m
m
A
m
m
m
m
m
m
a
fea
HÜ
1
a
i
ES
i
s
i
Ei
B
Schaakrubriek
ROLLUIKEN
11 1
1 1
1 (T
1 1 H
1 1 1 iili
l»|
1
1 1 IC
xiia verkouden is, komt er niet zoo'
gauw 2f. Dat raadsel had één be
zwaar, Er zijn mcnschcn, die niet
rooken willen en die daarom toch
heusch wel flinke mannen kunnen zijn.
Gesnapt? Dus je poesje is al heel en
al gewend? Mocht zij ook snoepen van
de appel-beignets? Je strikvragen zijn
goed.
MEIKNOPJE. Wat een snoezig
postpapier! Wees er maar een beetje
zuinig op. Toch wel gezellig, dat je
nichtjes hebt. Wonen ze hier in Haar
lem? Je schrijft keurig, hoorl
ROBBEDOES. Ik vind, dat je wel
veel namen hebt. N umaar hard aan 't
werk om die 4 weg te krijgen. Verve
lend toch, dat moeder niet van haar
pijn af komt. Ik weet nog niet welken
avond van de uitvoering ik kom. 't Is
beide avonden hetzelfde zeker? Dus jij
vyordt een zoetwater-Chinees. Is dit nu
geen lange brief?
ALPENVTOOLTJE. Ik dacht, dat
jij me vergat. Waar heb je het toch zoo
druk mee gehad? Met prctinaken?
DANSERESJE. Vond je het weer
prettig op school? Wat was dat een
heerlijke logeerpartij 1 Sliepen jullie op
één kamer? Vanmiddag prettig ge
danst?
GOUDVINK. Ja, die bekende In
dische planten met Hollandsche namen
mogen natuurlijk meetellen. Alles, wat
je opnoemt, is goed.
BEPPIE S. Dat was bij jullie een
gezellige Oudejaarsavond. Is de
Kerstboom nu afgetakeld? Och, kind,
als hy er altijd bleef staan, vond je
er niets meer aan.
PIET S. Ja, dat Kersiversje ken
ik wel. Leuk, dat je zulke aardige her
inneringen aan de Bewaarschool hebt.
KLAPROOS. Welk raadsel bedoel
je eigenlijk? Ik ben blij, dat jij de
naamlooze nie, was.
HAN VAN Z. Er is al een Piet
Heiu. Kies dus een anderen schuil
naam. Wel gemakkelijk, dat je links
en rechts kunt schrijven. Als je een
beetje dunner schreef, zou het mooier
zijn.
DUIN ROOSJE. Je behoeft juist
niet de stad uit te gaan om toch een
prettige vacantie te hebben. Ais het
buiten zoo buldert en giert, zeg ik
naar Oost West, thuis best.
DE SCHIPPEREN. Wat heb je nu
zan zoo'n heel gemakkelijken wed
strijd? Ben je al weer naar den winkel
geweest? Ik hoop het maar. Ziek zijn
verveelt zoo gauw, hè?
AVONDKLOKJE. Als je er een
avondje voor zer, kun je al een flinken
ketting maken. Maar in Februari geef
ik weer een wedstrijd. Wanneer de cou
rant weer eens weg is, kom je bij mh
maar om een andere.
KRUIZEMUNT JE en ZONNE
BLOEM. Hartelijk nog gefeliciteerd
met je beider verjaardag. Dus jullie
zijn Driekoningen-kindertjes? Dat is
zen dubbele vreugd voor de tweelin
gen. De volgende week vertel je me
tr zeker van alles van?
MELATTI. Dus dat was een
mooie film, waarvan je veel kon lee-
ren. Weer met nujuwen lust naar
school getrokken?
VICTORIA. Je raadsel is goed.
W. v. d. L. Ja, dat was een vrecse-
lijke geschiedenis. Jammer, dat de
tweede collecte zooveel minder was. Je
moet maar denken't was een goed
werk en beter iets dan niets. Was hei
Woensdag een gezellig dagje?
STOKVISCHJE. Hoe is het mei
moeders kiespijn? Is de kies er uit? Of
was het een verzwering? Ik hoop, dal
alles nu weer geleden is.
MF1K1. Hartelijk dank voor je
goede wenschen. Ook jullie allen
wensch ik een gezond en voorspoedig
192--. Je raadsel is goed.
CAMPANULA. De raadsels mo
gen wel een enkel keertje worden over
geslagen, als je ze oveiigens altijd goed
hebt gehad.
ROZENKNOPJE. De strikvragen
waien heusch zoo moeilijk niet. Nu je
de antwoorden leest, zul je dat moeten
erkennen. 15 Januari moet ik de plan-
tenkettmg hebben.
BAKKRUIDJE. Wat ben jij laat
óp gebleven? Maar toen je naar bed
ging, was je zeker dadelijk in het land
der droomen. Dat fluiten der locomo
tieven heb ik ook gehoord. 'I Klonk
heel aardig. Je hebt deze maand ook
meegelcci.
SNEEUWBALLETJE. Hoe is het
er nu mee? Maar flink boterhammen
eten. Ik kan me begrijpen, dat je het
Vnus vmdt, zoo met moeder alleen.
LENTEBODE. Je bent zeker een
gymnast van de bovenste plank. Veel
genoegen vanavond en morgen. Ik
hoop maar voor allen, dat het echt Zon-
dagsweerlje is.
PIETJE BELL, Maar niet te
veel aan het weer denken. We kunnen
er immers toch niets aan veranderen.
Doet je hoofd nog pijn? Een beetje
oppassen, Pietje.
FLORI3 V. Je rapport was wel
goed. En een volgend keertje ban
voor Geschiedenis best voldoende ha
len. Dat is toch lang geen moeilijk vak.
TIEKIE en PIENE. Hoe is het
nu met Boukje? Groenten mogen ge
bruikt worden. Hartelijk allen gefelici
teerd met moeders verjaardag. Een
mooi slot van de festiviteiten. En gaat
Emma dan weer geregeld aan 't werk?
Knap, dat Boukje op school zoo voor
uitgaat, En heeft Tiekie haar rap
port al?
ZWARTOOG en VLINDERTJE,
Je raadsels zijn goed. Ik was van oud
tot nieuw maar hcelcmaal op gebleven.
En jullie dierenfamilie heeft op haar
m'anier Oudejaarsavond gevierd. Dat
was vast geen prettige thuiskomst.
Den langsten ketting van Vlindertje
heb ik meegerekend. Ja, als ik kan,
kom ik vast naar den varkenshoeder
kijken. Den juisten datum hoor ik nog
wel.
POESENMOEDERTJE. Ik kan
me best begrijpen, dat je blij was, dat
het heele clubje weer thuis was. Nu
gaat alles weer zijn ouden gang.
WILLEM III. Ja, jullie hebt in
huis je fortuin moeten zoeken. En dan
duren de dagen wel eens lang. Het
speet je zeker niet erg, dat de school
weer begon.
HEIN STAVAST. Zeker, mag zus
meedoen. Ik feliciteer je nog hartelijk
jullie kleinste zusje. Was ze niet
erg blij? Je raadsel is goed.
DENAPPELTJE. Dus allen zun
weer op bonk. Is poes weer in orde?
Dat die stakkerd heimwee had. Jullie
verzorgen haar zeker erg goed, dat zij
zooveel van jullie houdt.
NAPOLEON. Wou jij, dat het al
maar door bleef sneeuwen? Ik niet,
hoor. Gelukkig, dat we er maar bei
den niets over te zeggen hebben. An
ders kregen we nog ruzie.
PIET en DIRK O. Vruchten mag
ook. Dus wat je opnoemt, is goed.
DIK TROM. Nu, je moeite is be
loond. Je badt al je raadsels goed.
LENTEKNOPJE. Fijn gewinkeld
Amsterdam? En op school alweer in
geburgerd
BLOEMENFEE. Natuurlijk, mag
broer meedoen en den gevraagdeu
schuilnaam mag hij houden. Hu
speelt zeker alle dagen met zijn stoom
machine. Ben je al aan je jurk begon
nen? Ik vind het erg knap.
RISICO. Neen, dat was een droe
vig begin. Maar in de allereerste plaats
oor de ouders.
DINA B. Jij hebt maar heerlijke
acantie-herinneringeu. Nu maar weer
met moed en lust aan het werk. Hoe
met Jansje?
B. Wat groot, om met Oude
jaar al op te mogen blijven. Je hadt
zeker nog wel een weekje aan de va-
intie willen vastknoopen?
LATHYRUS. Zeg, juffertje, ik
heb 20 cent port voor je moeien be
talen, omdat je geen postzegel op je
brief hadt gedaan. Voortaan om den-
hoor, anders word ik straatarm.
Dat was zeker echt gezelig, zoo'n dagje
iet vader uit? Groeit A. goed?
VLIEGENIER. Dat was wel saai.
dat vader juist nachtdienst had. Toch
leuk, dat hij even om een hoekje- kwam
kijken. Beide woorden zijn goed. Je
mag wel verschillende kettingen ma
ken. Maar de langste komt alleen in
aanmerking.
FRISO. Warme oliebollen smaak
ten zeker lekkerder clan een koud reis
je naar Friesland. Nog hartelijk gefe
liciteerd met moeders verjaardag. Was
een gezellig dagje?
VIOOLTJE. Dat was een best
rapport. Natuurlijk hoe hooger je
komt, hoe moeilijker de leerstof wordt.
Je verbeeldt je maar, dat de raadsels
gemakkelijker worden. Ju wordt knap
per in het oplossen.
SPRiETEL. 'k Hoop, dat 1922
voor je allen ook een heel goed jaar
zal zijn. Een prettige vacantie gehad?
MINERVA. Dank voor je goede
wenschen. Ik hoop voor jullie, dat moe
der spoedig gezond mag worden, 't Is
heerlijk, dat je zoo flink helpen kunt.
W. BLOMBERG—ZEEMAN.
Haarlem, 7 Jan. 1923.
v. d. Vinnestraat 21 rdi
Bnrgeriüke Stand
BLOEM EN DAAL. Ondertrouwd: L. .T.
van der Niot en J. Th. Schoenmakera; H.
Sant en E. A. Walpot; II. Bolsenbrook en
A. J. Bolsenbroek.
Geboren: z. van H. van Brummelen cn
M. van Awerongen; d. van L. J. W. Bjj-
voet en M. B. Koozen.
Overleden: AL G. Gelirels, 80 j.; Th. B.
van dor Velden, 65 j.G. Kroon 54 j.; A.
Boch 31 j.'; C. Kabel, 56 j.; L. Paajj, 63 j.
G. Spaans 34 j.
VELSEN. Bevallen: H. Slotboom-Baars,
d.; G. Timmer-Otto, d.; A. Klinkenberg-
Jongens, d.
Overleden: W. üo Brujju, 27 j. ongehuwd
J. van der Hook, 6 wekeu.
Ondertrouwd: H. J. Krooshof, en L. O.
Natte.
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem.
PROBLEEM No. 125*)
G. JORDAN. (Haarlem).
«sses
sea
'f:
Mat in twee zetten.
Stand der Btukken:
Wit i Ka3, Df4, Tc6, Td2, Lgl, Lg6, Pg6, b2, o4.
Zwart Kd4, De2, Tf3, Pd3, PdB, c4, e6, f3.
Tijdschrift van den N.S.B. (Dec. 1921).
Oplossing Probleem No. 121.
Stand der stukken:
Witt Kh4, Ddl, Ta4, L12, Lhl, Pc6, Pe7,
Zwart: Kf4, Ïf8, La5, Lh3, Pc4. Pe4, b2, c7, g4, h7.
1. Ddl—d7,
Pc4bö of e3; 2. Ta4Xe4j=.
Pe4c3 2. Dd7—d2f.
Lh3-g2; 2 Dd7Xg.f
anders; 2. Pe7-d&f of 2. Di7Xf5f.
Goed opgelost door:
Jac. J. Bert, A. D. v. Krieken, B. A- Snelleiaan en VV. C. Verbon, allen
te Haarlem; H. W. v. Dort en Joh. v. Teuneabroek, beiden te S c ho ten
J. A. Stale, to Vela er oord.
Correspondentie.
Voor de talrijke gelukwenschen, ontvangen bij de wisseling des jaars,
hartelijk dank. Wederkeerig wensch ik den lezers een gelukkig 1923 1
Haarlem. Jac. J. li. Op 1.Pc4—e3; 2. Lf2—g3f volgt 2.
Kb-Sh5. Derhalve in deze variant alleen mat door 'J. Ta4Xe4. P. F. 1.
Ddl—d4 faalt na 1.Lb3—g2. A. F. Jr. 1. Ddl—e2 faalt na 1.
b2—blL. W. G. V. Voor 1.Pel—c3 zie corr. met J. J. B.
soon'njk, maar het zij ons vergund op te
merken, dal hij voor ons is geweest
ils een komeet, die thans wel is heen
gegaan, maar welker glans en heerlijk
heid ons steeds bijblijft. Laten
het woord geven aan den ex
rcldkampioen dr. Emanuel Lasker, met
wicn hij zoo vertrouwelijk omging
Als schaakspeler bezat hij
meestersterkte. Zijn stijl was diep door
dacht, zuiver en rijk aan combinaties.
Zoo was de geheele mensch zacht,
voornaam en stijlvol. Daarbij vol vuur.
Hij was een vreugde voor zijn omge
ving en moest zoo vroeg en zoo onver
wacht van het leven afscheid nemen.
Velen zullen over hem rouwen en tieu-
en hem trouw gedenken." („De
Augustus 1909 deelde de toen
jange Baudet in de hoofdklasse den
eersten en tweeden prijs met K. Geus
(Den Helder). Hij verloor alleen tegen
Splinter, (die den 3den prijs had);
maakte 2 partijen remise en won de
overige 6.
Geen wonder, dat wij hem, den 20-
jarige, in Juli 1911 aantreffen in de
INBRAAK
tegen j STORM
KOUDE
ERDTSIECK ZOON
TKLEFOOH 2120 JAKSSTRAAT 17
BENNEBKOEK. Getrouwd: Th.
Wegers en E. v. d. WicL
A. O-
Leger en ïioot
DE „GELE RIJDERS" VERDWIJ
NEN De Tel.meidl: Bij doorvoering
van de nieuwe legerorganisatie zal het
korps rijdende artillerie, beter bekend
als de „gele rijders" worden omge
vormd tot een afdeeling veld-artilierie
HENRY BAUDET.f
Zooals wij reeds in de vorige rubriek
hebben medegedeeld, is Prof. Dr. P. J.
H. Baudet, hoogleeraar in de wiskunde
aan de Technische lloogescbool te
Delft, op eersten Kerstdag, in den ou
derdom van 30 jaar, te 's-Gravenhage
overleden.
Het is hier niet de plaats om te her
inneren aan het onherstelbaar verlies,
dat de Weteuschap door zijn heengaan
heeft geleden. Alle bladen hebben daar
over geschreven, zoowel vóór als na de
ïatie, welke op 29 December heeft
plaats gehad.
Maar welk een smartelijk verlies zijn
verscheiden is voor de schaakwereld,
kan uit het navolgende blijken.
Pierre Joseph Henry Baudet. werd
22 Januari 1S91 te Baarn geboren, waar
zijn vader dokter was. Reeds in zijn
jeugd trok hij allerwegen de aandacht
door zijn buitengewone en veelzijdige
begaafdheid. Nauwelijks 17% jaar
was hij, toen het Haagsch Gymnasium
hem de diploma's A. en B. uitreikte,
hetgeen een zeer bijzonder geval was.
Als leerling was hij lid van een Gym
nasiasten-Schaakclub en reeds toen
bleek dat hij een bijzonderen aanleg
bezat voor het schaakspel. Het feit,
dat de jeugdige Baudet in Augustus
1906 werd toegelaten tot de eerste
klasse van den grooten bondswed
strijd te Arnhem, was een onderschei
ding op zichzelf. En al won hij geen
prijs, toch moesten schaakspelers van
goeden naam, ais H. Gouwentak, Geus
en dr. Beffie met remise tevreden zijn;
in zijn groep speelden voorts Brandon
en H. D. B. Meijer; zijn allen waren
schakers van een speelsterkte, welke
minstens gelijk was aan die van de
tegenwoordige hoofdklasse-spelers. In
ïgoS speelde hij dan ook in den inter
nationalen bondswedstrijd te Düssel-
dorf in dc daaraan verbonden h 0 0 f d-
klasse en won er den 6den prijs. Als
men nu weet, dat Baudet van de 13 par
tijen er 7 remise maakte, 4 won en dus
slechts 2 verloor, was dit dus een vrij
aardig succes, te meer waar Ed. Las
ker (neef van den ex-wereldkampioen)
en Beuer na hem kwamen met 7en8en
prijs, terwijl de thans zoo beroemde
Aljcchine medcspeelde. Sedert dien tijd
dateert Baudot's vriendschap met Alje-
chine.
Schrijver dezer regelen maakte met
Baudet voor het eerst persoonlijk ken
nis op den grooten bondswedstrijd te
Haarlem in Juli 1908. En tol zijn dood
zijn wij vrienden gebleven. Wij zullen
spira
den bondswedstrijd te 's-Hertogea-
bosch. Hij won den eerstel
Het gevolg was, dat Baudet Ln 1913
te Delft toegelaten werd tot de k
afdeeling, waarin ook de
veteranen Rud. Loman, Gouwentak, Te
Kolsté, Vijzelaar, dr. Reeders, B. J.
van Trotsenburg en dr. Esser speelden.
•ederom een mooi succes, n.l.
deelde hij met Te Kolsté den 3cn en
4en prijs. Hij verloor alleen tegen
Gouwentak, maakte drie partijen
se (ook tegen Loman, die toen den
kampioenstitel won) en won 3 partijen.
Zijn talrijke overwinningen in club
wedstrijden, simultaan-séances,
enz., zullen w(j voorbijgaan. In Maart
1913 deed hij zijn candidaats-cxamen,
een jaar latex zijn doctoraal examen in
dc wiskupde aan de Leidsche Universi
teit. Inmiddels was hij benoemd tot
lceraar aan het llaagsche Gymnasium
cn huwde hij, zoodat hij zich geduren
de enkele jaren minder aan het schaak
spel kon wijden, ln 1918 promoveerde
hij cum laude aan de Universiteit te
Groningen en reeds het daarop volgen-
do jaar werd hij benoemd tot hoog
leeraar te Delft.
In de jaarlijksche wedstrijden om den
zilveren beker, van de Scnevenmgscke
Schaak-Societeit, had hij vcci succes
in J9«S kwam hij gelijk met Loman aan
en in 1920 met Max Euiwe (den Neder-
landschen kampioen).
Wij zouden niet volledig genoeg zijn,
wanneer wij hier niet tevens melding
maakten van zijn meesterschap in het
daarover
uitweiden, 't is te per-Lasca-spel, een door Lasker uitgedacht
spel. En toen wij Baudet op den avond
van de opening van het Haagsche tour-
nooi o.m. vroegen ons iets te vertellen
van dat nieuwe spel, bleek, dat
hem zoo bekoorde omdat men verplicht
was te combineeren, dat wil dus zeg
gen, omdat het nög moeilijker is dan
het schaakspol.
Maar waarin muntte Baudet niet uit?
Hij was een bijna even geniaal musicus
(violoncel, piano) als schaakspeler. Hij
sprak vele talen, zelfs de Russische
taal was hij machtige
ln de volgende rubriek zullen wij een
zijner partijen opnemen. De keuze is
moeilijk, want uit elke partij sprak
zijn genialiteit.
Jhr. Strick vau Linschotcn, voor
ier van den Ncderlaodschen Schaak
bond. staande bij dc baar in het cre
matorium, zeide zeer gevoelig o.m. deze
woorden
.n de Schaakwereld had zijn naam
een tooverklank."
Dat er niettemin enkelen zijn tot wie
zijn groote begaafdheid als schaker nóg
niet is doorgedrongen, is een gevolg
hiervan, dat onze vriend Baudet, wars
•an elke ijdeltuiterij, het spel uitslui
tend als tijdverdrijf beoefende.
Vraagt men, onder verzuchting,
waarom moest dit jonge, nog zoo on
eindig veel belovende leven nu reeds
ons worden weggenomen, dan
antwoorden wij met deze woorden van
de ouden „Wien dc goden liefhebben,
nemen zij jong tot zich".
flamrubriek
DamreaacteujJ. VV. van Dartelen,
Rooaveldstraat 70, Haarlem.
Alle correspondentie oplossingen,
problemen etc., cl cao rubriek betref
fende, gelieve men ta zenden naar
bovenstaand adres.
Oplossingen wordtn gaarne inge
wacht tot uiterlijk Maandag 16 Ja
nuari a.s. bij den redacteur dezer ru
briek
„Wit speelt en wint" geldt voor alle
vraagstukken.
PROBLEEM No. 410.
Auteur: W. van Daalen, Haarlem.
(Eerste publicatie).
Opgedragen aan den heer H. G-
Teunisse te Haarlem.
ZWART
I I M I I I I
li I I i« B
I I
IB I I IP
I i C
I ID
1 1
_Q
1 in 1 mil
I I D
Q I I
njnz
I ID
1 O
47
50
WIT
Stand! in cijfers:
Zwart14 schijven op 2. 6. 6. 8, 9,
13. 14. 15. 16, 18. 19, 23. 24 en 29.
Wit 14 schijven op: 20, 22, 27, 30.
32. 35, 37. 38, 10. 41. 43 45, 47
en 49.
PROBLEEM No. 411.
Auteur: P. A. Nooy, te Haarlem.
(Eerste publicatie).
ZWART
1 2 3 4 6
Iffil
■1 1
m ia
1 1 1 O l 1 II
3! C
□IQ
E 1 1 Q O
1 1
J
1 O
1 1
WIT
Stand' in cijfers
Zwart 11 schijven op: 9, 10, 12, 13,
18. 19, 21, 23, 24, 31 en 36.
Wit. 11 schijven op: 28, 32, 33, 34,
38. 39. 40. 42. 45, 47, en 48.
PROBLEEM No. 412.
Auteur: J. Wielenga, Zuid-
Schalkwijk.
(Eerste publicatie).
ZWART
WIT
Staand in ciifere
Zwart: 9 schijven op: 8, 9. 10. 13,
15. 19. 20. 25 en 36.
Wit 9 schijven op 22. 24, 28. 29. 34
37, 39. 43 en 49.
UIT DE HAARLBMSCHE
DAMCLUB.
In een partij, gespeeld in de „Haar-
lemsche Damclub" kwam de vagende
stelling voor:
ZWART
1 1 1 1 i 1 1 1
■1 B I I
I I
O
B l
I 1
n- 1 11 iw
1
1 1 o 11 rn n
1 1 1 1 1 in n
1 1 1 1 ri n
1 1 1 1 1 1 11 I
WIT
stand: Ln cijfers
Zwart 10 sob0ven op: 6, 7, 12. 13,
14. 19. 20. 23 25 en 29.
Wit 10 schijven op21. 22, 26, 32,
34. 35. 39. 40. 43 en 45.
Zwart speelde 2024, waarop Wit
(de heer H. T. Luif). den volgenden
fraaien damslag uitvoerde .-
Wit: 32—2S; 31:23; 43—38;
■4018211 en wint.
Zwart- 23:3?, 19:17; 32 34;
12:23.
OPLOSSINGEN.
De auteursoplosoi.ngen van de pro
blemen iNbs. 403 t/in -405 zijn
No. 403. Wit: 19-14, 37—31;
44-40: 40—34; 39:9. Zwart maak!
echter door 813, 1722 en 19—24,
Remise.
No. 401. Wit: ,33—22; 20—23;
26—21; 28-22; 37—31; 3934
253 3 1 en wint.
ZwartSteeds gedwongen.
No. 405. Wit: 28—23; 38—33,
4741 3025 25 5 en «int.
Zwart Steeds gedwongen.
Deze vraagstukken werden correct
opgelost door de volgende heeren W.
van Daalen, W. J. A. Matla, C. Dijt,
Ph. F. Amelung. M. Bonke, (behalve
No. 403), H. G. en W. J. Teunisse,
C. ,T. van Wiik, P. Mollema, J. Sie
geristen H. Boks. allen te Haarlem
P. J. Eype, A. Slinger en P. van
Amersfoort te Schoten; J. Wielenga
te Zuid Schalkwijk
DAMNIBUWS.
COMPETITIE TWEEDE KLASSE
(NOORD) NEDERL. DAMBOND.
Deze competitie zal in de tweede
helft van deze maand een aanvang ne
men. Ingeschreven hebben de vol
gende tientallen
..Kaarlemsche Damclub II" en
..Damclub Haarlem I". Haarlem;
..De Zaanstreek TI". Zaandam en de
A-msterdarasche ..Gezellig Samenzijn
TI". „Jozef Blanken3ar II" en ,.D.
O. S. H"
Het volledige wedstrijdrooster zul
len wij in het begin der volgende
week publiceer en.
KAMPIOENSCHAP VAJN HAAR
LEM EN OMSREKEN.
De partii tussohen de heeren P. J.
Evpe en J. W. van Dartelen, werd
Woensdagavond j.L afgebroken en
zal Maandagavond a.s. in het clublo
kaal der ,-Haariemsche Damclub",
café „De Korenbeurs", Spaarne 36,
worden uitgespeeld.
„Wie is de beste de duurste?"
„Schultz, meneer, in de Clifford-
sUaat, maar ik zou u niet aanraden
die te nemen".
„En waarom niet?"
„Juist omdat hij eeu kleermaker
b".
„Wat?" zei Barnabas.
„Ik bedoel dat de kleeven die bij
maakt allemaal als 't ware den slem
pol vaat zijn persooulijklteid dragen,
ie zijn al te mooi. Ze zijn de klecren
van een kleermaker in plaats van liet
cosluum van-een lieer".
„Hm", zei Born abas met gefronste
wenkbrauw-en. „Hef lijkt me een in
gewikkeld geval, Peterby, die klee-
ren
„Meneer!" antwoordde Peterby, ter-
wiji hij het hoofd schudde, „hot is
iets waar men al zijn aandacht aan
bestenen moet en zoover ik weet zijn
er maar twee menschen op de wereld
die werkelijk verstond van kleeren
hebben; Beau Brummel was de eene,
en hij werd door Londen en de uit
gaande wereld aangebeden".
„Eu wie is de ander?"
Peterby wreef langs zijn kin en boe-
wel hij zijn gezicht niet vertrok was
er een ghrnl - oogen toen hij
naar Barnabas keek.
„Meneer", zei „de ander is
Iemand, die toi gisteren toe in zijn
onderhoud moest voorzien door het
stroopen van konijnen".
Barnabas keek nadenkend naar het
plafond.
„Ik herinner me dat je mij ver
teld hebt dat je de beste en knapste
beulende bent die er bestaat", zei hij.
„Ik zal het u gaarne bewijzen, me
neer", zei Peterby.
„En toch", zei Barnabas, die nog
steeds naar het plafond staarde, „zou
ik willen dat je nog meer was, Pe
terby.
„Nog meer, meneer?"
„Ik zou willen dat je af en toe ver
geet dat je alleen maar „de knapste
bediende ter wereld" bent en er aan
denkt dat je ook een man l>cnt,
wien ik mijn vertrouwen kan schen
ken; iemand die in deze groote wt;
geieefd heeft en gevoeld, en geleden
en die mij daarom raad kan geven;
iemand tot wien ik mij in geval van
nood wenden kan want Londen Is
sen heel groote stad, zeggen ze en ik
heb hier weinig of geen vrien
den en begrijp je wat ik bedoel,
Peterby?"
„Ja, meneer", z:i Peterby op geheel
anderen toon „dat geloof ik wel".
„Ga dan zitten, John, en laten we
er eens over praten".
Eenige woorden van dank mompe
lend nam l'eterby een stoel en keek
Barnabas met zijn verstandige oogen
aan.
„Je zult je wel herinneren", begon
Barnabas, terwijl hij weer naar het
plafond keek, „dat ik je, toen ik je
in dienst nam, verteld heb dat ik van
plan was een rol Ln de uitgaande we
reld te spelen?"
„Ja meneer, cn toen licb K ver
teld uat dat practïsch gesproken on
mogelijk was na een zeker voorval in
het bosch vun Anners.ey".
„Je bedoelt omdat ik een schurk een
paa slaag heb gegeven."
„Ik bidoci omdat u ecu vrienti van
oen Prins Regent teg.n den grond
hebt gegooid",
„En 1- Carnaby zoo'n machtig man,
Peterby?"
„Ja, meneer, dat is h;j hij is d«
vriend van den Prins. En hij is een
even beroemde dandy als George Han
ger, als Jehu, Jockey van Norfolk,
en bijna e en bekend als wijlen Sir
Maurice Vibart"
„O!" zei Barnabas.
„En nu Beau Brummell zich niet
meer vertoont, Lebben hij cn de Mar
kies van Jennmgham min. of meer
zijn plaats ingenomen en zijn z.j de
menschen die de mode aangaven".
„O", zed Barnabas.
„En verder meneer, wil ik u nog
waarschuwen dat hij een gevaarlijke
vijand is en er woidt buv.eeru dat
hy een tier beste schuiten» Is van heel
Engclund
„Hm", zei Barnabas „cn niet
tegenstaande dat aile*», ben ik van
plan om dadeiijk to beginnen
„Te beginnen, meneer?"
„Dadelijk, Peterby".
„Maar hoe da.u, nieuwer?'-5
„Het staat ami jou om dat te be
slissen, Peterby -
„Aan mij, meneer?"
„Aan jou, Peterby".
Peterby wreef weer langB zijn kin
en keek Barnabas met een somber
gezicht aan.
„Men-eei' zei hij, „de uitgaande
wereld is een wyreld waarin iedereen
zicii oppervlakkig en liciifctinnig most
voordoen; wi is 00a cord.waar ieder
een een rol moet spelen en waar do
menschen dis zich list meeste aan-
stci'cn, het meest gewaardeerd wor
den het is een wereld vol huichelarij
en hes u heel moeilijk er ïu te
komen, want de toegang wordt goed
bewaakt".
„Dat beb ik ook gehoord", zei Bar
nabas.
„Om er toegang te krij>>« moet u
in do eerste plaats geld hebben".
„Ja", zei Bar 11 alias.
„£n van goede familie zijn"..
„1-lm", zöl Batr.aba;-
„Verstand en uiterlijk kunnen u
helpen maar al die dingen beteeke-'
non niets tenzij u heeft wat ik den
tooversleutel zou kunnen normen".
„En wat is dat dan?
„Bekendheid, menee*",
„Waardoor?
„Door iets wat het ook zjj, dat u
van anderen onderscheidt, wat u ho
ven andere menschen plaatst, u moet
iets eigens, iets origineels hebben",
„tiet is prachtig ora origineel te l
zijn".
„Ja, tot op zo.ere hoogte, voegde
Peterby er bi,, „want het is heelemaal
niet moeilijk Lord Atvanly heeft het
gedaan met abrikozen-taart; Lord Pe
tersham met snuifdoozen, meneer Mac
kinnon werd beroemd door de han
digheid waarin eo hij over de meubels
van de salons klom; Jockey van Nor
folk door ecu groot aantal biefstukjes
achter elkaar te verorberen; Sir Geor
ge Cassllis, die noch rijk, noch knap,
noch geestig w.'is. door brutaal te zijn;
Sir John Lade, door zich als een di
ligence-koetsier te verkleeden en als
een gek rond te rijden; Sir George
Skeffington door een nieuwe klc-ur
uit te vloden en slechte tooneelstuk-
ken te schrijven; en ik zon nog heel
veel andere kunnen opnoemen
„Maar Peterby wal heeft Sir
Mortimer Carnaby dan gedaan?"
Hij heeft naam gemaakt door met
Jack Fearby te boksen en hem in even
twintig ronden te verslaan en in de
tweetle plaids floor een hinderniswed
ren te winuen
„Ha!" riep Barnaabs uit „een
race"' En liij ging weer door met
naar het plafond te staren.
„Maar ik vrees, meneer", vervolgde
Peterby, „dat u al uw kansen al in
het begin verspeelt heeft door hem tot
uw vijand te maken".
„Een race!" zei Barnobaa weer in
gedachten verzonken.
„En daarom voegde Peterby er
bij, terwijl hij zich dichter naar zijn
meester toe boog „nu u mij de eer
aundoet mij om raad te vragen, zal
ik mijti uiterste best doen om u van
k plan af te brengen."
„Maar waarom, John Peterby".
„Omdat ik in de eerste plaats, weet
dal liet onmogelijk is.
„Ik begin te ge>loov<en dat dat niet
Juist is, John".
,Nu dan, omdat het gevaar
lijk is".
„Overal schuilt tenslotte gevaar,
John".
„En meueer, omdat u u Pe
terby stond op en bleef met gebogen
hoofd en uitgestoken handen vooi
hem staan, „omdat u een arme
ongelukkige drommel geholpen hebt
en daarcin zou ik niet graag wilier
dat dat u veracht en vernederd
wordt. O meneer, ik ken Londen
Ik ken de menschen die tot de uitgaan-
de kringen beliooren meneer die we
reld is harteloos, wreed en gemeen:
iemand zonder ondervinding wordt ej
besiiol om edelmoedigheid wordi
minachtend gelachen; hij die liet beste
kan schieten staat het meest in aan
zien; zelden wordt er gekibbeld, maai
vaak wordt er toch iemand gedood
en meent, ik zou het niet kunnen ver
dragen, dat u
(Wordt vervolgd.).