HAARLEM'S DAGBLAD Uit de Wereld. Rubriek voor onze Jeugd ZATERDAG 7 JA 1UARI 1922 VIERDE BLAD VERHALEN UIT DE MIDDELEEUWEN. VAN DEN VOS REINAER/DE. Reinaert voor het gerecht. Het vonnis. Reinaerts magen verlaten het hol. De g..!g wordt ia gereedheid gébracht. Reinaert bekent in het open baar &i zijn misdaden. Het verhaal van de samenzwering. Vóór den koninklijken zetel gekomen, begon Reinaert met den verst in wei- fekiózen bewoordingen te groeten en tm de verzekering te geven van zijn trouw. Hier zijn er velen, zoo ging lnj voort, die mij bij mijn honing in on genade willen doen vallen, maar dit zal liuri mislukken, wamt het betaamt niet, dat de kroondrager geloof hecht aan de vertelsels van booswichten en wreedaards. Toch z»j-n er aan de vor stelijke hoven maar al te veel van die lieden, waen de boosheid is inge boren en die de braven benadeel en: mogen zij hun rechtvaardig© etrui niet on l gaan Maar de Koning liet zich door zijn schoonschijnende woorden niet ver schalken. Hij verweet hem onder an der© wat hij zijn boden Bruum en Si- bert had aangedaan en gaf als zijn meening te kennen, dat de doodstraf hem wachtte. Reinaert bleef het antwoord niet schuldig. „Als ik moet boeien voor de snoeplust van Bruun en voor d© steel zucht van Sibert", zoo sprak hij, „staat het slecht met mij. Maar wat tan ik daartegen doen! Hoe goed en rechtvaardig mijn zaak ook is, hout de mocht in handen; zelfs al ik-t gij me op taag dooden. liet u niet ontbreken aan lieden, die dat goedkeurden" Maar de verschillende aanklagers, die met moeite Iiun ongeduld bedwon gen hadden, drongen nu naar voren, voorop Belijn de ram en z..n vrouw „dame Hawi", onmiodeiWjk daarop de anderen: Bruuin n>c?t zijn bloedver wanten en Tübert en Isengrijn, For- condet, het everzwijn, en ue raaf, cl© hevea-, het watervax en de eekhoren, heer Ro&seel, met zijn vrouw Dicwe- lir.c, en Cantecleer met zijn kinderon, en d© fret, allen liepen te hoop. En nn begun liet pleiten over en weer: nc-. :x hoorde men zulk een schoon© taal nu gewisseld werd tusschen 'Ie klaoht en de verdediging. Alaar het ©inde was dat de hoog© baronnen Rei naert veroordeelden om „bi der kele" gehangen te worden aan eau galg, „tlere ende vast". Toen het vonnis gewezen was, ver liet Grimbert de das met Reinaerts nauwte bloedverwanten het hof, daar zij niet wildon aanzien, dut Reinaert gehangen werd nis een dief. Tooh wa ren er wel onder lien, die er zich in nerlijk over verheugden. Met de uitvoering van het vonnis waren» belast Bruun en Isengrijn. Ue Koning, die met leedwezen Reinaerts magen, waaronder zeer goede en flin ke lieden, zag vertrekken, zett© de twee heeren tot spoed aan. Nu was er -wel ee»i galg in de nabijheid, maar eij hadden geen 6trop. ,,uii H'eeivn". sprak Reinaert, die lang gezwegen bad, „maakt er spoedig een eind aam zi-.i, gij niet uitgekozen om uw neet „den feller» roden'' to doodenTibert heelt immers den sterken strik, dien hij aan zijn keel heeft, meegebracht uit liet liuis waar hij op de muizen jacht is geweest". En zich tot oen ko ning wendend, zei hij: „Laat Tibert meegaan, die kan goed klimmen en den strik naar boven dragen". Voordat de drie hec-ren vertrokken, vermaande Isengrijn alle nichten en neven, en alle anderen, die ten hove bleken, Reinaert goed te bewaken. Aan Vrouwe Hersinde beval hij, hem vast te houden bij den baard en hom onder geen enkel voorwendsel los ie laten. - Als mijn moei haar eigen zin mocht volgen, sprak Reinaert spot tend tot Isengrijn, zou zij mij geen kwaad doen Maar haast u nu, licfdc- vo.i© ocun, gij, die met Heer Bruun en Heer Tibert uw neef berooft van eer en leven, baast u: ik vrees den dood niet, ik kan maar éénmaal sterven." Bruun en Isengrijn vertrokken met spoed, Tibert volgde hen iets langza mer, want het touw, dat hij diroeg, was zwaar en be'ommerde hem eemigt- -zins in het loopen; maar het ging nog. snel genoeg, zoo groot was zijn ijver en goede wil. Reinaert keek hen een poosje zwij gend na, daarna zei hij bij zi h zeli: voor hetgeen ik van nacht in mijn do ex kun get heb bedacht en nu denk uit te voeren is het beter, dat deze drie niet in de nabijheid zijn-". De koning achtte het oogenblik ge baar al mijn zonden belijden: het is beter, dat ai mijn diefstallen en wan daden bekend zijn, dan dat m-.n later een onschuldige daarvan betichl. De Koning gaf zijn toestemming. Reinaert stond eenigen tijd droevig zwijgend in het rond te kijken, d'aar- na ging hij voort: Er is op dit oogenblik niemand in dit huis tegen waen ik niet hot een of ander misdaan heb. Toch verzoek ik u mij aan te lioorc-n en door mijn voorbeeld t© leuren. Als kind was ik goed en braaf en speelde met aim .me ren, tot ik er cer.6 een boet en het bloed begon op te likken, Da-t smaak te zoo goed, dat ik ook aan tuA vieescn oegon, en toen ik daarvan e den smaak weg had, beet ik alles dood wat ik binnen mijn bereik acht te 1 ommeren, bokjes, hanen, kippen, ganzen. Nog erger werd het, toen ik in aanraking kwam met Isengrijn: de ze rekende mij voor, dut hij mijn oom w-as, en zoo werden v.ij gezel!on; hij stal het groote en ik het kleine, maar nis het op dcelen aankwam, kreeg )k zoo goed als niets. Tori» bleef i hem uilt liefde voor mijn oom, hoewel ik zonder hem best aan eten kon ko men, want ik heb zooveel zilver va goud, dat men het ternauwernood in zeven wagenvrachten zou kunnen ver voeren. Hoe zijt gij aan dien schat geko men, Reinaert? vroeg de koning. Dien schat heb ik gestolen; maar had ik dat niei gedaan, dan had het u, o Koning, liet leven gekost De Koningin sc.rrok huvig. -- Ach arme, sprak zij, wat zegt i Reinsert? Cp uw zielèhoil bid ik ons in het openbaar te zeggen, of gij iels weet van eon aanslag tegen deu Koning, mfjne.ii Heer. Edele Koningin, antwoordde hij, zelfs cl hadt gij mij dit niet verzoent, ik haci het u geopenbaard. Ik ben ioniand, die op het punt staat tc ster ven, en met de waterschap van de® msiduad durf ik het leven niet veria ten. Indien dus de Koning sti ie wL gebieden, zal ik zeggen, hoe jammer lijk hij verrad:-n was en wo ke samen zwering gesmeed was tegen zijn ven, al zijn de moest schuldigen enke le van mijn liefste bloedverwanten. Op raad van de Koningin gt-baixl nu de Koning aan alle aanwezigen het diepste stilzwijgen te bewaren, lotdai Reinaert zou hebben uitgesproken. En deze begon een verhaal op te disechen waarbij hij om zijn vijanden to zeker der in het verdci-f tc 6t.orteoi, zijn oigen vader en Grimbert, ©en van zijn Jiefst bloedverwanten, eveneens m ■t.aat van beschuldiging stelde. --- Mijn vader, zoo verleide hij, had Koning Hermeünlvs schait gevonden en was daardoor zoo trotec.li geworden, dat hij al zijn vroegere genooten bene den zïoh achtte. II ij zond Tibert don kater naar de Ardennen om Bruun de kroon aan te bieden en hem uit te noo.iiggia naar Vlaanderen te kojntn. Mijn vader ontbood ook Grimbert en Isengrijn. In het End van Wa:s, tus schen het dorp Hijfte en Geilt kwallien zij met hum vijven in een donkeren nucht bijeen in het woeste veld en zwoeren den koning i© doodm cn Bruun op den koningsstoel te zeiten. Mocht iemand van 's konings magen zich daartegen willen verzetten, d..n zou mijn vader door omkoperij ailen tegenstand doen ophouden. Nu ge beurd© het op een morgen, dat mijn neef Grimbert een weinig beschonken was en» aan mijn vrouw, terwijl zij sa men over de heide liepen, het geCieel© plan van stukje tot beetje vwtelj'e. Mijn vrouw beloofde hem to zwijgen, maar het eerst© wat zij doed toen zij mij zag in het woud, waar ik me be vond, was mij stilletjes alEs te vertel len en met zulke overtuigende bewij zen, dat mij® harén te beige rezen. Ik kende den valsohen, kwaadnanligen en misciadigen Bruun, ik kende ook onzin welbeminden, goedaardige®, gaiadigen koning; vandaar dat ik be- s.'oc-t alles te doen wat in mijn vermo ge,n was om de booze pionnen van mijn vader te verijdelen. Daarvoor was liet noodig dat ik mij meester maakt© van zijn schat, maar hoo dien te vinden? I'k begon nu hij dag en bil nacht, in bossohen en hagen op hem te loeren en waar hij ook ging, zijn gangen te bespieden. Zoo gebeurde het dat, toen iik eens in hinderlaag Eg. ik mijn vader uit een hol zag sluipen, llij keek voorzichtig om zich heen: toen hij niemand zog, stopte hij het hol dicht mei zan3 en bij het heen gaan wiechte hij met zijn staart zrn voetsporen uit. Daar leerde ik van den wijzen oud© eenige meesterlijke listen, die ik nog niet kende. Mijn vader naju komen om het vonnis te voltrekken, i zijn weg naar het dorp, waar vette hij liet op den horen blazen en beval I hoendeie waren, en zoodra ik dorst te Reinaert naai- buiten te leiden; maar. voorschijn te komen, krabde ik het deze sprak. zand weg, kroop in het hol on vend - - Laat eerst de galg in gereedheidden schat. Vele dagen en nachten ach-, brengen. Ik zal inmiddels in het open-1 tereen bracht ik nu, geholpen door inijn vrouw, al dait goud an zilver óver naar een ander hol. Hoe het vinden van den schat vol gens Reinaert de samenzwering deed mislukken, zullen we zien in een vol gend artikel van deze rubriek. Koloniën LORD NORTHCLIFFE OP JAVA. Den öen Dec. werd uit Weltevreden gemeld Lord Northcliffe arriveerde gister morgen met de „Rumphius" op Tand jong Priok. Op telegrafisch verzoek van Lord Northcliffe werd hij afge haald door do directie van Aneta. Na een autotocht door Batavia en Wel tevreden vertoefde Northcliffe ander half uur op het kantoor van Aneta cn toonde groote belangstelling voor de positie van de Indische pers, waarvan de grootte ehm verbaasde. Lord Northcliffe was opgetogen over den prachtigen aanleg van Weltevreden cn de haven van Tandjong Priok. Gister morgen om elf uur had hij een audiën tie met den landvoogd, terwijl gister avond een diner ten paleize plaats h id Hedenmorgen werd een autotocht gemaakt naar Buitenzorg voor een bezoek aan den Plantentuin. Morgen middag gaat Viscount Northcliffe per speciale K. P. M. Boot naar Sin gapore en daarna via Saigon terug naar Europa. 's Avonds had een diner plaats ia de bestuurszaal van de Sociëteit Con cordia door Aneta aangeboden aan Lord Northcliffe cn zijn staf. Er waren twintig aanzittendén, on der wie lord Northcliffe, zijn beide e- cretarissen, do burgemeester van Ba tavia mr. Meyroos als oud-redacteur van de Nieuwe Courant, de wd. presi dent van de factorij Van Rossum .1I3 president-commissaris van het Bat. Nieuwsblad» de Britsche handelsatta ché Bluett, de hoofdredacteuren van het N. v. d. Da v. N.-I., Java-Bode n •le directeur van Sluyters Monthly, nil. Wiessing, de eigenaar van de Jav.\ Bode, de bankier Van Heusden, ver tegenwoordigers van de Bataviasciic pers, do staf van Aneta en de -e dacteur van het Archief voor de sui kercultuur, de heer Ricman. De heer D. W. Berretiy, dé openings speech houdend, heette lord North cliffe, wiens bezoek de Bataviascnu pers als een ongewone eer beschouw), op hartelijke wijzo welkom. Lord Northcliffe, bet v~ - de bij het einde van 't diner, uitte er zijn dankbaarheid over, dat de Engel scben hier te lande zulke groote gnst,- vrijheid genieten. Spv. wees op het gelijke streven van de Hollanders en de Engelschen, voor wie het eigen hme in hun land te klein is, 0111 hier dc beschaving to brengen onder de Inheemsche bevol king. Hij bewondert Holland en het Hol- landsclio volk wegens den bloei van ïndië en zette de moeilijke positie van Holland gedurende den oorlog uiteen, toen Holland zoo manmoedig zijn eohtvaardige positie bleef innemen. De speech van lord Northcliffe duur- fe een half uur en werd met de groot ste aandacht aangehoord. BiPEsaïanö DE HOOFDEN EN DE BOND VAN NED. ONDERWIJZERS. Ia verhand het op de 'lgemeeno vergadering van den Ned. Bonn van Onderwijzers gevallen besluit tot niet-toelating van de hoofden den bond, teokent de Bode-redactie de situatie voor 1922 aldus: liet sollicitceren van bondsleden voor schoolhoofd is geen vijandelijke daad te genover do zelfstandigheididee. Geen en kele functionaris, geen enkele afdeeling, mag dit jaar oen j.oging doen om dc solli citaties to beperken, doch hij, v. arvau do sollicitatie succes heeft, moet de boud uit. Onze redactie, men weet het, acht deze situatie tactisch n»is. Zjj kau o.L onmo gelijk een logisch vervolg zjjn op de ge schiedenis van den zelfstandigheidsstriid tot heden toe. Doch w„ 1 ehtcu het n.i niet het oogenblik, hierover te gaan debattee- ren. Veel liever doen wij een eerlijke be kentenis, 11.I. deze, dat er in deze tactisch foutieve beslissing een clement zit, dat goed gedaan lieert, voor ons van honderd maal meer belang dan allo mo- ;elii!;e tactische vragen, n 1. dat do ver- eeniging als allereersten eiscl» stelt: De democratische school, de school, waarin allo leerkrachten geljjke medezeggen- schap is toegestaan. En nu »s het mot tc ontkennen, dat door de wjjze, waarop van commiBsiezjjdo de propaganda voor toe latiug van hoofden is gevoerd, voor velen den bond een aanneming van het voor stel der toelating zou beteekcud hebben: iVerwateriugWeina, deze algomeoue vergadering heeft het duidelijk uitgcspro ken: de Bond denkt er nist aan ook niaur een klein deeltje te laten vallen van den zelf6tandigheidseisth.-"! Raadsels fD«M raadsels zijn aile Ingezonden doot jongen* en meisjes die „Tooi Unie Jeugd" lezen. l>e nxinen der kinderen, die mij »0ór Woeusdagiiuddaf: 4 uur goede oplossingen •enden, worden in he; rolgendu nummei bekend gemaakt.J Isdcro cuacd worden ondor de bssts oplossers twen boeken in prarkxkaud loot. De raadselprijzen voor de maand De cember zijn bij loting ten deel geval len aan BREM en NIKKERTJE, die Woensdag 11 Januari bij mij mogen afbalea. (Ingezonden door Bellefleur.) Zet voor een lidwoord een klinker en ge krijgt een plaats in Gelderland. (Ingezonden door Goudvink.) Ik ben een getal. Zet er een letter voor en ik ben een meisjesnaam. Zet dan een letter achter cn ik ben een plaats in Friesland. (Ingezonden door Adelaar.) Ik ben een plaats in Noord-Holland. Verander mijn laatste letter en ik word een vogel. Neem dan mijn 2de letter weg en ik ben een water Noord-Holland. (iDgezonden door Vlindertje.) Mijn geheel beslaat uit 10 letters een gebouw, dat in iedere stad vinden is. 9, S, 10 is een lichaamsdeel, 2» 3. 5, 8, 9 is een bergplaats.- In een 7, 4, 1, 2, 3 zijn boomen. Een 1, 2, 3, 4, 5, 6 vindt men tegen woordig ook in moderne huizen. (Ingezonden door Prins Maurits.) Ik ben een spreekwoord van 31 let ters. 19 20, 21, 22 is een edel metaal. 28, 29, 30, 31 is een lichaamsdeel. 3, 4. 5j 6, 7, 8 is het begin van den dag. 'y. 26, 5, 5, 23, 18 is een jongens- 9, 10, 11, 12, »3 is een vorm van '1 werkwoord staan. 1, 5, 21, 18, 2, 30 is een plaats in Gelderland. 4, 15, 16, 17, iS is een vorm van 't werkwoord hebben. 25. 5. 2Ó. 24, 28, 19, 15 is een pro vincie in Nederland. 2, 3, 3, 7, 5 is in iedere buishouding. 28, 29, 3, 27, 31 is een 'lichaamsdeel. 6. (Ingezonden door Johan Bee kelaar.) Ik ben een vloeistof. Keer me om en ik ben gevaarlijk voor dieren. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn In het land der blinden is éénoog koning. 2. Gras Graz; 3. Interlaken. 4. Stille waters hebben diepe gron den. 5. Riga RiLa 6. a. In bedstedenb. muzïekmees- r; c. tot hij wakker is d. bajonetten; c. een boekf. rijtuigbokg. toch 4 pooien; h. spijkers van de schoe nen. Goede oplossingen ontvangen van Het Trio 5, Abrikoos 5, Framboos 5, Zonnepir 6, Brem 6, Controleur 6, Kerstboompje 6, Blondkopje 0, Korenbloem 6, Madeliefje 0, Spori- nan 6, Boterbloempje Meiknopje 5, Jopie Slim 5, Dikkic Bigmans 5, Ane moon 5, Rijstepikkertje 6, Ganzcbloem Goudkopje 6, Prinses Aitalanta O, Nikkertje 6, Goudhaantje 6, Vliegenier 6, Lathyrus 4, Cravate 6, Sscundo 6, Zeester 6, A. én D. Buytendijk 6, Ri- 6, Ornates 6, Montbretia 6, Friso 6, Lucia Gerritsen 6, Wilgenroosje 6, Harlekijn 0, Lachebekje 6, Matroos 5, Vliegende Hollander 6, Hyacinth 6, Bruintje 5, Spartaan 5, De Schipper 6, Vlindertje 6, Tiekie en Pienc 6, Alpen- viookje 5, Robbedoes 5, Zwart oog 6, Pietje Eell 5, Floris V 5, Lentebode Sneeuwballetje 6. Eakkruidje 6, Ro zenknopje 5, Campanula 5, Mciki 6, Stokvischje 5, Victoria 6, Blncmenfee 6. Lcntcknopje 5, Dik Trom 0, Dirk en l'ict üscfiaiz 6, Napoleon 5, Denappel- ijc C, Hein Stavast 6, Willem III 6, Poe- semoedertje 6, Michièl de Ruyter 0, Ver geet mij nietje 6 Excelsior 6, Viooltje S, Mclatti 6, Kruizemuntje 0, Witte Muis 6, De Schipperin 5, Elzekatje 5, Zonnebloem 6, Duinroosje 5, Han van Zuylcn 0, Dolle Hans 6, Klaproos 6, iet Spoor 5, Beppie Spoor 5, Goud- ink 6, Danseresje 4, Bellefleur 6, Flo ris V 5, Sprietel 6, Minerva 6. 08 WsÈsirgd Inzendingen ontvangen vanFuch sia, oud 15 jaar; Marietje; Vlindertje, jaar. Li338 fEH 0hW£6 (Vervolg.) „Een leuke brief, hè, Greet?" vroeg mevrouw Huyscr. „ja, een echt leuke brief. Maarte.." „V.at wou jc 2eggen, kind?" „U zoudt Bep vast heel aardig vin- iden, moes." „Dat kan ik me voorstellen. Je schreef altijd zoo enthousiast over haar." „Moes!" „Jal" „U zoudt veel meer van Bep houden, dan „Nu, dan van wie?" Er kwam geen antwoord. Maar 1 klein, donker kopje snikte het uit het kussen. „Greetje, kind, wat is er?" Mevrouw Huyser lei baar hoofd naast het snikkende hoofd van Greet. Een arm werd stijf om haar bals geslagen en hortend en stootend, zei Greet „Moe dertje, heeft u alles, alles vergeven?" „Natuurlijk, kind. En ik heb je im mers beloofd, dat je straks weer thuis mag komen, als je tenminste wilt. Mijn Greetje heeft hier heusch veel goeds geleerd." Innig drukte mevrouw Huyser het vermagerde lichaampje tegen zich aan. .Natuurlijk, dc herinnering aan goe de en booze daden blijft ons bij." „Behoef ik hier in Haarlem niet meer naar school?" „Als je niet al te moe bent, zullen we eens verstandig pralen." „Lief moesje, ik ben heelemaal niet „Kijk eens. Greet, toen ik je terug gevonden had, was ik zóó blij, dat ik je wel mee had willen nemen naar ons dorpje. Dat kon toen niet door je ziek zijn." „Maar als ik nu straks beter ben?" „Dan kan het niet dadelijk door de school." „Hè, moeder," pruilde Greet. „Vader heeft eens geïnformeerd bij meneer Breeuwer. Hij raadde ons ten sterkste af dit schooljaar te onderbre ken." „Dus moet ik tot Juli hier nog blij- Greetjes onderlip begon bedenkelijk te trillen. In de stille uren, dat de slaap komen wou, had ze zoo vaak over du alles gedacht. De gedachte naar huis, had haar als een troostend lichtje toegeflikkerd. En nu was alles zoo ver. ver weg. Is 't zoo vreesdijk om nog v.at bij grootmoeder te blijven?" klonk plotse ling een bevende stem. Moeder noch dochter hadden in het vuur van hun gesprek de oude dame hooren binnen koinen. Beschaamd keek Greet op. Wa» moest ze antwoorden? Liegen deed ze nooit. Veinzen kon ze niet. .Greetje!'* Wat klonk dat week. Zoo geheel anders, dan ze het van groot moeder gewoon was. „Greetje, juffrouw Horst en ik zul len het zoo eenzaam krijgen zonder onze wildzang." Het klonk zoo srnee- kziid en Greet zag hoe grootmoeders gerimpelde handen aan den deken pluk- „Is het heusch waar, grootje. Zou graag willen, dat ik bleef?" Greei wachtte niet op het antwoord. Er blonk iets in de oude, grijze oogen, dat ze er nimmer gezien had. Even, heel even, streed ze haar strijd. „Ik blijf," ze» ze ieiwat schor. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Brieven aan de Redacue van de Kin- d«i-Afdeeiing woeien geionden loióm aan Mevr. BLOM b ERG—ZEEMAN, v d. Vinnesuaat 21 rd. (ia de bus gooien zonder aansckal Ie». Nieuwelingen zijn MARIETJE FI- GEE, oud 12 jaar, Tetterodesiraa; 132; HAN v. ZUYLEN, oud 9 jaar, Lange Veers traat 32 rd. Hartelijk dank voor de mooie Kerst en Nieuwjaarskaarten, alsmede vooi verdere kaartjes, die ik mocht ontvan gen van Kruidje roer mij niet, Floris V, Pieijc Bell, YY'im v. d. L., Mevr. v. d. L.D., Goudvink, Prinses Attalan- ia. Goudkopje, Boschviooltje, Meiknop je, Bellefleur, Hyacinth, Vliegende Hol lander, Fan». M. van S., Kersiboompje, Prins Salomo, Blondkopje, Hein Sla- vast, 1'Qesenmoedertje, Lentebode, Hel Trio, Sneeuwballetje en haar ouders, Fam. Koker, Willy, Lena, Jiékie en Piene, Anemoon, Azalea, Ouders van Schipperin en Elzekatje, Rudolf, Dirk en l'iet O., De Schipperin, Jopie Slim, Oudcis van Controleur, Kersiboompje en Blondkopjc, Robbedoes, Fam. M.— B., Corrie cn Stienije H., Hendrica de la C-, Fuchsia, Controleur, Lachebek je, Krullebol, Elzekatje, Lena K., Mo zart, Friso, Win», Piet en Beppie S., Wilgenroosje, Kinderen G., Willem III, Denappcltje, Gerard K., Theeroos, Vergeet m»j nietje, Michiel de Ruyter. Aan ouders en Rubrickertjes mijn bes te wenschen voor 1922. SPIREA en HORTENSIA. Harte lijk dank voor je felicitatie. '1 Doet me genoegen, dai de avond in Sarepta zoo'n blijde herinnering bij je heeft achtergeiaten. Je rapport was best, dat vijfje ontsierde bet een klem beetje. Dus je maar extra op het Engelsch toc- fgelegd. Nog wel gefeliciteerd met oeg gunstigen uitslag van je examen. Wat wordt die Coba een knappe cosiumièrev Naar welk kantoor gaat Lena nu? Een goed beginl ONRUST. Zoo, kom jij ook weer eens boven water. Ook alles goeds toe- gewenscht. Dus heb jij je maar weet eens aan den wedstrijd gewaagd. Ja was altijd een leelijke concurrent. Hoe is het nu met moeder? Gaan jullie elkaar verbeurten? Je schrijft me nog wei eens wat over een en ander, hè. BUTTERFLY. - Ook een gelukkig jaar, kind. Het doet me genoegen, dat jc gezellige dagen hebt gehad. Dat geeft weer moed om de dageiijkich» bezigheden te hervatten. Is de chocoladt al opgepeuzeld? BREM. Wanneer jullie niet rneei Haarlem zijn, wil ik je raadselpriji wel opsturen naar Amersfoort. Stuur dan met je raadsels mij je juiste adres* Het jaar begint goed voor jou, hè. FRAMBOOS. 'k VVenscb jullie ook een heel gelukkig jaar. Zoq, vond je het versje mooi? Ik had er maai ten wijsje bij moeten maken, dar» had je hei op de piano kunnen spelen. Je schiei maar flink op met piano-spclcn* ABRIKOOS. Je raadsel is goed. M. DE B. Als je door hei vele huiswerk niet meer geregeld mee kan doen, laat dan af en toe wat van jo hooren. 't Doet me genoegen, da) Trinekc in je smaak valt. Ik dacht wel, dat jc oen mooi rapport zoult hebbent Veci groeten van M. HET TRIO. De reis van Janna is dus wel een beetje in het water geval- len. Gelukkig maar. dat ze het in huin gezellig had. TIEKIE en PIENE. Tot mijn spijt jren jullie dc vorige week te laat. Je mag ook de namen van groenten gt- bruiken, want t e hooren ook lot het plantenrijk. Bellefleur en goudreinct mag. Ditmaal komt „Langs een Om weg" weer. Ook met je ouders alle» goeds tcegewcnscht bij den aanvang au een nieuw jaar. GOUDVINKJE. Al weer- naar onk gevlogen? Wel bedankt vooi jo mooie kaartje met het oude geveltje. - Een onbekende weascht me een gelukkig nieuwjaar. '1 Zou veel meer waarde voor me hebben, als ik den naam vaa den wenscher wist. SPARTAAN. Denk je er om, dat k 15 januari je werk moer hebber.. Ik hoop, dat je in 't nieuwe jaar hee) veel plezier van je figuurzaag zul: heb ben. Ben je al aan iets bezig.' BRUINTJE. 't Was toch een heel bekend spreekwoord. Snoezig postpa pier heb je. Daar snoet je wel mooi op schrijven, of je wil of niet. Ai de opgenoemde namen zijn goed. Maar er iet vtel namen zijn, die up b< eindigen. Bevalt het je weer op school? Je moet dagelijks wel tippelen. Die nic is zeker nog een kras oudje? MATROOS. Hoe komt het zoo, dat je vacantie verlengd is? Leuk, dat je nu een zusje te leen hebt. Wel zie lig, dat haar moedeftje zoo ziek is. I-Ioe gaat 't er nu mee? KORENBLOEM. Dat was wel een tegenvaller, dat grootvader juisi op Oudejaar zoo ziek was. Hoe is '1 nu met hem? Ik kan me voorstellen, dat je ser naar school verlangde. LACHEBEKJE. Nu zijn de pret jes voorbij cn werken is weer de bood schap. 't Spijt je zeker toch wel een beetje, dat je van de Zondagsschool af ben:. BUURMEISJE. Je bent een hcelc kapitalisie. Groeit je kapitaal aan? Nu is „Langs een Omweg" er'weer. Leest moeder 't je voor? Of lees je 't zelf? HARLLY1JN. Zoo, ben jc 10 jaar? iice was de schuilnaam van jo grootcu broer? Ik herinner mc hem ei meer. MARIETJE. Ik vind het leuk. dat eea Auierikaantjè ook mee gaat doei,. Je moet me maar veel schrijven over je vadefland. Waar ben ie geboren cn waar heb je gewoond? Je laai viel me genoeg mee. Er ziin wel Hoilandsche kinderen, die veel meer taalfouter» maken. Waar ga je op school en in we.ke klas zit je? LUCIA G. Ook alles gesds tocgc- wenscht. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Heef: de Kerstboom mooi gebrand ORNATES. Heerlijk, da-t het met s zoo goed blijft gaan. 't Is zeker een beele opluchting voor haar, idat het rekverbana van haar been is. Zijn de idereu uu ook weer beter? PRINSES ATTALANTA. Al raadsel je dan niet meer mee, ik hoop toch dat je n»e af en toe eens schrijft hoe het jc gaat. Dan verlies ik je niet uit het oog. 11c moest heusch eventjes lachen, dat jullie nu al weer vervuld zijn van een volgenden Sint Nicolaas- wedsuijd. Blijf je bij moeder thuis? GOUDKOPJE. Het ga je goed, kind. Maar nu niet wachten tot Decem ber om iets van je te laten hooren. ANEMOON. Een Kerstboom aan- kieeden is veel prettiger werk dan af takelen. Vind je ook niet? Ik vond je kaan prachug. Nög wel bedankt, hoor. D1KK1E BIGMANS. Ook mei va der en moeder veel goéds toegeweuscht* 't Doet me genoegen, dat het gedichtje n jc smaak valt. Tot hoever is de oo.c pop nu in de kleeren? JQPlE S. Wie anders in dezen L-'euiIIeton De Avonturen van Barnabas naar het Engeisch van JEFFERY FARNOLr (geautori£eerde vertaling, nadruk streng verboden). 21} Maar af en toe maakte de pokda lige, die zicii 1111 met z'n paa-'den be zig iiielu, ©en geluid, dat wi god.rapt weid door zij»» laaag en da©, m.u.J toch veel weg bad van gngrmniK. Maar oi' dit zoo was of niet, tiaar Be kommerde Lam ah as zich niei vera cv 0111, want hij bevond zich al in dio hall droonierigen toestand tusschen Waken cn slapen cn besefte nog vaag dat hij door den zomernacht werd gereden, langs eenzainie hutjes cn boerderijen, langs héérlijk ruikende schuren en hooibergen, lungs kleine meertjes waarop dc sterren sc..enen tc drijven steeds verder en verder, over bruggen door slaperig-© dorpjes cn gehuchten, heuvel op, hemci af, steeds dichter naar Londen toe. Maar langzamerhand smolt het g rinkel t an liet paardentuig, het geratel van do wieion, het rgelmatige geluid der puui\k3Hioe»eu aiumaa» samen tot ©_n gedreun, zachter en zachter tot Barnabas insliep, maai- het scheen hem toe dal lilj een o.gcnblik later weer wakker werd »an licut en stem men en »ne»-kte dat. ze van paarden verwisselden. De pokdalige bo.g voorover, knipoogvC weer en huister- de met zijn fieesclie stem: „Tieu mijl al, men©.»- ©11 't „vel- Jit-s" ltöit ge on woord meer gezegd!" en hij bewoog z'n hoofd in de rich ting van het drukke heertje. Knipoog de weer en uraaide zich om, om op do stalknechts te schelden, bi.. - gooanarligen, vröülijkeai toon. Na ean poesje rtden ze wesr door, heu.ei op, heuvel al, langs weiden en rivieren, onder het bladerdak vto» de boomeai; de nacht was doodstil; z», noorden allecai het geluid van hun wiéion, het kraaien van ©an haan of liet bluffen van een hond op een boe renerf. De maan zoiak steeds lager en ging onder, maar de diligence reed verder in de opkomend© damp. Lafig- zumorhaaid verbleekten de sterren, want ver weg in het oosten kwam een grijzo streep aan deai hémel die steeds breeder weid, toen -veranderde in rose rood, in goud tot eindelijk in volie glorie de zon opkwam alle damp verdween en de d g aanbrak Barnabas geeuwde, deed zijn slape- rigq opgc-11 open en zag dat er hi r en daar huiswil stonden en mooie tuinen maai- noe verdei zij reden des t© m&er huizen kwamen e,» d© tiiinan weiüen kleiner en ze.dzamcr^ En nu hoorde Barnabas oti» geiuid dat blijkbaar van een grooten afstond kwam nu eens luide;-, dan weer taciiter, con nooit opnomknJ gobroru; hij iue.; met een slaperig gezicht naar den pok dalige cn informeerde wat dat wel zijn Kon. „Da meneer? dat is Londen de wielen op de keien je hoort het hier maar wat ik zeggen wou" de koetsier boog zich naar Barna bas toe en knipoogde alweer „i.e heel© nacht heit ie het woord „veilies" niet genoemd meneer echt nu Ei» toen hij dat gezegd had grinnik te dc pokdalige en bemoeide zich weer met zijn paarden. Ala hi een droom mérkt Barnabas dat zo door allerlei straten rijden, broeide en smalle straten, allemaal vol groot© wagons; steeds verder gaan zo, langs sombere herbergen, langs ker ken waarop de verglim© weerhanen schittert» in het zon.1c.1t langs krom me zijstraten en donker© steegjes en eindelijk, nu plotse.Log rechts af tc zijn geslagen komen ze aan de Kroon" Het is een groote herberg met twee verdieping:n 01 veel ramen. Niet tegenstaande liet vroeg© uur zijn or al lioel wat mqmschen. Barnabas klimt dadelijk van deu bok af, baant zich een weg door de menigte, en ziet wel dra i'eicray naast, zie»» staan. „Wi.t u rcuijieii, meacei-:'" „Berst slapen Peterbv". „Goed iucBï©r, uczeri kant uit". Even later volgt lnj een kamer- uu-if.'o uic b.n» 1-Jigs e-n wenteltrap, uitgesleten door het vele geaiu.s, br.-ngt naar ©m klein, somber kamer tje, «at uitkomt op ean balcon dat ï.uigs dan generica voorkant van de henx-rg loopt. Barnabas zogt „goe den nacht" maar, knipoogenu te gen liet felle zon.ic.it, verandert bij liet en zegt enis.ig: „goeden morgen". Het meisje lacln, maakt een uitua- ressc til verdwijnt terwijl z© de deur acliter zich sluit. Aa.11 dun muur van de slaapkamer togoiiover het bed, hangt ©en schil derij van een heer in uniform met oen ongemakkelijk Imogen boord, llij heeft een soort arendsneus en zwarte bakkebaarden cai een paar eigenaar dige groote ronde oogen, die naar Barnabas kijken alsof ze wilden zeg- gein: „En wie is u wel, meneer?'' Ér onder staat zijin naam voluit, met sierlijke krulletters zoo: jLnltenant-Geueraal de Graaf van Pomfroy". Hij ziet er zoo veiwaarlijk uit dat het 1le.11 slaporigen Barnabas toe schijnt dat die ronde oogen hem over al in liet kleine kamertje volgen. Toch geeuwt hij cn begint zich uit te klee- 1..11, toen ii.j daar mee klaar was her innerde llij z;ch dat lnj in Loipen wua en nam zijn geld uit zijn zak et» leg- ue hei onder zijn kussen; liet pistool van Chichester .egde hij voor hel grij pen cn stapte toen iu bed. Al is hij nog zoo slaperig toch keert hij zich n:s eens om orn naar den Graaf van ï'omlroy te k..k-_n, zijn gianzcndc bakkebaarden tc Lewonde- ren eu de medaille en riaderorüen op zijn j„s te bekij.i-öi. Tenslotte kijkt hij naar zijji oogen ei» merkt dat ueze erg ve:l lijken op c.it van de Witte l.ceuw bij Teuterden, in zooverre dat ze liem ook alierlei vragen schijnen te stenen. „Groot of klein? Blond of donker? Zou z© u weer een kus geven als zc u weer terug ziei? Zou ze het pieltlg vinuen oni u weer te zien, verwaande kwajongen?" „Gcii!'" zucht Barnabas. „Ik ik weet bet niet". llij zuchtte weer en nog eens en voor de (lerde maal en \io. toen 111 slaap ©11 droomde oat een zeki.re Wit te Leeuw, gek e.d in het uniform Viu eon luitenant-generaal en mei mooie zwarte bakkebaarden zich op één poot in evenwicht hield op den rand van zijn bei HOOFDSTUK XXVI. Ov©r de plichten \-in een b e (li c>n (1 c en v a ne n m a n. „En Feierby", eei Barnsb86, terwijl Lij zijn slOïl na iiet onto ,t ucütofO uil bdicu-f, „ecu van de eerste oiu- gen die ik noodig heb is een kleer maker". „Juist, meneer". „Ueze kleeren waren goed genoeg voor bulten, maar „Zrivar, iQtneer antwoordde Pe- tc» jy buigend. j „Hm", Zïi Barnabas terwijl hij 1 zijn knecht aankeek. „Maar", ging hij voort ze zouden vod slechter kunne» zijn, Peterby, ui; snit .s.goeü en de stof is uitstekend. Ja z© zou- den nog veel slechter kunnen zijn". „Het is mo^e.ijk, meneer", ant- I woordde Peterby met een nieuwe bui- H'iiS- Tutn llij eens naar Peterby's onbe- wcgül.jke gezicht gekeken had, stond Bui nablus op, en b.keek zichzelf, zoo g.icd en too kwaad als het g.ng, in do verweerde spiegei die a.tr, den muur hing. „Zijn ze dan zoo e;gvroeg hij. Peterby had moeite om nïèt tc glim lach©... j „Als kleeren zijn zc lieel prac 1 tiscl» meneer maar als costuum j bestaan zc eenvoudig niet"'. „Nuzei Baruubas. „dun moeten we zoo spoedig mogelijk n costuum V'.mr mij zien te krijgen dut wèl bo- .-tnat. Ken je een goeden klecrnitv* I ker?" 1 „Ik ken zc allemaal meneer".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 13