HAARLEM'S DAGBLAD
Uit de Wereld.
Rubriek voor onze Jeugd
ZATERDAG 7 JA 1UARI 1922 VIERDE BLAD
VERHALEN UIT DE MIDDELEEUWEN.
VAN DEN VOS REINAER/DE.
Reinaert voor het gerecht.
Het vonnis. Reinaerts magen
verlaten het hol. De g..!g
wordt ia gereedheid gébracht.
Reinaert bekent in het open
baar &i zijn misdaden. Het
verhaal van de samenzwering.
Vóór den koninklijken zetel gekomen,
begon Reinaert met den verst in wei-
fekiózen bewoordingen te groeten en
tm de verzekering te geven van zijn
trouw. Hier zijn er velen, zoo ging lnj
voort, die mij bij mijn honing in on
genade willen doen vallen, maar dit
zal liuri mislukken, wamt het betaamt
niet, dat de kroondrager geloof hecht
aan de vertelsels van booswichten en
wreedaards. Toch z»j-n er aan de vor
stelijke hoven maar al te veel van
die lieden, waen de boosheid is inge
boren en die de braven benadeel en:
mogen zij hun rechtvaardig© etrui niet
on l gaan
Maar de Koning liet zich door zijn
schoonschijnende woorden niet ver
schalken. Hij verweet hem onder an
der© wat hij zijn boden Bruum en Si-
bert had aangedaan en gaf als zijn
meening te kennen, dat de doodstraf
hem wachtte.
Reinaert bleef het antwoord niet
schuldig. „Als ik moet boeien voor de
snoeplust van Bruun en voor d© steel
zucht van Sibert", zoo sprak hij,
„staat het slecht met mij. Maar wat
tan ik daartegen doen! Hoe goed en
rechtvaardig mijn zaak ook is,
hout de mocht in handen; zelfs al
ik-t gij me op taag dooden. liet
u niet ontbreken aan lieden, die dat
goedkeurden"
Maar de verschillende aanklagers,
die met moeite Iiun ongeduld bedwon
gen hadden, drongen nu naar voren,
voorop Belijn de ram en z..n vrouw
„dame Hawi", onmiodeiWjk daarop
de anderen: Bruuin n>c?t zijn bloedver
wanten en Tübert en Isengrijn, For-
condet, het everzwijn, en ue raaf, cl©
hevea-, het watervax en de eekhoren,
heer Ro&seel, met zijn vrouw Dicwe-
lir.c, en Cantecleer met zijn kinderon,
en d© fret, allen liepen te hoop. En nn
begun liet pleiten over en weer: nc-. :x
hoorde men zulk een schoon© taal
nu gewisseld werd tusschen 'Ie
klaoht en de verdediging. Alaar het
©inde was dat de hoog© baronnen Rei
naert veroordeelden om „bi der kele"
gehangen te worden aan eau galg,
„tlere ende vast".
Toen het vonnis gewezen was, ver
liet Grimbert de das met Reinaerts
nauwte bloedverwanten het hof, daar
zij niet wildon aanzien, dut Reinaert
gehangen werd nis een dief. Tooh wa
ren er wel onder lien, die er zich in
nerlijk over verheugden.
Met de uitvoering van het vonnis
waren» belast Bruun en Isengrijn. Ue
Koning, die met leedwezen Reinaerts
magen, waaronder zeer goede en flin
ke lieden, zag vertrekken, zett© de
twee heeren tot spoed aan. Nu was er
-wel ee»i galg in de nabijheid, maar
eij hadden geen 6trop. ,,uii H'eeivn".
sprak Reinaert, die lang gezwegen
bad, „maakt er spoedig een eind aam
zi-.i, gij niet uitgekozen om uw neet
„den feller» roden'' to doodenTibert
heelt immers den sterken strik, dien
hij aan zijn keel heeft, meegebracht
uit liet liuis waar hij op de muizen
jacht is geweest". En zich tot oen ko
ning wendend, zei hij: „Laat Tibert
meegaan, die kan goed klimmen en
den strik naar boven dragen".
Voordat de drie hec-ren vertrokken,
vermaande Isengrijn alle nichten en
neven, en alle anderen, die ten hove
bleken, Reinaert goed te bewaken.
Aan Vrouwe Hersinde beval hij, hem
vast te houden bij den baard en hom
onder geen enkel voorwendsel los ie
laten.
- Als mijn moei haar eigen zin
mocht volgen, sprak Reinaert spot
tend tot Isengrijn, zou zij mij geen
kwaad doen Maar haast u nu, licfdc-
vo.i© ocun, gij, die met Heer Bruun en
Heer Tibert uw neef berooft van eer
en leven, baast u: ik vrees den dood
niet, ik kan maar éénmaal sterven."
Bruun en Isengrijn vertrokken met
spoed, Tibert volgde hen iets langza
mer, want het touw, dat hij diroeg,
was zwaar en be'ommerde hem eemigt-
-zins in het loopen; maar het ging nog.
snel genoeg, zoo groot was zijn ijver
en goede wil.
Reinaert keek hen een poosje zwij
gend na, daarna zei hij bij zi h zeli:
voor hetgeen ik van nacht in mijn
do ex kun get heb bedacht en nu denk
uit te voeren is het beter, dat deze
drie niet in de nabijheid zijn-".
De koning achtte het oogenblik ge
baar al mijn zonden belijden: het is
beter, dat ai mijn diefstallen en wan
daden bekend zijn, dan dat m-.n later
een onschuldige daarvan betichl.
De Koning gaf zijn toestemming.
Reinaert stond eenigen tijd droevig
zwijgend in het rond te kijken, d'aar-
na ging hij voort:
Er is op dit oogenblik niemand
in dit huis tegen waen ik niet hot een
of ander misdaan heb. Toch verzoek
ik u mij aan te lioorc-n en door mijn
voorbeeld t© leuren. Als kind was ik
goed en braaf en speelde met aim .me
ren, tot ik er cer.6 een boet en het
bloed begon op te likken, Da-t smaak
te zoo goed, dat ik ook aan tuA vieescn
oegon, en toen ik daarvan e
den smaak weg had, beet ik alles
dood wat ik binnen mijn bereik acht
te 1 ommeren, bokjes, hanen, kippen,
ganzen. Nog erger werd het, toen ik
in aanraking kwam met Isengrijn: de
ze rekende mij voor, dut hij mijn oom
w-as, en zoo werden v.ij gezel!on; hij
stal het groote en ik het kleine, maar
nis het op dcelen aankwam, kreeg )k
zoo goed als niets. Tori» bleef i
hem uilt liefde voor mijn oom, hoewel
ik zonder hem best aan eten kon ko
men, want ik heb zooveel zilver va
goud, dat men het ternauwernood in
zeven wagenvrachten zou kunnen ver
voeren.
Hoe zijt gij aan dien schat geko
men, Reinaert? vroeg de koning.
Dien schat heb ik gestolen; maar
had ik dat niei gedaan, dan had het
u, o Koning, liet leven gekost
De Koningin sc.rrok huvig.
-- Ach arme, sprak zij, wat zegt i
Reinsert? Cp uw zielèhoil bid ik
ons in het openbaar te zeggen, of gij
iels weet van eon aanslag tegen deu
Koning, mfjne.ii Heer.
Edele Koningin, antwoordde hij,
zelfs cl hadt gij mij dit niet verzoent,
ik haci het u geopenbaard. Ik ben
ioniand, die op het punt staat tc ster
ven, en met de waterschap van de®
msiduad durf ik het leven niet veria
ten. Indien dus de Koning sti ie wL
gebieden, zal ik zeggen, hoe jammer
lijk hij verrad:-n was en wo ke samen
zwering gesmeed was tegen zijn
ven, al zijn de moest schuldigen enke
le van mijn liefste bloedverwanten.
Op raad van de Koningin gt-baixl
nu de Koning aan alle aanwezigen het
diepste stilzwijgen te bewaren, lotdai
Reinaert zou hebben uitgesproken. En
deze begon een verhaal op te disechen
waarbij hij om zijn vijanden to zeker
der in het verdci-f tc 6t.orteoi, zijn
oigen vader en Grimbert, ©en van zijn
Jiefst bloedverwanten, eveneens m
■t.aat van beschuldiging stelde.
--- Mijn vader, zoo verleide hij, had
Koning Hermeünlvs schait gevonden en
was daardoor zoo trotec.li geworden,
dat hij al zijn vroegere genooten bene
den zïoh achtte. II ij zond Tibert don
kater naar de Ardennen om Bruun de
kroon aan te bieden en hem uit te
noo.iiggia naar Vlaanderen te kojntn.
Mijn vader ontbood ook Grimbert en
Isengrijn. In het End van Wa:s, tus
schen het dorp Hijfte en Geilt kwallien
zij met hum vijven in een donkeren
nucht bijeen in het woeste veld en
zwoeren den koning i© doodm cn
Bruun op den koningsstoel te zeiten.
Mocht iemand van 's konings magen
zich daartegen willen verzetten, d..n
zou mijn vader door omkoperij ailen
tegenstand doen ophouden. Nu ge
beurd© het op een morgen, dat mijn
neef Grimbert een weinig beschonken
was en» aan mijn vrouw, terwijl zij sa
men over de heide liepen, het geCieel©
plan van stukje tot beetje vwtelj'e.
Mijn vrouw beloofde hem to zwijgen,
maar het eerst© wat zij doed toen zij
mij zag in het woud, waar ik me be
vond, was mij stilletjes alEs te vertel
len en met zulke overtuigende bewij
zen, dat mij® harén te beige rezen. Ik
kende den valsohen, kwaadnanligen
en misciadigen Bruun, ik kende ook
onzin welbeminden, goedaardige®,
gaiadigen koning; vandaar dat ik be-
s.'oc-t alles te doen wat in mijn vermo
ge,n was om de booze pionnen van
mijn vader te verijdelen. Daarvoor
was liet noodig dat ik mij meester
maakt© van zijn schat, maar hoo dien
te vinden? I'k begon nu hij dag en bil
nacht, in bossohen en hagen op hem
te loeren en waar hij ook ging, zijn
gangen te bespieden. Zoo gebeurde het
dat, toen iik eens in hinderlaag Eg.
ik mijn vader uit een hol zag sluipen,
llij keek voorzichtig om zich heen:
toen hij niemand zog, stopte hij het
hol dicht mei zan3 en bij het heen
gaan wiechte hij met zijn staart zrn
voetsporen uit. Daar leerde ik van den
wijzen oud© eenige meesterlijke listen,
die ik nog niet kende. Mijn vader naju
komen om het vonnis te voltrekken, i zijn weg naar het dorp, waar vette
hij liet op den horen blazen en beval I hoendeie waren, en zoodra ik dorst te
Reinaert naai- buiten te leiden; maar. voorschijn te komen, krabde ik het
deze sprak. zand weg, kroop in het hol on vend
- - Laat eerst de galg in gereedheidden schat. Vele dagen en nachten ach-,
brengen. Ik zal inmiddels in het open-1 tereen bracht ik nu, geholpen door
inijn vrouw, al dait goud an zilver óver
naar een ander hol.
Hoe het vinden van den schat vol
gens Reinaert de samenzwering deed
mislukken, zullen we zien in een vol
gend artikel van deze rubriek.
Koloniën
LORD NORTHCLIFFE OP JAVA.
Den öen Dec. werd uit Weltevreden
gemeld
Lord Northcliffe arriveerde gister
morgen met de „Rumphius" op Tand
jong Priok. Op telegrafisch verzoek
van Lord Northcliffe werd hij afge
haald door do directie van Aneta. Na
een autotocht door Batavia en Wel
tevreden vertoefde Northcliffe ander
half uur op het kantoor van Aneta cn
toonde groote belangstelling voor de
positie van de Indische pers, waarvan
de grootte ehm verbaasde. Lord
Northcliffe was opgetogen over den
prachtigen aanleg van Weltevreden cn
de haven van Tandjong Priok. Gister
morgen om elf uur had hij een audiën
tie met den landvoogd, terwijl gister
avond een diner ten paleize plaats h id
Hedenmorgen werd een autotocht
gemaakt naar Buitenzorg voor een
bezoek aan den Plantentuin. Morgen
middag gaat Viscount Northcliffe per
speciale K. P. M. Boot naar Sin
gapore en daarna via Saigon terug
naar Europa.
's Avonds had een diner plaats ia
de bestuurszaal van de Sociëteit Con
cordia door Aneta aangeboden aan
Lord Northcliffe cn zijn staf.
Er waren twintig aanzittendén, on
der wie lord Northcliffe, zijn beide e-
cretarissen, do burgemeester van Ba
tavia mr. Meyroos als oud-redacteur
van de Nieuwe Courant, de wd. presi
dent van de factorij Van Rossum .1I3
president-commissaris van het Bat.
Nieuwsblad» de Britsche handelsatta
ché Bluett, de hoofdredacteuren van
het N. v. d. Da v. N.-I., Java-Bode n
•le directeur van Sluyters Monthly, nil.
Wiessing, de eigenaar van de Jav.\
Bode, de bankier Van Heusden, ver
tegenwoordigers van de Bataviasciic
pers, do staf van Aneta en de -e
dacteur van het Archief voor de sui
kercultuur, de heer Ricman.
De heer D. W. Berretiy, dé openings
speech houdend, heette lord North
cliffe, wiens bezoek de Bataviascnu
pers als een ongewone eer beschouw),
op hartelijke wijzo welkom.
Lord Northcliffe, bet v~ -
de bij het einde van 't diner, uitte er
zijn dankbaarheid over, dat de Engel
scben hier te lande zulke groote gnst,-
vrijheid genieten.
Spv. wees op het gelijke streven van
de Hollanders en de Engelschen, voor
wie het eigen hme in hun land te
klein is, 0111 hier dc beschaving to
brengen onder de Inheemsche bevol
king.
Hij bewondert Holland en het Hol-
landsclio volk wegens den bloei van
ïndië en zette de moeilijke positie van
Holland gedurende den oorlog uiteen,
toen Holland zoo manmoedig zijn
eohtvaardige positie bleef innemen.
De speech van lord Northcliffe duur-
fe een half uur en werd met de groot
ste aandacht aangehoord.
BiPEsaïanö
DE HOOFDEN EN DE BOND VAN
NED. ONDERWIJZERS. Ia verhand
het op de 'lgemeeno vergadering van
den Ned. Bonn van Onderwijzers gevallen
besluit tot niet-toelating van de hoofden
den bond, teokent de Bode-redactie de
situatie voor 1922 aldus:
liet sollicitceren van bondsleden voor
schoolhoofd is geen vijandelijke daad te
genover do zelfstandigheididee. Geen en
kele functionaris, geen enkele afdeeling,
mag dit jaar oen j.oging doen om dc solli
citaties to beperken, doch hij, v. arvau do
sollicitatie succes heeft, moet de boud uit.
Onze redactie, men weet het, acht deze
situatie tactisch n»is. Zjj kau o.L onmo
gelijk een logisch vervolg zjjn op de ge
schiedenis van den zelfstandigheidsstriid
tot heden toe. Doch w„ 1 ehtcu het n.i niet
het oogenblik, hierover te gaan debattee-
ren. Veel liever doen wij een eerlijke be
kentenis, 11.I. deze, dat er in deze tactisch
foutieve beslissing een clement zit, dat
goed gedaan lieert, voor ons van
honderd maal meer belang dan allo mo-
;elii!;e tactische vragen, n 1. dat do ver-
eeniging als allereersten eiscl» stelt: De
democratische school, de school, waarin
allo leerkrachten geljjke medezeggen-
schap is toegestaan. En nu »s het mot tc
ontkennen, dat door de wjjze, waarop van
commiBsiezjjdo de propaganda voor toe
latiug van hoofden is gevoerd, voor velen
den bond een aanneming van het voor
stel der toelating zou beteekcud hebben:
iVerwateriugWeina, deze algomeoue
vergadering heeft het duidelijk uitgcspro
ken: de Bond denkt er nist aan ook niaur
een klein deeltje te laten vallen van den
zelf6tandigheidseisth.-"!
Raadsels
fD«M raadsels zijn aile Ingezonden doot
jongen* en meisjes die „Tooi Unie Jeugd"
lezen. l>e nxinen der kinderen, die mij »0ór
Woeusdagiiuddaf: 4 uur goede oplossingen
•enden, worden in he; rolgendu nummei
bekend gemaakt.J
Isdcro cuacd worden ondor de bssts
oplossers twen boeken in prarkxkaud
loot.
De raadselprijzen voor de maand De
cember zijn bij loting ten deel geval
len aan BREM en NIKKERTJE, die
Woensdag 11 Januari bij mij mogen
afbalea.
(Ingezonden door Bellefleur.)
Zet voor een lidwoord een klinker en
ge krijgt een plaats in Gelderland.
(Ingezonden door Goudvink.)
Ik ben een getal. Zet er een letter
voor en ik ben een meisjesnaam. Zet
dan een letter achter cn ik ben een
plaats in Friesland.
(Ingezonden door Adelaar.)
Ik ben een plaats in Noord-Holland.
Verander mijn laatste letter en ik
word een vogel. Neem dan mijn 2de
letter weg en ik ben een water
Noord-Holland.
(iDgezonden door Vlindertje.)
Mijn geheel beslaat uit 10 letters
een gebouw, dat in iedere stad
vinden is.
9, S, 10 is een lichaamsdeel,
2» 3. 5, 8, 9 is een bergplaats.-
In een 7, 4, 1, 2, 3 zijn boomen.
Een 1, 2, 3, 4, 5, 6 vindt men tegen
woordig ook in moderne huizen.
(Ingezonden door Prins Maurits.)
Ik ben een spreekwoord van 31 let
ters.
19 20, 21, 22 is een edel metaal.
28, 29, 30, 31 is een lichaamsdeel.
3, 4. 5j 6, 7, 8 is het begin van den
dag.
'y. 26, 5, 5, 23, 18 is een jongens-
9, 10, 11, 12, »3 is een vorm van
'1 werkwoord staan.
1, 5, 21, 18, 2, 30 is een plaats in
Gelderland.
4, 15, 16, 17, iS is een vorm van 't
werkwoord hebben.
25. 5. 2Ó. 24, 28, 19, 15 is een pro
vincie in Nederland.
2, 3, 3, 7, 5 is in iedere buishouding.
28, 29, 3, 27, 31 is een 'lichaamsdeel.
6. (Ingezonden door Johan Bee
kelaar.)
Ik ben een vloeistof. Keer me om en
ik ben gevaarlijk voor dieren.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn
In het land der blinden is éénoog
koning.
2. Gras Graz;
3. Interlaken.
4. Stille waters hebben diepe gron
den.
5. Riga RiLa
6. a. In bedstedenb. muzïekmees-
r; c. tot hij wakker is d. bajonetten;
c. een boekf. rijtuigbokg. toch
4 pooien; h. spijkers van de schoe
nen.
Goede oplossingen ontvangen van
Het Trio 5, Abrikoos 5, Framboos 5,
Zonnepir 6, Brem 6, Controleur 6,
Kerstboompje 6, Blondkopje 0,
Korenbloem 6, Madeliefje 0, Spori-
nan 6, Boterbloempje Meiknopje 5,
Jopie Slim 5, Dikkic Bigmans 5, Ane
moon 5, Rijstepikkertje 6, Ganzcbloem
Goudkopje 6, Prinses Aitalanta O,
Nikkertje 6, Goudhaantje 6, Vliegenier
6, Lathyrus 4, Cravate 6, Sscundo 6,
Zeester 6, A. én D. Buytendijk 6, Ri-
6, Ornates 6, Montbretia 6, Friso
6, Lucia Gerritsen 6, Wilgenroosje 6,
Harlekijn 0, Lachebekje 6, Matroos 5,
Vliegende Hollander 6, Hyacinth 6,
Bruintje 5, Spartaan 5, De Schipper 6,
Vlindertje 6, Tiekie en Pienc 6, Alpen-
viookje 5, Robbedoes 5, Zwart oog 6,
Pietje Eell 5, Floris V 5, Lentebode
Sneeuwballetje 6. Eakkruidje 6, Ro
zenknopje 5, Campanula 5, Mciki 6,
Stokvischje 5, Victoria 6, Blncmenfee
6. Lcntcknopje 5, Dik Trom 0, Dirk en
l'ict üscfiaiz 6, Napoleon 5, Denappel-
ijc C, Hein Stavast 6, Willem III 6, Poe-
semoedertje 6, Michièl de Ruyter 0, Ver
geet mij nietje 6 Excelsior 6, Viooltje
S, Mclatti 6, Kruizemuntje 0, Witte
Muis 6, De Schipperin 5, Elzekatje 5,
Zonnebloem 6, Duinroosje 5, Han van
Zuylcn 0, Dolle Hans 6, Klaproos 6,
iet Spoor 5, Beppie Spoor 5, Goud-
ink 6, Danseresje 4, Bellefleur 6, Flo
ris V 5, Sprietel 6, Minerva 6.
08 WsÈsirgd
Inzendingen ontvangen vanFuch
sia, oud 15 jaar; Marietje; Vlindertje,
jaar.
Li338 fEH 0hW£6
(Vervolg.)
„Een leuke brief, hè, Greet?" vroeg
mevrouw Huyscr.
„ja, een echt leuke brief. Maarte.."
„V.at wou jc 2eggen, kind?"
„U zoudt Bep vast heel aardig vin-
iden, moes."
„Dat kan ik me voorstellen. Je
schreef altijd zoo enthousiast over
haar."
„Moes!"
„Jal"
„U zoudt veel meer van Bep houden,
dan
„Nu, dan van wie?"
Er kwam geen antwoord. Maar 1
klein, donker kopje snikte het uit
het kussen.
„Greetje, kind, wat is er?"
Mevrouw Huyser lei baar hoofd naast
het snikkende hoofd van Greet. Een
arm werd stijf om haar bals geslagen en
hortend en stootend, zei Greet „Moe
dertje, heeft u alles, alles vergeven?"
„Natuurlijk, kind. En ik heb je im
mers beloofd, dat je straks weer thuis
mag komen, als je tenminste wilt. Mijn
Greetje heeft hier heusch veel goeds
geleerd."
Innig drukte mevrouw Huyser het
vermagerde lichaampje tegen zich
aan.
.Natuurlijk, dc herinnering aan goe
de en booze daden blijft ons bij."
„Behoef ik hier in Haarlem niet
meer naar school?"
„Als je niet al te moe bent, zullen
we eens verstandig pralen."
„Lief moesje, ik ben heelemaal niet
„Kijk eens. Greet, toen ik je terug
gevonden had, was ik zóó blij, dat ik
je wel mee had willen nemen naar ons
dorpje. Dat kon toen niet door je ziek
zijn."
„Maar als ik nu straks beter ben?"
„Dan kan het niet dadelijk door de
school."
„Hè, moeder," pruilde Greet.
„Vader heeft eens geïnformeerd bij
meneer Breeuwer. Hij raadde ons ten
sterkste af dit schooljaar te onderbre
ken."
„Dus moet ik tot Juli hier nog blij-
Greetjes onderlip begon bedenkelijk
te trillen. In de stille uren, dat de slaap
komen wou, had ze zoo vaak over
du alles gedacht. De gedachte naar
huis, had haar als een troostend lichtje
toegeflikkerd. En nu was alles zoo
ver. ver weg.
Is 't zoo vreesdijk om nog v.at bij
grootmoeder te blijven?" klonk plotse
ling een bevende stem. Moeder noch
dochter hadden in het vuur van hun
gesprek de oude dame hooren binnen
koinen.
Beschaamd keek Greet op. Wa»
moest ze antwoorden? Liegen deed ze
nooit. Veinzen kon ze niet.
.Greetje!'* Wat klonk dat week. Zoo
geheel anders, dan ze het van groot
moeder gewoon was.
„Greetje, juffrouw Horst en ik zul
len het zoo eenzaam krijgen zonder
onze wildzang." Het klonk zoo srnee-
kziid en Greet zag hoe grootmoeders
gerimpelde handen aan den deken pluk-
„Is het heusch waar, grootje. Zou
graag willen, dat ik bleef?"
Greei wachtte niet op het antwoord.
Er blonk iets in de oude, grijze oogen,
dat ze er nimmer gezien had. Even,
heel even, streed ze haar strijd.
„Ik blijf," ze» ze ieiwat schor.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven aan de Redacue van de Kin-
d«i-Afdeeiing woeien geionden loióm
aan Mevr. BLOM b ERG—ZEEMAN,
v d. Vinnesuaat 21 rd.
(ia de bus gooien zonder aansckal
Ie».
Nieuwelingen zijn MARIETJE FI-
GEE, oud 12 jaar, Tetterodesiraa; 132;
HAN v. ZUYLEN, oud 9 jaar, Lange
Veers traat 32 rd.
Hartelijk dank voor de mooie Kerst
en Nieuwjaarskaarten, alsmede vooi
verdere kaartjes, die ik mocht ontvan
gen van Kruidje roer mij niet, Floris
V, Pieijc Bell, YY'im v. d. L., Mevr. v.
d. L.D., Goudvink, Prinses Attalan-
ia. Goudkopje, Boschviooltje, Meiknop
je, Bellefleur, Hyacinth, Vliegende Hol
lander, Fan». M. van S., Kersiboompje,
Prins Salomo, Blondkopje, Hein Sla-
vast, 1'Qesenmoedertje, Lentebode, Hel
Trio, Sneeuwballetje en haar ouders,
Fam. Koker, Willy, Lena, Jiékie en
Piene, Anemoon, Azalea, Ouders van
Schipperin en Elzekatje, Rudolf, Dirk
en l'iet O., De Schipperin, Jopie Slim,
Oudcis van Controleur, Kersiboompje
en Blondkopjc, Robbedoes, Fam. M.—
B., Corrie cn Stienije H., Hendrica de
la C-, Fuchsia, Controleur, Lachebek
je, Krullebol, Elzekatje, Lena K., Mo
zart, Friso, Win», Piet en Beppie S.,
Wilgenroosje, Kinderen G., Willem III,
Denappcltje, Gerard K., Theeroos,
Vergeet m»j nietje, Michiel de Ruyter.
Aan ouders en Rubrickertjes mijn bes
te wenschen voor 1922.
SPIREA en HORTENSIA. Harte
lijk dank voor je felicitatie. '1 Doet me
genoegen, dai de avond in Sarepta
zoo'n blijde herinnering bij je heeft
achtergeiaten. Je rapport was best, dat
vijfje ontsierde bet een klem beetje.
Dus je maar extra op het Engelsch toc-
fgelegd. Nog wel gefeliciteerd met oeg
gunstigen uitslag van je examen. Wat
wordt die Coba een knappe cosiumièrev
Naar welk kantoor gaat Lena nu? Een
goed beginl
ONRUST. Zoo, kom jij ook weer
eens boven water. Ook alles goeds toe-
gewenscht. Dus heb jij je maar weet
eens aan den wedstrijd gewaagd. Ja
was altijd een leelijke concurrent. Hoe
is het nu met moeder? Gaan jullie
elkaar verbeurten? Je schrijft me nog
wei eens wat over een en ander, hè.
BUTTERFLY. - Ook een gelukkig
jaar, kind. Het doet me genoegen, dat
jc gezellige dagen hebt gehad. Dat
geeft weer moed om de dageiijkich»
bezigheden te hervatten. Is de chocoladt
al opgepeuzeld?
BREM. Wanneer jullie niet rneei
Haarlem zijn, wil ik je raadselpriji
wel opsturen naar Amersfoort. Stuur
dan met je raadsels mij je juiste adres*
Het jaar begint goed voor jou, hè.
FRAMBOOS. 'k VVenscb jullie
ook een heel gelukkig jaar. Zoq, vond
je het versje mooi? Ik had er maai ten
wijsje bij moeten maken, dar» had je
hei op de piano kunnen spelen. Je
schiei maar flink op met piano-spclcn*
ABRIKOOS. Je raadsel is goed.
M. DE B. Als je door hei vele
huiswerk niet meer geregeld mee kan
doen, laat dan af en toe wat van jo
hooren. 't Doet me genoegen, da)
Trinekc in je smaak valt. Ik dacht wel,
dat jc oen mooi rapport zoult hebbent
Veci groeten van M.
HET TRIO. De reis van Janna is
dus wel een beetje in het water geval-
len. Gelukkig maar. dat ze het in huin
gezellig had.
TIEKIE en PIENE. Tot mijn spijt
jren jullie dc vorige week te laat. Je
mag ook de namen van groenten gt-
bruiken, want t e hooren ook lot het
plantenrijk. Bellefleur en goudreinct
mag. Ditmaal komt „Langs een Om
weg" weer. Ook met je ouders alle»
goeds tcegewcnscht bij den aanvang
au een nieuw jaar.
GOUDVINKJE. Al weer- naar
onk gevlogen? Wel bedankt vooi jo
mooie kaartje met het oude geveltje.
- Een onbekende weascht me
een gelukkig nieuwjaar. '1 Zou veel
meer waarde voor me hebben, als ik
den naam vaa den wenscher wist.
SPARTAAN. Denk je er om, dat
k 15 januari je werk moer hebber.. Ik
hoop, dat je in 't nieuwe jaar hee)
veel plezier van je figuurzaag zul: heb
ben. Ben je al aan iets bezig.'
BRUINTJE. 't Was toch een heel
bekend spreekwoord. Snoezig postpa
pier heb je. Daar snoet je wel mooi
op schrijven, of je wil of niet. Ai de
opgenoemde namen zijn goed. Maar er
iet vtel namen zijn, die up b<
eindigen. Bevalt het je weer op school?
Je moet dagelijks wel tippelen. Die
nic is zeker nog een kras oudje?
MATROOS. Hoe komt het zoo,
dat je vacantie verlengd is? Leuk, dat
je nu een zusje te leen hebt. Wel zie
lig, dat haar moedeftje zoo ziek is. I-Ioe
gaat 't er nu mee?
KORENBLOEM. Dat was wel een
tegenvaller, dat grootvader juisi op
Oudejaar zoo ziek was. Hoe is '1 nu met
hem? Ik kan me voorstellen, dat je
ser naar school verlangde.
LACHEBEKJE. Nu zijn de pret
jes voorbij cn werken is weer de bood
schap. 't Spijt je zeker toch wel een
beetje, dat je van de Zondagsschool
af ben:.
BUURMEISJE. Je bent een hcelc
kapitalisie. Groeit je kapitaal aan? Nu
is „Langs een Omweg" er'weer. Leest
moeder 't je voor? Of lees je 't zelf?
HARLLY1JN. Zoo, ben jc 10
jaar? iice was de schuilnaam van jo
grootcu broer? Ik herinner mc hem
ei meer.
MARIETJE. Ik vind het leuk. dat
eea Auierikaantjè ook mee gaat doei,.
Je moet me maar veel schrijven over
je vadefland. Waar ben ie geboren cn
waar heb je gewoond? Je laai viel me
genoeg mee. Er ziin wel Hoilandsche
kinderen, die veel meer taalfouter»
maken. Waar ga je op school en in
we.ke klas zit je?
LUCIA G. Ook alles gesds tocgc-
wenscht. Nog wel gefeliciteerd met je
verjaardag. Heef: de Kerstboom mooi
gebrand
ORNATES. Heerlijk, da-t het met
s zoo goed blijft gaan. 't Is zeker een
beele opluchting voor haar, idat het
rekverbana van haar been is. Zijn de
idereu uu ook weer beter?
PRINSES ATTALANTA. Al
raadsel je dan niet meer mee, ik hoop
toch dat je n»e af en toe eens schrijft
hoe het jc gaat. Dan verlies ik je niet
uit het oog. 11c moest heusch eventjes
lachen, dat jullie nu al weer vervuld
zijn van een volgenden Sint Nicolaas-
wedsuijd. Blijf je bij moeder thuis?
GOUDKOPJE. Het ga je goed,
kind. Maar nu niet wachten tot Decem
ber om iets van je te laten hooren.
ANEMOON. Een Kerstboom aan-
kieeden is veel prettiger werk dan af
takelen. Vind je ook niet? Ik vond je
kaan prachug. Nög wel bedankt, hoor.
D1KK1E BIGMANS. Ook mei va
der en moeder veel goéds toegeweuscht*
't Doet me genoegen, dat het gedichtje
n jc smaak valt. Tot hoever is de
oo.c pop nu in de kleeren?
JQPlE S. Wie anders in dezen
L-'euiIIeton
De Avonturen
van Barnabas
naar het Engeisch van
JEFFERY FARNOLr
(geautori£eerde vertaling, nadruk
streng verboden).
21}
Maar af en toe maakte de pokda
lige, die zicii 1111 met z'n paa-'den be
zig iiielu, ©en geluid, dat wi god.rapt
weid door zij»» laaag en da©, m.u.J
toch veel weg bad van gngrmniK.
Maar oi' dit zoo was of niet, tiaar Be
kommerde Lam ah as zich niei vera cv
0111, want hij bevond zich al in dio
hall droonierigen toestand tusschen
Waken cn slapen cn besefte nog vaag
dat hij door den zomernacht werd
gereden, langs eenzainie hutjes cn
boerderijen, langs héérlijk ruikende
schuren en hooibergen, lungs kleine
meertjes waarop dc sterren sc..enen
tc drijven steeds verder en verder,
over bruggen door slaperig-© dorpjes
cn gehuchten, heuvel op, hemci af,
steeds dichter naar Londen toe. Maar
langzamerhand smolt het g rinkel
t an liet paardentuig, het geratel van
do wieion, het rgelmatige geluid der
puui\k3Hioe»eu aiumaa» samen tot
©_n gedreun, zachter en zachter tot
Barnabas insliep, maai- het scheen
hem toe dal lilj een o.gcnblik later
weer wakker werd »an licut en stem
men en »ne»-kte dat. ze van paarden
verwisselden. De pokdalige bo.g
voorover, knipoogvC weer en huister-
de met zijn fieesclie stem:
„Tieu mijl al, men©.»- ©11 't „vel-
Jit-s" ltöit ge on woord meer gezegd!"
en hij bewoog z'n hoofd in de rich
ting van het drukke heertje. Knipoog
de weer en uraaide zich om, om op
do stalknechts te schelden, bi.. -
gooanarligen, vröülijkeai toon.
Na ean poesje rtden ze wesr door,
heu.ei op, heuvel al, langs weiden
en rivieren, onder het bladerdak vto»
de boomeai; de nacht was doodstil; z»,
noorden allecai het geluid van hun
wiéion, het kraaien van ©an haan of
liet bluffen van een hond op een boe
renerf. De maan zoiak steeds lager en
ging onder, maar de diligence reed
verder in de opkomend© damp. Lafig-
zumorhaaid verbleekten de sterren,
want ver weg in het oosten kwam een
grijzo streep aan deai hémel die steeds
breeder weid, toen -veranderde in rose
rood, in goud tot eindelijk in volie
glorie de zon opkwam alle damp
verdween en de d g aanbrak
Barnabas geeuwde, deed zijn slape-
rigq opgc-11 open en zag dat er hi r en
daar huiswil stonden en mooie tuinen
maai- noe verdei zij reden des t© m&er
huizen kwamen e,» d© tiiinan weiüen
kleiner en ze.dzamcr^ En nu hoorde
Barnabas oti» geiuid dat blijkbaar
van een grooten afstond kwam nu
eens luide;-, dan weer taciiter, con
nooit opnomknJ gobroru; hij iue.; met
een slaperig gezicht naar den pok
dalige cn informeerde wat dat wel
zijn Kon.
„Da meneer? dat is Londen de
wielen op de keien je hoort het
hier maar wat ik zeggen wou"
de koetsier boog zich naar Barna
bas toe en knipoogde alweer „i.e
heel© nacht heit ie het woord „veilies"
niet genoemd meneer echt nu
Ei» toen hij dat gezegd had grinnik
te dc pokdalige en bemoeide zich
weer met zijn paarden.
Ala hi een droom mérkt Barnabas
dat zo door allerlei straten rijden,
broeide en smalle straten, allemaal vol
groot© wagons; steeds verder gaan zo,
langs sombere herbergen, langs ker
ken waarop de verglim© weerhanen
schittert» in het zon.1c.1t langs krom
me zijstraten en donker© steegjes en
eindelijk, nu plotse.Log rechts af tc
zijn geslagen komen ze aan de Kroon"
Het is een groote herberg met twee
verdieping:n 01 veel ramen. Niet
tegenstaande liet vroeg© uur zijn or al
lioel wat mqmschen. Barnabas klimt
dadelijk van deu bok af, baant zich
een weg door de menigte, en ziet wel
dra i'eicray naast, zie»» staan.
„Wi.t u rcuijieii, meacei-:'"
„Berst slapen Peterbv".
„Goed iucBï©r, uczeri kant uit".
Even later volgt lnj een kamer-
uu-if.'o uic b.n» 1-Jigs e-n wenteltrap,
uitgesleten door het vele geaiu.s,
br.-ngt naar ©m klein, somber kamer
tje, «at uitkomt op ean balcon dat
ï.uigs dan generica voorkant van de
henx-rg loopt. Barnabas zogt „goe
den nacht" maar, knipoogenu te
gen liet felle zon.ic.it, verandert bij
liet en zegt enis.ig: „goeden morgen".
Het meisje lacln, maakt een uitua-
ressc til verdwijnt terwijl z© de deur
acliter zich sluit.
Aa.11 dun muur van de slaapkamer
togoiiover het bed, hangt ©en schil
derij van een heer in uniform met
oen ongemakkelijk Imogen boord, llij
heeft een soort arendsneus en zwarte
bakkebaarden cai een paar eigenaar
dige groote ronde oogen, die naar
Barnabas kijken alsof ze wilden zeg-
gein:
„En wie is u wel, meneer?''
Ér onder staat zijin naam voluit,
met sierlijke krulletters zoo:
jLnltenant-Geueraal de Graaf
van Pomfroy".
Hij ziet er zoo veiwaarlijk uit dat
het 1le.11 slaporigen Barnabas toe
schijnt dat die ronde oogen hem over
al in liet kleine kamertje volgen. Toch
geeuwt hij cn begint zich uit te klee-
1..11, toen ii.j daar mee klaar was her
innerde llij z;ch dat lnj in Loipen wua
en nam zijn geld uit zijn zak et» leg-
ue hei onder zijn kussen; liet pistool
van Chichester .egde hij voor hel grij
pen cn stapte toen iu bed.
Al is hij nog zoo slaperig toch keert
hij zich n:s eens om orn naar den
Graaf van ï'omlroy te k..k-_n, zijn
gianzcndc bakkebaarden tc Lewonde-
ren eu de medaille en riaderorüen
op zijn j„s te bekij.i-öi. Tenslotte kijkt
hij naar zijji oogen ei» merkt dat ueze
erg ve:l lijken op c.it van de Witte
l.ceuw bij Teuterden, in zooverre dat
ze liem ook alierlei vragen schijnen
te stenen.
„Groot of klein? Blond of donker?
Zou z© u weer een kus geven als zc
u weer terug ziei? Zou ze het pieltlg
vinuen oni u weer te zien, verwaande
kwajongen?"
„Gcii!'" zucht Barnabas. „Ik ik
weet bet niet".
llij zuchtte weer en nog eens en
voor de (lerde maal en \io. toen 111
slaap ©11 droomde oat een zeki.re Wit
te Leeuw, gek e.d in het uniform Viu
eon luitenant-generaal en mei mooie
zwarte bakkebaarden zich op één poot
in evenwicht hield op den rand van
zijn bei
HOOFDSTUK XXVI.
Ov©r de plichten \-in een
b e (li c>n (1 c en v a ne n m a n.
„En Feierby", eei Barnsb86, terwijl
Lij zijn slOïl na iiet onto ,t ucütofO
uil bdicu-f, „ecu van de eerste oiu-
gen die ik noodig heb is een kleer
maker".
„Juist, meneer".
„Ueze kleeren waren goed genoeg
voor bulten, maar
„Zrivar, iQtneer antwoordde Pe-
tc» jy buigend.
j „Hm", Zïi Barnabas terwijl hij
1 zijn knecht aankeek. „Maar", ging
hij voort ze zouden vod slechter
kunne» zijn, Peterby, ui; snit .s.goeü
en de stof is uitstekend. Ja z© zou-
den nog veel slechter kunnen zijn".
„Het is mo^e.ijk, meneer", ant-
I woordde Peterby met een nieuwe bui-
H'iiS-
Tutn llij eens naar Peterby's onbe-
wcgül.jke gezicht gekeken had, stond
Bui nablus op, en b.keek zichzelf, zoo
g.icd en too kwaad als het g.ng, in
do verweerde spiegei die a.tr, den
muur hing.
„Zijn ze dan zoo e;gvroeg hij.
Peterby had moeite om nïèt tc glim
lach©...
j „Als kleeren zijn zc lieel prac
1 tiscl» meneer maar als costuum
j bestaan zc eenvoudig niet"'.
„Nuzei Baruubas. „dun moeten
we zoo spoedig mogelijk n costuum
V'.mr mij zien te krijgen dut wèl bo-
.-tnat. Ken je een goeden klecrnitv*
I ker?"
1 „Ik ken zc allemaal meneer".