jwüaüstiek en Philantropie. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 7 JANUARI 1922 -> TWEEDE BLAD Er zyi: vele monseh©:., yun ver- fcchillenucn raag en stand, die »n hun iu.-en iels bijzouders hebben verno men of zeil ondervond»», dut roor puuüceering geschikt is en dat voor ohz© lezeis belangwekkend zou zijn. Daarnaast zijn w velen, die sympu- tlne koesteren voor de ecne of urndere veroenlciiig van phllantropischen aard. Uezo twee feiten hebben ons op een d< nabeeld gebraclit. anneer iemand, abomaé of niet, ons tets belangrijks wil medeueelen, d;.i wij voor opneming in Uuariem's Dagblad geschikt achten, dan betalen wij daarvoor lien G u e n aan dvii penmngiiieetser >van een veroem- gmg met phllantropisclie strekking, •nnar kén/e van den schrijver-inzen der. üo inzviiiingon moeten natuurlijk gcleekend ziju. lluoi omvang zal uit den aard verschillend wezen, maar een halve kolom druks beschouwen wij als minimum. l)e mogelijkheid bestaat, dat iemand het rctligceren -van zijn inzen ding liever aua een ander overlaat; in dat goval zal oen enzer rédacteuren zijn verhaal of incdedeeling gaarne ten zijnent komen opleriuncn. Wij vingen met deze rubriek in het begin der vorige maand aan. De he den gepubliceerd bijdrage is nummer -vijf van de serie. HASSAN KARAHMED. Er is misschien geen tijd van het jaar, die er ons zoozeer toe brengt onze gedachten naar het verleden te rug te doen gaan, dan de tijd van de Jaarwisseling. liet was 11*14, hit eerste oorlogsjaar, toen ue oorlog nog zoo nieuw, zoo vreeselijk, zoo bt-nauwand was. Later is <li© eilende, helaas, een heel gewo ne locstand geworden: kinderen groei- dem op, die nooit iets anders dan den oorlog gekend haddendie a>l op school gingen en het was nog altijd Oorlog; men vroeg niet meer: is die of die gesneuveld, maar zei: o, leeft die of gene nogToen echter was het nog het begm. In Praag! N'u de hoofdstad van de nieuw Republiek Tsjecho-Slokawije. toen een der vele groot© steden van de oude Oostenrijk6ch-Hongaa.rsche mo narchie, waar ze altijd ruzie met ei kaar hadden er toch altijd weer bij el kaar bleven. Als jonge, pas afgerichte zuster kwam ik in een groot militair hospi taal, een oude kazerne in de voorstad Karlin, mot 2000 zioke en gewond© sol daten en kreeg met een andore ver pleegster samen een zaal met 25 zwaar gewon dun. Later werd het ameublement, waar over wij de beschikking hadden, nogat volledig. Maar in liet begin hut het veel te wenschen over. Harde slroo- zukken en kussens; één blikken kom per mum, voor water, koffie, soep en aardappelen; één wasohkom cm één stuk zeep voor de heeie zaaljen een koortsthermometer, waanmee alle 26 patiënten drie koer pér dag 'gometen moesten! Dus was er geen overvloed van ther mometers. Daarentegen: koorts was tr des te overvloediger. Bijmu aJJen over de 60 graden. En dan konden ze :cs nachts ijlenZe stonden nog altijd te genover de vijanden en emmmaadeer- den bajonetaanval. En al hadden ze doorschoten armen en beenen, soms lukte het sleohts met groote moeite ze in hun koorts-fantasiën in bed te hou den. En de eenigo hospitaal-soldaat, wiens hulp voor zulke momenten inge roepen kon worden, lag meestal zóó diep te snorken op zijn stroozak, dut het eerder morgen zou worden, dan dat je met je zwakke handen hem wak ker had kunnen sohudden! En dan de talen in dat crude Oosten- ri)k-Hongarije! Wij hadden er Duitscli «prekreden van de meest verschillende streken tn dialecten. Hongaren, Tsjecheiie, blowaken, Polen, Roethe- nen, Kroaten, Serviërs. Italian en, Ru- meniërs en Mahamodanén utt de Her- zegowina De laatstgenoemden, vijf in gotai. aan een "der vele honderd patiënten ©en hand: daar had hij het te druk voor. Maai- Hassan was een uitzonde ring. Nooit heeft hij gevloekt of zich onge duldig getoond. Maar wel kon hij j« soms even in verlegenheid breng©» Door bijv. raidden onder een zeer za kolijk gesprek met den dokter, dat ik vertolken moest, kaJm, tegenover mij wetend dat niemand tlat verstaan had ik allen op mijn zaekenzaa.1 gefcre-kon op te mt,rhen: „de groote dok gen. Omdat ik als kind ©enige jarenler (d© ©pereerende chirurg) ziet er met m ;n ouders ui Most ar, d© boof<J-|z,jn operatiejas net uit als een e:a- fitfd had en hun taaJ. een met Turksche woorden doorwiekt Servisch, en hun gebruiken kende. Van één van hen, onder die verschil- lende, soms zoo bewonderenswaardige karakters, een van de buitengewoon ste, wou ik nu nog het een en ander vertellen. Hassan Karaiuroed was zijn naaim. Hij kwam uit üamja.loeka. Of hij 21 of 25 jaar oud was wist hij niet: zijn moeder kon zich niet precies herinne ren of ex 21, don wel 25 wijnoogsten voorbij gegaan waren sedert zijn ge boorte. Op ©en duisteren Octob&r-avond had den zij ham, met een groot transport gewonden van het Russische front, binnengebracht. En daar lag hij nu. bleek en zwak, op eeu draagbaar, met een verscheurde soldatenjas bedekt. Met halfgesloten oogen, en zóó moe. dat je zijn mooie Arabische trekken voor ©en beeld of voor een lijk zou hebben aangezien. VV'ij gaven hem, omdat hij zoo uit geput was, eerst warme melk te drie- ken, vóór hij ontkleed, gewasscuen en verbonden zou worden. Toon wee zijn eerst© vraag: ,,is cr geen varkens- vleuscih aan dien beker gekomen?" Op liet hooren daarvan v.ist ik dat hij Mohamedaan ex Herzegowiner was. En hij was zóó blij, dat eindelijk iemand hem verstaan kon. Oogenechijnlïjk was zijn verwonding juist- boven de rechterknie was eeu kogel door zijn been gegaanniet erg. Maar binnen enkeJe dagen trad een sterke infectie op. De éene incisie na d© andere moest gemaakt worden, waarbij stroomen etter vloeiden. H had uren op het slagveld gelegen zon der verband, en was vervolgens met het eerste noodverband dagen lang in een Roode K/ruis-trein vervoerd. Dat maakte met de hoog© koorts, den toe stand op den duur zóó bedenkelijk, da, de dokter dagenlang niet zeker was of- geen amputatie noodig zou zijn, ja o! Hassans leven behouden zou blijven. Door ff! die operaties had hij tens bit© !i wonden met canules, die zoo vree selijk pijn kunnen doom Sommige da gen moest dat pijnlijke rnet wondon bedekt© been zelfs tweeman! verbonden worden En al die pijn heeft hij zonder nar cose of inspuiting doorstaan! Dy Ko ran verbiedt bedwelmende dranken. En chloroform en aether waren, vol gens Hasasn, ook niet beter: hij wei gerde verdoofd te wor&sn. De dokter, een buitengewoon knappe chirurg, hield het eerst voor onmoge lijk iemands been zóó, bij bewustzijn, open te snijden. Maar alle 14 keer bleef Hassan even da.pper, even kalm. Hij zette zijn tanden op elkaar; greep mijn po's vast, zoodat die nog uren lang de teekenen daarvan droeg en ais het gebeurd was wisselde hij op Oos- terscn beleefd© wijze met den dokter een handdruk. Anders gaf dezo nooit de Herzegowina, gewoond j gersknecht, maar hij verstaat zijn 4 nwerk. De klein© (de assistent) is zoo onhandig aJs een ezeldrijver; laat die maar niet aan mijn bed komen". Waarop d© dokter, zakelijk voort gaand: „Wat zeigt de jwitient En de tolk vond het erg vervelend! Na zoon operatie was er maar één drog, dat hem verkwikken kon. De „sestrice" (kleine zuster; hijzelf was zóot lang, dat wij zijn bed met een plank verlengen motsten!) moest hem gauw ee» echt Turkschcn koffie ma ken. En de onderofficier van de ope ratie-kamer heeft daartoe, op elk uur vaai den dag en den nacht© het ©enige beschikbare komfoor bereidwillig nl- gestaanWat veel zoggen wil, want deze groot© heer in hel militair hos pitaal was niet gemakkelijk. Maar a!s Hassans koffiekan verscheen moesten alle steriele trommels en jxrtton het veld ruimen. Allen trouwens haddon hun beleefd heden voor hemZooa's hij zeif te gen zijn kameraden ook altijd vrien delijk en medelijdend was. Zelfs noem de hij ze altijd „bracé", broer. Behat- ve, helaas, den hospitaalsoldaat, voor wiens onhandigheid hij met diepe verachting vervuld was. Voor m:j had deze antipathie nog ©en bijzondere schaduwzij. Wamt zij ba-acht mee, dat hij zich verbeeldde, dat slochts de ,,6cstrice" zijn been op kon tillen zonden hem pijn te doen. Ln al had ik één of tweo nachten ge waakt, 's nadaag© moest ik gereed staan al® het verband gewisseld werd. Soms lukte dit echter toch nog n et naar wenscb! Dan bleef hij even kalm, greep stilletjes naar zijn kussen en pats! vloog dat, zonder een woord ter verklaring, naar je hoofd! Een andore keer was hij daarente gen weer in de beste stemming en kon zeggc-n: ,,je ,de Moharnedanen zaggen tegen iedereen „je") bent net als mijn moeder". Wat ondertussciheu niet zóó'n groot compliment was als het misschien wel lijkt. Want zóó lt.el veel bekommerde hij zich om zijn moe der niet De Serviërs hadden destijds een inval gedaan en Bcnjaloeka uit geplunderd, waarbij ook Hassans fa milie spoorloos verdween. „Geprezen zij Allah", was toen zijn verklaring, „waarschijnlijk zijn ze öoodgescbo- en"Ofschoon hij er toch weer op o'.gen iict-. „als ik nog eens gezond kon worden, om weer in den oorlog te trekken en ze te wreken Dat is nooit getbeuTd: want zijn been bloef stijf! Op verzoek van de schrijfster zon den wij lieden tien galden aan den Heer J. Warner, BI I derdijkstra at 28, alhier, voor het Comité voor Ylaande- deren. Redactie. Zonderling en sierlijk lichteffect en nog wat anders. Mag ik myu stadgenooten op eeu zon derling cn Bierljjk lichteffect attent ma kent lk kan mjj haast niet denken, dat het onbekend is, maar ik had er nooit van gehoord en daarom denk ik maar, dat ik door er op t© vrezen, misschien enkelen een genoegen kan doen. Gisteravond dan tussehea hnJfaeht en acht uur met ïuyn zoon op het Spaaroe wandelend maakte deze er my op attent. Wy kwamen van uit de Lange Veerstraat en gingen door de Berkeurodosteeg. Staande op het hoekpunt naar het Zuiden gelegen lieten we onze blikken guan over het nardige tooneol, dat de vele in rost liggende Btoombooten vormden. Tocd onzen blik naar links ven <de meuschen kyken in bet algemeen te veel nnar rechts en links en te weinig ven, in het ryk der natuur en in het ryk der genade!) zagen vry met tref fende scherpte, wat ik nu nader zal be- schrijven. De lichtbol van de booglamp lag als het ware in het middelpunt van een reusachtig maar zeer regelmatig tut zilverglanzcnde takken opgebouwd vogel nest. Welke voorwereldlijke reuzenvogel had dit zoo siorlijk geconstrueerd? We wa- dicht by Tcylcr en blijkbaar on der den Invloed van den genius loei. Me- gornis maximust Nooit van gehoord. Ook die voorwereldreuzen uit het moso- uit de triasperiode of uit het ju ratijdvak, meest hagedissen en geen vo gels. Maar bovendien was het nest ge opend naar beneden en dus voor het uit rollen der eieren (hoeveel eenten die tegenwoordig doen?) wat al te geschikt Wcgd us met die hypothese. De geleerde heid van Teyler had ons blijkbaar tot ra zernij gebracht. Voortwundelen naar het Zuiden kroeg ik de gelegenheid het ver schijnsel herhaaldelijk waar to neuten en my op eeu wat minder speelsche verkla ring to bezinnen. Midden voor het ge bouw van Vroom en Drcesiuau staan ie was het zoowel naar rechts als naar links (een dergelijk soort zaak voldoet blijk baar aan de behoeften van lieden oehoe rende aan allerlei politieke partijen) ze©r i fraai te zien. En verder voor de Centrale naar rechts boven. Heel mooi was het ook te zien op den hoek van de Baan en het Plein. Het nest werd hier gevormd door den boom staande tusscheu de twee kleine café's tegenover de Tcmpelierstraat. Wat mag do verklaring van dit ver schijnsel zjjnf Er was een sterke motregen by overigens zeer heldere atmosfeer, al thans in de benedenlaag. De boomen bla derloos. De takken aan alle kanten nat, .an de ouderzyde even goed als van boven. Dit was ook duidclyk te zien aan de ;troomdraden voor de elektrische tram, lie dan ook het licht der op geringe hoogte staande lantarens terugkaatsten. En, daar het ongeveer nieuwe maan was, kon do achtergrond als vrijwel volstrekt donker beschouwd worden. Van den bol do booglamp ging nu een lichtkcgel uit. Verder wordt door het oog ooit een gedeelte der ruimte als in eon kegel gele- n waargenomen. Lichtkegel en waarue- ingekegt-1 staan met de grondvlakken op elkander. Daartusscheu een wirwar van in alle richtingen geplaatste, aan alle kanten natte en dus liet licht terugkaat sende takken, cylindrische vormsels dus, die, als wel gepoetste kachelpijpen, dat licht in den vorm van sterk lichtende stre pen refiectecren. lntusschen kwamen niet alle takken van den boom in gelijke mate voor het vormen van dergelyke lichtstreo- pon ten opzichte van het waarnemende oog in aanmerking. Men kan gevoegelijk hier bij drie hoofdrichtingen onderscheiden. In tie eerste plaats de richting evenwijdig a: de as van den kegel. Deze onderschep;» eenvoudig bet licht en worden daardoor tegen den donkeren achtergrond niet waargenomen. Hetzelfde heeft plaats met do takken in de richting loodrecht staande op het mnntclvlak van den kegel. Voor de terugkaatsing komen echter in aanmer king de takken die in hun verloop min of meer het kegeloppervlak volgen en te vens evenwijdig zyn aan het grondvlak. Zoo ontstaan dan al die concentrisch ge rangschikte zilveren strccpcn, die in hun geheel den indruk maakten van een reus ach tig vogelnest, met zorg uit do takken van een zilverboom samengesteld. De ge wone lantaarns konden dit effect u.et geven, omdat de takken der boomen Lo ven deze zich bevonden. De proef op de som was in deze, dat, waar uitzouderings gewyze de takken dor boomcD zeer laag xvaren, ook de straatlantaarn, zy het min der duidelyk, hetzelfde verschijnsel ople verde. Ik heb dit kunnen waarnemen, staande in de Juhanastraat voor nomnier öl en ziende naar de Jordcnstraat en wel op het licht van de lantaarn voor nomnier 5. Weer eeu wonderbaar verschijnsel. Hoewel het van Eedeupleiu maar één zijde heeft en nooit con overkant km krygen heeft de huizenry toch een uitsluitend ou even nommcring. Aan de verklaring van dat verscbynsel durf ik my echter niet wagen. Het vcrsciiijrisel was op het Spaarue zoo frappant mooi, dat spel van licht en regen, dat mij een gedeelte van de Schepping van ten Kate in de gedach ten kwam. llet is uit het Tweede Scbepping8lied en mag wellicht hier geciteerd worden. Schitter van 's Heeren aangezicht, Bezielend Licht, Bezielend Licht, Dat Gods glimlachende Liefde zijt, De klcureiunerigster, De vreugdebrengster, Die 't Al verblijdt Meld, o gij wandlend Wolkenzwerk, Zijo handenwerk Zijn handenwerk. 't Zij ge den regenmantel plooit, Of paerels sprengelt, Of vlokken mengelt Als dons gestrooid Dit is Uw schepping, God der Goón Wat is zij schoon Wat is zij schoon Overal hebt Ge Uw schaduwbeeld Haar ingeweven. Uw Godlijk leven Haar meégedeeld. Ik moest mij zelf bezinnen, hoe juist zoo vrome woorden mij invielen. Er is tweeërlei gedachtcnverbindingeen associatie voor gelijkstcmmigheid en een associatie door contrast vraagt ee nigermat© een toelichting. Ik bad mij op mijn wandeling door de Groote Houtstraat moeten begeven. Kieuw- jaarsavond door de Groote Hout straat Is op gewone Zondagen ondc r het publiek de jongelingschap al reeds rijkelijk vertegenwoordigd, nu was het nog sterker. Ln de nadruk, waarmede deze hun gevoelens kenbaar maakte, was ook nog wat sterker dan gewoon. De drank Kan zijn. Maar nu was bet üau ook al weea heel erg. De onhebbelijkheid en d| luidruchtigheid, waarmede gemeeui taal uitgeslagen werd. waren voor def rustigen burger in tie hoogste mai< stuitend, ik zuchtteis daartegej niets te doen I Gevoelige naturen ver mijden alleen daarom op de moeilijk» tijden onzen hoofdverkeersweg. Ligl hier geen bijzondere taak voor d« school, de kerk, de pers 1 Geen dezei zal zich onbetuigd gelaten hebben, bpcciaal van de pers weet ik, dat zij in dit opzicht dikwijls geen blad voor den mond genomen heeft. Was liet de pers niet, die hier een bijzonder soort mcnschen meende ontdekt t© hebben 1 Een bevredigend resultaat is intus- schen nog niet bereikt. Mag ik bet nog eens met zachtheid beproeven „Waarde Vrienden. Uw jeugd, waar» in Gij U zoo terecht verheugt, heeft als elke menschclijke leeftijd haar sierk© cn haar zwakke zijden. Een zwakke zijde der jeugd is, dat, ais haar kracht zich zoekt te uiten, die uiting niet al tijd zoo gebreideld wordt, dat een mooi© daad tor stand komt. Zoo gaat het U, leer Gij bil elk gering verschil van meening, dat Gij met een Uwer vrien den hebt, belangstellend meent te moe ten vragen „ben je En elk Uwer meeuingen vraagt bij haar uitingen niet die godslasterlijke kracht en, die Gij meent om de twee woor den te moeten inlasschen. Mag ik U ,n dit verband een paar dingen vertel len, die Gij misschien niet weet? Ik ben van mijn vak geneeskundige- en bejaard. In den loop der jaren hebben wij in dit prachtige vak der genees kunde zulke prachtige menschen ge had, die ons vak vooruitgebracht heb ben. Een der grootste geesten, die wij tot de onzen mogen rekenen, is een Duitscher, die voor een jaar of zeven gestorven is. Hij heette Ehrlich, Paul Ehrlich. En dat groote genie had zich zelf nu als richtsnoer voor zijn leven gesteld, altijd „anstandig" te zijn. An- stacdig is in het Hollandscb „fatsoen lek". Mij dunkt op die deugd kunt ook Gü U. vooral in Uw woorden en hou ding op straat toeleggen. De tijd. waar in een enkele intellectueel zijn kracht zocht in hetzelfde misbruik, waaraan Gij U nu bezondigt, is voorbij. Oud tijds dacht men over het misbruik ea zelfs over het gebruik van Gods naam zooveel gevoeliger. Laat ik U een paar voorbeelden noemen. De oude Joden spraken God's eigennaam nooit uit. En w.e heden ten dage nog Hebreeuwscb leest op de wijze der Hebreeërs, spreekt dien naam niet uit, ook al is die ge drukt voor hem. ln plaats van den i zegt hij een heel ander woord t Adonaj, Heer. En toch waren dat be trekkelijk onbeschaafde woestijnnoma- den, die geen school bezocht hadden eu van' geen Volksuniversiteit weet had den. En als in de middeneeuwen, die zoogenaamde donkere middeneeuwen vóór de uitvinding van de boekdruk kunst, een monnik aan het overschrij ven was en dan God's naam moest schrijven, dan maakte hijeerst zyn pen schoon. De Amerikaansche dichter Longfellow beschrijft dit in een prach tig gedicht aldus I come again to the name of the Lord I Ere I that awful name record. That is spoken so lightly among men. Let me pause a while, and wash my pen» Een begrijpelijke reden- (Daiiv Sketch. Londen.) Waarom niet, Smit Om een ojmterking die hij ziek veroorloofde tegen mij te maken. Wat zei hij dian? Hij zei „Smit, je ontslagen.' .wisselend. Soms neigt die naar Jiet mj- in zijn bat in een Haarieinur Halletjes EE.\ Eti.jAG -.5 i 'XDPRaATJE. schenminnende. de zoon van mijn r.eef I trof het, dat ik juist in stemming No. Een Vcui rrujn neven, die tocli an- 3 verkeerde op dien Zondag, ders zoo dom niet is, hnd mij dezer Niet omdat hij iets bijzonders, ta- dagen zijn zoon gestuurd in de hoop,1 lentvos, of aantrekkelijks aan zich eeD mooi© betree-1 had, integendeel, hij maakte den in- druk van een der duizende joagelu' die het eindexamen van de dat ik te H; king voor hem zou weten, of door! mijn relaties hem in kennis zou kun nen brengen met een ander, die zoo- icts voor hem beschikbaar bad. Zul ke dingen komen dagelijks voor. Va ders in Rotterdam, Dordrecht en Til burg, die geen raad met hum zoons weten, sturen ze naar vrienden in Leiden, Delft en den Haag op zoek naar mooie posities, terwijl andere vaders uit den Haag, Delft en Leiden hun betrekkinglooas zoons etuxen naar Tilburg, Dordreoht en Rotterdam. De eenige die daarvan profileert is de spoorwegmaatschappij, die hen ver voert, om de eenvoudige reden, dat er geen mooie betrekkingen onvervuld liggen te wachten. Of ze bestaan niet, gelijk in dezen tijd van malaise, of ze worden, zoodra ze open komen, inge nomen door menschen, die er jaren- lang naar hébben uitgezien en met in spanning van alle krachten er heen z»n g-ïoopen, geklommen of gekro pen. "i ouvr geval: deze neef uit Utrecht «•■si» zijn zoon naar inij toe gestuurd, omdat er in zijn eigen Utrecht geeu mooie betrekking voor zijn zooei be schikbaar was Natuurlijk droeg ik die evenmin ln mijn vestzak. Nu had Hrt gewone midddl wél kunnen toe passen, namelijk hem met oen paar weerden op een visitekaartje wegri- cotnmandeeren aan een mij min o! «neer vijandige relatie, die ook met too n jongen op Zondag (want ze ko men a1 t ij d oj> Zondag) ju zijn maag zon zitten en (bt.hoof ik het nog te zeggenevenmin een mooie fcctrek- knig voor bent in voorraad had. Het dient tot niets, ojn mij uit to geven voor beter dan ik ben en op een an deren dag zou ik dit middel zeker niet verzuimd hel-bon, maar ditmaal kon lx het niet over mijn hart verkrijgen. Dc stemming van den mensoh is of te zijn, H. B. S. of Handelsschool gedaan hobbelt en nu vei legen zij.n met de maatschappij, gelijk tie maatschappij verlegen is met hen. Hij rook naar cigaretten, droeg een groen hoedje, een gele regenjas, ewt slappe boort Pi-iiii.L- li. s, geen mancnet- ten, een blauw pak en bruine schoe nen, kortom de uniform van bet leger jongelingen, dat een mooie betrekking zoekt en niet weet, waar h©t die vin den zal. Ik hou er niet van om er omheen te draaien.- de tandarts trekt immers oo-c een kies, mot één ruk e.u slaat er niet zoo'in beetje me© te spelen, om hem dan nog te laten zitten. Dus zei den ronduit „oeste neef, ik weet geen goeie betrekking voor je t© Haarlem en ik weet ook geen ander die er wèl een weet." Hij nam do tij ding op met de onbezorgdheid van de jeugd, die an moederspappot zit en van vader zakcenten krijgt, zei: „dank u wel, neef" en etand op om te vertrekken ik vermoed, dat hij de aankondiging gelegen had van een voetbalwedstrijd, die in de huurt zou voorvallen. l>it snelle vertrek kon mij evenwel in de stemming waarin ik verkeerde, niet bevredigen. Mijn neef had zijn zoon toch niet uit Utrecht gestuurd, out een partij voetbal in Haarlem te zien ik zou in elk geval trachten, hem waar voor zijn ge!d' te geven. En wat doe ie als ie iemand geen geJc! bezorgen kunt? Dan geef ie hent goe den raad. Dus beduidde ik hem, om weer te gaan zitten, bood hem niets aan om te rooken, daar jongelui van dezen leeftijd gewoonlijk toch al te veel rooken en informeerde naar het vak van zijn voorkeur. Die had hii niet. Alleen heorschte ex denkbeeld van in den handel gaan: Blijkbaar had hij evenwel tusechen sir. :r..apjw!s, T-ijzer en bcvcrvellen nog niet gekozen. Het had geen zin hierou door te gaan. Ik moest algemeen büjven. Dus sprak ik hem oldus toe: ..Het madkt ook weinig uit. Iemand kan sommen verdienen in den han del in levertraan, welke zooals V*> 1 .nd ia uit de kabeljauw wordt ge wonnen en groote somnun verliezen in de sardines. Ook omgekeerd. Een jonge man, die vooruit wil komen in de wereld, heeft behoefte aan tüge- meene eigenschappen, wc armee de aandacht op zioh vestigt." „Een schoon boot-, een nette doe, een goed afgeschuierd pek en keurige schoenen", zei hii dadcliik. „Dat hob je van je vader", zei ik, ..en het is heel waar. Maox er is nog iets andere van groot belang. Als ik ie een verhaal doc van een groot spoor wegongeluk of een ergert storm, die ik heli meegemaakt, wat doe jij dan „Dan vertel ik u van iets, dat nog veel erger is en dat ik heb bijge woond „of gelezen en zoo keuvelen we verder," zei hij. „Totaai verkeerd. Je luistert met groote belangstelling naar mijn ver haal oil vraagt naar een paar bijzon derheden en zegt vooral, vooral niet. dat je ook wat wilt vertellen. Als je dien raad opvolgt, dan zul je 't ver brengen in de wereld. Dan vin den de menschen je een aardigen, be scheiden jongen en wanneer ie dan bo vendien wat weet en hard werkt, don kom je er zeker. Aandachtig kunnen luisteren, dat is de sleutel tot de mooiste betrekkingen." ..Maar neef, als de verhalen erg ver velend zijn?" „Toch luisteren", zei ik gestreng. „Ik heb iemand gekend, die zich in een groote maatschappij heeft om hoog geluisterd tot directeur." Wc praatten nog een beetje, toen nam hii afscheid en vertrok, tnet de stellige belofte, zich duchtig ot> het luisteren toe te leggen en mü bü ge legenheid eens te laten weten, ho.- hij er mee ges'aagd was. Toen ik hem nakeek, zag ik dat hij op ziin hor! jge zag en stevig doorstapte. Hij zou no" net bijtijds op hel voetbalveld kunnen zijn. iiïex a-s hii mijn raad opvolgt, zullen de reiskosten UtrechtHm: lem en terug üooge rente opleveren. zijn veel menschen, die willen pra ten en heel weinig uie willen luiste ren aan de laatsten behoort de we reld. Zoo jaagt het menschdom, dag in dag uit, t'iguurliik gezegd, op het bankbiljet van cimzend gulden. Maar als hij het in het oog kriigt, vraagt hii zioh af, of het de moeite wel waard was. Nu moeten wc elkaar goed Le- griiDCn ik wil in het geheel niet bluf fen. wanneer ik verzeker, dat ik er een in hanoen heb gehad. Dat is mijn gewoonte niet. 't was cr een van een vriend, die het wanneer ik 't goed be grepen hto. op zijn beurt weer aan een ander moest gaan brengen. tu i t-gciiiteu gozega beboeren de bankbiljetten vaai uutzend gulden aai» anderen. En als kunstproduct ben ik bereid, hun die te gunnon. liet uieu we bankbiljet heeft, u!s voornaamste figuur oen burgerdame, die waai' schijnlijk de Nederiandsdhe Maagd moet voorstellen, omdat ze bloot© voeten heeft in sandalen. Dit is zoo n ongewone dracht, vooral in den win ter, dat ze alleen door een symbol ta ke persoon cis Nederlazulsche Maagd kan worden gedragen. Vro;ge had ze er ook nog een schild bij, een lans ln de hand en ecu helm op li©*, hoofd. Terecht zijn die attributen weggenomen. Claudius Cirilis mag met dit soort van wapenen hebben ge streden, wij gebruiken mitrailleurs, repeteergeweren en ouderzeebooten. Een bezwaar is evenwel, dot de helm verdwenen is, want daardoor stond d© ontwerper voor de keuze: bloots hoofds of oen hoed op. Terecht heeft hij den hoed, die inimeTS te sterk aan mode onderhevig is, geschuwd, maar is daarmee gevallen in «n ander ge vaar: ook de manier van het haar te dragon .pleegt te veranderen, wan neer dc mode en dc kapsters daartoe het sein geven, liet harnas van do Nedertamtsche Maagd is vervangen door een klecdlngstuU, dat van boven een baljapon lijkt te wezen ear bene den met een sleep is versierd. Dit is anaig, omdat aldus do robe twee nistn hoeft, ern modieus te zijn. Het verwondert mij niet, dat do Ne- uerlanasci:© Leeuw wegs.uipt op den achtergrond. Wij zien alleen he, ach terlijf en den staart, de tee^enuar ïiseh blijkbaar opzettelijk den kop ver- norgen, cmdat anders de bezitter van net biijct te duidelijk in zsja (des ïeeuwsj intelligente cog.in de ua..g zou lezen: „wat moet ik van die zreemde juffrouw maken?" Een halve zon rijst aan de kim. Men mag verondcrotcllen, dat die, over du. horizon kijkend©, ook van dc jui- frouw schrikt en zich afvraagt: „zou ik maar niet liever waar wegduiken vandaag de aaxde in donker la ten?" Zij zal het evenwel niet doen. Want wat zou er dan terecht ttkcUii women van de twee reusachtig© libel len, die aan weerszijden van de woot- den BETAALT .AAN TOONDER zwe- ven! Aldus is dc voorkant van 't biljet Ik zwijg van allerlei geheimzinnige figuurtjes, die klaarblijkelijk valsciie munters in de war moeten brengen. Deze lieden zullen er waarschijnlijk hun verstand door verliezen en dat Is ook net hun verdiende loon. De achterkant is een bebangsripa- iroon, het grire&l zoodanig, dat je er over verbaasd staat, hen.» liet mogelijk is, dat de Nederlaadsche Bank voor zooiete duizend gulden wil betalen. De heeren Vissering en Delprat stelien .tun eischen niet hoog. Het Jaartal is 1'j19, hetgeen tot zachtheid stemt. De heeren op 't Ro- kin hobben dus meer dan twee jaar «cewacht, vóórdat eij het biljet in om loop brachten. Zware tweestrijd moet hun borst in dien tijd hebben ver scheurd. Uitgeven ol niet uit gove tri -cm slotte heeft het verkeerde besluit het gewonnen. Als medelijdend mensch hoop ik, dat zij er van kun non slopen, maar ik geloof het n.et. Door een toeval kreeg ik onlangs de neroomda fabelen van l.nfonlaine weer eens in handen eu vond, niet zonder aandoening, de lick end© verhalen t< rug van den krekel en de tuier, den Kikker en den os, de ros, de wolf eu oc kaus en al die andere. Z© zijn en nliiven mooi en Urriiend, maar licD- bci) ten gei)rok: zo zijn ouderwetse!» geworden. Wij in onz© steden zien nooit mevr ctn van die beesten in wei Lelijkheid. Alleen de kaas, name- lijx wanneer we die kunnen betalen. Zou het geen tijd worden om eeas moderne iDden samen Ut stelitn, tot leering van ae jeugu. Eeu beroep uoende op onze NeueriundoCiie letter kundigen, waag ik het, zelf een voor beeld nan dc hand te doen. Een auto van 100 P.K. kwam met een motorfiets van 20 d© Amsterdam- scJtc poort uit. Daar het pereoneet va» de Centrale Werkplaats naar huis gmg, moesten zij beiden even stoppen, juist toen ze vlak naast elkander rtonden. De auto, trii.end van trots ide bestuurder had n.;. den motor niet tot stilstand gebracht) zcide min achtend tot de motorfiets: „gij veracht itolijh wezen, gij tracht mij te over treffen in stonk en lawaai, masSr gij .oopt als een slak let op, hoe ik u aamaoncs mijn hielen laat zien." En nauwelijks was de weg vrij, of de auto met een tiomant el ijken claxon- kreet, stoof vooruit en was weldra uit liet gezicht verdwenen. Helaas, in Halfweg kwam hij in botsing met de E. S. M. en lag verbn/zeld ter neer, terwijl het levenwekkend vocht, de jbenzins, uit zijn flanken stroomde. De motorfiets, die vijf minuten later oorbij kwam en dit zag schudde het Wijze hoofd eu zeide: „20 kan som tijds meer «zijn dan 100." Daarop klonk een luide knal uit de kna'-pot en zette zij haar weg voort naar het groote Amsterdam. Dit verhaal kan u keren. enfin, de moraal laat ik aan den onderwijzer over, die de fabel aan de kinderen vertelt. Er zijn vele moral en uit t» trekken. Maar lk put mijn onder werpen niet graag uiL FIDELIO-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5