Run firs Disbud ótaiisaiDuws Onze Lachhoek SPOKEN. VIERDE BLAD. Zaterdag 28 Hel 1021 De lotgevallen van een Engelscne oiticiersvronw. UIT DEN OORLOG IN MESOPOTAMIA Do weduwe van een lïritscli officier, die bij den opstand, wolko verleden jaar in Me sopotamia hoeft plaats gehad, gesneuveld is, hoef', haar buitengewoon spannende en merk waardige wederwaardigheden te boek ge steld. Aan hot eerste deel, m de „Times" opge nomen, ie 't volgende ontleend IX kazerne, te Sjaliraban, oen nlaate op 8(1 K.M. ten Noord-Oosten van Bagdad, waar de heldin van ons verhaal, mevrouw Bucha nan zich bevond, werd door de opstande lingen belegerd. Docli laten wij mevrouw Buchanan zelf san het woord in dc Qushlah (kazerne) bevond zich een garnizoen, bostaande uit vlrie officieren, w.omijn echtgenoot, die adsistent-offieier .voor dc irrigatie was, voorts een sergeante ma>oor en nog twee onder-officieren, en vijftig man Arabische hulptroepen. Dezo hadden tweehonderd patronen elk, terwij) er bovendien nog een munHie-reeerve was van vierduizend patronen, dus £50 patron-1 per man. Deze strijdmacht moest de Qushlah togen den aanval der inlanders verdedigen. Wij hadden slechts ongeveer dertig inlanders op straal, gezien, doch toen ik aan een der offi cieren vroeg, hoeveel or waarsohijnlijk aan den aanval zouden deelnemen, .antwoordde Lij, dat het er naar schatting vijf i. acht honderd waren. Dit verschil in getalsterkte was nog niet zóó verpletterend als uit de eerste genicbieu was op to maken. Maar dc ïnlandscho hulptroepen waren nog niet in hot vuur geweest, en hun gedrag viel dan ook, zooals later zal blijken, biter togen. /.onlang mijn man echter bij mij was, ge voelde ik mij alsof cr niets kon gebeuren. Hij bad mij in een kamertje gebracht, dat dooi kapitein Wriglej gewoonlijk als bu reau werd gebezigd. Ik ging op een matras op den grond zitten. Buiten hoorde ik de ko gels gieren. Daar bleef ik, tot mijn man mij even later kwam halen. Hij bracht mij thans naar een groot laag vertrek, waarvan de vensters van dunno ijzeren stangen waren voorzien. AI en toe kwam cr door deze ven ster. ecu kogel binnen ik ging daarom op de:i vloer liggen, en gevoelde mij uiterst ver- Even over half drie kwamen de officieren bijeen om den toestand te bespreken. Het stond er slecht voor. Do hulptroepen waren voer het mocrendoel voor het gobapw ge- phiatst, waar zij van achter do pilaren der veranda en liet lage muurtje konden schie ten ook op liet dak bevonden zich eeuige manschappen. Een half uur geleden waren er echter twee gedeserteerd, en na dien tijd gingen er voortdurende groepjes van 2 en 3 man vandoor. Ook bleven zij voortdurend doorschieten, zonder te mikken. Do inlanders daarentegen schoten soms uit stekend. Van kapitein Bradfield word oen sciiotiderbedekk-ing afgeschoten. Hij maakte zich zeer bezorgd over de doserties en het toenemend gebrek aan munitie. „Hadden wij naar een paar machinegeweren!" riep hij ail. „En ik heb mnnitic aangevraagd, doeh die komt maar niet!" Omstreeks drie uur stegen onze verwach tingen ten top, dóch wij werden wreed te leurgesteld. Er kwam namelijk een vlieg tuig in hot gezicht, en dc drie officieren gin gen met lakens op het dak om noodseinen te geven. Ik hoorde het vliegtuig naderen en Sing naar dc binnenplaats om het te zien. et vloog recht over do Qushlah, ongeveer vijfhonderd voel hoog. Tweemaal cirkeldo het boven de kazerne, en do mannen op het dak zwaaiden uit alle. .macht met de laken». Dc vliegenier moet gezien hebben, dat wij in nood verkoerden, hoe zwak het garnizoen was en hoe talrijk do inlanders! liet vliegtuig wendde zich echter nog maals en vloog weg. Do mannen kwamen raar beneden. \ol hoop. De signalen moesten gezien zijn. en het vliegtuig zou terugkomen, met mitrailleurs en munitie. Wanneer we het maar zoo lang konden uithouden! Een poosje werd het vuren gestaakt, doelt om kwart vóór vieren begon het weer, nog heviger dan tevoren. Tot dusver vtas dc moed mij niet ontzon ken. docli thans gebeurde er iels, dat miin zenuwen verschrikkelijk schokte. Ik hoorde sergeant Newton op het dak om een touw roepen. Het lijk van con der inlaudsche sol daten lag aan zijn voeten, en toen hij het touw kreeg, lief hij bet lijk langs den muur op do binnenplaats zakken. Het liet. oen bloedspoor op den muur achter.... Toen eerst besefte ik, dat dc inlanders voorne mens waren, ons te doodon, zoo spoedig zij daartoe de kans schoon zagen. Om kwart over vieren kwam mijn echt genoot en de bcido kapiteins binnen om tbce te drinken. Zij waren nog zeer bedaard, en hadden juist het besluit genomen, een drin gende boodschap naar Iiakuba te zenden. Zij wisten natuurlijk niet, dat Bakuba den vo rige» dag door de Arabieren was genomen. - Bovendien boezemde dc watervoorzie ning ons groote bezorgdheid in. Er was maar één waterput in dc Qushlah. en die was in dat jaargetijdo niet zoor goed gevuld. Wij vormden dan ook een plan om te ontsnappen. Wanneer er geen hulp kw.im, zonden wij om drie uur 's nachts vertrekken, eu trachten, ons vechtende een weg door dc inlanders te banen, naar Dcltawah. Hot was een wanhopig plau, en ik twijfelde cr sterk aau. of liet ons zou gelukken. Muar wij hadden geen andere keus. Dc officiereu begaven zich weer post. waarop de heide sergeanten kwamen thee drinken, in gezelschap van den heer Ba-ines. Deze werd gewoonlijk „sergeaut Baincw" genoemd, doch hij was onder-ilirec- teur van een veefokkerij te Sjahrabau. Hij wooudb dicht l>ü ons, maar ik had hem tevoren nog nooit gezien. Zij bleven niet lang, en ik ging don grond liggen. Het vuren was heviger dan ook te voren en ik gevoelde mij door een paniek aangegrepen. Op dat oogenblik wilde kapitein Bradfield hc-proeven om onderhandelingen mot de bi landers aan te knoopen wij zouden dan ten minste zekerheid hebben omtrent hun stem ming. Lang werden wij niet in twijfel ge laten Twee onzer inlandsclie soldaten werden door de poort van de kazerne naar den bazar gezonden, waar het hoofdkwartier der opstandelingen zich bevond. Zij hadden stok ken bij zicb, waaraan wille doeken waren gebonden. Hel was dus duidelyw-, dat wij besprekingen wilden voeren met de inlan ders Toch werden de beide parlementairen neergeschoten. Toen ging kapitein Wrigley over tot het verbranden van a! onze documenten en bankbiljetten. Do hist met gemunt geld sloot hij af. cn dc sleutel werd in de put gewor pen. Het vuren werd nog hevigerhot ge raas was verschrikkelijk. Kwart over zessen kwam Billy, mijn jnnn, de kamer binnen. Hij zeide „Houd" jo nu Hink. De inlanders be stormen de muren. De poorten zijn gefor ceerd. Wy moeten ons leven zoo duur moge lijk verkoopen." Toen bij zich omdraaide, om weg to gaan, kon ik mij niet weerhouden uit te roepen„Laat me niet alleen!" „Nu moet ik gaan." antwoordde hij, „maat ik kom weer terug." Hij ging naar buiten. Ik nam mijn hand koffer, waar mijn ju-woelen ou geld in zaten! pmbeerde do Bloten open te krijgen. Ik 3 zoo zenuwachtig, dat, ik h-ier nie-t in slaagde. Eón slot ging open, maar bet an dere bleef dicht. Ik had mijn duurste juwee- len er ui! willen halen oiu «e aan te doen, wanneer wij zouden vluchten. Doeh het is maar gelukkig, dat ik mijn voornemon heb kunnen uitvoeren, want dan zouden mijn ringen, waarschijnlijk ook mijn handen verdwenen zijn. Onze beide revolvers, een Colt en een kleine Browning, stopto ik onder ma-tras. om er gemakkelijk bij te kun- wauneer wij ze noodig mochten hebben. En d3t was heel spoedig liet geval. Het vuren duurdo onalgoiiroken voort; de maunen schreeuwden, de paarden trap pelden; het was een oorverdoovend lawaai Plotseling kwamen Billy, Bradfic-ld en Wrigley de kamer binnenstormen. „Waar zijn jullie geweren?" riep ik uit. Billy antwoordde: „Weg". In korte woorden vertelden zij mij, dat len hen omsingeld had en de geweren had afgenomen. Bijna alle soldaten wa- gedeserteerd en hadden hun wapen, den steek gelaten. Sergeant Nesbitt was gesneuveld bij de poort. Sergeant majoor Newton was op het dak; wij wisten toen niet, dat ook hij gedood was. Wat er Baines was geworden, konden zij niet zeggen. Zij hadden zich een weg gebaand naar do kamer, ongewapend, om everi tijd te winnen voor het beslissend ge vecht. Reeds toen werd ik getroffen, en thans, nu alles achter mij ligt, in veel hoo ger mate, door de kalmte cn onverschrok kenheid dezer drie mannen in het uur des ge vaars. Door hun moed was ik in den waait gebracht, dat hel er nog niet zoo slecht met ons voorstond, totdat hun go eren waren weggenomen. Wij waren nu allen in do kamer, ook onzo Aimeenseho knecht Gosdan en de kok. Buiten was het een verschrikkelijk tu mult. Bradfield wendde zich tot Billy en zeide: „Ik zal probeeren, of ik 't kan doen ophouden". Hij ging de kamer uit, en we hoorden hem m het Arabisch iets roepen. Toen klonken twee scholen. „Bradfield, Bradfield! kom terug 1" schreeuwde ik. Een oogenblik later zeid Wrigley: „lk na even kijken", en ook hij ging naar bui ten. Geen vau beide heb ik levend terug gezien. Nauwelijks was hij weg, of een troep in landers drong do kamer binnen. Zij wareu kort van gestalte, vuil on hadden terug stootende gezichten. Hun bovenkieeren waren bij den gordelriem ingestopt om hen niet bij hun bewegingen te hinderen Zij waren gewapend met kromme messen, dolken en geweren, die zij afvuurden zon der te mikken. Het was dpnker geworden en do vlammen der schoten verlichten de kamer. Het was verschrikkelijk warm. Billy zeide loon tot mij: „Kom kind, wij .joelen er een oin aan maken. Heb je mijn revolver?" lk haalde de xevolvrs van onder het matras te voorschijn. Do Colt gai ik aan Billy en do Browning hield ik zelf. Hij vertelde mij, wat ik zelf reeds 1st. namelijk dat er maar vijf patronen iron voor do Colt. Voor do Browning is er munitie genoeg, maar liet was wei- g meer beier dan con stuk speelgoed. „Niet vuren voor ik het zeg" zeido Billy. Zij waren nu vlak hij ons en liepen o:n ons heen. Een paar warc-n druk aan het plunderen; zij sleepten alles naar buiten wat zij konden vinden, onder verschrikke lijk gegil, geschreeuw on getwist onder elkaar. Toen voelde ik dal eon Arabier mij aan greep. Hij trachtte mij uit mijn hook te trekken. Ik gilde. Hïjn man schoot, en dc Arabier viel neer. Het .oogenblik was gekoyneu, om ons leven zóu duur mogelijk to verkoopen Ik had een stekende pijn in mijn zij-Ie. Vaag zag ik een gat in den tuinmuur. Ik sprong cr door cn liep snel dwars dóór deu tuin totdat ik bij een sloot kwas oj> een verborgen plekje ging liggen, lk kon maar niet op adem komen; mijn tong was gezwollen en mijn keel deed hevig pijn door het langdurig rcUieeuweu eu door het stof. Trouwens, ik ha-J pijn over het gcheele lichaam. Nog steeds hoorde ik Schieten. Plotse ling hoordo ik voetstappen aderen. Ik keek op en zag «enige mannen naar mij toe komen. De man, die vooraan liep, droeg «en geweer. Ik dacht, dat dit mijn «inde beteekende. Ik stond op en riep iien trach tende hun duidelijk te maken, waar zij moesten «hielen. Met veel gebaar woes ik op mijn hart. „Yawash, yawash!" (kalm, kalm) riepen zij. Ik wist dus, dat saj niet van plan wa ren mij onmiddellijk te dooden en pp dat oogenblik verlangde ik naar den dood om-dat mijn man was gedood. Toen zij mij genaderd waren, grepen zij mij bij den arm en sleurden mij mee, tJïartegen ik mij tevergeefs poogde te ver zetten. Zij waren met hun vijven en twee van hen zagen versehnkkelijk uil, gekleed in lompen, die aatnenkoekten van bet vuiL De andere drie zagen er wel niet vies en smerig uit doch hun gelaats uitdrukking was meer dan afstootend. Zij dwongen mij, een muur over te klim men, waarna ik moest gaan zitten, terwijl ik ondragelijke pijnen leed. Het was me trouwens niet mogelijk, nog een voet te verzetten. Door do macht der gewoonte keek ik op mijn horloge, dat bij de fouil leering te Qushlah onopgemerkt was ge bleven. .Het was twintig minuten voor De kereds grepen onmiddellijk mijn hond vast en hieven een ontzettend geschreeuw aan, terwijl zij dolken voor den dag haalden. Er ging een rilling door mijn lijf.want op deze wijze wilde ik niet sterven. Ik rukte mijn arm los, en maakte mijn horloge, dat ik om de pols droeg, los on wierp het hun toe, waarna zich een druk gesprek ontwikkelde wie het zou krijgen. Toen die vraag eindelijk was opgelost, begon het vijftal te beraadslagen waar zij mij zouden heenbrengen. Ik was bang, dat een van mijn bewakers mij mee zou ne men naar zijn eigen huis. Wij Hepen een binnenplaats over, gingen door een andere deur en kwamen nog maals op een binnenplaats. Hot was te donker, om goed te kunnen zien, doöh er kwam oen man, die «en lamp bij mij neer zette en mij in het gelaat zag. Hij wees op de talrijke bloedvlekken op mijn blou se, waarna zioh een langdurig gesprek ont spon. Ik wist in de verste verte niet waar rer spraken, doch ik denk, dat de man d« lamp er zeer verbaasd over was, >en Engelsche dam6 er zoo kon uit zien als ik. Inderdaad ik zog er meer dan Mijn haar was los gegaan en hing mij op den rug, mijn blouse en mijn rok waren vreeselijk gescheurd en overdekt met bloedspatten. Ook de tweede deux werd ten sloMe ge opend; wij gingen er door en kwamen op een pad, dat langs een kanaal liep waarlangs mijn man en ik dikwijls waren gewandeld, wanneer wij naar het tennisveld gingen. Toen wij bij do brug kwamen, zog ik dat zioh daar een groote menschenmenigte had verzameld. Onze weg voerde verder langs ons huis, doch het was zóó donker geworden, dat ik er niet veel van kon zien alleen zag ik, dat, althans van buiten af, sedert ons ver trek niets aan onze woning was veranderd. Wel stond de voordeur open, docli dc gor dijnen hingen nog voor de ramen en dc gang lamp brandde. Er scheen niemand in het huis te zijn. Wij gingen voorbij, sloegen don boek om en liepen een nauwe steeg door. Ten siotto kwamen wij voor ecu poort, waar mijn begeleiders aanklopten. Na eenig wachten verscheen iemand in de opening, waarop een lang gesprek begon, waarvan ik niets begreep. In den aanvang van onzen tocht had ik mijn vijf begeleider.? hooren spreken ovor bet huis van den sjeik Majid en ik veronder stelde, dat zij mjj daarheen wilden bren gen. Ik wist niet. wie deze bjeik was, doch later vernam ik, dat hij een neef was van sjeik Ilamid, het hoofd van den stam, die onze dappere mannen bad vermoord. Boven dien wan de sjeik zóó arm, dpt hij zelfs aan zijn eigen vrouwen niet genoeg tc eten kon geven. Thans stónd ik voor bet huis van dezen sjeik. Toen het gesprek was afgeloopen, werd een zware hoiitc-n sluitboom wegge schoven en de poort een eindje geopend. Wij traden binnen. Voor een oogenblik hoersebte er stilte en ik keelt naar de talrijke gezich ten, die alle den blik op dc poort hadden gevestigd, waardoor wij waren bmnengoko- m. Zooa-ls raon zal begrijpen, was ik niet een toestand om alles tót in bijzonderhe den op te merken. Naar schatting bevon den zich daar ongeveer honderd mannen, misschien wol meer. Wat ik vooral duidelijk zag. waren de kromme dolken, die alle aanwezigeu in hun gordel droegen. Do binnenplaats. waarop tbans bevonden, was vierkant van aan alle zijden zag men vensters van kauiers, die daar op uit kwamen. Do grond bestond uit vastgeklampte aarde, ter wij! zich in bet midden een aantal banken bevond, waarop «enige mannen waren geze ten, terwijl anderen c-r omheen stonden. De binnenplaats werd verlicht door stormlam- pon. welke opgehangen waren aan boutcu palen, dio aan -het dak waren bevestigd. Toen ik mij bewust werd, dat de poort ach- its wuö gesloten en gegrendeld, en dat ik ingesloten, begon ik uit alle kracht aan den houten afsluitboom te rukkon, zonder echter eenïgo beweging in te kunnen krij gen. Toen liegen ik te wie-enen. Toen kwam een oude man naderbij en lk Ihoorde "zeggen: „Sjeik Majid". lk keerde mij vin. opdat ik zijn gezicht zou kunnen zien. „Bciii u Sjeik Majklï" vroeg ik. terwijl ik beiu recht in het gelaat koek. Jlet gezicui, dat ik zag, was verre van vriendelijk. en in nemend zijn oogen waren klein en wate rig. zjj lagen dicht bij elkaar en keken schichtig. De inan had een langwerpig, geel gezicht, omlijst door een witte baard eu onmiddellijk gevoelde ik, dat ik dezen man ik keek hem een poosje aan en plotseling begon bij te spreken. Tc vergeeft) probeerde ik te begrijpen, wat liij aide. Hij sprak veel en vlug voor mijn beperkte kennis van hot Ara bisch dan dat ik do beteekenis van zijn woorden kon vatten. Eindelijk kwam een Arabische jongen naderbij, die Engolreh kende en tbans als tolk fungeerde. l>e sjeik wilde unj slechts zeggen, dat ik niet hang behoefde tc x'yn, want dat hij mij zou beschermen, zoolang ik in zijn huls was. lloewiel dezo woorden tamelijk geruststel lend waren, gevoelde ik mij toch allerminst op mijn gemak, lk was er van overtuigd, dat de sjeik huichelde cn dat hij niets meende van hetgeen hij zeide. Toch deed ik hem een verzoek, lk zëide hem, dat mijn salnti was gedood en dat ik wilde, dat zijn lijk naar huis werd gebracht. De sjeik antwoordde cohter, dat dn onmogelijk was. Wauhojiig smeekte ili hem, mijn verzoek in te willigen, liet was mijn oenigc wensen voor het oogen blik; docli nogmaals gaf de sjeik te verstaan, dal dit Jeu «enenmale onmogelijk was cn ik kreeg den indruk, dat de gedachte er aan hem uict aanstond, lk vroeg daarom aan een Arabischen jongen, waarom ik het lijk van mijn man niet moebt hebben. De joDgen schudde het hoofd. „Neen," zeide hij, „dat zou erg verkeerd zijn." DE NIEUWE KERK IN HET AM STERDAMSCH KWARTIER. Haarl. Treti.bL meldt: De collecte, ge houden aau de deuren der kerken od Zondag 22 Mei, voor de nieuwe kerk in hot Arusterdamsche kwartier heeft opee bracht 189.32. liet plan is beraamd om in het laatst ui September of boign van October een waar ten voordeele van deze te stichten kerk te houden. ALGEMEENE N.-HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVER ZEKERING. Bovengenoemde maat schappij, onder directie van de Iieorc-u K. Baas Azm, Johs. de Joilgh, Mr. A. R. Baas en H. G. de Jongh, hield Vrijdagmiddag, onder leiding van den president-commissaris, den heer Jlir. Mr. D. E. van Lennep, haar jaarlijk- scihe vergadering van aandeelhou ders. Aan het door directeuren uitge bracht verslag ontleenen wij het vol gende: liet verzekerd kapitaal 6teeg van f 9.965.127,68^ op uit. Deoember 1919 tot f 11.976.084,91i op uit. December 1920, mitsdien een toeneming van f 2.010.957,23. De rekening „Premiën' met een saldo op uit. December 1919 van f 235.059,22 aan termijn premie en f 17.897 aau koopsommen wijst thans eon saldo aan von f 353.097,73f, ter wijl geen koopsommen werden ont vangen. Er valt derhalve op deze rekening een vooruitgang te ccmstateeren van f 68.038,51 j. De sterfte onder de verzekerden had een gunstig verloop; de waargenomen sterfte en uitkeering Weef resp. 37 en ruim 21 beneden die, welke be rekend was. Het totaal bedrag, hetwelk in 1920 werd uitgekeerd, de lijfrente mede daaronder begrepen, bedroeg de som an f 88.253.43J. Hierop werd terug ontvangen we gens herverzekering, etai bedrag van f 2.500. Alzoo per saldo f 87.753,431. De Premie-reserve, berekend door Dr. G. de Vries te Haarlem, moest een verhooginp ondergaan van f 113.254.51 waardoor dezo werd ge-hracht op f 949.908,65. Onder dit bedrag ie niet begrepen de reserve voor posten, welke bij andere maatschappijen in herverzekering werden gegeven en die voor rekeping van herverzekeraars komt. Do hypotheek O. G., thans op de balans voorkomend met f 19.250, word in den loop van, dit jaar van f 32.450 tot vorenvermeld bedrag door aflos sing teruggebracht. De vergadering hechtte, na praead- vies van Commissarissen, hare goed keuring aan de overgelegde balans en winst- en verliesrekening, welke door den accountant, den heer G. Smits, waren nagegaan en ace oord bevonden, de directie déchargeerend )or het gevoerde beheer. Besloten werd de rekening „Onder steuningsfonds voor beambten" te ver meerderen met een bedrag van f 1000, de winst, op eon verkociit perceel, naar boven afgerond tot f 7000, bij te schrij ven bij dc rekening Reserve voor Ex ploitatiekosten en de post „Dubieuze Debiteuren" ad f 772,29 in haar ge iled van de winst af te schrijven. Het saldo ad f 16.756,48 zal worden verdeeld volgens stntuaire bepalingen. Voor een overzicht over de bedrijfs resultaten der vier laatste jaren ver wijzen wij gaarne naar de in dit blad voorkomende advertentie. CIRCUS CAKRé. Nog onder den indruk van het geen den tweeden avond tijdens het verblijf te Haarlem in het NederJand- eolie circus Car«é te zien werd gege ven, zetten we ons near, om er den lezens iets van te vertellen. Want zij. die er nog geen bazoek brachten, maar toch houden van kuiastigo paar- dendressuur, wondere acrobatiek, stoutmoedige pedaalrijderij cn boer tige clownerie, moeten stellig van de gelegenheid, dat het circus hier nog staat, gebruik maltoni, om zdolizelf van dit alles te overtuigen. Ze zul len het bijvoorbeeld betreuren, het alleen maar „van-hooren-zeggen" te weten dat bijvoorbeeld de drie Lot tos (twee dames en een olown) sehiar ongelooflijke toeren op en met hun fietsen uithalen. Velen zullen wel eens op het filmdoek kunstfielsrijdcn ge zien hebben, maar onwillekeurig dachten ze dan aan trucjes om hel begeerde effect te verkrijgen, zoo als daar zijn verancliings-appa raten, enz. Maar wie deze drie menscben het zijn heuscli menschen bezig heeft gezien, is van zijn dwaling ge nezen. Die weet nu, dat zij op liet 6talen ros als het ware rechtsom keert kunnen maken ,er mee touwtje springen en tenslotte een voetbal match spelen, die de spanning der aanwezigen de tent was Vrijdag avond geheel gevuld tot het top punt voert. Et is, alsb ij een wedstrijd tueschen Haarlem en Ajax, gebruld van enthousiasme, toen een der da mes zeer behendig den eersten „goal wist te maken; dit gejuich herhaalde zich even spontaan, toen de manne lijke pedaalriddwi-zondor-vrees-of- blaam eerst den stand gelijk maakte en daarna de leiding nam. Ook kapitein Nansen met zijn vijf zeeleeuwen doet den toeschouwer verbluft staan, wat hij van deze re- delooze, wanstaltige, as!-gladde die ren gedaan heeft weien te krijgen. Als eerste acrobaten balanceeren ze zij het ook met ijselijk geschreeuw groote en kleine ballen op de punt van hun glibberigen neus, om ten slotte, na allerlei andere kunstver richtingen een „concert" ten gehoore te brengen, dat hooren en zien je vergaan. De dieren verdienen dan ook de stukken visch, die kapitein Nansen na eiken geslaagden toer toewerpt en dc dresseerder krijgt een langdurige ovatie. Mr. Strathmore laat niet alleen zien, wat een mensoh na langdurige oefe ning met zijn gebit, kan doen. maar ook, dat hij zich als het ware kun oprollen Hij treedt ook als krachtrnensck op. Wie zal het hem, om maar één ding te noemen, nadoen om een zwo ren granaat, door een kanon waar lijk geen kinderspeelgoed afgescho ten, op te vangen? De heeren Glauert, drie keurig ge- fcleede jockey's, laten zich bewonde ren en toejuichen om hun stoutmoe dig paardrijden. De heer en mevrouw CarrÓ oogsten bijna «indeloozc' triomfen met hun vrijheids- en sportdressuren. Als om strijd worden amazone, rijder en de edele dieren bewonderd. Dit gebeurt ook met de schoolrijde- res Miss Cooke, dio aan het slot van haar toeren met. haar wit paard op een klein draaiend vlak gaat staan, waarna liet circus in het duister ge huld wordt. Na eenigen tijd in span ning gewacht te hebben, wordt piot- een verblindend magnesium-licht in de arena geworpen en zien de toe schouwers de schoone rijdster geme- tamorphoseerd in een sierlijke pauw, met. telkens andere -kleur-scbakeerm- gen. 't Is een waar glansnummer! Do Adones Bros maken aan het eind van den avond marine-oefenin gen hoog in een zwiependen en bui genden mast, die je den adem lie- men van angst Tegenover hen is liet dan ook niet bijster dankbaar, dat tijdens dit nummer reeds veel ïhen het circus verlaten, waar mee ze tevens aan het publiek dat rustig blijft zitten, het uitzicht ont nemen. Onbedaarlijk wordt om de grappen vaai de talrijke clowns gelachen. De voorstelling wordt gesloten met een voltige door den heer Van Oss op een wild-rennend paard. Met een zeer voldaan gevoel keert ieder huiswaarts. DUBIEUS. Kun Chinees Toekie /.kb aio erg op zlja gemak teou een gevaarlijk uitziende hond njjdig tegen boni blafte. „Wees niet baDg vor hem," /ei ecu vriend. „Je kcDt hel oude spreekwoordBlaffende '"'üdca byten niet." .Ja.'' zei de ('Jiineee, „kk keu spioekwoord, jij kon spreekwoord, maar ken hond spreck- vcord?" DIPLOMATIEK. Een beer ontsloeg een knap maar oneerlijk linman. Terwille van zijn vrouw cn kin deren gaf hij hem «en getuigschrift en het lnided aldus„IV verklaar hierbij dat A. Jansen langer dan twee jaar mjjn tuin- i is geweest en gedurende dien tijd beeft meer uit xa\ju tuin vmteo te balen, dan iemand ad nors in mijn dienst." LUCIFER. Het gebeurde in een dorpje. Schoolopziener tot icholier„Wie beeft de Lucifer geschreven?" Scholier (aarzelend„lk niet, niynhfer!"' 'a Middags aan afed verhaakt de school opziener het gebeurde aan den burgemeester, die op znn beurt er wantrouwend op laat volgen „Natuurlijk had hij 't toch gedaan!" Op zjju terugreis anar huls ontmoet dc 6cJjoolopziener in den trein een lid van de Prcv. Staten eu vertelt dezen «eret het antwoord van don acholic? on daarna de op merk mg van den burgemeester, vraarop het Statenlid het uitproeet van het lachen cn dan heel serieus zegt„Ja, dat Is ook ccn muzikale burgemeester!" BRUTAAL. „Kcllner, doze biefstuk is zoo toni als leer en hei mes i- bol". e r„U zoudt hel ui«s op dc biefstuk kunnen .«lijpen. mecern." De kleine jongen staarde niet eerbied naar den ccnigszm» overladen officier van hoogen :ns bom bedekt was met medailles. .tie," vroeg bij,,,waarom liaugt die mail zijn geld op zijn jas? Hebben generaals geen zakken?" OPVOEDEND TEEKENONDERWIJS. In dc teckenzaal van 't gebouw der H. I. 6. voor meisjes aan de Kroel it wu cn Vrijdagavond «en 35 tal bel&ngsiei enden, meest dames, maar ook ooniqe i.'creo, ge komen om te luisteren naar wat j. 'J'o Winkel had te zeggen over „opvoedend Winkel had te zeggen over „opvoedend teekenondenvij s". Me;. Xe Winkel hield eer. l-cUngwex kénde causerie over dc methode van on dame Axons, die beoogt het teekenen niet te beschouwen vut eer. oogpunt van kunst, maar uit dat van opvoedkunde. Door het teekenen het kind te loeren do schatten die ia des menschen «lel zijn to aanschouwen, hét te lecren zich «elf to r. Zóó Oligevee-r omschreef Te Win kel, de richting, die mzdazno Arbus wil insliun. Teekenen, aldus spr.vkrier, is geestes ontwikkeling. He: kind dient te loei on zioh rekenschap te geven van de lijnen die het ziet. Het teeltenen is middel om het kind in aanraking te brengen niet du wereld om hem been en zóó hem te ;ee- wat dat al aan den mensch te zeggen heeft. Daarom dient vooral hot karaktenstle- ..j aan 't kind geleerd te worden .te tee kenen. Het teeltenen bestaat in een drie ledig prooes, dut aldus i9 te omschrij ven:' zien en in zich opnemen, het op- eenoinene begrijpen en dat dan teeke nend weergeven of zich uiten. Ten slotte legde spreekster' er naaruk op, dat men volgen» de richting van Mi- dame Arbus. óók leer: teekenen, m.vnr dat het feitelijk is: lecren denken. Jok kan dat teekonondervrijs worden omschre ven als; het den kinderen loeren hun et eeu zienswijze te. ontwikkelen. De causerie, die van een diepe wtju- •vrige gedaohtengang. werd met «enig lanschouwéfijk onderwijs toegelicht en ■rt kleine tentoonstelling van teekenin gén toonde aau de vrucht van 't onderwijs in het teekcr.cn volger.s de richting, dio madame Arbus aangeef!. Mej. Tc Winkel, een aan gen aam spree* „.er. dio mede ecnieo middelen aang-'.f, dio den opvoeder bij deze methode ten dionato staan, sprak met geestdrift over do evolutie in het teekenondiwijs, die ma dame Arbus beoogt tc bewerken eri lw- lulgdo zich secr voldaan over de opkomst. MUZIEK!N DEN HOUT op Zon.lag 29 Mei 1921. des narodidags 2 '1/2 uur. Programme1. „The Libert,y Bell", Morel), J. P. Sousft-, 2. Ouverture „N'i- kiriiB Hochzeit", P. Lincke. 3. „Aubade aux Marïés", P. Lacombe. 4- Fantnisle sur des Motifs de l'Opéra „Les snl- titnbanquea", L. Gannc. 5. „Soldaten- jebcn" Retraite, lvéler Béin. 6. „So- rermde Esp.agnole", O. Métro. 7. „Miisi. kalisches Actienmti rv-'-m-"" ijot« pjtirrl, A. Conradi: Marclio finale* ANNEXATIE EN AMBTEN A REG. De Ned. Bond van UcmeeiiteamuteRa- ren heeft in een hoofdbesiuunrcrBaderin.- besloten aan de Regecring te wrzcekn do positie van bij annexatie betrokken amb tenaren in uniform in één wel to regelen en eveneens bij Bed. Binten der onder scheidene provinciën de-noodigo stappen te doen ter verkrijging van evn goede rechtspositie van de m dienst der op te heften gemeenten zijnde ambtenaren. Gelooven wij Hollanders in spoken cn geestverschijningen? Hebt gij ooit, waarde lezor iemand in ernst Hooren zeiggen: „liet spookt in dat huis?" Ik niuct bekennen, dat het mij nooit ver teld is. Laat ons dus aannemen, dat wij Nederlanders te nuchter zijn voor spoken en bereid zijn, iedereen uit te lachen, die er wel aan gelooft. Wat kunnen wij ons dan vermaken, want in talrijke andere landen doen spook achtige geschiedenissen opgang en ■worden althans door een deel van hel volk zoo niet onvoorwaardelijk ge loofd, dan toch niet zonder eone liui- vcriiie aangehoord. Uit den aard der zaak zijn de meeste Spookverhalen ontstaan in verband met de geschiedenis van regeerende vorsteniiub.cn of liooge adellijke ge slachten, die hunne voorouders tot in de middeleeuwen kunnen terug vin den. Een van dc meest, bekende konink lijke geestverschijningen is de „witte .vrouw" van het ex-keizerlijk geslacht der Hohenzollerns. Men zegt, dat dit spook steeds verschijnt, wanneer een ol andere catastrophe voor het huis van Ilohcnzollcrn in aantocht is Haar eerste vcrscl)ijninff moet geweest zijn in 1628 eu zeor kort daarop stierf dc vertegenwoordiger van het huis. Veel korter geleden vertoonde zij zich Juin oen prinses uit de Hohenzollem- fumilie met ook voor deze fataal ge volg. Den laatstcn keer dat men be weert de „witte vrouw" te hebben ge zien was in 1914 kort voor Duiksch- land aan Rusland den oorlog ver klaarde. Over Rusland gesproken. De zoo tragisch aan zijn einde gcJtomen tsaar heeft, naar men beweert, vlak voor het uitbreken der Revolutie zijn dub- belgangielr gezien. Op een morgen dat de tsaar de trap afliep in zijn hoofd kwartier, naderde hem een figuur, met het hoofd diep op do horst ge zonken. Toen de tsaar vlak bij hein was, hief de geheimzinnige vreemdc- line het hoofd op en de heersclier over allo Russen keek tot zijn ont zetting in liet gelaat van een volko men dubbelganger. Er was slechts een verschil, het vreemde gelaat was dat van een doode. Dc koninklijke familie van Italië hoeft geesten in soorten. Een ervan is het hoofd van een man, dat door een bepaalde deur kijkt, telkens wan neer de dood van een prins of prinses t« wachten ls. Een andere is de scha duw van een reusachtige pluim, die heen en weer zwaait over muur of vloer en altijd gevolgd wordt door een sterfgeval in de koninklijke fami lie of een andere buitengewoon ern stige catastrophe. Denemarken heeft een zeer onaan genaam koninklijk spook nl. een prins die zijn broer op buitengewoon wrec- de wijze had vermoord, Men beweert dat het uiterlijk van dezo spookver schijning zoo verschrikkelijk is, <lat zij, die haar zien soms krankzinnig worden van ontzetting. Maar Engeland is het spookland hij uitnemendheid. Uit dit. eilandenrijk komen jaar in jaar uit verhalen over spoken) en geestverschijningen, waar mede waarschijnlijk geen enkel an der beschaafd land voor deu dag zou durven komen. Op verscheidene plaat sen in Engeland staan hulzen leeg, die volgens het bijgeloof, door spoko.-. bezocht worden, maar overigens uit stekend bewoonbaar zijn. Dc verhalen van koninklijke spoken alleen, zijn in Engeland dan ook al zeer talrijk. Ik noem hier slechts t>wc-; der zes vrouwen van koning Hendrik VIII, Jane Seymour en Katherino Howard, die nog steeds in het oude koninklijke kasteel aan de oevers van de Theems rondspoken. Vooral Ka*- therine, die indertijd op last van den koning werd onthoofd, schijnt bij haar spokerij zeer actief te werk te gaan en de getuigen beweren zelfs dat haar gegil en geschreeuw, toen zij door gewapende soldaten werd weggesleurd naar het schavot van tijd tot tijd nog hoorbaar zijn. Maar Engeland heeft spoken in alle soorten. Daar is bijv. een trappen huis op een Londensch* plein, dat met geregelde tusschenpoozen wondt be zocht door eon jong, knap molsje met. oen uitdrukking van ontzetting op hot gelaat. Jaren geleden is hier op die zelfde trap een meisje vermoord, dat met de Beschrijving van het spook overeenkomt. Zonderling genoeg werd een dergelijke moord eenigo huizen verder op ook gepleegd, maar hier was het slachtoffer een oude man. Bewo ners van dit laatste lnrs hebben ver klaard, dat zij soms den geest van den ouden man de trap op cn neen* hooren loopen, terwijl zij geluiden hooren alsof een wanhopig gevecht plaats heeft, dat eindigt in oen dof fen slag als van een vallend lichaam. Ook deze meer bescheiden spoken, uit sociaal oogpunt, fungeeron vaak als voorboden van een op komst zijn de tragedie. Dan zijn cr de rivier-spoken cn in dit genre heef! de Theems een groote reputatie. Ecnige jaren geleden reisde een heer op een der talrijke plezicr- hpotiön tufysdhen Westminster cn Greenwich. Tusschen de passagiers bevond zich eon jonge vrouw die ge heel in hel zwart was gekleed, regel matige gelaat strekken vertoonde on der een weelde vr.n donker haar cn buitengewoon bleek was. Zij scheen geheel alleen te zijn en in gepeins verdiept, want zij lette op niemand en niets, behalve op het water, waarin zij onbeweeglijk zat te staren. Plotse ling toen do boot Waterloo Bridge naderde, stond de jonge dame op cn sprong overboord. Zonder een oogen blik te uarzelen sprong de heer haar na, maar hoewel hij overal rondkeek, zag hij niets meer van haar en moest tenslotte zelf gored worden. Bij een onderzoek dat hij later In stelde. opperde men de veronderstel ling, dat hij gedroomd had, niemand had een jonge dame over boord zien springen. Er was zelfs een kans dat de edel moedige redder zelf werd veroordeeld wegens poging tot zelfmoord. Maar toen kwamen de kapitein 'en een paai' leden van de bemanning met de zonderlinge getuigenis, dat nu reeds verscheidene jaren lang. altijd op denzelfden datum, hetzelfde incident was voorgevallen; iemand aan boord sprong in de rivier en verklaarde la ter, dat hij een jonge dame in het zwart over boord had zien springen. De man werd" natuurlijk vrijgelaten en trnchte, daar zijne nieuwsgierig heid geprikkeld was, de oorzaak van deze zonderlinge gebeurtenissen te. ontdekken. Dit onderzoek had echter in het geheel geen resultaat. De Theems heeft nog meer spoken, maar laat ons ook wat ruimte «even voor de Londensche parken. Het. is geen wonder dat over deze parken allerlei geheimzinnige verhalen dc ronde doen, want hier zijn talrijke afgrijselijke moorden gepleegd. Een der minder bekende parken, hot, Green Park bezit oen interessant spook in oen beer, die cr zijn specia liteit van maakt, aan de voorbijgan gers te vragen, hoe laat het is. Zoo- drn zij echter den mond opendoen, om het hem te vertollen, is hij ver dwenen alsof de aarde hem verzwol gen had. Zijne verschijning heeft overigens niets merkwaardigs, beliol- o het bijna krijtwitte gelaat. Battersca Park werd indertijd, vol gens de verhalen geregeld bezocht, door een spookhond, die alle voorbij gangers aan het schrikken bracht door hun aam te blaffen en tegen hen op te springen, waarna hij plotseling weel' verdwenen was. De hond is nu voor goed verdwenen, nmar zijn plaats schijnt ingenomen te zijn door een klein meisje dat op dezelfde plaats, waar de hond altijd was, ronddartelt, tot iemand haar aanspreekt. Dan is zij steeds op slag verdwenen. Het beroemde Regent s Park heeft tal van spoken om zich op te lie roe men. Een ervan is de verschijning van een politie-agent in de uniform van 1850. hooge hoed, pandjesjas enz. Men ziet hen) zoo nu eu dan op c*n bank zitten, mei een hand aan het voorhoofd alsof hij in hevige pijn verkeert. Eens werd hij aangesproken cn antwoordde naar beweerd wordt met een enkel woord. Niemand weet overigens wat de reden van zijn her haald bezoek aau het nark is. Tenslote is natuurlijk hét British Museum met al ziin schedels, mum mies, moordwerktuigen e d. een ideaal instituut om spookverhalen aan te verbinden. Om te beeininen is er hel beruchte geval' van dc mummiekist. De mum mie zelf ligt er niet in. maar het bij geloof wil, dat ieder, die de kist tracht le verplaatsen of op andere wijze te 'uelccJigcn, door ongeluk zal worden achterhaald. De serie ongelukken moet zijn be gonnen op het oogenblik dat de mum mie uit de kist werd gehaald. De man. die. dil deed, pleegde zelfmoord cn zijn zoon verloor het verstand clc-cht weer en andere tegcnssoêd vie len ten deel aau het schip dat dc kist muur EngeJand voerde. Iemand die de kist trachtte te foto grafeeren kreeg oen ongeluk en de karrevoerder die dc kist naar het mu seum reed, stierf zeer kort na dozen rit. En zoo zijn c-r nog tal van meer of minder ernstige ongevallen, die. aati den invloed van deze onbekende en zelfs waarschijnlijk niet meer als zoodanig bestaande mummie, worden toegeschreven. Een eindje verder bevindt zicb de mummie van de Egyptische dame Katebit. Eenigo jaren geleden beweer de "n dame, die zeer aandachtig naar di mummie had staan kijken, plotse ling, dal zij gezien had, hoc het hoofd knikte als in stro ure afkeuring van een dergelijk© onbeschaamde observa tie. Sinds dien dag verbeeldt ieder een zicli, dat. hij (of zij) liet hoofd van deze: de kleinigheid van 4090 jaren geleden gestorven Kniebit heeft zien bewegen. En dit zal wel de oplossing van vele spookverhalen zijn. Wanneer Iemand met een zeer levendige fanta sie en ill eenigszitie opgewonden toe stand door gezichtsbedrog iets wer kelijk meent te zien. zijn rndere mcn- sclien maar al tc gaarne bereid aan dc verspreiding van dit sensationeele nieuwtje mede te werken. En dan neemt men het weieens niei zoo nauw met het auteursrecht. En wat is het niet interessant, om na het lezen van iv'n spookverhaal, de bewuste plaats zelf te bezoeken, om dtui, terugko mende, met de grootste mate van. overtuiging, die e©n docht geweten toelaat, te verklaren: „Nou maar. hij fs er. lk heb hem zelf gezien". Zooiets schept eene reputatie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5