t Rubriek voor enze Jeugd HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 22 OGTOSER 1921 D-RDE BLAD Uit de Wereld. i bijzonderen mede\ VERHALEN UIT DE I>E ROMAN VAN WALEWEIN. 1. Inleiding. Na de Karelgedlch-ten ontstond er bi de middeleeu wem onder invloed van de toenemende beschaving een ande re kring van gedichten, die bekend zijn onder den naam van Arthurro- roane. Ook deze hadden een histori sche kern, maar er 16 een hemels breed verschil tussoben den histeri- Bohen Arthur cut dien der verbeelding. 11c Arthur dar inst-one was een Kel tisch aanvoerder, die zich aan de zij de van Vortigem heldhaftig verzette tegen de Angel en en Sakeers, welke in het midden der je eeuw zijn vader land, Groot Britlanje, binnenvielen. Ilij en de zijnen werden overwonnen en weken terug, deels naar Walen, deels naar hun stamverwanten op de noordwestkust vunFrankrijk ft latere Bnetanje). De barden bleven don hel denmoed der overwonnenen bezingen en v.i .'eerlijken. Gaandeweg werd Arthur in hun verbeelding een wereld veroveraar, koning der Koningen, liet toonbeeld van don volmaakten ridder. Uit deze Keltische zangen vol wonder verhalen heeft zich do middeleauvv- sclie Fransche ridderpoëzie ontwik keld, waarvan de roman van Wale- weim (Romans de Cau-viam) een der beste voortbrengselen is. De Holland- scho bewerking door Pennine en Pie- ter Vostaert dagtcokont van het jaar 1350. 2. liet geheimzimnige schaak- bord. De strijd met den draak. Bij koning Wonder in het Wonderwind, Op <!.ig zat koning Arthur bi zijn staatsie-ze al te Carliven met eenige van zijn getrouwen, waaronder de „hoofschc" Walewein. Uo maai tijd was afgeloopr.rt, de heer en had den „gedweghen (d.i. de handen gewasschen, zooals men vóór en na lederen maaltijd deed, toen door liet geopende venster oen schaakbord bin- ben zweefde en z ach Ij es neerstreek op den grond. Het bord was van el penbeen, versierd met goud en zilver en schitterend edelgesteente. Toon hot bord zich genoegzaam had laten be wonderen, verhief hot zich van den grond on ging den weg terug, dien het gekomen was, zeer tot ongenoe gen van koning Arthur. Niet te ver wonderen, als men bedenkt, dat in de middel, c-uwen «ie orle'en vaste harts tochtelijke schaakspelers waren en een fraai bewerkt schaakspel voor een kostbaar bezit gold. Men geloofde ook aan schaakborden, begaafd mei menschel ijk vereland, borden, die zelf tegenspeelden en in hot spel bijna on- verwinnelijk waren. Koning Arthurs teleurstelling was dus groot. „Bij mijn koningskroon", riep hij uit, „wie dadelijk te paard stijgt, het eolmukspeJ achterna rijdt en 't mij terugbrengt, dien zal ik bij mijn dood mijnt land en kroon naia-' ten." Maar allo hoeren zwegen: niemand dorst den gevaarlijken tocht te onder nemen. „Zoo geen van u mij het schaakspel wil halen, dan zal ik zelf achterna rijden en niet terugkeer en te Gar li ven, voordat ik het in mijn bezit heb, al kost het mij het teven." Toen Walewern, 's konings neef, deze woor- detn hoorde, schaamde hij zich. Hij verklaarde zich bereid den tooh te aanvaarden en \vjj>ende zich, zijn goe de paard Gringolettc werd voorge bracht ,en „stoulclike ais een lie- baert" reed hij het bord achterna ondanks de spottende woorden, die de dtossaart Keor Keye Juni nariep. Menigmaal scheen liet, of hij het. met de hand kon hereiken, maar hij greep er niet naar, uit vrees, «lat hij door misgrijpen den spot zou gaande ma ten van degenen, die hem nakeken. Na eenigen tijd zag VVatewein een bemelhoogon borg, die zich van zelf voor het schaakboni opende. De „wi- gant" (d.i. krijgsheld) reed het bord achterna en bevond zïdh weldra in diepe duisternis. Hij steeg af, nam den breidel van Gri.ngotetle over den arm en dwaalde in dem berg rond, totdat hij m de verte den dag aag blrn ken als een ster. Toen hij op liet licht afging, kwam hij aan een draken-nest met vier jongen. Nadat hij do viar MIDDELEEUWEN. klein monsters gedood had, had hij een geweldigen strijd te bestaan met het ouder serpent, dat buiten' den berg op roof was uitgeweest en nu juist naar zijn jongen terugkeerde. Wel werd hij zwaar gehavend in het gevecht, maar ten slotte gelukte het hem den draak te doodon en door de opening, waardoor 'het serpent was bian.angv"komen, ging de ridder naar buiten. Na oeiiigen tijd kwam hij aan een schitterenden bu-rch, dien van Won der don koning van het Wonderland. Voor de poort steeg hij van liet paard, trad binnen en bevond zich weldra in tegenwoordigheid van den koning en diens zoon Alydxisonder, die zaten te scliaken op het bord, dat W ale we in ad „ïn menigher pine" had gebra«jht. Met groote gastvrijheid werd de held door den koning ontvangen, zijn won den werden gewassdien, zijn geha vende kleedaren door .'^bitterende nieuwe vervangen, nadat eon korte slaap in een wondevbed hem volko men genezen had. Dat bed was een meesterstuk van kunst: van fijn goud waren de „pilare' en de sponden'" van ivoor, aan de vier hoeken ston den vier gouden engelen, die door middel van een kunstig mechaniek heerlijk zongen, elk tonner droeg in iedere hand een edelsteen, zoo schit terend, dat te middernacht het even licht was als midden op den dag. Een zwaar gewonde, die op dit bed een uur mocht liggen eu inslapen stond volkomen genezen op en gezonder dan hij ooit te vorcui geweest was. De kleeren, die men Walewein zijn ontwaken bracht, waren van wit te zijde, het opperkleed was van sohar- tike-ii afgezet met hermelijn. Nadat de ridder gekleed was, hield men een rood gouden bekken voor om" de han den te w.isschen, en werd 'hij naar i konings tafel geleid. De koninklijke tafel was van goud, de zetel, waarop de vorst zijn gast- liet plaats nemen was versierd met kost bare stéenen en bezat een geheimzin nige kracht: wie daarop zat. was on genaakbaar voor alle leed. In de zaai stonden ook andere tafels, «dpenboe- nen voor de hoogo hoeren en marnie ren voor hun dienstmannen. Toen de maaltijd oen poos geduurd lad, wenschte de Koning den naam ran zijn gast te vernemen. Gaarne oldeed Walewein aan zijn verzoek. Hij vroeg op zijn beurt, wie zijn gast heer was, tn toen het antwoord luid de:: „Wonder is mijn naam!" zei de ridder: „Wel terecht heet gij Wonder, want nergens tob ik zooveel wonde ren gezien als hier; maar hier is ccn wonder, dat alios te bovengaat, na melijk dat ik nergens oen vrouw of jonkvrouw zie. Is hier dam geen ko ningin?" Tot antwoord opende de ko ning een venster en Walewein zag in eon andere zaal de koningin aan tafel zitten omgeiven door ee schare van schoono jonkvrouwen. Nadat de hoeren „gedweghen" (d.i. de handen gewasschen) hadden, ver telde Walewein op verzoek van Ali- drysonder wat liot doel was van zijn tocht; namelijk het geheimzinnige schaakbord. „Om dit te verwerven", sprak daarop «te koning, „staan, u twee wegen open. De eene is dat gij het met speer ear schild op mij ver overt" „Dat nooit", antwoordde Wa lewern. ,,Ik zou mijn geheel© leven oriteerd zijn, als ik mijn gas til eer let sel deed."' Welnu dan, wanneer gij mij brengt liet zwaard met de twee rin gen, das» is het sell aalbord hel uwe. Dit zwaard is in hot bezit van Ko ning Amorijs, die het bewaart in een onneembaar kasteel. Wie het zwaard trekt en niet in all? ridderdeugden uitblinkt, wordt er door gedood. Gaarne zou ik aan uw verzoek voldoen, maar mijn wapenen zijn weg: ik heb schild noch speur en mijn ha's- oerg is op vele plaatsen gescheurd. Wacht tót morgen, sprak de ko ning, en uw wapenen zullen in orde zijn. Na dit gesprek gingen de heeren ter ruste. Den volgenden morgen nam Walewein hoffelijk afscheid van ko ning Wonder en dien zoon, besteeg Gringolette en reed uit op zoek naar het zwaard met de tweo ringen. Een volgend maal hopen we Walc- weins verdere avonturen te verhalen. OPLOSSING VAN DE PUZZLE WIE HET EERST W) BEHAALT. Do speler, dio den voorzet heeft, moei hel spel winnen, u.1b hij het volgende m acht neemt. Hij plaatst bcL voorwerpje op 4 en draagt nu zorg, dat hij op liet oind van iederen verderen zet, dien hij doet, om den an der 7 cn 6 hooger komt dan hij was op het eind van zijn vorigen zet, m. a. w. iuj draagt zorg achtereenvolgens te behalen 4, 11, 17, 24, 50, 37,43, 50. Kan hij die getallen niet behalen, dan maakt hij, dat do tegenpartij dat ook niet kan. Ziehier hoo: Als hij 7 punten vooruit moet cn de tegenpartij heeft gezet op 1, ZET HIJ OP 3. Als hij 6 punten vooruit moet en de tegenpartij zet op 3, DAN ZET HLT OP 5. Ken v o o r b e e 1 d. A zet op 4, B op 1 en telt dus S; A. kan geen 11 maken, ZET OP 3 en telt dus 8; 13. kan nu zetten op 1 of 2, en komt dus op 0 of 10, dan maakt A. 11 door op 2 of op 1 tc zetten; of wél 13. zet op 4 of 5 cn komt dus op 12 of 13, dan zet A. op 5 of 4 en maakt 17. Ander voor boe lil: A. ia gekomen tot lt cn moet dus bij zijn volgenden zet 17 behalen. B belet hern dat door op 3 te zetten. B. telt nu 14. A. Ziet de kans verloren r»n op 17 te kennen, zet op 5 en lelt dus 19. Nu km B. niet anders zetten dan 1, 2, 3 of 4, hij kan dus A niet beletten 24 te behalen. Eindiet: A. heeft 43. B. maakt 44, A. zet op 3 en maakt 47. B. kan nu niet anders doen dan w zetten op 1, 2, 4 of 5 en verliest in al die gevallen. Andore eind zot. A heeft 37. B. maakt 40 (door op 3 to zetten). A. kan geen 43 maken, zei op 5 en maakt 45. B. kan geen 50 ntaken en verliest. Slotopmerking. Als men speelt met iemand, dio het snolletje niet kent, kan men hem genist rlcn voorzet geven en do paar eerste ztllcn naar willekeur d«>en. Voor den inbond dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. ST. NICOLAASFEEST VAN DE AFDEE- LING HAARLEM VAN DEN BOND VAN NEDERL. ONDERWIJZERS. Evenals vorige jaren organiseert de aid. Haarlem van don Bond van Ned. Ond. ook nu weer een St, Nicolaasfeest. Wer den vroeger alleen de leerlingen van do Oponb. Lagere Scliolen, de Doopsgezinde scholen, de school voor Buitengewoon Onderwijl en de Barbaraschool er in be trokken, thans hoopt do Conunïssie dat ook dé leerlingen van de beide hoogste klassen van do D. L. O. er aan deel kun nen nemen. De eerste voorbereidi.;a zijn reeds getroffen en heel spoedig zullen weer tal van onderwijzeressen en onder wijzers avond aan avond in verschillende stadswijken Haarlem'" ingezetenen gele genheid geven hum bijdrage voor dit feest te offeren. En we hopen, dat ons beroep op uw offervaardigheid niet tevergeefscli zal zijn. Er is heel wal noodig om 4500 a 5C00 kinderen een feest te bereiden, zoo als de Bond dit elk jaar doei. Daarom, ingezetenen van Haarlem en omstreken, als u do lijst wordt gepresenteerd voor liet St. Nioolaasfeest helpt dan door hier op te leeflceiicn mee, om dezen dag voor on ze sohoolkiuderen te maken tot con we ren feestdag. De St. Nieolaas Commissie, JAC. STOLP, voonatter. Mevr. H. OOSTDa.IK—B.OOZEN, socretaresse. J. MUNN1K en W. DENKER, penning-in. D. v. VEEN. Financieels Berichten EERSTE NDDERLANDSCHE. De Eerste Nederlandsclw? te 's-Gravenha- ge zal eerlang haar kantoren en zetei overbrengen naair Dordrecht, in het gebouw der I.evensverzekering Mij. „Dordrecht", aldaar, met welke de N., zoo ate bekend is, een be! an- geaigemoenedhap hoeft aangegaan. J. LIPS. Donderdag overleed te Dordrecht in den ouderdom van 74 jaar de heer J. Lips, stichter van de bekende brandkasten- en slotenfa- bric-ken, aldaar. Klein begonnen, heeft de heer Ltps door zijn energie de zaak weten uit te breiden tot een wereldfirma. De overledene was rid der in de Oranj e-Nassau-orde. Letteren en Knnst PROP. AUGUST GAUL. Uit Berlijn seint men, dat Prof. August Gaul, de bekende Duitsolie booldhouwcr van ren, in den ouderdom van 52 jaren overleden. Haaosais CPoïo raadsel» zijn alle Ingezonden door «gom on meisjes die „Vooi Onze Jeugd" ..MB. Do namen dex kinderen, die mij vóöx Woensdagmiddag 4 uur goedo oplossingen j._ Toigcndo nnmmoi worden ondor do baat* tweo boeten in prachtband y«r- lea!) (Ingezonden door Apollo). Ik ben ccn reusachtig igroot dier en besta uit z lettergrepen. Mijn 2de kan evenmin als mijn geheel, leven op mijn (Ingezonden door Montireüa.) Wat staat hier Kadocdelatoc. (lngezoridcn door Lies je.) Ik ben een plaatsje in Noord-Holland. Neem mijn laatste lettergreep weg en ik Den een kleedingstuk, dar meestal door jongens wordt gedragen. (Ingezonden door Berberis.) 2,3 kat, i .3 lat, 2/3 regen cn 2,5 de gen met 1,3 rat en men krijgtwat? (Ingezonden door Heitbng). Ik ben een spreekwoord van 21 letters. 3, 7, 9» 4. 5 gebruikt de naaister. 7, S, 9 heeft mensen en «lier. 14, 15, 16 wil ieder graag worden en niemand graag zijn. 17, iS, 19, 20, 2r is de eigenaar van :n herberg. 13, 14, 15. 16 is een edel metaal.- I. 2 is voedzaam. 6, 7, S, 9, 10 j.s een stookplaats. II, 12 is een vorm van het spreek, woord zijn. Strikvragen. a. (Ingezonden door Edelweiss.) Wat is liet 'tegenovergestelde van Java? b. (Ingezonden 'door Zomcrtakje). Wat is het toppunt van kourle? c. Welke natie schittert hot meeat? d. (Ingezonden door F. Gohl). Wat kwam het laatst in Noach's ark? e. .(Ingezonden door Boelan). Hoe maakt men van twaalf zeven? Maadsei&plossiiigeu De raadseloplossingen der vorige week zijn 1. Kool look. 2. Raadsels. 3. Specht slecht. 4. Aardappel. 5. Kreta Greta. 6. Bodegraven. Goede oplossingen ontvangen van Dina Kuiper 6, Lentebode 6, Sneeuwbal letje 6, Willem III 6, Denappcltje 6, Poesenmoeiierije Vliegenier 6, Bille ken 5, Minerva 5, D. en A. Buytendijk 5, Aphrodite 6, Apollo 6, Wilgenroosje N. van Rijn 5, Het Trio 0, Framboos 6 Abrikoos .6, Hutepetit 6, Anemoon 6, Monibretia 5, Vliegende Hollander G, Hyadnth 6, Mosroosje 6, Dirk en Piet Oschatz 5, Korenbloem 0, Meidoorn 6, Zwartoogje 6, Sprietel 6, Matroos 6, Spring ïn 't veld 5. Goudvischje 5, Ja cob Polderman 4, Roosje 6, Bloemenlee 6, Bakkruidje 6, Lathyrus 6, De Scbip- perin 6, Elzenkatje 6, Duinroosje 6, Zwemstertje 4, Schipper 5, Excelsior 4, 3, Lente knop j*e 4, Thee roos 6, Michiel de Ruyter 6, Vergeet mij nietje 6, M/aanelfje 6, Alpen'viooltje G, Kruizemuntje 5, Robbedoes Edelweiss 6, Zonnebloem 5, Pïeuc en Ttekie 5, Beug-Indiaan 5, Campanula 5, Secun- do 4, Cravate 4, Brem 6, Zonnebloem 6, Friso 6, Lachebekje 4, Goudkopje Prinses Attalanta 6, Kerstklokj.e 5, Co lumbus 5, Mignon 5, Viooltje 5, Bosch- viooltje 6, Voetballer 5, Visschcr s, Roel de Rakker S> Lina Punt 5. Db Wedstrijd Inzendingen ontvangen van 2WART- OOG en VLINDERTJE, oud 15 en 12 jaar, (poppeklecrtjes, etui voor naai gerei, spiel enz.), RsilrcbrisK Naar aanleiding van de vraag van But terfly hoe een gehaakt mandje stijf ge maakt moet worden, geeft de zuster van Anemoon haar dezen raad Voctg bij i)4 eetlepel suiker 3 eetlepels water. Laat dit met elkaar in een pannetje koken tot het goeid gebonden is. Di: af laten koe len, tot het lauw is. Dan het mantlje er door halen. Nat om 't vormpje doen daar laten opdrogen. Tenslotte oneffen heden met een mesje afkrabben, Lisas eeiToeweg (Vervolg.) Ze was dien morgen niet bij haar werk. Daar stond' op bord bij de absenten Beppie's naam. „Weet iemand wat van Bep?" vroeg meneer. „Ze zal wel zich zijn. Gisteren was ze al niet goed," zei Greet. Stom, dat ze vanmorgen zoo laait was. Daar kwam het hoofd der school bin nen. Hij had een briefje in de hand en zed tegen meneer Verhuist „Bep is zie!:. Leest u maar." Greet moest den heden morgen aan Beb denken, 'l Was dus geen verkoud heid, want and'exs was ze wel gekomen. Ze bleef nooit thuis. Of het nooit twaalf uur werd. Toen de bel eindelijk ging, was zij de eerste, fine de school verliet. Als oom Wiel haar eens zag? Ze mocht toch zeker wel naar haar vriendin in- formecreu. Iu de verte zag ze al, dat er een of andere wagen voor de deur stond. Wat was dat tooh voor een wa gen? Ze wist het. Haar hart klopte tegen de keel. 't Was de zieken-wagen. Maar '1 kon immers best voor een der andere menschea zijn. 't Was daar immers een heel pension. De koetsier had de hand aan de bel. Greet wachtte. Ze leunde te gen een boom. Dc huisjuffrouw deed open. Vlug liep Greet op haar toe. .,'t Is toch niet voor Bep?" „Och, heeremetijd, kind, wat doe je me schrikken. En ik ben al zoo geagi teerd. Naiuriiik is 't voor Bep. De stum- perd is doodziek. De dokter is ter al tweemaal geweest. En zoo strakkies had het over een besmettelijke ziekte. En ikke met me pension...." „Toe. juffrouw, schiet een beetje op," riep de koetster. „Zanik niet. man, me hoofd loopt om." Tooh slofte zo naar binnen en liet Greet op den stoep staan. Het kind zag er zoo verslagen cn versuft uit, dat de koetsier haar liackttc te troosten d'oor zeggen „Ja, 'kind, 'k 'heb er al heel wat weggebracht." Schoolkinderen ble- staan en gluurden nieuwsgierig door de half geopende deur. „Een zieke wordt weggebracht," riep een. „Effies wachtc. Kaike wie 't is," riep een ander. ,Toe, jog, wacht nou effe. De zieke- waage," zei een klein kereltje tegen zijn broertje. Greet had al die kinderen wel een pats willen geven. Leek wel, of 't ïn pretje was. Ze liep de Frankenstraat Weef even voor een boekwinkel staan, zonder echter iels tc zien van wat was ;gcsiald. Toen holde ze weer terug. Stond de wagen er nog? De mCnschen- menigte was aangegroeid. Zelfs man nen en vrouwen stonden op de stoep, naar binnen te gapen. Die nare, lamme, akelige mensohen. Weer ging ze de Frankenstraat door. En nu was het loo- jien. de Markt over, de Schoolsteeg in, «ie Jansstraat door tot aan de Parklaan. Hijgend kwam ze thuis en snikkend liet ze zich op een stoel neervallen. „Uen je gevallen? Heb je je bezeerd?" vroeg grootma. Greet snikte maar door. ..is er ,jets op school gebeurd? Heb je s;ra? gehad?" Greet bleef doorsnikken. „Als je me niet behoorlijk kunt ant woorden, ga dan hevcr naar je ka mer," klonk het gjesireng uit groot moeders ni'ond. .Bep.is.doodalek. Zeis naarhetziokenhuis," kwam het er -hortend cn siootcnd uit. „Hoe weet je da!t?" „Ik ben er geweest. De ziekenwagen stond voor. En de juffrouw zei, dat ze d'oodziek was. „W_ar moest ze heen?" „Dat heb ik niet gevraagd." „Verfrisch je wat cn eet dan vlug je boterhammen op. Juffrouw Horst kan dan niet je raeögaan en naar een en an der infonnecren." „Maar ik moet naar school." „Daarom moet je Voortmaken." Greet deed, wat gnootmoeder raadde. De helft van haar gewone portie kon ze echter niaar naar binnen werken. „Zulten we maar trammen?" vroeg jufrouw Horst, toen ze samen op de Parklaan liepen. „Zou 't mogen van oma?" „Ik heb van mezelf nog een kaart. „Dan dolgraag. O, ik .verlang zoo om ailes van Bep te weten tc komen." „U most er maar niet in konrme," zei de huisjuffrouw, terwijl 2c de deur half opendeed. Vragend keken Gncet cn juffrouw Hots: haar aan. „Ja, ziet tiv.es, ze het waarschijnlijk roodvonk. Ze komme hier dadelijk «Ie boel ontsmette, 't Is wat, pok voor me comtmesaals." „Waar is ze?" vroeg juffrouw Horst. „Naar 't Gasthuis^ Daar was nog een plaasie. 't Mot dan ook heel erg hce.- sche. zooas de dokter zeil." „Was ze heel ziek?" vroeg Greet. „Heel ziek. De stutnperd het de hcele nacht genid. Fin mekeer wist er geen raad mee, hè. Hij het me geroepen. Ze riep ook jtog om jou. „Greet." zei ze, „Greet, ga nou naar je huis." E11 ik dacht haar te kalmeeren en ik zei: „O, die zit allang op dc J'ai'klaan. Ga jij n ju maar lekker slapen." Maar ze begon tel kens weer „Greet, ga nou naar je huis"." „Mag ik haar bezoeken?" vroeg Greet weer raël trillende stem. „Dat zou je aan de ïusters jnotte vragen. Maar je mag niet bij er. Je mot buiten blijve staan. En zij ligt achter glas." „Eerst maar een paar dagen afwach ten," raadde.juffrouw Horst. „Ze kan best dood gaan," filosofeer de de huisjuffrouw. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kin- dor-Afdeeling moeten gezonden wordaa i&n Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, d. Vinnestraat 21 r<J. (Is de bas gooien zonder annzeae^ lenl) Nieuwelingen zyn DINA KUIPER^ Gasthuislaan 150; KAREL WAGE NAAR, oud 12 jaar. SpaarndaraFEN- NA MEINESZ, Brederodestraat. KORENBLOEM, ifci is weertje om alle dagen vroolijk en blij ,;c zijn. Jc ge- riet er zeker volop van. Avonds heb je Let dus echt gozeliig, zoo samen met moeder aan het handwerken. MELA- TI. Ja, je moogt dezen schuilnaam hou den. Het doet ine genoegen, dat je Hol land een goed land vindt. Aan Maan- elfje heb je vast een aardig vriendinne tje. Ze zal je wel altes vertellen, wat je van de Rubriek en den wedstrijd we len wilt. ANEMOON. Jc zuster wordt bedankt voor haar vriendelijke inlich tingen. Butterfly zaj er wel mee iu haar schik zijn. Prettig, dat het tnet je wed- strijdwerk zoo naar je ziu gaat. Wat aardig, dat je zuster er oök nog iets bij doet. JOPIE SLIM. Deze schuilnaam is jer nog niet, dus neem dien maar. Dat was mooi postpapier. Ik ben heel be nieuwd' om je rose jurkje te zien. Nu begrijp ,ik, waarom Anemoon en jij zulke intieme vriendinnen zijn. Aardig van Lathyrus, dat ze zoo aan dc verschillen de vriendinnen haar boek wil uitlcenen* Maar ze weet zeker wel, «int jullie er netjes op zijn. SPRIETEL. Met de fiets is het om te doen. Wal houd je er al een knappen vriend op na. H-j zal wel heel wat te venellcn hebben, ais hij straks terugkomt. VIOOLTJE. Du3 jouw werk gaat ook naar wensch. Ais altes goed uitvalt, ui! je hoc larger I13© meer afmaken. Zoo met Elzenkatje sa men is dubbei gezcilig. Hoe je een beker- dekje maakt? Je neemt en vierkant lapje borduurgaas, wc-rkt daar 'n prachtig rand je om ec maakt een kraal of «enige kraaltjes afhangend vast aan elk der hoeken. COLUMBUS. Hartelijk gefe liciteerd met jc verjaardag. Ik 1»op, dat je een feestehjken Zaterdagavond zult hebben. KERSTKLOKJE. Ver lang maar nooit om een fiim te zien, waar zulke ijselijkc dingen vertoond worden. Om ons heen is zoo heel veet moois en goeds te zien. PRINSES ATTALANTA. Een hardanger kleedje vind ik altijd mooi. F.n dan met wute zijde, dat kan fijn worden. ZOMER- TAKJE. Waar blijft Albttda? Ja. een speldenkussentje kan altijd gebruikt worden. Ik vind het leuk, dat je me af en toe wilt schrijven. Je kunt zeker al keurig naaien? MATROOS. Maak je een pakhuis? Dat is een-heel .welkom ca deau voor de speelgoedkast van dc zie kenhuizen. Die groote stukken blijven daar voor algemeen gebruik. Leuk. dat moeder de meelzakken maakt. Er hoort natuurlijk een hijschblok bij. 't Is ecihi speelgoed voor een herstellend pa tientje. FRISO. Je hadt maar weer een prima secretaris. Hoe was je ver jaardag? En hoe ging 'net met zingen?. HET TRIO. Echt prettig, dat jullie al zoo fBnk aan den gang zijn. Zoo geza menlijk vlot het werk natuurlijk des te beter. Jullie hebt het anders volhandig genoeg, maar daarom vei sta jc ook de kunst om leege oogehblikjcs tc vullen.- Wat is die Janna knap, cat ze voor zich zelf cn haar 2usje jurken kan maken. Laat die broers maar stil plagen. MEIDOORN. Je was cc vorige week te laat. Daarom kon :k je aantal raads>:Is niet in de Rubriek vermeiden. AS- TARIENA. Ik vond het gezellig weet eens wat van je te hooren. Vertel me nu eens gauw, vrat ie tegenwoordig uit voert. Natuurlijk waardeer ik het zeer* dat je voor «ie arme, zieke kinderen iets maken wilt. Het is zoo aardig, da: uit alle hoeken de oude Rubriekeitjes weer komen opdagen. MON'TBRETIAz Neen, ik geloof nies, dat ik die juffrouw H. ken. Heerlijk, hoor, dat je nu naar Katwijk gaat. De «lokter in <lic inrich ting zal zeker alle; aanwenden om je weer gezond en sterk te maken. Zus mag je plaatsvervangster zijn. Zc wil ine INGEZONDEN MEDEDEEL!NGS a 60 Cts. pee regel. ir u 1 i ii 4 o n iieiiiiedenoot OORSPRONKELIJKE DKÏKKTIVE- ROMAN door W ILLIAM HOLT. 26) Deze u> wol twaalf jaar jonger dan zit en bleef bij Juvre ouders, toen ChJarina en 00 a haar broer deze ver laten hadden, u el nu voor ongeveer anderhalf jaar stuif dc vader en nu vier maanden geleden ook dc moeder, het meisje dus .-.Is wees achterlatend.- Daarover is in de woonplaats van het land nog al wat te doen geweest, daar •Ie dood dor oude vrouw onder ver dachte omstandigheden plaats vond en op den dag da begrafenis het meisje plotseling verdween. Was zij vrijwilig weggegaan'? Ilad men haar ontvoerd? Het laatste werd algemeen geloofd door de buren van liet meis je. Hoe dit zij, liet kind verdween en hot gelukte de politie niet, hot meis je weder op te spouen". „Weet .gij nog me«ir van haar?" „Noan, maar ;k vermoed, ilut deze zuster van Chiarma het stomme meis je is dat gij, de Tournel, gered hebt uit de handen van de Broeders dea erderfs". „Hebt gij redcJion vi or u»v \t.10n- derstelling", riep de Tournel opge wonden uit. „Zeker hoeft hij redenen daai voor", riep lord Nibblington, „hoe kunt u 't vragjen. Ik Kwam reeds tot dezlfae conclusio. Als dat meisje toch de zus ter is van de dame die ons zoo vaak waarschuwde, dart kunnen wij verkla ren, waarom zij dit deed. Hot is toch mogelijk, dat zij, hoewel zelf tot ae Broeders Ixhoorend, blij is dat haar zuster aan de macht der schurken is ontrukt. Zij zal dankbaar- zijn, dat gij de Toiutiel, het meisje uit hun klauwen gered hebt en tcrwille van haar zuster heeft zij ons tot heden tegen de Broeders des Verderfs gehol pen". „Het is inderdaad mogelijk", mom pelde de graaf, „maar een dame heeft het stonuno meisje meegevoerd uit het gesticht, waarin zij veilig ver borgen was. Die dame moet Signora Ciiiarina zelf geweest zijn. Waarom liet y,tj haar zuster dan niet, waar deze was?" „Daarvoor zal gij allo redenen ge had hebben. Zoo goed als zij dc schuilplaats ontdekte zou dit ook aan de Broeders gelukken en ik geloof nu vast, dat zij juist om het arme meis je tegen een aanslag van de Broeders te beveiligen haar hier vandaan haald heeft. Het is nu ook al zoo der als de dag, waarom het stomme lisje, dai itiev tuvmlen en geluk kig scheen, toch vrijwillig is mede gegaan» Zij, die haar ontvoerde was haar zusier en dio ontvoering ge schiedde, zooals ik zei, met het oog op de schurken, die nog steeds, om ons onbekende redenen op het meisje loeren". Noen", zei do Lmar, „dat laatste raadt gij mis. De Broedere hebben de verblijfplaats .van hel meisje niet uit gevonden. Zij is ontvoerd om ons". „Om ons, maar wij waren toch ha re -vrienden?" „Zeker, maar Signora Chiarina, vreesde wellicht, dat haar zuster spre ken zou on ons geheimen vertellen, die zij niet wil, dat wi.r zulten kennen. Zij wensclu haar zuster niet in ton den der Broeders dat is duidelijk, maar dit neemt met weg dat zij zelf tot dat geheime genootschap behoort en dub niet kon willen, dat wij in den strijd tegen dc schurken overwin nen". „Maar in 's hemelsnaam hoe is het dan toch mogelijk, dat eetn dame als zij met dergelijke schurken geme zaak maakt. Wat heeft zij dan toch met de Broeders des Verderfs uit te staan? Betvroedt gij don dat zij mede plichtig is aan de moorden en an dere schurkenstreken van die ellen delingen? Hoe leunt gij zoo iets toch veronderstellen?" „Inderdaad gij moet daarvoor goe de redenen hebben", merkte lord Nibblington op, „de Tomnel heeft ge lijk. Wij kunnen dit^.11 iet denken van de vrouw, die ons eenige malen ter hulpe kwam, wat voor haai- zeke?- niet zonder gevaar was. Zij verhjnderde, dat ik vermoord werd. Zij waar schuwde ons, niet te Sens uit te stap pen, -waar wij zoo leelijk in de val liepen. Neen deze dame kun geen me deplichtige zijn van moordenaars en schurken, gelijk de Broeders des Ver- derfs. Dat neem ik riet aan". „Maar", antwoordde de Linar, „dat is ook meer dan ik lx-weerd hele Ik zeg alleen, dat de Signora verhinde ren wil dal de Broeders door oils in hun verderf gestort worden. Doet z n dit, omdat zij hunne misdaden goed keurt? Geenszins, ook ik weiger d ,t te geloafven". „Maar", zei de Tournel, „waarom zou zij dan wel hun partij trekken „Kan zij dit iret doen omdat zich bij de schurken haar broeder bevindt of een echtgenoot, of iemand anders, dien zij lief heeft?" „Hebt gij reden om dit te veronder stellen? „Luister. Ik verkreeg ook in licit tin gen omtrent deu broer van de beide meisjes. Hij trad in dienst van den heer, die zijn zuster rot zangeres liet opleiden. Deae nam hem moe op zijn reizen en die broer moet thans mot zijn meester te Parijs verblijven. Het lijkt mij nu waarschijnlijk, dat die beiden deel hebben aan de misdaden (Ier Broeders dos Verderft*. E11 ur- «dal gij u,v tijd w«l lull v.eic-n u ne- onderstel dat èn de broeder èn de {steden. Gij hebt héél wat belangrijker weldoener .\ah Signora Chiarina tot tot geheime genootschap behooren, is bet dan niet. goed te begrijpen, dat zij deze niet gaarne ontdekt ziet?" Inderdaad, gij kunt gelijk hebben' de Tournel en lor«I Nibblington knikte toestemmend. ,Ik bevroed", zei de Linar verder, „dat die weldoener liét lioofd is van de bende". „Kondc-n wij daaromtrent maar ze kerheid krijgen". „Die zuilen wij misschien spoediger hebben dan gij durft hopen. Ik heb het detective-bureau opgedragen mij omtrent den weldoener alle mogelijk..- gegevens te verschaffen en zoo 1110 gelijk van hem een portret te sturen evenals van de zuetor cn den broeder van Signora Chiarina. We zullen dan kunnen zien of onze vermoedens juist zijn". „Inderdaad, dat is een goede dachte'Y sprak de lord, „en hetgeen gij ontdekt hebt is wei kei ijk van veel belang. Maar nog is het geheim niet geheel opgelost. Nog kunnen wij slechts vermoeden, dat de twee meis jes zusters zijn" „Neen", hernam nu de Unar, „ik heb daarvan zekerheid want gij weet nog niet altee, daar ik nog meer ont dekt lieh". „Nog meer?", vroeg «Ie Tournel verwonderd. „,Nu, wij inogon zeggen, dingen ontdekt, dan ...Ilet geluk wus mij dienstig, zie daar alles. Ik heb nog een briefje ontdekt". „Een briefje?" „Ja eu wel v.itt een vorm gelijk «Ie Broedere des Verderf» gewoon zijn te gebruiken. Het is een driehoekig stukje papier". „E11 wat bevatte het?" „Ziedaar", sprak de Lmar met een glimlach zijn poriefeuiüe uit den zak halend, „beoordeel zelf, wat het is Nieuwsgierig lazen de beide ande ren het briefje of trachtten zij dit te het gelakte hen niet. De schrijver had een geheimschrift ge bruikt, dat de -edellieden niet ver mochten te onlcijfetan. „En gij kunt het lezen? vroeg lord Nibblington. „Ja antwoordde dc Linar, „ik heb het ontcijferd, maar slecht* na zeer groote moeite". „Hoe is het mogelijk?" „Ik zal het u zeggen. Beschouw liet briefje nogmaals goed". De beide edellieden «leden dit, doch zij Ragen niets dan eenigo cijfers. Het briefje bevatte deze getallen: 12.3 8.8.3. 21.8.7.25.12.13.14.25 2.4 26.8.3, 3.88.7 14.8.8.1.25 6.3 25.20.10.26,3,8,9 20,3 11,88 111.10.7.25,8,26 18.8.26.2.20.26.24.8,3. (Wordt vervolgd)'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 9