Uit de Wereld. Van onzen reizenden Redacteur üuze Lasimosü uaaiUiuiuer haiisUst HAARLEM'S DAGBLAD zatesdas 16 JULI 1021 TWEEDE BLAD (Van een bijzonderen medewerker). IOT8 OVER SNELHEID VAN BEWEGING. t,„ de whiltercndslc triomfen der nioderne wetenschap is zeker wel do uit vinding en de siceds toenemende volmaking d« vliegmachines. De ongelooflijkste rcsult.v zijn reeds bereikt en wat zul er nog be- reikt worden 1 Door de luchtpost wordt de afstand van Amsterdam naar l'arus, ongeveer 500 K.M. jiemelshreed. afgejegd in den t'jd van 3 uur, derhalve een kleino 1<0 K.M. per uur. In dien een vliegtuig uict deze snelheid onaf gebroken de reis om de aarde kon maken langs den equator, zou het daarvoor noodig hebben (40000 500) X 3 uur, dus 240 uur of 10 etmalen. t>n bewoner van den equator legt denrtif- den we" at in 1 ctuiaa). daar de aarde in 2» uur om baar as draait. Gelukkig draait de dampkring mee. anders zou een groot deel dor aarde onbewoonbaar zijn, alleen reeds door de geweldige orkanen, die aan de oppervlakte zouden waaienaan den equator bij voorbeeld met een snelheid van ruim 400 Meter per seconde. Wel neemt de snelheid af naarmate men zich van den evenaar verwijdert. Iemand, die aan dn Noord- of Zuidpool kon staan, zou in 12 unr rechtsomkeer maken en in 21 nren met hef gezicht weer naar denzelf- den kant gekeerd staan als in het begin. Deze beweging is dus langzaam genoeg. Maar op 5U graden ten Noorden of ten Zuiden van den evenaar. dn? o.a. te St. Petersburg, zou de snelheid, waarmee een voorwerp aan dc oppervlakte der aarde tegen dc lucht zon •tootcn, toch nog de helft van4 63 Meter, dus Tuim £30 Meter por seconde bedragen, wat hetzelfde is also! daar een orkaan woei van gelijke snelheid. Nu oefent een wind met een snelheid van ecu huiven Meier per seconde een drukking van '24 gram uer vierkanten Meter uit. Een wind, die twee, drie, viermaal grooter snel heid heeft, oefent oen druk uil, dio niet 2 maal ,3 maal, 4 maal grooter is, maar I maal, 9 maal, 16 maal. Een orkaan met con snelheid van 50 Meter per seconde, dus 100 maul zooveel als een halvo Meter, heeft dus een stootkracht van 100 X 100 er 1(1000 X 24 gram, dus 210 K.G. per Meter. De kracht v3n de orkaan, die te St. Peters- burg zou waaien als de lucht niet meedraaide, zou derhalve met zijn snelheid van 230 Meter per seconde, ongeveer 20 maal 240 K.G. of 4600 Kilogram per vierkanten Meter bedra gen. Het behoeft wel niet gezegd te worden, dat onder die omstandigheden mcnscb. dier noch plant aan do oppervlakte van het grootste deel der aarde zou kunnen bestaan. Dat de geweldige luchizee, die de aarde omgeeft, met dc aarde meedraait, lijkt onge looflijk, maar is toch wel te verklaren. Hel is bekend, dat dc ons omringendo lucht op iederen vierkanten centimeter denzclfden druk uitoefent als een kwikkolom niet een grondvlak van een vierkanten centi meter en een hoogte van 76 centimeter, of een waterkolom met hetzelfde grondvlak en ceu hoogte van ruim 10 Meter. Nu weegt de lucht aan de oppervlakte der aarde $00 maal minder dan water. We kunnen dus zeggen, dat do luchtmassa, die de aarde omringt, gelijk is aan oen 6000 meier hooge laag be staande nit incbl van hetzelfde gewicht al, de lucht aan de oppervlakte der aarde. Daur echter dc luchtlagen, naarmate zij verder van het aardoppervlak verwijderd zijn in dicht heid Afnemen, dus steeds ijler worden, is de hoogte van den dampkring ontzaglijk veel grooter. De fijne veervvolken zweven op cc.n hoogte van 10 tot 20 K.M., dc zoogenaamde „lichtende nachtwolken" neemt men waar np een hoogte van 70 it 90 K.M.. terwijl val lende sterren door do wrijving der lucht ont gloeien op een paar honderd IC.M. afstand van onze narde. Maar wiskunstige berekeningen bobben aangetoond, dat do helft der gchccle Iuehtuiassa zich bevindt in dal gedeelte van den dampkring, dat zich van het oppervlak der aarde uitstrekt tol op een hoogte van 6 a 7 Kilometer d. i. een tweeduizendste deel van de middellijn dor aarde. Dit geeft uns dezelfde verhouding, alsof om een bol van 1 Meter middellijn zich een laagje bevond van ecu halven millimeter dikte. Van dien kant bezien, is het niet meer zoo onverklaarbaar als bet eerst scheen, dat dn naar verhouding dunne luchtlaag met de aarde meedraait. Zeker ontdekkingsreiziger, zoo vertelde no iemand onlangs, kwam eens bij een volks- itam, die druk handel dreef met Europeanen en waarvan de knappe lui goed konden op tellen en aftrekken, maar van vermenigvuldi ging en dccling zoo goed als geen notie had den. Wel konden ze vermenigvuldigen met en dooien door 2. En dat was hun voldoende om iedere vermenigvuldiging volkomen correct uil te voeren. Een keer, ging hij verder, was ik er bij hoe 137 olifantstanden verkocht werden tegen 78 frank bet stuk. De -inland- sclie koopman nam een stuk krijt en schreef op een plank 137 78 Het eerste getal deelde bij door 2, het tweede vermenigvuldigde hij met 2. En dat zoo telkens tot het eerale getal geworden was 1. Ik kroeg dus do volgende bereke ning te zien. 137 78 166 Halt, riep ik, dat gaat niet opde helft van 187 is in oer dan 68. het is 68 en een half." „Dat kan me niets schelen," zei de nikker, „ik zie op geen kleintje," cn ging ongestoord verder. En zoo kreeg Ik het vol gende to zien 78 166 312 8 1248 4 2496 2 4992 1 9934 Daarop zette hij een stroep onder do tweede rij om op to tellen, maar begon eerst door te schrappen allo getalleD, die achter even getal stonden, dus 150, 312, 1248, 2196, 4992. „Waarom schrap je die weg!" riep ik. „Ik heb toch gezegd, dat ik niet op een kleinigheid zie." Zoodat niet doorgeschrapt waren 78 624 0984 En teldo die op met een in zoo'n wild individu bewonderenswaardige snelheid. „Ziezoo." zei hij. „10686." „Dat kan niet goed zijn," riep ik, nam een potlood en rekende na. En ja wol 137 X 78 10688 De wiklc had dus gelijk! De lozer begrijpt, dat de heele volksstam behoort tot hot rijk der fictie toch in het geen onaardige rekeupuzzle. In een volgend nummer van deze rubriek de oplossing. Van IngMondsn stnkkan, geplaatst of Bist geplaatst, wordt de kopie den Iniendsr niet teraggegnven Voor den inhoud dezer rubriek «telt de Redaetie aieh niet aansprakelijk. HONDERDEN KINDEREN MOETEN NOG GEHOLPEN WORDEN TIENDUIZENDEN NEDERLANDSS LIJDEN NOGI Helpt mee ben in het leven to houden 1 Wilt gij allen datT Steunt dan den ,,8peM- jesdag". Morgen, Zondag 17 Juli, wordt u aanjic- bodon een „Speldje" door opofferende da meshand, getooid met herkenningsteek*» „Herwonnen Levenskracht". Weiger dit speldje dan niet! Integen deel, volsta zelfs ditmaal niet met liet traditioneele dubbeltje, doch laaf, uw soli dariteit en naastonliefdo zich dozen keer uiten door het geven van een kwartje... een gulden.... indien ge kuni, nog meer! Onthoudt ons dien steun niet, die titans dubbel noodig is. Wij zulien u hiervoor zeer dankbaar zijn Tuberculosefonds „Herwonnen Ie venskracht". W. MOLENKAMP. voorzitter. J. Tn. ELLTGENS, secretaris, Emnj raai 1 Kerk en School EEN PREDIKANT, DIE MET STA KING DREIGT. De predikant der Ned. Harv. Gem. in een dorp der ge meente Schoterland, wiens traktement nog geen j 30 per week bedraagt, heeft ar ij li c. gemeente te verstaan gegeven, dat, wanneer zijn traktement niet spoedig afdoende wordt verhoogd, mj het ambt gaat neerleggen, zoo meldt Het Volk. De (Nwuwo reeks.) Ho. 22 Herman Groenendaal-zaak voor den Krijgsraad. Wanneer ik mijn hoofdindrukken over de krijgeratuhiUutg in Den ilaag heden in enkele woorden mot-v. v goven, dan zou ik allereerst r.cggon, dal zij in tegenstelling met do reiictjeo, aio om dezo zaak op straat zijn voorge komen lioogbt waardig was. Waardig v/as zij door de houding van den Krijgs raad, het publiek en den beklaagde, waar dig ook door het hoogstaand pu-nlooi van Mr. Tideman, die geen pogen blik tot de publieke tribune sprak maar ven rede hield, welke behalve dan enkele ongeino tiveerde uitvallen tegen de aanwezigen pers 1) geheel op de hoogte stond van do belangrijkheid dezer si ralzaak. En mijn twee-de indruk is, dat lierman Grot uenda&l een eerlijke, jonge man is var waarachtige, diepe overtuiging. De audi- teur-miliuir zei, dat Hennai. Groenen daal geen onsympathieke» indruk op hein had gemaakt; de verdediger ging uit den aard der zaak verder en sprak van zijn groeien eerbied voor dezen beklaagde, die ondanks zijn „oiigeleerdlieid" ge toond had een man te zijn, die precies t, wat hij wilde. Zeker is het, dat lier n Groenendoal zooals Mr. Tidemao ook hij zelf met nadruk zeiden niets te maken hebben met do relletjes, die om hem plaats hebben geliatf, dat .nj niet is ecni po6eur of een „aan■steller'* integendeel den indruk inmikt van .vel zeer enthousiast en dwepend maar tegelijk eenvoudig en oprecht jong mensen. Deze heele Krijgsraadszitting luid iets gemoedelijks. Het publiek, waaronder wij eenigo bekende Haarlems; he communis ten opmerkten, hield zich gedurende en a de ziitmg bijzonder kalm, wal zeker ak voor een belangrijk need te danken as aan het ernstig, hoogstaand pleidooi ar. Mr. Tide-man en aan de verstandje i. belangrijke uitspraak van den Knj^s raad. Hier viel niv-is te juichen en uok te Luiten; hei was geueei ue waardige beuandeling van een hoogst ernstige zaag. Tijdens het requisnoir van den auditeurmilitair klonken er builen alleen xevoiutionnane liedeien; dit was het eoinge, waaraan men -bemerkte, dat m de zaal een geruchtmakende zaak behan deld werd. de voorste gereserveerde bonk zat t Clara Wicliman en mevr. Ligt Hossein de eohtgenoote van Ds. B. de Ligt en zuster van den tooneei schrijver Van Kossem de moeder van Heiman GroenendaaJ. Tegen den wand, viak achter de lieklaagde-oauk stond zijn verloofde. Er heersento lil het kit; Krijgsraadzaaltje een vredige, ge moedelijke rust, die wel sterk contrasteer de met het gerucht, dat deze zaak in den lap do buiten had gemaakt. Toen do beklaagde -binnenkwam waren 'en alle oogen op liem gericht. Hij zag physiok niet sleoht uit en hij maakte, zooals Ihi] eenvoudig, zonder eenige pose ging zitten, eon zachten, bepaald sytnpa- tkiekeii indruk. Zijn optreden tegenover den Krijgsraad was voortdurend zelfbe wust, maar hoogst correct. Men voelde onmiddellijk, dat deze jonge man wist, wat hij wilde. Hij dwong boo moa dan ook over principieel© dienstweigering mocht denken, door zijn optreden voor den Krijgsraad bij ieder reepte; af. Nadat aan den beklaagde do gewone ragen waren gedaan, was onmiddellijk bet wooid «?:i den auditeur militair Mr. G. M. PalU.cn Wesentiageii. Stukken werden n:et voorgelezen, en getuigen wor- dus niet als bij gewone rechtzit tingen evenmin gehoord. Dit alles was reeds tevoren door officieren-oom mi ssa- n geschied. De auditeur-militair van den Krijgsraad in het 1ste Militaire Ar rondissement is allerminst een redenaar n Gottea Gnaden" I Integendeel. In zijn spreken deed hij denken aan den bekenden resident uit Multutuli's Max Havelaar. En een hooge vluoht nan auditeur in zijn requisitoir dan ook Mr. Pal then Wesenhagen bleef geheel afgezien natuurlijk van do prineipieele kwestie in zijn rede ver beneden den verdediger. Mr. Tidemaa. Do auditeur ■ensohte de zaak „nuchter" |e liesclioti- •en en werkelijk, het was als geheel wel •at erg nuchter. Opmerkelijk wns alleen zijn kritiek op het woord ..hongerstaking", welk woord zooals hij terecht opmerkte liier ab soluut verkeerd was. en Groenendaal fei telijk een „cetstaker" moest worden ge noemd. Welk staatsgezag zoo vroeg Mr. Tal- then Wesenhagen zou voor zulk een optreden als van Herman Groenendaal kunnen wijken. Geen enkele staat zou aan zulke dwangmiddelen kunnen toe geven. In een communistische staat zou een jonge man ais Groenendaal al lang meer onder de levenden behooren. In Rusland zou hij zeker gefusilleerd zijn. Een toegeven zou straffeloosheid beteekenen voor do misdadigere van alle soort. Daarop kwam hij tot den per soon van beklaagde. Dezo jonge man, tuinman van beroep, is .lauwelijks 2D jaar oud; bij heelt niet nioer dan ge woon lager onderwijs genoten. Etn be paalde studio van de zaak, waarvoor hij zich volgens zijn zeggen cn zijn daden wl opoliereu, heeft hij nooit gemaakt. Hij beweert to handelen volgens zijn „on wrikbare overtuiging"; maar wat betee- kent do onwrikbare ovcriutging van een jongmensen van 20 jaarI Hoeveel groote mannen hebben op 20-jarigen immjci niet onwrikbare overtuiging gcliivl. waar op rijperen leeftijd niet» meer over bleef. Vol', deze beklaagde, zoo vroeg de auditeur, onder artikel 40 van 't Wetboek au Strafrecht t Kan hier sprake zijn van overmacht I Nooit is «t: beroep op dit artikel in een dergelijk geval aanvaard cn het kan voor dezen tieklaagde ook niet worden aange nomen. Een andere vraag is, of beklaag de voldoende m staat is do portée van zijn daad te begrijpen, met andere woor den, of hij toerekenbaar isf nier zou twijfel mogelijk wezen en er zou aanlei ding kunnen zijn door psychiaters te la ten onderzoeken, of hij wellicht ontoe rekonbanr moet worden verklaard wagens ziekelijke xtoring van zijn verstandelijke vermogens. Is hij echter will toereken baar, dan ziet de auditeur voor dezen beklaagde geen enkele verzachtende om standigheid. Indien men hier toegaf, zou den wij komen op het Jiellend vlak naar de anarchie en hij zag zich dan ook ge noodzaakt zijn gewonen eiseh voor prin eipieele dienstweigering te stellen, name lijk 10 maanden gevangenisstraf met af trek van de preventieve hechtenis en met vervallen verklaring van liet reehl om bij de gewapende macht te dienen voor den tijd van 5 jaar. Hierna kwant bet woord aan den verde diger, Mr. P. Tidenian, uil Bloemendaal. Als een roode draad, zoo begon Mr. Tide- man, moge door mijn betoog loopen een op merking van De Savigny „Het reclit gaat uit van do werkelijkheid des levens!" En bierora slingert zioh een andore draad, n.l. de gedachte, dat het recht in voortdurende wording, in voortdurende ontwikkeling is. Allereerst besprak dc verdediger eenige .kleine zaken". Waarom, zoo vroeg iiij, s liet arrc-U pas ingegaan op 25 Juni. ter wijl Groenendaal feitelijk reeds op 6 Juni dienst geweigerd beeft en op dien datum in ar rest is gesteld? Eerst op 24 Juni is hem gelast, terwijl hij op zijn ziekbed lag. militaire Meeding aan te trekken, enkel en alleen om bet feil dor dienstweigering officieel te constateereii. Ik vraag, hoe is de toe stand van beklaagde gc woest in den tijd van 6 Juni lot 24 Juni. toen hij k la merci stond van de militaire uiacbt? Hy heeft met zyn standpunt, zijn hongeren willen aautoonen, dat de gevangenis niet de plaats is, waar dienstweigeraars moeten worden opgesloten. Men weet, dat bij oen hongerkuur de 5de en do 6de dag de zwaar- sten zijn, dat dan door den patient pliysiek vrocselyk geleden wordt. Dien zwaren tijd heeft Groenendaal doorgemaakt in de periode vóór 21 Juni en hiermede liebbe de krijgs raad iu ieder geval bij zijn uitspraak reke ning lo houden. Mr. Tidcman wees er op, boe" verouderd en verstard de militaire rechtspleging is. In art. 29-1 van de Rechts pleging win den Landmacht staat o.a., dat alle procedures in naam van den souve nen vorst plaats hebben. Zoo stond U, Jexcii in een exemplaar van 1917 dat - - - «I© cadetten op de K. M. A. wordt ge bruikt. Er wordt dus vervolgd in naam van den souvereiiien vorst, dien Nederland niet heeft. In dc Grondwet komt immers de son ver cine vorst niet meer voor! Met nadruk wees Mr. Tidenian er op, dat bij de behandcliDg dezer zaak do krijggsraad zich los moet maken van alios, wat buiten de zaak om geschied was. Met de relletji en do politieke actie van zekere zijde, war. Groenendaal geheel builen stond, heeft dc zaak van de dienstweigering niets te ma ken. Wjj staan bier, zoo zei de verdediger, voor een persoonlijke zaak! Daarna behandelde hij uitvoerig het rap port van Dr. G. Versleuvcu. De auditeur militair bad een reeks vragen gesteld, die tot strekking hadden te doen vaststellen, of de kunstmatige voeding, vpolke omdat Groenendaal minderjarig was met toe slemming van de moeder geschiedde, «ogen blikkelijk of blijvend nadeel kon opleveren en of zij 10 maanden kon worden toegepast. De laatste vTaag wees dus al op den eisch van 10 maanden, welke was te verwachten. Hot rapport zegt, dat de gezondheidstoe stand gunstig is. H ij gaat vooruit! Dat wil dus zeggen, dat do gezondheidstoestand slecht was. Groenendaal was 30 pond afgevallen. Op de vraag, of de kunstmatige voeding kon worden voortgezet, was 1 antwoord „Voorloopig wel! noe lang niet te zeggen. Hij reageert op alles gun- stigl" Als wij lezen, dat nij physiek zich niet togen de kunstmatige voeding verzet, dan had daar moeten slaan: niet meer, want eerst had hij dit wel degelijk 2 maal krachtig gedaan, maar vastgehouden door 11 man. 1 had ht| tenslotte moeten toegeven. En mo reel ondervindt hij iederen dag dc kwel ling van deze voeding, omdat bij vegetariër ia en hem dierlijk voedsel wordt toegediend. „Dc voeding is thans geheel pijnloosl" slant er in het rapport. Vroeger dus niet. Dc genees beer heeft Mr. Tideman 10 dagen ge leden verzekerd, dat GroCbendaal zenuwach tige. opwindende rechtszittingen op andere plaatsen niet kan doorstaan, een bewijs dar van groote zwakte. Voorts staat er in bet rapport, dat deze kunstmatige voeding 1 a 2 jaar kan duren. Eiken dai neeiut men dezen jongen- man do? 1 MO deel van bet leven af. En dan wilde de verdediger er op wyzen, dal er zich gisteren bczwarc-n aan dc maag hebben voorgedaan, die nog niocUn orden onderzocht. De auditeur, zoo vervolgt Mr. Tidenian, hoeft gezegd, dat beklaagde geen studie heeft gemaakt van dc zaak, waarvoor hij zieb opoffert. Hoe weet de auditeur dat? Herman Groenendaal leest niet dc Nieuwe Roti. Courant, zelfs niot bet Nieuws van den Dag. dat is waar, maar liy heeft de werken van Ds. De Ligt en Van denBergli Eysinga bestudeerd, bij heeft ze ge lezen cn begrepen. De auditeur meent, dat beklaagde een politiek anarchist is, maar dat is Groenendaal niet. „Ik erken," heeft Oroe- ncudaal gezegd, „mijn menseholijkc plichten tegenover dc Maatschappij, maar ik ga niet 1 zoo ver, dat afs de Staat van mij daden eisclit, die recht tegen mijn geweten in gaan, ik daaraan voldoe!' Dat ia geen poli tiek anarchisme, maar dat is, wal mannen als Thomas a Kemp». I.utbor en Calvijn ons al hebben geleerd. Het conflict, zegt dc verdediger, was on vermijdelijk en daarom is hier noodtoestand, als bedoeld in art. 40 van bot Wetboek van Strafrecht aanwezig. Uitvoerig liobt pleiter dit dan toe. Beklaagde's vader is iemand, die zijn leven geofferd heeft voor den strijd van liet proletariaat. Hij is gestorven aan een longontsteking, opgedaan bij een sU- kiugsvergadering. Zijn zuster is in dagen va» ccrkloosncid gestorven. Die jongen is in mraking gekomen met do wereld, terwijl hij inwendig in opstand was. Na komt do oproeping om zelf mee te doen aan wat bij verafschuwt. Waarom? Omdat de wet hei zegt! Welke wet? Dc wet, die precies zwart noemt, wat voor hem wit is, die lijnrecht in gaat logen zijn geweten. Hij sou tijdelijk een vak moeten opnemen, dat door de» «ud-go- nor.xal Snijders, broedervan den oud-comman dant van het Leger, omnenscbelijk en weer zinwekkend werd genoemd. Men moet een feit zien in bet raam van den tijd. Deze be klaagde verkeerde in de zedelijke noodza kelijkheid om te zeggen: Neen, ik kun niet! Ik mag niet! Er was voor hem geen ander middel. Hjj kon niet, zooals hem was voor gesteld, bij dc hospitaaltroepen overgaan, en dat strekt hem tot eer, want dan zou een ander zijn laak, die hij weigerde, hebben moeten opnemen. Dc rechter mag niet zeg gen Waar gaan wjj naar toe, als ieder zoo handelde! Dat is een kwestie van politiek! Do drong, bedoeld bij art. 40 kan zoowel van buiten als van binnen komen, zegt Wüp- perrnan. De krijgsraad beeft alleen maar noodig deskundige beoordeeling van art. 40. Ik zeil, zegt nlr. l'ulciuoii, heb lil 1514 dienst genomen als vrijwilliger, omdat ik toen meende, dat dit plicht was. na illcs. wat er in België was gebeurd. Later zig ik in, dat rr">n met wapens moet strijden van lioogcr, nobeler ordo. Ik wil niot liet mlll- tainsme aanvallen, maar hot confict aan wijzen. Deze jonge man las revolutionaire lectuur, dio de meesten niet eens kennen. Zulke lectuur lezen ;lie „onontwikkeMen Toen ik zelf in aanraking kwazn met di revolutionnaire jongeren, toen heb ;k mij verbaasd over de zachtmrx-dige kern, over de ontwikkeling van geeel en geestesgïvcn, waarover zij beschikken, cn ik heb nel ge roemd, dat c-r zulke beloften voor do toe komst uit de maatschappij voortkomen. Uit zulke kringen komen de werkelijk prtr.. cipieele dienstweigeraars voort. Brettner heeft eens tot verdediger gezegd: Hei wor ken van een kunstenaar ts niet anders aan hel uitwerken van hel ïdsaal, dal 'tij cp 23-jarigen leeftijd heeft gevoeld!" Deze beklaagde kon volgens zijn natuur niot anders handelen. De rechter mag niot generaliseeren, maar moet elk geval apart beoordeelen. Deze beklaagde heeft gehandeld onder geestelijke overmacht. Maar zelfs als de krijgsraad uanneemt, dat or geen overmacht is. nis bedoeld in art. 40 Wetboek van Strafrecht, dan blijft tr nog do schuldvraag en zal men moeten zeg gen: doze beklaagde is r et schuldig nan eon strafbaar feit. „Ik" roept pleiter niet stemverheffing uit, „kan geen zondo aan hern vindon!" Wit is de reden, dat deze zaak zooveel beroering hooft gewekt, '-'iet dat hij weigert te eten. Neen. mior omdat men hein niet schuldig vindt. Groenen daal heeft, hem bij herhaling gezegd, dot allen, die met hem in ont.rotting kwamen, zoo humaan mogelijk tegen hem zijn opge (reden I Het volgens do wet strafbare feit lieeft hij geploegd, maar schuld, zegt ploltor nogmaals is er nictl ik begrijp, gaat pleiter voort, dat bij een krijgsraad een andere nteening niet onmogelijk is. Maar den wijst hij op do motie Drion, die door de Tweede Kamer zonder hoofdelijke stemming is aangeno men en op het wetsontweip, dal gereed 'ïgt en dat tegemoet wil konteti aan de bczwa WIE KAATST Een gezelschap voetreizigers dwaal de door Gelderlands achterhoek en ontmoette op een der schoonste pun ten een eenvoudig boertje. Men b© sloot eens een aardigheid met hen te hebben en begon met te wagen o hij het lnadschap ook mooi vond. Ii vermoed, zet een uit het gieoelscliap dat je een heel eind ver kunt zien oj een helderen dag. Jao, 'eeren, 'u 'iel eind. Me dunkt, op oen helderen dag als vandaag moet je Arnhem wol kunnen zien liggen. Jao. antwoordde liet boertje ,,en veul varder as Aorem. 'ik denk wel tot Amsterdam ol Maastricht zei een ander met een knipoogje tot zijn tochtg-wiootan. Jao vast en nog wel varder. Verder dan Amsterdam en Maas tricht! Wel baas, zeg dan eens, tot ;ver je wel kunt zien? - Wel eeren, os 'et 'n klaore nacht is, dan kun je van 'ier tot an de maan kieken. van do prineipieele (iienslvreigcrtii?. Dil ie voor den krijgsraad een aanwijzing te zeggen: wij weten, wat er achter onj leeft. Dat kan van invloed zijn op den dienstweigeraar, dio om zedelijke red :nen heeft geweigerd. En als gij, zegt pleit'r, toch verontrust zijt. ligt er dan niet in de Blfcttl van het volle een teeken, dat >.r aan de hoginselen vau de samenleving iets ont breekt T Br leeft onder den drempel van de bestaande rechtsorde iets nieuw» 1 Eu het Is door de daad van dezen jongen rniLD, waarvoor ik hem roet duizenden dank baar ben. dal l.iervon iels kan doordringen tot de mcnschhcid. Nadat bekl.iagdo zelf nog iets to rij oer verdediging had gezegd, ging de krijgsraad tn de raadkamer orn het vonnis te vellen. De zaal werd tiidrns deze beraadslagingen niet ontruimd en Herman Groenendaal zot toon rustig cn bedaard tussehen zijn moe der en verloofde op do beklaagdenbank. Wel had ik recht van een gemoedelijke stemming te spreken; zolden zag men in oen rechtzaal een rueor tegemoetkomende houding tegenover een beklaagde dan bij dezo zitting. Het was in alles merkha; w ij t r c e 1 e der rpun staa Dit bleek ook volkom krijgsraad. De conclusie, dot cr bij den beklaagde geen schuld was. kon de krijgsraad niet aanvaarden, omdat dit indirect een vernie tiging van de weermacht zou beduiden. Het borocp op art. <0 van het Wetboek van Strafrecht wilde de krijgsraad echter niet geheel verwerpen, maar daarover kon thans nog geen beslissing worden geno men. Eerst zouden psychiaters moeten on derzoeken, in hoeverre hier werkelijk van geestelijke overmacht gesprokén kon wor den. Om dit onderzoek mogelijk te maken, zal Herman Groenendaal naar 'n hospitaal worden overgebracht. Hij zal daar bclion. deld worden sla patient, niet als govange nc. Van censuur op zijn correspond mli> zal daar geen sprake meer zijn en hij zai cr gewoon bezoek mogen ontvangen, terwijl toch de tijd, in het hospitaal doorgebracht, bij een eventueel later volgend vcroor- doelend vonnis van den straftijd ld wot- den afgetTokker Wij kunnen-dit niet anders dan een zeer wijs cn zeer verstandig vonnis noemen, enn vonnis, dat den V.rlig?rond te 'a-Qrarinliag- en zijn knappen, huntonen voorzitter, Mr. G van Slooten, tot eer strekt. Het slaat h'i ons vast, dat deze beslissing is genomen in verhand met da wet, die thans door de Regcoring is ingediend. Deze uitsprunn zal een eind maken aan de Groenedaal agitatie in het land en Is te beschouwen als een voorbode van een nieuwen tijd. Daarom mogen wij dezen krijgsraad ziting ongetwij feld een der belangrijkste noemen, die ooit in Nederland heeft plaats gehad. En wan. neer de moeilijke kwestie der princip.eele dienstweigeraars tpoedig tot een werkvujkj oplossing mocht komen, dan zou de 'Jroe- nr-tidaal zaak, die door velenblijkbaar builen de schuld van Herman Groen end aal zolt vertroebeld is, toch nog haar goede 2ijde hebben gehad. J. B. SCHUIL. 1) Mr. Tideman kwam blijkbaar tot zijn onbillijke» uitvul uit verontwaardi ging over het feit, dat een teeken aar tij dens de zitting schetsen van den be klaagde nam. wij konden ons deze ver ontwaardiging volkomen hegrijpen, maar was het daarom noodig de andere jour nalisten, die op d« zitting aanwezig wa ren om een zoo zuiver mogelijk vers lag ta geven van zijn pleidooi, dat in zijn h«- teekenis tooit ver over dit indrvtdueeie ei uitging, zoo onheusedt te bejegenen EEN ZAT Jilt 1 )AG WüNDRiL» i i J ii. J. van Roekeren, voiull Jacobus vau Roekeren, was til zeventien jaar boek houder bij de firma Vaui Vliet, lias pels &j Co., vóórdat hij ook nog maar een dag zomervacaauie genoten liati. hij zen had zich duar al lai>e in go- scnikt. Zonder er bepauid over to te- aextcercn, ïeevc liet nem toe, dat zo- uiervacantie oen instelling was voor bepaalde personen, terwijl die voor andere personen niet zoozeer bestemd was en tot die laatste categorie bc- hourue hij dan zelï. overigens was dc uuiktuijkscne Zouuag voor hem vol doende en in do dti.lo plaats zuu van Roekeren tocli geen geld hebben ge- hau om eon vacanueiotsje te malven, omdat zijn gezin zijn heele salaris wel aan kon, Waataoitiiiilijk zou do man ook juur nog geen vacantia hebben go- ktegen, waaneer er geeui nieuwe as- sisteut-boeidiouder op het kantoor ge- k cm an was. Een niet moderne deniv- beeldeii voji geen avondwerk moer cn pensioen ais je 65 jaar was en in dc allereerste plaat-? zomervacantie. Toen deze jonge man er in de maand December over Uigon, hagelde het buiten hevig. Van Koekeren keek dus ïuar do luiten, vervolgens naar zijn uoc-i'Ui, zei daarna; ,,zoo!'' en werk- I. «lom. Maar de ander gal het niet Ui .,..._-ns on telkens weer kwam lnj op do vacantie terug an ten slotte zei lnj ('t was in Januari;: „meneer van Bofikoren, uit naam van het lieolo kantoor moet ik u verzoeken, om den patroon vacantie te vragen". „Vacantie? zei van Roekeren. „Man, waar denk je aan?" En lnj keek vol ontzetting naar do ruiten, die juist door eon flinke regenbui ivercen beklettoi'-l. „Ik hen veei lo blij dat ik warm cn droog binnen zit!" ..Och nee", zei do assistent, „ik bedoel niet nu, maar van den zo mer". vVan don zomer dat is nog ..Ja, maar als we zomorvacantie wiilen hebben, moeten we er nu over beginnen". Van Boeleoren keek op en zag, dat de oogen van het heele kantoor op hem gericht waren. Om van onderen af te beginnen: twee van den joug- sten bediende, waarvan één scheel, dan twee van die jongste typiste, lieel mooi bruin en waarvoor de assistent- boekhouder blijkbaar al groote be wondering had, twee van de oudste typiste, onverschillig grijs en teu slotte twee van den assistent zolf, die zich onderscheidden duur vrijmoedig heid. Van Boekeren voelde, dat er een antwoord van hem verwacht werd. „Dus", zei liij, afgemeten, „jaHie zou willen, dat ik den pa troon ga vragen om zomervacantie voor ons allemaal?" „Ja", riepen ze alle vier. „Luister dan goed; ik doe het niet". En toen uit vier monden teleurge stelde uitroepen kwamen: „daar ko men ongelukken vaul" Want hij dacht aan mijnheer Has pels (mijnheer van Vliet was al ja ren dood en de Co. was maar fraaiig heid) die de stuipen kreeg van iedere nieuwigheid op het kantoor. En daar mijnheer Haspels al wat ouder werd tn in de laatste jaren erg zwaarlij vig, zag Van Boekeren in gedachten al, dat de patroon zich bij een ver zoek om zomervacantie tzoo zou op winden, dat hij or wat van krijgen kon, eon beroerte of zoo. En er was geen opvolger, wat zou er dan van do onderneming terecht komen? Mis schien werd ze wel heelemaal geli quideerd en dan stond het heele kan toorpersoneel op straat. Zoo herhaal de van Boekoren tegenover de ande ren: „daar komen ongelukken van.." cn voegde er eenigszins raadselach tig, omdat luj zijn gedachtengang achterwege liet, bij: „dat kon wel op vacantie voor goed uitloopenl" De assistent-boekhouder zei alleen maar; „ik heb u de eer "willen laten, maar als u niet wil, doe ik hot zelf! En geon twee dagen later hoorde liij, rustig over zijn boeken gebogen, het welbekende stemgeluid van den pa troon in het prlvékantoor, maar veel luider don anders en blijkbaar lieel boos en daarop verscheen de patroon zelf op den drempel en vroeg, met zichtbare inspanning zich bedvungin- de: „Van Boekeren, wil je even nier komen?" En binnen gaande vond var. Boekeren zijn assistent, bleek maar vastberaden, achter een stoel staan. „Stel je voor", zei de patroon, op hem wijzende, „deze lieer vraagten daaroij waeutifa luj even cn gooide toen het woord er uit, alsof 't oem Kanonskogel was, zomervacan tie. Ha, lm, zomervacantie! llab je 't ooit gehoord? Bijna iederen avond \nj en altijd den heelcn Zondag vrij en dan ook nogzomervacantie! Wat zeg jij van die" driemaal overge- ïmasoe ma.ivgneid?" Later wist van Boekeren zelf met, wat hem overkomen was, maar hij zói het op dat oogenblik, lnj zei het kalm cu vastberaden: „meneer, de tijden veranderen, de moderne op- - vatting is, dat er vacantie moet we zen ooit voor kantoorpersoneel: ieder een wil wel eens een poosje vrij we zen en heclcinaal doen, waar hij lust in hcoft". 't Was er uit en toen hij den pa troon werkelijk wat blauw in zijn ge zicht zag worden, wensohtc hij het niet gezegd te hebben. Maar toch, wonderlijk genoeg, toen de heer Has pels daarna wat schor, alsof lnj heel boos was, zin: „nooit, nooit van mijn leven!'' en de heeren beduidde, dut ze wel konden gaan, had hij er geen spiit meer van, was zelfs over zich- zeh voldaan, niet omdat de twee oogen van den jong sten bediende, waarvan één scheel en de twee mooie bruine oogen en de twee onverschil lige grijze, gezamenlijk dankbaar keken (want ze hadden in het bedien denkantoor olies woord voor woord verstaan) en ook niet omdat de assis- ten hartelijk zei: „ik dank u wel", maar omdat het moderne begrip hem plotseling bevangen had en hij voel de, dat het goed was. Bovendien kende hij den heer Has pels. Die had wel vaker „nooit van mijn leven" gezegd en het toch, bi; nader overweging, gedaan. En zoo ging het nu ook. Er wa« nog menige bespreking noodig, de blauve kleur ,kw,aiR daarbij nog wel eens terug, maar in April kwam de zaak voor el kaar. lei Ier zou veertien dagen va- anlie hebben, om beurten, ze moes te» het onderling maai regelen, als het kantoorwerk er niet onder leed en de maand Augustus vrij bleef, want dan moest mijnheer Haspels zeil' uit. „Niet voor zomervacantie", had hij uitdrukkelijk gezeul, „maar op last van zijn dokter, die hem ner veus en overspannen gevonden had". Niemand glimlachte bij dit bericht en do vacantie werd verdeeld. Hei kwam zoo uit, dat van Boekeren de eerste helft van Juni zou knjgc-n, „het komt u éérlijk toe om de eerste te we zen", hiul de assistent gezegd en de jongste bediende de tweede nellt, de oudste typiste de eerste helft van Juli en de andere typiste en lnj zelf de tweede helft van Juli dan bleef Augustus vrij. De regeling voldeed van Boekeren niet lieelemaal. Zijn kinderen kregen pas in Juli vacan tie. Maai' och, geld om uit te gaan had hij toch met zoodat hot er nice •p aan kwiun. En ook dat samen- atlen van de vacantie van dc mooie bruine oogen en zijn asisstent-boek- houdcr icck hem niet liij liield niet van verloofde paartjes op een en het zelfde kantoor. Maar ofschoon hij scherp naar hun handen keek, van ringetjes was nog niets to bespeuren. Dus was op ©en Maandagochtend van Boekeren met vacantie thuis. De rest va® '1 verhaal moet hij zelf maar in zijn eigen woorden doen. „Mijn vrouw zei: „zoo, zoo, jij hebt dus vacantie. Wat doe je er mee, toch geen veertien dagen niets uitvoeren, donk ik?" „Nee", zeg ik, „dan zou 'k me dood vervelen. Wat wandelen, denk ik, eon beetje hengelen en zoo". „Komaan", zei mijn vrouw, „voor wandelcu is 't geen weer en wat heb ben die onnooz£le visechen je voor kwaad gedaan. Er zijn eon paar kar weitjes. die kon je juist zoo goed op knappen!" Ik zeg: „dat is beet, wat heb je, geef maar op!" En daar komt ze me aandragen met ons halve meubilair. Je weet niet, boe slecht de boel in mekaar zit," vóórdat je vacantie hebt: alle stoelen hadden wrakke pooten, alle houtwerk n de keukon was verveloos, het kip- peidiok viel haast in mekaar, de scharnieren van de poort waren los, ik woet eigenlijk niet wat er In huis nog goed was. En als ze met meubi lair kwam aaaidragen, dan was het: ,,'t arbeidsloon is tegenwoordig zoo duur, je kunt liet makkelijk verdie nen", en als er aan 't huis wat gebeu- ren moest zei zo: „de huisheer doet er niets aan en we mooten toch net jes wonen". Vier dagen lang heb ik getimmerd en gevertel, twee dagen tng IxJiamgen. Toen was mijn eerste vacantieweek om. Ik zaï tegen mij zelf: „veel rust heb ik wel niet ge> bad, maar dat komt de volgende eek wel". Maandagochtend van de tweede ook zegt mijn vrouw: „Mientje ia met vacantie". Mientje is ons dionsl- meisje „Zoo, zoo", z g ik is Mien tje met vacantie.'"' Dadelijk bekroop in ij een bang voorgevoel. „Natuur lijk", zégt mijn vrouw, „dienstmeis jes moeten vacantia hebben, jij m ook vacantie, iedereen heeft vacantie, alleen een huismoeder niet. Ik dacht zoo nu jij toch thuis bent, kun je me wei wat helpen, want ik kan alles alleen niet al!" lk wou me nog verzetten, ik zei: „ju, maar hoor es hier, zoo gaat mijn heele vacantie naar den „Ik hoop toch niet, dat je tegen mij gaat vloeken?" zei zo. „Ik wou nman zeggen be toogde ik. „Nee, dat wou je nieL Maar laten we er verder niet over spreken: c«-.n man, die dezon naam waard is, helpt zijn vrouw en wil niet. dat ze zich doodzwoegf". Ja, hou kon ik dat dan willen? Dus begou ik met de Zondagsche schoenen van dc kinderen te poetsen, driemaal tweo is zes stuks en flink vol Blik, want 't had Zondags geregend. Toen werd ik eclielleineisje. Naar de deur loopen voor bakker, slager, melkman, van alles. Daarna eou beetje stof afne men, dat wil zegg.ii: van den eenen kant van de kamer Daar den ande re,! kant jagen. Je kon-de stofdeeltjes in du zou zién dansen, van louter plezier, denk ik ik vond het minder leuk. 's Middags heb ik gtJiolpeu groente schoonmaken, aardappelen schillen, maar je verklapt me met hoor, want dat wil ik niet weten. Nooit had ik kunnen beseffen, dal eon huisvrouw het zoo diuk heeft en zoo veel werk aan een ander !t;ui af staan. Dat ging zoo deu eersten dag. Op Dinsdag boodschappendag. „Ik J'.an niet uit", zei mijn vróuw, „baal jij eon en ander voor me'Ik ben naar tien winkels geweest. 's Mid dags dingen terugbrengen naar zee rinkels, omdat wat ii; gekocht had niet goed was en naai- zes nieuwe winkels toe. 's Avonds doodop. Woensdag kamerdug Mijn protest werd beantwoord met de opmerking: „de boel in mijn huis mag niet ver vuilen". Donderdag eniin laat ik naar uitscheiden. De heele week lieb k me „nuttig gemaakt', zoo neemt mijn vrouw uat, in het huishouden eu Maandag ben ik weer op 't kan- toor' gekomen met blaren in mijn handen, een schram op mijn neus au een ruit waar ik doorheen go- ailen ben en stijve spieren van 't ongewone werk. Maar op 't kantoor werd ik met go- juich ontvangen. „Is u goed ultge- ust?" vroeg «Ie assistent-boekhouder. .Prachtig", zul ik. „Heeft u veel go- i.zngold?" vroeg de typiste rai-t de bruine oogen. „Tweehonderd zei ik. En mUnlioor Haspels kwam, wal hij anders nooit doet, in 't bedienden- kardoor en ging naast mijn tesscnaai -;.uin en vroeg, of ik plezier had ge had van mijn vacantie. Ik antwoord de, dat ik een ander en beter menscb geworden was. Maar ais ik alles goed Indenk, dan is vacantie hebben ook een kunst. Misschien zal ik die leoren 't volgend jaar. Misschien ook niet. En les kun Je er niet in nemen. Want do assis tent en de typiste met de bruine oog«u schijnen al precies te weten, boe ze hun vacantie gaan doorbrengen. Maar die manier past mij waarschijn lijk wöèr minder". FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5