HAARLEM'S DAGBLAD Filantropie en Journalistiek. lyifiÉnÉÉ Imiidit btatlsnleuws Onze Lachhoek SG e m i M1 e t o ra De &TOntur®e van Bamafoas DINSDAG 20 i.-eCEMBE» 1921 TWE;::'!3E BLAD Eon nachtelijk aivontuur. Toen ik als jongen Indianenboeken las en van spanning dikwijls den adem Inhield bij het lezen van de beschrij vingen van de gevaarvolle moeilijkhe den waarin mijn helden dikwijls ge raakten, heb ik wel nooit gedacht dat het mij toch ook nog eens zou gebeu ren dat ik, al was het maar een oogen blik, ergens in een ver, onherbergzaam land zoodanig in het nauw zou ge bracht worden, dat ik mijn leven geen dubbeltje waard achtte. En toch is mij dat op een klein, afgelegen plaatsje in Mexico overkomen. Ik had daar op dat dorpje mijn In- trekgenomen in een klein hotel, dat gehouden werd door twee brave lieden. Hij was een leeglooper en zij hield niet van werken, maar overigens zouden zij geen vlieg kwaad doen. Ook moest je als gast er nauwkeurig op letten dat jo op tijd eten kreeg en dat zo jo kamer eiken dag op orde brachten, maar het waren goede, beste menschen en hun hotel was mij ten zeerste aanbevolen, al was dat dan ook door menschen die er nooit geweest waren. Ik had in dat hotel de mooiste ka mer. De steenen vloer en de muren wa ren overal gebarsten, maar er waren geen spinnewebben aan de hanebalken zooals in de andere kamers en ik had een gebarsten spiegel, waar je een heel klein stukje van je gezicht in kon zien bij het scheren en niet, zooals de andere bewoners, alleen maar een lijst, waar je de muur door tegenlachte. Ook moesten de andere gasten zich eiken morgen onder de pomp wasschen, ter wijl ik een eigen geëmailleerde lampet kan met waschkoni had. Dat waren allemaal zeer te waardeeren voordee- len. Mijn kamer was de moois.e kamer, want ze was voor aan de stiaat, de ceuige die voor aan de straat was. Dat was erg gezellig, al moest Ik er natuurlijk meer voor betalen. Maar het bedenkelijke was dat mijn kamer geen enkel venster had en er maar één ma nier was om bij mijn buren te komen en dat was door een deur aan de straatkant. Voor mijn deur was een soort van galerij, aan het einde waar van je door middel van een wenteltrap naar beneden kon gaan. Die trap was een vrije trap, die nacht en dag de ver binding onderhield tusschen de straal cn de eerste verdieping, waar mijn ka mer was. Op de galerij was verder nog «en deur die toegang gaf lot het overi- gedeelte van het hotel. Die deur werd 's avonds laat gesloten. De moeilijkheid was nu natuurlijk voor mij om in de zwoele Mexicaan- sche nachten frissche lucht te krijgen en toch tegelijkertijd mijn kamer af ie sluiteD. Want de deur had heelemaal geen enkele opening. Bij een Mexicaan 1 speelt zoo iets geen rol. Als hij de3 nachts gaat slapen, sluit hij alles pot dicht af uit angst voor booze geesten. Dat is zoo zijn bijgeloof en frissche lucht heeft hij niet noodig als hij slaapt. Welnu, ziedaar hoe mijn avontuur be gint. Een Hollander is er niet mak kelijk toe te brengen aan booze gees ten te gaan geloovcn, hij verkiest dc frissche lucht en vergeet daarbij zelfs een oogenblik, zooals in dit geval mij gebeurde, dat hij in een roovers- en bandicienland verblijf houdty Ik had al eeniga weken in mijn ho telletje doorgebracht en avond aan avond stond mijn deur open.- De fris sche lucht 's nachts bekwam mij bui tengewoon goed. Totdat het avontuur kwam, Eens op een nacht schrok ik plotseling wakker. Ik wist niet hoe laat het was, maar al les was doodstil, behalve het geluid van schreden op de steenen wentel trap. Het was maar een zwak geluid, maar het eigenaardige was dat ik van den aanvang af het angstige gevoel had dat het om mij te doen was. Dat is mij nu nog onverklaarbaar, maar ik blcefals verstijfd van schrik doodstil liggen en, zooals het in zulke gevallen altijd gaat, er schoten allerlei ge dachten bliksemsnel door mijn brein. Ik verweet mij mijn onvoorzichtigheid om, terwijl ik geen revolver had, toch maar met open hof te gaan slapen en dat nog wel in een land als Mexico, waar de gemiddelde man evengoed voor tien als voor tienduizend dollar tot een moord in staat is. Maar intus- schen kwamen de schredeu nader en plotseling was mijn deuropening geheel gevuld met dc gestalte van een reus- achtigen kerel, geheel en al het type uit de Indianenboeken van vroeger. De breedgerande hoed, de gordel met pa tronen, rijbroek en rijlaarzen en de band aan het zware pistool. Hij bleef een oogenblik stilstaan en toen sloop hij op de teenen naar den hoek van de kamer waar mijn bed stond. Onbe schrijfelijk was de spanning waarin ik toen verkeerde, ik hield mij nog altijd doodstil en sloeg door de spleten van mijn oogen zijn bewegingen gade. Zoo sloop hij tot vlak bij mijn bed en boog zich over mij heen. Ik daoht dat mijn laatste uurtje geslagen had. Dat duur de eenige seconden eu toen.,.. Toen richtte hij zich op en ging heen zooals hij gekomen was, achteruit op de teenen loopende en nog altijd de hand aan het pistool. Hij ging de deur uit en sloot die achter zioh. Toen werd mij ineens alles duidelijk. Hij bewoonde nafkurlijk ook een ka mer in het hotel, maar omdat de toe gang daartoe gesloten was, had hij maareven willen zien of mijn kamer misschien ook nog vrij was. Dat werd mij trouwens den volgenden morgen ook verteld. Hij bleek een echte „ca- ballero" te zijn en verzocht den hotel- houder-leeglooper mij zijn verontschul digingen over te brengen. Maar mij had hij intusschen een oogenblik van hevige spanning bezorgd. Waarom hij bij het verlaten van mijn kamer nog steeds het pistool vasthield en achteruit liep? Hij kende zijn lands lieden maar al te goed. Er had wel eens een Mexicaan kunnen zijn. die met een revolver in bed sliep. Dan had hij bij het verlaten van de kamer de kans ge- loopen in den rug te worden gescho ten J, C, v. DIJK, De heer J'. C. v. Dijk verzocht ons het bedrag van tien gulden te zenden aan Instituut Saluti Juvcntutis voor verwaarloosde kinderen te Hilversum. Wij voldeden hier heden per postwissel aan. (Red.), DE FRANSCHEN DOEN TEN OPZI CHTE VAN DE VLOOTBEPERKIN- GEN OP DE CONFERENTIE TE WASHINGTON WATER IN HUN WIJN. ,TE LOKDEI: ZIJN BELAMCRIJKE BESLISSINGEN TE WACHTEN. DE IEREN STAAN NOG VOOR DE KEUS. DE VALERA HOUDT EEN HARTSTOCHTELIJKE REDE OM TEGEN HET VREDESVERDRAG TE PLEITEN. NEDERLAND EN HET VERDRAG OVER DE STILLE ZUIDZEE. Maandagmorgen weid uit Washington geseind Uit Washington wordt geseind: De hoofdschotel van gesprek in con ferentiekringen is de onverwachte eisch der Franschen betreffende aan bouw van nieuwe schepen. Frankrijk meent dat het het recht heeft om een vloot te bouwen, die beantwoordt aan zijn behoeften als koloniale mogend- en kan niet begrijpen, waarom het met eeu kleiner verhouding zou dienen ge noegen te nemen dan Japan. Men ver wacht, dat de quaestie ten slotte op deu grondslag van een compromis zal worden geregeld. De Franschen doen veel moeite om hun standpunt toe te lichten, In dc zitting van de maritieme com missie verhief Sarraut zich tegen de gedachte, in den loop der debatten en in de Atnerikaansche pers tot uiting gekomen, als zou Frankrijk het sluiten van een vlootovereenkoinst tegenhou den. Sarrant betoogde, dat Frankrijk naar Washington was gekomen om van ganscher harte met de conferentie mede te werken. Frankrijk, zei hij, be vindt zich tegenover voorstellen, die het onaannemelijk acht in verband met zijn vlootbehoeften en welke het moet bestrijden, voornamelijk in verband met de beteekenis en de belangen van zijn koloniale gebieden. Sarraut legde den nadruk op deze behoeften, waar mede de conferentie zioli niet bezig had gehouden in de aangeboden becijfe- riugcu, en voegde hieraan toe, dat Frankrijk niet van de conferentie ver wachtte dat het de vlootmachten zou verminderen, of zou voorschrijven af stand te doen van aanbouw. Het komt mij daarom, onbillijk voor, aldus ein digde Sarraut, Frankrijk, dat zijn vl'oot reeds vrijwillig had verminderd, een verdere vermindering- op te leggen. Nu wordt nader uït Washington ge seind: De opwinding, die de Fransche eischen veroorzaakten, koelt, onder de toelichtingen, die Sarrant er bij heeft gegeven, af. Deze eischen vormen vol gens hem niet het laatste woord, doch moeten worden beschouwd als de grondslag voor een bespreking zonder dat het de bedoeling is, de conferentie te dwingen. Men verneemt dat Hugh« een tegenvoorstel aanbiedt, dat de toi nage der Fransche groote slagschepe vaststelt op 175.000 ton en hetwelk ge steund wordt door Engeland, Japan, cn Italië. De grondslag van dit voor stel is de verhouding, die er vór den oorlog tusschen de vloten van Brit- tannic en Frankrijk bestond, n.l, 311. De Fransche eischen, die afkomstig zijn van admiraal Lebou, zijn, naar men zegt, ingediend zonder voorken nis van Briand en worden thans v gelegd aan Parijs, Intusschen brijft de publieke meening verborgen motit achter de eischen zoeken.- Gezegd wordt, dat de Fransche eischen moe ten dienen tot het versterken van Frankrijks positie bij het marchan- deeren over de duikbootentonnage tegenover Engeland (dat, zooals men weet. de duikboot wenscht te zien afge schaft), of om een waarborg van Enge land te verkrijgen tegenover Duitsch- land. Ook wordt gezegd dat Frankrijk, dat ter conferentie totnogtoe een rol op het tweede plan heeft gespeeld, naijverig is op Japans positie en zijn eigen beteekenis wenscht te doen gel den. Zelfs doet het gerucht de ronde dat Frankrijk van mcening is, dat aan gezien de conferentie Japans positie in China en Rusland (Siberie) onaange tast laat, zij daardoor aan de Japan- sche overheersching in het Verre Oos- n.l. een al te groote overwinning verschaft, en het een verderen voort gang in die richting wenscht te stui- n. Uit dit alles blijkt, dat de publieke meening niet langer Frankrijk's goe den wil voor het oorspronkelijke ont- wapeningsdoel aanvaardt, doch heime lijke bedoelingen onderstelt. Reeds wordt in een blad het denkbeeld aan de hand gedaan om zoo Frankrijk klaar staat voor een kostbaar vl'oot- bouwprogiam, het ook zijn schulden Amerika dient te betalen. De ver storing, die juist op dit oogenblik komt, dat critiek uit den Senaat op het verdrag dreigt de Btemmiug van het volk ten aanzien van het succes der conferentie uit het evenwicht te doen slaan, beteekent een ernstige slag aan de gunstige gevoelens, die in Amerika voor Frankrijk plachten te heerschen. In verband met de door Frankrijk te Washington ingediende maritieme voorstellen, wijst de „Temps" er op, dat dezelfde redenen, welke Frankrijk dwingen te land gewapend te biijveD, dit land ook zijn maritieme politiek voorschrijven. Frankrijk is vooral een Middpllandsche Zee-mogendheid. Al giers, Tunis, Marokko zijn de verlen ging van onze zuidelijke provincies. Frankrijk moet daaruit in geval van gevaar zijn troepencontingent, levens middelen enz. aanvullen. Zijn marine moet tot eiken prijs de veiligheid der verbinding met Noord-Afrika waar borgen. Hetgeen niet uitsluit, dat Frankrijk's belangen overigens over de geheele wereld verspreid zijn, zooals blijkt uit zijn voi'komen natuurlijke deelneming aan de Zuidzee-overeen- komst. De Temps" betoogt dan ver der, dat Frankrijk uitsluitend de noo- diga middelen vraagt tot bescherming van zijn rechten tegenover een Duitsch- land, dat rich vrijwillig failliet ver klaart en hetwelk het verdrag van Ver sailles niet belet een vloot te bouwen. Frankrijk heeft het recht een slagvloot bezitten, teneinde het te beveiligen tegen alle gebeurlijkheden, Ter vaststelling van de sterkte der beide groote Middellandsche Zee-vlo- zou men kunnen uitgaan van de- staaude Fransche en Italiaansche zee machten. Het blad ziet de groote moeilijkheid m het maritieme probleem in de En- gelschc oppositie tegen den bouw van een Fransche duikbootenvloot, onderzeeër is een uitnemend, Frankrijk noodzakelijk, verdedigings wapen. Frankrijk kan, niettegenstaande het levensbelang, gelegen in zijn Mid dellandsche Zee-verbindingen en het gewicht van zijn koloniale belangen, loyaal toestemmen wat betreft slag schepen i'n een mindere sterkte dan het Japansche eilandenrijk, Maar de „Temps" meent, dat het. aller instem ming zal verwerven, indien Frankrijk overeenstemming met de Amerika nen en Italianen, een zeer groote be wegingsvrijheid opeisoht in hei gebruik van (luikbooten, als waarborg voor de veiligheid van een rechtvaardig en vredeivend Frankrijk. In een ander bericht uit Washington lezen we nog In 1026, wanneer de eerste der tien euwe slagschepen op stapel zou wor den gezet, zou de Fransche vloot 164.000 ton bedragen en bestaan uit oude dreadnoughts. In 1931 zou de vloot 200.000 ton bedragen en bestaan twee oude cn zes nieuwe dread noughts in 1936 zou zij 235.000 ton i bedragen en bestaan uit zeven nieuwe en eeu oude dreadnought. In 1941 zou zij het totaal beieikeu van 350.000 ton en bestaan uit tien nieuwe dread noughts. De Fransche deskundigen stellen vast dat aan het einde van het tienjarig tijdperk de Fransche vloot on geveer 200.000 ton slagschepen zou hebben, of 60.000 ton meer dan het Aineriikaansche voorstel aangeeft, Uit Londen wordt geseind 1 Briand deelde aan Harvey, den Ame- xikaanschen gezant te Londen mede, dat Frankrijk de viooltoewijzingen vol gens het voorstel-Hughes aanvaardde. Het Fransche ministerie van Marine publiceert een nota, waarin gezegd wordt, dat Briand bij zijn aankomst te Londen het verlangen van Frankrijk •heeft te kennen gegeven, om tot het Amerikaansche standpunt betreffende de beperking der vloot-tonnage toe treden. Er is echter nog geen cijfer vastgesteld. Volgens de „Morning Post" bestaat de kans, dat het viervoudig verdrag in zake den Stillen Oceaan een vijfvoudig verdrag zal worden, waarin Neder land zal zijn opgenomen, Te Londen hebben dezer dagen belangryke be sprekingen plaats. Reeds Maandag hadden algemeene besprekingen plaats tusschen Briand en Lloyd George over de economische quaestiën, die de gealieerden betreffen. Bij Lloyd George bevonden zich Cham- berlaiuen Sir Robert Home, de Kanse lier der schatkist, terwijl Briand verge zeld was van Loucheur en Berthelot, resp, ministers van Wederopbouw en Buitenlandsche Zaken. Men besloot, de quaestiën, welke zich tengevolge van de bespieking voordeden, te verwij- naar Engelsche en Fransche finan- ciëele deskundigen. Een verslag daar van zou hedenochtend worden inge diend, als Briand en Lloyd George op- w een conferentie zullen houden. Naar men verneemt, deelde Briand, voordat de economische quaestien wer den behandeld, Lloyd George zijn in drukken mede van de conferentie te Washington. De besprekingen hebben een interna tionale beteekenis gekregen door den terugkeer van Rathenau, den Duitschen financierden deskundige, naar Lcndeu, die ook Maandag heeft plaats gehad, Naar men zegt, heeft het tweede be zoek van Rathenau ten doel, dat hij zal kunnen worden geconsulteerd door den Franschen of Britschen Premier of door hunne resp. deskundigen. Rathenau is vergezeld van dr. Fischer. Hij heeft, evenals Briand en Loucheur, zijn in trek genomen in hei Carlton Hotel, Uit Berlijn wordt nog gemeld t De Commissie van Herstel zal zelf op haar nota, waarin zij met betrekking lot het Duitsche verzoek om uitstel van bealing met drie tegenvragen ant woordt, geen omgaand antwoord ver wachten. Het Duitsche outwoord eischt rijpe overweging. Over het antwoord op de eerste vraag, hoe hoog de devisen-be- dragen zijn, welke Duiischland voor den isden Januari en deu 15 den Fe bruari 1922 in staat zal zijn te betalen, kan bij de Commissie van Herstel in het geheel geen groote twijfel meer be- Het antwoord op dc verdere vragen zal afhangen van de resultaten, van de besprekingen, die thans te Londen tus schen Briand en Lloyd George worden gevoerd, en waarop het oog der ge heels wereld is gericht, e lersche quaestie houdt de gemoederen aau de overzij van het Kauaal nog in beroering. Griffith heeft in het Dail Eireann een motie ingediend, waarin het lersche Parlement wordt uihgenoodigd, de En- gelsch-Ierscke overeenkomst aan te ne- De Valera heeft 2ich In die zitting heftig vèrzet tegen het aannemen der Engelsch-Iersche overeenkomst. Hij pleitte op hartstochtelijken toon voor de verwerping, o.a. zeggend Wij weiden door het lersche volk ge kozen, en dacht het lersche volk, dat wij leugenaars waren, toen wij'verklaar den, de republiek te zullen handhaven? Niemand was er zoo sterk véór als ik om te trachten of een verzoening 'kon worden bereikt, maar dit verdrag ver zoent de lersche nationale aspiraties niet. Het kan don eeuwenouden strijd tusschen de beide naties niet doen ein digen. De overeenkomst werd onder dwang onderteekend en de natie zal haar niet eerbiedigen. Ik wensch een document, waaraan wij allen trouw kunnen blijven. Wij kunnen onze han den niei aan dit verachtelijke verdrag bezoedelen. De eed beteekent, dat de lersche grondwet onderworpen zal worden aan den koning van Engeland. Dat staat gelijk met de onderwerping van onze republiek. Liever teelten ik een docu ment, dat het gezag van de Britten in Ierland bevestigt, dat ons in slavernij houdt, ïotdat de Almacht de tirannen bestraft. Tenzij wij onze onafhankelijk heid willen prijsgeven, kunnen wij dit inconsequente verdrag niet aanvaar den. Sedert ik tot president werd geko zen, beschouw Ik het als mijn plicht, Ierlands onafhankelijkheid te handha ven. Thans acht ik hei mijn plicht te trachten, dit verdrag verworpen krijgen.- Het legt niet de grondslagen voor een duurzamen vrede. Het lersche volk kan, zoo het da verkiest, in on derhandelingen met andere volken tre den. Tot het Britsche rijk toetreden is den Britschen monarch lot koning kie zen, tegen wiens leger het heeft ge vochten? Volgens dit verdrag zou de koning van Engeland kunnen worden uitgenoodigd, het lersche parlement openen. (Geroep„Niet waarl") Ja wel, riep De Valera. ïuaar wanneer er een behoorlijke vrede was gesloten, had de koning van Engeland kunnen wor den uitgenoodigd Dublin te bezoeken, evenals de president van Frankrijk of de koning van Spanje. Ten slotte stelde De Valera voor, de overeenkomst te verwerpen, omdat zij de lersche onafhankelijkheid prijs geeft Ierland binnen het Britsche rijk brengt en de leden van het Dail Eirean nood zaakt, koning George als vorst te er kennen. Het voorstel van De Valera werd ge steund door Stack, minister van Bin- nenlandsche Zaken in het Sinn Fein-ka- binet, die verklaardeIk eisch onaf hankelijkheid en niets minder. Ook werd het gesteund door graaf PluDkettj Iiitusschen zijn er weer onlusten voorgevallen. De wacht van de Balmoral-kazerne te Belfast ontdekte Zaterdagavond, dat zee mannen wapens uit de kazer ne naar een auto wilden brengen. De wacht opende het vuur, waardoor een man werd' gedood en drie gewond. Alle daders zijn gearresteerd. Zaterdag zijn bij gevechten te Bel fast vijf personen gedood en zei-tien gewond waaronder drie vrouwen. Zondagmiddag werd het schieten her vat. Zaterdag werd eon oud-sold«at bij het herstellen van de trambaan in Newtonardsrcad door een schot ln het hoofd gedood. Hierop volgden re presailles. waarbij twee mannen ern stig werden gewond. Verspreid nieuws DE PETERSBURCSCHE BEURS WEER GEOPEND. De opening van do Petersburgsche Beurs zal op 1 Januari olaats vinden. E VOLKSSTEMMING IN OEDEN- BURC. In Oedeuburg zijn volgens den offi- cieelen uitslag 15-343 stemmen voor Hongarije en 7390 voor Oostenrijk uit gebracht. DUITSCHE WERKLIEDEN IN 'T VERWOESTE FRANSCHE GEBIED. Op het congres van de Fransche „Psrti républican démocratique et So cial" is krachtig gepleit voor te werk stelling van Duitsche werkkrachten in dc verwoeste gebieden, waar een tekort is aan 150.000 arbeiders. BRIEVEN VAN DEN DUITSCHEN EX-KEIZER. Uit Berlijn wordt gemeld Hindenburg publiceuit een briefwis seling met den Keizer in hei laatste voorjaar, waaruit de redenen moeten blijken, waarom keizer Wilhelm den Duitschen bodem verliet. Hij wensente zich aan een strafvervolging, uitslui tend tegen het hoofd van den Staat ge richt, te onttrekken, daar niet hetzelfde geschiedde niet andere Staten. De vij anden hebben tot nu toe nog niet ge antwoord op het voorstel de schuld kwestie te doen onderzoeken door een internationale onpartijdige commissie. Dc Duitsche pers brengt Hinden burg dank er voor, dat hij de groote verantwoordelijkheid van publicatie op 2ich nam. Zij begroet de brieven als documenten voor de wereldgeschiedenis en als een waardevol wapen in den strijd van het Duitsche volk om de waarheid. De .Titgliclie Rundschau" meent, dat de brief niet voor publicatie bestemd was. De „Deutsche Allgemeine Ztg." con stateert, dat wai de keizer over de schuldkwestie zeide, overtuigend is en niemand, die de waarheid wil, zal deze getuigenis voorbij kunnen gaan. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. W e r k 1 o o a h e 1 ds t> e s 1 r ij- di n g. Gedeputeerde Staten deel en den Staten mede, dat zai de mogelijkheid van medewerking door de Provincie aan de bestrijding der beerschende werkloosheid nader hebben overwo gen. Hun conclusie Ï6 dat het minder wensohelijk is hun een algemeette machtiging le verleeneu om de uitvoe ring van productieve werken te bevor- SIC TRANSIT Bezoeker (bij paleisinga-ng),,I» vandaag de toegang open voor bezoe kers Portier: „Ja, meneer, zal ik u rondleiden I" Be-zoeker„Neen. doet u geen moeite, ik ken dien weg, ik ben hier vroeger koning geweest. JE KUNT NOOIT WETTEN. Twee kantoorjongens ontmoetten elkaar buiten de kantoorpaleizen van een eroote Bank. Zei de eerste jongen: „Zoo, Kees! Wat kom ie doen bij het kantoor waar' ie de vorige week ie ontslag gekrej gen hebt 1 Probeer ie om weer aange nomen te worden?" Zijn vriend snoof minachtend. Kan ie begrijpenzei hij. „Ik ara maar eens kijken, of ae de zaak nog hebben kunnen voortzetten." deren. Hier behoort de vraag of er aanleiding (bestaat een bepaald werk door do provincie te doen uitvoeren of daarvoor uit de prov. kas steun th •leenen telkens na ernstige overwe ging van de daarbij 'betrokken belan- gen^loor de Staten te warden beslist en daarvoor zich thans ten opzichte van de op te noemen w erken geen volt doende gelegenheid bestaan. Daarbij komt, dat de meeste werken die voor opneming in een opgaaf van productieve werken 111 aanmerking zouden kooien, betrekking zouden hebben op het bouwvak en aanver wante werwkzaamlieden terwijl juist daarin de werkloosheid niet een zoo.- danig karakter draagt, dat er aanlei ding bestaat tot buitengewone maatre gelen. Voorts doet ook de mogelijk heid. dat men op de boven aangege- wijae besluiten zou tot uitvoering' een werk in een streek, waar geen werkloozen zijn, hen van een voorste' van bedoelde strekking af- Ben en ander neemt intusschen niet eg. dat er ook aar hun gevoelen wel aanleiding bestaat, dat de Provincie, zii het op andere wijze, de tot bestrij ding der werkloosheid ondernomen mataregelen steunt. l)it zou h.i. kun nen geschieden door liet verleeaien van ziidrageu in de daarmede gepaardl gaande kosten, waartoe een credietter beschikking ware te stellen. Ged. Sta ten zouden dan daarvan gebruik kun nen maken en elke seriense poging, door openbare lichamen of door deze ingestelde commissies ter bestrijding der werkloosheid ondernomen, gc'de- liik in zioodanige ruatc kunnen steu nen. dat de uitooering van het be oogde werk göwaatfljorgd zou worden waarbij nochtans naar ons oordeel als voorwaarde zou worden gesteld, dat door de belanghebbende streek ook naar vermogen in de kosten van het werk wordt bijgedragen. Ged. Staten stellen dan voor ten behoeve van de bestrijding der werk loosheid een bedrag van f 200.000 te hunner beschikking tc stellen. Ged. Staten deelen dan nog mede. dat zij hef. voornemen hebben aan d« daarvoor in aanmerking komende wa- I ïvbestureti in deze provincie een circulaire te richten, waarin hun ne aandacht op het vi-agstuk der wer- Icelosheidobeetrijding gevestigd wordt en hun gevraagd1 wordt na to ga-m of in het Gelang daarvan geen werken tot onderhoud of verbeterincr hunner watergangen 011 vaars1 ooien, kaden en dergelijke zouden kunnen worden uit gevoerd. Op een voorstel van het Statenlid Ka mat ra om aan Gedeputeerden een crediet te veriecnen van f 500.000 voor den aanleg van bestaande wegen en vaarten brengen Ged. Staten even eens advies uit Aanneming er van wordt ontraden. Het ambtenaren-reglement I11 dc vevgaderiuK der commissie, die de desbetreffende voordraehfc on derzocht werd meelede-gedeeld door, de heeren Kleerekopcr en Bosnian, dat hun motie in zako bespoediging van het ambtenarenreglement doov hen in dien zin zal worden gewijzigd, dat het, verband met het wefcsotifc- werp-reehtstoestandwet komt to ver vallen. De commissie adviseert een parig, dat de motio in dien zin ge wijzigd, door de Staten zal worde» aangenomen. De Provinciale Zieken huizen. Bij het onderzoek dor suppletoir© bogrootingen vau de Provinciale Zie kenhuizen werd besloten tot Gedepu teerde Staten do vraag te richten, of spoedig mag worden tegemoet ge ziet» hun prae-advies op het adres der Verceniging van Gestichtsartsen be treffende de salarieering der genees- heeren in de provinciale ziekenhui zen Voorts werd de vraag gesteld, waarom het georganiseerd overleg nog niet werkt. Een nadeelig gevo'g van het uitblijven daarvan is, dat ook de sub-commissie voor het geor ganiseerd overleg 111 de provinciale ziekenhuizen niet kan worden ge vormd. naai' het Engelsch van JEFFERY FARNOL (geautoriseerde vertaling, nadruk streng verboden). (i) „Lio naam v..m mijn moeder, na tuurlij k, Boverley! Ja, dat Ls een ult- 'stekencl-e naam en omdat het de hare was, lieb ik er meter recht op clan op eonigö andere. Dus Beverley zal ik hellen, Barnahcw Bocerley, uitste kend". Barnabas Btond weor stil en nam zeer plechtig ,ujn hoed af voor zijn schaduw. „Zio zoo", zei hij, „dat ls weer in orde. Nu moet 11c nog probeeren te Jeeren buigen". En dat zeggende, sloeg hij nog eens het „kostbare boek" op en liep door de ontwakende na,tuur met de oogen gevestigd op de raad gevingen van den „deftigen heer". Terwijl hij zoo voortwnnkeldo keek hij toevallig op en kreeg een hekje in het oog. Het was een heel oud hek, eeu vervallen liek, versleten door de jaren, want het stond heelemaal scheef. En terwijl hij naar liet hekje Kleef sfaren, sfKrirl Barrisbos plóf/re ling stil, hield het boek tegen zijn borst en terwijl hij zijn 'hoed met een ologanten zwaai afnam, boog hij voor het verweerde stukhout alsof het min stens een aartshertog was geweest, of do mooiste vrouw van het land! „Fleo by Thor en Odin, wat heeft dat te beduiden?" riep een stem ach ter hem. „Tk zeg, wat beteekent dat allemaal? Barnabas keerde zich dade lijk om eu zag een kleinen, breedge- schouderdeu man met een wijden blau wen jas aan, dio eenigszins versleten was, die zijn witgekousde beunen wijd uit elkaar gezet had en hem uit een knap gebruind gezicht met een paar ronde, blauwe oogom aanstaarde; hij had een hoed met ©en broeden rand in de eene hand; de andere arm ont brak tot den elleboog, merkte Barna bas op. „Tjonge!" zei hij, terwijl hij Barna bas met zijn blauwe oogen aunkectk. „Wat is er gaand©? Wat gebeurt er, menerr, hè zeg, wat gebeurt er?" Dadelijk begon Barnabas tegen liam te glimlachen en boog voor hem, bij na zoo laag als hij voor het hekje nod gedaan, „Mijnheer", 2©l hij, terwijl hij op elegante wijze met zijn hoed zwaaide, „ik hen uw zeer onderdanige die- nanr". „Malligheid, meneer", antwoordde d-e ander. „Bah' is u gek. om zoo te staan buigen tegen een hek alsof het de admiraal van de vloot was, of Nelson, in eigien persoon? Is u gek of alleen maar dronken, meneer? Waar om doet u zoo?" Barnabas zc-tte zijn hoecl weer op en sloeg liet boek open. „Eerlijk gezegd, mijnheer;" zei hij, „kreeg ik een onbedwingbare lust. con voor iëts of iemand te huigen, eu daar om hoog ik voor dat hek omdat ik niets anders zag; maar nu u zoo op het juiste ooger.biik te voorschijn komt zal ik, zoo vrij zijn het nog eens tc probeeren. Wilt u zoo goed zijn mij te zeggen of ik vriendelijk genoeg lcijk" on dit aegigend© boog Barnabas even sierlijk al3 te voren „Heb je ooit!" riep de man met den eanen arm ui! - de kerel is gekker don ik ducht". „Neon, mijnheer, werkelijk niet", glimlachte Bamatoas geruststellend, maar in diit hoek, wat, naar mij ver teld is, onfeilbaar moet zijn, staat dat do buiging eer. van clo voornaamste dingen ter wereld is voor een heer in cl© deftige kringen „In do toonaangevende kringen, mijnheer, zijn goen echte heeren meer over", viel de auder ham in die j-eöe. „Hoe bedoelt u dat, meneer?". „Ik zeg, nieniomd, goen lenlcele meer". „Maar, mijnheer „Ik zeg u dat er geen enkele lieer nflfcr over in de toonaangevende kringen het ziju allemaal niets waardige fatten, kerels van niks. De toonaangevende kringen, bah!" „Maar mijnheer en de Prins zelf is tooh „Do Prim, mijnheer!" Nu zotte de een-arm zijn hoed op en maakt© een snorkend geluid, „De Prins is een prins, ïuqueeir; en bo\^ei|dien eeta groot kênnor van sausicn van schoen gespen. Laten we over iets belang- 1 ijkers praten, bijvoorbeeld over u zelf' Barna bas boog. „Mijnheer", zei bij, „ik heet Barna bas, Barnabas Beverley", „Hm!" zei de ander nadenkend. „Ik herinner mij een Beverley, die als luitenant diende onder Hardy op de Agamemnon, maar hij spelde zijn naam met „l-e-y'V- „Ik ook, mijnheer", zei Barnabas. „Hm!" „In de tweede plaats ben ik op weg naar Londen, „Londen! Alweer een! Londen na tuurlijk. En?" „En daar hoop ik een dragelijk fi guur te slaan in de uitgaande we reld". „De udguande wereld deksels nog toe waarom verdrink je je niet liever? Dat zou veel eenvoudiger en op den duur beter voor u zijn. Lon- denl Uitgaande wereld! Met die jae, 5le Hoed, die „Mijnheer zei aBntabas blozend, „ik heb al „Uitgaan hé? Mode. Nu dan uiuet u uw borstkas in elkaar persou met een afgrijselijke pas, die een en al kraag, knoop en en pandjes is en veel te nauw om in adem te halen; u moet een broek aantrekken die zoo jnniw is dat hij bijiu: barst en aan u voeten zult u gepoetste folter wei kt ui- gen moeten dragen „Maar, mijnheer waagde Barna bas het. op tc merken, „de Prins zelf is toch verantwoordelijk voor dc be staande mode, en zooals u wel weet wordt hij de eerste, lieer van Europa genoemd en „Onzin, hurkharc onzin, mijnheel! Wie noemen hem zoo? Een 'verzame ling kruiperig© hovelingen, jong© nietsdoeners en vechtersbazen. Do eer ste lieer van malligheid, zeg ik! Bah zeg ik. Heb ik niet gezegd dat heeren uit de mode raakten toen de fatten ei in kwam? Er is in heel En geland geen enkele heer meer, behalve misschien een of twee. Tegenwoordig zijn het allemaal opschepperige bok sers. onden is er vol van, Brighton precies zoo, zelfs in deze eenzaamheid zijn ze te vnidcn. Ik ben er een half uur geled. u een tegengekomen die uit een boscb daarginds kwam aanhin ken. Een mpoie aang-kl.eede, glimla- cheutlo schurk, een gevaarlijke kerell Een gelukkige speler, eon losbol een van aie jonge schurken zonder gtwetun die Ix-reid zipi u uw geld af te winnen of u dood te 6chieton ai naar liet uitkomt en alles op vol komen correcte wijze; op die manier komt zoo iemand in dc gunst van den ins en wordt een van de voorinan- <n van de uitgaande wereld. Ala u It slagen, mijnheer, moet gij hem ovcel mogelijk toi voorbeeld ne-, men". „En 11 zegt dat hij hinkte?" vroeg Barnabas- „Ja, zijn verdiende loon, mijnheer. Wat drommel, hij moest 111 boeien naar bet cindjo van do wereld loopen en daar blijven als ik mijn zin had. .lieeft u misschien ook gezien wat do kleur van zijn jus was?" vroeg Burnahas weer. „Dc jas was groen, memoer, maar at doet dat er tóe heeft u hem gezien?" „Dat gciouf ik wel, mijnheer", zei: Bai nubas, u!s hij eon groene jas aan had. Hoe heet hij, kunt u mij dat ook zeggen?" „Zijn naam, mijnheer, is Garnuby, Sir Mortimer Carnaby". „Sir Mortimer Carnaby", zei Bar. na bas, terwijl hij knikte. „En mijnbeer", vervolgde do ander, terwijl hij Baruuba/j van onder zijn samengetrokken wenkbrauwen aan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5