HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur De daling van den JVlark. RtsforieSt voor Vrouwen. WeÉndscli Overzicht Feuilleton iieiiüëtieneüisciiap DIMSDAG 8 NOVEMBER 1921 TWEEDE BLAD (Nieuws reeks.) No. 44 Ene ooraesk en ves*jmoecSeïi|fc:e a&evol^esn. INTERVIEW MET MEJ. MR. De voortdurende daling van den Mark, welke thans zoowel voor Duitschiand als voor heel de wereld oatasti ophaal dreigt ,tc worden, heeft ons er toe gdbradit aan mej. Mr. E. C. van Dorp, tlie diepgaande studie van dit onderwerp heeftgemaakt, een onJdenhould vragen om haar meening -.e vernemen «Ver de oorzaken van de "snelle waarde vermindering van hei Duitsdhe gold kle mogelijke gevolgen, die dcae daling van den Mark voor Duitsdhlaud en ons kan hebben. Zóoals aan vele k-zeis van ons blad waarschijnlijk bekend zal zijn, is mej. Mr. E. C. van Dorp eerste personen in ons land geweest, die ernstig en bij herhaling gewaarschuwd' heeft legen de voortdurende inflatie d. i. het steeds maar drukken en uitge ven van bankpapier en in het inter view, dat zij mij met de meeste bereid- Willigheid toestond, verklaarde zij dan ook, dat de snelle daling van den Duitisohen Maitk te beschouwen was als ecu noodizakelijk gevolg van het steeds maar drukken en in circulatie brengen van het' Duitsohe bankpapier en dat nog wel in het zeer verarmde Duitsch iand. „De Duitsdhe regeering," zoo zei mcj. Mr. Van Dorp, „heeft noch den moed noch de kracht om de noodtge belasting ter bestrijding van haar uit gaven te heffen eu voorziet in den geld nood van het Rijk door steeds maar de papierpers te laten werken. Deze inflatie is niet anders dan een camouflage van den irigen toestand. Professor Ju lius heeft indertijd ail geaegid, dat het la...», net anders te redden was dan dkxor het drukken van bankpapier. Hij gaf als zijn meening te kennen, dat Duitschiand zelfs zoo ver zou gaan, dat het tot een bedrag van 150 milliard Mark aan bankpapier zou uitgeven. Deze uit spraak werd gedaan in October 1920, toen er 74 milliard aan bankpapier in circulatie was. Nu reeds, dat is dus nog slechst één jaar later, is het bedrag van in omloop gebrachte Marken reeas ge stegen tot 95 milliard en het drukken en het uitgeven van bankbiljetten gaar altijd nog maar geregeld door. Om een idee te 'geven van dc versnel ling, waarmee de voor Duitschiand en d'c beel'e were lid noodlottige bankbiljct- tenpers werkt, zijn de volgende cijfers welsprekender dan de langste redenee ring. Vlak vóór het sluiten van den don wapenstilstand, op 7 November 1918 bedroeg' de Duitschc circulatie pl.zn. 17 milliard -:.:n bankbiljetten en 12 milliard aan Daridhnkasseasckeinc, dus totaal plan. 29 miitiard. Op 7 Nor-om ber 1919 waren er reeds 43 milliard Mark in omloop, op 7 November 1920, dus één jaar latei, 76 milliard en op liet oogenbiük is dit cijfer zooals gezegd 05 milliard. Er. wondt tegenwoordig soms per week 1 milliard aan bank papier gedrukt en in omloop gebracht. Van 23 September tot 30 September j.l. steeg dit getal zelfs tot 4 milliard. Dc oHicieelc dekking was eind 1920 nog 34namelijk aan goud en zoogenaamde Kassenscherue, maar er was nog maar 1.1 mLIhaid aan inetaaldekking, dat is diis 1.5 Thans is de metaaklekking ruim 1 dus neg minder. Kassen- sChoine als dekking te beschouwen is na tuurlijk niet nvecr dan een zekere fi- nancicele hocus pocus. De mctaaldók- king speelt echter volgens mijn rnec- ning geen rol in de waardedaling van den Mank. In Nederland is bijvoorbeeld de goudüekking vooruitgegaan en het bankbiljet is in waarde aah'ieruitgctgaan. Dat is het beste bewijs, dal dc goud- dekking er geen invloed o.p heeft. Ze had alleen vóór den oorlog een indirie ten invloed, doordat de verpliohtiug om een 2ekere dekking te hebben, de cir culatiebanken in de biljettenuitgifte be perkte. Volgens mijn meening zouden dc Duitschers onder de tegenwoordige omstandigheden dat ééne milliard dan ook gelust uit het land kunnen laten gaan men zou er sóhulden mee af kun nen doen en op den koers van den Mark 7.011 het van geenerlei invloed zijn. - Dat dc Mark dus in waarde hol lend achteruit moest gaan, was een noodzakelijk gevolg van de papier-uit gifte en waarschijnlijk zijn wij nog lang niet aan het einde. Pas wanneer de Duitsche regiering den moed had te be sluiten met de inflatie op te houden, zou een nog groorere daling van den Maik kunnen worden voorkomen. Maar dit besluit durft zij, evenmin als dc re geeringen der andere centrale rijken te nomen, omdat zij bevreesd is voor de politieke gevolgen. Opstand on revolutie zouden er misschien het gevolg van zijn en men gaat «Lus maar door milliarden bankpapier te drukken, daarmee vast en r den af- E. C. VAN DORP. 1 zeker Duitschiand geheel grond voerend. Zoodra Duitschiand begon steeds maar bankpapier er op los te drukken en uit te geven, bogaf het ïich op een 'hellend vlak. Voor de merkwaardigheid geef ik hier een uitspraak, die generaal Francis A. Walker, een Amerikaan, jaren ge- leden reeds lang vóór de groote oorlo-g uitbfak in zijn werk over Geld deed oveir het uitgeven van niet- inwisseibaar papieren g-eld „Laat ik zeggen, dat het mijn vaste overtuiging is" zoo schrijft hij „dat het uit geven van niet inwisselbaar papieren geld nooit een gezonde financieek maatregel is, onverschillig zelfs wat de nationale behoeften och mogen eischeu. Volgens mij is het een even groote fout als de vergissing, welke een athleet be gaat, die zijn toevlucht tot de cognac- fles oh neemt. Het bctcclkcnt altijd onheil. Wanneer er ooit een tijd is, dat een natie haar volledige, intensieve kraaht noodïg heeft, een vasten polsslag, een Icalimen blik, een haind en een brein niet beneveld door de dampen van dezen handel'salcohol, het papieren geld, dan is het zeker, wanneer zij geroepen wordt ooi met uiterste kracht voor haar be staan te strijden. Het grootste bewijs, dat ooit is geleverd van de verheven intel lectuele grootheid van Napoleon is vol gens mij, dat hij gedurende de jaren van voortdurenden oorlog, ai'.een, zonder hulp, tegen half Europa nooit tot dezen wanhop-gen en. misleidenden maatregel zijn toevlucht heeft genomen." Duitschiand daarentegen is reeds tij dens den oorlog met zijn inflatie van geld begonnen. Eenmaal op dezen weg. is het met deze camouflage van zijn financieelen nood' ook na den wapen stilstand cn den vrede doorgegaan. Var. verschillende zijden is dikwijls gezegd, 1 in het vredesverdrag Duitsch iand had moeten verbieden verder bank papier te drukken. Nu is er geen tegen houden bijna meer aan, tenzij Dtctsch- land thans nog den moed had zijn bank- biijettenpersen stop te zztten, wat niet te venvachten is. Het voortdurend maar vooral het snel adhteruit gaan der waar de van het geid is de oorzaak van ver- warrum- en schokken en alle middelen, waanmes men de gevolg-en dezer cata- strophale daling wil koeren, zullen vol gens mij het onheil niet tegenhouden. De internationale Circulatie-Bank. zoo- aJs die thans door Van der Lip wordt voorgesteld, zal naar mijn besliste over tuiging, het kwaad niet stuiten. Dat kwaad zit immers juist in de onvaste waardeverhouding tusschen de verschi!- lcnde nationale ruilmiddelen. Een we reld rui kni'tH'el hoeft men niet te zoeken, dat is or al, n 1. het goud. Het cenigtj redmiddel is, dat men ophoudt met het steeds maar drukken van bankpapier en de waarde van het geLtl wocr vastmaakt aan het goud, met andere woorden, d'at den gouden standaard. Want wij hebben wel in naam den gouden standaard, maar In werkelijkheid hebben wij dien niet. Voor de centrale rijken o.a. voor Oostenrijk he6taan daartegen onte genzeggelijk groote moeilijkheden, maar dat andere landen niet reécts la>ag daar toe zijn overgegaan, acht ik een groote fout. Er is volgens ntij geen enkele re den, waarom landen als de Voreenigdc Staten. Groot-Brittannië, Nederland, Scandinavië, Spanje en Zwitserland, op dit oogenbliik daartoe niet zouden kun nen ovet'gaan. Ieder land zou kunnen terugkeeren tot den goudën standaard, maar veel beter zou het zijn, dat dit internationaal geschiedde. Ont deze ■reden dringt professor Cafesel uit Stockholm dan ook voortdurend met klem aan op een internationale confe rentie. Op verzoek van den Volkenbond heeft Cassel een memorandum opge steld, waarin hij tot het houden van een dergelijke conferentie heeft geadvi seerd. De Raad van don Volkenbond heeft dit. advies echter op 2ij gelegd. Nu zal toch in begin December in Londen een dergelijke conferentie wonden gehou den. Dc Ewgelschen, die groote ec mo rristen zijn en deze finaucieele problemen bet beste doorzien, hebben de andere landen voor deze Conferentie ui'tge- noodigd. Deze uitnocdrging is uitge gaan van de Sound Currency Association en bijna alle landen octk Frankrijk en ons land zullen er aan deelnemen. Ik geloof en ik hoop, dat van deze confe rentie een sterke aandrang op de regee ringen der vereahiüendc landen zal wor den uitgeoefend om de waande van het geld te consolideeren. De groote moei lijkheid zal natuurlijk zijn op welke waarde men het gekl moet vastleggen. Duitsdhlaud heeft om politieke redenen geweigerd aan deze conferentie deel te nemen, wat mij zeer onvetstar, betreurenswaardig lijkt. Duitschlanc meent namelijk, dat het toch niets kan doen, zoolang het Verdrag van Versail les riet is herzien, maar het is juist Duitschiand, dat allereerst een einde aan die inflatie moet maken. Zoolang de Duitsche icgcering dien maatregel niet durft nemen, is geen verbetering te venvachten." Op mijn vraag, of do Mark totaal waardeloos zou kunnen worden, ant woordde in ij raioj. Van Dorp „Ik gelóóf niet, dat de Maitk ooit ge. heel waardeloos zal worden, ten zij de Duitschc staat den Mark als wet tig betaalmiddel op 2ij stelt cn hem dus niet meer als betaalmiddel aanneemt, zooals Frankrijk indertijd niet de assig naten gedaan heeft. Er zou dan natuur lijk een ander betaalmiddel ingevoerd moeten worden, maar het is bijna niet re denken, dat dit ooit gebeuren zal. Wanneer dc inflatie Steeds aanhoudt, zal de Mark echter onherroepelijk nog lager worden. Men zal dan bijv. met ro of 100 Mark inplaats van met 1 Mark aJs eenheid rekenen. lik voor mij sjie in den lagen stand van den Mark niet het groote ongeluk, wel echter in de snelle daling, die groote schokken in het so ciale leven teweeg brengt. Het Fran- sche en het Italraansche geld bijvoor beeld is in den loop der tijden ook zeer veel gedaakl. Vroeger stond dc Fran- sche livrc en de Italiaansche lire in waarde gelijk aan 1 pond sterling. De daling van het tgeDd in Frankrijk en Italië is echter heel langzaam gegaan en alles heeft or zich geleidelijk naar gere geld. Hoeveel een gelid eenheid waard is, doet er niets toe, onaar als er geón waardevastheid is, is dat een groot nadeel voor het economische laven. Niemand weet immers van vandaag op morgen, wat de Mari: in goederen waard zal zijn co dat brengt natuurlijk groote moeilijkheden en verwarring met zich mede. De stijging der prijzen cn der kionen kan onmogelijk daarmee gelijken tred houden cn hicivroor is alles uit het evenwicht geraakt. Een natuurlijk ge- vol'g hiervan is, dat de loonen in ver houding met andere landen in Duitsch- land zeer laag zijn. De loonen schij nen voor de atlbeideTs hoog, maar ze zijn in werOoeJijiklieid gdet op de waarde van het geM gering. Ook hierbij kunnen wij feitelijk van camou flage spreken. Dat is, hoe treurig op zich zelf, in zeker opzidht een groot voor voor Duitsohland. De loonsverla ging, die nu eenmaal overal een droe vige economische noodzakelijkheid heeft daar ongemerkt plaats gevonden, terwijl ze overal elders op sterker, tegen sta r.»l stuit. De Duitsche arbeider be- griipt niet, dat hij mind'er ontvangt, als hij zooveel meer Marken in 'handen krijgt. De productie gaat daardoor in Duitisdhland vooruiter wordt meer en haoder gewerkt dan in andere landen." Op mijn vraag, of mej. Van Dorp voor ons land een blijvend gevaar zag' in den lagen Markenlkoens van Duitschiand, S reeg ik ten antwoord „Volstrekt niet! Men verbeeldt 2ich, dat hier alles slecht gaat door de Duitsche concurren tie, maar dat is volgens mijn opinie gdhed onjuist. Wat wij invoeren moeten wij toch betalen niet uitvoer. Hoogstens kan sprake zijn van pro- d u c t i e v e tp 1 a a t s i.n g. Het is al tijd een voordeel, wanneer men goed koop van het buitenland 'koopt. Het idee, dat een land, hetwelk aRc*s goed- kooper maaikt dan een ander, alleen maar zou uitvoeren, ïs fout. Uitvoer heeft toch immers alleen ten doel om in voer mogelijk tc maken. Alle handel is todji ruil! Op het oogenblik is liet waar, dat DuitsdhTand veel meer uit voert dan invoert, maar dat is een groot nadeel voor Duitschiand en komt al leen en dat is het engste kwaad doordat D u i tschlan.d zul,1» een enorme s chad el o o s f c 1- ling moet betalen cn dit alleen maar in goederen kan doen. Een land kan aan het buitenland immers alleen maar in goederen of in goud wat tenslotte ook een goed is beta len. In gold echter nooit. Daarom, was het ook zoo absurd van Frankrijk, dat het schadevergoeding wilde hebben en tegelijk den uitvoer van Duitschiand wilde tegen gaan. liet eerste is immers zonder het tweede absoluut onmogelijk." Tenslotte stelde ik mej. Van Dorp de vraag, of zij geloofde aan een mogelijk Staatsbankroet van Duitschiand. Hierop ant ivoorelde mej. Van Dorp mij „Het is moeilijk een voorspelling te doen, of het in Duitschiand tot een offi cieel Staatsbankroet zal komen. Men spreekt dikwijls van een Staatsbankroer, wanneer het geld zooals in Duitsch iand hand in waarde achteruitgaat, maar dat is onjuist. Met het verminde ren van de geldswaarde toch verminde ren wel de schulden, die in Marken zijn uitgedrukt, maar dat is een ongewild gevolg en geen officieele insolventver- klaring van den Staat. Voor Duitschiand zullen boveiulii-11 de gevaigen daarvan wol hoofdzakelijk het binnenland tref fen, daar do ooriog'sleeriugcn in het binnenland geplaatst zijn ea de groote credieten, die het buitenland Holland in de eerste plaats verleend heeft, wol voor het grootste deel in buitenlandsch gekl of in goud zullen zijn uitgedrukt. 1 Natuurlijk moet men daarvan uitzonde ren de Markenspeculanten in het buitenland. Zij hebben in Marken uitgedrukte vorderingen op Duitsch iand cn worden dus allereerst de dupe. Nu moet men ook nog onderschei den, of een Staat zich bankroet ver klaart, terwijl het volk feitelijk de schul den nog wel in oeJastingea zou kunnen opbrengen of dat een volk inderdaad feitelijk bankroet is. En dan is het zeer de vraag, of het Duitscho volle niet f ei- te 1 ij'k reeds 'bankroet is. Het is volgens mijn m'ceniug cn die van bijna alló economisten ook Keynes heeft zich heel duidelijk hieromtrent uitge sproken absoluut onmogelijk voor het Duitsche volk om de schadeloosstel ling, dus zijn schulden te betalen. Om zijn schadeloosstelling te betalen, WQjjIt Duitschiand met goederen leeggehaald en hierdoor wordt het ongelooflijk artn. Er is wel veel werk in Duitsch iand, maar het vele werken is geen voordeel, wanneer de uitvoer niet met invoer gepaard gaat. Het gaat niet om werk, maar om de opbrengst van 'het work. Het is voor een volk imimers niet alleen van Jbelang «au te werken, l opend. het «noet e ten 1 Wanneer de geallieer den op 'Jen 'duur aan 3'e schadeloosstel ling, zooals die thans is vastgesteld, zouden vasthouden, zou dit onherroepe lijk den ondergang van Duitschiand en waarschijnlijk van heel Europa b».tee kenen. Zelfs wanneer men voor een deei af ziet van de enorme Duitsche schadeloos stelling, gaat Europa een zeer donkere toekomst tegemoet. Ook ons land gaat, als er niet spoedig verandering komt, vorens in mi meening onherroepelijk èn naar het officieele Staatsbankroet èn naar den economisdhen ondergang. Voor heel Europa is het dan ook te hopen, dat de geallieerden in (hun eischen genover Duitschiand verstandig zullen worden. Wanneer men aan de schade vergoeding in haar geheel vasthoudt, graven de geallieerden hun eigen graf. Eén troost is er neig in dezen treurigen tijd ea wel, dat men dit in Engeland zeer goed begint in te zien. Dc Engel- scaea zijn te goede economisten om met open oogen m den ofgjond te springen. Voorwaar, het zijn geen vrooltjke perspectieven, die mej. Mr. Van Dorp haair interview voor ons heeft ge- J. B. SCHUIL» WASt.'.E PUDDINGEN. Kcuëo gerechten en de spijsverte ring. Ecmgo algemeen» re gels voer warme puddingen. Twos smekelijko rocepu>n. ile voedingsleer wordt altijd als ver keerd gobrandmerkt het eten van koude spijzen bij oen warmen maaltijd: de maag koelt daardoor plotseling te veel al dat is slecht voor de spijsvertermg. -i' echter veel ine n sol ion zijn, die 21011 daaraan sloren, betwijfelen wij wel ee- nigszhis, en vooral ia dc-n afgeloopcn zomer was zoo'n frisch hapje na 11e maal dat ear soms niet zoo gemak kelijk inging, een ware verkwikking. Nu nr.ter echter toch eindelijk schrj en. krijgen wij weer veel meer hoeft» 3,ni do warme spijzen v ook omdat do koude natuurrijk er.tr rijn. En daardoor komen dan ook de 1110 puddingen opnieuw in onze gedaeh ten 0111 plaats le maken voor de koude. Over hot algemeen is de eerste bewer kelijker dan de laatste. Do koud» wij desnoods den vorigen dag, or op den dag zelf gcon tijd is, en kijkaa er verder niet naar 0111, totdat de tijd van het 8 is gekomen. De warme daarentegen eiseht heel wat meer zorg en moet altijd oenicc uren voordat zij wordt opgedaan, worden gekookt en dadelijk daarna ge- B oven dien moet van het bindmiddel een grooter hoeveelheid gebruikt worden, omdat het gerecht warm wordt gestort in het model moet Wijven zoodat er c kwestie is van stijf ivonlon in het be- Tien viirnid puddintrvorrn moet voor si les natuurlijk waterdicht zijn: is ze dit niet, dan valt de pudding hoogstwaar schijnlijk bij het storten in elkaar. Deze vorm moet. van binnen besmeerd word' inet boter en dan bestrooid met paneer meel of beschuit roet wat suiker en neel er door. Is er door do pudding rijsmiddel gemengd, dan moet ook het deksel met boter en paneermeel worden bestrooid. Toch moet de vorm niet tot aan den bovenrand gevuld worden, want dam zou er geen rniimle voor het rijzen overblijven. Het zou natuurlijk ook bee- lemoal verkeerd zij'n om do pin met wa ter. waarin do pudding moet koken, to vol te ilrrfüjK.I ïs het cëkset dan ook goed coslotou, hermetisch is bot niet, en zelfs, het borrelende, kokend» water kam de pudding nog doen mislukken. Het spreekt vanzelf, dat het wa'.er steeds moot blijven koken, zoodat ei- ko kend water bij de hand ntoet zijn om het verdampte weer aan te vullen. Bij het storten moet er vooral zorg \oor worden gedragen, dat de schaal ver warmd is en dal de pudding nier op een koude, tochtige plaats komt te staan: hij heeft dan licht kans.van inslaan en iat staat niet alleen cmocgolijk, maar de pudding smaakt er ook minder lekzer door. Voor het opdoen wordt de pudding even in den oven zonder deksel ge droogd door hel uittrekkende vocht, laat do pudding dan gemakkelijker van ion orm los bij het stOTton. Wij willen bier een paar Teoepten ge en van warme puddingen. De eerste is on kabinefcspudding. Als in.grediiënten ijri daarvoor noodig: 3 eieren, 3 d.L. melk, 1 1/2 lepel suiker, eon half ons krenten, een half ons rozijnen, een k-.vart ons sucade, f m plaats van deze drie: 1 ons goconfijte Fransche vruchtjes, 3/4 ons bitterkoekjes. I ons biscuits. 1/2 geraspte citroenschil, een goed ingesmeerden. warmen puddingvorm met do iets bijgesneden bis- mits, klop do eioren met de suiker, voeg >r do molk bij, waarin eerst vanille of ci troenschil afgetrokken is, cn leg lkag om laag in den vorm de mélange en de bitterkoekjes zoo, dat de eersto laag mé lange is. Vul den vorm hier mee tot bijna bo- snaan toe, en zorg dat do bovenste laag uit bitterkoekjes met afgesneden puntjes biscuit beslaat. Giet er dan vloeistof bij II kook dc pudding 1 1/2 uur lang 111 in watarhad In piancs van de melk alleen wordt ook wel eens 1/4 L. melk en 1/2 d.L. room (koffiorr.-om) genomen: mankt men de pudding verder klaar met do Fransche vruchtjes, dan wordt het gerecht na tuurlijk nogal duur, maar het is ook ze ker wel fijn genoeg om als nagerecht bij klein dineetje te goven. Warme puddingen zijn to jw—r om hij een uitgvoreiuen niaariijd te jiresen- tee-ren, maar als die bestaat uit grouaten- soc-p, gevulde tomaten, cn ossenhaas a la jardimèio niet aardappelpuree, dasi is de wanne kabinetspudaing ecu uihie- kende toespijs, die, met wanne scaunn- saus gepresenteerd, zeker in den smaak Een andere, niet iniudcr smakelijke warme pudding is de gomberpudding. Hiervoor is moodig: half pond oud brood zonder kors- t de stropp, ongeveer een halve liter melk, een half ons boter, 4 lepels suiker, de schil van een citroen. Wrijf het oude brood fijn in de melk, die wat met het citroenschilletje is afge trokken. Laat dezo broodpap inkoken lot- dat 'teen dikke massa is, snijd de gember in kleine dobbelsteentjes op roer de boter net zoo lang tot ze geheel zacht is. Is ze erg hard door de koude, zet ze dan van te voren een uurtje in de verwarm de kamer, maar niet vlak bij de kachel, want dan gaat ze smelten. Roer nu door de zachte boter de eidooiers, do brord- pap, de suiker met do gember en de stroop en ten slotte het stijfgeklopte ei wit, dat er slechts luchtig mag worden Doe do massa dan in den, op de ge wone wijze, behandelden vorm en kook ze ook anderhalf uur in een waterbad.' Hes beste' smaakt hierbij e«n warme va nillesaus. Natuurlijk zijn dit maar een paar re- oepten uit een groote hoeveelheid, waar bij ook veel eenvoudige zijn, zooais war me rijstpudding, grreamee-1, vermicelli-, sagotapioca en bitterkockjespudding. Dozo zijn echter nogal tamelijk machtig, en 'liet is daarom ook niet verstandig ze to geven als toespijs 11a eon maal ,'an erwtensoep bijvoorbeeld. Veel smakelij ker zijn ze dan na oen oenvoudigec maaltijd van vleesch. aardappelen "en groenten, wanneer hierbij de aardappelen qebakken zijn en de groenten iets als zoet» appeleneen stevige toespiis is dan ■en welkom slot aan het middageten. De puddingem moeten liefst niet met -en mes gesneden worden, maar met een lepel uiigosnhept Vindt de hu'svrouw <i.; stukken don eebtrr te onoovelijk, laat vlsch- of oen VTUohtenmesje gebruiken: warme spijzen nemen zoo gauw den smaak van het staal van <en gev.-oon mes aan. E. E. PEEREBOOM. Frankrijk elsciit betaling:. Het debat war dc nieuwe belas tin g- etten, dat Maarfdagmlddaj; in den Rijksdag: begon, gaf zoo m-dldt de cor respondent van „De Telegraaf" blijk een onverschilligheid der volksver tegenwoordigers, welke in dezen om vang bij vorige belangrijke gelegenhe den nog nimmer aan den dag is g'riegTL De sociaal-democratische afgevaardig de Braun zeide „Het is een onhoud bare toestand, dat bij de tegenwoordige situatie op economisch en financieel ge bied, op het oogenblik van een débacle, die den omvang van cea catastrophe heeft aangenomen, de portefeuille van financiën als een bijkomstige portefeuil le wordt beheerd. Aan de eischen, die meu juist op het oogeu'bKk aan een minister van Financiën moet kunnen st'ellen, beantwoordde minister Hennes niet. W« moeten er on^rekensdhap van ge in, dat wij voor een chaos staan, waar uit geen uitweg is te vinden. Wat de "ster van Financiën voorstelde, is in geenerlei opzicht bevredigend. Het totale complex der voohgestelde belastingen schijnt ons onaaannemelijk. Uit dc reie, Briand in de Fransche kamer heeft gehouden, blijkt heol duidelijk: Duitsch iand moet kiezen tusschen het nakomen het vredesverdrag of militaire maat regelen van Frankrijk. Briand voegde er bij De leden der Duitsdie Volkspartij moeten betalen. Dc kwestie van den aankoop van hut- icnlancóche vaiut3 is een kwestie van leven of dood. Geiooft u, dat de Entente er zich mede tevreden zal stellen, te con- siateereti, dat wij niet ra staat zijn :o betalen? Wij verlangen, dat de Duitsche industrie het hare bijdraagt, opdat Duitschiand niet failliet wordt ver klaard. Het is de taak vau dc regiering, de gevaren, die óns van dc zijde der En tente bedreigen, af te wenden. Door het stijgen van dón dollarkoers volt te vree zen, dat de industrie spoedig niet meer in slaat zal zijn, de noodtge grondstol- fcu te koopen. Dan zullen mSllioeucu arbeiders broodeloos wonden. In ieder geval moeten wij een stabiH- sceri-ig van den markenkoers bereiken, op dit dc economische betrekkingen ir.ee het buitenland gewaarborgd zullen 2tjn." Dc Centrum-afgevaardigde Hexohl zci- de Dc rede van den vorigen spreker is feitelijk gericht tegen de ïegeeiing, waarvan dc partij van dezen spreker <iccl uitmaakt. In dit stadium kunnen wij nog geen oordeel over minister Hennes vc'ikn. liet belas ting vraagstuk is sedcri de dagen van de Nationale Vergadering het voornaamste probleem, waarmede de Duitsohe volksvertegenwoordiging ziah bezig houdt. Slechts wanneer wij alle vermogensbelastingen ais een ge bet! beschouwen, kunnen wij on- een oordeel vormen van de ondragelijke wijze waarop het vermogen belast wordt. Dit overmatige aandraaien van de belasting- schroef heeft de geldverspilling tenge- ilge, welke wij helaas eiken dog kun nen constateeren. De Duitsch-nanonale afgevaardigde dir. Iiclffcarich, ziei, dat do rijkskanselier gesproken beeft over een tekort van 75 milliard. Dr. Hennes heeft het echter gewaagd een bedrag i,e noemen. Spreker com-taieerde, dat het tekort 1S2 mtflsard bedraagt. Voorts verklaarde rij: wanneer wij het aan lal beambten niet tot het hoogst noodige verminderen, ko men wij de moedidchedcn nooit te boven. De minrsetr becijfer: cc opbrengst der belastingen op 90 milliard, doch hij re kent dit tegen een dollarkoers van 84, terwijl de dollarkoers thans reeds dc 300 heeft overschreden. Door de overeen komst van Wiesbaden wordt de rijiksbe- grooting nog met 30 milliard bedasU- 2elis bij een matige schatting be&oopen dc uitgaven 400 milliard mark per jaar. dat beteekent por hoofd van de bevol king 7000 mark. Hecffcrich protesteerde tegen de vermo gensbelasting en tegen de uirbrecöing dc successiebelasting op weduwen en kinderen. E STRIJD IN MAROKKO HERVAT. Uit Meliüa wordt geseind De Spaairsche troepen hebben hunne operaties hetrvat en hebben die stellin gen Zoodhad en Yazanen, benevens de hoogvlakte van Ygueman bezet. Dc laatste wordt thans versterkt. DUITSCHLAKü EN DE CEALLIEEROEN. De leden van de commissie van her tel zijn te Berlijn aangekomen. DE INTERGEALLIEERDE SCHULDEN. Men verwacht, dat het denkbeeld van e kwijtschelding der iutergeaihearde sahuldcn ui Amerika veEL zai wonnen zoo mekit „De Tolograal FRANKRIJK EN Dc RUSSISCHE STAATSSCHULD. Briand eehtt aan boord van 't stoom- schip „Lafayette" zijn arriwoord op do nou van 't'Ejitsjeriu, aropeus d» "erken ning van de Sovjet-regeer.ng door de j.o- allitcrden, naar i'anjs gezonden. Havas meent te ere ten, dat de I'rau- sche regeering. heeft kennis genomen van de erkenning der oude Ruseiulre schulden door de Sot je: regeétitig, op voorwaarde van c-.eutueele hervatting der normale betrekkingen met Rusland, en da: r.tj doeltreffende juridische en eco nomische waarborgen eiseht, dat de Rus- sieohe legeering zich zal houden aar. de ourler de beslaande regeeringen bost uin- de usances. Slechts op voorwaarde du/er waarborgen zou do Fransche regeering do hervatting der normale betrekkingen met Rusland in overweging kunnen ne- DE TOESTAND IN IERLAND. Do onderhandelingen. Sir James Craiv. de premier v.in Ulster, heeft aan het eind der week verschillende langdurige conferenties gehad met den Britschen premier en andere ministers, - wie Cham berlain. Craig heeft eveneens gecon fereerd met lord Carson, zijn voorgan ger als leider der Ulster-partij. BRITSCH-IN D lë. Diie-en-veertig Unionistische La gerhuisleden hebben bij het "Lager huis een motie ingediend betreffende den toestand in Indië, die zii nog vóór het einde der zitti--eriode behan deld wenschen te zien. Deze motie be helst, dat het Huis met groote bezorgd heicl den tegenwoordigen staat van Indië .'eslaat en er bij de regeering op aandringt om onverwijld siapnen te doen tot herstel van wet en orde in dat land. Onder de onderteekenaan? van de motie bevindt zich een groot aantal der ^den, die ook de met NKEL1JKE DETECTIVE ROMAN WILLIAM HOLT. „Hm, dat yooit mijn heele veronder stelling omver. Neen de Linar, dan guef ik het op. Ik ben niet de mtui om Nernuitigie theorieën te bouweat". „isn toch", antwoordde do Linar, hebt gelijk. Het lijkt mij zoo erg vreemd, dat di Cava desn bankier cp zoo plomp© wij<z© om 't leven broont. En dan als hij zijn deposito's hier p.aatste kon hij immers geld op- cicshcn, behoefde hij geen moord I© doen. Het blijft een ze-er raadselachti ge geschiedenis". iJit stemde de lord toe en hij ver klaarde: „Ik weet niet op wat wijze wij ach ter de waarheid zullen komen. We moeten di Cava ontmoeten en door het toeval op zijn spooir kamen, an ders zal ev geen kans zijn dit alles tc achterhalen". „Op zoo'n gelukkig toeval mogen ivjj niet rekenen. Laten wij trachten aan -andere verondersHellting ijp te houwen, waarmede de feiten aiet strijdig zijn". „Hel zaï mij zeer verhazen, indien dit mogelijk blijkt". „Laten wij het probeeren. Ga zit ten, neen niet op dien stoel, waarin de vermoorde gezeten heeft. Het is hier wel een eigenaardige plaats, maar niemand zal ons hier storen.' „0, de plaats is heel geschikt". „Nu goed dan. Vast staat dat dl Cava hier 's morgens geweest is. De bankier verwachtte hem. Wat kwam ■do markies hier doen? Geld halen. Kvvairr hij het stelen? Het lijkt mij onwaarschijnlijk, daar de bankier zeer waarschijnlijk geweten heeft, dat hij geld noodjg had. Anders zou hij zooveel geld niet losgemaakt hebban, daar uit dc boeken niet blijkt, dat hei ge:<l voor andere doeleinden be- noodigd was. Di Cava nwam dus hier. Hij is maar zeer kort hier gebleven, heeft in dien tijd het geld gebeurd eai is weer vertrokken. Heeft hij den ban kier gedood?" „Ja natuurlijk". „Goed, maar zooken we naar de be weegmlenen van dien moord. Gij zelf meent te moeten golooven aan plotsa- lingo woede. Het is zeer goed moge lijk. Maar wat kan die woede hebben opgewekt. Was er geld te weinig, het lijkt mij niet waarschijnlijk, Andrieu beschikbaar had meer geld kunnen stellen. Zijn fimuiciëu waren volstrekt niet in liet ongcrcede. Hebben de twee twist [gekregen? Dat is onmogelijk, daar di Cava maai' ecu zeer korten tijd op het kantoor geweest is. Hij kan hoogstens het geld hebben opge streken tn toen tot besluit den ban kier de hersens ingeslagen". „Dat is toch ook moeilijk aan te neuneri'. „Inderdaad". „Ziet ge dus wel. Wij hebben alle veronderstellingen gemaakt, maar kunnen geen enkele aannemelijke vin den". „Alle ver onderstellingen hebben wij nog niet gemaakt. Wij hield on geen rekening met de mogelijkheid dat di Cava hot gold gebeurd heeft en toen weer heengegaan is, zonder den ban kier te dooden". „Zonder den bankier te dooden", riep de lord uit, „maar hij is toch vermoord". „Een ander kan de moordenaar- zijn". „Neem me niet kwalijk, de Linar, maar dat is gewoonweg onzin. Het kan, dunkt me, niet in een verstan dig brein opkomen te twijfelen of di Cava wol do moordenaar is. Dat hij en niemand anders den bankier ge dood heeft, het is zoo klaar als de dag". „O.p welken groud?" „Nu mij dun lit gronden yoor die zekerheid bestaaai er genoeg". „Vaji zekerheid kan in ieder getal nimmer gesproken worden. Als ieder persoon, vau wien men weet, dat hij het laatst met een vermoorde sprak, de moordenaar moest zijn, zou het or al heel ongelukkig uitzien. 's Morgens vroeg is di Cava bij A11- •Jncii hier geweest. llecl wut uren latei- pas vond mei» den bfinkier dood in dien stoel. Er is dus tijd genoeg verloopen cun te kun nen aannemen, dat ook oen ander den bankier heeft kunnen vermoorden „Men zou dat inderdaad kunnen aannemen indien di Cava iemand was van wien men een dergelijke daad uiet venvachten kon. Neen, duizend tegen één, dat hij de moordenaar- is eu niemand anders". „Duizend tegen óén aangenomen, maar het is dus toch mogelijk, dat h^ de moordenaar niet is". „Waarom aan zijn schuld te twijfe len?" „Niet, omdat hij zoo iets niet doen zou als 't hem te pas kwam, maar om dat wij geen enkele reden kunnen be denken om welke hij den moord go- pleegd zoü hebben. En dan ook om- dal hij haast te kart hier was de daad te volvoeren". „Maar wie zou hel dan gedaan heb- bera? Wie kan dan de moordenaar geweest zijn? Zoolang gij mij daarop geen antwoord geven kunt, zal ik uw eronderstelling niet aanvaarden". „Ik ben juist hierheen gekomen om te trachten een spoor van dien veron derstelden moordenaar te vinden. Het kan immers geen kwaad voor eeu oogenblik aan te nemen, dat iemand anders dan di Cava dc moordenaar is. Als wij daarvan uitgaan gelul»: het ons -misschien nog wel het een en ander ie ontdekken, dat de geheime politie niet ontdekt heeft, juist omdat deze ook dadelijk ah» vaststaande heeft aangenomen, dat de markies de moordenaar was. „Wij kunnen liet probeeren", zei lord Nibblington, „maar uw resulta ten zullen nihil zijn". „Dat kan zijn, maai- ook een gun stige uitslag is mogelijk". Het goed vertrouwen van de Linar scheen evenwel heerha»und te wor den. Hij onderwierp opnieuw alles aan een nauwkeurig onderzoek, maar hij vond niets, dat hem licht ver schafte ol een draad in handen gaf. De twee vrienden verlieten ten laat ste het kantoor zonder veel ontdekt iu hebben. „Wat du?" vroeg de lord, toen zi„ wear over de straat liepen, „wat nu?" „Laten wij een wandeling maken, we krijgen dan oen koel hoofd en dat kunnen we thans gebruiken". Zij wandelden een poos zwijgend voort, toen zet de Linar; „Veronderstel, een ander heeft ban kier Andrieu gedood". „Geeft gij die veronderstelling nog uiet op?" „Neen, zeker niet, hoe dwaas u dit misschien inogo sciiijnen. Neem aan dus een ander is de moordenaar. Hel moet dan iemand zijn, die wist, dat de bankier veel gold in kas had, zon der te bevroeden waarschijnlijk, dat bij het reeds weder in de vroegte had uitgegeven. Die persoon zou dus geld willen rooven on niet wetend, dat do bankier op zijn kantoor was, lueendo hij dit veilig te kunnen doen. Maar de bankiei was wol op het kantoor cn de dief hoeft hom toen don doo- dolijken slag toegebracht. Zoo zou het toch gebeurd kunnen zijn". Ondanks zich zelveti moest lord Nil> blingtou de vindingrijkheid van zijn vriend bewonderen. Het zou aldus gebeurd kunnen zijn, maar daarom is het nog met zoo gebeurd. Maar komaan, ik zal voor een oogonblik aannemen dat gij gelijk hebt Wat meent gij dan, «lat er ons te doen staat om den moor- deoaar te ontdekken?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5