HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Weenen en de Muziek.
Het FllinkUkspei
Onze LaGhhoek
taarlüïMiBr Hallo tl as
ZATERDAG 8 OCTOBER 1921 TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeke.)
No. 36
Weenen moge een stervende stad zijn,
op het gebied van de kunst en speciaal
van muziek, zal het ook in de toekomst
blijvon leven en ons een lichtend voor
beeld zijn. De Duïtschcrs mogen vele
gebreken hebben, in de liefde voor de
kunst staan zij ver boven ons, Hollan
ders. Altijd vreer, wanneer ik in Duitsck-
land reis «11 ik reken Oostenrijk en
Duitschland in dit opzicht één treft
mij die grooto liefde voor toonecl en
muziek bij de Duitschers.
Het is voor een in Duitschland reizend
Nederlander lichtelijk beschamend, wan
neer hij ziet, dat bijna elke stad van
beteckenis haar eigen opera, haar eigen
orkest en haai eigen looneelgezelschap-
pen heeft.- Is het eigenlijk niet bedroe
trend, dat ons heele land slechts één
Nationale Opera bezit en dat die ééne,
onkcle opera nog steeds een zeer kwij
nend bestaan moet leiden. Is het niet
je, ik kan het niet anders zeggen be
nepen klein burgerlijk, dat wij, Neder
landers de staat, zoowel als het
individu met onze bezuinigingen al
tijd het eerst beginnen met de kunst?
Is het niet een teekenend feit, dat de
qlgcmeene malaise bij de gegoede stan
den in den togenwoordigen tijd zich in
Nederland het sterkst afspiegelt in het
bezoek aan schouwburgen en concert
zalen? Bestaat er één land op de wereld,
waar het de muzikale en dramatische
kunst zoo zwaar en zoo moeilijk wondt
gemaakt, als het onze? Stadsbesturen
lenken er bijna alleen aan de kunst
die in Holland immers uitsluitend als
vermaak wordt beschouwd te „belas
ten". Millioenen en millioenen worden
jaarlijks uitgegeven voor het onderwijs
de paar duizend guldens, die kunst
instellingen in heel enkele steden van
ons land als subsidie ontvangen, wor
den door zeer velen als de meest on
nutte en improductieve uitgaven 'be
schouwd. Alsof waarachtige kunst niet
een even groote levensbehoefte voor een
volk is als het onderwijs, alsof een volk
niet juist zijn hoogste, zijn meest inner
lijke waarde krijgt door zijn kunste
naars!
In Holland wordt elke gulden, aan
kunst besteed, door velen nog beschouwd
als een onnutte, een weelde-uitgaaf.
Hoever zijn de Duitschers ons in dat
opzicht vooruitl In Duitschland heeft
men geleerd, dat na den godsdienst de
kunst een volk in druk de grootste
troost kan geven, dat boven het mate-
rieele nog iets hoogers, het ideëelo
staat. Zelfs in de moeilijkste lijden is
in Duitschland en Oostenrijk die liefde
voor de kunst gebleven* Las ik verleden
week niet, dat men in Duisbuitg pas
een nieuwe opera had gesticht en de stad
hiervoor 3.000.000 Mark had gegevent
Drie mïllioen Mark voor een opera en
dat in een tijd, waarin de grootste zui
nigheid is geboden! Ik vermoed, dat vele
Haarlemmers er zijn er immers nog,
die een subsidie van f 30.000 aan een
orkest, dat aan duizenden en duizenden
artistieke vreugde en dus geestelijk
voedsel verschaft, in dezen tijd reeds een
Toekelooze uitgave noemen dit een
schandelijke lichtzinnigheid zullen vin
den. Maar voor de Duitschers b de
kunst nu eenmaal een eerste levens
behoefte.
„Wanneer ons land geen muzikale en
dramatische kunst meer had, dan zou
bet eerst recht geheel te gronde zijn!"
zoo zei mij een Duitscher, professor in
de pathologische aïiftsirzob, dus geen
artist, geen kunstenaar. Integendeel, de
man deed zelfs in het geheel niet aan
muziek of aan andere kunst. Maar hij
toonde volkomen te beseffen, wat de mu
zikale en dramatische kunst voor zijn
land beteekende.-
„A1 zou heel Duitschland niet meer
bestaan, dan zouden Goethe, Beethoven
en Wagner toch nog blijven levenl" zei
bij me. „De eerste Duitscher, dien men
in Far ijs weer feestelijk heeft inge
haald, was Richard WagnerI Do kunste-
naars zijn onze grootste, onze meest
universcele roem!"
Cornelie van Oosterzee, do bekende
in Berlijn wonende Hollandsche compo
niste, die ik in Beieren ontmoette, ver
telde mij, dat zelfs op de ergste revo
lutiedagen in de opera's en de theaters
te Berlijn gewoon door was gespeeld.
Persoonlijk had 2ij gezien, dat voor het
Opernhaus in Unter den Linden op een
avond een lange queue van menschen
stond, terwijl even verder, op het
Domplein en b ij h e t S c h 1 o s z
hevig gevochten werd! Op den
avond, dat het keizerlijk slot door artil
lerie beschoten werd, woonde zij een
opvoering bij van Carmen en hoorde zij
nu en dan het springen van granaten en
het gerikketik der mitrailleurs boven de
muziek uit. „Het was" zoo zei' ze
me uof de dondermachine achter de
coulisses aan het werk was!" Toen
mevr. Van Oosterzee na afloop der voor
stelling met de beroemde zangeres
Emma Lcisner, die de rol van Carmen
had gespeeld naar huis ging, moes
ten zij op last van de politie rakelings
Langs de huizen loopen van een rij
tuig of taxi was natuurlijk in het geheel
geen sprake omdat het middengedeel
te van Unler den Linden door troepen
was afgezet en er nu en dan nog ge
schoten werd.
Die liefde voor de muzikaal-dramaii-
sche kunst is te Weenen even groot
zoo niet grooter als te Berlijn. Heeft
Jac. C. Meijerink in zijn VVeensche
brieven niet beschreven, hoe hij in Ja
nuari '20 dus nog in de moeilijkste
tijden voor Weenen uren lang in de
queue moest staan om een slechte
plaats in een loge van de Staats-Opera
te bemachtigen. £n zoo is het gebleven
tot op heden. Eiken avond, als er ge
speeld wordt, zijn de opera's stamp
vol. De Staats-Opcr de vroegere Hof-
Oper onder Richard Strauss en de
Volksoper onder Felix Weingartner, heb
ben nog steeds denzelfden goeden naam
als in den tijd, toen Guslav Mahler er
de directie voerde; maar het zijn nu
niet meer de Weeuers, die er heengaan,
het zijn voornamelijk de vreemdelingen,
voor wie de hooge prijzen geen beletsel
vormen, die thans de voor de Weenere
te dure plaatsen innemen*
Toch behoeft de Weener zich niet het
genot van muziek te ontzeggen. Weenen
is ook nu nog acn centrum van het mu
zikale leven gebleven. De stad, waar
Mozart, Haydn, Beethoven, Schubert.
Brahms, Bruckner en Mahler geleefd
en gewerkt hebben, beeft nog steeds
zijn groote aantrekkingskracht op do
muzikale wereld behouden. De atlerbe-
roemdsteu komen naar" hier, omdat z.j
weten, dat er geen voor muziek ontvan
kelijker publiek is dan de Weeners. Het
Wiener Konzcrthaus en het Kunstler-
lxaus, waar de concerten worden gege
ven, zijn avond aan avond stampvol*
Voor deze concerten worden de prijzen
opzettelijk zoo laag mogelijk gehouden,
en het is naar hier, dat de besten onder
de Weeners in massa's heentrekken om
er in goede muziek troost en opbeuring
te vinden en er voor enkele uren hun
materieele zorg en ellende te vergeten*
Zijn muziek, dat is het mooiste en het
meest waardevolle, wat hij in deze dagen
van droefenis nog heeft overgehouden*
In dezen tijd, nu alles hem dreigt ,e
ontvallen, heeft de Weener geleerd, dat
de kunst niets van haar eeuwige schoon
heid heeft verloren. En in dat opzicht is
hij verder dan zeer vele Hollanders, die
er alleen nog maareen „belasting
object" in zien.
Weenen cn de muziek, ze bchooren bij
elkander. Overal in Weenen word' je cr
aan herinnerd. Het Ilaydu- en het Schu
bert-museum, de standbeelden van Beet
hoven op de Beethovenplatz van
Mozart achter de opera van Ja.
hannes Brahms op de Katlsplatz
van Tïaydri fn de Mariahilfestrasse
van Schubert en Bruckner in het
Stadtpark ze spreken van de dank
baarheid, die do Weeners deze genieën
nog altijd toedragen. Maar niet minder
groot is hun vereering voor Johann
Strausz; ja, misschien voelt ce echte
Weener nog het meeste eerbied root
dezen „Walskoning" en zeer zeker vindt
hij zijn monument het mooist en het
meest „Weensch" van alle monumenten
in de stad*
Karakteristiek is het ongetwijfeld,
zooals de Walskoning, met zijn viool
tegen zijn schouder gedrukt, elegant,
als walsend daar staat te midden van
de marmergroep der „Donauwellen"»
Misschien zou ook een vreemdeling dit
monument kunnen waardeeren, als zo
Johann Strauss maar niet in een ver
guld bronzen pakje hadden gestoken*
Nu is [het geheel zoo wansmakrg, dat het
doet denken aan een verguld schoor-
steengarnituur uit een twee guldeos-
bazar. Maar de Weener vindt het „wun-
derschön" en het is dan ook het eenige
monument in het Stadtpark, waarvoor
men altijd vast een groep bewonderaars
met open monden kan zien staan.
Maar onvergetelijk zal voor ons de
herinnering blijven aan de oogenblik-
ken, die wij verwijld hebben bij de gra
ven van deze groote mannen* Het was
op een moaien zomermiddag, toen mijn
vrouw en ik daar samen, geheel alleen,
tusschen die „eeregraven" op het Cen
tral Friedhof bij Weenen stondenin
het midden een monument voor Mozart
en daar omheen in kleineren kring de
gedenkteekens voor Beethoven, Schu
bert, Brahms, Hugo Wolff, Johann
Strauss, Millocker en Suppc* (t) Vol
eerbied en ontroerd hebben wij heel
lang daar gestaan. Het was, of die
namen Mozart, Beethoven, Brahms,
Schubert en Wolff tot ons spraken. Welk
een schat van vreugde hadden deze man
nen ons in ons leven geschonken. Het
bezoek aan de eeregraven op het Cen
tral Friedhof was een pelgrimstocht van
dankbaarheid, waaraan wij nog heel dik
wijls terug zullen denken*
J. B. SCHUIL*
(1) Mozart ligt niet op het Central
Friedhof begraven. Zijn graf, dat op het
armenkerkhof was, is niet teruggevon-
Stadsnieuws
VRIJHEIDSBOND.
In een der zalen van de Nijverheid
vergaderde Vrijdagmiddag de afde
ling Haarlem van de Vrouwengroep
uit den Vrijheidsbond onder leiding
van mevrouw Van Roasuinvan dm-
Voort.
Deze opende de vergadering met
een korte toespraak, waarin de na
druk er op weild gelegd, dat de posi
tie van de vrouw in den Vrijheids
bond zoo inooi is en dat het pro
gram van den Bond voorstaat een
gelijkgerechtigdheid van man en
vrouw in den Bond.
Spr. verdedigde het vormen van een
afzonderlijke vrouwengroep in den
Vrouwenfbond. Nadat daarna was
overgegaan tot de samenstelling van
een bestuur, werd mevrouw Willekes
MacdonaldRcynvaan onder applaus
benoemd tot eere-presidénte van de
afdecding.
Vorvolgens hield douairière gravin
Van Tleerdt tot EverebergQuarles
van Dfford een rede over bet onder
werp „Propaganda".
Spr. begon haar rede met uileen te
zetten dat in ons land een zedelijke
en een economische achteruitgang is
ontstaan en dat de Staatsbemoeiing te
veel wordt opgedreven.
Tegenover dit alles dient te worden
gezorgd, dat een zedelijk hoogstaande
geeat in ons volk gaat leven en dat
gaal heerschen een economisch begin
sel gezonder dlan dat van staatssocia
lisme, dat het praetischc idealisme
gaat veldwinnen, aldus spr.
De Vrijheichlbond wenscht door een
gezamenlijk optreden toenadering tus
schen de standen tot stand te bren
gen een politiek van den gulden
mi/Menweg, een van de tering naai
de nering zetten, en eon van de ware
vrijheid volgen.
Aan 'n partij van den gulden mid
denweg, aan een van practisch idea
lisme beeft ons land behoefte, aan
een partij van bezuiniging. De strlj'd-
goest dient voor een van samenwer
king plaats te maken.
Dc vrouw kan veel doen voor dc
politiek van gematigdheid van den
Vrijheidabond door In haar omgeving
wie daar voor in aanmerking komen,
op te wekken rich bij den Vrijheids
bond aan te sluiten.
Danige punten van het Bondspro-
gram lioktto epr. daarna toe. Tenslotte
wekte spr. op om aan te pakken om
door de politiek en de opvoeding ten
goede van ons land werkzaam te zijn.
Indien men den weg tot het hart
en het geweten van de vrouw weet te
vinden, dan ligt voor den vrijheids
bond een mooie toekomst open con
cludeerde spr. Zij wekte op dc kleine
geschriften van den vrouwengroep
uit den Vrijheidsbond te lezen.
Maar dan is het werk nog niet
uit.Dan dient men ook te trachten den
kennissen sympathie voor den Bond
hij te brengen en hen te nooden naar
kleine tea's die overal 2mllen worden
georganiseerd-
De eenmaal als lid geworvenen die
nen op hun heurt weder anderen als
Md te gaan werven. Onder alle krin
gen van de maatschappij moet op
werving worden uitgegaan.
Spr. eindigde met allen uit te noo-
dieen de k.v>« van bereidverklaring
to onderteekciien. Op deze kaart
worden do volgende vragen gesteld.
Mag het plaatselijk bestuur op u
rekenen voor:
Het organiseeren van kleine bijeen
komsten
Het werven van kennissen daarna?
Het schrijven van brieven met be
geleiding van geachiftjes naar an
dere gemeenten?
Weet ge nog iets anders waarmee ge
ons helpen kunt
Nadat de presidente aan de epreelc-
eter dank had geaogd, werd do verga
dering gesloten.
UITVAART MGR. J. J.
THUNNISSEN.
Vrijdag had onder buitengewoon
grote belangstelling de begrafenis
plaats van den hoogcerw. heer Mgr.
J. J. Thunissen, in leven pastoor van
de parochie van bet H. Hart van Je
zus te Amsterdam.
Nadat Donderdagavond de Metten
waren gezongen vingen Vrijdagmor
gen te half tien de Lauden aan, zoo
meldt de Tijd., waarna do plechtige
IL Mils van Requiem werd opgedra
gen door den hoogeerw deken Mgr.
Th. J. A. Bosman, geassisteerd door
de kapelaans der parochie, de weleer
waarde hoeren G. H. J. Goes en Th.
W. Loomans.
Het hoogaltaar was in een stijlvol-
Icn rouwtooi gehuld en ontelbare
waslichten verspreidden hun zachten
6chijn door het kunstvolle kerkge
bouw, een der meesterwerken van
wijlen dr. Cuypers. De kerk was tot
in de uierste hoeken gevuld' met een
groote schare.
Te ongeveer half twaalf vertrok de
lijkstoet, terwijl zich inmiddels tal-
rke personen vóór het kerkgdbouw
hadden vereeni om getuigen te
wezen van het uitdragen van het stof
felijk overschot naar het kerkhof
„St.-Barbara".
In de acht volgriituigen hadden be
halve de familieleden plaats geno
men >IVr Bosman. Mgr. Bvgenraam,
enkele heeren pastoors, de kapelaans
«Ier parochie en leden van het kerk
bestuur.
Onder de vele belangstellenden op
het kerkhof waren o.a. aanwezig bur
gemeester \V. de Vlugt en wethouder
F. J. A. M. Wier dels.
De plechtigheid der beaarding werd
verricht. <h Mgr. Bosman met as
sistentie der beide- kapelaans.
HET GELWEZEN. Op uitnoo-
diging der Haarlenische Jongemau-
nenvereeniging aal op Zaterdag 8 en
Zaterdag 15 October a.s. or haar
optreden de heer J. J. Delios alhier,
die dan een causerie zal houden over
„het geldwezen".
NED. HERV. KERK. Haarl.
Predibld. .meldt 1
De oollectie aan de deuren der ker
ken gehouden op Zondag 2 October
voor het Godsienstonderwijs heeft op
gebracht f 208.69.
Het 8cala-Thoater.
ZooaU altijd Ito dit theater opent hei
programma ook deze week weer met ,een
prachtige weekrevue, waarvan vooral de
aandacht trekken de bergstroomen in
Californië (gekleurd). Dit is werkelijk
mooi*
Daarna de klucht„Kareltje en de
waariegsier", waarbij Kareltje wel veel
mbo0is wordt voorgespiegeld, maar als
het er op aankomt, komt er van al de
voorspellingen niets terecht*
Eddie Polo vervolgt in „Liberty"
zijn avonturen* Vooral in deze serie komt
goed uit wat een onversaagde artist deze
m?n is. Niets ia hen. te gevaarlijk,
terwijl men hem in zijn volle kracht
aanschouwt bij de worsteling met de
Mexicanen. Als kegels tilt hij hen op,
werpt ze van de trappen enz. Ook nu
weer woeste rennen en schietpartijen
tusschen Amerikanen en Mexicanen. Het
eind is dat Eddie Polo en Liberty met
een vliegmachine gered worden.
Als 2de hoofdnummer gaat t „Donna
Carnien, of de bende van het Uilen-
nest"* Fred Barlow is een jong million-
nair; om hét mejsje zijner keuze te ver
overen, gaat hij een malle weddenschap
aan, n.l. in zekeren tijd een reis om de
wereld te maken, zonder een cent op zak,
zonder zelfs bij zijn vertrek kleeren te
mogen dragen. Hoe hij eerst aan klee
ren komt, ziet men op de film; bij hel
bemachtigen van een jas komt hij in
moeilijkheden. In de voering van dien
jas is n.l* een testament verborgen*
Wat al avonturen hij daardoor beleeft,
is enorm. Het blijkt echter dat Fred
iemand is die zijn mannetje wel slaat
en voor geen klein geruchtje vervaard
■5. Menige vechtpartij kan men aan
schouwen. Deze week eindigt de serie
met de gevangenschap van Fred en
Donna Carmen bij den rooverhoofdman
„De Uil". De xoovers staan op het
punt hem dood te schieten, wat natuur
lijk niet gebeurt. Het geheel vormt een
mooi programma.
Muziek en explicatie uitstekend.
A_s. Dinsdag als hoofdnummer „Ma
dame Recamier". De heer Van Heel, de
explicateur van dit theater, zal dan ook
een hypnotische séance geven.
In ed Vereenlglntg.
In de groote zaai van de „Vereeni-
ging" genoot Vrijdagavond eesn flink
aantal bezoekers van de mooie Dui-
zervl-en-óén-nacht-film „De SuHttne
der Liefde", waarover In ons blad
reeds uitvoerig en prijzend geschreven
is. Vooraf gingen eenige zeer mooie
gekleurde lichtbeelden uit het verre
Oosten en een grappige Fransohc-
film. waarin oen onder do plak zit
tend echtgenoot de hoofdrol vervulde.
Men kan de Sultane nog bewonde
ren tot Woensdag en zal zich zeker
de kennismaking niet beklagen.
R.K. VF.PEEN1GING VOOR GROO
TE GEZINNEN. In de groote zaal
van St. Buy 0 hield de Haarlenische
R.K. vereemging voor groote gezin
nen Vrijdag een propaganda-avond.
die druk bezocht was on geleid werd
door den voorzitter nir. J. N. J. E.
Hoorkems Thijssen.
Mr.Hearkens Thijssen sprak eon
kort openingswoord, waarin betoogd
werd, welk een zegen is gelegen in
een groot geiin, al brengt dat dan ook
zorgen mede. Na dan de vergadering
met den Christel ijken groet te hebben
geopend, gaf spreker- het woord aan
den spreker van den avand tot het
houden van een propagandared>\
In deze rede werd de vraag onder
de oogen gezien; waarom de groote
gezinnen? In de eerste plaats omdat
God het wil, zei Je spr. In de tweede
pla&ie om de vrouwmoeder, het
middelpunt van elk gezin. In de derde
plaats omdat de tegenpartij atheist
is. Godiastenaar, en een leer verkon
digt, die rooit leidein tot onheil der
maatschappij.
Indien men een wereld zonder God
wil hebben, dan kan geluk nimmer
des menschen dect zijn, dan is geen
menschelijke samenleving, geen in
standhouding der maatschappelijke
orde mogelijk.
Zndeir God alleen do wet van het ge-
not en de weelde. Zonder Hem be
handelt men elkander niet als mede-
menschen, maar als doodsvijanden.
Indien men God niet aanneemt als
ANNIE'S VERJAARDAGEN.
De e eiste twee of drie beteekendeo
mete in haar jong leven.
Toen begon rij ze op te merken.
Daarna begon rij ze te vieren.
Daarna vierde rij ze niet- alleen,
maar vertelde iedereen ervan.
Toen besloot zij dat het wijzer was,
ze alleen maar op te merken.
Daarna begon zij te wenschen, dat
rij ze niet opgemerkt had.
Daarna deed zij of ze niet beston
den. Tenslotte ontkende rij ze.
Maar er zijn altijd nog wel harte
lijke vrienden, die er haar aan helpen
herinneren en het totaal voor haar
bijhouden.
GEWOONTEN VERANDEREN.
Een aoteur van een filmonderrio-
mirig werd door den regisseur aange
wezen om in een sofcne met een leeuw
op te treden.
..Ga iii hier ln bed liggen," beval
de regisseur, „dan leggen wij den
leeuw naast je. Dan kan een grappig
toon eelt je worden."
„Met een leeuw samen in een bed
schreeuwde de acteur. „Neen. me
neer, dat doe ik niet. Dan vraag ik
op siaanden voet ontslag."
„Maar", protesteerde de ander,
„deze leeuw zal je geen kwaad doen.
Hij is met melk groot gebracht."
,.Ja^ ik ook," was het antwoord.
„Maar ik eet nu vleeech."
ulleenheerscher va; het Heelal, dan
b'ij't niets van de beschaving over.
Spr. concludeerde, dat groote go-
zinnen noodzakelijk zijn en dat 'n kin
derbeperking met geoorloofd is. wil
men den wil van God nakomen en de
maatschappij eteik doen zijn door d«
handhaving van Gods wetten.
Het ie etp core vader cn moeder
over zeer vele kindoren te zijn. oindnt
God het wil en om de maatschappij
in stand te kunnen houden. Ten slotte
deed spr. opmerken, dat het ver-
eenigd zijn in een vereenlging als
deze sterkte geeft tegen den vloedgoll
van onge'oof, die zich in het neo-
malthuslanlsme openbaart.
Op de rede van den spreker volgde
een krachtig applaus. De voorzitter
bracht den spr. dank voor de gloed
volle taal, waarmede hij hen mooie
van de veneeniging heeft uiteengezet.
Na do pauze, waarin weder eenigen
ti Is lid tot de vereenigin.g toetraden,
vergastte mej. Louise Wijngaarden,
le violiste van het concertgebouw
orkest te Amsterdam, de aan-.vezïa-en
óp heerlijk vioolspel en zong mej.
Rie van Liemt een drietal liederen,
waarbij opnieuw haar schoon stem
geluid tot uiting kwam. De piano
begeleiding werd door mej. Annie
Seveke goed verzorgd.
PERSON A LIA
Voor benoeming van een leeraar
in ae Nederiandschc taal en letter
kunde aan de Hoogere Burgerschool
5-j. c. te Arnhem wordt door B. en
W. aanbevolen de heer J. C. de Joo-
dc to Haarlem.
Uit de tastMen
IJMUIDEN* Ned. Herv. Kerk. Op
het drietal voor predikant bij de N'ed,
Herv. Kerk »c IJmuiden zijn geplaatst:
ds. H. E. Beker, te Gorsselds. P. A,
i Tichelaar, te Beilcn en ds. G. W. Ober
man, te Bovensniilde.
SÜHOTEN. Gcvoiii.tn voorworpen. -
Terug te bekomen by: J. Veen Inga, Oranje
boomstraat S3 d, «en «lameshariuiasely-.F
d* N'ijs, G«n. Both&s treat 87, «cn po-;
duif; J. Nijbolt, Reitzstr. 81, een rozen
kruis; W. BicEmeijer, God. Sébalkbargcr
gruobt 117, een steekbeitelM. Bosnia, Ver-
gierden weg 28, een portemoiuiaie met in
houd; P. Spijker, Dr. Leytlsstnut -34, oen
ijveren gewicht; M. Egger*. Gen. Cronjé
straal 117, een koralen halsketting; B. v.
Veen, Gen. Creojéstra&t 11, «en heeren-
Y0«; J. Boom-, Javastraat 10, kota
len halsketting; B. Termeer. Velserstraat
12. een jKtrteinonnaie met inhoud; H.
I'lanjer, Javasiraai 45. een zilrreen .um-
bandje; F. Orauwclman, Kritznngorsirnnt
S3, een zijden das; A. Prent, Ged. Sch ui;-
burgergT. 1, «enige sleutels; W. Keesmoot,
Dr. Leydsstraat 18, een rozenkrans. Aan
hel politiebureau een rozenkrans.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Op kransuAouden is het gesprek ge
woonlijk algemeen, maar den la&tsten
koer, bij mij aan huis, waren dc dtu
mes zoo vervuld van de heifsi- en
wintermodes, dat liet onmogelijk
bleek, een verstandig woord u
zoggen. Ik weet niet precies meer,
waarover zij zich zoo warm maakten:
of in Parijs de japonnen kort of lang
vet deu godrugen, muur dat de ge-
«prekktn daarover lang duurden, is
zeker en zoo kwamen wij mannen op
liet 011 dei werp sigaren, waarvan de
doctoren zeggen, dat zij het hart be-
nadeuleai, maar die dan toch het
saaiste mannenhart, wil ik muur zeg
gen, sneller doen kloppen. De kans,
dul de zoogenaamde bandea'olle-wet,
Laatste misbaksel van het departe
ment van financiën, zoodanig wordt
veranderd, dat ze zich zelf niet meer
hei kent, stemde ons tot dankbaarheid
jegens Minister de Goer, die eenpa
rig als een man \an bekwaamheid
word geprezen. Neef Wouter, die al
tijd roet in 't eton gooien moet, was
het daajuice natuurlijk wear niet
eens. „De gelukkigste periode van
e«n Minister van financiën zei hij,
„is het eerste kwartaal van zijn op
treden, dan verbetert hij namelijk de
•fouten van zijn voorganger, \oor zoo
zoover ze nog geen wet geworden en
dus nog niet onherstelbaar zijn; daar
na gaat hij een half jaar latig zitten
bloeden op eigen eieren en als die
uitkomen, roept iedereen: „wat zijn
ial voor misvormde kuikens!" en
vjndt lieau net zoo slecht als zijn
voorganger En toen wij daartegen
protesteerden, voegde Wouter er
kt ach tig aan toe: „een deurwaarder,
een eleelrische piano en een minister
van linancieti zijn veroordeeld om het
leven zonder vrienden door te gaaoi".
Dut is 11 u altijd zoo ongelukkig in
Wouter: hij is zoo zwartgallig van
opvatting. E11 onze vriend llupetra,
anders werkelijk een brave kerel,
lijdt aan een andere fout: hij neemt
uit een betoog één woord eai gaat
uaurop dooi-, zoodat je opeens een
heel ander onderworp te pakken hebt,
zonder te weten hoe, Ais wij hem op
onze kransavondem niet stuiten, dan
gaat het gesprok ,acliterctinvolg(i[is
laat ik maai- zeggen over de slrautbe-
Iastïng en de Eskimo's (omdat die
geen straatbelasting kennen) en over
de ix-irciding van dierlijk vet (waar
mee de Eskimo's zich immers insme
ren) en over vermageringskuren (de
lezen- bespeurt zelf den overgang
en over den prijs van kieereu op-
maal, omdat Hupstra magerder ge
worden is en ziju pakken moest laten
innemen. Na zoo'n krnilsavond, als
wij Hupstra niet hebben kunnen tem
men, zijn de meestcn van ons ver
moeid, zelfs kunnen sommigen er
niet van slapen. Het is allemaal goed
en wel, om te spreken van vlug be
grip c-n algemeene ontwikkeling,
maar als je aan den verkeerden kant
van de vijftig gekomen bent., geldt de
spreuk: „behandel je gedachten met
zachtheid, spaar je hersenkronkols".
Hupstra spr o tig dus weer van. den
nieuwen Ministdv van financiën op si
garen en van de sigaren op zijn
vriend Janmuntui, G. 11. Jann«nan
Rzn., een oud-Indischman, die for
tuin gemaakt schijnt te hebben in
den handel in gopersto tabaksstelen.
Mij Ls het goed, van die tubakssk-len
bedoel ik, maar dc nua£i van dien
heer maakt mij altijd een beetje krie
belig etn als hij dan over dien Janne-
uian nog onbeduidende dingen ver
telt, is het heelemaal niet te harden.
Jantieaian zat dan in de stoomtram
naai- Velsen en werd aan de bordjes
gewaar, dat hij er niet rooken mocht,
behalve op de bnlcons en wie gaat er
au op het bal con van een stoomtram
staan! Janneman niet die had een
vriend gehad an deze vriend had twee
uur lang op zoo n balkon gestaan en
toen hij er afstapte, was zijn milt
gaan zitten op de plaats van zijn le
ver, wat hij nooit te boven gekomen
was. Dit is nu do verhaaltrant van
Hupstra en wij vreesden allemaal, dat
hij een verhandeling zou gaan hou
den over lovers en milten, toe>n liij
gelukkig weer terugkeerde tot zijn
vriend Janneman, die in de stoom
tram zat. „Er mocht dan al niet ge
rookt worden", had de tabakasteler
verteld (ik bedoel natuurlijk den han
delaar in tabakssteJem) maar des al-
niettemtn en oyonwel nochtans was
de atmosfeer er buitengewoon slecht.
Geen enkel raampje stond er open.
„Conducteur", had hij gevraagd,
„kan hier niets open?" „Jawel me
neer", zoi de conducteur, „maar al
leen met een sleutel em die liel) ik op
't oogeiiiblUt kasuwed niet Ln mijn
zak". Janneman had daarover wat
zittui brommen en zei, dat hij de di
rectie er over schrijven zon, want,
verbeeld je, de deur van den voor
sten wagen was opengezet en daar
door kwam de leeiijkc rook van de
machine naai' binnen, alleen omdat
do conducteur den sleutel vergeten
had.
Waar dit gezeur van Janneman (hu,
wat een naam!) ons onder de leiding
van Hupstra nog had kunnen he nvt.
ren, is niet te zeggen. Gelukkig
bracht Hopma met een handigen
zwaai het gesprek op den eenmans-
wagen, die Donderdag voor liet eerst
op ile lijn Station-Overveem geloopen
heeft. Natuurlijk had Hopma den eer
sten rit meegemaakt. Zoo is hij: over
al met zijn neus bij, als haantje de
voorste. Wie was het eerst na de ope
ning in 't bassin van Stoops Bad, ter
wijl kij ternauwernood zwemmen
kun? Hopma. Wie kum je altijd in een
nieuwen taartjeswinkel vinden'.' Hop
ma. Wie zal straks de eerste wozen,
dio deftig binnenstapt 111 't nieu
we poetkantoor? Ilopma. Reken maar
van yes. 't ls een ziekte bij iiem ge
worden, overal de eerste te zijn, ik
geloof zeker, dat wanneer het gemeen
tebestuur van Haarlem de doodstraf
invoerde, hij het eelst op do Groote
Markt zou willen hangen, ,,'t Zal jo
nog slocibt vergaan", heb ik hem wel
gezegd, maar hij bepveert. d t. 111 af
gunstig ben. Afgunstig? W as ik inder
tijd met de oersto, die ongelukkig spe
culeerde in marken en was ik inder
tijd niet de eerste, die bij do aordap-
pelrelletjee van de marechaussee een
sabelslag op mijn schouder kreeg,
wa-.ii' ik drie dagen krom van geloo
p-en heb (omdat Ik nuar den zin van
dc heeren niet gauw genoeg uit den
weg ging!) Zou ik dun Hopma Iets te
benijden hebben?
Maar om tot den eenmanswagen te
rug te keeren: Hopma was vol bewon
dering voor den bestuurder, die tege
lijk conducteur moet wezen, opletten
of er menschen in en uit willen stap
pen, klctiie kindertjes in en oude
menschen uit den wagen helpen. IIij
vond het lijfsloopend, „want zei hij
deftig, „e'ën mensch gaat maar één
gang Wouter kon dat gevoelen niet
deeicn. „De lijn Station-Overween",
zoi hij, „heeft geen passagiers, de be
stuur du- kan dus volstaan met zijn
goeie voornemens en 't zal niet lai:g
duren, oi bij meid; zich bij de di
rectie aan, om overplaatsing, omdat
liij niet langer in eenzaamheid
wenscht te le-.en. „Moet ik zal iuj
zeggen, „;p dien eenmanswagen de
eenige man zijn en blijven'? Vroeger
had 11; ten minste nog een aansprakie
aan den conducteur. Voor kluizenaar
heen my» moeder mij niet opge
bracht".
De utuiies hooiden hier het woord
moeder en mengden zich in 't ge
sprek.- te waren liet er namelijk 1.11
slotte over een6 geworden, dat de Pa-
rijsche japonnen dezen winter niet
meer zoo heel kort, maar toch ook nog
niet zoo hooi lang zouden worden, dus
laat or.s 7-cggen halflang zouden zijn.
„Praten jelui", zei Suze Hopma,
„over conducteurs, die meteen con
tramwagon besturen'? Pali, wat ia dat
nog, vergeleken bij wat een huis
vrouw doet? Die is tegelijk vrouw,
moeder, als ze geen hulp lieeft keu
kenmeid, verder engel van gcedhc;u
in hour gezin, assistent bij de som
men vat» Rietje en de aardrijkskunde
les van Blaartje, badvrouw voor
Suus op Zaterdagmiddag, penning
meester.® van de huishouding, p...
culicre secreturas van haar man als
er uan de familie moet worden ge
6chrcvtn
„Hou op", zet Hopma, „ik begin
in te zien, dat ik je nooit genoeg ge-
■woardcvjd bei/'.
Hupstra probeei de grappig te zijn,
maar t lukte licm niet. „Ik heb ge
hoord van iemand zei hij. die vier
dingen deed in tien seconden, toen
hij lang.v oen landhuis kwam, waar
de serre openstond. Hij nam de om
geving op, een sprong, een horloge
weg en de vlucht".
„Een vriend van je?" vroeg Wou
ter. M.iar zonder op jyitwoord te
wachten, vertelde hij van iemand, die
nog veel knapper was, dan alle an
dere menschen bij elkaar. Die woon
de tn Potsdam, was tegelijk opper
ste oorlogsheer, connms voyageur in
Duitsohe belangen, gepunteerde vuist,
componist, teefcenaar en redenaar.
Dat is nog wat anders, dan een een-
manswagen. Maar hij hee-ft het niet
kunnen volhouden. Vermoeid van al
die veelzijdigheid, woont hij nu als
rentenier in Doorn".
„Liever limonade", zei tante Koos-
je op eens hardop U-gen mijn vrouw,
want Koos houdt nut van politiek.
Do rampzalige Hupstra wist niet he
ter te doen, dan te zeggen, „onlangs
kreeg ik een heerlijke limonade bij
mijn vriend Janneman maar
toen werd liet me te machtig. „Hou
op", zei ik, „met Janneman, anders
doe ik verhalen van mijn vriend
Broekeman en Ik vraag aan Hopma,
of hij nog eems vertollen wil over zijn
vriend Leuterkous
Hupstra koek. kwaad als een spin
en wie weet, wat er gebeurd zou zijn,
wanneer mijn vrouw, niet op het
zelfde oogonblik de vrienden had uil-
genoodigd tot een partijtje whist,
„omdat we er den heelem zomer niets
aan gedaan hebben Zoo werd het
go va ar afgewend, maar het beeld van
Janneman vergezelde mij tot in mijn
droomen, want ik kroeg een nacht
merrie, waarin die vreesdijke man
mij een sigaar voorhield, gemaakt
van tabakssielen en die smaakte naar
den rook van een stoomtramlocomo-
tlef. Nog een halfuur nadut ik wak
ker werd. had ik cr den «na;,
van in mijn mond!
Er is al lang een strijd gaande
over de vraag, of een doctor in do
heide rechten moet voortgaan zich to
schrijven Mr. (magister) of Dr. zoo
als het eigenlijk toch behoort te we-
zen. Wouter beweert, dat onze krans
daar niets mee te maken heelt, om-
dut e1" geen enkele doctor of magister
in is, maar dat ben ik niet met hem
©ons en nu de Hooge Raad op een
aanbeveling al de heeren Dr. noemt,
due den meestertitel wog wil hebben,
vrees ik, dat de verwarring nog groo
ter zal worden, dan die nu al is.
Stel je bent op reis en loopt laat
ons zeggen ln Groningen met een
zeeren duim. Je kent de menschen niet
en loopt dus te zoeken naar een deur,
waarop doctor staat. Eindelijk heb je
er een gevonden, Je belt aan, vraagt
of de doctor thuis is, wordt ln een
kamer griatcn met tiea kaarten aan
den wand en zes aardglobes op d®
tafels; de heer des huizes komt. je
laat heira je zeeren duim zien en hij
zegt: „neem mij niet kwalijk, maar
ik ben dx'tor ln de aardrijkskunde.
Als ik u soms dienen kan me» een
lijst van de rivieren in Rusland
Je neemt de vlucht, komt terecht bij
een tweeden doctor, wiens kamer vol
staat met kolven, balansen en rea
geerbuisjes en die bij 'Lzieti van jc roe
ren duim, teai antwoord geeft: „ik
ben doctor in de chemie, als ik u een
gouoegen kan doen piet, een aard e
kleine ontploffing..." Jo brengt jo
duim eon etruut verder, bij een der
den doctor, die een kamer heeft vol
groote boekenkasten en er aan twij
felt, of hij jc zeeren duim genezen
kan, omdat hij doctor is bi oude ta
len, maar je graag wat afleiding van
de pijn wil govon door je voor te le
zen wat er pas in 't Assyrisch gevon
den is in een aarcophaag van wel
drieduizend jaar oud Opnieuw
keer jo ook hem den rug toe cn be
landt bij een doctor in de tandheel
kunde, die zegt „aan zeere duimen
waag ik me niet, muur ik zk- een
paan* kiezen in uw mond, die cr 1100-
dig uitmoeten als dat u aange
naam wezen kun Hier vlucht je
met extra snelheid, om waarom pel
ten slotte bij een vijfden doctor te
recht te komen, d;e oen kamer vol
dikke wetboeken liee(t en je verze
kert: „jurisprudentie over een zeeten
duim, daumus dolorus, ken ik niet,
ra aar voor 't geval, dat u ©en prettig
langdurig procesje wil voeren over
uw door een liartelcozon buurman
doodgeschoten kat
Neen, Ik behoor niet tot degenen,
die vinden dat wij te weinig dragers
van don titel „doctor hebben. Eer
te vod. En als nu de „Meesters" ook
al „Doctor" gaan heeten, dan heb
ban wij nóg meer moeite om in
vreemde iteden onze zeere duimen
aan den man te brengen, aan den
rechten man, bodocl tic, op dc rechte
plaats.
F1DELIO.