HAARLEM'S DAGBLAD
Van Kansten SnnstGnaars
Iltsüiienlandsefs OverziÉj
Onze Laclihosk
v.
DINSDAG 25 OCTOBER 1921 TWEEDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
Do moderne costuums en zij
den ondergoed. De luxo
van zijde. Zijdo In don
winter. Zijden kousen.
fir word den laatsten tijd lieel wat
gepraat en geschreven over het onder
goed, dat mooi moet zijn, en passend
hij <lo tegenwoordige mode. Dat 13 oen
uitstekend standpunt, want moderne
bovenkloeren kunnen nooit geheel tot
goed niet dezelfde lijnen aangeeft.
Maar volgens velen moet het niet al
leen modern van snit zijn dat vin
den zij al vanzelf «preken maar
het katoen heeft hiervoor afgedaan
Katoenen ondergoed dat past im
mers niet meer bij het' nieuwe cos-
tuum en het moderne figuur. liet
maakt veel te bol, liet verbreekt de
soepele lijnen van het figuur, en het
is belachelijk ouderwetsak: Stel je
voer, wie draagt er nu nog katoonc-n
ondergoed T Zijde moet het zijn of als
het ai van het allerminste is: zijden
oatist.
Maar hoe klein is de categorie van
er011 wen tenslotte, die zijden cmder-
go'd cJi.I.-! *t? E11 wordt er voor hem
alleen zoo oved geschreven, alsof de
üi1- «te vrouwen hot katoenen onder
goed oven hebben te verwisselen voor
het zijden? Wij beginnen dadelijk met
toe te geven, dat het een heeü plelzie-
rige dracht moet zijn, dat socneie,
zachte gced zonder oen enkel hard
plekje: en bovendien is het een ver
rukkelijke luxe. M-nar wie is tenslotte
in staat om dit dure goed te betalen
Want niet alleen i? het aanschaffen
.1 zooveel duurder dan -v:
toenen ondergoed, het is ook veel eer
dei* opgedragen en verlangt dam toch
vernieuwing. Want waarom zou on
dergoed van crêpe de chine minder
gauw slijten dan een blouse van d
zelfde stof? En ieder die dat wel eens
eemigo malen heeft gedaan, weet, hoe
hel dan al vele verdachte plekken gaat
vertoonon. Bovendien kan het nooit
zoo grondig gewassclien worden
katoenen ondergoed omdat het dan
dadelijk geel en onoogelijk zou w
den. en er dan bovendien na één keer
wassehen a.l niet veel meer van zou
overblijven.
Dat sommige winkels het zijden on-
tlovsrm-al y.—kcopon is zeer begrijpelijk
wanneer zij er afneemsters vooir heb
ben. En wanneer do schrijfster van de
vrouwenrubriek i,n een onzer groote
bladen schrijft, dat het oTimogeiijI: is
om goed gekleed te zijn zonder elegan
te onderkleeding, dan zal ieder het
wel met haar eens zijn, maar het re
laas dat daarop volgt over dat eie-
ganle goed, dat allemaal van zijden
weefse's is dan vragen wij ons on
willekeurig af, of dus alleen de vrou
wen uie zich een dergelijke luxe kun
nen permuteeren, goed gekleed kun
nen zijn En wij gelooven daartegen
over toch, dat van de tien vrouwen
die goed gekleed zijn, dus smaakvol,
zonder dat het daarbij luxueus behoeft
te zijn, er minstens negen maar dood
gewoon katoenen ond-erkJloeding dra
gen, soms misschien met eetn onder
jurkje van katoenen batist-
Het spreekt vanzelf dat alle stijf
sel in ondergoed uit den booze is te
genwoordig, en dat alios zoo glad en
recht mogelijk moet zijn om de siank-
heid van het moderne corsetlooze fi
guurtje niet te bederven. Het gladde,
rechte hemd met de sckouderbandjes
en het onderlijfje in hetzelfde model
voegen zich uitstekend en een eenvou
dig slankmakend rokje post hier vol
komen bij. Daarbij komt nog, dat het
katoenen ondergoed voor winter-
dracht veel warmer Is dan zijde. Tiet
ie waar, liet laatste is tot zekere hoogte
heerlijk warm, dat wil zeggen, wan
neer wij in een goed verwarmdo ka
mer zijn. Maar komen wij ermee bui
len in i' «1, drui blijkt, hoe deze
er lustig doorheen blaast en cois doet
rillen van koude. Bij het aantrekken
voelt daarentegen veel killer
aan, maar door de meerdere stevig
heid van draad en het dichtere weef
sel is het een beter beschutting tegen
den wind. En al waren wij den winter
zoowat vergeten in dezen zamerherfet,
de laatste dogen hebben ons weer
doen voelen hoe guur het anders
meestal in dezen tijd van het jaar isl
En dan duiken er, naast het zijdon
ondergoed, bontmantels op en zoo
komt men vanzelf van do eemo luxe
In de andere.
Wat echter niet tot do luxueuse din
gen behoort is het gebruik van een
directoire-pantalon (die ook in zijden
tricot verkocht wordt, passend bij het
andere luxe goed!). De korte lokjes,
die, al worden zij wat langer, toch
altijd nog wel zoo betiteld mogen wor
den, hebben als natuurlijk gevolg go-
had een vinden van een wanne be
dekking voor de beenen en dat is de
directoire pantalon zeker. Zelfs a! is
zij maar van dun tricot gemaakt, toch
sluit zij voldoende af door liet slappe
elastiek waarmee dé pijpen om de
knieën eindigen; en het is tevens het
geheim, waarom ook in den winter
nog heel goed. zijden kousen gedragen
kunnen worden, hoe dun deze ook
zijn.
Over zijden kousen gesproken: dit
is voorioopig nog maar lui ©enige
stuk zijden ondergoed, dat een alge-
meene populariteit heeft verworven.
En zooafs het meestal met een popu-
lair artikel gaat, zal het hiermee ook
wel afloopen: dan ls het tof. verdwij
nen voorbeschikt. Het mooie fil
d'écosse weefseldat cenigszins
kraakt tusschan do vingers, is op het
oogenhlik duurder dan hot zijden, al
zijn deze laatste dan ook in de dicht-
geweven soorten nog wel weer veel
kostbaarder. Maar nu de zijden soor
ten ook zoo goedkoop worden ver
kocht, zullen zij niet lang meer stand
houden, en misschien zijn wij ze in
het volgend jaar al in het geheel niet
meer.
W ie weet, hoe het dus op den duur
gaat met het zijden ondergoed, maar
voorioopig is het nog een luxe, die
slechts enkelen zich veroorlooven kun
nen en willen. En ails wij dan eens
kijken bij een witgoed-winkel, dan
zijn daar bij het katoen toch ook heel
wat aardige en soepele ondarkleeren,
die bovendien meer in het bereik lig
gen van de meeste beurzen. En zou ae
mode niet zoo vaak bespot worden
door de anti-mode menschen. omdat
zij dan over dergelijke overdreven
luxueuse dingen lezen, die bovendien
als öeodgewoon worden voorgesteld.
En dat terwijl iedereen dit toch wei
heter weet.
E. E. PEEREBOOM,
No. 122.
CHAMPFLEURY 1821—1921.
Nog een honderdjarige in de kunst
wereld, als hij tenminste in 1889 niet
overleden was. In «en enkele Fran-
sche courant is het feit dal Champ
fleuryde schrijver over Kunst en no
vellist uit de eerste jaren der derde
republiek, een eeuw geleden geboren
weid, herdacht, met een enkel woord,
met een klein opstel.
Jiij wordt tegenwoordig niet veel
meer gelezen, en in Holland kent men,
builen de vakkringen, zijn naam ter
nauwernood, Toch lijkt het me de
moeite waard, hier iets over hem te
ver'ellen. Ai was het alleen maar
weer, om te laten zien hoe dertig ja
ren oldoendé zijn, om van oen in zijn
tijd zeer gezocht auteur, en invloed
rijk kunstbèoordeetaai-, bemand, die,
zoo hij in onzen tijd geleefd had, in
een oneindig aantal commissies zou
gezeten hebben, een zoo goed als ver
geten iets, een naam in een biblio-
theekkiapper te maken.
En er zijn een paar dingen aan zijn
naam verbonden, waardoor hij ons
toch nog wel sterker Interesseren
kan. Zijn naam dat Champfleury
een pseudonym was en dat de man
eigenlijk Jules Husson heette, ik wist
dat tot vcor kort ook niet. Men sprak
over Champfleury den schrijver van
de IJistoire d j la Caricature moderne,
van do biographic over Henry Mon-
uier, van het boek over de gebroeders
I.e Nain en, ja vooral, over liet no-
velietje „ClueneaDlou". En over dat
novel let je wilde lk het eigenlijk even
hebben. Dat verhaaltje van den be
roemden feuilletonnist hoeft een ar
men kunstenaar veel verdriet gedaan:
Rodolphe. Brcs.iin. die er in beschre
ven wordt en een beetje wordt bespot,
heeft zich bitter over do on gewen éch
te beruchtheid, die Champfleury hem
bezorgde, uitgelaten. Chlencaülou ws«
Breedin's bijnaam, eene vorfransching
van den naam van een indianen-
hoofdman uit een Cooper-roman. Men
had Bresdïn dien bijnaam gegeven om
zijn liefde voor het leven in de Anie-
rfkasnsche ooi-wouden, waaraan de
arme kerel had toegegeven, toen hij
met zijn gezin en zonder een sou, zich
naar Canada had begeven; maar na
korten tijd gedesillusioneerd terugge
komen was. Bresdin loefde met een
paar konijntjes met wie hij zijn maai
tijden eerlijk deelde, Bresdin leed
e honger, in zijn sclaiur-achtige
woning in Saint-Cloud, 't Geval was
romantisch genoeg voor den novel
list, die oni stof verlegen zat, maar
erg prettig voor den artist was het
niet, zoo, duidelijk herkenbaar voor
de ingewijden, als held cener novelle
den voike vertoond te worden. Nu wil
het geval, dat sinds enkele jaren Ju
werk van Bresdi.-i bekend geworden
cn hoog gewaardeerd wordt om
technische qualiteitcn, en dat in vi
band daarmee weer, dat boekje v;
Champfleury over Chiencaiilou ge
zocht wordt, daar liet al lang bij den
uitgever uitverkocht was.
Belangrijker uit kunsthistorisch oog
punt is echter zijn Biographie over
Henhy Monnier. Wat deze veelzijdige
kunstenaar hij was en deed zoowut
van ailes bet&ekend heeft, laai
Champfiearry In zijn boek uitstekend
tot zijn reqht komc-n. Ons doet dit
werk niet veel meer, doch men moet
het in het kader van zijn tijd denken
en niet vergeien dat Mannier een tijd
genoot van Charlet, Raffel, Ball an gé
enz. was. Niet onverdienstelijk car; 1-
catuur-teekenaar. doet Monnier ons
thans tóch te ouderwetseh, te ver
ouderd aan. Hij was in die lijn een
zwak volger van den Engels chman
Cruikdiank, dien. hij op een reis naar
Londen had leeren kennen. Met een
anderen vriend Kugêe Lami, bezocht
Monnier na het Engelsche uitstapje,
ook o.i.s vaderland. Sterk schijnen
hem bij die gelegenheid de kleding
stukken der Amsterdamsche weeskin
deren geïnteresseerd te hebben. Hij
maakt er althans twee zijner grootste
prenten van an laat daarbij twee op
tochten van wees hinderen zien, van
hunne leermeesters vergezeld, die ech
ter meer van doodbidders dan van on
derwijzers lebben. Ook vleit nij ons
nationaal gevoel door onze Holland-
sche zeelui uit te beelden in gestreeji
te hemen en met een soort slaapmuts
met kwastje op het hoofd. liet blad is
gedateerd. 1845. Rn tusschan de daar
geoonterfeite zeehelden en de loden
van den tegenwoordige^ Bond vuil
Marinepersoneel is meer dan uitc.
lijk verschil. Als ieder braaf reiziger
uit die dagen, houdt ook Henry Mou
rner een dagboek bij en wij vinden het
ten onzen opzichte vol klachten over
onze douane formaliteiten de iure
hotels. Daarin schijnt minder ,'erui-
dering gekomen te zijn dan Ln onze
zeehelden. Ook valt het berp tegen,
dat hij in Rotterdam zoo weinig Hc
landers ontmoet. Hij vond er niets
don Russen, Duitsoliens, vele Zwit
sers en Fransehen Is het niet om nog
thans de borst van den goeden lïoi-
ted-dammer van trots te doen zwellen
Welk een wereldverkeer-eeds
in 1845! De Hollanders die hij
zag, zv verbaasden hem uitermate. Hij
kende ze alleen van de schilderijen
van Teuiers, Brouwer en Ostude,
Steen, Bega en anderen ,en nu wa
ren ze zoo geheel anders! Toch hij
vindt «na interessante lui, vlijtig en
weinig spraakzaam, doch huudig
en geestig (aha). En de vrouw
tjes, vooral de 1 riczhui&tjes, hij vindt
zc eenvoudig weg charmant. U ziet.
de lieer Henry Monnier is een heel
klein beetje een zeurpiet, en zijn
prentwerk geeft een beejte eenzelfden
indruk. Doch dat neemt niet weg, dat
Champfleury's boek over ham, ais his
torisch dt kument waarde hoeft en het,
om het milieu van die dagen beter te
leeren kennen, nog altijd lezenswaard
blijft.
Voor Champfleury blijft nog een an
dere cerezual onaangetast overeind
staan. 11 ij 1-- het geweest, die voor een
revolutionnair in de kunst als Cour-
bat, partij getrokken heeft en diens
eindelijke zegepraal in hoofdzaak be
vochten heeft. Courbet's optreden leek
hem in een logischen samenhang te
staan, met de revolutie van '48 en liet
is aan ook steeds over het goed recht
van de democratic in de kunst, dat
hij zijn vertoog en ten gunste van
Courbet de rede is. Alweer ziet ge,
hoe or niets nieuws onder de zon is.
De kunst der expressionisten en ku
bisten van heden, wordt gezegd ten
nauwste met het bolsjewisme samen
to hangen, hoewol het schijnt, .lat dc
russisdie boljswisten van Kaodinsky
uiöt langer gediend zijn en. dat het
fransche kubisme in Parijs hoeft af
gedaan en do restanten bier in Hei
land en eluers tegen ramseh-prijzen
worden opgeruimd. Do Ameterdum-
sche veilinghouder -Mak maakt zich in
dezen bijzonder verdienstelijk en voor
het te stichten museum van den lieer
Krol lor wordt op deze zaken thans
in groeten getale de hand gelegd. Do
lijd zal het leeren, zooals mijn groot
moeder placht te zeggen. En zeker
zal do tijd wel schiften wat er aan
humbug en wat er aan waarde, aan
kunstwaarde dan, ook onder onze
eigen oogen geschapen ie. Ook te
dou van ons en in onzen tijd leven ao
Courbots en do Monniers. Champfleu
ry trad voor beiden in die arana. IIij
zelf is nu zoo goed als vergeten, Mon
nier is onderweg naar dcnLethestroom
alleen Courbet bleef en zal voorshands
nog blijven. Zoo zal over vijftig jaar,
ja waarschijnlijk ai vroeger, ook over
onzen tijd geoordeeld zijn. Het is
alleen jammer, dat wij daarmee niet
altijd rekening houden en 111 Salomo s
wijsheid xetas thans de grenzen des
Guten uiid des Bösen trekken willen.
J. H. DE BOIS.
De staatsgreep ia Hongarije
De troepen van ex-kelzer Karl zijn door
de regeertngstroepen verslagen.
Ex-kelzer Karl on ex-kelzerln Zlta
gevangengenomen.
De stemming In andere landen ovor 't
avontuur.
De troepen van den
ex-konlng vorslagen.
.Uit Boedapest wordt gemeld De strijd
tusschen de xegeeiicgstroepen en de
troepen van den ex-koning Karl is Maan
dag geëindigd me: een volkomen over
winning der xegeeringstroepen, welke
door den regent Horthy persoonlijk wer
den aangevoerd. De troepen van Karl
bevonden zioa in een zeer ongunstige
strategische positie, daar zij ook de be
volking van West-Iiongarije tegen zich
hadden. De regent en de regecring zijn
den toestand meester. Ovcrgeloopen
vluchtelingen verklaren, dat men ze had
misleid. Men haid hun verteld van het
uitbreken van communistische onlusten
en gezegd, dat de entente beloofd 1
dat HoDgarije bij een troonsbestijging
,-an den ex-koning de verloren gebieden
.erug zou krijgen.
Nader wordt nog geseind
De opstandelingen hebben zich
Tata teruggetrokken. Zij hébben de helft
hunner manschappen verloren.
De ex-koning is door de regcerihgs-
troepen gevangen genomen.
Te Weenen is bericht ontvangen, dat
na de gevechten de KarUstlsche troepen
zijn verstrooid, waarop hun ioiders de
vlucht namen en ex-konlng Karl aan de
regeering6troep6n werd overgelaten.
Kaar verluidt, werd Karl met alle con
sideratie ullgefesverd aan kolonel Falvy,
den commandant van de regooriugstroe-
pen.
De gevangenneming van
't Keizerpaar.
Over de arrestatie van ex-konlng
Karl on diens gemalin ex-koningin
Zita wordt nog gemeld:
Reeds na de eerste gevechten, wel
ke Zondag plaats vonden op zes kilo
meter teu Westen wan Boedapest be
stond er niet meer de minste twijfel,
dat het aan den ex-koning niet zou
gelukken, ïu de hoofdstad binnen ie
dringen. De ex-koning zond eenige
parlementairen tot de Hongaarsche
regeer mg om over een wapenstilstand
te onderhandelen.
Worthy Kielde echter zeer fcware
voorwaarden. Hij eischle niet alleen,
dat de ex-koning voor zich en zijn
zoon voor goed afstand zou doen van
den. Ilongoarschen troon, doch ver
langde tevens dat de ex-koning zich
zou laten interneeren, totdat over de
kwestie van zijn verbanning c-11 van
zijn mtemeering door de groote mo
gendheden beslist was. Ook zijn leger
moest dadelijk worden ontbonden en
hij moest aan zijn manschapjren hun
gelofte van trouw ic-nigg<_-von.
De soldaten moesten b:genadigd
worden. De militaire raadgevers van
den koning zouden onmiddellijk voor
een krijgsiaad worden gebracht en
de burgerlijke voor. ©en burgerlijke
reclilböhlv. Tct Maandagmiddag liad
de regoiring nog geen antwoord van
den ex-kouing ontvangen over 't aan
vaarden dezer voorwaarden.
Blijkens de latere berichten heeft
de ex-koning de voorwaarden ook niet
aangenomen, maar werden zijn troe
pen verslagen en hij zelf g- wangen
genomen.
Boeien hebben de spoorlijnen, die
naar het Zuiden voern, opgebroken,
om een vlucht naar het Zuiden te ver
hinderen. De terugtocht van de troe
pen van den ex-koning geschiedde in
■;en paniekstemming.
In Oostenrijk lieer sekt in verband
met deze ontwikkeling der dingen een
kalmere stemming.
Uit Praag vernoemt men, dat de
mibilisatie krachtig wordt uitgevoerd.
Joegoslavië staat aan de grens ge
reed voor een opinarsoh in Honga
rije.
Maatregelen rfor
kleine Entente.
De bijzondere correspondent van
liet „Berliner '1'ageSSaltverneemt
uit Weenen;
Do bij Boedapest uit deat trein ge
stapte Karllatische troepen bestonden
uit de garnizoenen van Oedenburg en
Raab, die onder liet voorwendsel, dat
to Boedapest het bolsjewisme was uit
gebroken, gealarmeerd waren.
1 D<> rogccringstroepen hebben reeds
bij 't eerste treffen groote hoeveelhe
den wapenen en munitie buitgemaakt
en 120 man gevangen genomen.
Nieuwe gevechten te
verwachten.
Intusscncn blijkt u-t andere berichten,
dat in enkele provinciesteden de troepen
voor den ex-koning hebben gekozen.
Met uitzondering van enkele hoogere
officieren die daarom door hun man
nen werden gearresteerd =r heeft het
De Rüksregant van doogarij»
Hortlsy, üie do regeeringslroepen
aanvoöFdB, file tie troepen van
ex-keizer Karl versloegen.
EEN ZEKER 7EEKEN.
Dame (tot jongetje dat beaig is de
stoep te boenen) „Wel, venijc, is je
moeder thuis?"
Jongetje: „Dacht v, dat deze
stoep rou boenen als zij uit was?"'
Vader: „Toen ik zoo oud was als
jij, rookte ik nooit. Zul je dat ook tot
je zoon kunnen zeggen, als je zoo oud
bent als i-k
Zoon: „Niet met zoo'n stalen ge
zicht als u, va'der."
garnizoen van Steinamang-er den eed van
.trouw aan den koning afgelegd'.
Graaf Pronay ontving van den regent
Horthy opdracht, rich met zijn troepen
naax Steinamanger te begeven, teneinde
er de orde te herstellen.
Hei is waarschijnlijk, dat zach tusschea
dc regeeiingstroepen cn de opstandelin
gen een gevecht heeft ontwikkeld. Do
legeering hoopt den toestand zeer spoe
dig meester te zijn.
Eon onderhoud met den
Hongaarschon premier.
De ,,Times"-corrcsj)ondent te Boeda
pest heeft een onderhoud gehad met den
Hongaarschen premier. Deze verklaar
de hem, dat de Hongaarsche regeering
vast is besloten, de troonkwestie nie ie
laten beslissen door een Putsch. Indien
het avontuur van ex-koning Karl zou
slagen, zou dit een catastrophe voor
Hongarije worden en het is de plicht der
tegenwoordige regeering, zeide hij, he-
land daarvoor te behoeden. Alleen op
wettelijke wijze kan de koningskwestie
worden opgelost en zonder goedkeuring
van het parlement zou zelfs de regeering
geen fait accompli kunnen erkennen.
Alle mogelijke matrogelen zijn genomen
voor het behoud van de hoofdstad.
Ongelukkigerwijze wend de Putsch on
dernomen op een voor Karl zeer ge
schikt oogenblik. Ten eerste was ik per
soonlijk afwezig, toen hij in het land
kwam en ten tweedie beschikt de regee
ring over weinig troepen, ten gevolge
van het doortastende optreden van dc
geallieerde controle-commissie. De re-
geering beineurt ten zeerste, gewapend
tegen eigen landgenooten te moeten op
treden, doch zij moet het land tegen de
gevolgen van een onbezonnen avontuur
beschermen."
Lloyd George aan
't woord.
Lloyd George logde Maandag in het
Lagerhuis een verklaring ai omtrent
liet avontuur van ex-koning Karl. Na
eerst den loop der gebeurtenissen in
herinnering te 1 lebben gebracht voor
zoover deze thans reeds bekend is ge
worden, zeide hij o.u.: De geallieerden
blijven zeer beslist gekant tegen het
voorstel van ëenig lid van de Habs-
burgsciie dynastie op üe Hongaarsche
troon. De geallieerde gezanten Ireb-
ben zulks Zaterdag in een gemeen-
scliappelijke verklaring aan de Hon
gaarsche reqgering duidelijk kenbaar
gemaakt.
lk ben niet in staat zeide de
premier getallen te noemen van
de strijdkrachten, waarover de klei
ne entente kar b schinken, maar zij
zijn aanzienlijk. De Hongaarsche re-
goering gaf te kennen, dat zij geheel
volgens liet verlangen van de geal
lieerde regeer ingon zal 1 tan delen.
Sprekend over een vraag, of er een
nota tot de Zwitsersche regeering was
gericht, in zake het door deze regee
ring nakomen van door haar aange
gajiö verplichtingen, zeide Lloyd
George: De Zwitsersclie regeering ver
klaarde, de voorwaarden van Karls
verblijf in Zwitserland te hebben aan-
■aard, nl. dot de ex-koning zich zou
onthouden van alle politieke activi
teit en dat hij liet Zwitsersche mi
nisterie van buitcnlandsche zaken
drie dagen te voren van zijn even
tueel vertrek zou venvittigen. Op ver
zoek bevestigde de ex-koning oji 5 Oc
tober 'door een boodschapper, spe
ciaal voor dit doel gezonden, dat lu
zich steeds onvoorwaardelijk gebon
den achtte tot het nakomen van de
verplichtingen, hem voor zijn verblijf
in Zwitserland opgelegd d-d. 18 Mei
en welke voorwaarden toen door hem
aren aanvaard.
De Zwitseische regeering consta
teert tot haar groot leedwezen, dat
Karl door zijn handelwijze het asyl-
reebt lieeft misbruikt en tevens zijn
plechtige gelofte lieeft geschonden.
Een der Lagemuieleden vroeg, of
het niet heter ware geweest, als de
Entente-gezant en to Boedapest, m
plaats van de Hongaarsche regeering
aail te raden, den ex-koning te ver
bannen, opdracht to geven, hem te
omsingelen en gevangen te nemen.
,En dood te schieten"interrumpeer
ie eeri der leden van het Huis.
Lloyd George gaf hierop geen ant
woord.
Een ultimatum van
Tsjeeho-SIowakije.
Naar uit Pruag verluidt, zou Tsje-
choslowakije reeds een ultimatum mei
0ni termijn van tweemaal 24 uur aan
Hongarije gesteld hebben binnen wel
ken tijd dc koning bet land meet ver
laten.
Ook Roemenië dreigt
met maatregelen.
In een ministerraad werd besloten,
dat indien de Hongaarsche regeo
ring er niet in mocht slagen, het her
stel der monarchie te verliinderen
Roemenie, in overleg met de andere
mogendheden der Kleine Entente zt-er
Krachtige maatregelen zal nemen, om
de orde in Midden-Europa te hand
haven en om deze gre c schending
der desbetreffende vredsverdragen ie
voorkomen.
De ontstemming In
Zwitserland.
De Zwitsersdhe bondsraad heeft zijn
standpunt bepaald ten a<uizien. van
den door den terugkeer van ex-koning
Karl naar Hongarije geschapen toe
stand.
De raad gaf aan ue rechterlijke
macht en aan de politie opdracht,
onverwijld een nauwgezet onderzoek
te doen instellen naar dc omstandig
heden, -waaronder het vertrek wan den
gewezen vorst heeft plaats geluid.
Het onderzoek zal zich eveneens uit
strekken tot de personen van. Zwitser
sche notionaliteat, die hij deze onder
neming een rol zouden hebben ge
speeld.
De stemming In
Oostenrijk.
Hoe ernstig men in Oostenrijks-Mo
socialistische kringen den toestand be
oordeelt, biijkt int een schrijven, d.it
de „Freihoif uit Weenen heeft ont
vangen: Dit schrijven luidt als volgt:
„Wat iedereen mei eenig inzicht
zag aankomen, is thans gebeurd. De
Habsburgei bevindt zich weer in Hon
garije 611 daardoor is het vraagstuk
van het voortbestaan der door den
oorlog ontstane staten alsmede dat
der Mldden-Europeescho republieken
aan de -orde gekomen. Op een binnen-
landsch verzet van eemigo beteekenis
alt ahsoiuut niet te rekenen. Horthy
zal voor den „gekroonderi koning"
zonder meer capituleeren. Karl zal in
Hongarije met op tegenstand stuiten,
omdat het Hongaarsche volk door de
terreur en de militaire dictatuur ver
hinderd wordt, uiting tc go-ren aan
zijn wil.
Ook de veronderstelling, dat het
evenals met Paschcn jl. gelukken zal,
Karl uitsluitend met diplomatieke
middelen er toe te bewegen, liet land
te verlaten, zal onjuist blijken. Toon
was in zake het Habsburgsche vraag
stuk hot front der Kleine Entente,
met inbegrip van Italic, vast aaneen
gesloten en men beschikte toen niet
alleen over politieke eu diplomatieke
middelen, doch ook over divisies, die
gereed war011 om op te rukken.
Dit is thans geheel anders gewor
den. Zoowel de Tsjechoslowaakselie
als de Italiaansche politiek heeft zich
laten leiden door het denkbeeld, dat
:n regoering-Hortky een waarborg te
gen do Habsburgera botoekende, en
dat er door het steunen van deze re
geering weliswaar een conservatief,
docli tevens ook een anti-Habsburg.sch
bewind aan het roer bleef. Wat Ita
lië betreft, moet zelfs dit nog twijfel
achtig worden genoemd en moet men
et de mogelijkheid rekening hou
den. dat Italië zich niet tegen een
estauratio van de Habsburgers m
Hongarije zou verzetten en Joegosla
vië, evenals bij de West-Hongaarsche
crisis, zou boetten, energiek op te
treden. Dit is do voornaamste factor
voor de verdeer ontwikkeling van de
Tisis en de sleutel van het probleem
berust ditmaal te Rome.
Het is zonder meer duidelijk, dat
Dij het gelukken van den Habsburg-
sehen Putsch to Boedajiest, in Slowa-
KÏje, Zevenburgen en Kroatië een op
stand za! uitbreken, die reeds door
do vertegenwoordigers van Horthy is
voorbereid. Men moet veronderstellen,
dat deze staten den wensch koesteren,
den onheil.-haard te Boedapest onschu
dei ijk te maken, wanneer zij ten min
ste prijs stellen op hun nationaal
voortbestaan. Wanneer zij genre-en-
rchappelijk gebruik maken van hun
militaire strijdlcmtAiten, zullen zij het
spookbeeld in Hongarije spoedig kun-
OORSPRONKELIJKE DETECTIVE
ROMAN
door WILLIAM HOLT.
23)
„Zoo is het, dit briefje bevestigt
hetgeen we reeds uit onder gegevens
meenden te kunnen opmaken, lk ga
nu gelooven, dat wij een heel eind op
schieten. We komen er nu langza
merhand acliter met welke personen
wij te doen hebben eai liet geheimzin
nige waas, waarin de Broeders des
Verderfs zich hullen, gaat verscheurd
worden. We zullen spoedig niet lan
ger tegen onbekenden vechten c-n dit
maakt onze kans ten slotte te
ovenvinnen zeker heel wat grooter
„Maar hoe nu verder?" vroeg do
Tournel.
„Nu mij dunkt", antwoordde lord
Nibblington, „dat wo naar Parijs
kunnen lerugkeeren. Hier lijkt mij
onze taak afgedaan.
En te Parijs zoeken wij op het
6poor te komen van de vroegere zan-
geres, van haar broer, maar ook voor
al van den man, die zijn weldoener
heet cn dc weldoener van zijn zustor".
„En wij wachten er bovendien de
lichtingen, die ik uit Rome deuik 10
ontvangen. Misschien bevatten ideze
nog veel gewichtigs", voegde de Li-
nair er bij.
Aldus werd besloten en den vol
genden dag waren do drie edellieden
weder binnen Parijs gearriveerd,
maar opnieuw in e^i andere vermom
ming, omdat zij vreesden, dat de
Broeders des Verderfs aUe moeite
zouden doem om hear op hot spoor te
komen En zij wilden ongehinderd
hun pasporiMgen voortzetten, met
nieuwe hoop op esn gunstiigen uitslag
bezield.
De verwachting van do Linar, dat
hij -van het detective-bureau dat hij
iu Italië met nasporingeai ha4 be
last, spoedig nog' wat nieuws zou hoo-
ren, werd niet beschaamd.
Twee dagen toch waren de vrien
den weder te Parijs toen hij uit Ro
me eeu pakket ontving, dut inlichtin
gen en eenige portretten bevatte, te
weten het portret van dep broer en
de zuster der vroegere zangeres, be
nevens de beeltenis van den Italiaan-
sciien edelman, die zich als bescher
mer van Signora Cliiarina had be
kend gemaakt. Het meisjesportret
was inderdaad dat van hot arme kind
dat door den schrik verstomd was,
doch d? beide andere •portretten baar
den eenige teleurstelling, daar zij bei
de personen voorstelden dio onze
yrienden geheel onbekend, voorkwa
men. De vei-oiidcrsteilmg dat da ita
liaansche edelman, hot hoofd den- mis-
dadiigersbendo zou zijn, moest men
dus wel laten vallen, daar het por
tret een heel ander persoon voor
stelde, dan de man, die door Nibbling
ton on do Linar- gevangen genomen
was en tegen de Tournel weer werd
vrijgelaten.
Maar de inlichtingen, die het detec
tive-bureau zond, versterkten de vrien
den weer in dc meening, dat die wel
doener van Signora Cliiarina toch wel
tot de Broeders des Verderfs behoor
de.
De Italiaansche speurders, door liet
uitzicht op een royale belooning aan
gewakkerd hadden het verleden na-
gepluisd van markies di Cava en
konden het volgende berichten:
Do markies was eeu jonge man nog
van midden dertig jaren, bekend als
een ontwikkeld c-n loiap edelman, die
maar weinig malen in het jaar cc
dan slechts kort in ziju vaderland
vertoefde.
Hij was reeds op zijn een en twin-
tigsten vex-jaardag in het bezit den* va
derlijke goederen gesteld. alle op
Sardinië gelegen, maar de waarde
van zijn bezittingen was niet bijster
groot. Zijn ouders waren beiden reeds
gestorven toen hij een kind was en
haddon him goederen in tamelijk be-
i-ooiucn staat achtergelaten. Men ver
telde bovendien, dat de jeugdige niar-
kiee in do academiestad, waar hij go-
stud eerd liad, mcor had opgemaakt,
dan zijn voogden hem toestonden en
dat hij daarvoor zijn toevlucht had
moeten nemen tot woekeraars, die
hem lec-nden in 't vooruitzicht van
zijp Ispoediga meerderjarigheid. 1-Iij
moest dus bij dc aanvaarding van
zijn bezittingen groote schulden be
zitten ook, zoodat zijn financicole po
sitie nu niet zoo buitengewoon guu-
stig te noemen was. Evenwel het
scheen don markies gelukt, zijn toe
stand te verbeteren, want hij stond
thans als zeer rijk bekend. Hoe en
waar hij dat geld geërfd of verdiend
had, was niet na te gaan, wel was
zeker dat hij het niet in zijn vader
land Iu liet bezit had gekregen.
Wat, zijn betrokking tot de opera
zangeres Cliiarina betrof, daarvan
kon zoo heel voel met gezegd wor
den. Vast stond wel, dat Chianua ge
heel op kosten van den markies ge
studeerd liad, op wiens landgoed hare
oudere woonden. De broer der zan
geres v.as kamerdienaar var. den mar
kies geworden, doch scheen later
meer als diens secretaris op te tre
den. Do jongst© dochter uit het hub
wus steeds bij hare ouders gebleven,
doch zij was naar allo waarschijn
lijkheid op den dag der begrafenis
van haar moeder ontvoerd. De volke-
raeenLug was, maar daarvoor had
men geen onkel bewijs, dat de mar
kies hierin de hand had. Het lire!
den schijn of üe markies er belang
bij lieeft, aldus schreef liet opsporings
bureau, dat alle kinderen uit 't buis
dier ouders zich in zijn nabijheid en
iu zijn macht bevonden.
Het is alsof zij iets van hem weten,
waardoor zij voor hem gevaarlijk en
lastig kunnen worden. Maar dit zijn
slechts ïosso vermoedens cn geruch
ten, gelijk liet volk die gelooft, zon
der dat het precies zeggen kun waar
om het dit meent.
Verteld wordt ook door de menschen
die bij liet voorvaderlijk kasteel van
den markies wonen, dat dezo met üe
zangeres Chiarina in het huwelijk wil
treden, om welke reden zij het zingen
in do opera's geëindigd zou hebben.
Dc markies moest in Parijs vertoe
ven, omtrent Signora Chiarina kou
men dit niet met zekerheid mededce-
len, terwijl van baar jongere zuster
sedert de ontvoering- niets meer ge
boord was.
Dit waren de inlichtingen dio dc
Italiaansche detectives weder ver
schaffen konden en men begrijpt, dut
met de grootste belangstelling de drio
edellieden daarvan kennis namen.
„Het blijft een raadselachtige ge
schiedenis", til Bende de Li11.tr. „Als
dat portret 0113 vermoeden niet weer
sprak, zou ik vast gelooven, dat in
hoofd van de Broeders des Verderfs
en deze markies di Cava dezelfde per
soon zijn".
„Eu ondanks het portret geloof ik
dit nog", sprak lord NibWingtoö, „of
liever ik beu or zeker van".
„Waarom?" vroeg de TÓiirnel.
Wel, dit staat toch <vast dat het
hoofd van de Broeders Cliiarina en
haar brooder in zijn macht heeft. Y,
<ier weten wij, dat, (ie Broeders het
jongere zusje ook in hun macht wil
len houden en we weten voorts, dat
de zangeres en haar broer hem daar
in tegenwerken, maar in het geheim.
Uit de inlichtingen ons uit Italië ver
strekt vernamen we, d&t de markiea
di Cava macht op die familie uitoefen
de, dat iiic-11 liem verdenkt het jonge
meisje tc ontvoeren. Welnu daaruit
zou men toch besluiten dat die mar
kies het hoofd van d© misdadigers-
bende is".
„Maar het portx-ct van dien mar
kies lijkt beslist niet op den man, cue
gewond in onzen handen viel", merk
te de Tourael nogmaals op.
„Welnu, dan liegt of het portret,
.'f üe man dien. wij zagen. Misschien
ook was degene, dien wij in onz4
macht hadden niet bet werkelijke
itoofii ven de beude".
„lk zou dat toch wel gelooven", zef
de Tournet.
„Ik ook sprak dc'Linar, „maar
laat bet :'ii gelijk het wil, hiervan
zijn wij toch allen wc! overtuigd, dat
die markies in ieder geval ook tot do
Broeders dos Varderis in betrekking
sfaai. laat hij dan liot hoofd der
boridge-iioulou zijn Of niet".
"(Wordt vervolgd).