Van onzen reizenden Redacteur
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 20 MEI 1921
TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeke.)
No. 6
Ir» tiet Friesche Waterland
Een Fries blijft altijd eon Fries. Ik
heb er voor mijn persoon wel eens
aan getwijfeld, maar nu ik liier ein-
•xieiijk weer na tientallen van Ja
ren in het hartje van Friesland zit,
ta midden van de echte, onvervalsch-
te „St&niriezen", nu weet ik toch wel
heel goed, dat ik nog steed6 oen kind
van dit land ben.
Toen de juffrouw van mijn pension
mij met een glunder, zelf vergenoegd
gezicht en met dien nan allo Friezen
zoo bekenden draai in haar stem vol
blijde verrassing vroeg: ,,Is meneer
oek een Fries?" was ik eigenlijk wat
teleurgesteld, dat ik haar moest ant
woorden, dat ik „maar in Harlingen"
had gewoond, want ik wist, dat de
Juffrouw mij dan niet heelemaal voor
vol zou aanzien. Als ik had kunnen
zeggetf), dat ik uit Leeuwarden, Sneek
of Drosten kwam, zou ik daarmee al
leen al haar Friesche hart hebben
gestolen, maar een Fries uit Harlin-
gen, die is voor do Stèmfriczen geen
18 karaats! Maar toen ik even later
had gezegd, dat ik „nogh «J Tl lyts
bytsjo Frysk forstean kon" 1) en ik
haar en haar zuster met „jimmo" 2)
aansprak, toen kreeg ik dadelijk een
versch eitje extra van 'n echte
Friesche kip! en begreep ik, dat
ik weer „in dc familie" wa6 opgeno
men.
Ja, ik ben weer Fries met de Frie
zen, hier in 't „olde 3) Grouw", waar
zij als ieder jaar hun lentefeest vie
ren op hun wijde, onafzienbare wa
terplassen en ik heb het deze dagen
wel heel sterk gevoeld, dat de Frie
zen van alle Nederlanders het meest
zichzelf zijn gebleven. Het Is mij hier
In Grouw, of ik weei veertig jaar te
rug leef, of ik een feest medemaak uit
mijn prille jeugd'. Toen Ik daar door
die miniatuur-straatjes mode In den
optocht achter de dorpsmuziek aan
liep tusschen al die ruige, bonkige
Grouwsterjongens en die friasche, blo
zende Friesche boerinnetjes en ik al
de dorpelingen voor hun kraakzinde
lijke, keurlg-geschilderde huisjes zog
staan, de mannen met hun donkere
petten op hun verweerde koppen, de
oudere vrouwtjes meest nog met oor
ijzer en Friesche kap, toen leek het
mij, of er In 40 jaren niets veranderd
was, of do tijd hier al die jaren stil
had gestaan. Want zooals de Friezen
hier feestvieren, onschuldig, natuur
lijk en gewoon, zoo vierden zij het
ook in den tijd, toen Ik een kind was,
zullen zij het zeker no? doen in do
dagen, als onze kindskindieren oud
zijn geworden.
Zoo begroette ik al deze Stanfriezoo
op hun dorpsfeest als oude bekenden
uit mijn jeugd, maar het dorp Grouw
met het omliggende watertaud, dat
was voor mij toch geheel nieuw. Tn
dezr- bekentenis ligt eigenlijk iets be
schamends. Want „Grouw en het wet-
terlAn" zooals de Friezen het noe
men dat is Friesland op zijn
mooist! Hier is heel de natuur van
een wijde, heerlijke pracht en is al
les de meuschen, bet dorp, het
water en het land van een treffen
de. wondermooie harmonie.
Midden in liet water, op een klein
eiland ligt het „olde Grouw". Als een
kloekhen met haar kiekens staat daal
de oude kerk met dc kleine huisjes
c'r zeer dicht omheen. Je krijgt zoo
den Indruk, of al die huisjes hier bij
elkander gedrongen zijn om bescher
ming te zoeken onder de muren van
die stevige, stoere, rustige kerk. Op 't
eilandje is nauwcliiks plaats voor zoo-
velen, maar als wilden en moesten zij
allo er nog op, zoo staan zij daar te
gen en op elkander geschoven als
kleine kinderen, die bang zijn voor
het dreigende, klotsende water om
hen heen.
En in hun zorg om maar zoo dicht
mogelijk bij elkander te kruipen on
der de schaduw van de oude kerk,
hebben zij soms biina vergeten, dat
cr .ook nog menschen in eon dorp
moeten wonen. Zoo maakt Grouw met
zijn nauwe, smalle straatjes en zijn
kleine huisjes me# dc groene bleekjes
van niet dan één Meter breedte
ervoor, op een vreemdeling wel sterk
den indruk van een dorp in minia
tuur. Maar juist dit kleine en gedron-
gene maakt dit Friesche dorp zoo bij
zonder pittoresk. Telkens sta je ver
rast voov een smal straatje, een aar
dig geveltje, een groen slootje met een
rustiek brugje, ecu heel klein poortje
of de kerk met haar zware, groene
iepeboom en en don onverwachts weer
het breede, ruime watervlak met do
groene weidon ver ia het verschiet.
En dit alles is van een zeldzame, tref-
fendo harmonie! Als je van het meer
Jïrouw ziet liggen, is het, of het zoo
1.
uit het water oprijst. In zijn grauwe,
lonige kleur huort dit dorp met zijn
eenvoudige rustige kerk volkomen bij
uit stemmige, mooie watertand.
Grouw en het watertand zijn één!
Toen ik een oud boerjte vroeg, waar
hij woonde, wees hij eerst naar zijn
rnjpjatuurhuisje en zijn grasveldje
vim misschien 4 M2. oppervlakte,
maar daarna met een breeden arm
zwaai naar den bijna onafzienbaren
waterplas en hij zei vol trots als de
markies van Carabas: „Dit is alle
maal van mij, meneerl" Niet alleen
zijn huisje en zijn grasveldje, maar
ook het wijde, groote meer, dat was
van hem! llad hij er niet s morgens,
's middag» en 's avonds het vrije
gezicht op, giug hij er niet eiken
dag met zijn boot op varen, als alle
Grouwsters om hem heen'? Want in
Grouw leeft alles op het water. Zij
hebben er allen hun sloepen, hun jol
len, hun jachten of hun motorbooten,
al naar dat de fortuin hun dit ver
oorlooft. Zij voelen zich één met het
water. Toen ik eén der meest welge
stelde inwonei-6 van Grouw vroeg, of
hij nooit behoefte gevoelde om in de
stad te gaan wonon, keek hij mij even
aan, alsof dit dc meest krankzinnige
vraag was, die ik hem had kunnen
doen. En als het oude boertje wees
hij mij naar het meer.
„Daarop zeil ik in den zomer, jaag
ik in den herist en rij ik schaats
in den wintdi-, Ducht u nu wer
kelijk, dat ik dat water ooit voor een
stad zou willen ruilen? Nee, ik merk
het wel, li weet nog niet, wat het voor
een buitenman boteekeait bij het water
te leven!"
Neen, ik wist het op dat oogenblik
uog niét. Maar even later, toen wij
met hem op zijn motorjacht over het
Pikmeer en de Wijde Ee voeren en hij
ons vol enthousiasme de verschillende
vogels wees, do grutto's, de tureluurs,
de wuipeu, do kieviten, de karlueten,
de groote en de kleine sterntjes, toen
hij mij er opmerkzaam opmaakte, hoe
een vlucht vogels e«n kiekendief ver
ontrustte om hem van hun. broed
plaatsen te verdrijven, hoc een schol
ekster plots naai- beneden schoot en
kort daarop het zilveren vischje, dat
hij in zijn hek had, liet vallen om het
dadelijk daarop in zijn vlucht weel'
op te pikken, hoe de parmantige kemp
haantjes niet hun prachtige bonte,
gele en witte kraagjes op hun tour-
uooiveld dc „lioantsjerid", zooals
de Friezen het noemen oen spiegel
gevecht hielden, toen voelde ik eerst
recht, wat dit waterland voor dezen
buitenman beteekem.de. Hoe heel an
ders dan de menschen van het land
zien wij, stadsmenschen, do natuur!
Ik wil hiermee allerminst zeggen, dat
wij liaai- minder mooi zien, maar het
is zoo heel verschillend. En ik kan
mij nu beter nog dan vromer begrij
pen, dat zij met ons nooit zouden wil
len ruilen.
Jong en oud leeft in dat waterland
op de plasseu. Voor de Grouwsters is
er maar één soort sport: de water
sport! Grouw ls het centrum voor de
Fileeche zeilsport. Over de Wijde Ee
en liet Pikmeer komen do jachten en
de schouwen uit Leeuwarden en Sneek
naar Grouw en van de lento tot den
herfst ontmoeten de Friesche zeilers
elkander iederen Zaterdag en Zondag
bij Tjibbe Dokter in het hotel Ooster
gon, dat daar zoo prachtig aan den
waterkant is gelegen.
Tjibbe Dokter is misschien wel de
meest populaire persoon uit Grouw.
Alle vreemdelingen, die naar Grouw
komen, kennen Tjibbe Dokter. Tjibbe
want de Grouwsters kennen hem
niet anders dan bij zijn voornaam en
weten nauwelijks, dat hij ook nog
Dokter heet behoort bij het hote),
zooals zijn hotel bij Grouw behoort.
Men heeft er een tijdlang ernstig
in Grouw over gedacht om cr een
nieuw, groot en modern hotel te bou
wen, maar voor Grouw en de Grouw
sters is het te hopen, dat het voor
deze- ramp bespaard moge blijven.
Jet een modern hotel zou Grouw het
.,oldc Grouw" niet meer rijn, In dit
kleine Friesche plaatsje, waar alles
in overeenstemming is met de natuur,
waar je aan den waterkant niets
zoudt willen veranderen of het moest
zijn het nieuwe huis bij „de fabriek",
het eenige smakelooze gebouw, dat
men er helaas heeft tusschen, gesmok
keld, zou een modern hotel met heel
dc omgeving vloeken. Wanneer rijke
Amerikanen of Enge-lsclien zich in het,
eenvoudige hotel van. Tjibbe Dokter
niet thuis gevoelen, dan moeten zij,
zou ik zeggen, maar uit Friesland
wegblijven, wamt dan geven zij daa -
mee wel het bette bewijs, dat zij de
schoonheid- vjm Grouw en lui water
land mei zien en niet voelen.
Eu wie zou in Grouw ooit den can-
voudigeii, oprechten, echt Frreechen
Tjibbe Dokter als hotelier willen rui
len. voor ©«n schaai- vun op looien j:
geüwie piccolo s, portiers, kellners
oners? Zou er èen Friesche zeiler be
staan, die aan oen steiger van het
iiotel üostcrgoo door oen ober ln
zwarten ros. en misschien wel om de
wategsport niet xaun wijtte sporipet
op zij-u glad-gestreken harem, ontvan
gen zou willen worden iinplaats van
door dei) vriendehjkou Tjiube Dokter
in zjju gowone huisjasje maai- met
zijn hartelijk, joviaal. „Sö, memeer,
noe maakt meneer het?"
Zoo'n Friesche hotelier is een „ty
pe" en »k kan mij begrijpen, dal ue
Hollanders, die in de oorlogsjaren de
Friesche meren bezochten want dal
was in dien tijd immers plotseling
mode geworden ruet onmiddellijk,
met hem thuis zullen zijn geweest.
Tjibbe blijft ook tegenover de meest
„chique" gasten zich zelf altijd gelijk.
Toen eeuige jaiem geleden oen groot
man uit ue Amsterdarnsche handels
wereld, iemand die door een ober in
eon gewoon hotei als een godheid be
handeld zou zijn geworden, aan
Tjibbe vertelde, wie en wat hij was,
zei onze Friesche holelier: „Sö, nou
ua's 'n best baantsje. Je mutte maar
9ien, dat je dat blieve!" en toen de
handolskouing even later zijn gast
heer een fijne afterdrnner met een
gouden bandje presenteerde, keek
Tjibbe even bedenkelijk naar het merk
en bedankte met de woorden: „Nee,
dank je, ik rook liever de segaren
mie sclfl" Het was zeker wel de
eerste keer, dat de Amsterdarnsche
patriciër zoo gemoedelijk door e>en
hotelléi' werd behandeld.
Van „koude drukte" moet Tjibbe
heelemaal niets hebben. Toen 2 Hol-
landsohe dames Tjibbe in het En-
gelsch hadden aangesproken, maar
even later zijn vrouw in het meest
zuiver Hollandsch een opmerking
over de kwaliteit van de eieren maak-
r, zei Tjibbe in het Friesch: „As
mme denk©, dat je "mij kan nimme,
dan hé je 1 glad mis! Gaan jiinme
maai- gauw weg. Ik kan jiinme in
mien hotel inisso as klespien!"
Zie, dat mag nu misschien niet erg
parlementair zijn, maar ik heb liever
zoo'n eerlijken, ronden Frieechen
hotelhouder, die precies zegt, waar
het op staat dooh eerder zijn tong
afbijten dan zijn gasten een
halven cent te veel te rekenen
dan een flikflooienden oberkellnea- of
e.en strijkages-makenden portier, die
met eon diepe buiging je een nota
presenteert, waarin hij zich met on
geluk 10 gulden heeft vergist en zoe-
tig-lief glimlacht, als een gast hem
duidelijk laat merken, dat een ober
in zjjn oogem eigenlijk „geen mensch"
(Slot volgt).
J. 1
SCHUIL.
1) Dat ik nog zoo'n klein beetje
Friesch verstaan kon.
2) Jullie.
3) Oude.
iuitenlindseh Overzicht
OPPER-SJLEZII! EN DE GEALLIEERDEN.
De hoop der Polen cp
Frankrjlk geve»tlgd.
De Poolscbe minhter-presideni Witos ver
klaarde, dat de Polen de verwachting koes
teren, dar Frankrijk geheel voor de belan
gen der Polen en Opper-Sileaë zal opkomen.
Do gevechten.
Uit Ratibor wordt geseind: Na he-
vigen strijd helfben dei opstandelin
gen zich meester gemaakt van de ha
ven van Kosel, waar zij groote hoe
veelheden levensmiddelen vonden,
,a. -10.000 centenaars mee!, dat zij ten
beihoeve van de voedselvoorziening der
bevolking in beslag namen.
In do districten Plees en Ryibnik
zijn de spoorweg]ijnen bezet door de
opstandelingen. Op de stations wap
pert de Poolsch© vlag. Do spoorweg
beambten moeten deai Poolschen ade
laar aan de mutsen dragen. In het
mijndistrict van Rybnik zijn de be
ambten zeer opgewonden, elk uur
moeten zij zich melden bij dm plaats
commandant.
Op bet station Loelau werd een
trein met 600 Duitschers aangehou
den, zij werden uit de waggons ge
haald en overgebracht naar een in-
temeeringskamp. De stad Rybnik ls
geheel afgesloten.
Uit Beuthen wordt geseind: Duit-
sche benden hebben generaal Grantler
den bevelhebber van de inter-gealli-
eerde troepen te Kosel aangevallen.
Nadat zij hem hadden mishandeld en
beleedigd, echoten zij op zijn automo
biel, die door zestien kogels getrof
fen werd. Door een toeval bleef de ge
nera o 1 ongedeerd
Coon nanwerviflg van Duitschc
Bij bet ministerie van buiienlandsube
lieu te Berliju is ecu nota ontvangen
ui do intergeallieerdo militaire eontróle-
larin er op gewezen wordt, i
dat in .velschillende doelen ven Dultacb
land vrijwilligers voor Opper-öilizie
den aangeworven. Üeeischt wordt dat
middellijk maatregelen zullen worden ge
troffen om deee aanwervingen te verhin
deren en de ontbinding der reeds in Op
per-ïjikzie gevormde formaties te bewerk
stelligen. Do oontröle-commissie verzoekt
mededeel in g van do voor dit doel gedane
stappen.
Inderdaad is, zoo wordt uit Berlijn ge
meld, do aanwerving voor de Grensschulz
de „Selbsiwehr", de plebistiet-politie en
dergelijke müiiairo organisaties in vollen
gang. In do laaiste dagen zijn in de bla
den herhaaldelijk advertenties opgenomen
waarin alle vroegere officieren <m soldaten
van de ijzeren divisie het Duitsche legioen
en verschillende gTensbesoheimjngsfor
rnatics opgeroepen worden om zich on
middellijk aan ie melden. De hoofdleiding
van de verbonden vau vaderlandsgetrou
wo Opper-Sileziêra te Breslau laat door
het oliicieuse persbureau oen oproep tot-
het Duiisohe volk richten, waarin gezegd
wordt: „Duitschers, broeders waar zijt
gijl Kunt gij werkeloos toezien dat de
Opper-Èileziecs smadelijk verslagen wor
den, omdat ze met u vereenigd willen blij
ven t Moet het buitenland, moet Enge
land u eerst zeggen, wat uw recht isi
Iielpt allen dio helpen kunt! Laat u allen
op de lijsten inschrijven P Houdt u slechts
gereed oin te worden opgeroopen, opdat
onvoorwaardelijk de orde gehandhaafd
blijve".
Naar aanleiding van dit streven en de
uota der Entente heeft de regeering offi
cieel verklaard, dat het aanwerven van
troepen voor OpperSilezie niet kan wor
den gedoogd.
DE STIJGING VAN DEN FR ANKEN-
KOERS.
De Parijsche „Temps" is best te
spreken trver de stijging van den
Iranfoenkoers. Dio opwaartsche bewe
ging is snel gegaan en terwjjl in den
regel de oorzaken van een verande
ring in den wisselkoers tamelijk inge
wikkeld znij, schijnt ditmaal de stij
ging een vrij eenvoudige oorzaak te
hebben. Al sedert eenige weken zijn
op do internationale markt en vooral
in de Vereenlgde Staten belangrijke
aankoopen gedaan van franken, om
speculatieve redenen en de „Tenups"
acht dit een zeer verblijdend ver
schijnsel, omdat er uit blijkt, dat het
mitenland en met name Amerika ver
trouwen heeft in Frankrijks herstel.
Dat vertrouwen zegt het Parij-
Bche blad, is stellig gerechtvaardigd,
want volgens de cijfers van in- en uit
voer, overtreffen thans de uitvoercij-
fers in Frankrijk die van den invoer
met 100 millioen francs over de eerste
drie maanden van het jaar, terwijl in
diezelfde periode van 1020 de invoer
nog 4 milliard 871 millioen méér be
droeg dan de uitvoer, een reusachtige
verandering, die wel invloed moet
hebben op tien wisselkoers. Vooral
aan de vermindering van den invoer
van allereerste levensbehoeften is de
verbetering van de Fransche handels
plans toe ie schrijven en het grooter
ei trouwen op de internationale
markt.
Ook de overeenkomst te Landen en
de aanvaarding van het ultimatum
door Duilschlant? zijn daarop van
invloed geweest, wellicht ook, omdat
men hiervan een tijdperk van rust
en vrede verwacht, die aan de geheel©
wereld zullen ten goede kamen.
De toekomst zal moeten leeren in
hoeverre deze gunstige verwachtingen
gerechtvaardigd blijken te zijn. Maar
het feit dat de Nerw-Yorkeche bankiers
bet oogenblik gunstig hebben geacht
thans een Fransche lesening van 100
millioen dollar» uit te schrijven,
toont wel, dat men aan den overkant
van den Oceaan den toestand in
Europa en met name in Frankrijk
niet zoo donker inziet als vele pessi
misten in de oude .wereld dat doen.
lntusschen waarschuwt de „Temps"
tegen al te groote verwachtingen van
do stijging van den frarrkenkoers, om
dat er.nog altijd een enorm verschil
bestaat tusschen de koopkracht van
den Amerikaaauschen dollar en die van
den franc, welke koopkracht immers
de intrinsieke waarde van het geld
is, waarnaar.zich tenslotte de wissel
koers regelt.
HET MIJNWERKERSCONFLICT IN
ENGELAND.
De hoop wordt nog gekoesterd voor
een spoedige hervatting der onder
handelingen üuesohen de mijnwerkers
en de mijneigenaars. Ea- zijn hu infor-
meele besprekingen aan den gang.
Alle teekenen wijzen er op, volgens
de „Daily Telegraph", dat het juiste
oogenblik om een conferentie te her
vatten nadert en dat de gebeurtenis
sen -wijzen op eén aanstaande duur
zame regeling.
Minister Macnamara wees onlangs
wel op den ernstige toestand van de
geheele industrie, maar hij voegde er
bij, dat er een hoopvol teelten was.
De werkgevers en de werknemers
gaan mi do handen in elkaar leggen
om te pogen da industrie uit het moe
ras tè trekken, waarin zij verzonken
is, en weer op een vasten grond te
plaatsen. In dit opzicht hebben we nu
een-en-zoventig gemengde industriee-
le raden, waarbij drie-en-een-half mil
lioen werknemers 'behooren. Zij ijve
ren voor vriendschappelijke avereen-
stemming in de vraag, hoe in den te
genwoordige» toestand het best is te
voorzien. Vredelievende regelingen
zijn tot stand gekomen en goede be
trekkingen gehandhaafd. Veel ver
neemt men daar niet zoo van al
leen wanneer er geschillen zijn, geven
de bladen de hoofdzaken aan. Maar
tegenover elk openlijk geschil zijn er
wel twintig gevallen, dat een rege
ling is bereikt.
Gelukkig vallen er zoo goed als
geen gewelddaden voor bij de staking
der mijnwerkers. De goede geest der
mijnwerkers bleek o.a. bij een hard
draverij onlangs van mijn-ponnies,
waarbij 30.000'menschen uit allo klas
sen tegenwoordig waren, da mijnjon-
gens reden in hun voetbalcostuum»,
de yereeniging stond toe, dat er trei
nen reden voor het feest en het mu
ziekkorps der mijnwerkers verleende
zijn medewerking.
Ken sympathiisUklng ln
België.
De tnjjmwrherscenirale in het bekken
n Charleroi heeft besloten tot een symji.a-
thïestaking, in verband het het conflict in
Engeland.
Verspreid nieuws
EX-KONING KARL verlaat In Augusu
Zwitserland; zijn bestemming ia nog niet
DE DERDE INTERNATIONALE.
Roemeeneche socialisten shjlten zich
Moskon aan.
UIT OOSTENRIJK.
Er zal den 29en Mei in Salzburg
toch een officieel© volksstemming ge
houden worden over de kwestie van"
de aansluiting bij>I>uitsohland. Zoo-
aL men weet hebben de geallieerden
verklaard, dat zij een eventueele aan-
«oiiting niet zullen toelaten.
AR BE ID ERSOXLU-STEX IN
RRiITSCH-INDIë. Arbeidersonlus-
len, dooi- agitatoren aangewakkerd,
zijn uitgebarsten in de belangrijke
theevelden in het Surmah-dal, in
As am.
GENERAAL WRANGEL IN ZL'ID-
SLAVIë.
De Zuid-Slavïuclie regdnrang heeft
zich bereid verklaard om aan gene
raal Wrange! en zijn general en staf
verblijf te geven in een plaats in
haar land.
Staiisnisaws
An*, fieclitbaiik
Wegbrengen ran ecbepen
Ie de Donderdagmiddag voortgezette zit-
ng van onze Rechtbank etond aller-
:rst terecht beklaagde A. I„ 3d jaar, van
beroep machinist, wonende te Velseroord,
gedetineerd In het Huie van Bewaring te
Haarlem. Der.e stond terecht, terzake dat hij
In Jannari 1920 op de Noordzee, builen de
territoriale wateren, op circa 100 mijlen van
de kost, hei stoomviseobersvaartuig „Hoini"
IJM. 420, opzettelijk hoeft doen zinken, door
de binnenboordskraan open te vetten cn dit
vaaituig zoodoende met water heeft doen
volloopen. Ilij heeft ditgedaan met het oog
merk, om zich of de rederij (de inaat-
Bciiappij „De Dogger") ton iiadocle van do
verzekeringsmaatschappij, waarbij hel vaar-
'"lig tegen mijnengevaar was verzekerd, ie
svoordoeicii.
Beklaagde bekende volmondig, wat hem
ten laste gelegd werd .Hij deelde mee. dat
hij omgekocht was door J. A. K.; deze had
hem namelijk duizend gulden uitbetaald,,
ecrti f 000 eri daarna 400. Bovendien
kreo- hij de belofte, dat hij nog ƒ4000 zou
krijgen, wanneer de verzeheringssora zou zjju
uitbetaald.
Getuige II. A B„ de procuratiehouder van
de vcrzckcringinaatschapptj, deelde mee, dat
de verzekeringssom f 130.000 bedroeg.
Do Officier van Justitie vroeg dezen ge
tuige, of niemand op zijn kantoor dc bela
chelijkheid cr van inzag, dat een logger, die
misschien f 40.000 waan! was, voor f130.000
verzekerd werd.
..Is dit soms," vroeg de Officier, „om zoo
hoog mogelijke premies binnen te krijgen?"
Getuige vond dc grootte van deze ver-
zekeringsaom niet vreemd.
De Officier vau Justitie, zijn requisitoir
nemende, deelde mede, dat het nem eindelijk
gelukt was. eenigc daders van deze misdrij
ven, die don laatöten tijd zoo herhaaldelijk
voorkomen, voor den rechterstoel tc krijgen.
Het speet hem, dat beklaagde eindelijk voor
de verleiding van het geldelijk aanbod was
bezweken. Niettemin zou bij, hoewel bij niet
do hoofdschuldige was, (och behoorlijk ge
straft moeten worden. Verzuchtend noemde
spreker het, dat de gedachte, om dit misdrijf
te plegen, "niet bij dezen beklaagde was oji-
gekomen. Mede wegens zi.in ongunstigen ge
zondheidstoestand eisobte hij daarom een ge
vangenisstraf van 8 maanden.
Dc verdediger, Mr. Hoog, pleitte clementie
voor dozen beklaagde, dien hij hel slacht
offer van zijn lastgever noemde Pleiter be
greep, dat dc Rechtbank deze misdrijven nu
eens zwaar straffen wilde, maar h|j wa- van
mccning, dat niet deze beklaagde daarvoor
in aanmerking moest komen, maar hij, die
hem in het ongeluk gestort bad. Pleiter
legde eenigc gungtigc getuigschriften over
beklaagde in banden vau den president cn
deelde mee, dat hij altijd trouw zijn wierk
verricht heeft. Tenslotte riep pleiter do cle-
niintie van de rechtbank voor beklaagde in.
Tweede beklaagde was A. G., 30 jaar,
schipper op de Heine". Ilij werd beschul
digd, aan den vorigen beklaagde gelegenheid
gi geren te hebben tot, of bcbulp/.a.im (c
zijn geween bij bet zooeven beschreven mis
drijf.
Hoklaagilo ontkende, dat hij aan A. 1. ge
legenheid had gegeven, zijn misdrijf tc ple
gen. Hij wilde er tot liet laatste (oe niet
aan meewerken.
De President: „Maar n heft ook
N.V. „DE TIJDGEEST"
Trekking van 700 nummers ten
overslaan van Notaris A. G. MULIE
Donderdag 19 Mei 1921.
11X9 19415
1922 2565 JM.5 <210 56"S l««
I54W 17844 19165
190.-
130 2953 C607 8535
QJ«> 16543 19412
11006
81 13485 J6ÓI7 w
6340 8527 11136 13514 Cl !£MI
8*0 "310 13509 Ky4* 3
661 i S033 14 13)79 17124 25
„ïl 51 13872 50
9163 11404 14320 30 19006
'1524 14429 17ÖW l««t
02 14933 150» f-0017
002 3504
7 3)93 7031
7120 9417
7278 £32 11612 15.57 17815
73C6 9603 11801 15Z« ito
15 11906 15417 180
1CCI
12®
1343 4141 7435
1501 4250 69
'62J 4548 71 10034 IZ£5 82
„S 7609 75 t3 155(3
,7n? 77 12513 >«03
91 4670 7745 84 £.9 iMm u:'
«a59 05 12W4 1K"0
2039 92 T94I 10253 12762 16089 IÉ."'
2233 5103 72 10<03 12990 8) 1872;
5?5 ^5 ®"3 J0Ö3 1»97 16314 J91I1
2M 5424 8t«9 10»1 13131 78 ISGri
24
203
56 4915
11151 13883 16"! 19100
81
61 8351 11206
,82 14020 16700 19219
2529 53»
8504
53
lilCö
K mï s
S J svü "Z 5 s g
70 2725 5619 99 73 14206 81 74'
6773 11510 13 16935 19442
79 27 19 17073 75
473 2818
ffl «839 11607 14342 17214 1«22
Ï034 5921
88 25
3"4 6039
8983 11755 63 17319 196^2
9025 11832 14458 22 32
30 11924 73 40 19734
42 2u (6 71 451
45 912 tl 14712 17402 M
g J g g
9 3371 6303 68 13 89 - !X
40 3405 ,'n ,—.,83 H«37 17/05, 19937
W 9205 12315 93 17810 200041
„i aS J
i*.ï "too IJIZJ ZZ 86
1315 3^45 002 9313 t5 01 93 202»!
4? -«m 2n 9106 '-Jl6 152'10 18020 20313-
'II 38|y 40 7 ZO m re, ee.
1503 3919 KS5
33 29 fte3
1616 2 S2
17 4107 7030
9743 12ÏOO
-w 54
07 9910
62 18343
i 76 43 20642'
9 18451 46
58 15655 63 31
77 157.-0 18527 69
79
95
«33 7430 10121
33 10271 13057 79 19712 20854
15 ISI?4 I51W3 31 21010
65 73T8 10102 llMj 45 13
- 26 132» -
7612
88 482« 7877
71
uz 91 16201 73
10501 133)3 10355 188)0
45 90 16107 4,
10613 13158 SI (3
2212 46 1047 10765 135)2
tl hot misdrijf te voorkomen,
zaak niet beier op."
„Ik kon cr niets meer
t de stoomdruk wai reeds
werd nu' al»
niets gedaan,
U maakt er 1
Beklaagde
tegen doen, wan
te sterk."
De vorige beklaaede.
geurige gohoord.
_D<: Officier: „Had deze schipper hei
misdrijf kunnen voorkomen, als bij dil ge
wild had?"
Getuige: „Ja, zeker. Hij heeft mij
ook de gelegenheid gegeven."
President (tot beklaagde): „U boort
dat deze getuige verklaart, dat u het mis
drijf had kunnen voorkomen."
Beklaagde: „Dat i> een groote leu
gen, Edelachtbai e
Na het hooren der getuigen kreeg de Of
ficier van Justitie bei woord voor zijn rc-
qu/siloir. „Deze- beklaagde," zei spreker, „is
niettegenstaande zijn ontkeiitenis vol
komen tof. in de klein-to details op do
hoogte geweest. Zonneklaar ri zijn schold be
wezen. Hij heeft z(jn medewerking verleend,
omdat hij daarvoor geld hoeft gekregen. Deze
beklaagde had als schipper den pliobt ge
had. vaartuig en lading te beschermen. Hij
heeft zijn adhïpjierspKifllu verzaakt, door
niet het minste te pro be exen, om dit mis
drijf te voorkomen en dc misdadige elemen
ten^ niet in de boeien to slaan."
Komende tot de strafvraag. deelde de Of
ficier mee, aanvankelijk van plan te zijn ge-
weest, dezen beklaagde, evenals den vori
gen, te beschouwen al« slecbtoffer van den
reeder. Maar spreker is van deze gedachte
teruggekomen, omdat hij beklaagde als schip
per meer verantwoordelijk achtte, dan do
machinist, dio bet misdrijf gepleegd heeft,
en dus zwaarder gestraft moet worden. Hij
requireerde dan ook één jaatgevangenis
straf.
De verdediger. Mr. Bakhuizen van den
Blink, deelde, mee, dat bij beklaagde niet dc
wil aanwezig wa* geweest, om aan dit mis
drijf medeplichtig te zijn. Ilij schelste den
vorigen beklaagde. A. I.. als een zeer onbe
trouwbaar kameraad, die herhaaldelijk na
aankomst van de boot uren lang met zijn
reedor in geaprek was, waarbij hij allc-s over
bracht, wat de bemanning tijdens de reis
meel mooht hebben misdreven. Ploiter
meende, «Int de verantwoordelijkheid van
dezen beklaagde niet grooter was, dan van
beklaagde A. I. Ook beklaagde O. is vol
gens pleiter het slachtoffer vau deu reeder.
feuilleton
De geheimzinnige
Roger Builock
Naar het Engelse li van
TOM GALLON.
5)
Terwijl lüj wachtte liep hij de ka
mer op en neer, zenuwachtig in rijn
handen knijpend.
Gevaa gevaar; mompelde hij.
Eu net nu ik dacht dat ik veilig
was, dat, er niets zou «ebeuren. Een
geheimzinnig briefje voor het meisje
een geheimzinnige verdwijning,
een 'dag en een! nacht wat betee-
kent dat allemaal? Wie werkt mij'zoo
in 't geheim tegen?
■Hij stond plotseling stil toen de
deur weer open ging en er een jong
meisje binnen kwam. Ze was mis
schien drie en twintig jaar oud; ze
was klein en donker en heel eenvou
dig gelsleed. Ze bleef hem aankijken
en een oogenhlik was de man van
plan haai- streng te behandelen, maar
om de een of andere reden bedwong
hij rich nog.
U wilde mij spreken, oom Jabëz?
Vroeg ze rustig.
Ja, kind ik wilde je spreken,
antwoordde Jabez Roach, terwijl hij
haar een stoel gaf. Ga zitten kind,
Ik ben erg ongerust over je geweest.
Het is niet aardig van je om je ouden
vriend zooveel angst aan te jagen.
Ik gaf Lazarus een boodschap
mee voor u, zeide ze, terwijl zo ging
zitten.
Maai- voor den drik bedoel,
kind, voegde hij er op eens kalmer
hij. Ik bedoel dat het aardigea- ge
weest. zou zijn als je het mij zelf ver
teld had. Een boodschap achterlaten
dat Je weggeroepen was en niet pre
cies wist wanneer je terug zou ko
men, maar dat je volkomen veilig
was nu, dat was niet bepaald een
aardige manier om je ouden voogd te
behandelen, vindt je wel?
Het meisje aing rechter zitten, haar
0ogen glinsterden en zo antwoordde
op eenigszins uitdngenden toon: U
weet heel Koed dat ik hier in zekeren
zin een gevangene ben...!
Een gevangene, mijn kind! pro
testeerde hij.
Ja, een Kevangene, en nu ben. ik
voor één keer ontsnapt. Ik zal weer
ontsnappen als het moodig ls. Ik heb
niemand op de wereld die ik mijn,
vriend zou kunnen noemen ten
minste tot gisteren had ik dat niet;
dat weet u we!.
De öuile man liep heon en weer ln
de kamer vooruit en achteruit a's
een heest in een kooi. Het duurde wel
een paar minuten voor hij zich weer
tot haai- wendde. Waar ben je gis
teren en vannacht geweest, Madeline?
vroeg hij.
Dat zeg ik u niet, was het kalme
antwoord. Voor u is het voldoende
als u weet dat ik in goede handen
-was en dat ik een vrouw hij mij had.
Jlij liep recht op haar af en ging
voor haar staan zooals hij voor zijn
Wouw had gestaan, alleen met dit
verschil dat, Madeline niet bang voor
hem was. Ze was van haar stoel op
gestaan en keek hem dapper aan: hu
balde de vuisten on klemde de lip
pen op elkaar in een wanhopig© po
ging tot zelfböheersching.
Hoor eens, zeide hij'eindelijk,
ik wil kalm blijven, ik wil mijn liefd
en genegenheid voor jou niet. verge
ten. Ik ben je voogd; ik heb het te -
zicht over jou en alles wat je bezit.
Al jaren lang, sedert je nog een kind
was ben ik' meer dan een vader
voor je geweest.
Ui heb wel van zulke vaders ge
hooid! antwoordde ze bitter.
Jc denkt dat ik je hier opgeslo
ten heb gehouden, zonder jong gezel
schap, alleen met de bedoeling om
streng te zijn en je kort te houden,
ging hij voort. Dat Ls niet waar, ik
weet hoeveel verleiding er is in de we
reld, vooral voor een jong en mooi
meisje e» het was mijn plicht jc van
al die verleidingen vandaan te hou
den. Het was ook mijn plicht, omdat
ik je voogd was, om jo eigendom
zorgvuldig te bewaren en te zorgen
dat het niet verkwist werd.
Nu, dat is tenminste gebeurd,
antwoordde zij met een lach. Het
heet dat ik rijk ben, maar ik heb nog
nooit iets van mijn geld ge-zien.
Het is allemaal veilig belegd in
solide fondsen, antwoordde hij haas
tig. Ik ben alleen maar bang dat
jc verkeerde vrienden zult ontmoeten
die je allerlei verkeerde ideeën in je
hoofd zullen praten over de wijze
waarop je het geld besteden moet en
wat er mee moet gebeuren. Misschien
is de vriend die gisteren om je stuin
de wel zoo iemaml. Komaan, vertel
er je ouden voogd maar van! vleide
hij.
Ik vertel u nieis, antwoordde zij
koppig.
Ik zal er je toe dwingen! zeic
hij o)i bitsen toon. Ik zal je nog
steniger bewaken dan vroeger, ik zal
je in je kamer opsluiten, 'y. laten
volgen als jc uit gaat. Begrijp je niet
dat ik met je doen kan wat ik wil,
omdat, ik jc voogd ben?
Niet heelemaal, antwoordde ze
rustig. Toen mijn vader mij aan
uw zorg toevertrouwde was ik nog
maar een kind en hel was zijn bedoe
ling niet (lat n mij zoo "streng zou
behandelen. Ik hen bijna meerderjarig
en de tijd is bijna gèköhie'n waarop u
verantwoording zult moeten, afleggen
en waarop il^ mijn. vrijheid krijg!
Wat eeu onvriendelijke manier
om eeo ouden man te l>ehandelen die
hel altijd goed niet jc gemeend heeft',
riep hij uit, terwijl hij de banden uit
spreidde. .Té weet wel dat je yudi-
plotseling in liet buitenland gestorven
is, toen jij nóg een kind was en nl
«Hen tijd heb ik mij de moeite en de
onkosten van jou opvoeding getroost,
en nu ls dit mijn belooning!
Onkosten heeft u er niet aan ge
luid. zeide zij, want dat kon alle
maal van niijn fortuin betaald wor
den.
Je praat heel gemakkelijk over
eon fortuin, antwoordde hij, maaa-
misschien is het niet zoo groot als Jij
denkt. Dc tijden zijn slecht en de
waarde van de fondsen is gedaald.
Ik dacht wel dat u den een of
anderen dag zoo zoudt praten, zeide
zo met een. flau.wen glimlach. Maar
dat komt er nu niet op aan; ik 'denk
wel dat die zaait in orde gebracht
kan worden. Ileoft u mij nog meer
vragm te stellen?
Geen vragen eisclieu, riep hij
uit. Ik eïsch van jc dat je mij /.eg
gen zult wat je voor mij verbergt en
->vie. jc bondgeuaol is.
En voor den laatsten keer wei
ger ik aan zulk een eisch te.voldoe»,
reide ze eii gnig de hamer uit.
Na een paar minuten uit het raam
gestaaiil te hebben, keerde hij terug
naar zijn lessenaar en belde ongedul-
I11 antwoord op het schellen verscheen
Lazarus lies.
Door wien is dat briefje gisteren
gebracht voor baar vrnea Roach.
Door een jongen, was het ant
woord.
En hoe kwam het dat zo dien
brief in handen kreeg? vroeg Jabez
na een oogenblik gezwegen te. heb
ben.
De jongen was slim en misschien,
had hij instructies gekregen, ant
woordde de onder. Hij moet haar
door een van de benedenramen gezien
hebben en haar aandacht hebben go-
trokken. Ze ging zelf naar de deur.
Ik liep net in de yang en zag dat ze
een briefje ln de hand hield.
Wat böteekent het toch allemaal?
mompelde Koach bij zichzelf. Plotse
ling keok Ir ij op en vroeg - -- Wat is
er verder met dat briefje gebeurd?
Toen ze mij zag liep ze langs mij
de eetkamer in. Ik zag dat ze er weer
naar keek; toen gooide ze het in het
vuur.
Weer begon de oude man in de ka
mer op on neer ta loopen, terwijl de
ander -wachtte. Plotseling stond Roach
stil alsof hij zich opeens herinnerde
dat dc ander er bij wns of tdsof hij
onyeduldic werd.
(Wordt ycrvolcd.)