HAARLEM'S DAGBLAD Van Kansten SnnstGnaars Iltsüiienlandsefs OverziÉj Onze Laclihosk v. DINSDAG 25 OCTOBER 1921 TWEEDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. Do moderne costuums en zij den ondergoed. De luxo van zijde. Zijdo In don winter. Zijden kousen. fir word den laatsten tijd lieel wat gepraat en geschreven over het onder goed, dat mooi moet zijn, en passend hij <lo tegenwoordige mode. Dat 13 oen uitstekend standpunt, want moderne bovenkloeren kunnen nooit geheel tot goed niet dezelfde lijnen aangeeft. Maar volgens velen moet het niet al leen modern van snit zijn dat vin den zij al vanzelf «preken maar het katoen heeft hiervoor afgedaan Katoenen ondergoed dat past im mers niet meer bij het' nieuwe cos- tuum en het moderne figuur. liet maakt veel te bol, liet verbreekt de soepele lijnen van het figuur, en het is belachelijk ouderwetsak: Stel je voer, wie draagt er nu nog katoonc-n ondergoed T Zijde moet het zijn of als het ai van het allerminste is: zijden oatist. Maar hoe klein is de categorie van er011 wen tenslotte, die zijden cmder- go'd cJi.I.-! *t? E11 wordt er voor hem alleen zoo oved geschreven, alsof de üi1- «te vrouwen hot katoenen onder goed oven hebben te verwisselen voor het zijden? Wij beginnen dadelijk met toe te geven, dat het een heeü plelzie- rige dracht moet zijn, dat socneie, zachte gced zonder oen enkel hard plekje: en bovendien is het een ver rukkelijke luxe. M-nar wie is tenslotte in staat om dit dure goed te betalen Want niet alleen i? het aanschaffen .1 zooveel duurder dan -v: toenen ondergoed, het is ook veel eer dei* opgedragen en verlangt dam toch vernieuwing. Want waarom zou on dergoed van crêpe de chine minder gauw slijten dan een blouse van d zelfde stof? En ieder die dat wel eens eemigo malen heeft gedaan, weet, hoe hel dan al vele verdachte plekken gaat vertoonon. Bovendien kan het nooit zoo grondig gewassclien worden katoenen ondergoed omdat het dan dadelijk geel en onoogelijk zou w den. en er dan bovendien na één keer wassehen a.l niet veel meer van zou overblijven. Dat sommige winkels het zijden on- tlovsrm-al y.—kcopon is zeer begrijpelijk wanneer zij er afneemsters vooir heb ben. En wanneer do schrijfster van de vrouwenrubriek i,n een onzer groote bladen schrijft, dat het oTimogeiijI: is om goed gekleed te zijn zonder elegan te onderkleeding, dan zal ieder het wel met haar eens zijn, maar het re laas dat daarop volgt over dat eie- ganle goed, dat allemaal van zijden weefse's is dan vragen wij ons on willekeurig af, of dus alleen de vrou wen uie zich een dergelijke luxe kun nen permuteeren, goed gekleed kun nen zijn En wij gelooven daartegen over toch, dat van de tien vrouwen die goed gekleed zijn, dus smaakvol, zonder dat het daarbij luxueus behoeft te zijn, er minstens negen maar dood gewoon katoenen ond-erkJloeding dra gen, soms misschien met eetn onder jurkje van katoenen batist- Het spreekt vanzelf dat alle stijf sel in ondergoed uit den booze is te genwoordig, en dat alios zoo glad en recht mogelijk moet zijn om de siank- heid van het moderne corsetlooze fi guurtje niet te bederven. Het gladde, rechte hemd met de sckouderbandjes en het onderlijfje in hetzelfde model voegen zich uitstekend en een eenvou dig slankmakend rokje post hier vol komen bij. Daarbij komt nog, dat het katoenen ondergoed voor winter- dracht veel warmer Is dan zijde. Tiet ie waar, liet laatste is tot zekere hoogte heerlijk warm, dat wil zeggen, wan neer wij in een goed verwarmdo ka mer zijn. Maar komen wij ermee bui len in i' «1, drui blijkt, hoe deze er lustig doorheen blaast en cois doet rillen van koude. Bij het aantrekken voelt daarentegen veel killer aan, maar door de meerdere stevig heid van draad en het dichtere weef sel is het een beter beschutting tegen den wind. En al waren wij den winter zoowat vergeten in dezen zamerherfet, de laatste dogen hebben ons weer doen voelen hoe guur het anders meestal in dezen tijd van het jaar isl En dan duiken er, naast het zijdon ondergoed, bontmantels op en zoo komt men vanzelf van do eemo luxe In de andere. Wat echter niet tot do luxueuse din gen behoort is het gebruik van een directoire-pantalon (die ook in zijden tricot verkocht wordt, passend bij het andere luxe goed!). De korte lokjes, die, al worden zij wat langer, toch altijd nog wel zoo betiteld mogen wor den, hebben als natuurlijk gevolg go- had een vinden van een wanne be dekking voor de beenen en dat is de directoire pantalon zeker. Zelfs a! is zij maar van dun tricot gemaakt, toch sluit zij voldoende af door liet slappe elastiek waarmee dé pijpen om de knieën eindigen; en het is tevens het geheim, waarom ook in den winter nog heel goed. zijden kousen gedragen kunnen worden, hoe dun deze ook zijn. Over zijden kousen gesproken: dit is voorioopig nog maar lui ©enige stuk zijden ondergoed, dat een alge- meene populariteit heeft verworven. En zooafs het meestal met een popu- lair artikel gaat, zal het hiermee ook wel afloopen: dan ls het tof. verdwij nen voorbeschikt. Het mooie fil d'écosse weefseldat cenigszins kraakt tusschan do vingers, is op het oogenhlik duurder dan hot zijden, al zijn deze laatste dan ook in de dicht- geweven soorten nog wel weer veel kostbaarder. Maar nu de zijden soor ten ook zoo goedkoop worden ver kocht, zullen zij niet lang meer stand houden, en misschien zijn wij ze in het volgend jaar al in het geheel niet meer. W ie weet, hoe het dus op den duur gaat met het zijden ondergoed, maar voorioopig is het nog een luxe, die slechts enkelen zich veroorlooven kun nen en willen. En ails wij dan eens kijken bij een witgoed-winkel, dan zijn daar bij het katoen toch ook heel wat aardige en soepele ondarkleeren, die bovendien meer in het bereik lig gen van de meeste beurzen. En zou ae mode niet zoo vaak bespot worden door de anti-mode menschen. omdat zij dan over dergelijke overdreven luxueuse dingen lezen, die bovendien als öeodgewoon worden voorgesteld. En dat terwijl iedereen dit toch wei heter weet. E. E. PEEREBOOM, No. 122. CHAMPFLEURY 1821—1921. Nog een honderdjarige in de kunst wereld, als hij tenminste in 1889 niet overleden was. In «en enkele Fran- sche courant is het feit dal Champ fleuryde schrijver over Kunst en no vellist uit de eerste jaren der derde republiek, een eeuw geleden geboren weid, herdacht, met een enkel woord, met een klein opstel. Jiij wordt tegenwoordig niet veel meer gelezen, en in Holland kent men, builen de vakkringen, zijn naam ter nauwernood, Toch lijkt het me de moeite waard, hier iets over hem te ver'ellen. Ai was het alleen maar weer, om te laten zien hoe dertig ja ren oldoendé zijn, om van oen in zijn tijd zeer gezocht auteur, en invloed rijk kunstbèoordeetaai-, bemand, die, zoo hij in onzen tijd geleefd had, in een oneindig aantal commissies zou gezeten hebben, een zoo goed als ver geten iets, een naam in een biblio- theekkiapper te maken. En er zijn een paar dingen aan zijn naam verbonden, waardoor hij ons toch nog wel sterker Interesseren kan. Zijn naam dat Champfleury een pseudonym was en dat de man eigenlijk Jules Husson heette, ik wist dat tot vcor kort ook niet. Men sprak over Champfleury den schrijver van de IJistoire d j la Caricature moderne, van do biographic over Henry Mon- uier, van het boek over de gebroeders I.e Nain en, ja vooral, over liet no- velietje „ClueneaDlou". En over dat novel let je wilde lk het eigenlijk even hebben. Dat verhaaltje van den be roemden feuilletonnist hoeft een ar men kunstenaar veel verdriet gedaan: Rodolphe. Brcs.iin. die er in beschre ven wordt en een beetje wordt bespot, heeft zich bitter over do on gewen éch te beruchtheid, die Champfleury hem bezorgde, uitgelaten. Chlencaülou ws« Breedin's bijnaam, eene vorfransching van den naam van een indianen- hoofdman uit een Cooper-roman. Men had Bresdïn dien bijnaam gegeven om zijn liefde voor het leven in de Anie- rfkasnsche ooi-wouden, waaraan de arme kerel had toegegeven, toen hij met zijn gezin en zonder een sou, zich naar Canada had begeven; maar na korten tijd gedesillusioneerd terugge komen was. Bresdin loefde met een paar konijntjes met wie hij zijn maai tijden eerlijk deelde, Bresdin leed e honger, in zijn sclaiur-achtige woning in Saint-Cloud, 't Geval was romantisch genoeg voor den novel list, die oni stof verlegen zat, maar erg prettig voor den artist was het niet, zoo, duidelijk herkenbaar voor de ingewijden, als held cener novelle den voike vertoond te worden. Nu wil het geval, dat sinds enkele jaren Ju werk van Bresdi.-i bekend geworden cn hoog gewaardeerd wordt om technische qualiteitcn, en dat in vi band daarmee weer, dat boekje v; Champfleury over Chiencaiilou ge zocht wordt, daar liet al lang bij den uitgever uitverkocht was. Belangrijker uit kunsthistorisch oog punt is echter zijn Biographie over Henhy Monnier. Wat deze veelzijdige kunstenaar hij was en deed zoowut van ailes bet&ekend heeft, laai Champfiearry In zijn boek uitstekend tot zijn reqht komc-n. Ons doet dit werk niet veel meer, doch men moet het in het kader van zijn tijd denken en niet vergeien dat Mannier een tijd genoot van Charlet, Raffel, Ball an gé enz. was. Niet onverdienstelijk car; 1- catuur-teekenaar. doet Monnier ons thans tóch te ouderwetseh, te ver ouderd aan. Hij was in die lijn een zwak volger van den Engels chman Cruikdiank, dien. hij op een reis naar Londen had leeren kennen. Met een anderen vriend Kugêe Lami, bezocht Monnier na het Engelsche uitstapje, ook o.i.s vaderland. Sterk schijnen hem bij die gelegenheid de kleding stukken der Amsterdamsche weeskin deren geïnteresseerd te hebben. Hij maakt er althans twee zijner grootste prenten van an laat daarbij twee op tochten van wees hinderen zien, van hunne leermeesters vergezeld, die ech ter meer van doodbidders dan van on derwijzers lebben. Ook vleit nij ons nationaal gevoel door onze Holland- sche zeelui uit te beelden in gestreeji te hemen en met een soort slaapmuts met kwastje op het hoofd. liet blad is gedateerd. 1845. Rn tusschan de daar geoonterfeite zeehelden en de loden van den tegenwoordige^ Bond vuil Marinepersoneel is meer dan uitc. lijk verschil. Als ieder braaf reiziger uit die dagen, houdt ook Henry Mou rner een dagboek bij en wij vinden het ten onzen opzichte vol klachten over onze douane formaliteiten de iure hotels. Daarin schijnt minder ,'erui- dering gekomen te zijn dan Ln onze zeehelden. Ook valt het berp tegen, dat hij in Rotterdam zoo weinig Hc landers ontmoet. Hij vond er niets don Russen, Duitsoliens, vele Zwit sers en Fransehen Is het niet om nog thans de borst van den goeden lïoi- ted-dammer van trots te doen zwellen Welk een wereldverkeer-eeds in 1845! De Hollanders die hij zag, zv verbaasden hem uitermate. Hij kende ze alleen van de schilderijen van Teuiers, Brouwer en Ostude, Steen, Bega en anderen ,en nu wa ren ze zoo geheel anders! Toch hij vindt «na interessante lui, vlijtig en weinig spraakzaam, doch huudig en geestig (aha). En de vrouw tjes, vooral de 1 riczhui&tjes, hij vindt zc eenvoudig weg charmant. U ziet. de lieer Henry Monnier is een heel klein beetje een zeurpiet, en zijn prentwerk geeft een beejte eenzelfden indruk. Doch dat neemt niet weg, dat Champfleury's boek over ham, ais his torisch dt kument waarde hoeft en het, om het milieu van die dagen beter te leeren kennen, nog altijd lezenswaard blijft. Voor Champfleury blijft nog een an dere cerezual onaangetast overeind staan. 11 ij 1-- het geweest, die voor een revolutionnair in de kunst als Cour- bat, partij getrokken heeft en diens eindelijke zegepraal in hoofdzaak be vochten heeft. Courbet's optreden leek hem in een logischen samenhang te staan, met de revolutie van '48 en liet is aan ook steeds over het goed recht van de democratic in de kunst, dat hij zijn vertoog en ten gunste van Courbet de rede is. Alweer ziet ge, hoe or niets nieuws onder de zon is. De kunst der expressionisten en ku bisten van heden, wordt gezegd ten nauwste met het bolsjewisme samen to hangen, hoewol het schijnt, .lat dc russisdie boljswisten van Kaodinsky uiöt langer gediend zijn en. dat het fransche kubisme in Parijs hoeft af gedaan en do restanten bier in Hei land en eluers tegen ramseh-prijzen worden opgeruimd. Do Ameterdum- sche veilinghouder -Mak maakt zich in dezen bijzonder verdienstelijk en voor het te stichten museum van den lieer Krol lor wordt op deze zaken thans in groeten getale de hand gelegd. Do lijd zal het leeren, zooals mijn groot moeder placht te zeggen. En zeker zal do tijd wel schiften wat er aan humbug en wat er aan waarde, aan kunstwaarde dan, ook onder onze eigen oogen geschapen ie. Ook te dou van ons en in onzen tijd leven ao Courbots en do Monniers. Champfleu ry trad voor beiden in die arana. IIij zelf is nu zoo goed als vergeten, Mon nier is onderweg naar dcnLethestroom alleen Courbet bleef en zal voorshands nog blijven. Zoo zal over vijftig jaar, ja waarschijnlijk ai vroeger, ook over onzen tijd geoordeeld zijn. Het is alleen jammer, dat wij daarmee niet altijd rekening houden en 111 Salomo s wijsheid xetas thans de grenzen des Guten uiid des Bösen trekken willen. J. H. DE BOIS. De staatsgreep ia Hongarije De troepen van ex-kelzer Karl zijn door de regeertngstroepen verslagen. Ex-kelzer Karl on ex-kelzerln Zlta gevangengenomen. De stemming In andere landen ovor 't avontuur. De troepen van den ex-konlng vorslagen. .Uit Boedapest wordt gemeld De strijd tusschen de xegeeiicgstroepen en de troepen van den ex-koning Karl is Maan dag geëindigd me: een volkomen over winning der xegeeringstroepen, welke door den regent Horthy persoonlijk wer den aangevoerd. De troepen van Karl bevonden zioa in een zeer ongunstige strategische positie, daar zij ook de be volking van West-Iiongarije tegen zich hadden. De regent en de regecring zijn den toestand meester. Ovcrgeloopen vluchtelingen verklaren, dat men ze had misleid. Men haid hun verteld van het uitbreken van communistische onlusten en gezegd, dat de entente beloofd 1 dat HoDgarije bij een troonsbestijging ,-an den ex-koning de verloren gebieden .erug zou krijgen. Nader wordt nog geseind De opstandelingen hebben zich Tata teruggetrokken. Zij hébben de helft hunner manschappen verloren. De ex-koning is door de regcerihgs- troepen gevangen genomen. Te Weenen is bericht ontvangen, dat na de gevechten de KarUstlsche troepen zijn verstrooid, waarop hun ioiders de vlucht namen en ex-konlng Karl aan de regeering6troep6n werd overgelaten. Kaar verluidt, werd Karl met alle con sideratie ullgefesverd aan kolonel Falvy, den commandant van de regooriugstroe- pen. De gevangenneming van 't Keizerpaar. Over de arrestatie van ex-konlng Karl on diens gemalin ex-koningin Zita wordt nog gemeld: Reeds na de eerste gevechten, wel ke Zondag plaats vonden op zes kilo meter teu Westen wan Boedapest be stond er niet meer de minste twijfel, dat het aan den ex-koning niet zou gelukken, ïu de hoofdstad binnen ie dringen. De ex-koning zond eenige parlementairen tot de Hongaarsche regeer mg om over een wapenstilstand te onderhandelen. Worthy Kielde echter zeer fcware voorwaarden. Hij eischle niet alleen, dat de ex-koning voor zich en zijn zoon voor goed afstand zou doen van den. Ilongoarschen troon, doch ver langde tevens dat de ex-koning zich zou laten interneeren, totdat over de kwestie van zijn verbanning c-11 van zijn mtemeering door de groote mo gendheden beslist was. Ook zijn leger moest dadelijk worden ontbonden en hij moest aan zijn manschapjren hun gelofte van trouw ic-nigg<_-von. De soldaten moesten b:genadigd worden. De militaire raadgevers van den koning zouden onmiddellijk voor een krijgsiaad worden gebracht en de burgerlijke voor. ©en burgerlijke reclilböhlv. Tct Maandagmiddag liad de regoiring nog geen antwoord van den ex-kouing ontvangen over 't aan vaarden dezer voorwaarden. Blijkens de latere berichten heeft de ex-koning de voorwaarden ook niet aangenomen, maar werden zijn troe pen verslagen en hij zelf g- wangen genomen. Boeien hebben de spoorlijnen, die naar het Zuiden voern, opgebroken, om een vlucht naar het Zuiden te ver hinderen. De terugtocht van de troe pen van den ex-koning geschiedde in ■;en paniekstemming. In Oostenrijk lieer sekt in verband met deze ontwikkeling der dingen een kalmere stemming. Uit Praag vernoemt men, dat de mibilisatie krachtig wordt uitgevoerd. Joegoslavië staat aan de grens ge reed voor een opinarsoh in Honga rije. Maatregelen rfor kleine Entente. De bijzondere correspondent van liet „Berliner '1'ageSSaltverneemt uit Weenen; Do bij Boedapest uit deat trein ge stapte Karllatische troepen bestonden uit de garnizoenen van Oedenburg en Raab, die onder liet voorwendsel, dat to Boedapest het bolsjewisme was uit gebroken, gealarmeerd waren. 1 D<> rogccringstroepen hebben reeds bij 't eerste treffen groote hoeveelhe den wapenen en munitie buitgemaakt en 120 man gevangen genomen. Nieuwe gevechten te verwachten. Intusscncn blijkt u-t andere berichten, dat in enkele provinciesteden de troepen voor den ex-koning hebben gekozen. Met uitzondering van enkele hoogere officieren die daarom door hun man nen werden gearresteerd =r heeft het De Rüksregant van doogarij» Hortlsy, üie do regeeringslroepen aanvoöFdB, file tie troepen van ex-keizer Karl versloegen. EEN ZEKER 7EEKEN. Dame (tot jongetje dat beaig is de stoep te boenen) „Wel, venijc, is je moeder thuis?" Jongetje: „Dacht v, dat deze stoep rou boenen als zij uit was?"' Vader: „Toen ik zoo oud was als jij, rookte ik nooit. Zul je dat ook tot je zoon kunnen zeggen, als je zoo oud bent als i-k Zoon: „Niet met zoo'n stalen ge zicht als u, va'der." garnizoen van Steinamang-er den eed van .trouw aan den koning afgelegd'. Graaf Pronay ontving van den regent Horthy opdracht, rich met zijn troepen naax Steinamanger te begeven, teneinde er de orde te herstellen. Hei is waarschijnlijk, dat zach tusschea dc regeeiingstroepen cn de opstandelin gen een gevecht heeft ontwikkeld. Do legeering hoopt den toestand zeer spoe dig meester te zijn. Eon onderhoud met den Hongaarschon premier. De ,,Times"-corrcsj)ondent te Boeda pest heeft een onderhoud gehad met den Hongaarschen premier. Deze verklaar de hem, dat de Hongaarsche regeering vast is besloten, de troonkwestie nie ie laten beslissen door een Putsch. Indien het avontuur van ex-koning Karl zou slagen, zou dit een catastrophe voor Hongarije worden en het is de plicht der tegenwoordige regeering, zeide hij, he- land daarvoor te behoeden. Alleen op wettelijke wijze kan de koningskwestie worden opgelost en zonder goedkeuring van het parlement zou zelfs de regeering geen fait accompli kunnen erkennen. Alle mogelijke matrogelen zijn genomen voor het behoud van de hoofdstad. Ongelukkigerwijze wend de Putsch on dernomen op een voor Karl zeer ge schikt oogenblik. Ten eerste was ik per soonlijk afwezig, toen hij in het land kwam en ten tweedie beschikt de regee ring over weinig troepen, ten gevolge van het doortastende optreden van dc geallieerde controle-commissie. De re- geering beineurt ten zeerste, gewapend tegen eigen landgenooten te moeten op treden, doch zij moet het land tegen de gevolgen van een onbezonnen avontuur beschermen." Lloyd George aan 't woord. Lloyd George logde Maandag in het Lagerhuis een verklaring ai omtrent liet avontuur van ex-koning Karl. Na eerst den loop der gebeurtenissen in herinnering te 1 lebben gebracht voor zoover deze thans reeds bekend is ge worden, zeide hij o.u.: De geallieerden blijven zeer beslist gekant tegen het voorstel van ëenig lid van de Habs- burgsciie dynastie op üe Hongaarsche troon. De geallieerde gezanten Ireb- ben zulks Zaterdag in een gemeen- scliappelijke verklaring aan de Hon gaarsche reqgering duidelijk kenbaar gemaakt. lk ben niet in staat zeide de premier getallen te noemen van de strijdkrachten, waarover de klei ne entente kar b schinken, maar zij zijn aanzienlijk. De Hongaarsche re- goering gaf te kennen, dat zij geheel volgens liet verlangen van de geal lieerde regeer ingon zal 1 tan delen. Sprekend over een vraag, of er een nota tot de Zwitsersche regeering was gericht, in zake het door deze regee ring nakomen van door haar aange gajiö verplichtingen, zeide Lloyd George: De Zwitsersclie regeering ver klaarde, de voorwaarden van Karls verblijf in Zwitserland te hebben aan- ■aard, nl. dot de ex-koning zich zou onthouden van alle politieke activi teit en dat hij liet Zwitsersche mi nisterie van buitcnlandsche zaken drie dagen te voren van zijn even tueel vertrek zou venvittigen. Op ver zoek bevestigde de ex-koning oji 5 Oc tober 'door een boodschapper, spe ciaal voor dit doel gezonden, dat lu zich steeds onvoorwaardelijk gebon den achtte tot het nakomen van de verplichtingen, hem voor zijn verblijf in Zwitserland opgelegd d-d. 18 Mei en welke voorwaarden toen door hem aren aanvaard. De Zwitseische regeering consta teert tot haar groot leedwezen, dat Karl door zijn handelwijze het asyl- reebt lieeft misbruikt en tevens zijn plechtige gelofte lieeft geschonden. Een der Lagemuieleden vroeg, of het niet heter ware geweest, als de Entente-gezant en to Boedapest, m plaats van de Hongaarsche regeering aail te raden, den ex-koning te ver bannen, opdracht to geven, hem te omsingelen en gevangen te nemen. ,En dood te schieten"interrumpeer ie eeri der leden van het Huis. Lloyd George gaf hierop geen ant woord. Een ultimatum van Tsjeeho-SIowakije. Naar uit Pruag verluidt, zou Tsje- choslowakije reeds een ultimatum mei 0ni termijn van tweemaal 24 uur aan Hongarije gesteld hebben binnen wel ken tijd dc koning bet land meet ver laten. Ook Roemenië dreigt met maatregelen. In een ministerraad werd besloten, dat indien de Hongaarsche regeo ring er niet in mocht slagen, het her stel der monarchie te verliinderen Roemenie, in overleg met de andere mogendheden der Kleine Entente zt-er Krachtige maatregelen zal nemen, om de orde in Midden-Europa te hand haven en om deze gre c schending der desbetreffende vredsverdragen ie voorkomen. De ontstemming In Zwitserland. De Zwitsersdhe bondsraad heeft zijn standpunt bepaald ten a<uizien. van den door den terugkeer van ex-koning Karl naar Hongarije geschapen toe stand. De raad gaf aan ue rechterlijke macht en aan de politie opdracht, onverwijld een nauwgezet onderzoek te doen instellen naar dc omstandig heden, -waaronder het vertrek wan den gewezen vorst heeft plaats geluid. Het onderzoek zal zich eveneens uit strekken tot de personen van. Zwitser sche notionaliteat, die hij deze onder neming een rol zouden hebben ge speeld. De stemming In Oostenrijk. Hoe ernstig men in Oostenrijks-Mo socialistische kringen den toestand be oordeelt, biijkt int een schrijven, d.it de „Freihoif uit Weenen heeft ont vangen: Dit schrijven luidt als volgt: „Wat iedereen mei eenig inzicht zag aankomen, is thans gebeurd. De Habsburgei bevindt zich weer in Hon garije 611 daardoor is het vraagstuk van het voortbestaan der door den oorlog ontstane staten alsmede dat der Mldden-Europeescho republieken aan de -orde gekomen. Op een binnen- landsch verzet van eemigo beteekenis alt ahsoiuut niet te rekenen. Horthy zal voor den „gekroonderi koning" zonder meer capituleeren. Karl zal in Hongarije met op tegenstand stuiten, omdat het Hongaarsche volk door de terreur en de militaire dictatuur ver hinderd wordt, uiting tc go-ren aan zijn wil. Ook de veronderstelling, dat het evenals met Paschcn jl. gelukken zal, Karl uitsluitend met diplomatieke middelen er toe te bewegen, liet land te verlaten, zal onjuist blijken. Toon was in zake het Habsburgsche vraag stuk hot front der Kleine Entente, met inbegrip van Italic, vast aaneen gesloten en men beschikte toen niet alleen over politieke eu diplomatieke middelen, doch ook over divisies, die gereed war011 om op te rukken. Dit is thans geheel anders gewor den. Zoowel de Tsjechoslowaakselie als de Italiaansche politiek heeft zich laten leiden door het denkbeeld, dat :n regoering-Hortky een waarborg te gen do Habsburgera botoekende, en dat er door het steunen van deze re geering weliswaar een conservatief, docli tevens ook een anti-Habsburg.sch bewind aan het roer bleef. Wat Ita lië betreft, moet zelfs dit nog twijfel achtig worden genoemd en moet men et de mogelijkheid rekening hou den. dat Italië zich niet tegen een estauratio van de Habsburgers m Hongarije zou verzetten en Joegosla vië, evenals bij de West-Hongaarsche crisis, zou boetten, energiek op te treden. Dit is do voornaamste factor voor de verdeer ontwikkeling van de Tisis en de sleutel van het probleem berust ditmaal te Rome. Het is zonder meer duidelijk, dat Dij het gelukken van den Habsburg- sehen Putsch to Boedajiest, in Slowa- KÏje, Zevenburgen en Kroatië een op stand za! uitbreken, die reeds door do vertegenwoordigers van Horthy is voorbereid. Men moet veronderstellen, dat deze staten den wensch koesteren, den onheil.-haard te Boedapest onschu dei ijk te maken, wanneer zij ten min ste prijs stellen op hun nationaal voortbestaan. Wanneer zij genre-en- rchappelijk gebruik maken van hun militaire strijdlcmtAiten, zullen zij het spookbeeld in Hongarije spoedig kun- OORSPRONKELIJKE DETECTIVE ROMAN door WILLIAM HOLT. 23) „Zoo is het, dit briefje bevestigt hetgeen we reeds uit onder gegevens meenden te kunnen opmaken, lk ga nu gelooven, dat wij een heel eind op schieten. We komen er nu langza merhand acliter met welke personen wij te doen hebben eai liet geheimzin nige waas, waarin de Broeders des Verderfs zich hullen, gaat verscheurd worden. We zullen spoedig niet lan ger tegen onbekenden vechten c-n dit maakt onze kans ten slotte te ovenvinnen zeker heel wat grooter „Maar hoe nu verder?" vroeg do Tournel. „Nu mij dunkt", antwoordde lord Nibblington, „dat wo naar Parijs kunnen lerugkeeren. Hier lijkt mij onze taak afgedaan. En te Parijs zoeken wij op het 6poor te komen van de vroegere zan- geres, van haar broer, maar ook voor al van den man, die zijn weldoener heet cn dc weldoener van zijn zustor". „En wij wachten er bovendien de lichtingen, die ik uit Rome deuik 10 ontvangen. Misschien bevatten ideze nog veel gewichtigs", voegde de Li- nair er bij. Aldus werd besloten en den vol genden dag waren do drie edellieden weder binnen Parijs gearriveerd, maar opnieuw in e^i andere vermom ming, omdat zij vreesden, dat de Broeders des Verderfs aUe moeite zouden doem om hear op hot spoor te komen En zij wilden ongehinderd hun pasporiMgen voortzetten, met nieuwe hoop op esn gunstiigen uitslag bezield. De verwachting van do Linar, dat hij -van het detective-bureau dat hij iu Italië met nasporingeai ha4 be last, spoedig nog' wat nieuws zou hoo- ren, werd niet beschaamd. Twee dagen toch waren de vrien den weder te Parijs toen hij uit Ro me eeu pakket ontving, dut inlichtin gen en eenige portretten bevatte, te weten het portret van dep broer en de zuster der vroegere zangeres, be nevens de beeltenis van den Italiaan- sciien edelman, die zich als bescher mer van Signora Cliiarina had be kend gemaakt. Het meisjesportret was inderdaad dat van hot arme kind dat door den schrik verstomd was, doch d? beide andere •portretten baar den eenige teleurstelling, daar zij bei de personen voorstelden dio onze yrienden geheel onbekend, voorkwa men. De vei-oiidcrsteilmg dat da ita liaansche edelman, hot hoofd den- mis- dadiigersbendo zou zijn, moest men dus wel laten vallen, daar het por tret een heel ander persoon voor stelde, dan de man, die door Nibbling ton on do Linar- gevangen genomen was en tegen de Tournel weer werd vrijgelaten. Maar de inlichtingen, die het detec tive-bureau zond, versterkten de vrien den weer in dc meening, dat die wel doener van Signora Cliiarina toch wel tot de Broeders des Verderfs behoor de. De Italiaansche speurders, door liet uitzicht op een royale belooning aan gewakkerd hadden het verleden na- gepluisd van markies di Cava en konden het volgende berichten: Do markies was eeu jonge man nog van midden dertig jaren, bekend als een ontwikkeld c-n loiap edelman, die maar weinig malen in het jaar cc dan slechts kort in ziju vaderland vertoefde. Hij was reeds op zijn een en twin- tigsten vex-jaardag in het bezit den* va derlijke goederen gesteld. alle op Sardinië gelegen, maar de waarde van zijn bezittingen was niet bijster groot. Zijn ouders waren beiden reeds gestorven toen hij een kind was en haddon him goederen in tamelijk be- i-ooiucn staat achtergelaten. Men ver telde bovendien, dat de jeugdige niar- kiee in do academiestad, waar hij go- stud eerd liad, mcor had opgemaakt, dan zijn voogden hem toestonden en dat hij daarvoor zijn toevlucht had moeten nemen tot woekeraars, die hem lec-nden in 't vooruitzicht van zijp Ispoediga meerderjarigheid. 1-Iij moest dus bij dc aanvaarding van zijn bezittingen groote schulden be zitten ook, zoodat zijn financicole po sitie nu niet zoo buitengewoon guu- stig te noemen was. Evenwel het scheen don markies gelukt, zijn toe stand te verbeteren, want hij stond thans als zeer rijk bekend. Hoe en waar hij dat geld geërfd of verdiend had, was niet na te gaan, wel was zeker dat hij het niet in zijn vader land Iu liet bezit had gekregen. Wat, zijn betrokking tot de opera zangeres Cliiarina betrof, daarvan kon zoo heel voel met gezegd wor den. Vast stond wel, dat Chianua ge heel op kosten van den markies ge studeerd liad, op wiens landgoed hare oudere woonden. De broer der zan geres v.as kamerdienaar var. den mar kies geworden, doch scheen later meer als diens secretaris op te tre den. Do jongst© dochter uit het hub wus steeds bij hare ouders gebleven, doch zij was naar allo waarschijn lijkheid op den dag der begrafenis van haar moeder ontvoerd. De volke- raeenLug was, maar daarvoor had men geen onkel bewijs, dat de mar kies hierin de hand had. Het lire! den schijn of üe markies er belang bij lieeft, aldus schreef liet opsporings bureau, dat alle kinderen uit 't buis dier ouders zich in zijn nabijheid en iu zijn macht bevonden. Het is alsof zij iets van hem weten, waardoor zij voor hem gevaarlijk en lastig kunnen worden. Maar dit zijn slechts ïosso vermoedens cn geruch ten, gelijk liet volk die gelooft, zon der dat het precies zeggen kun waar om het dit meent. Verteld wordt ook door de menschen die bij liet voorvaderlijk kasteel van den markies wonen, dat dezo met üe zangeres Chiarina in het huwelijk wil treden, om welke reden zij het zingen in do opera's geëindigd zou hebben. Dc markies moest in Parijs vertoe ven, omtrent Signora Chiarina kou men dit niet met zekerheid mededce- len, terwijl van baar jongere zuster sedert de ontvoering- niets meer ge boord was. Dit waren de inlichtingen dio dc Italiaansche detectives weder ver schaffen konden en men begrijpt, dut met de grootste belangstelling de drio edellieden daarvan kennis namen. „Het blijft een raadselachtige ge schiedenis", til Bende de Li11.tr. „Als dat portret 0113 vermoeden niet weer sprak, zou ik vast gelooven, dat in hoofd van de Broeders des Verderfs en deze markies di Cava dezelfde per soon zijn". „Eu ondanks het portret geloof ik dit nog", sprak lord NibWingtoö, „of liever ik beu or zeker van". „Waarom?" vroeg de TÓiirnel. Wel, dit staat toch <vast dat het hoofd van de Broeders Cliiarina en haar brooder in zijn macht heeft. Y, <ier weten wij, dat, (ie Broeders het jongere zusje ook in hun macht wil len houden en we weten voorts, dat de zangeres en haar broer hem daar in tegenwerken, maar in het geheim. Uit de inlichtingen ons uit Italië ver strekt vernamen we, d&t de markiea di Cava macht op die familie uitoefen de, dat iiic-11 liem verdenkt het jonge meisje tc ontvoeren. Welnu daaruit zou men toch besluiten dat die mar kies het hoofd van d© misdadigers- bende is". „Maar het portx-ct van dien mar kies lijkt beslist niet op den man, cue gewond in onzen handen viel", merk te de Tourael nogmaals op. „Welnu, dan liegt of het portret, .'f üe man dien. wij zagen. Misschien ook was degene, dien wij in onz4 macht hadden niet bet werkelijke itoofii ven de beude". „lk zou dat toch wel gelooven", zef de Tournet. „Ik ook sprak dc'Linar, „maar laat bet :'ii gelijk het wil, hiervan zijn wij toch allen wc! overtuigd, dat die markies in ieder geval ook tot do Broeders dos Varderis in betrekking sfaai. laat hij dan liot hoofd der boridge-iioulou zijn Of niet". "(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5