t
Rubriek voor enze Jeugd
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 22 OGTOSER 1921
D-RDE BLAD
Uit de Wereld.
i bijzonderen mede\
VERHALEN UIT DE
I>E ROMAN VAN WALEWEIN.
1. Inleiding.
Na de Karelgedlch-ten ontstond er
bi de middeleeu wem onder invloed van
de toenemende beschaving een ande
re kring van gedichten, die bekend
zijn onder den naam van Arthurro-
roane. Ook deze hadden een histori
sche kern, maar er 16 een hemels
breed verschil tussoben den histeri-
Bohen Arthur cut dien der verbeelding.
11c Arthur dar inst-one was een Kel
tisch aanvoerder, die zich aan de zij
de van Vortigem heldhaftig verzette
tegen de Angel en en Sakeers, welke
in het midden der je eeuw zijn vader
land, Groot Britlanje, binnenvielen.
Ilij en de zijnen werden overwonnen
en weken terug, deels naar Walen,
deels naar hun stamverwanten op de
noordwestkust vunFrankrijk ft latere
Bnetanje). De barden bleven don hel
denmoed der overwonnenen bezingen
en v.i .'eerlijken. Gaandeweg werd
Arthur in hun verbeelding een wereld
veroveraar, koning der Koningen, liet
toonbeeld van don volmaakten ridder.
Uit deze Keltische zangen vol wonder
verhalen heeft zich do middeleauvv-
sclie Fransche ridderpoëzie ontwik
keld, waarvan de roman van Wale-
weim (Romans de Cau-viam) een der
beste voortbrengselen is. De Holland-
scho bewerking door Pennine en Pie-
ter Vostaert dagtcokont van het jaar
1350.
2. liet geheimzimnige schaak-
bord. De strijd met den
draak. Bij koning Wonder in
het Wonderwind,
Op <!.ig zat koning Arthur
bi zijn staatsie-ze al te Carliven met
eenige van zijn getrouwen, waaronder
de „hoofschc" Walewein. Uo maai
tijd was afgeloopr.rt, de heer en had
den „gedweghen (d.i. de handen
gewasschen, zooals men vóór en na
lederen maaltijd deed, toen door liet
geopende venster oen schaakbord bin-
ben zweefde en z ach Ij es neerstreek
op den grond. Het bord was van el
penbeen, versierd met goud en zilver
en schitterend edelgesteente. Toon hot
bord zich genoegzaam had laten be
wonderen, verhief hot zich van den
grond on ging den weg terug, dien
het gekomen was, zeer tot ongenoe
gen van koning Arthur. Niet te ver
wonderen, als men bedenkt, dat in de
middel, c-uwen «ie orle'en vaste harts
tochtelijke schaakspelers waren en
een fraai bewerkt schaakspel voor
een kostbaar bezit gold. Men geloofde
ook aan schaakborden, begaafd mei
menschel ijk vereland, borden, die zelf
tegenspeelden en in hot spel bijna on-
verwinnelijk waren.
Koning Arthurs teleurstelling was
dus groot. „Bij mijn koningskroon",
riep hij uit, „wie dadelijk te paard
stijgt, het eolmukspeJ achterna rijdt
en 't mij terugbrengt, dien zal ik bij
mijn dood mijnt land en kroon naia-'
ten."
Maar allo hoeren zwegen: niemand
dorst den gevaarlijken tocht te onder
nemen. „Zoo geen van u mij het
schaakspel wil halen, dan zal ik zelf
achterna rijden en niet terugkeer en te
Gar li ven, voordat ik het in mijn bezit
heb, al kost het mij het teven." Toen
Walewern, 's konings neef, deze woor-
detn hoorde, schaamde hij zich. Hij
verklaarde zich bereid den tooh te
aanvaarden en \vjj>ende zich, zijn goe
de paard Gringolettc werd voorge
bracht ,en „stoulclike ais een lie-
baert" reed hij het bord achterna
ondanks de spottende woorden, die
de dtossaart Keor Keye Juni nariep.
Menigmaal scheen liet, of hij het. met
de hand kon hereiken, maar hij greep
er niet naar, uit vrees, «lat hij door
misgrijpen den spot zou gaande ma
ten van degenen, die hem nakeken.
Na eenigen tijd zag VVatewein een
bemelhoogon borg, die zich van zelf
voor het schaakboni opende. De „wi-
gant" (d.i. krijgsheld) reed het bord
achterna en bevond zïdh weldra in
diepe duisternis. Hij steeg af, nam
den breidel van Gri.ngotetle over den
arm en dwaalde in dem berg rond,
totdat hij m de verte den dag aag blrn
ken als een ster. Toen hij op liet licht
afging, kwam hij aan een draken-nest
met vier jongen. Nadat hij do viar
MIDDELEEUWEN.
klein monsters gedood had, had hij
een geweldigen strijd te bestaan met
het ouder serpent, dat buiten' den
berg op roof was uitgeweest en nu
juist naar zijn jongen terugkeerde.
Wel werd hij zwaar gehavend in het
gevecht, maar ten slotte gelukte het
hem den draak te doodon en door de
opening, waardoor 'het serpent was
bian.angv"komen, ging de ridder naar
buiten.
Na oeiiigen tijd kwam hij aan een
schitterenden bu-rch, dien van Won
der don koning van het Wonderland.
Voor de poort steeg hij van liet paard,
trad binnen en bevond zich weldra in
tegenwoordigheid van den koning en
diens zoon Alydxisonder, die zaten te
scliaken op het bord, dat W ale we in
ad „ïn menigher pine" had gebra«jht.
Met groote gastvrijheid werd de held
door den koning ontvangen, zijn won
den werden gewassdien, zijn geha
vende kleedaren door .'^bitterende
nieuwe vervangen, nadat eon korte
slaap in een wondevbed hem volko
men genezen had. Dat bed was een
meesterstuk van kunst: van fijn goud
waren de „pilare' en de sponden'"
van ivoor, aan de vier hoeken ston
den vier gouden engelen, die door
middel van een kunstig mechaniek
heerlijk zongen, elk tonner droeg in
iedere hand een edelsteen, zoo schit
terend, dat te middernacht het even
licht was als midden op den dag. Een
zwaar gewonde, die op dit bed een
uur mocht liggen eu inslapen stond
volkomen genezen op en gezonder dan
hij ooit te vorcui geweest was.
De kleeren, die men Walewein
zijn ontwaken bracht, waren van wit
te zijde, het opperkleed was van sohar-
tike-ii afgezet met hermelijn. Nadat
de ridder gekleed was, hield men een
rood gouden bekken voor om" de han
den te w.isschen, en werd 'hij naar
i konings tafel geleid.
De koninklijke tafel was van goud,
de zetel, waarop de vorst zijn gast- liet
plaats nemen was versierd met kost
bare stéenen en bezat een geheimzin
nige kracht: wie daarop zat. was on
genaakbaar voor alle leed. In de zaai
stonden ook andere tafels, «dpenboe-
nen voor de hoogo hoeren en marnie
ren voor hun dienstmannen.
Toen de maaltijd oen poos geduurd
lad, wenschte de Koning den naam
ran zijn gast te vernemen. Gaarne
oldeed Walewein aan zijn verzoek.
Hij vroeg op zijn beurt, wie zijn gast
heer was, tn toen het antwoord luid
de:: „Wonder is mijn naam!" zei de
ridder: „Wel terecht heet gij Wonder,
want nergens tob ik zooveel wonde
ren gezien als hier; maar hier is ccn
wonder, dat alios te bovengaat, na
melijk dat ik nergens oen vrouw of
jonkvrouw zie. Is hier dam geen ko
ningin?" Tot antwoord opende de ko
ning een venster en Walewein zag
in eon andere zaal de koningin aan
tafel zitten omgeiven door ee schare
van schoono jonkvrouwen.
Nadat de hoeren „gedweghen" (d.i.
de handen gewasschen) hadden, ver
telde Walewein op verzoek van Ali-
drysonder wat liot doel was van zijn
tocht; namelijk het geheimzinnige
schaakbord. „Om dit te verwerven",
sprak daarop «te koning, „staan, u
twee wegen open. De eene is dat gij
het met speer ear schild op mij ver
overt" „Dat nooit", antwoordde Wa
lewern. ,,Ik zou mijn geheel© leven
oriteerd zijn, als ik mijn gas til eer let
sel deed."'
Welnu dan, wanneer gij mij
brengt liet zwaard met de twee rin
gen, das» is het sell aalbord hel uwe.
Dit zwaard is in hot bezit van Ko
ning Amorijs, die het bewaart in een
onneembaar kasteel. Wie het zwaard
trekt en niet in all? ridderdeugden
uitblinkt, wordt er door gedood.
Gaarne zou ik aan uw verzoek
voldoen, maar mijn wapenen zijn weg:
ik heb schild noch speur en mijn ha's-
oerg is op vele plaatsen gescheurd.
Wacht tót morgen, sprak de ko
ning, en uw wapenen zullen in orde
zijn.
Na dit gesprek gingen de heeren
ter ruste. Den volgenden morgen nam
Walewein hoffelijk afscheid van ko
ning Wonder en dien zoon, besteeg
Gringolette en reed uit op zoek naar
het zwaard met de tweo ringen.
Een volgend maal hopen we Walc-
weins verdere avonturen te verhalen.
OPLOSSING VAN DE PUZZLE WIE
HET EERST W) BEHAALT.
Do speler, dio den voorzet heeft, moei
hel spel winnen, u.1b hij het volgende m
acht neemt.
Hij plaatst bcL voorwerpje op 4 en draagt
nu zorg, dat hij op liet oind van iederen
verderen zet, dien hij doet, om den an
der 7 cn 6 hooger komt dan hij was op
het eind van zijn vorigen zet, m. a. w. iuj
draagt zorg achtereenvolgens te behalen 4,
11, 17, 24, 50, 37,43, 50.
Kan hij die getallen niet behalen, dan
maakt hij, dat do tegenpartij dat ook niet
kan. Ziehier hoo: Als hij 7 punten vooruit
moet cn de tegenpartij heeft gezet op 1,
ZET HIJ OP 3.
Als hij 6 punten vooruit moet en de
tegenpartij zet op 3, DAN ZET HLT OP 5.
Ken v o o r b e e 1 d. A zet op 4, B op 1
en telt dus S; A. kan geen 11 maken, ZET
OP 3 en telt dus 8; 13. kan nu zetten op
1 of 2, en komt dus op 0 of 10, dan maakt
A. 11 door op 2 of op 1 tc zetten; of wél
13. zet op 4 of 5 cn komt dus op 12 of 13,
dan zet A. op 5 of 4 en maakt 17.
Ander voor boe lil:
A. ia gekomen tot lt cn moet dus bij
zijn volgenden zet 17 behalen. B belet
hern dat door op 3 te zetten. B. telt nu
14. A. Ziet de kans verloren r»n op 17
te kennen, zet op 5 en lelt dus 19. Nu km
B. niet anders zetten dan 1, 2, 3 of 4, hij
kan dus A niet beletten 24 te behalen.
Eindiet: A. heeft 43. B. maakt 44, A.
zet op 3 en maakt 47. B. kan nu niet
anders doen dan w zetten op 1, 2, 4 of 5
en verliest in al die gevallen.
Andore eind zot. A heeft 37. B.
maakt 40 (door op 3 to zetten). A. kan
geen 43 maken, zei op 5 en maakt 45. B.
kan geen 50 ntaken en verliest.
Slotopmerking. Als men speelt
met iemand, dio het snolletje niet kent,
kan men hem genist rlcn voorzet geven
en do paar eerste ztllcn naar willekeur
d«>en.
Voor den inbond dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
ST. NICOLAASFEEST VAN DE AFDEE-
LING HAARLEM VAN DEN BOND
VAN NEDERL. ONDERWIJZERS.
Evenals vorige jaren organiseert de aid.
Haarlem van don Bond van Ned. Ond.
ook nu weer een St, Nicolaasfeest. Wer
den vroeger alleen de leerlingen van do
Oponb. Lagere Scliolen, de Doopsgezinde
scholen, de school voor Buitengewoon
Onderwijl en de Barbaraschool er in be
trokken, thans hoopt do Conunïssie dat
ook dé leerlingen van de beide hoogste
klassen van do D. L. O. er aan deel kun
nen nemen. De eerste voorbereidi.;a
zijn reeds getroffen en heel spoedig zullen
weer tal van onderwijzeressen en onder
wijzers avond aan avond in verschillende
stadswijken Haarlem'" ingezetenen gele
genheid geven hum bijdrage voor dit feest
te offeren. En we hopen, dat ons beroep
op uw offervaardigheid niet tevergeefscli
zal zijn. Er is heel wal noodig om 4500
a 5C00 kinderen een feest te bereiden, zoo
als de Bond dit elk jaar doei. Daarom,
ingezetenen van Haarlem en omstreken,
als u do lijst wordt gepresenteerd voor liet
St. Nioolaasfeest helpt dan door hier op
te leeflceiicn mee, om dezen dag voor on
ze sohoolkiuderen te maken tot con we
ren feestdag.
De St. Nieolaas Commissie,
JAC. STOLP, voonatter.
Mevr. H. OOSTDa.IK—B.OOZEN,
socretaresse.
J. MUNN1K en W. DENKER,
penning-in.
D. v. VEEN.
Financieels Berichten
EERSTE NDDERLANDSCHE. De
Eerste Nederlandsclw? te 's-Gravenha-
ge zal eerlang haar kantoren en zetei
overbrengen naair Dordrecht, in het
gebouw der I.evensverzekering Mij.
„Dordrecht", aldaar, met welke de
N., zoo ate bekend is, een be! an-
geaigemoenedhap hoeft aangegaan.
J. LIPS. Donderdag overleed te
Dordrecht in den ouderdom van 74
jaar de heer J. Lips, stichter van de
bekende brandkasten- en slotenfa-
bric-ken, aldaar. Klein begonnen,
heeft de heer Ltps door zijn energie
de zaak weten uit te breiden tot een
wereldfirma. De overledene was rid
der in de Oranj e-Nassau-orde.
Letteren en Knnst
PROP. AUGUST GAUL. Uit Berlijn
seint men, dat Prof. August Gaul, de
bekende Duitsolie booldhouwcr van
ren, in den ouderdom van 52 jaren
overleden.
Haaosais
CPoïo raadsel» zijn alle Ingezonden door
«gom on meisjes die „Vooi Onze Jeugd"
..MB. Do namen dex kinderen, die mij vóöx
Woensdagmiddag 4 uur goedo oplossingen
j._ Toigcndo nnmmoi
worden ondor do baat*
tweo boeten in prachtband y«r-
lea!)
(Ingezonden door Apollo).
Ik ben ccn reusachtig igroot dier en
besta uit z lettergrepen. Mijn 2de kan
evenmin als mijn geheel, leven op mijn
(Ingezonden door Montireüa.)
Wat staat hier Kadocdelatoc.
(lngezoridcn door Lies je.)
Ik ben een plaatsje in Noord-Holland.
Neem mijn laatste lettergreep weg en ik
Den een kleedingstuk, dar meestal door
jongens wordt gedragen.
(Ingezonden door Berberis.)
2,3 kat, i .3 lat, 2/3 regen cn 2,5 de
gen met 1,3 rat en men krijgtwat?
(Ingezonden door Heitbng).
Ik ben een spreekwoord van 21 letters.
3, 7, 9» 4. 5 gebruikt de naaister.
7, S, 9 heeft mensen en «lier.
14, 15, 16 wil ieder graag worden en
niemand graag zijn.
17, iS, 19, 20, 2r is de eigenaar van
:n herberg.
13, 14, 15. 16 is een edel metaal.-
I. 2 is voedzaam.
6, 7, S, 9, 10 j.s een stookplaats.
II, 12 is een vorm van het spreek,
woord zijn.
Strikvragen.
a. (Ingezonden door Edelweiss.)
Wat is liet 'tegenovergestelde van Java?
b. (Ingezonden 'door Zomcrtakje).
Wat is het toppunt van kourle?
c. Welke natie schittert hot meeat?
d. (Ingezonden door F. Gohl).
Wat kwam het laatst in Noach's ark?
e. .(Ingezonden door Boelan).
Hoe maakt men van twaalf zeven?
Maadsei&plossiiigeu
De raadseloplossingen der vorige week
zijn
1. Kool look.
2. Raadsels.
3. Specht slecht.
4. Aardappel.
5. Kreta Greta.
6. Bodegraven.
Goede oplossingen ontvangen van
Dina Kuiper 6, Lentebode 6, Sneeuwbal
letje 6, Willem III 6, Denappcltje 6,
Poesenmoeiierije Vliegenier 6, Bille
ken 5, Minerva 5, D. en A. Buytendijk
5, Aphrodite 6, Apollo 6, Wilgenroosje
N. van Rijn 5, Het Trio 0, Framboos
6 Abrikoos .6, Hutepetit 6, Anemoon 6,
Monibretia 5, Vliegende Hollander G,
Hyadnth 6, Mosroosje 6, Dirk en Piet
Oschatz 5, Korenbloem 0, Meidoorn 6,
Zwartoogje 6, Sprietel 6, Matroos 6,
Spring ïn 't veld 5. Goudvischje 5, Ja
cob Polderman 4, Roosje 6, Bloemenlee
6, Bakkruidje 6, Lathyrus 6, De Scbip-
perin 6, Elzenkatje 6, Duinroosje 6,
Zwemstertje 4, Schipper 5, Excelsior 4,
3, Lente knop j*e 4, Thee
roos 6, Michiel de Ruyter 6, Vergeet mij
nietje 6, M/aanelfje 6, Alpen'viooltje G,
Kruizemuntje 5, Robbedoes Edelweiss
6, Zonnebloem 5, Pïeuc en Ttekie 5,
Beug-Indiaan 5, Campanula 5, Secun-
do 4, Cravate 4, Brem 6, Zonnebloem 6,
Friso 6, Lachebekje 4, Goudkopje
Prinses Attalanta 6, Kerstklokj.e 5, Co
lumbus 5, Mignon 5, Viooltje 5, Bosch-
viooltje 6, Voetballer 5, Visschcr s, Roel
de Rakker S> Lina Punt 5.
Db Wedstrijd
Inzendingen ontvangen van 2WART-
OOG en VLINDERTJE, oud 15 en 12
jaar, (poppeklecrtjes, etui voor naai
gerei, spiel enz.),
RsilrcbrisK
Naar aanleiding van de vraag van But
terfly hoe een gehaakt mandje stijf ge
maakt moet worden, geeft de zuster van
Anemoon haar dezen raad Voctg bij i)4
eetlepel suiker 3 eetlepels water. Laat
dit met elkaar in een pannetje koken tot
het goeid gebonden is. Di: af laten koe
len, tot het lauw is. Dan het mantlje er
door halen. Nat om 't vormpje doen
daar laten opdrogen. Tenslotte oneffen
heden met een mesje afkrabben,
Lisas eeiToeweg
(Vervolg.)
Ze was dien morgen niet bij haar werk.
Daar stond' op bord bij de absenten
Beppie's naam.
„Weet iemand wat van Bep?" vroeg
meneer.
„Ze zal wel zich zijn. Gisteren was
ze al niet goed," zei Greet. Stom, dat
ze vanmorgen zoo laait was.
Daar kwam het hoofd der school bin
nen. Hij had een briefje in de hand en
zed tegen meneer Verhuist „Bep is zie!:.
Leest u maar."
Greet moest den heden morgen aan
Beb denken, 'l Was dus geen verkoud
heid, want and'exs was ze wel gekomen.
Ze bleef nooit thuis. Of het nooit twaalf
uur werd. Toen de bel eindelijk ging,
was zij de eerste, fine de school verliet.
Als oom Wiel haar eens zag? Ze mocht
toch zeker wel naar haar vriendin in-
formecreu. Iu de verte zag ze al, dat er
een of andere wagen voor de deur
stond. Wat was dat tooh voor een wa
gen? Ze wist het. Haar hart klopte tegen
de keel. 't Was de zieken-wagen. Maar
'1 kon immers best voor een der andere
menschea zijn. 't Was daar immers een
heel pension. De koetsier had de hand
aan de bel. Greet wachtte. Ze leunde te
gen een boom. Dc huisjuffrouw deed
open. Vlug liep Greet op haar toe.
.,'t Is toch niet voor Bep?"
„Och, heeremetijd, kind, wat doe je
me schrikken. En ik ben al zoo geagi
teerd. Naiuriiik is 't voor Bep. De stum-
perd is doodziek. De dokter is ter al
tweemaal geweest. En zoo strakkies had
het over een besmettelijke ziekte. En
ikke met me pension...."
„Toe. juffrouw, schiet een beetje op,"
riep de koetster.
„Zanik niet. man, me hoofd loopt
om." Tooh slofte zo naar binnen en liet
Greet op den stoep staan. Het kind zag
er zoo verslagen cn versuft uit, dat de
koetsier haar liackttc te troosten d'oor
zeggen „Ja, 'kind, 'k 'heb er al heel
wat weggebracht." Schoolkinderen ble-
staan en gluurden nieuwsgierig door
de half geopende deur.
„Een zieke wordt weggebracht," riep
een.
„Effies wachtc. Kaike wie 't is," riep
een ander.
,Toe, jog, wacht nou effe. De zieke-
waage," zei een klein kereltje tegen zijn
broertje. Greet had al die kinderen wel
een pats willen geven. Leek wel, of 't
ïn pretje was. Ze liep de Frankenstraat
Weef even voor een boekwinkel staan,
zonder echter iels tc zien van wat was
;gcsiald. Toen holde ze weer terug.
Stond de wagen er nog? De mCnschen-
menigte was aangegroeid. Zelfs man
nen en vrouwen stonden op de stoep,
naar binnen te gapen. Die nare, lamme,
akelige mensohen. Weer ging ze de
Frankenstraat door. En nu was het loo-
jien. de Markt over, de Schoolsteeg in,
«ie Jansstraat door tot aan de Parklaan.
Hijgend kwam ze thuis en snikkend
liet ze zich op een stoel neervallen.
„Uen je gevallen? Heb je je bezeerd?"
vroeg grootma.
Greet snikte maar door.
..is er ,jets op school gebeurd? Heb je
s;ra? gehad?"
Greet bleef doorsnikken.
„Als je me niet behoorlijk kunt ant
woorden, ga dan hevcr naar je ka
mer," klonk het gjesireng uit groot
moeders ni'ond.
.Bep.is.doodalek. Zeis
naarhetziokenhuis," kwam het
er -hortend cn siootcnd uit.
„Hoe weet je da!t?"
„Ik ben er geweest. De ziekenwagen
stond voor. En de juffrouw zei, dat ze
d'oodziek was.
„W_ar moest ze heen?"
„Dat heb ik niet gevraagd."
„Verfrisch je wat cn eet dan vlug je
boterhammen op. Juffrouw Horst kan
dan niet je raeögaan en naar een en an
der infonnecren."
„Maar ik moet naar school."
„Daarom moet je Voortmaken."
Greet deed, wat gnootmoeder raadde.
De helft van haar gewone portie kon ze
echter niaar naar binnen werken.
„Zulten we maar trammen?" vroeg
jufrouw Horst, toen ze samen op de
Parklaan liepen.
„Zou 't mogen van oma?"
„Ik heb van mezelf nog een kaart.
„Dan dolgraag. O, ik .verlang zoo om
ailes van Bep te weten tc komen."
„U most er maar niet in konrme," zei
de huisjuffrouw, terwijl 2c de deur half
opendeed.
Vragend keken Gncet cn juffrouw
Hots: haar aan.
„Ja, ziet tiv.es, ze het waarschijnlijk
roodvonk. Ze komme hier dadelijk «Ie
boel ontsmette, 't Is wat, pok voor me
comtmesaals."
„Waar is ze?" vroeg juffrouw Horst.
„Naar 't Gasthuis^ Daar was nog een
plaasie. 't Mot dan ook heel erg hce.-
sche. zooas de dokter zeil."
„Was ze heel ziek?" vroeg Greet.
„Heel ziek. De stutnperd het de hcele
nacht genid. Fin mekeer wist er geen
raad mee, hè. Hij het me geroepen. Ze
riep ook jtog om jou. „Greet." zei ze,
„Greet, ga nou naar je huis." E11 ik
dacht haar te kalmeeren en ik zei: „O,
die zit allang op dc J'ai'klaan. Ga jij n ju
maar lekker slapen." Maar ze begon tel
kens weer „Greet, ga nou naar je
huis"."
„Mag ik haar bezoeken?" vroeg Greet
weer raël trillende stem.
„Dat zou je aan de ïusters jnotte
vragen. Maar je mag niet bij er. Je mot
buiten blijve staan. En zij ligt achter
glas."
„Eerst maar een paar dagen afwach
ten," raadde.juffrouw Horst.
„Ze kan best dood gaan," filosofeer
de de huisjuffrouw.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven aan de Redactie van de Kin-
dor-Afdeeling moeten gezonden wordaa
i&n Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN,
d. Vinnestraat 21 r<J.
(Is de bas gooien zonder annzeae^
lenl)
Nieuwelingen zyn DINA KUIPER^
Gasthuislaan 150; KAREL WAGE
NAAR, oud 12 jaar. SpaarndaraFEN-
NA MEINESZ, Brederodestraat.
KORENBLOEM, ifci is weertje om
alle dagen vroolijk en blij ,;c zijn. Jc ge-
riet er zeker volop van. Avonds heb je
Let dus echt gozeliig, zoo samen met
moeder aan het handwerken. MELA-
TI. Ja, je moogt dezen schuilnaam hou
den. Het doet ine genoegen, dat je Hol
land een goed land vindt. Aan Maan-
elfje heb je vast een aardig vriendinne
tje. Ze zal je wel altes vertellen, wat
je van de Rubriek en den wedstrijd we
len wilt. ANEMOON. Jc zuster wordt
bedankt voor haar vriendelijke inlich
tingen. Butterfly zaj er wel mee iu haar
schik zijn. Prettig, dat het tnet je wed-
strijdwerk zoo naar je ziu gaat. Wat
aardig, dat je zuster er oök nog iets bij
doet. JOPIE SLIM. Deze schuilnaam
is jer nog niet, dus neem dien maar. Dat
was mooi postpapier. Ik ben heel be
nieuwd' om je rose jurkje te zien. Nu
begrijp ,ik, waarom Anemoon en jij zulke
intieme vriendinnen zijn. Aardig van
Lathyrus, dat ze zoo aan dc verschillen
de vriendinnen haar boek wil uitlcenen*
Maar ze weet zeker wel, «int jullie er
netjes op zijn. SPRIETEL. Met de
fiets is het om te doen. Wal houd je er
al een knappen vriend op na. H-j zal
wel heel wat te venellcn hebben, ais hij
straks terugkomt. VIOOLTJE. Du3
jouw werk gaat ook naar wensch. Ais
altes goed uitvalt, ui! je hoc larger I13©
meer afmaken. Zoo met Elzenkatje sa
men is dubbei gezcilig. Hoe je een beker-
dekje maakt? Je neemt en vierkant lapje
borduurgaas, wc-rkt daar 'n prachtig rand
je om ec maakt een kraal of «enige
kraaltjes afhangend vast aan elk der
hoeken. COLUMBUS. Hartelijk gefe
liciteerd met jc verjaardag. Ik 1»op,
dat je een feestehjken Zaterdagavond
zult hebben. KERSTKLOKJE. Ver
lang maar nooit om een fiim te zien,
waar zulke ijselijkc dingen vertoond
worden. Om ons heen is zoo heel veet
moois en goeds te zien. PRINSES
ATTALANTA. Een hardanger kleedje
vind ik altijd mooi. F.n dan met wute
zijde, dat kan fijn worden. ZOMER-
TAKJE. Waar blijft Albttda? Ja. een
speldenkussentje kan altijd gebruikt
worden. Ik vind het leuk, dat je me af
en toe wilt schrijven. Je kunt zeker al
keurig naaien? MATROOS. Maak je
een pakhuis? Dat is een-heel .welkom ca
deau voor de speelgoedkast van dc zie
kenhuizen. Die groote stukken blijven
daar voor algemeen gebruik. Leuk. dat
moeder de meelzakken maakt. Er hoort
natuurlijk een hijschblok bij. 't Is ecihi
speelgoed voor een herstellend pa
tientje. FRISO. Je hadt maar weer
een prima secretaris. Hoe was je ver
jaardag? En hoe ging 'net met zingen?.
HET TRIO. Echt prettig, dat jullie
al zoo fBnk aan den gang zijn. Zoo geza
menlijk vlot het werk natuurlijk des te
beter. Jullie hebt het anders volhandig
genoeg, maar daarom vei sta jc ook de
kunst om leege oogehblikjcs tc vullen.-
Wat is die Janna knap, cat ze voor zich
zelf cn haar 2usje jurken kan maken.
Laat die broers maar stil plagen.
MEIDOORN. Je was cc vorige week te
laat. Daarom kon :k je aantal raads>:Is
niet in de Rubriek vermeiden. AS-
TARIENA. Ik vond het gezellig weet
eens wat van je te hooren. Vertel me
nu eens gauw, vrat ie tegenwoordig uit
voert. Natuurlijk waardeer ik het zeer*
dat je voor «ie arme, zieke kinderen iets
maken wilt. Het is zoo aardig, da: uit
alle hoeken de oude Rubriekeitjes weer
komen opdagen. MON'TBRETIAz
Neen, ik geloof nies, dat ik die juffrouw
H. ken. Heerlijk, hoor, dat je nu naar
Katwijk gaat. De «lokter in <lic inrich
ting zal zeker alle; aanwenden om je
weer gezond en sterk te maken. Zus mag
je plaatsvervangster zijn. Zc wil ine
INGEZONDEN MEDEDEEL!NGS a 60 Cts. pee regel.
ir u 1 i ii 4 o n
iieiiiiedenoot
OORSPRONKELIJKE DKÏKKTIVE-
ROMAN
door W ILLIAM HOLT.
26)
Deze u> wol twaalf jaar jonger dan
zit en bleef bij Juvre ouders, toen
ChJarina en 00 a haar broer deze ver
laten hadden, u el nu voor ongeveer
anderhalf jaar stuif dc vader en nu
vier maanden geleden ook dc moeder,
het meisje dus .-.Is wees achterlatend.-
Daarover is in de woonplaats van het
land nog al wat te doen geweest, daar
•Ie dood dor oude vrouw onder ver
dachte omstandigheden plaats vond
en op den dag da begrafenis het
meisje plotseling verdween. Was zij
vrijwilig weggegaan'? Ilad men haar
ontvoerd? Het laatste werd algemeen
geloofd door de buren van liet meis
je. Hoe dit zij, liet kind verdween en
hot gelukte de politie niet, hot meis
je weder op te spouen".
„Weet .gij nog me«ir van haar?"
„Noan, maar ;k vermoed, ilut deze
zuster van Chiarma het stomme meis
je is dat gij, de Tournel, gered hebt
uit de handen van de Broeders dea
erderfs".
„Hebt gij redcJion vi or u»v \t.10n-
derstelling", riep de Tournel opge
wonden uit.
„Zeker hoeft hij redenen daai voor",
riep lord Nibblington, „hoe kunt u
't vragjen. Ik Kwam reeds tot dezlfae
conclusio. Als dat meisje toch de zus
ter is van de dame die ons zoo vaak
waarschuwde, dart kunnen wij verkla
ren, waarom zij dit deed. Hot is toch
mogelijk, dat zij, hoewel zelf tot ae
Broeders Ixhoorend, blij is dat haar
zuster aan de macht der schurken is
ontrukt. Zij zal dankbaar- zijn, dat
gij de Toiutiel, het meisje uit hun
klauwen gered hebt en tcrwille van
haar zuster heeft zij ons tot heden
tegen de Broeders des Verderfs gehol
pen".
„Het is inderdaad mogelijk", mom
pelde de graaf, „maar een dame
heeft het stonuno meisje meegevoerd
uit het gesticht, waarin zij veilig ver
borgen was. Die dame moet Signora
Ciiiarina zelf geweest zijn. Waarom
liet y,tj haar zuster dan niet, waar
deze was?"
„Daarvoor zal gij allo redenen ge
had hebben. Zoo goed als zij dc
schuilplaats ontdekte zou dit ook aan
de Broeders gelukken en ik geloof nu
vast, dat zij juist om het arme meis
je tegen een aanslag van de Broeders
te beveiligen haar hier vandaan
haald heeft. Het is nu ook al zoo
der als de dag, waarom het stomme
lisje, dai itiev tuvmlen en geluk
kig scheen, toch vrijwillig is mede
gegaan» Zij, die haar ontvoerde was
haar zusier en dio ontvoering ge
schiedde, zooals ik zei, met het oog
op de schurken, die nog steeds, om
ons onbekende redenen op het meisje
loeren".
Noen", zei do Lmar, „dat laatste
raadt gij mis. De Broedere hebben de
verblijfplaats .van hel meisje niet uit
gevonden. Zij is ontvoerd om ons".
„Om ons, maar wij waren toch ha
re -vrienden?"
„Zeker, maar Signora Chiarina,
vreesde wellicht, dat haar zuster spre
ken zou on ons geheimen vertellen,
die zij niet wil, dat wi.r zulten kennen.
Zij wensclu haar zuster niet in ton
den der Broeders dat is duidelijk,
maar dit neemt met weg dat zij zelf
tot dat geheime genootschap behoort
en dub niet kon willen, dat wij in
den strijd tegen dc schurken overwin
nen".
„Maar in 's hemelsnaam hoe is het
dan toch mogelijk, dat eetn dame als
zij met dergelijke schurken geme
zaak maakt. Wat heeft zij dan toch
met de Broeders des Verderfs uit te
staan? Betvroedt gij don dat zij mede
plichtig is aan de moorden en an
dere schurkenstreken van die ellen
delingen? Hoe leunt gij zoo iets toch
veronderstellen?"
„Inderdaad gij moet daarvoor goe
de redenen hebben", merkte lord
Nibblington op, „de Tomnel heeft ge
lijk. Wij kunnen dit^.11 iet denken van
de vrouw, die ons eenige malen ter
hulpe kwam, wat voor haai- zeke?- niet
zonder gevaar was. Zij verhjnderde,
dat ik vermoord werd. Zij waar
schuwde ons, niet te Sens uit te stap
pen, -waar wij zoo leelijk in de val
liepen. Neen deze dame kun geen me
deplichtige zijn van moordenaars en
schurken, gelijk de Broeders des Ver-
derfs. Dat neem ik riet aan".
„Maar", antwoordde de Linar, „dat
is ook meer dan ik lx-weerd hele Ik
zeg alleen, dat de Signora verhinde
ren wil dal de Broeders door oils in
hun verderf gestort worden. Doet z n
dit, omdat zij hunne misdaden goed
keurt? Geenszins, ook ik weiger d ,t
te geloafven".
„Maar", zei de Tournel, „waarom
zou zij dan wel hun partij trekken
„Kan zij dit iret doen omdat zich
bij de schurken haar broeder bevindt
of een echtgenoot, of iemand anders,
dien zij lief heeft?"
„Hebt gij reden om dit te veronder
stellen?
„Luister. Ik verkreeg ook in licit tin
gen omtrent deu broer van de beide
meisjes. Hij trad in dienst van den
heer, die zijn zuster rot zangeres liet
opleiden. Deae nam hem moe op zijn
reizen en die broer moet thans mot
zijn meester te Parijs verblijven. Het
lijkt mij nu waarschijnlijk, dat die
beiden deel hebben aan de misdaden
(Ier Broeders dos Verderft*. E11 ur- «dal gij u,v tijd w«l lull v.eic-n u ne-
onderstel dat èn de broeder èn de {steden. Gij hebt héél wat belangrijker
weldoener .\ah Signora Chiarina tot
tot geheime genootschap behooren, is
bet dan niet. goed te begrijpen, dat zij
deze niet gaarne ontdekt ziet?"
Inderdaad, gij kunt gelijk hebben'
de Tournel en lor«I Nibblington
knikte toestemmend.
,Ik bevroed", zei de Linar verder,
„dat die weldoener liét lioofd is van
de bende".
„Kondc-n wij daaromtrent maar ze
kerheid krijgen".
„Die zuilen wij misschien spoediger
hebben dan gij durft hopen. Ik heb
het detective-bureau opgedragen mij
omtrent den weldoener alle mogelijk..-
gegevens te verschaffen en zoo 1110
gelijk van hem een portret te sturen
evenals van de zuetor cn den broeder
van Signora Chiarina. We zullen
dan kunnen zien of onze vermoedens
juist zijn".
„Inderdaad, dat is een goede
dachte'Y sprak de lord, „en hetgeen
gij ontdekt hebt is wei kei ijk van veel
belang. Maar nog is het geheim niet
geheel opgelost. Nog kunnen wij
slechts vermoeden, dat de twee meis
jes zusters zijn"
„Neen", hernam nu de Unar, „ik
heb daarvan zekerheid want gij weet
nog niet altee, daar ik nog meer ont
dekt lieh".
„Nog meer?", vroeg «Ie Tournel
verwonderd. „,Nu, wij inogon zeggen,
dingen ontdekt, dan
...Ilet geluk wus mij dienstig, zie
daar alles. Ik heb nog een briefje
ontdekt".
„Een briefje?"
„Ja eu wel v.itt een vorm gelijk «Ie
Broedere des Verderf» gewoon zijn
te gebruiken. Het is een driehoekig
stukje papier".
„E11 wat bevatte het?"
„Ziedaar", sprak de Lmar met een
glimlach zijn poriefeuiüe uit den zak
halend, „beoordeel zelf, wat het is
Nieuwsgierig lazen de beide ande
ren het briefje of trachtten zij dit te
het gelakte hen niet. De
schrijver had een geheimschrift ge
bruikt, dat de -edellieden niet ver
mochten te onlcijfetan.
„En gij kunt het lezen? vroeg lord
Nibblington.
„Ja antwoordde dc Linar, „ik heb
het ontcijferd, maar slecht* na zeer
groote moeite".
„Hoe is het mogelijk?"
„Ik zal het u zeggen. Beschouw
liet briefje nogmaals goed".
De beide edellieden «leden dit, doch
zij Ragen niets dan eenigo cijfers.
Het briefje bevatte deze getallen:
12.3 8.8.3. 21.8.7.25.12.13.14.25 2.4
26.8.3, 3.88.7 14.8.8.1.25 6.3
25.20.10.26,3,8,9 20,3 11,88
111.10.7.25,8,26 18.8.26.2.20.26.24.8,3.
(Wordt vervolgd)'.