HET ADVERTENTIEBUREAU VAN (VAN 1883) GROOTE HOUTSTRAAT 93 - TBLEPHOON 724 een internationale regeling van de emigratiê. De to Genèvo vergaderende Internationale emicratiecommlssle van het Internationaal Arbeidsbureau heef het vraagstuk onderzocht van de kortngen op de loonen van emigranten bil wijze van terugbetaling van voorgeschoten reiskosten. De commissie heeft te dier wake een motie aangenomen, waarin erop wordt aange drongen, dat de contracten, die dergelijke be palingen bevatten, door de bevoegde autoritei, •en van het land, waarheen geëmigreerd is, zul- I n worden vernietigd, wanneer deze bepalin g-u r'. -trljd aijn met de wetten van dat land. rnmissie behandelde vervolgens het vraagstuk der bescherming van emïgreerende -ouwen en "kinderen, en besloot, deze kwestie •_a plaatsen op de agenda der conferentie van 1922. Betreffende de kwestie der emigranten in de haven van Inscheping werd een motie aange nomen, waarin den rederingen der verschil lende staten wordt aanbevolen, de emigranten in de haven* van inscheping aan een afdoend onderzoek te onderwerpen, als ook ln de voor naamste plaatsen, waar de emigranten de gren zen dezer landen passeeren. Deze maatregel jou een tweeledig nut hebben: Eenereijds zou bet den emigranten onmogeltik worden, zich in te schepen, zonder te beantwoorden aan de voorwaarden, welke door het land waarheen wordt geëmigreerd zijn gesteld, en zouden rij »r dus niet aan worden blootgesteld, te worden teruggezonden, en anderzijds zou deze maatre gel de verspreiding van besmettelijke ziekten Onderweg tegengaan. Een vlieger lerend verbrand. Dezer dagen maakte een luitenant-vlieger jan het vliegkamp te Manstou in Engeland een proefvlucht boven het vliegterrein. Terwijl hij boven het veld cirkelde, raakte de motor defect en de bestuurder begon te dalen. Terwijl de machine echter naar beneden kwam. zag men rook ontsnappen. Het vliegtuig landde op eenigen afstand van het vliegveld en onmiddel lijk daarna sloegen de vlammen er uit. Assis tentie was spoedig genoeg tér plaatse, doch men stond machteloos en de avlateur kwam in de vlammen om. Toen de vlammen waren ge doofd, vond men zijn verkoold lijk onder hoi wrak van de machine. De groote bosehbrand in Sflezlë. De grooto boseh brand in net district Kszcyne bij Nikulowico, Llota. Kiszowieg en Orki is ten deolo ge- bluscht. Men heeft geconstateerd, dat de brand gesticht was door de Orgesch. Twintig sol daten van do Orgesch zijn gearresteerd en bobben bekend, dat zij order hadden gekregen boschbranden op den rechteroever van den Oder te stichten. De Duitsche bladen „Volka- wille" en „Oberschleslselier Kurier" erken- aon, dat de brand is aangesticht. Er zijn on geveer 2500 morgens afgebrand in do buurt van Zawodzio en Rybnik. De brand maakt het treinverkeer bij Rabownia onmogelijk. Er ia oen dorp verwoest. De Duitsche bladen consta- teeren, dat dit de grootste brand in Opper- Silezid is in tien Jaren. Hot drama eoner lichtzinnige vrouw. Toen Sara Cambelina Cowen tien jaar gele den op 22-jarigen leeftijd het fortuin van haar vader, den president van de Baltimore and Ohio Railway erfde, was zij niet alleen een der rijkste, doch ook een der mooiste vrouwen van do society van Baltimore. Twee jaar voor den dood van haar vader huwde zij met Char les Monson, doch nauwelijks was <le spoor- 'wegkoning overleden, of zijn dochter liet zich van haar echtgenoot scheiden, om een leven van verkwisting en losbandigheid to New York 'te beginnen. Prachtige feesten, kostbare ju- ]weeleu eu kleeden, en niet. het minst het voortdurend gezelschap van een bende klap- loopers, hielpen haar in betrekkelijk zoor korten tijd door haar vermogen van meer dan zes mlliioei) gulden boen. Toen baar geld op was, en er van haar rijkdom aan juweelen niets meer was overgebleven, lieten haar „vrienden" haar weldra aan haar lot over. Zij geraakte volkomen aan lager wal, on weldra hoorde men niets moer van haar, totdat zij eenigo dagen geleden door vergiftiging in een obscuur hotelletje te New York een einde maakte aan haar rampzalig leven. Haar lijk is in de Morgue herkend door haar neef, die het stoffelijk overschot van de ongelukk'— naar haar geboortestad heeft la ten overt (lUisen. de kroning van emir feysau De „Tlmes"-correspondent te Teheran ver noemt, dat emir Feysal weldra als heerschef over Mesopotamia zal worden gekroond, na dat de stemming onder de steden en stam hoofden algemeen te zijnen gunste is uitge vallen. Do methode, volgens welke men de bevol king raadpleegde, schijnt vrijwel dezelfde als twee jaar geledon. Toen Mesopotamia zlcb met dozelfde eenstemmigheid tegen ieder lid van do familie van ien sherif uitsprak en voor rechtstreeksch Britsch bestuur onder sir Percy Fox. Men stuurde door bemiddeling van de politieke ambtenaren vragen aan no tabelen, sjeiks en hoofden van verschillende gemeenten, die vergaderingen van hun aan hangers bijeenriepen. Indertijd, in het voorjaar lag het in de bedoeling een kieswet af te kondigen en verkiezingen te houden voor een consli- tueerende vergadering, die de daden van d« voorloopige regeering zou goedkeuren, over- den vorm van de oonstitutie beslissen en zich over de kwestio van den nieuwen heerscher zou uitspreken. Dit plan heeft men blijkbaar laten varen. HET DERDE EEUWFEEST DER indianen. Naar de „TImes"-correspondent te Toronto aan zijn blad bericht, Is op 4 Augustus te Pe- netanquishene (Ontario) het driehonderdjarig feost der Indianen gevierd- De vereenigde raad van Indianen van Ontario heeft op dien dag een elsch opgesteld, betreffende de teruggave van uitgestrekte gebieden aan de Couchiging- en SImcoe-meren en aan de Georgian Bay, welke den Indianen, zooals zij zeggen, zon der een zweem van recht door de regeering zijn afhandig gemaakt. Hun eischen strekken zich uit over groote gedeelten van York en Simcoc, en over de districten Muskoka en Par ry Sound. Do eischers zeggen, dat deze ge bieden, welke door de Chippewa-Indianen wa ren bezet, nooit aan de kroon zijn overgedaan, doch dat zij door de regeering zijn genaast, zonder dat de bewoners eenige schadeloosstel ling hebben gekregen. Tijdens de feesten hebben de opperhoofden van de Hurons en Irokeezen zich met elkaar verzoend. Do veete tusschen beide stammen bestond reeds bijna drie eeuwen, en dateerde van den tijd, dat de verslagen Hurons door de Irokeezen van hun jachtgronden verdreven werden. De hoofden hebben thans de vredes pijp gerookt, en den strijdbijl begraven, als oen teeken, dat het verledene vergeven en ver geten Ib, en voorlaan vrede tusschen de stam men heerscht. Er waren vijfduizend toeschouwers aanwe zig, toen de belde stamhoofden uit hun kano.s stapten en door een Huron 6n twee Irokeezen begeleid hun zetels bij een tent van berken schors innamen. De Irokeezen staken de vre despijp aan, en gaven haar aan den Huron onder de woorden: Er is vrede tusschen onze volken. Er is vrede, antwoordde de Huron, nam de pijp aan, en gaf haar door aan het tweede stamhoofd, die haar teruggaf aan de Irokeezen. De hoofden begroeven daarop den strijdbijl en ten slotte wendde zich de Huron tot do Irokeezen en zeide: Thans zullen wij gezamenlijk een eland jagen. Een pijnlijke verrassing. Een in Tsjecho-Slowakije welbekend too- aeelspeler trachtte in een hotel te Praag een Kamer te vinden. Men deelde hem daar echter mede, dat er geen enkele kamer meer vrij was Terwijl hij evenwel met den gérant sprak, viel zijn oog op een brief, geadresseerd aan een vriend, die in dit hotel logeerde- Hij had dien vriend langen tijd niet gezien en verzooht daarom hem diens kamer te wijzen. Er wachtte hem een pijnlijke verrassing. Bij zijn binnenkomst in het veitfrek van zijn vriend vond hij daair, behalve dezen, een vrouw, in wie hij zijn verloofde herkende- Het gevolg daarvan was, dat hij zijn revolver Lrok en een schot loste, dat evenwel geen doel tref. Daarop trok ook de aangevallene eeil re volver. H.t meisje plaatste zich uisschon do bei.Ie mannen en trachtte de vechtenden ie scheiden; de hotelhouder verklaarde later, dat zoodra de een had gevuurd, zij gillende naar don ander liep. Beide mannen werden ernstig gewond; men twijfelt er aan of men ooit te weten t\. kor men, wie het eerst tot den aanval overging. De vrouw is als door een wonder aan de kogels ontsnapt. oe oosten rij ksche politiek. Do overdracht Tan West-Hongrijc. WEENEN, De minister president heeft voor de hoofd-commlssie va* Buitonlandsche Aangelegenheden een uiteen zetting gegeven van den politieleen toestand I-Iij verklaarde, dat het onderhoud met dl Tsjecho-Slowaltijsche politici hem had over tuigd van do hrtelijklieid en vredelievendheid tulgd van do hartelijkheid en den vredelieven- den geest van dezen. Hij had de verzekering ontvangen, dat de Kleine Entente in geenen deele was gericht tegen een bepaald land. In September a.s. zal een nieuw onderhoud plaats hebben met den Tsjechischen minister van Buitenlndsche Zaken, Dr. Bnesj, waar do thans gevoerde besprekingen definitief tot eon einde gebracht zullen worden. Sprekende over de betrekkingen met Hon garije verklaarde de premier, dat de over dracht van West-Hongarije op 27 Augustus moet bobben plaats gevonden. De onderhan delingen met Hongrije worden voortgezet, doch worden bemoeilijkt door het feit, dat Hougaarije dikwijls van standpunt verandert en onlangs nieuwe voorstellen heeft gedaan, welke do minister ter kennis van de commis sie bracht. Na breedvoerige debatten nam de commis sie oen resolutie aan, waarin wordt verklaard, dat de Oostenrijksche regeering de onderhan delingen moet voortzetten, opdat de overdracht van West-Hongarije binneg den door de vre desverdragen van St. Germain en Trianon vastgestelden termijn, eindigende 27 Augus ts, zal hebben plaats gevonden. Vervolfl Binnenland. liet telegrafisch Terteer tusschen Nederland en Rusland. Op de vrager van het Tweede Kamerlid Kruyt betreffende herstel van het telegrafisch verkeer tusscher Nederland en Rusland luidt het antwoord vat. den Minister van Waterstaat, mede namen* zijn ambtgenoot van Buitenlandsche Zaken ai volgt: „Het telegrafisch verkeer tusschen Duitse' land en Sovjet-Rusland is blijkens een as köndlgTng ifi liét PSSf-Naihrichlenbraff, Eo'. SI), uitgegeven door het Rijkspost-niinieterie te Berlijn, hersteld en heeft plaats vla Konings- bergen-Rlga. Langs dezen weg kunnen (zooals is aange kondigd ln de St. Crt. van 9 Mei 1921) op risico van den afzender, van Nederland uit, telegram men verzonden worden naar geheel Euro- peesch Rusland, behalve de gouvernement-n Bessarabië en Minsk, doch wel naar de stad i Minsk; verder naar de Ukraine, Siberië. Noord" Kaukasië, AserbHdschan en de Russische Re- I publiek In het Verre Oos'.en, bevattende Je gouvernementen Zabalkalskaja, Priamurskaja en Primorskaja. Bijzondere telegrammen moeten in verstaan- bare taal gesteld zijn. Het tarief bedraagt f 0.25 per woord." gevaren bij het gebruik van electrische toestellen. De electro- technisch adviseur bij de Arbeidsinspectie schrijft Uit het op j.l. Vrijdag te Deventer plaats gehad hebbende en In de bladen vermelde doodelijke ongeval door den electrischen stroom bij het schoonbi'sken van een stoomke- tel blijkt weer eens boe noodlottig de aanra king van eenig. onder een electrische spanning staand deel kan zijn en onder de hier aanwe zige omstandigheden ook bijna steeds is. Deze gevaren van den electrischen stroom voor het menschelijk lichaam werden in den loop der Jaren in de Centrale verslagen der Arbridsln- spectle en in afzonderlijk uitgegeven brocbu- 1 res herhaaldelijk besproken. In de laatste ja ren, nu de electrlciteit. en in het bijzonder de wissel- of draaistroom In ae industrie een steeds algemeer.er toepassing heeft gevonden, valt echter een toeneming te constatceren van j het aantal ongevallen, ook van de doodelijke i ongevallen, door den electrischen stroom. Bij het onderzoek dier ongevallen blijkt sleeds weer, hoe weinig men van het gevaar van den omgang met electrische toestellen op de boog- i te is of daarmede rekening pleegt te houden. I Het blijkt dan ook zeer gewenscht, om nog eens op het een en ander te wijzen. In het Mer bedoelde geval is de dood van den getroffene veroorzaakt door de «aanraking van den metalen voet eener gloeilamp, welke aan het wisselstroomnet was aangesloten en een spanning van 220 volt tegen de aarde hart. Een dergelijke spanning komt in vele electri- I eche huisinstallaties eveDeens voor. Zij ver- oorzaakt daar echter hoogst zelden een era- Btig, en wel haast nimmer een doodelijk on geval, omdat de persoon, die een spanning voerend deel aanraakt, zich bijna steeds op een voldoend isoleerende onderlaag bevindt. Van een noemenswaardigen stroomdoorgang door bet lichaam is dan meestal geen sprake. Geheel anders is dit echter gesteld met stroom van dezelfde spanning, wanneer de persoon, wien het betreft, zich bevindt 1n een vochtlgo ruimte, b.v. een kelderruimte, of wanneer hij natte kleeren .heeft, bezweet is, of ln aanra king -Is met eenig met de aarde verbonden me talen deel. In zulke gevallen zal de electrisc'io stroom door het menschelijk lichaam een weg naar de aarde nemen. Het allerongunstigst zijn de omstandigheden wel bij werkzaamhe den in een stoomketel waar de man s t e e d 8 een zeer goede aardverbinding maakt en bo vendien de overgangsweerstand van de huid door zweeten in den regel sterk is verminderd. In zulke gevallen kan niet ernstig genoeg worden gewaarschuwd tegen het gebruik van electrische leidingen en toestellen van ondeug- 1 delijlte constructie of welke ln slechten toe- Stand verkeeren In het bijzonder dient hier te worden gewaarsohuw-d tegen het gebruik van de ln den handel voorkomende metalen handlampen, welke hij eo" gering defect In het inwendige, ook uitwendig onder spanning komen te staan Verder moeten allo metalen deelen van gloeilamp en gloeilamp- ik o u d e r tegen aanraking zijn beschermd. I Bovendien moet dc Invoering der stroomtoe- 1 voerleldilng in rt6 handlamp zoodanig zijn, dat. ook bij ruwe behandeling een beschadiging of breuk der leidingen aan de invoeropening zoo veel mogelijk is voorkomen. Het dient goed te worden begrepen, dat bij venvaarloozing der geboden veiligheidsmaat regelen het gebruik van electrischen stroom van de gewone netspanningen, de zoogenaam de lage spanningen dus, hij werkzaamheden ln stoomketels en dergelijke metalen vaten hoogst gevaarlijk is. Een aanraking van een spanning voerend deel onder dergelijke om standigheden heeft met bijna wiskundige ze kerheid den dood van den getroffene ten ge volge. De bovenbedoeld*» voorzorgsmaatregelen hebben echter het nadeel, dat een goede uit voering daarvan afhankelijk is van een voort durende en nauwgezette controle van het ma terieel. Beter is het daarom bij de hier be doelde werkzaamheden uitsluitend gebruik te maken van stroom van zeer lage spanning, bijvoorbeeld van 20 volt tus schen de leidingen (10 volt tegen de aarde). In de meeste gevallen is «ulk een voor het leven ongevaarlijke spanning gemakkelijk te verkrijgen en wel met »en kleinen transforma tor, welke op het aanwezige wisselstroomnet tan worden aangesloten en waarmede de stroom op de zooeven genoemde ongevaarlijke spanning kan worden omgezet Uit hunnen aard zijn deze transformatortjes Blechts geschikt voor wisselstroom en niet voor gelijkstroom. De ervaring heeft echter geleerd, dat deze laatste stroomsoort in den regel niet die noodlottige uitwerking heeft op het men schelijk organisme als wisselstroom, al blijft ook hierbij groote voorzichtigheid geboden. Lichamelijke oefening voor de jeugd. Een ontwerp voor longen* on meisjes. Geen oefen recht" voor 1419 jarigen. De Telegraaf schrijft Naar wij verne men neeft hét Algemeen College van Advies vuor de Lichamelijke Opvoeding (waarvan de he oren F. W. C. H. van Tuyll van S e- rooskerken en P. Otto resp. voorzitter en secretaris zijn) don Minister van Onderwijs een outwerp-regeling van de licaamt-lijke oefening der rijpere Jeugd ter overweging aan geboden. Het voorstel, In den vorm van een wetsont werp gevat, gaat uit van het beginsel dat zoo wei mannelijke als vrouwelijke jongelieden tusschen 14 en 19 jaar recht beb'oen op onderwijs in lichamelijke oefening. Tot het ontvangen daarvan moet in elke ge meente gelegenheid worden geboden „voor zooveel het verlangen naar dit onderwijs blijkt." De leiding behoort door bevoegden te wor den gegeven, de kosten zijn te dragen c.oor vereenlgir gefi of commissies die de leiders aan wijzen, uan wel door de Gemeente. De sagaris sen der leiders betaalt het Rijk. dat ook min stens 75 'U der door de gemeente to maken kosten voor zijn rekening neemt. Voor leiders (leidsters) wordt een getuig schrift ingesteld, voor deelnemers (deel neemsters) aan het onderwijs een diploma voor eik der belde seksen. Dit diploma kan in verschillende graden worden verleend, naar gelang van den duur der deelneming. Het toezicht op de naleving der bepa lingen worde opgedragen aan de_ Inspecteurs van do Lichamelijke Opvoeding, dia gehouden zijn de deelneming aan het onderwijs zooveel mogelijk te bevorderen. Bij algemeenen maatregel van bestuur wor den nader de bijzonderheden vastgesteld om trent de voorwaarden waaraan de oefeningen, tc-rreinen, lokalen, moeten voldoen, de grootte der rijksbijdragen in de gemeentelijke kosten, de eiscben voor het getuigschrift. Je regeling der cursussen tot verkrijging daarvan, do toe kenning der diploma's enz. Aan de aan het voorstel toegevoegde „Toe lichting'' is het volgende ontleend: Met de ontworpen wet werd de bevordering van du o ontwikkeling beoogd op grond bier- ven, gelijk ln genoemde toeliciulng werd ge formuleerd, dat „door de lichamelijke oefe ning paedagog'iscbe, hygiënische, sociale en nationale winsten worden behaald." Het ont werp ontleende echter zijn bijzondere belee- kenis aan het streven om lot vermindering der eigenlijke militaire lasten met ingrijpende ver mindering van het staande leger te kunnen geraken zonder verzwakking van aet weer standsvermogen der natie, wat mogelijk scheen, als van jongs af ons volk lichamelijk sterker werd gemaakt. Daardoor moest het ontwerp zich vooriooplg evenwel bepalen bij de mannelijke jeugd doch bovendien de wette lijke verplichting in zich opnemen. Gereedelijk kan worden erkend, dat het ge heel met den algemeenen grond voor deze overheidsbemoeiing had gestrookt, indien ze zich dadelijk ook had uitgestrekt tot de vrou welijke jeugd. Het College meent, dat de li chamelijke oefening ook voor de aanstaande moeders van ons volk van het hoogste belang is. Daarnaast valt niet te ontkennen, dat togen de verplichting uit sociaal-peaoagogisch cog- punt bezien ernstige bezwaren zijn in to bren gen, die trouwens van verschillende zoor be voegde zijden zijn aangevoerd. Het bleek dus wenschelijk een andere rege ling samen te stellen, waarbij ten volle met do/.e twee overwegende bezwaren rekening wordt gehouden. Wil d-e regeling doel treffen dan moot een zoo groot mogelijk aantal der jongelieden aan de oefeningen willen en kunnen deelnemen. Om het eerste te bereiken is het noodig de belangstelling te wekken, wijl de deelneming nu uitsluitend vrijwillig zal zijn. Voor een goed deel mag men er wel op vertrouwen, dat de oefeningen mits ln voldoende verscheidenheid geboden, in zich zeiven aantrekkelijk genoeg zullen zijn om do Jongelieden tot deelneming aan te sporen. Doch or is meer te doen. Men kan ook de mogelijkheid openen, dat aan bet geregeld en inzonderheid aan het ten einde too met voldoend succes volgen der oefeningen een of ander maatschappelijk voordeel wordt ver bonden. Wanneer hijvoorbeeld later het legerbestuur aan het bezit van een bewijs van geheel ge volgd hebben der oefeningen voordeeliee be palingen voor de jongelieden wil toekennon ten aanzien der militaire verplichtingen, dan zal dit zeker als een prikkel werken. Wel wordt hierbij uitdrukkelijk vastgesteld, dat de aard der oefeningen daarvan niet afhankelijk mag worden gesteld. Het Iaat zich eve- k s denken, dat in de gewone levenspractijk u. werkgever aanleiding zal vinden om bij de keuze van personeel rekening te houden met het mogelijk bezit van bovenbedoeld bewijs. De wetgever bepale echter deze voordeelen niet. Hij opene slechts de gelegenheid door de in stelling der bewijzen van geoefendheid.. Intusschen, naast het „willen" moet het' „kunnen" staan. Het is de taak der overheid om dit ten slotte ie verwezenlijken. Wel stelle men het particulier initiatief hier op den voor grond. In de eerste plaats reeds omdat het ge toond heeft veel en goed tot stand te kunnen brengen. In de tweede plaats, omdat de viij- willlge deelneming zich het best daarbij aan sluit. Vooral bij jongelieden tusschen dertien en nisentien jaar speelt de voorkeur voor be paalde leeraars en kameraden een zoo greote rol, c-at men den steun der vrije vorming van clubs en vcreenigingen niet kan missen. Doch 't ls mogelijk, da? deze nog niet !n voldoende mate zich voordoen, terwijl de vraag er ls. Dan dient de overheid op te treden. Maar vooral wat betreft de voorziening in lokalen en terreinen is de overheids-zorg on ontbeerlijk. la beginsel logge de wetgever der halve de verplichting let een en ander op de gemeente. Juist op naar, omdat zij alleen do 'lokale behoeften en lokale mogelijkheden kan b snor dealen. Dat evenwel het Rijk de gelde lijke lasten van deze zorg voor het overgroote deel vcor zijn rekening neemt is onvermijde lijk. daar feitelijk een goede lichamelijke op voeding van ons volk een eminent lands-be- lang is. De grondslag der regeling ls bijgevolg eener zijds de wettelijke erkenning van het recht op lichamelijke opvoeding voor ieder Nederlander na den schoolplichtigen leeftijd tot bet einde van den jongelingstijd, waarvan uiteraard kon den uitgesloten worden allen, die een onder wijs volgen, waarvan de lichamelijke opvoe ding een verplicht vak is. Anderzijds rust op de gemeenten de verplichting, de gelegenheid te bieden aaa allen, die verlangen van hun recht gebruik te maken. Het behoeft ge m be toog, dat daaraan niet dadelijk en niet overal op de juiste wijze zal worden voldaan. Een moeilijk punt der regeling betreft de voorziening met lokalen en ter reinen. Zooara er een genoegzaam aantal vcreenigingen zijn eik met een behoorlijk ter rein. is de zaal: <--»>»• r-r-'» - net, als vereenïgïngen niet nescniKuen over voldoende gelegenheid noch de gemeente om ze aan te bieden, terwijl er zeer goede lokalen en terreinen aanwezig zijn, welker eigenaars niet tot medewerking bereid zijn. Dan moet de wetgever in het algemeen belang de be voegdheid tot Ingrijpen verleenen. Di? mag echter niet leiden tot een onteigening /.onder meer. Er mag ten eerste pas sprake zijn van zoodanigen maatregel als de gemeente niet zelve terreinen kan doen aanleggen en dan nog slechts voor zoolang ze daartoe niet bij machte is. Voorts kunnen er zeer sterke argu menten voor een eigenaar zijn om zijn terrein periodiek ongebruikt te laten en ten slotte be hoort overleg gepleegd te worden over de da gen en uren, waarop de terreinen beschikbaar moeten zijn en de voorwaarden waaronder. Als dit alles in 't oog is gehouden dan volgt nog de beslissing van Gedeputeerde Staten en in hoogste instantie c.q. die der Kroon. Langs dezen weg blijven de particuliere be- laugen der eigenaars voldoende behartigd. In overeenstemming met het vorige- int werp Is de zorg voor de leiding uitsluitend opgedra gen aan vereenigingen of den betrokken Minis ter. Alleen zijn er de Commissies voor 'ie Lick. Opv. bijgevoegd, die gaandeweg in meer plaat sen worden ingesteld en die te beschouwen zijn als plaatsvervangsters der gemeenten. Do eigenlijke leiders der oefeningen treden niet meer op als de finantieel verantwoordelijken. Zij worden aangesteld door de genoemde licha men of autoriteit, die slechts mogen kiezen uit do bij de wet bevoegd verklaarden, doch jve- rigens vrij 7,ijn in hun keuze. De leiders wor den bezoldigd volgens het hezoldlgings-besluit, wijl ook hierbij elke wedloop van vereenigin gen en gemeenten behoort uitgesloten to zijn. Aan de Toelichting op de artikelen ontlee ncn we nog de opmerking dat, als deze wet in werking komt met het te verwachten gunstig gevolg, het aantal leiders en leidsters zeer spoedig onvoldoende zal blijken. Aan den an deren kant schijnt het niet twijfelachtig, of de leiding mag slechts toevertrouwd worden aan wie de wet bevoesd verklaart. Daarentegen is het stellig niet 'noodig daar voor alleen hen aan te wijzen, die als leeraren en onderwijzers in de scholen kunnen optre den. Hel zal ook voorkomen, dat voor bepaalde soorten van oefeningen personen geschikt blij ken te zijn om er onderwijs in te geven, die riet als leeraren zijn gediplomeerd. Daarom stelle de wetgever een bepaaldi getuigschrift ln, dat uitsluitend bevoegdheid zal verleenen voor het geven van onderwijs in verband met de uitvoering dezer wet en dat aan eenvou diger eischen zal kunnen beantwoorden, dan de eigenlijke onderwijs-bevoegdheden. Wat de toekenning der diploma's betreft werd gedacht aan een regeling, waarbij men na twee en na vier jaren een bewijs kon vor krijgen van geregelde deelneming, terwijl o*a hel eind-dip'.oma na de zes jaren kon woidca behaald-. Er kan ook beslist worden, dat eerst om de drie jaren en bewijs wordt gegeven. Het kwam er alleen op aan in de wet vast to leggen, dat er zoodanig diploma zal worden ingesteld. Het is niet vooruit vast te stellen of en zoo ja welke waarde de maatschappij aan die diploma's hechten zal. Dat moe', afge wacht worden, al zal het veel van de inrich ting afhangen. Maar «_a paedagogische betee- kenis, die er blijkens de alg. besch. in gezien wordt, maakt het voorschrift der instelling bij de wet wenschelijk. belast zich met de plaatsing van Advertentiën in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, het Algemeen Handelsblad, De Telegraaf, Het Nieuws van den Dag en verder in alle dag-, week- en maandbladen in Binnen- en Buitenland Prijsopgaven worden gaarne verstrekt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 7