m m A m m m m m m a fea HÜ 1 a i ES i s i Ei B Schaakrubriek ROLLUIKEN 11 1 1 1 1 (T 1 1 H 1 1 1 iili l»| 1 1 1 IC xiia verkouden is, komt er niet zoo' gauw 2f. Dat raadsel had één be zwaar, Er zijn mcnschcn, die niet rooken willen en die daarom toch heusch wel flinke mannen kunnen zijn. Gesnapt? Dus je poesje is al heel en al gewend? Mocht zij ook snoepen van de appel-beignets? Je strikvragen zijn goed. MEIKNOPJE. Wat een snoezig postpapier! Wees er maar een beetje zuinig op. Toch wel gezellig, dat je nichtjes hebt. Wonen ze hier in Haar lem? Je schrijft keurig, hoorl ROBBEDOES. Ik vind, dat je wel veel namen hebt. N umaar hard aan 't werk om die 4 weg te krijgen. Verve lend toch, dat moeder niet van haar pijn af komt. Ik weet nog niet welken avond van de uitvoering ik kom. 't Is beide avonden hetzelfde zeker? Dus jij vyordt een zoetwater-Chinees. Is dit nu geen lange brief? ALPENVTOOLTJE. Ik dacht, dat jij me vergat. Waar heb je het toch zoo druk mee gehad? Met prctinaken? DANSERESJE. Vond je het weer prettig op school? Wat was dat een heerlijke logeerpartij 1 Sliepen jullie op één kamer? Vanmiddag prettig ge danst? GOUDVINK. Ja, die bekende In dische planten met Hollandsche namen mogen natuurlijk meetellen. Alles, wat je opnoemt, is goed. BEPPIE S. Dat was bij jullie een gezellige Oudejaarsavond. Is de Kerstboom nu afgetakeld? Och, kind, als hy er altijd bleef staan, vond je er niets meer aan. PIET S. Ja, dat Kersiversje ken ik wel. Leuk, dat je zulke aardige her inneringen aan de Bewaarschool hebt. KLAPROOS. Welk raadsel bedoel je eigenlijk? Ik ben blij, dat jij de naamlooze nie, was. HAN VAN Z. Er is al een Piet Heiu. Kies dus een anderen schuil naam. Wel gemakkelijk, dat je links en rechts kunt schrijven. Als je een beetje dunner schreef, zou het mooier zijn. DUIN ROOSJE. Je behoeft juist niet de stad uit te gaan om toch een prettige vacantie te hebben. Ais het buiten zoo buldert en giert, zeg ik naar Oost West, thuis best. DE SCHIPPEREN. Wat heb je nu zan zoo'n heel gemakkelijken wed strijd? Ben je al weer naar den winkel geweest? Ik hoop het maar. Ziek zijn verveelt zoo gauw, hè? AVONDKLOKJE. Als je er een avondje voor zer, kun je al een flinken ketting maken. Maar in Februari geef ik weer een wedstrijd. Wanneer de cou rant weer eens weg is, kom je bij mh maar om een andere. KRUIZEMUNT JE en ZONNE BLOEM. Hartelijk nog gefeliciteerd met je beider verjaardag. Dus jullie zijn Driekoningen-kindertjes? Dat is zen dubbele vreugd voor de tweelin gen. De volgende week vertel je me tr zeker van alles van? MELATTI. Dus dat was een mooie film, waarvan je veel kon lee- ren. Weer met nujuwen lust naar school getrokken? VICTORIA. Je raadsel is goed. W. v. d. L. Ja, dat was een vrecse- lijke geschiedenis. Jammer, dat de tweede collecte zooveel minder was. Je moet maar denken't was een goed werk en beter iets dan niets. Was hei Woensdag een gezellig dagje? STOKVISCHJE. Hoe is het mei moeders kiespijn? Is de kies er uit? Of was het een verzwering? Ik hoop, dal alles nu weer geleden is. MF1K1. Hartelijk dank voor je goede wenschen. Ook jullie allen wensch ik een gezond en voorspoedig 192--. Je raadsel is goed. CAMPANULA. De raadsels mo gen wel een enkel keertje worden over geslagen, als je ze oveiigens altijd goed hebt gehad. ROZENKNOPJE. De strikvragen waien heusch zoo moeilijk niet. Nu je de antwoorden leest, zul je dat moeten erkennen. 15 Januari moet ik de plan- tenkettmg hebben. BAKKRUIDJE. Wat ben jij laat óp gebleven? Maar toen je naar bed ging, was je zeker dadelijk in het land der droomen. Dat fluiten der locomo tieven heb ik ook gehoord. 'I Klonk heel aardig. Je hebt deze maand ook meegelcci. SNEEUWBALLETJE. Hoe is het er nu mee? Maar flink boterhammen eten. Ik kan me begrijpen, dat je het Vnus vmdt, zoo met moeder alleen. LENTEBODE. Je bent zeker een gymnast van de bovenste plank. Veel genoegen vanavond en morgen. Ik hoop maar voor allen, dat het echt Zon- dagsweerlje is. PIETJE BELL, Maar niet te veel aan het weer denken. We kunnen er immers toch niets aan veranderen. Doet je hoofd nog pijn? Een beetje oppassen, Pietje. FLORI3 V. Je rapport was wel goed. En een volgend keertje ban voor Geschiedenis best voldoende ha len. Dat is toch lang geen moeilijk vak. TIEKIE en PIENE. Hoe is het nu met Boukje? Groenten mogen ge bruikt worden. Hartelijk allen gefelici teerd met moeders verjaardag. Een mooi slot van de festiviteiten. En gaat Emma dan weer geregeld aan 't werk? Knap, dat Boukje op school zoo voor uitgaat, En heeft Tiekie haar rap port al? ZWARTOOG en VLINDERTJE, Je raadsels zijn goed. Ik was van oud tot nieuw maar hcelcmaal op gebleven. En jullie dierenfamilie heeft op haar m'anier Oudejaarsavond gevierd. Dat was vast geen prettige thuiskomst. Den langsten ketting van Vlindertje heb ik meegerekend. Ja, als ik kan, kom ik vast naar den varkenshoeder kijken. Den juisten datum hoor ik nog wel. POESENMOEDERTJE. Ik kan me best begrijpen, dat je blij was, dat het heele clubje weer thuis was. Nu gaat alles weer zijn ouden gang. WILLEM III. Ja, jullie hebt in huis je fortuin moeten zoeken. En dan duren de dagen wel eens lang. Het speet je zeker niet erg, dat de school weer begon. HEIN STAVAST. Zeker, mag zus meedoen. Ik feliciteer je nog hartelijk jullie kleinste zusje. Was ze niet erg blij? Je raadsel is goed. DENAPPELTJE. Dus allen zun weer op bonk. Is poes weer in orde? Dat die stakkerd heimwee had. Jullie verzorgen haar zeker erg goed, dat zij zooveel van jullie houdt. NAPOLEON. Wou jij, dat het al maar door bleef sneeuwen? Ik niet, hoor. Gelukkig, dat we er maar bei den niets over te zeggen hebben. An ders kregen we nog ruzie. PIET en DIRK O. Vruchten mag ook. Dus wat je opnoemt, is goed. DIK TROM. Nu, je moeite is be loond. Je badt al je raadsels goed. LENTEKNOPJE. Fijn gewinkeld Amsterdam? En op school alweer in geburgerd BLOEMENFEE. Natuurlijk, mag broer meedoen en den gevraagdeu schuilnaam mag hij houden. Hu speelt zeker alle dagen met zijn stoom machine. Ben je al aan je jurk begon nen? Ik vind het erg knap. RISICO. Neen, dat was een droe vig begin. Maar in de allereerste plaats oor de ouders. DINA B. Jij hebt maar heerlijke acantie-herinneringeu. Nu maar weer met moed en lust aan het werk. Hoe met Jansje? B. Wat groot, om met Oude jaar al op te mogen blijven. Je hadt zeker nog wel een weekje aan de va- intie willen vastknoopen? LATHYRUS. Zeg, juffertje, ik heb 20 cent port voor je moeien be talen, omdat je geen postzegel op je brief hadt gedaan. Voortaan om den- hoor, anders word ik straatarm. Dat was zeker echt gezelig, zoo'n dagje iet vader uit? Groeit A. goed? VLIEGENIER. Dat was wel saai. dat vader juist nachtdienst had. Toch leuk, dat hij even om een hoekje- kwam kijken. Beide woorden zijn goed. Je mag wel verschillende kettingen ma ken. Maar de langste komt alleen in aanmerking. FRISO. Warme oliebollen smaak ten zeker lekkerder clan een koud reis je naar Friesland. Nog hartelijk gefe liciteerd met moeders verjaardag. Was een gezellig dagje? VIOOLTJE. Dat was een best rapport. Natuurlijk hoe hooger je komt, hoe moeilijker de leerstof wordt. Je verbeeldt je maar, dat de raadsels gemakkelijker worden. Ju wordt knap per in het oplossen. SPRiETEL. 'k Hoop, dat 1922 voor je allen ook een heel goed jaar zal zijn. Een prettige vacantie gehad? MINERVA. Dank voor je goede wenschen. Ik hoop voor jullie, dat moe der spoedig gezond mag worden, 't Is heerlijk, dat je zoo flink helpen kunt. W. BLOMBERG—ZEEMAN. Haarlem, 7 Jan. 1923. v. d. Vinnestraat 21 rdi Bnrgeriüke Stand BLOEM EN DAAL. Ondertrouwd: L. .T. van der Niot en J. Th. Schoenmakera; H. Sant en E. A. Walpot; II. Bolsenbrook en A. J. Bolsenbroek. Geboren: z. van H. van Brummelen cn M. van Awerongen; d. van L. J. W. Bjj- voet en M. B. Koozen. Overleden: AL G. Gelirels, 80 j.; Th. B. van dor Velden, 65 j.G. Kroon 54 j.; A. Boch 31 j.'; C. Kabel, 56 j.; L. Paajj, 63 j. G. Spaans 34 j. VELSEN. Bevallen: H. Slotboom-Baars, d.; G. Timmer-Otto, d.; A. Klinkenberg- Jongens, d. Overleden: W. üo Brujju, 27 j. ongehuwd J. van der Hook, 6 wekeu. Ondertrouwd: H. J. Krooshof, en L. O. Natte. Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem. PROBLEEM No. 125*) G. JORDAN. (Haarlem). «sses sea 'f: Mat in twee zetten. Stand der Btukken: Wit i Ka3, Df4, Tc6, Td2, Lgl, Lg6, Pg6, b2, o4. Zwart Kd4, De2, Tf3, Pd3, PdB, c4, e6, f3. Tijdschrift van den N.S.B. (Dec. 1921). Oplossing Probleem No. 121. Stand der stukken: Witt Kh4, Ddl, Ta4, L12, Lhl, Pc6, Pe7, Zwart: Kf4, Ïf8, La5, Lh3, Pc4. Pe4, b2, c7, g4, h7. 1. Ddl—d7, Pc4bö of e3; 2. Ta4Xe4j=. Pe4c3 2. Dd7—d2f. Lh3-g2; 2 Dd7Xg.f anders; 2. Pe7-d&f of 2. Di7Xf5f. Goed opgelost door: Jac. J. Bert, A. D. v. Krieken, B. A- Snelleiaan en VV. C. Verbon, allen te Haarlem; H. W. v. Dort en Joh. v. Teuneabroek, beiden te S c ho ten J. A. Stale, to Vela er oord. Correspondentie. Voor de talrijke gelukwenschen, ontvangen bij de wisseling des jaars, hartelijk dank. Wederkeerig wensch ik den lezers een gelukkig 1923 1 Haarlem. Jac. J. li. Op 1.Pc4—e3; 2. Lf2—g3f volgt 2. Kb-Sh5. Derhalve in deze variant alleen mat door 'J. Ta4Xe4. P. F. 1. Ddl—d4 faalt na 1.Lb3—g2. A. F. Jr. 1. Ddl—e2 faalt na 1. b2—blL. W. G. V. Voor 1.Pel—c3 zie corr. met J. J. B. soon'njk, maar het zij ons vergund op te merken, dal hij voor ons is geweest ils een komeet, die thans wel is heen gegaan, maar welker glans en heerlijk heid ons steeds bijblijft. Laten het woord geven aan den ex rcldkampioen dr. Emanuel Lasker, met wicn hij zoo vertrouwelijk omging Als schaakspeler bezat hij meestersterkte. Zijn stijl was diep door dacht, zuiver en rijk aan combinaties. Zoo was de geheele mensch zacht, voornaam en stijlvol. Daarbij vol vuur. Hij was een vreugde voor zijn omge ving en moest zoo vroeg en zoo onver wacht van het leven afscheid nemen. Velen zullen over hem rouwen en tieu- en hem trouw gedenken." („De Augustus 1909 deelde de toen jange Baudet in de hoofdklasse den eersten en tweeden prijs met K. Geus (Den Helder). Hij verloor alleen tegen Splinter, (die den 3den prijs had); maakte 2 partijen remise en won de overige 6. Geen wonder, dat wij hem, den 20- jarige, in Juli 1911 aantreffen in de INBRAAK tegen j STORM KOUDE ERDTSIECK ZOON TKLEFOOH 2120 JAKSSTRAAT 17 BENNEBKOEK. Getrouwd: Th. Wegers en E. v. d. WicL A. O- Leger en ïioot DE „GELE RIJDERS" VERDWIJ NEN De Tel.meidl: Bij doorvoering van de nieuwe legerorganisatie zal het korps rijdende artillerie, beter bekend als de „gele rijders" worden omge vormd tot een afdeeling veld-artilierie HENRY BAUDET.f Zooals wij reeds in de vorige rubriek hebben medegedeeld, is Prof. Dr. P. J. H. Baudet, hoogleeraar in de wiskunde aan de Technische lloogescbool te Delft, op eersten Kerstdag, in den ou derdom van 30 jaar, te 's-Gravenhage overleden. Het is hier niet de plaats om te her inneren aan het onherstelbaar verlies, dat de Weteuschap door zijn heengaan heeft geleden. Alle bladen hebben daar over geschreven, zoowel vóór als na de ïatie, welke op 29 December heeft plaats gehad. Maar welk een smartelijk verlies zijn verscheiden is voor de schaakwereld, kan uit het navolgende blijken. Pierre Joseph Henry Baudet. werd 22 Januari 1S91 te Baarn geboren, waar zijn vader dokter was. Reeds in zijn jeugd trok hij allerwegen de aandacht door zijn buitengewone en veelzijdige begaafdheid. Nauwelijks 17% jaar was hij, toen het Haagsch Gymnasium hem de diploma's A. en B. uitreikte, hetgeen een zeer bijzonder geval was. Als leerling was hij lid van een Gym nasiasten-Schaakclub en reeds toen bleek dat hij een bijzonderen aanleg bezat voor het schaakspel. Het feit, dat de jeugdige Baudet in Augustus 1906 werd toegelaten tot de eerste klasse van den grooten bondswed strijd te Arnhem, was een onderschei ding op zichzelf. En al won hij geen prijs, toch moesten schaakspelers van goeden naam, ais H. Gouwentak, Geus en dr. Beffie met remise tevreden zijn; in zijn groep speelden voorts Brandon en H. D. B. Meijer; zijn allen waren schakers van een speelsterkte, welke minstens gelijk was aan die van de tegenwoordige hoofdklasse-spelers. In ïgoS speelde hij dan ook in den inter nationalen bondswedstrijd te Düssel- dorf in dc daaraan verbonden h 0 0 f d- klasse en won er den 6den prijs. Als men nu weet, dat Baudet van de 13 par tijen er 7 remise maakte, 4 won en dus slechts 2 verloor, was dit dus een vrij aardig succes, te meer waar Ed. Las ker (neef van den ex-wereldkampioen) en Beuer na hem kwamen met 7en8en prijs, terwijl de thans zoo beroemde Aljcchine medcspeelde. Sedert dien tijd dateert Baudot's vriendschap met Alje- chine. Schrijver dezer regelen maakte met Baudet voor het eerst persoonlijk ken nis op den grooten bondswedstrijd te Haarlem in Juli 1908. En tol zijn dood zijn wij vrienden gebleven. Wij zullen spira den bondswedstrijd te 's-Hertogea- bosch. Hij won den eerstel Het gevolg was, dat Baudet Ln 1913 te Delft toegelaten werd tot de k afdeeling, waarin ook de veteranen Rud. Loman, Gouwentak, Te Kolsté, Vijzelaar, dr. Reeders, B. J. van Trotsenburg en dr. Esser speelden. •ederom een mooi succes, n.l. deelde hij met Te Kolsté den 3cn en 4en prijs. Hij verloor alleen tegen Gouwentak, maakte drie partijen se (ook tegen Loman, die toen den kampioenstitel won) en won 3 partijen. Zijn talrijke overwinningen in club wedstrijden, simultaan-séances, enz., zullen w(j voorbijgaan. In Maart 1913 deed hij zijn candidaats-cxamen, een jaar latex zijn doctoraal examen in dc wiskupde aan de Leidsche Universi teit. Inmiddels was hij benoemd tot lceraar aan het llaagsche Gymnasium cn huwde hij, zoodat hij zich geduren de enkele jaren minder aan het schaak spel kon wijden, ln 1918 promoveerde hij cum laude aan de Universiteit te Groningen en reeds het daarop volgen- do jaar werd hij benoemd tot hoog leeraar te Delft. In de jaarlijksche wedstrijden om den zilveren beker, van de Scnevenmgscke Schaak-Societeit, had hij vcci succes in J9«S kwam hij gelijk met Loman aan en in 1920 met Max Euiwe (den Neder- landschen kampioen). Wij zouden niet volledig genoeg zijn, wanneer wij hier niet tevens melding maakten van zijn meesterschap in het daarover uitweiden, 't is te per-Lasca-spel, een door Lasker uitgedacht spel. En toen wij Baudet op den avond van de opening van het Haagsche tour- nooi o.m. vroegen ons iets te vertellen van dat nieuwe spel, bleek, dat hem zoo bekoorde omdat men verplicht was te combineeren, dat wil dus zeg gen, omdat het nög moeilijker is dan het schaakspol. Maar waarin muntte Baudet niet uit? Hij was een bijna even geniaal musicus (violoncel, piano) als schaakspeler. Hij sprak vele talen, zelfs de Russische taal was hij machtige ln de volgende rubriek zullen wij een zijner partijen opnemen. De keuze is moeilijk, want uit elke partij sprak zijn genialiteit. Jhr. Strick vau Linschotcn, voor ier van den Ncderlaodschen Schaak bond. staande bij dc baar in het cre matorium, zeide zeer gevoelig o.m. deze woorden .n de Schaakwereld had zijn naam een tooverklank." Dat er niettemin enkelen zijn tot wie zijn groote begaafdheid als schaker nóg niet is doorgedrongen, is een gevolg hiervan, dat onze vriend Baudet, wars •an elke ijdeltuiterij, het spel uitslui tend als tijdverdrijf beoefende. Vraagt men, onder verzuchting, waarom moest dit jonge, nog zoo on eindig veel belovende leven nu reeds ons worden weggenomen, dan antwoorden wij met deze woorden van de ouden „Wien dc goden liefhebben, nemen zij jong tot zich". flamrubriek DamreaacteujJ. VV. van Dartelen, Rooaveldstraat 70, Haarlem. Alle correspondentie oplossingen, problemen etc., cl cao rubriek betref fende, gelieve men ta zenden naar bovenstaand adres. Oplossingen wordtn gaarne inge wacht tot uiterlijk Maandag 16 Ja nuari a.s. bij den redacteur dezer ru briek „Wit speelt en wint" geldt voor alle vraagstukken. PROBLEEM No. 410. Auteur: W. van Daalen, Haarlem. (Eerste publicatie). Opgedragen aan den heer H. G- Teunisse te Haarlem. ZWART I I M I I I I li I I i« B I I IB I I IP I i C I ID 1 1 _Q 1 in 1 mil I I D Q I I njnz I ID 1 O 47 50 WIT Stand! in cijfers: Zwart14 schijven op 2. 6. 6. 8, 9, 13. 14. 15. 16, 18. 19, 23. 24 en 29. Wit 14 schijven op: 20, 22, 27, 30. 32. 35, 37. 38, 10. 41. 43 45, 47 en 49. PROBLEEM No. 411. Auteur: P. A. Nooy, te Haarlem. (Eerste publicatie). ZWART 1 2 3 4 6 Iffil ■1 1 m ia 1 1 1 O l 1 II 3! C □IQ E 1 1 Q O 1 1 J 1 O 1 1 WIT Stand' in cijfers Zwart 11 schijven op: 9, 10, 12, 13, 18. 19, 21, 23, 24, 31 en 36. Wit. 11 schijven op: 28, 32, 33, 34, 38. 39. 40. 42. 45, 47, en 48. PROBLEEM No. 412. Auteur: J. Wielenga, Zuid- Schalkwijk. (Eerste publicatie). ZWART WIT Staand in ciifere Zwart: 9 schijven op: 8, 9. 10. 13, 15. 19. 20. 25 en 36. Wit 9 schijven op 22. 24, 28. 29. 34 37, 39. 43 en 49. UIT DE HAARLBMSCHE DAMCLUB. In een partij, gespeeld in de „Haar- lemsche Damclub" kwam de vagende stelling voor: ZWART 1 1 1 1 i 1 1 1 ■1 B I I I I O B l I 1 n- 1 11 iw 1 1 1 o 11 rn n 1 1 1 1 1 in n 1 1 1 1 ri n 1 1 1 1 1 1 11 I WIT stand: Ln cijfers Zwart 10 sob0ven op: 6, 7, 12. 13, 14. 19. 20. 23 25 en 29. Wit 10 schijven op21. 22, 26, 32, 34. 35. 39. 40. 43 en 45. Zwart speelde 2024, waarop Wit (de heer H. T. Luif). den volgenden fraaien damslag uitvoerde .- Wit: 32—2S; 31:23; 43—38; ■4018211 en wint. Zwart- 23:3?, 19:17; 32 34; 12:23. OPLOSSINGEN. De auteursoplosoi.ngen van de pro blemen iNbs. 403 t/in -405 zijn No. 403. Wit: 19-14, 37—31; 44-40: 40—34; 39:9. Zwart maak! echter door 813, 1722 en 19—24, Remise. No. 401. Wit: ,33—22; 20—23; 26—21; 28-22; 37—31; 3934 253 3 1 en wint. ZwartSteeds gedwongen. No. 405. Wit: 28—23; 38—33, 4741 3025 25 5 en «int. Zwart Steeds gedwongen. Deze vraagstukken werden correct opgelost door de volgende heeren W. van Daalen, W. J. A. Matla, C. Dijt, Ph. F. Amelung. M. Bonke, (behalve No. 403), H. G. en W. J. Teunisse, C. ,T. van Wiik, P. Mollema, J. Sie geristen H. Boks. allen te Haarlem P. J. Eype, A. Slinger en P. van Amersfoort te Schoten; J. Wielenga te Zuid Schalkwijk DAMNIBUWS. COMPETITIE TWEEDE KLASSE (NOORD) NEDERL. DAMBOND. Deze competitie zal in de tweede helft van deze maand een aanvang ne men. Ingeschreven hebben de vol gende tientallen ..Kaarlemsche Damclub II" en ..Damclub Haarlem I". Haarlem; ..De Zaanstreek TI". Zaandam en de A-msterdarasche ..Gezellig Samenzijn TI". „Jozef Blanken3ar II" en ,.D. O. S. H" Het volledige wedstrijdrooster zul len wij in het begin der volgende week publiceer en. KAMPIOENSCHAP VAJN HAAR LEM EN OMSREKEN. De partii tussohen de heeren P. J. Evpe en J. W. van Dartelen, werd Woensdagavond j.L afgebroken en zal Maandagavond a.s. in het clublo kaal der ,-Haariemsche Damclub", café „De Korenbeurs", Spaarne 36, worden uitgespeeld. „Wie is de beste de duurste?" „Schultz, meneer, in de Clifford- sUaat, maar ik zou u niet aanraden die te nemen". „En waarom niet?" „Juist omdat hij eeu kleermaker b". „Wat?" zei Barnabas. „Ik bedoel dat de kleeven die bij maakt allemaal als 't ware den slem pol vaat zijn persooulijklteid dragen, ie zijn al te mooi. Ze zijn de klecren van een kleermaker in plaats van liet cosluum van-een lieer". „Hm", zei Born abas met gefronste wenkbrauw-en. „Hef lijkt me een in gewikkeld geval, Peterby, die klee- ren „Meneer!" antwoordde Peterby, ter- wiji hij het hoofd schudde, „hot is iets waar men al zijn aandacht aan bestenen moet en zoover ik weet zijn er maar twee menschen op de wereld die werkelijk verstond van kleeren hebben; Beau Brummel was de eene, en hij werd door Londen en de uit gaande wereld aangebeden". „Eu wie is de ander?" Peterby wreef langs zijn kin en boe- wel hij zijn gezicht niet vertrok was er een ghrnl - oogen toen hij naar Barnabas keek. „Meneer", zei „de ander is Iemand, die toi gisteren toe in zijn onderhoud moest voorzien door het stroopen van konijnen". Barnabas keek nadenkend naar het plafond. „Ik herinner me dat je mij ver teld hebt dat je de beste en knapste beulende bent die er bestaat", zei hij. „Ik zal het u gaarne bewijzen, me neer", zei Peterby. „En toch", zei Barnabas, die nog steeds naar het plafond staarde, „zou ik willen dat je nog meer was, Pe terby. „Nog meer, meneer?" „Ik zou willen dat je af en toe ver geet dat je alleen maar „de knapste bediende ter wereld" bent en er aan denkt dat je ook een man l>cnt, wien ik mijn vertrouwen kan schen ken; iemand die in deze groote wt; geieefd heeft en gevoeld, en geleden en die mij daarom raad kan geven; iemand tot wien ik mij in geval van nood wenden kan want Londen Is sen heel groote stad, zeggen ze en ik heb hier weinig of geen vrien den en begrijp je wat ik bedoel, Peterby?" „Ja, meneer", z:i Peterby op geheel anderen toon „dat geloof ik wel". „Ga dan zitten, John, en laten we er eens over praten". Eenige woorden van dank mompe lend nam l'eterby een stoel en keek Barnabas met zijn verstandige oogen aan. „Je zult je wel herinneren", begon Barnabas, terwijl hij weer naar het plafond keek, „dat ik je, toen ik je in dienst nam, verteld heb dat ik van plan was een rol Ln de uitgaande we reld te spelen?" „Ja meneer, cn toen licb K ver teld uat dat practïsch gesproken on mogelijk was na een zeker voorval in het bosch vun Anners.ey". „Je bedoelt omdat ik een schurk een paa slaag heb gegeven." „Ik bidoci omdat u ecu vrienti van oen Prins Regent teg.n den grond hebt gegooid", „En 1- Carnaby zoo'n machtig man, Peterby?" „Ja, meneer, dat is h;j hij is d« vriend van den Prins. En hij is een even beroemde dandy als George Han ger, als Jehu, Jockey van Norfolk, en bijna e en bekend als wijlen Sir Maurice Vibart" „O!" zei Barnabas. „En nu Beau Brummell zich niet meer vertoont, Lebben hij cn de Mar kies van Jennmgham min. of meer zijn plaats ingenomen en zijn z.j de menschen die de mode aangaven". „O", zed Barnabas. „En verder meneer, wil ik u nog waarschuwen dat hij een gevaarlijke vijand is en er woidt buv.eeru dat hy een tier beste schuiten» Is van heel Engclund „Hm", zei Barnabas „cn niet tegenstaande dat aile*», ben ik van plan om dadeiijk to beginnen „Te beginnen, meneer?" „Dadelijk, Peterby". „Maar hoe da.u, nieuwer?'-5 „Het staat ami jou om dat te be slissen, Peterby - „Aan mij, meneer?" „Aan jou, Peterby". Peterby wreef weer langB zijn kin en keek Barnabas met een somber gezicht aan. „Men-eei' zei hij, „de uitgaande wereld is een wyreld waarin iedereen zicii oppervlakkig en liciifctinnig most voordoen; wi is 00a cord.waar ieder een een rol moet spelen en waar do menschen dis zich list meeste aan- stci'cn, het meest gewaardeerd wor den het is een wereld vol huichelarij en hes u heel moeilijk er ïu te komen, want de toegang wordt goed bewaakt". „Dat beb ik ook gehoord", zei Bar nabas. „Om er toegang te krij>>« moet u in do eerste plaats geld hebben". „Ja", zei Bar 11 alias. „£n van goede familie zijn".. „1-lm", zöl Batr.aba;- „Verstand en uiterlijk kunnen u helpen maar al die dingen beteeke-' non niets tenzij u heeft wat ik den tooversleutel zou kunnen normen". „En wat is dat dan? „Bekendheid, menee*", „Waardoor? „Door iets wat het ook zjj, dat u van anderen onderscheidt, wat u ho ven andere menschen plaatst, u moet iets eigens, iets origineels hebben", „tiet is prachtig ora origineel te l zijn". „Ja, tot op zo.ere hoogte, voegde Peterby er bi,, „want het is heelemaal niet moeilijk Lord Atvanly heeft het gedaan met abrikozen-taart; Lord Pe tersham met snuifdoozen, meneer Mac kinnon werd beroemd door de han digheid waarin eo hij over de meubels van de salons klom; Jockey van Nor folk door ecu groot aantal biefstukjes achter elkaar te verorberen; Sir Geor ge Cassllis, die noch rijk, noch knap, noch geestig w.'is. door brutaal te zijn; Sir John Lade, door zich als een di ligence-koetsier te verkleeden en als een gek rond te rijden; Sir George Skeffington door een nieuwe klc-ur uit te vloden en slechte tooneelstuk- ken te schrijven; en ik zon nog heel veel andere kunnen opnoemen „Maar Peterby wal heeft Sir Mortimer Carnaby dan gedaan?" Hij heeft naam gemaakt door met Jack Fearby te boksen en hem in even twintig ronden te verslaan en in de tweetle plaids floor een hinderniswed ren te winuen „Ha!" riep Barnaabs uit „een race"' En liij ging weer door met naar het plafond te staren. „Maar ik vrees, meneer", vervolgde Peterby, „dat u al uw kansen al in het begin verspeelt heeft door hem tot uw vijand te maken". „Een race!" zei Barnobaa weer in gedachten verzonken. „En daarom voegde Peterby er bij, terwijl hij zich dichter naar zijn meester toe boog „nu u mij de eer aundoet mij om raad te vragen, zal ik mijti uiterste best doen om u van k plan af te brengen." „Maar waarom, John Peterby". „Omdat ik in de eerste plaats, weet dal liet onmogelijk is. „Ik begin te ge>loov<en dat dat niet Juist is, John". ,Nu dan, omdat het gevaar lijk is". „Overal schuilt tenslotte gevaar, John". „En meueer, omdat u u Pe terby stond op en bleef met gebogen hoofd en uitgestoken handen vooi hem staan, „omdat u een arme ongelukkige drommel geholpen hebt en daarcin zou ik niet graag wilier dat dat u veracht en vernederd wordt. O meneer, ik ken Londen Ik ken de menschen die tot de uitgaan- de kringen beliooren meneer die we reld is harteloos, wreed en gemeen: iemand zonder ondervinding wordt ej besiiol om edelmoedigheid wordi minachtend gelachen; hij die liet beste kan schieten staat het meest in aan zien; zelden wordt er gekibbeld, maai vaak wordt er toch iemand gedood en meent, ik zou het niet kunnen ver dragen, dat u (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 14