HAARLEM'S DAGBLAD
Filantropie en Journalistiek.
lyifiÉnÉÉ Imiidit
btatlsnleuws
Onze Lachhoek
SG e m i M1 e t o ra
De &TOntur®e
van Bamafoas
DINSDAG 20 i.-eCEMBE» 1921
TWE;::'!3E BLAD
Eon nachtelijk aivontuur.
Toen ik als jongen Indianenboeken
las en van spanning dikwijls den adem
Inhield bij het lezen van de beschrij
vingen van de gevaarvolle moeilijkhe
den waarin mijn helden dikwijls ge
raakten, heb ik wel nooit gedacht dat
het mij toch ook nog eens zou gebeu
ren dat ik, al was het maar een oogen
blik, ergens in een ver, onherbergzaam
land zoodanig in het nauw zou ge
bracht worden, dat ik mijn leven geen
dubbeltje waard achtte. En toch is mij
dat op een klein, afgelegen plaatsje
in Mexico overkomen.
Ik had daar op dat dorpje mijn In-
trekgenomen in een klein hotel, dat
gehouden werd door twee brave lieden.
Hij was een leeglooper en zij hield niet
van werken, maar overigens zouden zij
geen vlieg kwaad doen. Ook moest je
als gast er nauwkeurig op letten dat jo
op tijd eten kreeg en dat zo jo kamer
eiken dag op orde brachten, maar het
waren goede, beste menschen en hun
hotel was mij ten zeerste aanbevolen, al
was dat dan ook door menschen die er
nooit geweest waren.
Ik had in dat hotel de mooiste ka
mer. De steenen vloer en de muren wa
ren overal gebarsten, maar er waren
geen spinnewebben aan de hanebalken
zooals in de andere kamers en ik had
een gebarsten spiegel, waar je een heel
klein stukje van je gezicht in kon zien
bij het scheren en niet, zooals de andere
bewoners, alleen maar een lijst, waar
je de muur door tegenlachte. Ook
moesten de andere gasten zich eiken
morgen onder de pomp wasschen, ter
wijl ik een eigen geëmailleerde lampet
kan met waschkoni had. Dat waren
allemaal zeer te waardeeren voordee-
len.
Mijn kamer was de moois.e kamer,
want ze was voor aan de stiaat, de
ceuige die voor aan de straat was.
Dat was erg gezellig, al moest Ik er
natuurlijk meer voor betalen. Maar het
bedenkelijke was dat mijn kamer geen
enkel venster had en er maar één ma
nier was om bij mijn buren te komen
en dat was door een deur aan de
straatkant. Voor mijn deur was een
soort van galerij, aan het einde waar
van je door middel van een wenteltrap
naar beneden kon gaan. Die trap was
een vrije trap, die nacht en dag de ver
binding onderhield tusschen de straal
cn de eerste verdieping, waar mijn ka
mer was. Op de galerij was verder nog
«en deur die toegang gaf lot het overi-
gedeelte van het hotel. Die deur werd
's avonds laat gesloten.
De moeilijkheid was nu natuurlijk
voor mij om in de zwoele Mexicaan-
sche nachten frissche lucht te krijgen
en toch tegelijkertijd mijn kamer af ie
sluiteD. Want de deur had heelemaal
geen enkele opening. Bij een Mexicaan 1
speelt zoo iets geen rol. Als hij de3
nachts gaat slapen, sluit hij alles pot
dicht af uit angst voor booze geesten.
Dat is zoo zijn bijgeloof en frissche
lucht heeft hij niet noodig als hij slaapt.
Welnu, ziedaar hoe mijn avontuur be
gint. Een Hollander is er niet mak
kelijk toe te brengen aan booze gees
ten te gaan geloovcn, hij verkiest dc
frissche lucht en vergeet daarbij zelfs
een oogenblik, zooals in dit geval mij
gebeurde, dat hij in een roovers- en
bandicienland verblijf houdty
Ik had al eeniga weken in mijn ho
telletje doorgebracht en avond aan
avond stond mijn deur open.- De fris
sche lucht 's nachts bekwam mij bui
tengewoon goed.
Totdat het avontuur kwam, Eens op
een nacht schrok ik plotseling wakker.
Ik wist niet hoe laat het was, maar al
les was doodstil, behalve het geluid
van schreden op de steenen wentel
trap. Het was maar een zwak geluid,
maar het eigenaardige was dat ik van
den aanvang af het angstige gevoel
had dat het om mij te doen was. Dat
is mij nu nog onverklaarbaar, maar ik
blcefals verstijfd van schrik doodstil
liggen en, zooals het in zulke gevallen
altijd gaat, er schoten allerlei ge
dachten bliksemsnel door mijn brein.
Ik verweet mij mijn onvoorzichtigheid
om, terwijl ik geen revolver had, toch
maar met open hof te gaan slapen en
dat nog wel in een land als Mexico,
waar de gemiddelde man evengoed
voor tien als voor tienduizend dollar
tot een moord in staat is. Maar intus-
schen kwamen de schredeu nader en
plotseling was mijn deuropening geheel
gevuld met dc gestalte van een reus-
achtigen kerel, geheel en al het type
uit de Indianenboeken van vroeger. De
breedgerande hoed, de gordel met pa
tronen, rijbroek en rijlaarzen en de
band aan het zware pistool. Hij bleef
een oogenblik stilstaan en toen sloop
hij op de teenen naar den hoek van
de kamer waar mijn bed stond. Onbe
schrijfelijk was de spanning waarin ik
toen verkeerde, ik hield mij nog altijd
doodstil en sloeg door de spleten van
mijn oogen zijn bewegingen gade. Zoo
sloop hij tot vlak bij mijn bed en boog
zich over mij heen. Ik daoht dat mijn
laatste uurtje geslagen had. Dat duur
de eenige seconden eu toen.,..
Toen richtte hij zich op en ging heen
zooals hij gekomen was, achteruit op
de teenen loopende en nog altijd de
hand aan het pistool. Hij ging de deur
uit en sloot die achter zioh.
Toen werd mij ineens alles duidelijk.
Hij bewoonde nafkurlijk ook een ka
mer in het hotel, maar omdat de toe
gang daartoe gesloten was, had hij
maareven willen zien of mijn kamer
misschien ook nog vrij was. Dat werd
mij trouwens den volgenden morgen
ook verteld. Hij bleek een echte „ca-
ballero" te zijn en verzocht den hotel-
houder-leeglooper mij zijn verontschul
digingen over te brengen. Maar mij
had hij intusschen een oogenblik van
hevige spanning bezorgd.
Waarom hij bij het verlaten van mijn
kamer nog steeds het pistool vasthield
en achteruit liep? Hij kende zijn lands
lieden maar al te goed. Er had wel eens
een Mexicaan kunnen zijn. die met een
revolver in bed sliep. Dan had hij bij
het verlaten van de kamer de kans ge-
loopen in den rug te worden gescho
ten
J, C, v. DIJK,
De heer J'. C. v. Dijk verzocht ons
het bedrag van tien gulden te zenden
aan Instituut Saluti Juvcntutis voor
verwaarloosde kinderen te Hilversum.
Wij voldeden hier heden per postwissel
aan. (Red.),
DE FRANSCHEN DOEN TEN OPZI CHTE VAN DE VLOOTBEPERKIN-
GEN OP DE CONFERENTIE TE WASHINGTON WATER IN HUN
WIJN.
,TE LOKDEI: ZIJN BELAMCRIJKE BESLISSINGEN TE WACHTEN.
DE IEREN STAAN NOG VOOR DE KEUS. DE VALERA HOUDT EEN
HARTSTOCHTELIJKE REDE OM TEGEN HET VREDESVERDRAG
TE PLEITEN.
NEDERLAND EN HET VERDRAG OVER DE STILLE ZUIDZEE.
Maandagmorgen weid
uit Washington
geseind
Uit Washington wordt geseind:
De hoofdschotel van gesprek in con
ferentiekringen is de onverwachte
eisch der Franschen betreffende aan
bouw van nieuwe schepen. Frankrijk
meent dat het het recht heeft om een
vloot te bouwen, die beantwoordt aan
zijn behoeften als koloniale mogend-
en kan niet begrijpen, waarom het met
eeu kleiner verhouding zou dienen ge
noegen te nemen dan Japan. Men ver
wacht, dat de quaestie ten slotte op
deu grondslag van een compromis zal
worden geregeld.
De Franschen doen veel moeite om
hun standpunt toe te lichten,
In dc zitting van de maritieme com
missie verhief Sarraut zich tegen de
gedachte, in den loop der debatten en
in de Atnerikaansche pers tot uiting
gekomen, als zou Frankrijk het sluiten
van een vlootovereenkoinst tegenhou
den. Sarrant betoogde, dat Frankrijk
naar Washington was gekomen om
van ganscher harte met de conferentie
mede te werken. Frankrijk, zei hij, be
vindt zich tegenover voorstellen, die
het onaannemelijk acht in verband met
zijn vlootbehoeften en welke het moet
bestrijden, voornamelijk in verband
met de beteekenis en de belangen van
zijn koloniale gebieden. Sarraut legde
den nadruk op deze behoeften, waar
mede de conferentie zioli niet bezig had
gehouden in de aangeboden becijfe-
riugcu, en voegde hieraan toe, dat
Frankrijk niet van de conferentie ver
wachtte dat het de vlootmachten zou
verminderen, of zou voorschrijven af
stand te doen van aanbouw. Het komt
mij daarom, onbillijk voor, aldus ein
digde Sarraut, Frankrijk, dat zijn vl'oot
reeds vrijwillig had verminderd, een
verdere vermindering- op te leggen.
Nu wordt nader uït Washington ge
seind: De opwinding, die de Fransche
eischen veroorzaakten, koelt, onder de
toelichtingen, die Sarrant er bij heeft
gegeven, af. Deze eischen vormen vol
gens hem niet het laatste woord, doch
moeten worden beschouwd als de
grondslag voor een bespreking zonder
dat het de bedoeling is, de conferentie
te dwingen. Men verneemt dat Hugh«
een tegenvoorstel aanbiedt, dat de toi
nage der Fransche groote slagschepe
vaststelt op 175.000 ton en hetwelk ge
steund wordt door Engeland, Japan,
cn Italië. De grondslag van dit voor
stel is de verhouding, die er vór den
oorlog tusschen de vloten van Brit-
tannic en Frankrijk bestond, n.l, 311.
De Fransche eischen, die afkomstig
zijn van admiraal Lebou, zijn, naar
men zegt, ingediend zonder voorken
nis van Briand en worden thans v
gelegd aan Parijs, Intusschen brijft de
publieke meening verborgen motit
achter de eischen zoeken.- Gezegd
wordt, dat de Fransche eischen moe
ten dienen tot het versterken van
Frankrijks positie bij het marchan-
deeren over de duikbootentonnage
tegenover Engeland (dat, zooals men
weet. de duikboot wenscht te zien afge
schaft), of om een waarborg van Enge
land te verkrijgen tegenover Duitsch-
land. Ook wordt gezegd dat Frankrijk,
dat ter conferentie totnogtoe een rol
op het tweede plan heeft gespeeld,
naijverig is op Japans positie en zijn
eigen beteekenis wenscht te doen gel
den. Zelfs doet het gerucht de ronde
dat Frankrijk van mcening is, dat aan
gezien de conferentie Japans positie in
China en Rusland (Siberie) onaange
tast laat, zij daardoor aan de Japan-
sche overheersching in het Verre Oos-
n.l. een al te groote overwinning
verschaft, en het een verderen voort
gang in die richting wenscht te stui-
n.
Uit dit alles blijkt, dat de publieke
meening niet langer Frankrijk's goe
den wil voor het oorspronkelijke ont-
wapeningsdoel aanvaardt, doch heime
lijke bedoelingen onderstelt. Reeds
wordt in een blad het denkbeeld aan
de hand gedaan om zoo Frankrijk
klaar staat voor een kostbaar vl'oot-
bouwprogiam, het ook zijn schulden
Amerika dient te betalen. De ver
storing, die juist op dit oogenblik
komt, dat critiek uit den Senaat op
het verdrag dreigt de Btemmiug van
het volk ten aanzien van het succes der
conferentie uit het evenwicht te doen
slaan, beteekent een ernstige slag aan
de gunstige gevoelens, die in Amerika
voor Frankrijk plachten te heerschen.
In verband met de door Frankrijk te
Washington ingediende maritieme
voorstellen, wijst de „Temps" er op,
dat dezelfde redenen, welke Frankrijk
dwingen te land gewapend te biijveD,
dit land ook zijn maritieme politiek
voorschrijven. Frankrijk is vooral een
Middpllandsche Zee-mogendheid. Al
giers, Tunis, Marokko zijn de verlen
ging van onze zuidelijke provincies.
Frankrijk moet daaruit in geval van
gevaar zijn troepencontingent, levens
middelen enz. aanvullen. Zijn marine
moet tot eiken prijs de veiligheid der
verbinding met Noord-Afrika waar
borgen. Hetgeen niet uitsluit, dat
Frankrijk's belangen overigens over de
geheele wereld verspreid zijn, zooals
blijkt uit zijn voi'komen natuurlijke
deelneming aan de Zuidzee-overeen-
komst. De Temps" betoogt dan ver
der, dat Frankrijk uitsluitend de noo-
diga middelen vraagt tot bescherming
van zijn rechten tegenover een Duitsch-
land, dat rich vrijwillig failliet ver
klaart en hetwelk het verdrag van Ver
sailles niet belet een vloot te bouwen.
Frankrijk heeft het recht een slagvloot
bezitten, teneinde het te beveiligen
tegen alle gebeurlijkheden,
Ter vaststelling van de sterkte der
beide groote Middellandsche Zee-vlo-
zou men kunnen uitgaan van de-
staaude Fransche en Italiaansche zee
machten.
Het blad ziet de groote moeilijkheid
m het maritieme probleem in de En-
gelschc oppositie tegen den bouw van
een Fransche duikbootenvloot,
onderzeeër is een uitnemend,
Frankrijk noodzakelijk, verdedigings
wapen. Frankrijk kan, niettegenstaande
het levensbelang, gelegen in zijn Mid
dellandsche Zee-verbindingen en het
gewicht van zijn koloniale belangen,
loyaal toestemmen wat betreft slag
schepen i'n een mindere sterkte dan het
Japansche eilandenrijk, Maar de
„Temps" meent, dat het. aller instem
ming zal verwerven, indien Frankrijk
overeenstemming met de Amerika
nen en Italianen, een zeer groote be
wegingsvrijheid opeisoht in hei gebruik
van (luikbooten, als waarborg voor de
veiligheid van een rechtvaardig en
vredeivend Frankrijk.
In een ander bericht uit Washington
lezen we nog
In 1026, wanneer de eerste der tien
euwe slagschepen op stapel zou wor
den gezet, zou de Fransche vloot
164.000 ton bedragen en bestaan uit
oude dreadnoughts. In 1931 zou de
vloot 200.000 ton bedragen en bestaan
twee oude cn zes nieuwe dread
noughts in 1936 zou zij 235.000 ton
i bedragen en bestaan uit zeven nieuwe
en eeu oude dreadnought. In 1941 zou
zij het totaal beieikeu van 350.000 ton
en bestaan uit tien nieuwe dread
noughts. De Fransche deskundigen
stellen vast dat aan het einde van het
tienjarig tijdperk de Fransche vloot on
geveer 200.000 ton slagschepen zou
hebben, of 60.000 ton meer dan het
Aineriikaansche voorstel aangeeft,
Uit Londen wordt geseind 1
Briand deelde aan Harvey, den Ame-
xikaanschen gezant te Londen mede,
dat Frankrijk de viooltoewijzingen vol
gens het voorstel-Hughes aanvaardde.
Het Fransche ministerie van Marine
publiceert een nota, waarin gezegd
wordt, dat Briand bij zijn aankomst te
Londen het verlangen van Frankrijk
•heeft te kennen gegeven, om tot het
Amerikaansche standpunt betreffende
de beperking der vloot-tonnage toe
treden. Er is echter nog geen cijfer
vastgesteld.
Volgens de „Morning Post" bestaat
de kans, dat het viervoudig verdrag in
zake den Stillen Oceaan een vijfvoudig
verdrag zal worden, waarin Neder
land zal zijn opgenomen,
Te Londen
hebben dezer dagen belangryke be
sprekingen plaats.
Reeds Maandag hadden algemeene
besprekingen plaats tusschen Briand en
Lloyd George over de economische
quaestiën, die de gealieerden betreffen.
Bij Lloyd George bevonden zich Cham-
berlaiuen Sir Robert Home, de Kanse
lier der schatkist, terwijl Briand verge
zeld was van Loucheur en Berthelot,
resp, ministers van Wederopbouw en
Buitenlandsche Zaken. Men besloot, de
quaestiën, welke zich tengevolge van
de bespieking voordeden, te verwij-
naar Engelsche en Fransche finan-
ciëele deskundigen. Een verslag daar
van zou hedenochtend worden inge
diend, als Briand en Lloyd George op-
w een conferentie zullen houden.
Naar men verneemt, deelde Briand,
voordat de economische quaestien wer
den behandeld, Lloyd George zijn in
drukken mede van de conferentie te
Washington.
De besprekingen hebben een interna
tionale beteekenis gekregen door den
terugkeer van Rathenau, den Duitschen
financierden deskundige, naar Lcndeu,
die ook Maandag heeft plaats gehad,
Naar men zegt, heeft het tweede be
zoek van Rathenau ten doel, dat hij zal
kunnen worden geconsulteerd door den
Franschen of Britschen Premier of door
hunne resp. deskundigen. Rathenau is
vergezeld van dr. Fischer. Hij heeft,
evenals Briand en Loucheur, zijn in
trek genomen in hei Carlton Hotel,
Uit Berlijn wordt nog gemeld t
De Commissie van Herstel zal zelf op
haar nota, waarin zij met betrekking
lot het Duitsche verzoek om uitstel van
bealing met drie tegenvragen ant
woordt, geen omgaand antwoord ver
wachten.
Het Duitsche outwoord eischt rijpe
overweging. Over het antwoord op de
eerste vraag, hoe hoog de devisen-be-
dragen zijn, welke Duiischland voor
den isden Januari en deu 15 den Fe
bruari 1922 in staat zal zijn te betalen,
kan bij de Commissie van Herstel in
het geheel geen groote twijfel meer be-
Het antwoord op dc verdere vragen
zal afhangen van de resultaten, van de
besprekingen, die thans te Londen tus
schen Briand en Lloyd George worden
gevoerd, en waarop het oog der ge
heels wereld is gericht,
e lersche quaestie
houdt de gemoederen aau de overzij
van het Kauaal nog in beroering.
Griffith heeft in het Dail Eireann een
motie ingediend, waarin het lersche
Parlement wordt uihgenoodigd, de En-
gelsch-Ierscke overeenkomst aan te ne-
De Valera heeft 2ich In die zitting
heftig vèrzet tegen het aannemen der
Engelsch-Iersche overeenkomst.
Hij pleitte op hartstochtelijken toon
voor de verwerping, o.a. zeggend
Wij weiden door het lersche volk ge
kozen, en dacht het lersche volk, dat
wij leugenaars waren, toen wij'verklaar
den, de republiek te zullen handhaven?
Niemand was er zoo sterk véór als ik
om te trachten of een verzoening 'kon
worden bereikt, maar dit verdrag ver
zoent de lersche nationale aspiraties
niet. Het kan don eeuwenouden strijd
tusschen de beide naties niet doen ein
digen. De overeenkomst werd onder
dwang onderteekend en de natie zal
haar niet eerbiedigen. Ik wensch een
document, waaraan wij allen trouw
kunnen blijven. Wij kunnen onze han
den niei aan dit verachtelijke verdrag
bezoedelen.
De eed beteekent, dat de lersche
grondwet onderworpen zal worden aan
den koning van Engeland. Dat staat
gelijk met de onderwerping van onze
republiek. Liever teelten ik een docu
ment, dat het gezag van de Britten in
Ierland bevestigt, dat ons in slavernij
houdt, ïotdat de Almacht de tirannen
bestraft. Tenzij wij onze onafhankelijk
heid willen prijsgeven, kunnen wij dit
inconsequente verdrag niet aanvaar
den. Sedert ik tot president werd geko
zen, beschouw Ik het als mijn plicht,
Ierlands onafhankelijkheid te handha
ven. Thans acht ik hei mijn plicht
te trachten, dit verdrag verworpen
krijgen.- Het legt niet de grondslagen
voor een duurzamen vrede. Het lersche
volk kan, zoo het da verkiest, in on
derhandelingen met andere volken tre
den. Tot het Britsche rijk toetreden is
den Britschen monarch lot koning kie
zen, tegen wiens leger het heeft ge
vochten? Volgens dit verdrag zou de
koning van Engeland kunnen worden
uitgenoodigd, het lersche parlement
openen. (Geroep„Niet waarl") Ja
wel, riep De Valera. ïuaar wanneer er
een behoorlijke vrede was gesloten, had
de koning van Engeland kunnen wor
den uitgenoodigd Dublin te bezoeken,
evenals de president van Frankrijk of
de koning van Spanje.
Ten slotte stelde De Valera voor, de
overeenkomst te verwerpen, omdat zij
de lersche onafhankelijkheid prijs geeft
Ierland binnen het Britsche rijk brengt
en de leden van het Dail Eirean nood
zaakt, koning George als vorst te er
kennen.
Het voorstel van De Valera werd ge
steund door Stack, minister van Bin-
nenlandsche Zaken in het Sinn Fein-ka-
binet, die verklaardeIk eisch onaf
hankelijkheid en niets minder.
Ook werd het gesteund door graaf
PluDkettj
Iiitusschen zijn er weer onlusten
voorgevallen.
De wacht van de Balmoral-kazerne
te Belfast ontdekte Zaterdagavond,
dat zee mannen wapens uit de kazer
ne naar een auto wilden brengen. De
wacht opende het vuur, waardoor een
man werd' gedood en drie gewond.
Alle daders zijn gearresteerd.
Zaterdag zijn bij gevechten te Bel
fast vijf personen gedood en zei-tien
gewond waaronder drie vrouwen.
Zondagmiddag werd het schieten her
vat. Zaterdag werd eon oud-sold«at
bij het herstellen van de trambaan in
Newtonardsrcad door een schot ln
het hoofd gedood. Hierop volgden re
presailles. waarbij twee mannen ern
stig werden gewond.
Verspreid nieuws
DE PETERSBURCSCHE BEURS
WEER GEOPEND.
De opening van do Petersburgsche
Beurs zal op 1 Januari olaats vinden.
E VOLKSSTEMMING IN OEDEN-
BURC.
In Oedeuburg zijn volgens den offi-
cieelen uitslag 15-343 stemmen voor
Hongarije en 7390 voor Oostenrijk uit
gebracht.
DUITSCHE WERKLIEDEN IN 'T
VERWOESTE FRANSCHE GEBIED.
Op het congres van de Fransche
„Psrti républican démocratique et So
cial" is krachtig gepleit voor te werk
stelling van Duitsche werkkrachten in
dc verwoeste gebieden, waar een tekort
is aan 150.000 arbeiders.
BRIEVEN VAN DEN DUITSCHEN
EX-KEIZER.
Uit Berlijn wordt gemeld
Hindenburg publiceuit een briefwis
seling met den Keizer in hei laatste
voorjaar, waaruit de redenen moeten
blijken, waarom keizer Wilhelm den
Duitschen bodem verliet. Hij wensente
zich aan een strafvervolging, uitslui
tend tegen het hoofd van den Staat ge
richt, te onttrekken, daar niet hetzelfde
geschiedde niet andere Staten. De vij
anden hebben tot nu toe nog niet ge
antwoord op het voorstel de schuld
kwestie te doen onderzoeken door een
internationale onpartijdige commissie.
Dc Duitsche pers brengt Hinden
burg dank er voor, dat hij de groote
verantwoordelijkheid van publicatie op
2ich nam. Zij begroet de brieven als
documenten voor de wereldgeschiedenis
en als een waardevol wapen in den
strijd van het Duitsche volk om de
waarheid.
De .Titgliclie Rundschau" meent, dat
de brief niet voor publicatie bestemd
was.
De „Deutsche Allgemeine Ztg." con
stateert, dat wai de keizer over de
schuldkwestie zeide, overtuigend is en
niemand, die de waarheid wil, zal deze
getuigenis voorbij kunnen gaan.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
W e r k 1 o o a h e 1 ds t> e s 1 r ij-
di n g.
Gedeputeerde Staten deel en den
Staten mede, dat zai de mogelijkheid
van medewerking door de Provincie
aan de bestrijding der beerschende
werkloosheid nader hebben overwo
gen.
Hun conclusie Ï6 dat het minder
wensohelijk is hun een algemeette
machtiging le verleeneu om de uitvoe
ring van productieve werken te bevor-
SIC TRANSIT
Bezoeker (bij paleisinga-ng),,I»
vandaag de toegang open voor bezoe
kers
Portier: „Ja, meneer, zal ik u
rondleiden I"
Be-zoeker„Neen. doet u geen
moeite, ik ken dien weg, ik ben hier
vroeger koning geweest.
JE KUNT NOOIT WETTEN.
Twee kantoorjongens ontmoetten
elkaar buiten de kantoorpaleizen van
een eroote Bank.
Zei de eerste jongen: „Zoo, Kees!
Wat kom ie doen bij het kantoor waar'
ie de vorige week ie ontslag gekrej
gen hebt 1 Probeer ie om weer aange
nomen te worden?" Zijn vriend
snoof minachtend.
Kan ie begrijpenzei hij. „Ik
ara maar eens kijken, of ae de zaak
nog hebben kunnen voortzetten."
deren. Hier behoort de vraag of er
aanleiding (bestaat een bepaald werk
door do provincie te doen uitvoeren of
daarvoor uit de prov. kas steun th
•leenen telkens na ernstige overwe
ging van de daarbij 'betrokken belan-
gen^loor de Staten te warden beslist
en daarvoor zich thans ten opzichte
van de op te noemen w erken geen volt
doende gelegenheid bestaan.
Daarbij komt, dat de meeste werken
die voor opneming in een opgaaf van
productieve werken 111 aanmerking
zouden kooien, betrekking zouden
hebben op het bouwvak en aanver
wante werwkzaamlieden terwijl juist
daarin de werkloosheid niet een zoo.-
danig karakter draagt, dat er aanlei
ding bestaat tot buitengewone maatre
gelen. Voorts doet ook de mogelijk
heid. dat men op de boven aangege-
wijae besluiten zou tot uitvoering'
een werk in een streek, waar
geen werkloozen zijn, hen van een
voorste' van bedoelde strekking af-
Ben en ander neemt intusschen niet
eg. dat er ook aar hun gevoelen wel
aanleiding bestaat, dat de Provincie,
zii het op andere wijze, de tot bestrij
ding der werkloosheid ondernomen
mataregelen steunt. l)it zou h.i. kun
nen geschieden door liet verleeaien
van ziidrageu in de daarmede gepaardl
gaande kosten, waartoe een credietter
beschikking ware te stellen. Ged. Sta
ten zouden dan daarvan gebruik kun
nen maken en elke seriense poging,
door openbare lichamen of door deze
ingestelde commissies ter bestrijding
der werkloosheid ondernomen, gc'de-
liik in zioodanige ruatc kunnen steu
nen. dat de uitooering van het be
oogde werk göwaatfljorgd zou worden
waarbij nochtans naar ons oordeel als
voorwaarde zou worden gesteld, dat
door de belanghebbende streek ook
naar vermogen in de kosten van het
werk wordt bijgedragen.
Ged. Staten stellen dan voor ten
behoeve van de bestrijding der werk
loosheid een bedrag van f 200.000 te
hunner beschikking tc stellen.
Ged. Staten deelen dan nog mede.
dat zij hef. voornemen hebben aan d«
daarvoor in aanmerking komende wa-
I ïvbestureti in deze provincie
een circulaire te richten, waarin hun
ne aandacht op het vi-agstuk der wer-
Icelosheidobeetrijding gevestigd wordt
en hun gevraagd1 wordt na to ga-m of
in het Gelang daarvan geen werken
tot onderhoud of verbeterincr hunner
watergangen 011 vaars1 ooien, kaden en
dergelijke zouden kunnen worden uit
gevoerd.
Op een voorstel van het Statenlid
Ka mat ra om aan Gedeputeerden een
crediet te veriecnen van f 500.000
voor den aanleg van bestaande wegen
en vaarten brengen Ged. Staten even
eens advies uit Aanneming er van
wordt ontraden.
Het ambtenaren-reglement
I11 dc vevgaderiuK der commissie,
die de desbetreffende voordraehfc on
derzocht werd meelede-gedeeld door,
de heeren Kleerekopcr en Bosnian,
dat hun motie in zako bespoediging
van het ambtenarenreglement doov
hen in dien zin zal worden gewijzigd,
dat het, verband met het wefcsotifc-
werp-reehtstoestandwet komt to ver
vallen. De commissie adviseert een
parig, dat de motio in dien zin ge
wijzigd, door de Staten zal worde»
aangenomen.
De Provinciale Zieken
huizen.
Bij het onderzoek dor suppletoir©
bogrootingen vau de Provinciale Zie
kenhuizen werd besloten tot Gedepu
teerde Staten do vraag te richten, of
spoedig mag worden tegemoet ge ziet»
hun prae-advies op het adres der
Verceniging van Gestichtsartsen be
treffende de salarieering der genees-
heeren in de provinciale ziekenhui
zen
Voorts werd de vraag gesteld,
waarom het georganiseerd overleg
nog niet werkt. Een nadeelig gevo'g
van het uitblijven daarvan is, dat
ook de sub-commissie voor het geor
ganiseerd overleg 111 de provinciale
ziekenhuizen niet kan worden ge
vormd.
naai' het Engelsch van
JEFFERY FARNOL
(geautoriseerde vertaling, nadruk
streng verboden).
(i)
„Lio naam v..m mijn moeder, na
tuurlij k, Boverley! Ja, dat Ls een ult-
'stekencl-e naam en omdat het de hare
was, lieb ik er meter recht op clan op
eonigö andere. Dus Beverley zal ik
hellen, Barnahcw Bocerley, uitste
kend". Barnabas Btond weor stil en
nam zeer plechtig ,ujn hoed af voor
zijn schaduw.
„Zio zoo", zei hij, „dat ls weer in
orde. Nu moet 11c nog probeeren te
Jeeren buigen". En dat zeggende, sloeg
hij nog eens het „kostbare boek" op
en liep door de ontwakende na,tuur
met de oogen gevestigd op de raad
gevingen van den „deftigen heer".
Terwijl hij zoo voortwnnkeldo keek
hij toevallig op en kreeg een hekje in
het oog. Het was een heel oud hek,
eeu vervallen liek, versleten door de
jaren, want het stond heelemaal
scheef. En terwijl hij naar liet hekje
Kleef sfaren, sfKrirl Barrisbos plóf/re
ling stil, hield het boek tegen zijn
borst en terwijl hij zijn 'hoed met een
ologanten zwaai afnam, boog hij voor
het verweerde stukhout alsof het min
stens een aartshertog was geweest, of
do mooiste vrouw van het land!
„Fleo by Thor en Odin, wat heeft
dat te beduiden?" riep een stem ach
ter hem. „Tk zeg, wat beteekent dat
allemaal? Barnabas keerde zich dade
lijk om eu zag een kleinen, breedge-
schouderdeu man met een wijden blau
wen jas aan, dio eenigszins versleten
was, die zijn witgekousde beunen wijd
uit elkaar gezet had en hem uit een
knap gebruind gezicht met een paar
ronde, blauwe oogom aanstaarde; hij
had een hoed met ©en broeden rand
in de eene hand; de andere arm ont
brak tot den elleboog, merkte Barna
bas op.
„Tjonge!" zei hij, terwijl hij Barna
bas met zijn blauwe oogen aunkectk.
„Wat is er gaand©? Wat gebeurt er,
menerr, hè zeg, wat gebeurt er?"
Dadelijk begon Barnabas tegen liam
te glimlachen en boog voor hem, bij
na zoo laag als hij voor het hekje
nod gedaan,
„Mijnheer", 2©l hij, terwijl hij op
elegante wijze met zijn hoed zwaaide,
„ik hen uw zeer onderdanige die-
nanr".
„Malligheid, meneer", antwoordde
d-e ander. „Bah' is u gek. om zoo
te staan buigen tegen een hek alsof
het de admiraal van de vloot was, of
Nelson, in eigien persoon? Is u gek of
alleen maar dronken, meneer? Waar
om doet u zoo?"
Barnabas zc-tte zijn hoecl weer op en
sloeg liet boek open.
„Eerlijk gezegd, mijnheer;" zei hij,
„kreeg ik een onbedwingbare lust. con
voor iëts of iemand te huigen, eu daar
om hoog ik voor dat hek omdat ik
niets anders zag; maar nu u zoo op
het juiste ooger.biik te voorschijn komt
zal ik, zoo vrij zijn het nog eens tc
probeeren. Wilt u zoo goed zijn mij te
zeggen of ik vriendelijk genoeg lcijk"
on dit aegigend© boog Barnabas even
sierlijk al3 te voren
„Heb je ooit!" riep de man met den
eanen arm ui! - de kerel is gekker
don ik ducht".
„Neon, mijnheer, werkelijk niet",
glimlachte Bamatoas geruststellend,
maar in diit hoek, wat, naar mij ver
teld is, onfeilbaar moet zijn, staat dat
do buiging eer. van clo voornaamste
dingen ter wereld is voor een heer in
cl© deftige kringen
„In do toonaangevende kringen,
mijnheer, zijn goen echte heeren meer
over", viel de auder ham in die j-eöe.
„Hoe bedoelt u dat, meneer?".
„Ik zeg, nieniomd, goen lenlcele
meer".
„Maar, mijnheer
„Ik zeg u dat er geen enkele lieer
nflfcr over in de toonaangevende
kringen het ziju allemaal niets
waardige fatten, kerels van niks. De
toonaangevende kringen, bah!"
„Maar mijnheer en de Prins zelf
is tooh
„Do Prim, mijnheer!" Nu zotte de
een-arm zijn hoed op en maakt© een
snorkend geluid, „De Prins is een
prins, ïuqueeir; en bo\^ei|dien eeta
groot kênnor van sausicn van schoen
gespen. Laten we over iets belang-
1 ijkers praten, bijvoorbeeld over u
zelf'
Barna bas boog.
„Mijnheer", zei bij, „ik heet Barna
bas, Barnabas Beverley",
„Hm!" zei de ander nadenkend.
„Ik herinner mij een Beverley, die
als luitenant diende onder Hardy op
de Agamemnon, maar hij spelde zijn
naam met „l-e-y'V-
„Ik ook, mijnheer", zei Barnabas.
„Hm!"
„In de tweede plaats ben ik op weg
naar Londen,
„Londen! Alweer een! Londen na
tuurlijk. En?"
„En daar hoop ik een dragelijk fi
guur te slaan in de uitgaande we
reld".
„De udguande wereld deksels
nog toe waarom verdrink je je niet
liever? Dat zou veel eenvoudiger en
op den duur beter voor u zijn. Lon-
denl Uitgaande wereld! Met die jae,
5le Hoed, die
„Mijnheer zei aBntabas blozend,
„ik heb al
„Uitgaan hé? Mode. Nu dan uiuet u
uw borstkas in elkaar persou met
een afgrijselijke pas, die een en al
kraag, knoop en en pandjes is en
veel te nauw om in adem te halen; u
moet een broek aantrekken die zoo
jnniw is dat hij bijiu: barst en aan u
voeten zult u gepoetste folter wei kt ui-
gen moeten dragen
„Maar, mijnheer waagde Barna
bas het. op tc merken, „de Prins zelf
is toch verantwoordelijk voor dc be
staande mode, en zooals u wel weet
wordt hij de eerste, lieer van Europa
genoemd en
„Onzin, hurkharc onzin, mijnheel!
Wie noemen hem zoo? Een 'verzame
ling kruiperig© hovelingen, jong©
nietsdoeners en vechtersbazen. Do eer
ste lieer van malligheid, zeg ik!
Bah zeg ik. Heb ik niet gezegd dat
heeren uit de mode raakten toen de
fatten ei in kwam? Er is in heel En
geland geen enkele heer meer, behalve
misschien een of twee. Tegenwoordig
zijn het allemaal opschepperige bok
sers. onden is er vol van, Brighton
precies zoo, zelfs in deze eenzaamheid
zijn ze te vnidcn. Ik ben er een half
uur geled. u een tegengekomen die uit
een boscb daarginds kwam aanhin
ken. Een mpoie aang-kl.eede, glimla-
cheutlo schurk, een gevaarlijke kerell
Een gelukkige speler, eon losbol
een van aie jonge schurken zonder
gtwetun die Ix-reid zipi u uw geld af
te winnen of u dood te 6chieton ai
naar liet uitkomt en alles op vol
komen correcte wijze; op die manier
komt zoo iemand in dc gunst van den
ins en wordt een van de voorinan-
<n van de uitgaande wereld. Ala u
It slagen, mijnheer, moet gij hem
ovcel mogelijk toi voorbeeld ne-,
men".
„En 11 zegt dat hij hinkte?" vroeg
Barnabas-
„Ja, zijn verdiende loon, mijnheer.
Wat drommel, hij moest 111 boeien
naar bet cindjo van do wereld loopen
en daar blijven als ik mijn zin had.
.lieeft u misschien ook gezien wat
do kleur van zijn jus was?" vroeg
Burnahas weer.
„Dc jas was groen, memoer, maar
at doet dat er tóe heeft u hem
gezien?"
„Dat gciouf ik wel, mijnheer", zei:
Bai nubas, u!s hij eon groene jas aan
had. Hoe heet hij, kunt u mij dat ook
zeggen?"
„Zijn naam, mijnheer, is Garnuby,
Sir Mortimer Carnaby".
„Sir Mortimer Carnaby", zei Bar.
na bas, terwijl hij knikte.
„En mijnbeer", vervolgde do ander,
terwijl hij Baruuba/j van onder zijn
samengetrokken wenkbrauwen aan-