HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
De daling van den JVlark.
RtsforieSt voor Vrouwen.
WeÉndscli Overzicht
Feuilleton
iieiiüëtieneüisciiap
DIMSDAG 8 NOVEMBER 1921
TWEEDE BLAD
(Nieuws reeks.)
No. 44
Ene ooraesk en ves*jmoecSeïi|fc:e a&evol^esn.
INTERVIEW MET MEJ. MR.
De voortdurende daling van den Mark,
welke thans zoowel voor Duitschiand als
voor heel de wereld oatasti ophaal dreigt
,tc worden, heeft ons er toe gdbradit
aan mej. Mr. E. C. van Dorp, tlie
diepgaande studie van dit onderwerp
heeftgemaakt, een onJdenhould
vragen om haar meening -.e vernemen
«Ver de oorzaken van de "snelle waarde
vermindering van hei Duitsdhe gold
kle mogelijke gevolgen, die dcae daling
van den Mark voor Duitsdhlaud en ons
kan hebben. Zóoals aan vele k-zeis van
ons blad waarschijnlijk bekend zal zijn,
is mej. Mr. E. C. van Dorp
eerste personen in ons land geweest, die
ernstig en bij herhaling gewaarschuwd'
heeft legen de voortdurende inflatie
d. i. het steeds maar drukken en uitge
ven van bankpapier en in het inter
view, dat zij mij met de meeste bereid-
Willigheid toestond, verklaarde zij dan
ook, dat de snelle daling van den
Duitisohen Maitk te beschouwen was als
ecu noodizakelijk gevolg van het steeds
maar drukken en in circulatie brengen
van het' Duitsohe bankpapier en dat
nog wel in het zeer verarmde Duitsch
iand.
„De Duitsdhe regeering," zoo zei
mcj. Mr. Van Dorp, „heeft noch den
moed noch de kracht om de noodtge
belasting ter bestrijding van haar uit
gaven te heffen eu voorziet in den geld
nood van het Rijk door steeds maar de
papierpers te laten werken. Deze inflatie
is niet anders dan een camouflage van
den irigen toestand. Professor Ju
lius heeft indertijd ail geaegid, dat
het la...», net anders te redden was dan
dkxor het drukken van bankpapier. Hij
gaf als zijn meening te kennen, dat
Duitschiand zelfs zoo ver zou gaan, dat
het tot een bedrag van 150 milliard Mark
aan bankpapier zou uitgeven. Deze uit
spraak werd gedaan in October 1920,
toen er 74 milliard aan bankpapier in
circulatie was. Nu reeds, dat is dus nog
slechst één jaar later, is het bedrag van
in omloop gebrachte Marken reeas ge
stegen tot 95 milliard en het drukken
en het uitgeven van bankbiljetten gaar
altijd nog maar geregeld door.
Om een idee te 'geven van dc versnel
ling, waarmee de voor Duitschiand en
d'c beel'e were lid noodlottige bankbiljct-
tenpers werkt, zijn de volgende cijfers
welsprekender dan de langste redenee
ring. Vlak vóór het sluiten van den
don wapenstilstand, op 7 November
1918 bedroeg' de Duitschc circulatie
pl.zn. 17 milliard -:.:n bankbiljetten en 12
milliard aan Daridhnkasseasckeinc, dus
totaal plan. 29 miitiard. Op 7 Nor-om
ber 1919 waren er reeds 43 milliard Mark
in omloop, op 7 November 1920, dus
één jaar latei, 76 milliard en op liet
oogenbiük is dit cijfer zooals gezegd
05 milliard. Er. wondt tegenwoordig
soms per week 1 milliard aan bank
papier gedrukt en in omloop gebracht.
Van 23 September tot 30 September j.l.
steeg dit getal zelfs tot 4 milliard. Dc
oHicieelc dekking was eind 1920 nog
34namelijk aan goud en zoogenaamde
Kassenscherue, maar er was nog maar
1.1 mLIhaid aan inetaaldekking, dat is
diis 1.5 Thans is de metaaklekking
ruim 1 dus neg minder. Kassen-
sChoine als dekking te beschouwen is na
tuurlijk niet nvecr dan een zekere fi-
nancicele hocus pocus. De mctaaldók-
king speelt echter volgens mijn rnec-
ning geen rol in de waardedaling van
den Mank. In Nederland is bijvoorbeeld
de goudüekking vooruitgegaan en het
bankbiljet is in waarde aah'ieruitgctgaan.
Dat is het beste bewijs, dal dc goud-
dekking er geen invloed o.p heeft. Ze
had alleen vóór den oorlog een indirie
ten invloed, doordat de verpliohtiug om
een 2ekere dekking te hebben, de cir
culatiebanken in de biljettenuitgifte be
perkte. Volgens mijn meening zouden
dc Duitschers onder de tegenwoordige
omstandigheden dat ééne milliard dan
ook gelust uit het land kunnen laten
gaan men zou er sóhulden mee af kun
nen doen en op den koers van den Mark
7.011 het van geenerlei invloed zijn.
- Dat dc Mark dus in waarde hol
lend achteruit moest gaan, was een
noodzakelijk gevolg van de papier-uit
gifte en waarschijnlijk zijn wij nog lang
niet aan het einde. Pas wanneer de
Duitsche regiering den moed had te be
sluiten met de inflatie op te houden,
zou een nog groorere daling van den
Maik kunnen worden voorkomen. Maar
dit besluit durft zij, evenmin als dc re
geeringen der andere centrale rijken te
nomen, omdat zij bevreesd is voor de
politieke gevolgen. Opstand on revolutie
zouden er misschien het gevolg van zijn
en men gaat «Lus maar door milliarden
bankpapier te drukken, daarmee vast en
r den af-
E. C. VAN DORP.
1 zeker Duitschiand geheel
grond voerend.
Zoodra Duitschiand begon steeds maar
bankpapier er op los te drukken en uit
te geven, bogaf het ïich op een 'hellend
vlak. Voor de merkwaardigheid geef ik
hier een uitspraak, die generaal Francis
A. Walker, een Amerikaan, jaren ge-
leden reeds lang vóór de groote
oorlo-g uitbfak in zijn werk over
Geld deed oveir het uitgeven van niet-
inwisseibaar papieren g-eld „Laat ik
zeggen, dat het mijn vaste overtuiging
is" zoo schrijft hij „dat het uit
geven van niet inwisselbaar papieren
geld nooit een gezonde financieek
maatregel is, onverschillig zelfs wat de
nationale behoeften och mogen eischeu.
Volgens mij is het een even groote fout
als de vergissing, welke een athleet be
gaat, die zijn toevlucht tot de cognac-
fles oh neemt. Het bctcclkcnt altijd onheil.
Wanneer er ooit een tijd is, dat een
natie haar volledige, intensieve kraaht
noodïg heeft, een vasten polsslag, een
Icalimen blik, een haind en een brein niet
beneveld door de dampen van dezen
handel'salcohol, het papieren geld, dan
is het zeker, wanneer zij geroepen wordt
ooi met uiterste kracht voor haar be
staan te strijden. Het grootste bewijs, dat
ooit is geleverd van de verheven intel
lectuele grootheid van Napoleon is vol
gens mij, dat hij gedurende de jaren
van voortdurenden oorlog, ai'.een, zonder
hulp, tegen half Europa nooit tot dezen
wanhop-gen en. misleidenden maatregel
zijn toevlucht heeft genomen."
Duitschiand daarentegen is reeds tij
dens den oorlog met zijn inflatie van
geld begonnen. Eenmaal op dezen weg.
is het met deze camouflage van zijn
financieelen nood' ook na den wapen
stilstand cn den vrede doorgegaan. Var.
verschillende zijden is dikwijls gezegd,
1 in het vredesverdrag Duitsch
iand had moeten verbieden verder bank
papier te drukken. Nu is er geen tegen
houden bijna meer aan, tenzij Dtctsch-
land thans nog den moed had zijn bank-
biijettenpersen stop te zztten, wat niet
te venvachten is. Het voortdurend maar
vooral het snel adhteruit gaan der waar
de van het geid is de oorzaak van ver-
warrum- en schokken en alle middelen,
waanmes men de gevolg-en dezer cata-
strophale daling wil koeren, zullen vol
gens mij het onheil niet tegenhouden.
De internationale Circulatie-Bank. zoo-
aJs die thans door Van der Lip wordt
voorgesteld, zal naar mijn besliste over
tuiging, het kwaad niet stuiten. Dat
kwaad zit immers juist in de onvaste
waardeverhouding tusschen de verschi!-
lcnde nationale ruilmiddelen. Een we
reld rui kni'tH'el hoeft men niet te zoeken,
dat is or al, n 1. het goud. Het cenigtj
redmiddel is, dat men ophoudt met het
steeds maar drukken van bankpapier en
de waarde van het geLtl wocr vastmaakt
aan het goud, met andere woorden, d'at
den gouden standaard. Want wij hebben
wel in naam den gouden standaard,
maar In werkelijkheid hebben wij dien
niet. Voor de centrale rijken o.a. voor
Oostenrijk he6taan daartegen onte
genzeggelijk groote moeilijkheden, maar
dat andere landen niet reécts la>ag daar
toe zijn overgegaan, acht ik een groote
fout. Er is volgens ntij geen enkele re
den, waarom landen als de Voreenigdc
Staten. Groot-Brittannië, Nederland,
Scandinavië, Spanje en Zwitserland, op
dit oogenbliik daartoe niet zouden kun
nen ovet'gaan. Ieder land zou kunnen
terugkeeren tot den goudën standaard,
maar veel beter zou het zijn, dat dit
internationaal geschiedde. Ont deze
■reden dringt professor Cafesel uit
Stockholm dan ook voortdurend met
klem aan op een internationale confe
rentie. Op verzoek van den Volkenbond
heeft Cassel een memorandum opge
steld, waarin hij tot het houden van
een dergelijke conferentie heeft geadvi
seerd. De Raad van don Volkenbond
heeft dit. advies echter op 2ij gelegd. Nu
zal toch in begin December in Londen
een dergelijke conferentie wonden gehou
den. Dc Ewgelschen, die groote ec mo
rristen zijn en deze finaucieele problemen
bet beste doorzien, hebben de andere
landen voor deze Conferentie ui'tge-
noodigd. Deze uitnocdrging is uitge
gaan van de Sound Currency Association
en bijna alle landen octk Frankrijk en
ons land zullen er aan deelnemen. Ik
geloof en ik hoop, dat van deze confe
rentie een sterke aandrang op de regee
ringen der vereahiüendc landen zal wor
den uitgeoefend om de waande van het
geld te consolideeren. De groote moei
lijkheid zal natuurlijk zijn op welke
waarde men het gekl moet vastleggen.
Duitsdhlaud heeft om politieke redenen
geweigerd aan deze conferentie deel te
nemen, wat mij zeer onvetstar,
betreurenswaardig lijkt. Duitschlanc
meent namelijk, dat het toch niets kan
doen, zoolang het Verdrag van Versail
les riet is herzien, maar het is juist
Duitschiand, dat allereerst een einde
aan die inflatie moet maken. Zoolang de
Duitsche icgcering dien maatregel niet
durft nemen, is geen verbetering te
venvachten."
Op mijn vraag, of do Mark totaal
waardeloos zou kunnen worden, ant
woordde in ij raioj. Van Dorp
„Ik gelóóf niet, dat de Maitk ooit ge.
heel waardeloos zal worden, ten
zij de Duitschc staat den Mark als wet
tig betaalmiddel op 2ij stelt cn hem dus
niet meer als betaalmiddel aanneemt,
zooals Frankrijk indertijd niet de assig
naten gedaan heeft. Er zou dan natuur
lijk een ander betaalmiddel ingevoerd
moeten worden, maar het is bijna niet
re denken, dat dit ooit gebeuren zal.
Wanneer dc inflatie Steeds aanhoudt,
zal de Mark echter onherroepelijk nog
lager worden. Men zal dan bijv. met
ro of 100 Mark inplaats van met 1 Mark
aJs eenheid rekenen. lik voor mij sjie in
den lagen stand van den Mark niet het
groote ongeluk, wel echter in de snelle
daling, die groote schokken in het so
ciale leven teweeg brengt. Het Fran-
sche en het Italraansche geld bijvoor
beeld is in den loop der tijden ook zeer
veel gedaakl. Vroeger stond dc Fran-
sche livrc en de Italiaansche lire in
waarde gelijk aan 1 pond sterling. De
daling van het tgeDd in Frankrijk en
Italië is echter heel langzaam gegaan en
alles heeft or zich geleidelijk naar gere
geld. Hoeveel een gelid eenheid waard is,
doet er niets toe, onaar als er geón
waardevastheid is, is dat een
groot nadeel voor het economische laven.
Niemand weet immers van vandaag op
morgen, wat de Mari: in goederen
waard zal zijn co dat brengt natuurlijk
groote moeilijkheden en verwarring met
zich mede. De stijging der prijzen cn der
kionen kan onmogelijk daarmee gelijken
tred houden cn hicivroor is alles uit het
evenwicht geraakt. Een natuurlijk ge-
vol'g hiervan is, dat de loonen in ver
houding met andere landen in Duitsch-
land zeer laag zijn. De loonen schij
nen voor de atlbeideTs hoog, maar ze
zijn in werOoeJijiklieid gdet op de
waarde van het geM gering. Ook
hierbij kunnen wij feitelijk van camou
flage spreken. Dat is, hoe treurig op
zich zelf, in zeker opzidht een groot voor
voor Duitsohland. De loonsverla
ging, die nu eenmaal overal een droe
vige economische noodzakelijkheid
heeft daar ongemerkt plaats gevonden,
terwijl ze overal elders op sterker, tegen
sta r.»l stuit. De Duitsche arbeider be-
griipt niet, dat hij mind'er ontvangt,
als hij zooveel meer Marken in 'handen
krijgt. De productie gaat daardoor in
Duitisdhland vooruiter wordt meer en
haoder gewerkt dan in andere landen."
Op mijn vraag, of mej. Van Dorp voor
ons land een blijvend gevaar zag' in den
lagen Markenlkoens van Duitschiand,
S reeg ik ten antwoord „Volstrekt
niet! Men verbeeldt 2ich, dat hier alles
slecht gaat door de Duitsche concurren
tie, maar dat is volgens mijn opinie
gdhed onjuist. Wat wij invoeren
moeten wij toch betalen niet uitvoer.
Hoogstens kan sprake zijn van pro-
d u c t i e v e tp 1 a a t s i.n g. Het is al
tijd een voordeel, wanneer men goed
koop van het buitenland 'koopt. Het
idee, dat een land, hetwelk aRc*s goed-
kooper maaikt dan een ander, alleen
maar zou uitvoeren, ïs fout. Uitvoer
heeft toch immers alleen ten doel om in
voer mogelijk tc maken. Alle handel is
todji ruil! Op het oogenblik is liet
waar, dat DuitsdhTand veel meer uit
voert dan invoert, maar dat is een groot
nadeel voor Duitschiand en komt al
leen en dat is het engste kwaad
doordat D u i tschlan.d zul,1»
een enorme s chad el o o s f c 1-
ling moet betalen cn dit alleen
maar in goederen kan doen. Een
land kan aan het buitenland immers
alleen maar in goederen of in goud
wat tenslotte ook een goed is beta
len. In gold echter nooit. Daarom, was
het ook zoo absurd van Frankrijk, dat
het schadevergoeding wilde hebben en
tegelijk den uitvoer van
Duitschiand wilde tegen
gaan. liet eerste is immers zonder
het tweede absoluut onmogelijk."
Tenslotte stelde ik mej. Van Dorp de
vraag, of zij geloofde aan een mogelijk
Staatsbankroet van Duitschiand. Hierop
ant ivoorelde mej. Van Dorp mij
„Het is moeilijk een voorspelling te
doen, of het in Duitschiand tot een offi
cieel Staatsbankroet zal komen. Men
spreekt dikwijls van een Staatsbankroer,
wanneer het geld zooals in Duitsch
iand hand in waarde achteruitgaat,
maar dat is onjuist. Met het verminde
ren van de geldswaarde toch verminde
ren wel de schulden, die in Marken zijn
uitgedrukt, maar dat is een ongewild
gevolg en geen officieele insolventver-
klaring van den Staat. Voor Duitschiand
zullen boveiulii-11 de gevaigen daarvan
wol hoofdzakelijk het binnenland tref
fen, daar do ooriog'sleeriugcn in het
binnenland geplaatst zijn ea de groote
credieten, die het buitenland Holland
in de eerste plaats verleend heeft, wol
voor het grootste deel in buitenlandsch
gekl of in goud zullen zijn uitgedrukt.
1 Natuurlijk moet men daarvan uitzonde
ren de Markenspeculanten in
het buitenland. Zij hebben in Marken
uitgedrukte vorderingen op Duitsch
iand cn worden dus allereerst de dupe.
Nu moet men ook nog onderschei
den, of een Staat zich bankroet ver
klaart, terwijl het volk feitelijk de schul
den nog wel in oeJastingea zou kunnen
opbrengen of dat een volk inderdaad
feitelijk bankroet is. En dan is het zeer
de vraag, of het Duitscho volle niet f ei-
te 1 ij'k reeds 'bankroet is. Het is
volgens mijn m'ceniug cn die van bijna
alló economisten ook Keynes heeft
zich heel duidelijk hieromtrent uitge
sproken absoluut onmogelijk voor
het Duitsche volk om de schadeloosstel
ling, dus zijn schulden te betalen. Om
zijn schadeloosstelling te betalen, WQjjIt
Duitschiand met goederen leeggehaald
en hierdoor wordt het ongelooflijk
artn. Er is wel veel werk in Duitsch
iand, maar het vele werken is geen
voordeel, wanneer de uitvoer niet met
invoer gepaard gaat. Het gaat niet om
werk, maar om de opbrengst van 'het
work. Het is voor een volk imimers niet
alleen van Jbelang «au te werken, l opend.
het «noet e ten 1 Wanneer de geallieer
den op 'Jen 'duur aan 3'e schadeloosstel
ling, zooals die thans is vastgesteld,
zouden vasthouden, zou dit onherroepe
lijk den ondergang van Duitschiand en
waarschijnlijk van heel Europa b».tee
kenen.
Zelfs wanneer men voor een deei af
ziet van de enorme Duitsche schadeloos
stelling, gaat Europa een zeer donkere
toekomst tegemoet. Ook ons land gaat,
als er niet spoedig verandering komt,
vorens in mi meening onherroepelijk èn
naar het officieele Staatsbankroet èn
naar den economisdhen ondergang. Voor
heel Europa is het dan ook te hopen,
dat de geallieerden in (hun eischen
genover Duitschiand verstandig zullen
worden. Wanneer men aan de schade
vergoeding in haar geheel vasthoudt,
graven de geallieerden hun eigen graf.
Eén troost is er neig in dezen treurigen
tijd ea wel, dat men dit in Engeland
zeer goed begint in te zien. Dc Engel-
scaea zijn te goede economisten om met
open oogen m den ofgjond te springen.
Voorwaar, het zijn geen vrooltjke
perspectieven, die mej. Mr. Van Dorp
haair interview voor ons heeft ge-
J. B. SCHUIL»
WASt.'.E PUDDINGEN.
Kcuëo gerechten en de spijsverte
ring. Ecmgo algemeen» re
gels voer warme puddingen.
Twos smekelijko rocepu>n.
ile voedingsleer wordt altijd als ver
keerd gobrandmerkt het eten van koude
spijzen bij oen warmen maaltijd: de
maag koelt daardoor plotseling te veel al
dat is slecht voor de spijsvertermg.
-i' echter veel ine n sol ion zijn, die 21011
daaraan sloren, betwijfelen wij wel ee-
nigszhis, en vooral ia dc-n afgeloopcn
zomer was zoo'n frisch hapje na
11e maal dat ear soms niet zoo gemak
kelijk inging, een ware verkwikking. Nu
nr.ter echter toch eindelijk schrj
en. krijgen wij weer veel meer
hoeft» 3,ni do warme spijzen v
ook omdat do koude natuurrijk er.tr
rijn. En daardoor komen dan ook de
1110 puddingen opnieuw in onze gedaeh
ten 0111 plaats le maken voor de koude.
Over hot algemeen is de eerste bewer
kelijker dan de laatste. Do koud»
wij desnoods den vorigen dag,
or op den dag zelf gcon tijd
is, en kijkaa er verder niet
naar 0111, totdat de tijd van het 8
is gekomen. De warme daarentegen
eiseht heel wat meer zorg en moet altijd
oenicc uren voordat zij wordt opgedaan,
worden gekookt en dadelijk daarna ge-
B oven dien moet van het bindmiddel
een grooter hoeveelheid gebruikt worden,
omdat het gerecht warm wordt gestort
in het model moet Wijven zoodat er c
kwestie is van stijf ivonlon in het be-
Tien viirnid puddintrvorrn moet voor si
les natuurlijk waterdicht zijn: is ze dit
niet, dan valt de pudding hoogstwaar
schijnlijk bij het storten in elkaar. Deze
vorm moet. van binnen besmeerd word'
inet boter en dan bestrooid met paneer
meel of beschuit roet wat suiker en
neel er door. Is er door do pudding
rijsmiddel gemengd, dan moet ook het
deksel met boter en paneermeel worden
bestrooid. Toch moet de vorm niet tot
aan den bovenrand gevuld worden, want
dam zou er geen rniimle voor het rijzen
overblijven. Het zou natuurlijk ook bee-
lemoal verkeerd zij'n om do pin met wa
ter. waarin do pudding moet koken, to
vol te ilrrfüjK.I ïs het cëkset dan ook goed
coslotou, hermetisch is bot niet, en zelfs,
het borrelende, kokend» water kam de
pudding nog doen mislukken.
Het spreekt vanzelf, dat het wa'.er
steeds moot blijven koken, zoodat ei- ko
kend water bij de hand ntoet zijn om het
verdampte weer aan te vullen.
Bij het storten moet er vooral zorg \oor
worden gedragen, dat de schaal ver
warmd is en dal de pudding nier op een
koude, tochtige plaats komt te staan: hij
heeft dan licht kans.van inslaan en iat
staat niet alleen cmocgolijk, maar de
pudding smaakt er ook minder lekzer
door. Voor het opdoen wordt de pudding
even in den oven zonder deksel ge
droogd door hel uittrekkende vocht, laat
do pudding dan gemakkelijker van ion
orm los bij het stOTton.
Wij willen bier een paar Teoepten ge
en van warme puddingen. De eerste is
on kabinefcspudding. Als in.grediiënten
ijri daarvoor noodig:
3 eieren,
3 d.L. melk,
1 1/2 lepel suiker,
eon half ons krenten,
een half ons rozijnen,
een k-.vart ons sucade,
f m plaats van deze drie:
1 ons goconfijte Fransche vruchtjes,
3/4 ons bitterkoekjes.
I ons biscuits.
1/2 geraspte citroenschil,
een goed ingesmeerden. warmen
puddingvorm met do iets bijgesneden bis-
mits, klop do eioren met de suiker, voeg
>r do molk bij, waarin eerst vanille of ci
troenschil afgetrokken is, cn leg lkag om
laag in den vorm de mélange en de
bitterkoekjes zoo, dat de eersto laag mé
lange is.
Vul den vorm hier mee tot bijna bo-
snaan toe, en zorg dat do bovenste laag
uit bitterkoekjes met afgesneden puntjes
biscuit beslaat. Giet er dan vloeistof bij
II kook dc pudding 1 1/2 uur lang 111
in watarhad
In piancs van de melk alleen wordt ook
wel eens 1/4 L. melk en 1/2 d.L. room
(koffiorr.-om) genomen: mankt men de
pudding verder klaar met do Fransche
vruchtjes, dan wordt het gerecht na
tuurlijk nogal duur, maar het is ook ze
ker wel fijn genoeg om als nagerecht bij
klein dineetje te goven.
Warme puddingen zijn to jw—r om
hij een uitgvoreiuen niaariijd te jiresen-
tee-ren, maar als die bestaat uit grouaten-
soc-p, gevulde tomaten, cn ossenhaas a
la jardimèio niet aardappelpuree, dasi is
de wanne kabinetspudaing ecu uihie-
kende toespijs, die, met wanne scaunn-
saus gepresenteerd, zeker in den smaak
Een andere, niet iniudcr smakelijke
warme pudding is de gomberpudding.
Hiervoor is moodig:
half pond oud brood zonder kors-
t de stropp,
ongeveer een halve liter melk,
een half ons boter,
4 lepels suiker,
de schil van een citroen.
Wrijf het oude brood fijn in de melk,
die wat met het citroenschilletje is afge
trokken. Laat dezo broodpap inkoken lot-
dat 'teen dikke massa is, snijd de gember
in kleine dobbelsteentjes op roer de boter
net zoo lang tot ze geheel zacht is. Is
ze erg hard door de koude, zet ze dan
van te voren een uurtje in de verwarm
de kamer, maar niet vlak bij de kachel,
want dan gaat ze smelten. Roer nu door
de zachte boter de eidooiers, do brord-
pap, de suiker met do gember en de
stroop en ten slotte het stijfgeklopte ei
wit, dat er slechts luchtig mag worden
Doe do massa dan in den, op de ge
wone wijze, behandelden vorm en kook
ze ook anderhalf uur in een waterbad.'
Hes beste' smaakt hierbij e«n warme va
nillesaus.
Natuurlijk zijn dit maar een paar re-
oepten uit een groote hoeveelheid, waar
bij ook veel eenvoudige zijn, zooais war
me rijstpudding, grreamee-1, vermicelli-,
sagotapioca en bitterkockjespudding.
Dozo zijn echter nogal tamelijk machtig,
en 'liet is daarom ook niet verstandig ze
to geven als toespijs 11a eon maal ,'an
erwtensoep bijvoorbeeld. Veel smakelij
ker zijn ze dan na oen oenvoudigec
maaltijd van vleesch. aardappelen "en
groenten, wanneer hierbij de aardappelen
qebakken zijn en de groenten iets als
zoet» appeleneen stevige toespiis is dan
■en welkom slot aan het middageten.
De puddingem moeten liefst niet met
-en mes gesneden worden, maar met een
lepel uiigosnhept Vindt de hu'svrouw
<i.; stukken don eebtrr te onoovelijk, laat
vlsch- of oen VTUohtenmesje
gebruiken: warme spijzen nemen zoo
gauw den smaak van het staal van <en
gev.-oon mes aan.
E. E. PEEREBOOM.
Frankrijk elsciit
betaling:.
Het debat war dc nieuwe belas tin g-
etten, dat Maarfdagmlddaj; in den
Rijksdag: begon, gaf zoo m-dldt de cor
respondent van „De Telegraaf" blijk
een onverschilligheid der volksver
tegenwoordigers, welke in dezen om
vang bij vorige belangrijke gelegenhe
den nog nimmer aan den dag is g'riegTL
De sociaal-democratische afgevaardig
de Braun zeide „Het is een onhoud
bare toestand, dat bij de tegenwoordige
situatie op economisch en financieel ge
bied, op het oogenblik van een débacle,
die den omvang van cea catastrophe
heeft aangenomen, de portefeuille van
financiën als een bijkomstige portefeuil
le wordt beheerd. Aan de eischen, die
meu juist op het oogeu'bKk aan een
minister van Financiën moet kunnen
st'ellen, beantwoordde minister Hennes
niet.
W« moeten er on^rekensdhap van ge
in, dat wij voor een chaos staan, waar
uit geen uitweg is te vinden. Wat de
"ster van Financiën voorstelde, is in
geenerlei opzicht bevredigend. Het totale
complex der voohgestelde belastingen
schijnt ons onaaannemelijk. Uit dc reie,
Briand in de Fransche kamer heeft
gehouden, blijkt heol duidelijk: Duitsch
iand moet kiezen tusschen het nakomen
het vredesverdrag of militaire maat
regelen van Frankrijk. Briand voegde
er bij De leden der Duitsdie Volkspartij
moeten betalen.
Dc kwestie van den aankoop van hut-
icnlancóche vaiut3 is een kwestie van
leven of dood. Geiooft u, dat de Entente
er zich mede tevreden zal stellen, te con-
siateereti, dat wij niet ra staat zijn :o
betalen? Wij verlangen, dat de Duitsche
industrie het hare bijdraagt, opdat
Duitschiand niet failliet wordt ver
klaard. Het is de taak vau dc regiering,
de gevaren, die óns van dc zijde der En
tente bedreigen, af te wenden. Door het
stijgen van dón dollarkoers volt te vree
zen, dat de industrie spoedig niet meer
in slaat zal zijn, de noodtge grondstol-
fcu te koopen. Dan zullen mSllioeucu
arbeiders broodeloos wonden.
In ieder geval moeten wij een stabiH-
sceri-ig van den markenkoers bereiken,
op dit dc economische betrekkingen ir.ee
het buitenland gewaarborgd zullen 2tjn."
Dc Centrum-afgevaardigde Hexohl zci-
de Dc rede van den vorigen spreker is
feitelijk gericht tegen de ïegeeiing,
waarvan dc partij van dezen spreker <iccl
uitmaakt. In dit stadium kunnen wij
nog geen oordeel over minister Hennes
vc'ikn. liet belas ting vraagstuk is sedcri
de dagen van de Nationale Vergadering
het voornaamste probleem, waarmede
de Duitsohe volksvertegenwoordiging
ziah bezig houdt. Slechts wanneer wij
alle vermogensbelastingen ais een ge
bet! beschouwen, kunnen wij on- een
oordeel vormen van de ondragelijke wijze
waarop het vermogen belast wordt. Dit
overmatige aandraaien van de belasting-
schroef heeft de geldverspilling tenge-
ilge, welke wij helaas eiken dog kun
nen constateeren.
De Duitsch-nanonale afgevaardigde
dir. Iiclffcarich, ziei, dat do rijkskanselier
gesproken beeft over een tekort van 75
milliard. Dr. Hennes heeft het echter
gewaagd een bedrag i,e noemen.
Spreker com-taieerde, dat het tekort 1S2
mtflsard bedraagt. Voorts verklaarde rij:
wanneer wij het aan lal beambten niet
tot het hoogst noodige verminderen, ko
men wij de moedidchedcn nooit te boven.
De minrsetr becijfer: cc opbrengst der
belastingen op 90 milliard, doch hij re
kent dit tegen een dollarkoers van 84,
terwijl de dollarkoers thans reeds dc 300
heeft overschreden. Door de overeen
komst van Wiesbaden wordt de rijiksbe-
grooting nog met 30 milliard bedasU-
2elis bij een matige schatting be&oopen
dc uitgaven 400 milliard mark per jaar.
dat beteekent por hoofd van de bevol
king 7000 mark.
Hecffcrich protesteerde tegen de vermo
gensbelasting en tegen de uirbrecöing
dc successiebelasting op weduwen
en kinderen.
E STRIJD IN MAROKKO HERVAT.
Uit Meliüa wordt geseind
De Spaairsche troepen hebben hunne
operaties hetrvat en hebben die stellin
gen Zoodhad en Yazanen, benevens de
hoogvlakte van Ygueman bezet. Dc
laatste wordt thans versterkt.
DUITSCHLAKü EN DE
CEALLIEEROEN.
De leden van de commissie van her
tel zijn te Berlijn aangekomen.
DE INTERGEALLIEERDE
SCHULDEN.
Men verwacht, dat het denkbeeld van
e kwijtschelding der iutergeaihearde
sahuldcn ui Amerika veEL zai wonnen
zoo mekit „De Tolograal
FRANKRIJK EN Dc RUSSISCHE
STAATSSCHULD.
Briand eehtt aan boord van 't stoom-
schip „Lafayette" zijn arriwoord op do
nou van 't'Ejitsjeriu, aropeus d» "erken
ning van de Sovjet-regeer.ng door de j.o-
allitcrden, naar i'anjs gezonden.
Havas meent te ere ten, dat de I'rau-
sche regeering. heeft kennis genomen
van de erkenning der oude Ruseiulre
schulden door de Sot je: regeétitig, op
voorwaarde van c-.eutueele hervatting der
normale betrekkingen met Rusland, en
da: r.tj doeltreffende juridische en eco
nomische waarborgen eiseht, dat de Rus-
sieohe legeering zich zal houden aar. de
ourler de beslaande regeeringen bost uin-
de usances. Slechts op voorwaarde du/er
waarborgen zou do Fransche regeering
do hervatting der normale betrekkingen
met Rusland in overweging kunnen ne-
DE TOESTAND IN IERLAND.
Do onderhandelingen.
Sir James Craiv. de premier v.in
Ulster, heeft aan het eind der week
verschillende langdurige conferenties
gehad met den Britschen premier en
andere ministers, - wie Cham
berlain. Craig heeft eveneens gecon
fereerd met lord Carson, zijn voorgan
ger als leider der Ulster-partij.
BRITSCH-IN D lë.
Diie-en-veertig Unionistische La
gerhuisleden hebben bij het "Lager
huis een motie ingediend betreffende
den toestand in Indië, die zii nog vóór
het einde der zitti--eriode behan
deld wenschen te zien. Deze motie be
helst, dat het Huis met groote bezorgd
heicl den tegenwoordigen staat van
Indië .'eslaat en er bij de regeering
op aandringt om onverwijld siapnen
te doen tot herstel van wet en orde in
dat land. Onder de onderteekenaan?
van de motie bevindt zich een groot
aantal der ^den, die ook de met
NKEL1JKE DETECTIVE
ROMAN
WILLIAM HOLT.
„Hm, dat yooit mijn heele veronder
stelling omver. Neen de Linar, dan
guef ik het op. Ik ben niet de mtui om
Nernuitigie theorieën te bouweat".
„isn toch", antwoordde do Linar,
hebt gelijk. Het lijkt mij zoo erg
vreemd, dat di Cava desn bankier cp
zoo plomp© wij<z© om 't leven broont.
En dan als hij zijn deposito's hier
p.aatste kon hij immers geld op-
cicshcn, behoefde hij geen moord I©
doen. Het blijft een ze-er raadselachti
ge geschiedenis".
iJit stemde de lord toe en hij ver
klaarde:
„Ik weet niet op wat wijze wij ach
ter de waarheid zullen komen. We
moeten di Cava ontmoeten en door
het toeval op zijn spooir kamen, an
ders zal ev geen kans zijn dit alles
tc achterhalen".
„Op zoo'n gelukkig toeval mogen
ivjj niet rekenen. Laten wij trachten
aan -andere verondersHellting ijp te
houwen, waarmede de feiten aiet
strijdig zijn".
„Hel zaï mij zeer verhazen, indien
dit mogelijk blijkt".
„Laten wij het probeeren. Ga zit
ten, neen niet op dien stoel, waarin
de vermoorde gezeten heeft. Het is
hier wel een eigenaardige plaats,
maar niemand zal ons hier storen.'
„0, de plaats is heel geschikt".
„Nu goed dan. Vast staat dat dl
Cava hier 's morgens geweest is. De
bankier verwachtte hem. Wat kwam
■do markies hier doen? Geld halen.
Kvvairr hij het stelen? Het lijkt mij
onwaarschijnlijk, daar de bankier
zeer waarschijnlijk geweten heeft, dat
hij geld noodjg had. Anders zou hij
zooveel geld niet losgemaakt hebban,
daar uit dc boeken niet blijkt, dat
hei ge:<l voor andere doeleinden be-
noodigd was.
Di Cava nwam dus hier. Hij is
maar zeer kort hier gebleven, heeft
in dien tijd het geld gebeurd eai is
weer vertrokken. Heeft hij den ban
kier gedood?"
„Ja natuurlijk".
„Goed, maar zooken we naar de be
weegmlenen van dien moord. Gij zelf
meent te moeten golooven aan plotsa-
lingo woede. Het is zeer goed moge
lijk. Maar wat kan die woede hebben
opgewekt. Was er geld te weinig, het
lijkt mij niet waarschijnlijk, Andrieu
beschikbaar
had meer geld kunnen
stellen. Zijn fimuiciëu waren volstrekt
niet in liet ongcrcede. Hebben de twee
twist [gekregen? Dat is onmogelijk,
daar di Cava maai' ecu zeer korten
tijd op het kantoor geweest is. Hij
kan hoogstens het geld hebben opge
streken tn toen tot besluit den ban
kier de hersens ingeslagen".
„Dat is toch ook moeilijk aan te
neuneri'.
„Inderdaad".
„Ziet ge dus wel. Wij hebben alle
veronderstellingen gemaakt, maar
kunnen geen enkele aannemelijke vin
den".
„Alle ver onderstellingen hebben wij
nog niet gemaakt. Wij hield on geen
rekening met de mogelijkheid dat di
Cava hot gold gebeurd heeft en toen
weer heengegaan is, zonder den ban
kier te dooden".
„Zonder den bankier te dooden",
riep de lord uit, „maar hij is toch
vermoord".
„Een ander kan de moordenaar-
zijn".
„Neem me niet kwalijk, de Linar,
maar dat is gewoonweg onzin. Het
kan, dunkt me, niet in een verstan
dig brein opkomen te twijfelen of di
Cava wol do moordenaar is. Dat hij
en niemand anders den bankier ge
dood heeft, het is zoo klaar als de
dag".
„O.p welken groud?"
„Nu mij dun lit gronden yoor die
zekerheid bestaaai er genoeg".
„Vaji zekerheid kan in ieder getal
nimmer gesproken worden. Als ieder
persoon, vau wien men weet, dat hij
het laatst met een vermoorde sprak,
de moordenaar moest zijn, zou het or
al heel ongelukkig uitzien.
's Morgens vroeg is di Cava bij A11-
•Jncii hier geweest.
llecl wut uren latei- pas vond mei»
den bfinkier dood in dien stoel. Er is
dus tijd genoeg verloopen cun te kun
nen aannemen, dat ook oen ander den
bankier heeft kunnen vermoorden
„Men zou dat inderdaad kunnen
aannemen indien di Cava iemand was
van wien men een dergelijke daad
uiet venvachten kon. Neen, duizend
tegen één, dat hij de moordenaar- is
eu niemand anders".
„Duizend tegen óén aangenomen,
maar het is dus toch mogelijk, dat
h^ de moordenaar niet is".
„Waarom aan zijn schuld te twijfe
len?"
„Niet, omdat hij zoo iets niet doen
zou als 't hem te pas kwam, maar om
dat wij geen enkele reden kunnen be
denken om welke hij den moord go-
pleegd zoü hebben. En dan ook om-
dal hij haast te kart hier was de daad
te volvoeren".
„Maar wie zou hel dan gedaan heb-
bera? Wie kan dan de moordenaar
geweest zijn? Zoolang gij mij daarop
geen antwoord geven kunt, zal ik uw
eronderstelling niet aanvaarden".
„Ik ben juist hierheen gekomen om
te trachten een spoor van dien veron
derstelden moordenaar te vinden. Het
kan immers geen kwaad voor eeu
oogenblik aan te nemen, dat iemand
anders dan di Cava dc moordenaar
is. Als wij daarvan uitgaan gelul»:
het ons -misschien nog wel het een en
ander ie ontdekken, dat de geheime
politie niet ontdekt heeft, juist omdat
deze ook dadelijk ah» vaststaande
heeft aangenomen, dat de markies de
moordenaar was.
„Wij kunnen liet probeeren", zei
lord Nibblington, „maar uw resulta
ten zullen nihil zijn".
„Dat kan zijn, maai- ook een gun
stige uitslag is mogelijk".
Het goed vertrouwen van de Linar
scheen evenwel heerha»und te wor
den. Hij onderwierp opnieuw alles
aan een nauwkeurig onderzoek, maar
hij vond niets, dat hem licht ver
schafte ol een draad in handen gaf.
De twee vrienden verlieten ten laat
ste het kantoor zonder veel ontdekt iu
hebben.
„Wat du?" vroeg de lord, toen zi„
wear over de straat liepen, „wat
nu?"
„Laten wij een wandeling maken,
we krijgen dan oen koel hoofd en dat
kunnen we thans gebruiken".
Zij wandelden een poos zwijgend
voort, toen zet de Linar;
„Veronderstel, een ander heeft ban
kier Andrieu gedood".
„Geeft gij die veronderstelling nog
uiet op?"
„Neen, zeker niet, hoe dwaas u dit
misschien inogo sciiijnen. Neem aan
dus een ander is de moordenaar. Hel
moet dan iemand zijn, die wist, dat
de bankier veel gold in kas had, zon
der te bevroeden waarschijnlijk, dat
bij het reeds weder in de vroegte had
uitgegeven. Die persoon zou dus geld
willen rooven on niet wetend, dat do
bankier op zijn kantoor was, lueendo
hij dit veilig te kunnen doen. Maar
de bankiei was wol op het kantoor
cn de dief hoeft hom toen don doo-
dolijken slag toegebracht. Zoo zou het
toch gebeurd kunnen zijn".
Ondanks zich zelveti moest lord Nil>
blingtou de vindingrijkheid van zijn
vriend bewonderen.
Het zou aldus gebeurd kunnen
zijn, maar daarom is het nog met
zoo gebeurd. Maar komaan, ik zal
voor een oogonblik aannemen dat gij
gelijk hebt Wat meent gij dan, «lat
er ons te doen staat om den moor-
deoaar te ontdekken?"
(Wordt vervolgd).