuurhuisje en zijn grasveldje vim misschien 4 M2. oppervlakte, maar daarna met een breeden arm zwaai naar den bijna onafzienbaren waterplas en hij zei vol trots als de markies van Carabas: „Dit is alle maal van mij, meneerl" Niet alleen zijn huisje en zijn grasveldje, maar ook het wijde, groote meer, dat was van hem! llad hij er niet s morgens, 's middag» en 's avonds het vrije gezicht op, giug hij er niet eiken dag met zijn boot op varen, als alle Grouwsters om hem heen'? Want in Grouw leeft alles op het water. Zij hebben er allen hun sloepen, hun jol len, hun jachten of hun motorbooten, al naar dat de fortuin hun dit ver oorlooft. Zij voelen zich één met het water. Toen ik eén der meest welge stelde inwonei-6 van Grouw vroeg, of hij nooit behoefte gevoelde om in de stad te gaan wonon, keek hij mij even aan, alsof dit dc meest krankzinnige vraag was, die ik hem had kunnen doen. En als het oude boertje wees hij mij naar het meer. „Daarop zeil ik in den zomer, jaag ik in den herist en rij ik schaats in den wintdi-, Ducht u nu wer kelijk, dat ik dat water ooit voor een stad zou willen ruilen? Nee, ik merk het wel, li weet nog niet, wat het voor een buitenman boteekeait bij het water te leven!" Neen, ik wist het op dat oogenblik uog niét. Maar even later, toen wij met hem op zijn motorjacht over het Pikmeer en de Wijde Ee voeren en hij ons vol enthousiasme de verschillende vogels wees, do grutto's, de tureluurs, de wuipeu, do kieviten, de karlueten, de groote en de kleine sterntjes, toen hij mij er opmerkzaam opmaakte, hoe een vlucht vogels e«n kiekendief ver ontrustte om hem van hun. broed plaatsen te verdrijven, hoc een schol ekster plots naai- beneden schoot en kort daarop het zilveren vischje, dat hij in zijn hek had, liet vallen om het dadelijk daarop in zijn vlucht weel' op te pikken, hoe de parmantige kemp haantjes niet hun prachtige bonte, gele en witte kraagjes op hun tour- uooiveld dc „lioantsjerid", zooals de Friezen het noemen oen spiegel gevecht hielden, toen voelde ik eerst recht, wat dit waterland voor dezen buitenman beteekem.de. Hoe heel an ders dan de menschen van het land zien wij, stadsmenschen, do natuur! Ik wil hiermee allerminst zeggen, dat wij liaai- minder mooi zien, maar het is zoo heel verschillend. En ik kan mij nu beter nog dan vromer begrij pen, dat zij met ons nooit zouden wil len ruilen. Jong en oud leeft in dat waterland op de plasseu. Voor de Grouwsters is er maar één soort sport: de water sport! Grouw ls het centrum voor de Fileeche zeilsport. Over de Wijde Ee en liet Pikmeer komen do jachten en de schouwen uit Leeuwarden en Sneek naar Grouw en van de lento tot den herfst ontmoeten de Friesche zeilers elkander iederen Zaterdag en Zondag bij Tjibbe Dokter in het hotel Ooster gon, dat daar zoo prachtig aan den waterkant is gelegen. Tjibbe Dokter is misschien wel de meest populaire persoon uit Grouw. Alle vreemdelingen, die naar Grouw komen, kennen Tjibbe Dokter. Tjibbe want de Grouwsters kennen hem niet anders dan bij zijn voornaam en weten nauwelijks, dat hij ook nog Dokter heet behoort bij het hote), zooals zijn hotel bij Grouw behoort. Men heeft er een tijdlang ernstig in Grouw over gedacht om cr een nieuw, groot en modern hotel te bou wen, maar voor Grouw en de Grouw sters is het te hopen, dat het voor deze- ramp bespaard moge blijven. Jet een modern hotel zou Grouw het .,oldc Grouw" niet meer rijn, In dit kleine Friesche plaatsje, waar alles in overeenstemming is met de natuur, waar je aan den waterkant niets zoudt willen veranderen of het moest zijn het nieuwe huis bij „de fabriek", het eenige smakelooze gebouw, dat men er helaas heeft tusschen, gesmok keld, zou een modern hotel met heel dc omgeving vloeken. Wanneer rijke Amerikanen of Enge-lsclien zich in het, eenvoudige hotel van. Tjibbe Dokter niet thuis gevoelen, dan moeten zij, zou ik zeggen, maar uit Friesland wegblijven, wamt dan geven zij daa - mee wel het bette bewijs, dat zij de schoonheid- vjm Grouw en lui water land mei zien en niet voelen. Eu wie zou in Grouw ooit den can- voudigeii, oprechten, echt Frreechen Tjibbe Dokter als hotelier willen rui len. voor ©«n schaai- vun op looien j: geüwie piccolo s, portiers, kellners oners? Zou er èen Friesche zeiler be staan, die aan oen steiger van het iiotel üostcrgoo door oen ober ln zwarten ros. en misschien wel om de wategsport niet xaun wijtte sporipet op zij-u glad-gestreken harem, ontvan gen zou willen worden iinplaats van door dei) vriendehjkou Tjiube Dokter in zjju gowone huisjasje maai- met zijn hartelijk, joviaal. „Sö, memeer, noe maakt meneer het?" Zoo'n Friesche hotelier is een „ty pe" en »k kan mij begrijpen, dal ue Hollanders, die in de oorlogsjaren de Friesche meren bezochten want dal was in dien tijd immers plotseling mode geworden ruet onmiddellijk, met hem thuis zullen zijn geweest. Tjibbe blijft ook tegenover de meest „chique" gasten zich zelf altijd gelijk. Toen eeuige jaiem geleden oen groot man uit ue Amsterdarnsche handels wereld, iemand die door een ober in eon gewoon hotei als een godheid be handeld zou zijn geworden, aan Tjibbe vertelde, wie en wat hij was, zei onze Friesche holelier: „Sö, nou ua's 'n best baantsje. Je mutte maar 9ien, dat je dat blieve!" en toen de handolskouing even later zijn gast heer een fijne afterdrnner met een gouden bandje presenteerde, keek Tjibbe even bedenkelijk naar het merk en bedankte met de woorden: „Nee, dank je, ik rook liever de segaren mie sclfl" Het was zeker wel de eerste keer, dat de Amsterdarnsche patriciër zoo gemoedelijk door e>en hotelléi' werd behandeld. Van „koude drukte" moet Tjibbe heelemaal niets hebben. Toen 2 Hol- landsohe dames Tjibbe in het En- gelsch hadden aangesproken, maar even later zijn vrouw in het meest zuiver Hollandsch een opmerking over de kwaliteit van de eieren maak- r, zei Tjibbe in het Friesch: „As mme denk©, dat je "mij kan nimme, dan hé je 1 glad mis! Gaan jiinme maai- gauw weg. Ik kan jiinme in mien hotel inisso as klespien!" Zie, dat mag nu misschien niet erg parlementair zijn, maar ik heb liever zoo'n eerlijken, ronden Frieechen hotelhouder, die precies zegt, waar het op staat dooh eerder zijn tong afbijten dan zijn gasten een halven cent te veel te rekenen dan een flikflooienden oberkellnea- of e.en strijkages-makenden portier, die met eon diepe buiging je een nota presenteert, waarin hij zich met on geluk 10 gulden heeft vergist en zoe- tig-lief glimlacht, als een gast hem duidelijk laat merken, dat een ober in zjjn oogem eigenlijk „geen mensch" (Slot volgt). J. 1 SCHUIL. 1) Dat ik nog zoo'n klein beetje Friesch verstaan kon. 2) Jullie. 3) Oude. iuitenlindseh Overzicht OPPER-SJLEZII! EN DE GEALLIEERDEN. De hoop der Polen cp Frankrjlk geve»tlgd. De Poolscbe minhter-presideni Witos ver klaarde, dat de Polen de verwachting koes teren, dar Frankrijk geheel voor de belan gen der Polen en Opper-Sileaë zal opkomen. Do gevechten. Uit Ratibor wordt geseind: Na he- vigen strijd helfben dei opstandelin gen zich meester gemaakt van de ha ven van Kosel, waar zij groote hoe veelheden levensmiddelen vonden, ,a. -10.000 centenaars mee!, dat zij ten beihoeve van de voedselvoorziening der bevolking in beslag namen. In do districten Plees en Ryibnik zijn de spoorweg]ijnen bezet door de opstandelingen. Op de stations wap pert de Poolsch© vlag. Do spoorweg beambten moeten deai Poolschen ade laar aan de mutsen dragen. In het mijndistrict van Rybnik zijn de be ambten zeer opgewonden, elk uur moeten zij zich melden bij dm plaats commandant. Op bet station Loelau werd een trein met 600 Duitschers aangehou den, zij werden uit de waggons ge haald en overgebracht naar een in- temeeringskamp. De stad Rybnik ls geheel afgesloten. Uit Beuthen wordt geseind: Duit- sche benden hebben generaal Grantler den bevelhebber van de inter-gealli- eerde troepen te Kosel aangevallen. Nadat zij hem hadden mishandeld en beleedigd, echoten zij op zijn automo biel, die door zestien kogels getrof fen werd. Door een toeval bleef de ge nera o 1 ongedeerd Coon nanwerviflg van Duitschc Bij bet ministerie van buiienlandsube lieu te Berliju is ecu nota ontvangen ui do intergeallieerdo militaire eontróle- larin er op gewezen wordt, i dat in .velschillende doelen ven Dultacb land vrijwilligers voor Opper-öilizie den aangeworven. Üeeischt wordt dat middellijk maatregelen zullen worden ge troffen om deee aanwervingen te verhin deren en de ontbinding der reeds in Op per-ïjikzie gevormde formaties te bewerk stelligen. Do oontröle-commissie verzoekt mededeel in g van do voor dit doel gedane stappen. Inderdaad is, zoo wordt uit Berlijn ge meld, do aanwerving voor de Grensschulz de „Selbsiwehr", de plebistiet-politie en dergelijke müiiairo organisaties in vollen gang. In do laaiste dagen zijn in de bla den herhaaldelijk advertenties opgenomen waarin alle vroegere officieren <m soldaten van de ijzeren divisie het Duitsche legioen en verschillende gTensbesoheimjngsfor rnatics opgeroepen worden om zich on middellijk aan ie melden. De hoofdleiding van de verbonden vau vaderlandsgetrou wo Opper-Sileziêra te Breslau laat door het oliicieuse persbureau oen oproep tot- het Duiisohe volk richten, waarin gezegd wordt: „Duitschers, broeders waar zijt gijl Kunt gij werkeloos toezien dat de Opper-Èileziecs smadelijk verslagen wor den, omdat ze met u vereenigd willen blij ven t Moet het buitenland, moet Enge land u eerst zeggen, wat uw recht isi Iielpt allen dio helpen kunt! Laat u allen op de lijsten inschrijven P Houdt u slechts gereed oin te worden opgeroopen, opdat onvoorwaardelijk de orde gehandhaafd blijve". Naar aanleiding van dit streven en de uota der Entente heeft de regeering offi cieel verklaard, dat het aanwerven van troepen voor OpperSilezie niet kan wor den gedoogd. DE STIJGING VAN DEN FR ANKEN- KOERS. De Parijsche „Temps" is best te spreken trver de stijging van den Iranfoenkoers. Dio opwaartsche bewe ging is snel gegaan en terwjjl in den regel de oorzaken van een verande ring in den wisselkoers tamelijk inge wikkeld znij, schijnt ditmaal de stij ging een vrij eenvoudige oorzaak te hebben. Al sedert eenige weken zijn op do internationale markt en vooral in de Vereenlgde Staten belangrijke aankoopen gedaan van franken, om speculatieve redenen en de „Tenups" acht dit een zeer verblijdend ver schijnsel, omdat er uit blijkt, dat het mitenland en met name Amerika ver trouwen heeft in Frankrijks herstel. Dat vertrouwen zegt het Parij- Bche blad, is stellig gerechtvaardigd, want volgens de cijfers van in- en uit voer, overtreffen thans de uitvoercij- fers in Frankrijk die van den invoer met 100 millioen francs over de eerste drie maanden van het jaar, terwijl in diezelfde periode van 1020 de invoer nog 4 milliard 871 millioen méér be droeg dan de uitvoer, een reusachtige verandering, die wel invloed moet hebben op tien wisselkoers. Vooral aan de vermindering van den invoer van allereerste levensbehoeften is de verbetering van de Fransche handels plans toe ie schrijven en het grooter ei trouwen op de internationale markt. Ook de overeenkomst te Landen en de aanvaarding van het ultimatum door Duilschlant? zijn daarop van invloed geweest, wellicht ook, omdat men hiervan een tijdperk van rust en vrede verwacht, die aan de geheel© wereld zullen ten goede kamen. De toekomst zal moeten leeren in hoeverre deze gunstige verwachtingen gerechtvaardigd blijken te zijn. Maar het feit dat de Nerw-Yorkeche bankiers bet oogenblik gunstig hebben geacht thans een Fransche lesening van 100 millioen dollar» uit te schrijven, toont wel, dat men aan den overkant van den Oceaan den toestand in Europa en met name in Frankrijk niet zoo donker inziet als vele pessi misten in de oude .wereld dat doen. lntusschen waarschuwt de „Temps" tegen al te groote verwachtingen van do stijging van den frarrkenkoers, om dat er.nog altijd een enorm verschil bestaat tusschen de koopkracht van den Amerikaaauschen dollar en die van den franc, welke koopkracht immers de intrinsieke waarde van het geld is, waarnaar.zich tenslotte de wissel koers regelt. HET MIJNWERKERSCONFLICT IN ENGELAND. De hoop wordt nog gekoesterd voor een spoedige hervatting der onder handelingen üuesohen de mijnwerkers en de mijneigenaars. Ea- zijn hu infor- meele besprekingen aan den gang. Alle teekenen wijzen er op, volgens de „Daily Telegraph", dat het juiste oogenblik om een conferentie te her vatten nadert en dat de gebeurtenis sen -wijzen op eén aanstaande duur zame regeling. Minister Macnamara wees onlangs wel op den ernstige toestand van de geheele industrie, maar hij voegde er bij, dat er een hoopvol teelten was. De werkgevers en de werknemers gaan mi do handen in elkaar leggen om te pogen da industrie uit het moe ras tè trekken, waarin zij verzonken is, en weer op een vasten grond te plaatsen. In dit opzicht hebben we nu een-en-zoventig gemengde industriee- le raden, waarbij drie-en-een-half mil lioen werknemers 'behooren. Zij ijve ren voor vriendschappelijke avereen- stemming in de vraag, hoe in den te genwoordige» toestand het best is te voorzien. Vredelievende regelingen zijn tot stand gekomen en goede be trekkingen gehandhaafd. Veel ver neemt men daar niet zoo van al leen wanneer er geschillen zijn, geven de bladen de hoofdzaken aan. Maar tegenover elk openlijk geschil zijn er wel twintig gevallen, dat een rege ling is bereikt. Gelukkig vallen er zoo goed als geen gewelddaden voor bij de staking der mijnwerkers. De goede geest der mijnwerkers bleek o.a. bij een hard draverij onlangs van mijn-ponnies, waarbij 30.000'menschen uit allo klas sen tegenwoordig waren, da mijnjon- gens reden in hun voetbalcostuum», de yereeniging stond toe, dat er trei nen reden voor het feest en het mu ziekkorps der mijnwerkers verleende zijn medewerking. Ken sympathiisUklng ln België. De tnjjmwrherscenirale in het bekken n Charleroi heeft besloten tot een symji.a- thïestaking, in verband het het conflict in Engeland. Verspreid nieuws EX-KONING KARL verlaat In Augusu Zwitserland; zijn bestemming ia nog niet DE DERDE INTERNATIONALE. Roemeeneche socialisten shjlten zich Moskon aan. UIT OOSTENRIJK. Er zal den 29en Mei in Salzburg toch een officieel© volksstemming ge houden worden over de kwestie van" de aansluiting bij>I>uitsohland. Zoo- aL men weet hebben de geallieerden verklaard, dat zij een eventueele aan- «oiiting niet zullen toelaten. AR BE ID ERSOXLU-STEX IN RRiITSCH-INDIë. Arbeidersonlus- len, dooi- agitatoren aangewakkerd, zijn uitgebarsten in de belangrijke theevelden in het Surmah-dal, in As am. GENERAAL WRANGEL IN ZL'ID- SLAVIë. De Zuid-Slavïuclie regdnrang heeft zich bereid verklaard om aan gene raal Wrange! en zijn general en staf verblijf te geven in een plaats in haar land. Staiisnisaws An*, fieclitbaiik Wegbrengen ran ecbepen Ie de Donderdagmiddag voortgezette zit- ng van onze Rechtbank etond aller- :rst terecht beklaagde A. I„ 3d jaar, van beroep machinist, wonende te Velseroord, gedetineerd In het Huie van Bewaring te Haarlem. Der.e stond terecht, terzake dat hij In Jannari 1920 op de Noordzee, builen de territoriale wateren, op circa 100 mijlen van de kost, hei stoomviseobersvaartuig „Hoini" IJM. 420, opzettelijk hoeft doen zinken, door de binnenboordskraan open te vetten cn dit vaaituig zoodoende met water heeft doen volloopen. Ilij heeft ditgedaan met het oog merk, om zich of de rederij (de inaat- Bciiappij „De Dogger") ton iiadocle van do verzekeringsmaatschappij, waarbij hel vaar- '"lig tegen mijnengevaar was verzekerd, ie svoordoeicii. Beklaagde bekende volmondig, wat hem ten laste gelegd werd .Hij deelde mee. dat hij omgekocht was door J. A. K.; deze had hem namelijk duizend gulden uitbetaald,, ecrti f 000 eri daarna 400. Bovendien kreo- hij de belofte, dat hij nog ƒ4000 zou krijgen, wanneer de verzeheringssora zou zjju uitbetaald. Getuige II. A B„ de procuratiehouder van de vcrzckcringinaatschapptj, deelde mee, dat de verzekeringssom f 130.000 bedroeg. Do Officier van Justitie vroeg dezen ge tuige, of niemand op zijn kantoor dc bela chelijkheid cr van inzag, dat een logger, die misschien f 40.000 waan! was, voor f130.000 verzekerd werd. ..Is dit soms," vroeg de Officier, „om zoo hoog mogelijke premies binnen te krijgen?" Getuige vond dc grootte van deze ver- zekeringsaom niet vreemd. De Officier vau Justitie, zijn requisitoir nemende, deelde mede, dat het nem eindelijk gelukt was. eenigc daders van deze misdrij ven, die don laatöten tijd zoo herhaaldelijk voorkomen, voor den rechterstoel tc krijgen. Het speet hem, dat beklaagde eindelijk voor de verleiding van het geldelijk aanbod was bezweken. Niettemin zou bij, hoewel bij niet do hoofdschuldige was, (och behoorlijk ge straft moeten worden. Verzuchtend noemde spreker het, dat de gedachte, om dit misdrijf te plegen, "niet bij dezen beklaagde was oji- gekomen. Mede wegens zi.in ongunstigen ge zondheidstoestand eisobte hij daarom een ge vangenisstraf van 8 maanden. Dc verdediger, Mr. Hoog, pleitte clementie voor dozen beklaagde, dien hij hel slacht offer van zijn lastgever noemde Pleiter be greep, dat dc Rechtbank deze misdrijven nu eens zwaar straffen wilde, maar h|j wa- van mccning, dat niet deze beklaagde daarvoor in aanmerking moest komen, maar hij, die hem in het ongeluk gestort bad. Pleiter legde eenigc gungtigc getuigschriften over beklaagde in banden vau den president cn deelde mee, dat hij altijd trouw zijn wierk verricht heeft. Tenslotte riep pleiter do cle- niintie van de rechtbank voor beklaagde in. Tweede beklaagde was A. G., 30 jaar, schipper op de Heine". Ilij werd beschul digd, aan den vorigen beklaagde gelegenheid gi geren te hebben tot, of bcbulp/.a.im (c zijn geween bij bet zooeven beschreven mis drijf. Hoklaagilo ontkende, dat hij aan A. 1. ge legenheid had gegeven, zijn misdrijf tc ple gen. Hij wilde er tot liet laatste (oe niet aan meewerken. De President: „Maar n heft ook N.V. „DE TIJDGEEST" Trekking van 700 nummers ten overslaan van Notaris A. G. MULIE Donderdag 19 Mei 1921. 11X9 19415 1922 2565 JM.5 <210 56"S l«« I54W 17844 19165 190.- 130 2953 C607 8535 QJ«> 16543 19412 11006 81 13485 J6ÓI7 w 6340 8527 11136 13514 Cl !£MI 8*0 "310 13509 Ky4* 3 661 i S033 14 13)79 17124 25 „ïl 51 13872 50 9163 11404 14320 30 19006 '1524 14429 17ÖW l««t 02 14933 150» f-0017 002 3504 7 3)93 7031 7120 9417 7278 £32 11612 15.57 17815 73C6 9603 11801 15Z« ito 15 11906 15417 180 1CCI 12® 1343 4141 7435 1501 4250 69 '62J 4548 71 10034 IZ£5 82 „S 7609 75 t3 155(3 ,7n? 77 12513 >«03 91 4670 7745 84 £.9 iMm u:' «a59 05 12W4 1K"0 2039 92 T94I 10253 12762 16089 IÉ."' 2233 5103 72 10<03 12990 8) 1872; 5?5 ^5 ®"3 J0Ö3 1»97 16314 J91I1 2M 5424 8t«9 10»1 13131 78 ISGri 24 203 56 4915 11151 13883 16"! 19100 81 61 8351 11206 ,82 14020 16700 19219 2529 53» 8504 53 lilCö K mï s S J svü "Z 5 s g 70 2725 5619 99 73 14206 81 74' 6773 11510 13 16935 19442 79 27 19 17073 75 473 2818 ffl «839 11607 14342 17214 1«22 Ï034 5921 88 25 3"4 6039 8983 11755 63 17319 196^2 9025 11832 14458 22 32 30 11924 73 40 19734 42 2u (6 71 451 45 912 tl 14712 17402 M g J g g 9 3371 6303 68 13 89 - !X 40 3405 ,'n ,—.,83 H«37 17/05, 19937 W 9205 12315 93 17810 200041 „i aS J i*.ï "too IJIZJ ZZ 86 1315 3^45 002 9313 t5 01 93 202»! 4? -«m 2n 9106 '-Jl6 152'10 18020 20313- 'II 38|y 40 7 ZO m re, ee. 1503 3919 KS5 33 29 fte3 1616 2 S2 17 4107 7030 9743 12ÏOO -w 54 07 9910 62 18343 i 76 43 20642' 9 18451 46 58 15655 63 31 77 157.-0 18527 69 79 95 «33 7430 10121 33 10271 13057 79 19712 20854 15 ISI?4 I51W3 31 21010 65 73T8 10102 llMj 45 13 - 26 132» - 7612 88 482« 7877 71 uz 91 16201 73 10501 133)3 10355 188)0 45 90 16107 4, 10613 13158 SI (3 2212 46 1047 10765 135)2 tl hot misdrijf te voorkomen, zaak niet beier op." „Ik kon cr niets meer t de stoomdruk wai reeds werd nu' al» niets gedaan, U maakt er 1 Beklaagde tegen doen, wan te sterk." De vorige beklaaede. geurige gohoord. _D<: Officier: „Had deze schipper hei misdrijf kunnen voorkomen, als bij dil ge wild had?" Getuige: „Ja, zeker. Hij heeft mij ook de gelegenheid gegeven." President (tot beklaagde): „U boort dat deze getuige verklaart, dat u het mis drijf had kunnen voorkomen." Beklaagde: „Dat i> een groote leu gen, Edelachtbai e Na het hooren der getuigen kreeg de Of ficier van Justitie bei woord voor zijn rc- qu/siloir. „Deze- beklaagde," zei spreker, „is niettegenstaande zijn ontkeiitenis vol komen tof. in de klein-to details op do hoogte geweest. Zonneklaar ri zijn schold be wezen. Hij heeft z(jn medewerking verleend, omdat hij daarvoor geld hoeft gekregen. Deze beklaagde had als schipper den pliobt ge had. vaartuig en lading te beschermen. Hij heeft zijn adhïpjierspKifllu verzaakt, door niet het minste te pro be exen, om dit mis drijf te voorkomen en dc misdadige elemen ten^ niet in de boeien to slaan." Komende tot de strafvraag. deelde de Of ficier mee, aanvankelijk van plan te zijn ge- weest, dezen beklaagde, evenals den vori gen, te beschouwen al« slecbtoffer van den reeder. Maar spreker is van deze gedachte teruggekomen, omdat hij beklaagde als schip per meer verantwoordelijk achtte, dan do machinist, dio bet misdrijf gepleegd heeft, en dus zwaarder gestraft moet worden. Hij requireerde dan ook één jaatgevangenis straf. De verdediger. Mr. Bakhuizen van den Blink, deelde, mee, dat bij beklaagde niet dc wil aanwezig wa* geweest, om aan dit mis drijf medeplichtig te zijn. Ilij schelste den vorigen beklaagde. A. I.. als een zeer onbe trouwbaar kameraad, die herhaaldelijk na aankomst van de boot uren lang met zijn reedor in geaprek was, waarbij hij allc-s over bracht, wat de bemanning tijdens de reis meel mooht hebben misdreven. Ploiter meende, «Int de verantwoordelijkheid van dezen beklaagde niet grooter was, dan van beklaagde A. I. Ook beklaagde O. is vol gens pleiter het slachtoffer vau deu reeder. feuilleton De geheimzinnige Roger Builock Naar het Engelse li van TOM GALLON. 5) Terwijl lüj wachtte liep hij de ka mer op en neer, zenuwachtig in rijn handen knijpend. Gevaa gevaar; mompelde hij. Eu net nu ik dacht dat ik veilig was, dat, er niets zou «ebeuren. Een geheimzinnig briefje voor het meisje een geheimzinnige verdwijning, een 'dag en een! nacht wat betee- kent dat allemaal? Wie werkt mij'zoo in 't geheim tegen? ■Hij stond plotseling stil toen de deur weer open ging en er een jong meisje binnen kwam. Ze was mis schien drie en twintig jaar oud; ze was klein en donker en heel eenvou dig gelsleed. Ze bleef hem aankijken en een oogenhlik was de man van plan haai- streng te behandelen, maar om de een of andere reden bedwong hij rich nog. U wilde mij spreken, oom Jabëz? Vroeg ze rustig. Ja, kind ik wilde je spreken, antwoordde Jabez Roach, terwijl hij haar een stoel gaf. Ga zitten kind, Ik ben erg ongerust over je geweest. Het is niet aardig van je om je ouden vriend zooveel angst aan te jagen. Ik gaf Lazarus een boodschap mee voor u, zeide ze, terwijl zo ging zitten. Maai- voor den drik bedoel, kind, voegde hij er op eens kalmer hij. Ik bedoel dat het aardigea- ge weest. zou zijn als je het mij zelf ver teld had. Een boodschap achterlaten dat Je weggeroepen was en niet pre cies wist wanneer je terug zou ko men, maar dat je volkomen veilig was nu, dat was niet bepaald een aardige manier om je ouden voogd te behandelen, vindt je wel? Het meisje aing rechter zitten, haar 0ogen glinsterden en zo antwoordde op eenigszins uitdngenden toon: U weet heel Koed dat ik hier in zekeren zin een gevangene ben...! Een gevangene, mijn kind! pro testeerde hij. Ja, een Kevangene, en nu ben. ik voor één keer ontsnapt. Ik zal weer ontsnappen als het moodig ls. Ik heb niemand op de wereld die ik mijn, vriend zou kunnen noemen ten minste tot gisteren had ik dat niet; dat weet u we!. De öuile man liep heon en weer ln de kamer vooruit en achteruit a's een heest in een kooi. Het duurde wel een paar minuten voor hij zich weer tot haai- wendde. Waar ben je gis teren en vannacht geweest, Madeline? vroeg hij. Dat zeg ik u niet, was het kalme antwoord. Voor u is het voldoende als u weet dat ik in goede handen -was en dat ik een vrouw hij mij had. Jlij liep recht op haar af en ging voor haar staan zooals hij voor zijn Wouw had gestaan, alleen met dit verschil dat, Madeline niet bang voor hem was. Ze was van haar stoel op gestaan en keek hem dapper aan: hu balde de vuisten on klemde de lip pen op elkaar in een wanhopig© po ging tot zelfböheersching. Hoor eens, zeide hij'eindelijk, ik wil kalm blijven, ik wil mijn liefd en genegenheid voor jou niet. verge ten. Ik ben je voogd; ik heb het te - zicht over jou en alles wat je bezit. Al jaren lang, sedert je nog een kind was ben ik' meer dan een vader voor je geweest. Ui heb wel van zulke vaders ge hooid! antwoordde ze bitter. Jc denkt dat ik je hier opgeslo ten heb gehouden, zonder jong gezel schap, alleen met de bedoeling om streng te zijn en je kort te houden, ging hij voort. Dat Ls niet waar, ik weet hoeveel verleiding er is in de we reld, vooral voor een jong en mooi meisje e» het was mijn plicht jc van al die verleidingen vandaan te hou den. Het was ook mijn plicht, omdat ik je voogd was, om jo eigendom zorgvuldig te bewaren en te zorgen dat het niet verkwist werd. Nu, dat is tenminste gebeurd, antwoordde zij met een lach. Het heet dat ik rijk ben, maar ik heb nog nooit iets van mijn geld ge-zien. Het is allemaal veilig belegd in solide fondsen, antwoordde hij haas tig. Ik ben alleen maar bang dat jc verkeerde vrienden zult ontmoeten die je allerlei verkeerde ideeën in je hoofd zullen praten over de wijze waarop je het geld besteden moet en wat er mee moet gebeuren. Misschien is de vriend die gisteren om je stuin de wel zoo iemaml. Komaan, vertel er je ouden voogd maar van! vleide hij. Ik vertel u nieis, antwoordde zij koppig. Ik zal er je toe dwingen! zeic hij o)i bitsen toon. Ik zal je nog steniger bewaken dan vroeger, ik zal je in je kamer opsluiten, 'y. laten volgen als jc uit gaat. Begrijp je niet dat ik met je doen kan wat ik wil, omdat, ik jc voogd ben? Niet heelemaal, antwoordde ze rustig. Toen mijn vader mij aan uw zorg toevertrouwde was ik nog maar een kind en hel was zijn bedoe ling niet (lat n mij zoo "streng zou behandelen. Ik hen bijna meerderjarig en de tijd is bijna gèköhie'n waarop u verantwoording zult moeten, afleggen en waarop il^ mijn. vrijheid krijg! Wat eeu onvriendelijke manier om eeo ouden man te l>ehandelen die hel altijd goed niet jc gemeend heeft', riep hij uit, terwijl hij de banden uit spreidde. .Té weet wel dat je yudi- plotseling in liet buitenland gestorven is, toen jij nóg een kind was en nl «Hen tijd heb ik mij de moeite en de onkosten van jou opvoeding getroost, en nu ls dit mijn belooning! Onkosten heeft u er niet aan ge luid. zeide zij, want dat kon alle maal van niijn fortuin betaald wor den. Je praat heel gemakkelijk over eon fortuin, antwoordde hij, maaa- misschien is het niet zoo groot als Jij denkt. Dc tijden zijn slecht en de waarde van de fondsen is gedaald. Ik dacht wel dat u den een of anderen dag zoo zoudt praten, zeide zo met een. flau.wen glimlach. Maar dat komt er nu niet op aan; ik 'denk wel dat die zaait in orde gebracht kan worden. Ileoft u mij nog meer vragm te stellen? Geen vragen eisclieu, riep hij uit. Ik eïsch van jc dat je mij /.eg gen zult wat je voor mij verbergt en ->vie. jc bondgeuaol is. En voor den laatsten keer wei ger ik aan zulk een eisch te.voldoe», reide ze eii gnig de hamer uit. Na een paar minuten uit het raam gestaaiil te hebben, keerde hij terug naar zijn lessenaar en belde ongedul- I11 antwoord op het schellen verscheen Lazarus lies. Door wien is dat briefje gisteren gebracht voor baar vrnea Roach. Door een jongen, was het ant woord. En hoe kwam het dat zo dien brief in handen kreeg? vroeg Jabez na een oogenblik gezwegen te. heb ben. De jongen was slim en misschien, had hij instructies gekregen, ant woordde de onder. Hij moet haar door een van de benedenramen gezien hebben en haar aandacht hebben go- trokken. Ze ging zelf naar de deur. Ik liep net in de yang en zag dat ze een briefje ln de hand hield. Wat böteekent het toch allemaal? mompelde Koach bij zichzelf. Plotse ling keok Ir ij op en vroeg - -- Wat is er verder met dat briefje gebeurd? Toen ze mij zag liep ze langs mij de eetkamer in. Ik zag dat ze er weer naar keek; toen gooide ze het in het vuur. Weer begon de oude man in de ka mer op on neer ta loopen, terwijl de ander -wachtte. Plotseling stond Roach stil alsof hij zich opeens herinnerde dat dc ander er bij wns of tdsof hij onyeduldic werd. (Wordt ycrvolcd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5