HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Onze LacMieeft
DONDERDAG E6 MEI 1S21 - T We.E BlftD
(Nieuwe reeks.)
No. 8
Geert van der Zvvaag, de
„üedijkers" en Fryske I ron.
Wij kennen hem allen van naam.
Geert van der Zwang, don taaien,
hardnekkiger! socialist, den eerlijken
consequenten anti-militairist, het
gct-Aige oud-Kamerlid van het kern
achtige xnotto: „Geen man en geen
cent! En ook van de caricatuur! Wie
herinnert zich niet dat breede gezicht
inet den platten neus, de kleine,
schrandere oogcii, den zwarten uit
waaienden ringbaard in Tijl Uiien-
spiegel en de Groene uit de dagen
van het opkomend socialisme in ons
vaderland. Aan den naam van Geert
van der Zwaag zitten allerlei herin
neringen vast. Ik weet nog heel goed,
hoe een 30 jaar geleden het noemen
van den naam van Van der Zwaag
in de leringen der welgestelde, deftige
Friezen reeds voldoende was om de
meiischen geheel uit hun evenwicht
te brengen. Geert van der Zwaag,
varkensslager en volgeling van Do-
mcla Nieuwenhuis deed in die dagen
van het revolutïonnaire socialisme,
toen marechaussees, rijksveldwach
ters en soldaten herhaaldelijk de orde-
in Friesland moesten handhaven, do
gezeten burgerij aan bloed, barrica
den en oproer denken. Hij was een
der* eerste on meest felle propagan
disten van de nieuwe leer in het Noor
den, hij wist met zijn woorden en zijn
socialistisch blaadje was het niet
Do Klok? het bloed van de anders
zoo kalme, nuchtere Friezen tot liet
kookpunt op te voeren en aan zijn
grooton invloed was het voornamelijk
te "danken, dat Schoterland op de
kaart vaar Nederland rood werd ge
verfd. En toen deze „gevaarlijke"
Gorredijker varkens-slager naar de
Tweede Kamer werd afgevaardigd,
toen meenden in Friesland velen, dat
de wereld op haar eind ging loopen.
Wat lijkt dat alles nu al lang ge
leden voor ons, tijdgenooten van
Zuurbier en vriend Had-je-me-maar,
maar toen in die dagen was de ver
kiezing van Geert van der Zwaag
voor verstokt conservatieven een bij
na evon opzienbarende en wereld-ont
wrichtende gebeurtenis als thaws de
overwinning van den Amsterdam-
sclien straatslijper.
Toen ik te Grouw aan het feest
diner na de opvoering van Fryske
T r o u aan een gemoedelijk, vrien
delijk, bejaard heertje werd voorge
steld en men mij den naam noemde
van Van der Zwaag. schoten plots
al die oude herinneringen uit mijn
jeugd door mijn hoofd. Was dat aar
dige. oude Friesphe heertje Geen van
"er Zwaag. do man, dien men mij in
mijn jongensjaren altijd als een soort
roode boeman, een jacobiin, een op
roerkraaier liad afgeschilderd? Zoo
als hij daar voor rnii stond in zijn
bruin colhertje mot zijn levendige,
tintelende oogjes en zijn vlokkig, grijs
ringbaardje deed hij denken aan een
eenvoudig dorpsrenteniertje of een
oud binnonschippertje in ruste en in
niets, zou ik in dezen braven buiten
man met zijn patriarchaal, vriendelijk
gezicht den eens zoo militanten, fana
tieker! politicus hebben herkend. Het
wfi,» blijkbaar aa.n mij te zien, dat ik
eenigszins verwonderd was. want op
een toon, die duidelijk zei: „jawel,
hij is hei!" lichtte men mij in: „Het
oud-Iiamërlid!'" De heer Van der
Zwaag glimlachte even begrijpend en
toen begonnen wij een gesprek, waar
in Ik dezen bekenden Gries van een
lire! nieuwe zijde leerde kennen. Het
bleek mij. dat, de lieer Van, der Zwaag
behaïve fanatiek socialist ook 45 jaar
lang een misschien even van-ij» rede
rijker was geweest. Naast zijn, groote
rol op het politiek tooneel had liij op
de planken, die in Gorredijk de we
reld verbeelden, als „eerste liefheb
ber" honderd andere verschil lende
roden gespééld. Deze kapitalisten-
viiaml kende geen grooter vreugde
dan 's avondi in ziin vrijen tijd in
'de huid van een fabrikant, een reeder.
een dominé,. con horon, een graaf of
een koning te kruinen en zijn groote
populariteit in Schoterland had hij.
naast zijn optreden nis socialist z-drer
voer pen even groot doe' te danlmn.
aan ziin rol van „eerste dramatische
kracht" vaü de Gorredijker raèrrij-
kerska.mer „Vriendenkring". Vol be
wondering en vercerlng vertelden dn
Gorrediikers mij van de lauweren, die
Van der Zwaag op de planken als
rederijker had geoogst en als ik niet
wist, dat rederijkers doorgaans ia den
superlatief spreken, zou ik tot de con
clusie moeten komen, dat Geert van
der Zwaag eeu tweedo Louis Bouw
meester of eigenlijk Louis Bouw
meester een tweede Geert van der
Zwaag is.
Of Geert van der Zwaag een wer
kelijk groot tooueelspeler is, heb ik
persoonlijk niet kunnen heoordeelcn,
maur wel weet ik, dat hij de wijste,
de verstandigste en ue meest beschei
den rederijker is, die ooit in ons va
derland geleefd heaft en dat hij als
een richtend voorbeeld aan alle loo-
neoldilettauten en niet aan tooneel-
dilettanten alleen zon kunnen wor
den gesteld. Brj de opvoering van
Fryske Trou vervulde deze oud eerste
dramatische kracht en eere-voorziiter
der „Gedijkers"' zooals in Fries
land de Gorredijkers worden genoemd
de eenvoudige, simpele rol van
souffleur en dit geschiedde geheel met
voordacht en urt vrijen vpil.
„Ik heb gevoeldzei Van der
Zwaag 's avonds in een toast op het
feestdiner, „dat mijn tijd voorbij was.
Jullie zageai dat nog niet, maar ik
zelf wel en toen ik die overtuiging
voor mij zelf had, wist ik ook tege
lijk, wat mij te doen stond. Een
mensch moet zijn roem nooit overle
ven en daarom hdi ik geen o ogen
blik geaarzeld. Ik heb mijn plakte
vrijgemaakt voor jongeren, die beter
zijn dan ik! Maar ik hield te veel
van mijn oude rederijkerskamer om
in liet geheel niets meer voor haar
te doeu. Daarom heb ik voor de da
gen, die mij nog resten, de rol geko
zen. waarin ik voor de vereeniging
liet meest nuttig kan zijn, de rol van
souffleur]"
Zie, toen ik den ouden Gaecrt van
der Zwiaag dat zoo rustig, gewoon
weg in al zijn eenvoud hoorde zeg
gen, ging er iets van dezen stoeien,
ras-echten Fries uit, dat mij met op
rechte, groote bewondering vervul
de. Welk een bonijdenswaarellge zelf
kennis, welk een diepe wijsheid en
welk een prachtige levenshouding
kwamen daar rnct die enkele woor
den tot ons! Deze man wist zich zijn
weg af te bakenen met een zelfbewuste
zekerheid en een wilskracht, zooals
wij maar heel zelden in onze omge
ving zien. O, denk niet, lezers, dat
het maai' een kleinigheid ig, zulk een
besluit van een gevierd toaneeldilet-
tamt om de rol van eerste kracht te
verwisselen met die van souffleur! Het
neerdalen van het tooneel in het
souffleunshokje heeft dezen man mis
schien nog meer strijd gekost dan
zijn besluit om zich, hoewel nog krach-
lig en gezond, uit de politiek terug
te trekken. Maar hij voelde zelf èn
als socialist en als rederijker, dat hij
niet meer- geheel de oude was; hij
meende, dat anderen liet beter ken
den dan hij en had den moed midden
in zijn roem heen te gaan. Zoo leeft
deze, eens zoo felle politicus, de mau,
die als Kamerlid en Gedeputeerde in
zijn provincie populair was als maar
heel weinigen, nu als cetn. patriarch
kalm en gelukkig op zijn dorp, tus-
nchen zijn „Gedijkers" en is er tevre
den met; de rol van souffleur. "Wat
zouden vele kunstenaars, geleerden en
politici voor bittere déceptie en ont
goocheling bespaard zijn gebleven,
wanneer zij de diepe levenswijsheid
en de groote zelfkennis van dezen
ietwat ruimen, maar ras-echten Fries
hadden bezetenl
In mijn artikel over „De Lente-
Film" lieh ik reeds gewaagd van de
groote medewerking, die de beeren
Van der Ven en Stoop bij hun opne
mingen in het heele lamd mochten
ondervinden. Maar nergens was het
enthousiasme zoo groot als in Fries
land.
„Ik vroeg", zoo vertelde mij de heer
Van der Ven, „enkel de „Skotsche
Trye", den aardigen Frieschen boe
rendans, die bij de opvoering van
Fryske Trou op het Vaderland sell
Historisch Volksfeest te Arnhem in
11)39 zulk een groot succes had gehad
en men geeft mij 'voor de film het
heele openluchtspel van Schuitmaker
met al de danseu en plastische ver
beeldingen, zooals het op don Water
berg is gegeven!"
Ik was nauwelijks te Grouw, of een
jongen duwde mij al een papiertje ln
dc hand, waarop te lezen stond:
„Fryske Trou" yn it aide Grou. Yn
it liin feu Dokter om.
„Frysk Sjongkoar" fen Gediik soil
It jaen. De skriuwer Y. C. Schuit
maker scil d'r by wéze. Wij rekkenje
Pinlister-Mpandei op jimme komst".
Vertaald luidt deze aankondiging.
Fricsclie Trouw in het oude Grouw
in het land van Dokter Eellsje Hal-
berfsma! Friesch zangkoor van Gor
redijk zal het geven. De schrijver Y.
•C. Schuitmaker zal er hij wezen. Wij
rekenen. Pinkster-Maandag op jullie
komst!
In Holland kennen wij dezen go
moedelijketn toon niet op reclame-bil
jetten. Het klinkt zoo goedig en hui-
gelijk, het 1?. of Iemand je amicaal
op je schouders tikt, je vertrouwelijk
bij je arm neemt en zegt: „Kom, ke
rel, nou heb ik iets lieol moois! Dat
moet je nu gaan zien om mij pleizier
te doen!" Ein als ze het zoo vriende
lijk vragen, zou je al een barbaar
meet en wezen om te weigeren.
Met duizendtallen waren de biljet-
teai door Friesland verspreid en in
grooton getale waren de Friezen en
Friezinnen dan ook opgekomen om
naar het „Fryske l'rou"' te zien. En
dit Friesche publiek Interesseerde mij
eigenlijk nog meer dan het spel van
den heer Schuitmaker. Het viel mij
op, hoe kalm, ja bijna nuchter de
Friezen dit voor hen toch nationale
spel ontvingen. In Arnhem was er
bij Fryske Trou laaiende geestdrift,
enthousiaste bewondering, die zich
aan het slot uitte in gejuich en dave
rend bravo-geroep. Ilier in Grouw
klonk aileen na de aardige momenten
nu en dam een schuchter applaus en
was eerst aan het eind iets van echte
danltbaarhoid bij het publiek te be-
speui-en. En toch ben ik er van over
tuigd, dat deze Friezen evenveel, ja
misscliion nog. oprechter genoten bij
het zien van al die echt Friesche
groepen, de frissc.be melkers en melk
sters, de stoere maaiers en maalstere,
de plomple visschers en visschersvrou-
wen, die Schuitmaker in zijn spel hun
voor oogen toevende, dat hun hart
opsprong bij het liooren van een
liedje als:
Dan tige meltse, sa:
Sjt! Sjt! Sjt! pluk mar ta!"
't Rrüz 't yn 'e amer
Fief persint fet!" (1)
en bij het zien van het dansen der
Skotsche Trye en het Skoenmakkerke,
dat er zelfs werkelijke ontroering door
deze menscheninenigte ging, toen het
horstbeeld van hun vereerden dichter
„Dokter Eellsje" verscheen, maar tot
uitinK kwamen deze gevoelens niet.
De Friezen hebben geen druppeltje
Italiaansch bloed in de aderen. Eer
zal de maan op onze aarde vallen
dan dat de Friezen na een voorstel
ling „bravo! bravissimo!" roepen of
hun acteurs en actrices met bloemen
bestrooien. Dat noemt een Fries „aan
stellerij" en „kouwe drukte!" Waar-
mee ik echter allerminst wil zeggen,
dal zij minder echt en minder zuiver
genieten dan de zuidelijke, meer uit
bundige broeders. Hoe deze Friezen
er geheel en al „in" waren, bleek mij,
toen op het oogenblik, dat de dansers
van de Skotsche Trye even in de war
waren, de veldwachter van Grouw, die
vlak voor mij stond, zijn beide han
den plots tn zijn mond stok en hard
op riep: „Och jonges, wat jammer, ze
bin,ne d'er lit! En nou jüst, dat ze op
de film koinme! Wat jammer! Wat
jammer!"
Als „reizend redacteur" heb ik mijn i
andore helft, den tooneelcriticus van
Haarlem's Daghlad aan den ingang
van bet feestterrein achtergelaten. Die
andere helft zou misschien heel be
denkelijk hebben gekeken bij het hoo-
ren der ïlollandsche verzen van Y.
C. Schuitmaker, die meer aan een
pleidooi van een schoolmeester dan
aan poëzie deden denkou, 'hij zou
waarschijnlijk zijn wenkbrauwen heb
ben gefronst bij het opkomc-n van den
houtorigeai heraut, die in zijn conven
tioneel hel-ldeurig costuum met heel
de naluur-omgeving vloekte, hij zou
zeker lubben geglimlacht om de ,,ra-
rekiekkast" tussc-hc-n hc-t groen op den
achtergrond, waarin Philips tegen de
zon trachtte te concurreer en en tel
kens als in een revue bij Ter Hall.
vertooningen werden gegeven; mis
schien zou liij zelfs een heele ver
handeling hebben geschreven over hot
verkeerd begrip, dat rederijkers en
rederijkers niet- alleen nog steeds
van „openluchtvoorstelliugon" heb
ben. Maai- de reizende redacteur zag
van dit alles niets. Die zag alleen
maar het frissche groen, waarmee
met. het toowpel had omlijst, die zag
enkel de kleurige menschcnmassa. de.
weelderige bloemenweiden, den
slrak-blauwen hemel en de gouden
avondzon, die hoordo met een vroo-
lijh hart naar de opgewekte Friesche
zangen, aardig van melodie en pittig
van rhytme, die genoot van de realis
tische, echt Friesche volksbeelden,.-
wclkc Schuitmaker met zijn maaiers,:
zijn melkers, zijn schippers en hard
rijders hem schonk. Hij was blijde
mol de Friezen en Friezinnen om dit
beeld van „Fryske Trou" cn was .erg
dankbaar, dat hij zijn zuren collega
bi; het hek aan den ingang had laten
staan.
Des avonds na afloop heb ik met de
„Gedijkers" samen aan een feestmaal-
tijd aangezeten en toen heb ik ge
zien, hoe dc dokter en de bakkers
knecht, dc ega van den notaris en de
vrouw van den melkboer, de meest
vurige socialist en de onverschillig
ste Vrijheldsbonder broederlijk en
zusterlijk naast elkander zaten en al
len Hechts één gedachte hadden: dat
zij lid wareu van het „Fryske Sjong-
koar van Gedijk". En allen, zonder
(1) Dan erg melken, zoo! Sjt! sjt!
sjt! Tast maar toe! 't. Bruise in de
vijf procent vet!
Ön'dersclic-id van stand of partij, spra
ken zij met trots en vereerinR van liun
eere-voorzitter, den kleinen patriarch
met het grijze echippersbaardje, die
aan liet hoofd van de tafel was ge
zeten, van hun Geert van der Zwaag.
Na afloop van den maaltijd togen wij
gezamenlijk nog eens naar het feest
terrein, waar dien mfddag Fryske
l'rou was gegeven en daar dansten
wij de Skotsche Trye en het Skoen
makkerke en kenden wij allen van
den jong.-.ten socialist to*, den oudsten
liberaal geem ander lied dan:
Hup, sucpcngróattenbrlj
En ik .scil dij wol pakken,
Hup, suepengroattenbrij
En pakken scil ik dij!
Als wij overal eens een voorbeeld
namen aan de „Gedijkersen de
Grouwsters, wat zou de wereld dan
veel vrool ijker en prettiger zijn en
wat zouden wij elkander dan voel
beter begrijpen en waardeeren!
J. B. SCHUIL.
VAERGDERING VAN DZH flAARLEBSSHEN GEMEENTERAAD
(Vervolg).
Di wordraclt lol yerhooglng van le bijdrage aan da wonlag-
bodwTe.idenlglng „Tolnw|jk-tioord" aangebonden. - Het voorstel
tot plaetolng van lnrlebtlngen ran vermoeit op gemeentegrond mot
21-9 stommen aangenomen.
Mot 17-11 stemmen besloot de read tot Invoering eener zakelijke
belasting op bot bedrijf. - Debatten over de Inbreng van elgennemman
der Gemeentelijke Electrloebe Centrale tn de P. E. I.E.M.; de be
slissing verdaagd.
Baiten do roerdracht van B en V. om do boer F do Jonge tot
gemeente-ontvanger benoamd.
Punt 8.
Naar aanleiding van een adres van het
bestuur der woningbouwvereeuiging „Tuin-
ijk-Noord" stellen li. en IV. voor om bet
au die vereeniging ouder eerste hypothecair
verband ter leen verstrekte bedrag van
282.500 voor den bouw van 65 midden-
shndswimingen op terreinen - legen aan den
Kleverparkwcg met 22.500 tc verhoogen en
om de aan die vereeniging verleende bijdrage
van 3)2.500 te verhoogen met 6300.
De heeren Ge rr11 s z en v. d. Ban ma
ken aanmerking op de verhouding tusschen
de geraamde bouwkosten in 191) en do thans
gevraagde bedragen, die b. i. te hoog la.
Beiden zeggen dat het "bedrag fond» perdu
door de gemeente te verstrekken, titans be
langrijk boogcr zal worden dan dat voor
adó ere middenstandswoningen verleend.
De heer Slingcnberg antwoordt dat
de officiccle of theoretische verhouding ge
lijk is aan die vnn andere woningbouwver-
oenlgingen. Bij dp aanbesteding bleek dat
hooger word ingeschreven dan de bcgrooting
was. Nu wordt meer geld gevraagd en daar
door wordt de feitelijke verhouding hooger
"iu voor andere bouwvereeniginegn.
InmiddeU kan spr. aangaande dit zuiver
technische vraagstuk geen nadere Inlichtin
gen geven. Wil men de zaak nader zien toe
gelicht, dan zal hot voorstel dienen te wor
den aangehouden.
Besloten wordt tot aanhouding van het
voorstel.
Ptifri 10.
KEU MIS-VERM AKELIJKHEDEN.
Ir. verhand met de in de raadsvergadering
van 2 Juni 1920 aangenomen motie waarbij
dc wenschelykheid werd uitgesproken, dat
aanvragen tot het plaatsen van kermis- of
j-.dere vermakelijkheden bij den Rand aan
hanpig zouden worden gemaakt, doelen 1'.
en W. den raad mede, dat (le navolgende
verzoekschriften zijn ingekomen
le. van C. M. Vertnoien, te Botterdam, om
'crponning tot plaatsing van zijn inrichting
„Klein Zwitserland"
van II. L. Feij. te Berlijn, om vergttii-
tot plaatsing van zijn „Figuur 8 Baan"
van 1). van der Steen, te Utrecht, ooi
vergunning tot plaatsing van zijn poffertjes-
en wafelkraam cn
van J. A. do Melker cn P. Mulder, te
Botterdam, om vergunning tot plaatsing van
eeu vlieguiachine-carousïcl.
Bij de meerderheid van het college, bestaat
geen bezwaar aan het verlangen van ge
noemde adressanten te voldocD, onder nader
stellen voorwaarden en met dien verstan
de, d3t de inrichtingen niet gelijktijdig zullen
mogen worden gepla'atst.
Den raad wordt voorgesteld B. en W. te
machtige» dc gevraagde vergunningen tot
plaatsen der Inrichtingen op gemecntc-ter-
rttn te icrlcenen.
De Voorzitter deelt mede, dat nog
onderscheidene aanvragen zijn ingekomen,
waaronder van den heer Bonno voor eeu
reeks van volksfeesten.
De heer Wolzak zegt dat hij er zich
niet mede kan verecnigen, dat nu de kermis
officieel is afgeschaft, men langs dezen weg
weder kerm is vermakelijkheden wil gaan in-
De iteer Heerkens Thijssen zegt
dat 't er niets van heeft om dé kermis weder
voeren. Dc kermis, dat is heel wat
Er zal nu één enkele inrichting van amu-
anciu van tijd tot tijd "komen. Men moet
iet vergeten dat een en ander geld in de
gemeen te K.t.s brengt cn dat in allo andere'
gemeenten men dergelijke inrichtingen toe
laat.
Wie niet naar deze vermakelijkheden wil
gaan, die doet 't dan maar niet. zegt spr.,
tog de. aandacht er op vestigt dat een
vorige» keer dergelijke vermakelijkheden
lar Schoten gingen.
De heer v. d. Berg zet nog eens uiteen,
dat. dit heel W3t anders 'dan een kermis is.
De héér Peper vindt dat de raad goed
zal doen om togen dit voorstel te «temmen.
De arbeidersklasse is ie goed om haar de ge
legenheid te geven in dergelijke inrichtingen
van vermaak zich te vermaken. Om die rede.
ncn zijn de communisten tegen een paniëclc
fder-invocring van de kennis.
De heer De Braai is tegen hc-t voorstel,
waarmede z. i. de kermis weder zal wordeu
ingevoerd.
Do heer B o m a n s merkt op, dat met dit
voorstel de. kennis niet wordt binnengehaald
dat 't. bezwaar togc-n dc kermis niet is do
vermakelijkheden, maar dc geest die tijdens
cruris heersehl." "Wat is nu toch tegen
dit voorstel, dat naar een raming ƒ10.000 in
de gemeentekas zal brengen?, aldus spr.
Met 21—9 stemmen wordt het voorstel
aangenomen. Tegen stemden de leden Slin
gcnberg, De Braai, Poppc, Wolzak, Miezérns,
Mevr. Maarschall—Komiu, Mej. Van Vliet.
Brack en Peper.
Punt 11.
Ycorstei van B. cn W. tot toekenning van
steen aan werkgevers voor -.vn-lugridrege
lingen.
Goedgekeurd.
Punt iZ.
toorstel van B. en W. tot v. j/. -lag der
verordening op de heffing c.t i- -nering
van haven- c-n bruggeld.
Goedgekeurd.
Punt 13.
ZAKELIJKE BELASTING 01' IIET
BEDRIJF.
Voorstel van B. en W. inzake heffing vuu
een zakelijke belasting op he: bedrijf.
De heer G e r r i t s z zet uiteen dat deze
belasting niet rekening houdt met de .draag
kracht van hen, die ze moeten opbrciigeu en
«at dezo belasting in deze omstandigheden
een gevaar voor onderscheidene Ondernemin
gen kan zijn, die toch al niet in oen toestand
van roosklcurighcid verkoeren.
Spr. zou dit voorste] voorloopig willen aan
bonden om te zien hoe de economische toe
standen zich ontwikkelen. Indien blijkt dat
nog een ongunstiger toestand op indus
triegebied tegemoet gaat, met daaraan ver
bonden werkloosheid, dan zou men lator
kunnen besluiten om deze* belasting in 't
geheel niet te heffen. Maar indien niet dan
kan men altijd nog zien.
De heer Van Lierat k in gocn geval
oer deze belasting. Hjj zet uiteen dat in
ize verordening veel onbillijk lieden zitten
i dat de belasting niét zal worden gehaald
hij diegenen, die 't meeste verdienen,
De heer Romans maait de opmerking,
U men zeker nintmer een belasting kan
gaan hef/CD, die een ieder bevredig:. Wan
neer men let op bezwaren die er ziin dan is
feitelijk niet één belasting eeu billijke. Maar
er dient éénmaal geld iu de gemeentekas te
konten.
:n van de nieuwe bronnen van belasting
nu voorgestelde. Spr. nteeiit dat deze
belasting inderdaad een rechtsgrond hoeft,
in dc Kamer van vele zijden is verde
digd. De Tweede Kamer nam haar aan ou
zelfs in dc Eer.ue Kamer werden geen slem-
men van crïtiok vernamen. Mm kan dus
zeggen, dat deze belasting een onbil
lijke is.
Deze bron van belasting is een heldere.
Men dient niet te vergeten, dat om 't loon,
dat aan den arbeider wordt uitgekeerd en
te gering is, 't vestigen van arbeiders aan
de gemeente veel geld kon voor een cven-
tueele verpleging in Gasthuis enz. En ook
in een lijd van ntaiaire is deze belasting
billijk, omdat dan de arbeiders, die geen vol
doen loon hebben, zullen aankloppen otn een
ondersteuning bij werkloosheid.
Spr. meent verder dat een uitgaaf van
1200 op een bedrjjf van 100 werklieden niet
zal wordc-n gevoeld. Wil de raad niet deze
belasting aanvaarden, dan zullen de gelden
op een andere manier moeten worden ge-
d en dan zal de inkomstenbelasting die-
in te worden verhoogd. Het is daarom dan
aar béter dat hot bedrijf dé geiden betaalt,
Dc heer Van Liemi verklaart dat. z. i.
het bedrijf deze belasting niet kan dragen
en memoreert dat z.i. deze belasting eeu
onbillijke is. waarbij hij naar 't adres van
Haartcmsehe Handel» vereeniging verwijst.
De heer P c p e r zal stemmen vóór dc/.e
belasting, omdat bier iets van dc ondernemers
is ie balen dat niet op den verbruiker kan
wtorden verhaald.Er is kans iets van de
winst te halen. Deswege ben ik er voor.
- V-t spr.
De heer G e r r t s z betoogt dat dezo be
lasting onbillijk werkt en handhaaft de door
hént geuite bezwaren. Hij zet uiteen dat
•elu ondernemingen aan de grens van de
mórtbrengiug zijn en dient ten slotte een
oorstol in om 't raadsstuk aan te houden.
De lieer Poppe is van meerling dat een
zakelijke belasting theoretisch niet met
draagkracht kan rekening houden en vestigt
dc aandacht op dat reeds jaren naar deze
belasting is gevraagd. By deze belasting
wordt echter zooveel mogelijk met de draag
kracht rekening gehouden, merkt spr. op.
Dc gemeentekas moet de gelden per slot
van rekening kobben en indien de bezittende
klasse ze niet opbrengt, dan moeten
DOODEENVOUDIG.
Do student inoeet door het vuur van een
eïBJüen ia astronomie.
Toen hij uit do martelkamer kwam,
stond een van zijn vrienden hem op le
wachten en vroeg hoe het gegaan was.
.Schitterend', zei hij. „Zij vroegen mij
maur twee dingen en ik heb ze allebei da
delijk en goed beantwoord."
„Welke vragen waren het?"
„De eerste was: Wat is een parallax? cl
ik zei, dat ik het niet wist. En de tweede
was: Kunt u een eclips berekenen f waar
op ik: „neen" antwoordde.
„Ik zou wel eens iemand willen zien, die
twee vragen juister kan beantwoorden!"
PEILEN.
„Vader" zei de vierjarige Alientje, ik
moet u een heel belangrijke vraag doen",
„Wat dan kleine mUd?" vroeg haar
vader.
„Nou", vervolgdo het kind. peinzend,
„morgen ben ik jarig en ik zou wel willen
weten war u denkt, dal ik als ca deau zou
willen hebbc-n.
gemeentebelasting, dan zal de arbeiders
klasse de dupe worden. Spr. wil dat niet..
Men zegt dat vele bedrijven aan de grens
stuan. Maar spr. zou willen zeggen bet is
zegen dat vele bedrijven heengaan, die
kleinen aard zijn en niet nuttig op de
gemeenschap inwerken. Spr. ziet niet in dat
deze belasting voor de werkgevers uitermate
onbillijk is. Inmiddels is hij bereid om er
mede nccoord te gaan dat 't punt wordi aan
gehouden.
Dc heer B o m a n s zegt dat de midden
bedrijven van deze ton aan belasting :i)ct
vee: zullen moeten opbrenr.eo. maar dat ln-
tnen dh vorstel verwerpt, de arbeider»
on aan inkomstenbelasting zullen moeten
beluien. Van die ton die deze belasting zal
oelen opbrengen, zal 80.000 van de groote
.u.toren en bedrijven moeten komen.
Dc houding van de soc.-d«-m. als de heer
Gerritsz die nu aanneemt, kan spr. zich niet
indenken. Voor een aanhouding gevock
spr. niets. Te wachten tot oen hoog-con-
juneiuur, en dan eerst deze belasting te gaaa
.voeren, dat gaat niet aan, meent spr.
Het voorstel van den heer Gerritsz. wordt
mi-l 1910 «temmen vcrworjicn. Vóór stem
den de leden Dc Zeeuw, Van Ommeren, Ger
ritsz, Poppe. Roest. Kingrna, Koerwolf. Groe-
ncudaa:. mevr. MaarschallKomin eu mej.
Van Vliet.
Art. 1 der verordening wordt mn 17—11
n aangenomen. Tegen stemden de
ion: De Zeeuw, Van Ommeren, Gtirritati
<1. Kamp, RooM, Koerwtolf, Miezérus, mevr
Willckes Macdonald. mevr. Maarschall-
Komin. mej. Van Vliet cn Van Licmt.
Dc leden Dijk en Koppen waren bij do
stemming afwezig.
De gcheelc verordening wordt z. li. s. >an«
genomen.
Punt 14
DE INBRENG DEK GEMEENTELIJKE
CENTRALE IN DE P. E. G. E. M.
Voorstel van B. cn W. tot hei inbrengen
:.r, de gemeentelijke eketrisebe centrale in
de 1'. E. G. E. M. Een minderheid van hel
eolege kan ziel», niet het voorstel niet ver
eenigen.
De V o o r z i 11 o r zet het siandpuiiL vau
de minderheid van B. en W. uiteen en
laat daaibij er nadruk op vallen dat z.S.
de gemeente door een vorig raadsbesluit
gebonden en dat vele moeilijkhe-
don zijn te wachten bij een inbrengen van
gemeentelijke centrale in de P.K.O.E.AL
Een ander bezwaar ie, dat bij de P.E.CS.EtM.
drie directeuren zullen zijn en dat c-r dus
iet een éénhoofdige leiding is.'
Spr. concludeert dat de gemeente zelf
standig dient te blijven en niet een 'stip
moet doen. die voor Haarlem geen voordeel
zal opleveren; nadat door hem ie opge
merkt dat do Haarlenisehe oentrale genoeg
capaciteit bezit om Haarlem van eleelrL
sclitn stroom le voorzien.
Do heer Van Liemt betoogt, dot nil
het gevaar van centralisatie is verdwenen,
gemeente in andere omstandigheden
dan oenige jaren geleden verkeert, en dat
tegen een opheffing van de eigen gemeen
telijke centrale veel bezwaren bestaan;
terwijl do inbrenging in de P. E. G. M.'
de gemeente geen voordeelea kan op
leveren.
n de toetreding tot de P. E. G. E. M.
Bpr. niet de noodzakelijkheid in. - Wil
men uitzien naar een andere belangen ge
meenschap, dan is dnt wat anders.
De heer Wolzak zegt dat de llaad
bet bekende besluit in 1919 nam, na een
rede van den heer Bomans gehoord te heb
ben. Toen reeds was de beslissing moeilijk,
zij dat nog meer, nu in het col
lege van B. en W. tweeërlei strooming .is.
Aangaande cenige punten was spr. gaarne
ader ingelicht.
Volgens hein gaal het hu niet om ccn in
breng, maar om een overdracht van ver-
'hitiende losse en vaste goederen- De P.
E. G. E. 31. zal denkelijk nan Haarlem,
Amsterdam en aan do Provincie 'n schuld
bekentenis geven. Het is dan gewensebt
dat do P. E. G. E. M. nan de gemeejite ecu
zekerheid stelt.
Ts het de bedoeling dot de P.E.G.E.M.
inst Jikl en hoe zal dan het dividend
worden verdeeld? Een andere vraag is, ia
voor de gemeente van belang. <lat do
ilcr 1, 2 cn 3 -genoemde gebouwen niet
zullon worden ingebracht
Spr. concludeert dat. het gowensc-ht i-, dat
e raad nog eenigo nadere inlichtingen
an B. en W. krijgt. Hij vraagt daarom of
r niet iets voer is te zeggen otn der.o
zaak alsnog in de afdeelingen te gaan be
handelen en dan deu raail nadere inlich-
ingen te geven.
De heer Roest motiveert zijn slem
-óór het voorstel van B.
dan gebaald uil dc slechte niet progressieve daarbij in beschouwingen als door betn
Feuilleton
De geheimzinnige
Roger Bullock
10)
Die man is voor lieu een vreem
de eu voor mij ook; ik weel niet eens
hoe hij heet, fluisterde Madeline.
Waarom zouden zo hem willen ver
moorden?
Ik hoorde Jaljoz. zeggen dat jij
hem liier gebracht had én verborgen
had, dat scheen de reden te zijn; iets
anders weet ik ook niet; ik verstond
alloeu brokstukkon van zinnen, ik was
veel to zenuwachtig om goed te luiste
ren.
Hij vertelde mij dat hij iets gc-
da.au liad waarvoor hij vervolgd
werd, zeitle Madeline nadenkend.
Misschien bedoelde liij dat wel. Wat
lüoeten wij nu doen, waar kan ik hem
verbergen?
Op dat oogenblik hoorden zij dc
deurknop omdraaien, waardoor ze
merkte dal iemand haar bespiedde en
luisterde. Zij klemden zich aan
elkaar vast cn durfdon nauwelijks
adem te halen tot een zacht schuife
lend geluid haai- zeide dat de luiste
raar verdweueu was; toen stond Ma
deline op, haalde diep adem en stak
liet licht oil. Op vastberaden toon
zeide ze tegen de bevende Susan
Roach:
Ik heb er genoeg van. Ik zal
naar mijn voogd toegaan, n.u dadelijk;
ik zal dreigen de straat op te loo
pen en hulii te roepen; alles is beter
dan dit. Ik ga nu dadelijk.
Maar Susan Roach viel op de
knieën, greep haar japon en smeekte
haar om liet niet te doen. Deuk
aan mij en donk aan. den man dien
je verborgen hebt, fluisterde ze.
De id: eens wat lloach zou doen als hij
wist wat ik je verteld had. En is die
man in den stal geen voortvluchtige,
die bang is voor het gerecht?
Madeline bleef staan en keek de
vrouw aan. Daar had ik niet aan
gedacht, ik was het vergelen, zeide
ze. Maai* wat moet ik nu doen?
Iloe kan ik hem helpen? Hij zeide
dat ik de eenige was die hein vriend
schap had g toond.
ik weel niet wat wij doen moe
ten, kreunde Susan Roach.
Gaat u maar naar uw kamer. Ik
ben sterk genoeg om tlit zaakje alleen
klaar te spelen, zeide het meisje, ter-
wij! zo de oude vrouw overeind hiolp:
Ik moet hem uil den stol wegkrij-
gen en eon andere plek vinden waar
hii zich kan verbergen.
Zij duwde Susan Roach letterlijk de
donkere gtinc in en liet haar alleen
zoo goed en zoo kwaad als het ging
naar haai- kamer terug strompelen.
Nadat ze een lieeleu tijd had staan
luisteren cn niets hoorde dan het blaf
fen van een paai- honden op een af
stand en liet gebrom van twee stem
men in de kamer beneden, sloop Ma
deline 't huis uit eoi haastte zic.h door
den tuin naar den stal. Verscheidene
keeren stond ze stil en keek om en
luisterde. Maar het was doodstil en
ze bereikte veilig en wel den stal eu
klom de ladder op naar den zolder.
Dezen keer had ze geen lantaarn
bij zich en het was er heeleinaal
donker, alleen zag ze door eeu reet
in het dak een paar sterren flonkeren.
Ze zocht langs een muur tot ze de
doek aanraakte die voor gordijn dien
de, zé schoof den lap iets op zij, zoo
dat er eetn weinig licht naai- binnen
viel. Toen ging ze van het raam weg,
viel op haar knieén naast Mar): Con-
naway en schudde hem zacht heen en
weer. Ze was blij dat het zoo donker
was toc-n de man zicli onrustig be
woog in zijn slaap en mompelde:
- - Madeline, en nog eens Made
line.
Ze schudde hem weer en een oogen
blik later zat hii rechtop, wreef zich
<)p oogen uit en deed blijkbaar moei
te out te ontdekken waar hij was en
wie er toch zoo tjgen hem praatte.
Er dreigt gevaar, groot gevaar,
herhaalde het meisje iel kens weer.
U moet hier dadelijk vandaan, er
zijn meiischen die u hier zoeken.
Goed, ik ben klaar wakker, zei
de hij, terwijl hij opstond, Waar
om door u dit allemaal voor mij?
Vlug, zeg me wat ik doen moet. waar
ik me verbergen kau.
11: heb een plan bedacht, fluis
terde zit. Dit groote vervullen huis
waar ik woon is maar half in ge
bruik. Er gaat een of ander verhaal
over een legende, dat het in eeu van
de vleugels spookt. Het is er nog net
zoo als jaren geleden maar er komt
nooit iemand. Daar zoudt u zich een
tijd huig kunnen schuil houden, ten
minste als u kans ziet er door een
van de ramen in te klimmen en als u
niet bang voor spoken is.
Ik denk wel dat ik er door een
raam zal kunnen binnenkomen, zeide
hij, en lk ben niet bang voor spo
ken dal is te zeg'gea, op één nn,
voegde hij er binnensmonds bij.
Kom nu maar*, ik ben gereed.
Vlug lii-j) zo de ladder af en Mark
volgde haar. Hij wist natuurlijk niet
dat zijn leven op zulk ec-n vreemde
wijze bedreigd werd door do manm'ii
in het huis waar zij woonde; hij
dacht natuurlijk dat iemand zijn
schuilplaats ontdekt had en dat li ij
gevang "li genomen, zou worden om de
straf tc ondergaan voor dc misdaad
die hij begaan had. Hand in hand
hadden ze den weg naar de sialdeur
gevonden en ze wilden juist den tuin
in gaun toen ze tegelijk stilstonden.
Ver weg in de richting van het huis
zagen zc dioh hij den grond een licht
flikkeren dat bewoog, blijkbaar een
lantaarn die door Iemand gedragen
werd.
Daar komen zc ai! fluisterde zij.
Vlug!
Ze vluchtten den sial uit, twee grij
ze gedaanten in het donker, en liepen
tnsschen de hoornen door; Mark hield
steeds Madeline's hand vast. In de
verte zagen ze liet licht van da lan
taarn, ze zagen het in den stal ver
dwijnen. En. even later z.ag Mark dat
ze> bij een hoog gebouw stonden, dut
dik met klimop begroeid was o» waar
van dc ramen met. luiken bedekt wa
ren. Hij hoorde de stem van het
meisje.
U kutit gemakkelijk tegen "de
klimop naar boven klauteren, de lui
ken zijn oud en ik deuk wel dat u ze
open zult kunnen krijgen. Ik durf niet
langer te wachten; ik moet naar huis
terug, want ik wil in mijn kamer zijn
voor ze terugkomen. Vaarwel!
Voor hij haar kon antwoorden was
ze uit hel cózieht verdwenen cn slond
luj daar alleen. Toen hij naar lxwen
keek za.r hij dat een luik wat uit dc
schani.'-icn gezakt was; hij besloot
naar dat raam tc klimmen omdat hij
vermoedde dat hij daar wel gemakke
lijk zou kunnen binnen komen. Hij
klom naar boven, hield ziclr met zijn
linkerhand vast en slaagde er mét
eenïge moeite in het luik open te ma
ken. Hij richtte zich zoo ver mogelijk
op. maakte het raam open en liet
zich in de kanier zakken. 11 ij sloot
liét luik en het raam en stond in de
duisternis to luisteren.
IntuRschen waren ue twee inaiineN
heel belioedzaum de ladder naar den
stalzolder opgeklommen en liaddcn
ontdekt dat de vogel gevlogen was. Ze
zagen waar hij op het stro had ge
legen en ze vonden een flesch en over
blijfselen van voedsel. De twee schur
ken keken elkaar aan, .labez Rogch
greep den dikken stok dien hij bij
zich had, steviger vast en uitte bin
nensmonds ecu verwonsching.
Ze heeft dus toch geluisterd ca
hem gewaarschuwd, mompelde hij.
Zonder verder iets te zeggen draaide
hij zich om en giug de ladder af,
gevolgd door Hes.
'Wordt vervolgd).