jwüaüstiek en Philantropie.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 7 JANUARI 1922 -> TWEEDE BLAD
Er zyi: vele monseh©:., yun ver-
fcchillenucn raag en stand, die »n hun
iu.-en iels bijzouders hebben verno
men of zeil ondervond»», dut roor
puuüceering geschikt is en dat voor
ohz© lezeis belangwekkend zou zijn.
Daarnaast zijn w velen, die sympu-
tlne koesteren voor de ecne of urndere
veroenlciiig van phllantropischen
aard.
Uezo twee feiten hebben ons op een
d< nabeeld gebraclit.
anneer iemand, abomaé of niet,
ons tets belangrijks wil medeueelen,
d;.i wij voor opneming in Uuariem's
Dagblad geschikt achten, dan betalen
wij daarvoor lien G u e n aan
dvii penmngiiieetser >van een veroem-
gmg met phllantropisclie strekking,
•nnar kén/e van den schrijver-inzen
der.
üo inzviiiingon moeten natuurlijk
gcleekend ziju. lluoi omvang zal uit
den aard verschillend wezen, maar
een halve kolom druks beschouwen
wij als minimum.
l)e mogelijkheid bestaat, dat
iemand het rctligceren -van zijn inzen
ding liever aua een ander overlaat;
in dat goval zal oen enzer rédacteuren
zijn verhaal of incdedeeling gaarne
ten zijnent komen opleriuncn.
Wij vingen met deze rubriek in het
begin der vorige maand aan. De he
den gepubliceerd bijdrage is nummer
-vijf van de serie.
HASSAN KARAHMED.
Er is misschien geen tijd van het
jaar, die er ons zoozeer toe brengt
onze gedachten naar het verleden te
rug te doen gaan, dan de tijd van de
Jaarwisseling.
liet was 11*14, hit eerste oorlogsjaar,
toen ue oorlog nog zoo nieuw, zoo
vreeselijk, zoo bt-nauwand was. Later
is <li© eilende, helaas, een heel gewo
ne locstand geworden: kinderen groei-
dem op, die nooit iets anders dan den
oorlog gekend haddendie a>l op
school gingen en het was nog altijd
Oorlog; men vroeg niet meer: is die
of die gesneuveld, maar zei: o, leeft
die of gene nogToen echter was het
nog het begm.
In Praag! N'u de hoofdstad van de
nieuw Republiek Tsjecho-Slokawije.
toen een der vele groot© steden van de
oude Oostenrijk6ch-Hongaa.rsche mo
narchie, waar ze altijd ruzie met ei
kaar hadden er toch altijd weer bij el
kaar bleven.
Als jonge, pas afgerichte zuster
kwam ik in een groot militair hospi
taal, een oude kazerne in de voorstad
Karlin, mot 2000 zioke en gewond© sol
daten en kreeg met een andore ver
pleegster samen een zaal met 25
zwaar gewon dun.
Later werd het ameublement, waar
over wij de beschikking hadden, nogat
volledig. Maar in liet begin hut het
veel te wenschen over. Harde slroo-
zukken en kussens; één blikken kom
per mum, voor water, koffie, soep en
aardappelen; één wasohkom cm één
stuk zeep voor de heeie zaaljen een
koortsthermometer, waanmee alle 26
patiënten drie koer pér dag 'gometen
moesten!
Dus was er geen overvloed van ther
mometers. Daarentegen: koorts was tr
des te overvloediger. Bijmu aJJen over
de 60 graden. En dan konden ze :cs
nachts ijlenZe stonden nog altijd te
genover de vijanden en emmmaadeer-
den bajonetaanval. En al hadden ze
doorschoten armen en beenen, soms
lukte het sleohts met groote moeite ze
in hun koorts-fantasiën in bed te hou
den. En de eenigo hospitaal-soldaat,
wiens hulp voor zulke momenten inge
roepen kon worden, lag meestal zóó
diep te snorken op zijn stroozak, dut
het eerder morgen zou worden, dan
dat je met je zwakke handen hem wak
ker had kunnen sohudden!
En dan de talen in dat crude Oosten-
ri)k-Hongarije! Wij hadden er Duitscli
«prekreden van de meest verschillende
streken tn dialecten. Hongaren,
Tsjecheiie, blowaken, Polen, Roethe-
nen, Kroaten, Serviërs. Italian en, Ru-
meniërs en Mahamodanén utt de Her-
zegowina
De laatstgenoemden, vijf in gotai.
aan een "der vele honderd patiënten
©en hand: daar had hij het te druk
voor. Maai- Hassan was een uitzonde
ring.
Nooit heeft hij gevloekt of zich onge
duldig getoond. Maar wel kon hij j«
soms even in verlegenheid breng©»
Door bijv. raidden onder een zeer za
kolijk gesprek met den dokter, dat ik
vertolken moest, kaJm, tegenover mij
wetend dat niemand tlat verstaan
had ik allen op mijn zaekenzaa.1 gefcre-kon op te mt,rhen: „de groote dok
gen. Omdat ik als kind ©enige jarenler (d© ©pereerende chirurg) ziet er
met m ;n ouders ui Most ar, d© boof<J-|z,jn operatiejas net uit als een e:a-
fitfd
had en hun taaJ. een met Turksche
woorden doorwiekt Servisch, en hun
gebruiken kende.
Van één van hen, onder die verschil-
lende, soms zoo bewonderenswaardige
karakters, een van de buitengewoon
ste, wou ik nu nog het een en ander
vertellen.
Hassan Karaiuroed was zijn naaim.
Hij kwam uit üamja.loeka. Of hij 21 of
25 jaar oud was wist hij niet: zijn
moeder kon zich niet precies herinne
ren of ex 21, don wel 25 wijnoogsten
voorbij gegaan waren sedert zijn ge
boorte.
Op ©en duisteren Octob&r-avond had
den zij ham, met een groot transport
gewonden van het Russische front,
binnengebracht. En daar lag hij nu.
bleek en zwak, op eeu draagbaar, met
een verscheurde soldatenjas bedekt.
Met halfgesloten oogen, en zóó moe.
dat je zijn mooie Arabische trekken
voor ©en beeld of voor een lijk zou
hebben aangezien.
VV'ij gaven hem, omdat hij zoo uit
geput was, eerst warme melk te drie-
ken, vóór hij ontkleed, gewasscuen en
verbonden zou worden. Toon wee zijn
eerst© vraag: ,,is cr geen varkens-
vleuscih aan dien beker gekomen?"
Op liet hooren daarvan v.ist ik dat
hij Mohamedaan ex Herzegowiner was.
En hij was zóó blij, dat eindelijk
iemand hem verstaan kon.
Oogenechijnlïjk was zijn verwonding
juist- boven de rechterknie was eeu
kogel door zijn been gegaanniet
erg. Maar binnen enkeJe dagen trad
een sterke infectie op. De éene incisie
na d© andere moest gemaakt worden,
waarbij stroomen etter vloeiden. H
had uren op het slagveld gelegen zon
der verband, en was vervolgens met
het eerste noodverband dagen lang in
een Roode K/ruis-trein vervoerd. Dat
maakte met de hoog© koorts, den toe
stand op den duur zóó bedenkelijk, da,
de dokter dagenlang niet zeker was of-
geen amputatie noodig zou zijn, ja o!
Hassans leven behouden zou blijven.
Door ff! die operaties had hij tens bit©
!i wonden met canules, die zoo vree
selijk pijn kunnen doom Sommige da
gen moest dat pijnlijke rnet wondon
bedekt© been zelfs tweeman! verbonden
worden
En al die pijn heeft hij zonder nar
cose of inspuiting doorstaan! Dy Ko
ran verbiedt bedwelmende dranken.
En chloroform en aether waren, vol
gens Hasasn, ook niet beter: hij wei
gerde verdoofd te wor&sn.
De dokter, een buitengewoon knappe
chirurg, hield het eerst voor onmoge
lijk iemands been zóó, bij bewustzijn,
open te snijden. Maar alle 14 keer
bleef Hassan even da.pper, even kalm.
Hij zette zijn tanden op elkaar; greep
mijn po's vast, zoodat die nog uren
lang de teekenen daarvan droeg en ais
het gebeurd was wisselde hij op Oos-
terscn beleefd© wijze met den dokter
een handdruk. Anders gaf dezo nooit
de Herzegowina, gewoond j gersknecht, maar hij verstaat zijn
4 nwerk. De klein© (de assistent) is zoo
onhandig aJs een ezeldrijver; laat die
maar niet aan mijn bed komen".
Waarop d© dokter, zakelijk voort
gaand: „Wat zeigt de jwitient En de
tolk vond het erg vervelend!
Na zoon operatie was er maar één
drog, dat hem verkwikken kon. De
„sestrice" (kleine zuster; hijzelf was
zóot lang, dat wij zijn bed met een
plank verlengen motsten!) moest hem
gauw ee» echt Turkschcn koffie ma
ken. En de onderofficier van de ope
ratie-kamer heeft daartoe, op elk uur
vaai den dag en den nacht© het ©enige
beschikbare komfoor bereidwillig nl-
gestaanWat veel zoggen wil, want
deze groot© heer in hel militair hos
pitaal was niet gemakkelijk. Maar a!s
Hassans koffiekan verscheen moesten
alle steriele trommels en jxrtton het
veld ruimen.
Allen trouwens haddon hun beleefd
heden voor hemZooa's hij zeif te
gen zijn kameraden ook altijd vrien
delijk en medelijdend was. Zelfs noem
de hij ze altijd „bracé", broer. Behat-
ve, helaas, den hospitaalsoldaat, voor
wiens onhandigheid hij met diepe
verachting vervuld was.
Voor m:j had deze antipathie nog
©en bijzondere schaduwzij. Wamt zij
ba-acht mee, dat hij zich verbeeldde,
dat slochts de ,,6cstrice" zijn been op
kon tillen zonden hem pijn te doen. Ln
al had ik één of tweo nachten ge
waakt, 's nadaag© moest ik gereed
staan al® het verband gewisseld werd.
Soms lukte dit echter toch nog n et
naar wenscb! Dan bleef hij even kalm,
greep stilletjes naar zijn kussen
en pats! vloog dat, zonder een woord
ter verklaring, naar je hoofd!
Een andore keer was hij daarente
gen weer in de beste stemming en kon
zeggc-n: ,,je ,de Moharnedanen zaggen
tegen iedereen „je") bent net als
mijn moeder". Wat ondertussciheu
niet zóó'n groot compliment was als
het misschien wel lijkt. Want zóó lt.el
veel bekommerde hij zich om zijn moe
der niet De Serviërs hadden destijds
een inval gedaan en Bcnjaloeka uit
geplunderd, waarbij ook Hassans fa
milie spoorloos verdween. „Geprezen
zij Allah", was toen zijn verklaring,
„waarschijnlijk zijn ze öoodgescbo-
en"Ofschoon hij er toch weer op
o'.gen iict-. „als ik nog eens gezond
kon worden, om weer in den oorlog
te trekken en ze te wreken
Dat is nooit getbeuTd: want zijn been
bloef stijf!
Op verzoek van de schrijfster zon
den wij lieden tien galden aan den
Heer J. Warner, BI I derdijkstra at 28,
alhier, voor het Comité voor Ylaande-
deren. Redactie.
Zonderling en sierlijk lichteffect
en nog wat anders.
Mag ik myu stadgenooten op eeu zon
derling cn Bierljjk lichteffect attent ma
kent lk kan mjj haast niet denken, dat het
onbekend is, maar ik had er nooit van
gehoord en daarom denk ik maar, dat ik
door er op t© vrezen, misschien enkelen
een genoegen kan doen. Gisteravond dan
tussehea hnJfaeht en acht uur met ïuyn
zoon op het Spaaroe wandelend maakte
deze er my op attent. Wy kwamen van
uit de Lange Veerstraat en gingen door de
Berkeurodosteeg. Staande op het hoekpunt
naar het Zuiden gelegen lieten we onze
blikken guan over het nardige tooneol,
dat de vele in rost liggende Btoombooten
vormden. Tocd onzen blik naar links
ven <de meuschen kyken in bet algemeen
te veel nnar rechts en links en te weinig
ven, in het ryk der natuur en in
het ryk der genade!) zagen vry met tref
fende scherpte, wat ik nu nader zal be-
schrijven. De lichtbol van de booglamp
lag als het ware in het middelpunt van
een reusachtig maar zeer regelmatig tut
zilverglanzcnde takken opgebouwd vogel
nest. Welke voorwereldlijke reuzenvogel
had dit zoo siorlijk geconstrueerd? We wa-
dicht by Tcylcr en blijkbaar on
der den Invloed van den genius loei. Me-
gornis maximust Nooit van gehoord. Ook
die voorwereldreuzen uit het moso-
uit de triasperiode of uit het ju
ratijdvak, meest hagedissen en geen vo
gels. Maar bovendien was het nest ge
opend naar beneden en dus voor het uit
rollen der eieren (hoeveel eenten
die tegenwoordig doen?) wat al te geschikt
Wcgd us met die hypothese. De geleerde
heid van Teyler had ons blijkbaar tot ra
zernij gebracht. Voortwundelen naar het
Zuiden kroeg ik de gelegenheid het ver
schijnsel herhaaldelijk waar to neuten en
my op eeu wat minder speelsche verkla
ring to bezinnen. Midden voor het ge
bouw van Vroom en Drcesiuau staan ie
was het zoowel naar rechts als naar links
(een dergelijk soort zaak voldoet blijk
baar aan de behoeften van lieden oehoe
rende aan allerlei politieke partijen) ze©r
i fraai te zien. En verder voor de Centrale
naar rechts boven.
Heel mooi was het ook te zien op den
hoek van de Baan en het Plein. Het nest
werd hier gevormd door den boom staande
tusscheu de twee kleine café's tegenover
de Tcmpelierstraat.
Wat mag do verklaring van dit ver
schijnsel zjjnf Er was een sterke motregen
by overigens zeer heldere atmosfeer, al
thans in de benedenlaag. De boomen bla
derloos. De takken aan alle kanten nat,
.an de ouderzyde even goed als van boven.
Dit was ook duidclyk te zien aan de
;troomdraden voor de elektrische tram,
lie dan ook het licht der op geringe
hoogte staande lantarens terugkaatsten.
En, daar het ongeveer nieuwe maan was,
kon do achtergrond als vrijwel volstrekt
donker beschouwd worden. Van den bol
do booglamp ging nu een lichtkcgel
uit. Verder wordt door het oog ooit een
gedeelte der ruimte als in eon kegel gele-
n waargenomen. Lichtkegel en waarue-
ingekegt-1 staan met de grondvlakken
op elkander. Daartusscheu een wirwar
van in alle richtingen geplaatste, aan alle
kanten natte en dus liet licht terugkaat
sende takken, cylindrische vormsels dus,
die, als wel gepoetste kachelpijpen, dat
licht in den vorm van sterk lichtende stre
pen refiectecren. lntusschen kwamen niet
alle takken van den boom in gelijke mate
voor het vormen van dergelyke lichtstreo-
pon ten opzichte van het waarnemende oog
in aanmerking. Men kan gevoegelijk hier
bij drie hoofdrichtingen onderscheiden. In
tie eerste plaats de richting evenwijdig a:
de as van den kegel. Deze onderschep;»
eenvoudig bet licht en worden daardoor
tegen den donkeren achtergrond niet
waargenomen. Hetzelfde heeft plaats met
do takken in de richting loodrecht staande
op het mnntclvlak van den kegel. Voor
de terugkaatsing komen echter in aanmer
king de takken die in hun verloop min
of meer het kegeloppervlak volgen en te
vens evenwijdig zyn aan het grondvlak.
Zoo ontstaan dan al die concentrisch ge
rangschikte zilveren strccpcn, die in hun
geheel den indruk maakten van een reus
ach tig vogelnest, met zorg uit do takken
van een zilverboom samengesteld. De ge
wone lantaarns konden dit effect u.et
geven, omdat de takken der boomen Lo
ven deze zich bevonden. De proef op de
som was in deze, dat, waar uitzouderings
gewyze de takken dor boomcD zeer laag
xvaren, ook de straatlantaarn, zy het min
der duidelyk, hetzelfde verschijnsel ople
verde. Ik heb dit kunnen waarnemen,
staande in de Juhanastraat voor nomnier
öl en ziende naar de Jordcnstraat en wel
op het licht van de lantaarn voor nomnier
5. Weer eeu wonderbaar verschijnsel.
Hoewel het van Eedeupleiu maar één zijde
heeft en nooit con overkant km krygen
heeft de huizenry toch een uitsluitend ou
even nommcring. Aan de verklaring van
dat verscbynsel durf ik my echter niet
wagen.
Het vcrsciiijrisel was op het Spaarue
zoo frappant mooi, dat spel van licht
en regen, dat mij een gedeelte van de
Schepping van ten Kate in de gedach
ten kwam. llet is uit het Tweede
Scbepping8lied en mag wellicht hier
geciteerd worden.
Schitter van 's Heeren aangezicht,
Bezielend Licht,
Bezielend Licht,
Dat Gods glimlachende Liefde zijt,
De klcureiunerigster,
De vreugdebrengster,
Die 't Al verblijdt
Meld, o gij wandlend Wolkenzwerk,
Zijo handenwerk
Zijn handenwerk.
't Zij ge den regenmantel plooit,
Of paerels sprengelt,
Of vlokken mengelt
Als dons gestrooid
Dit is Uw schepping, God der Goón
Wat is zij schoon
Wat is zij schoon
Overal hebt Ge Uw schaduwbeeld
Haar ingeweven.
Uw Godlijk leven
Haar meégedeeld.
Ik moest mij zelf bezinnen, hoe juist
zoo vrome woorden mij invielen. Er is
tweeërlei gedachtcnverbindingeen
associatie voor gelijkstcmmigheid en
een associatie door contrast vraagt ee
nigermat© een toelichting. Ik bad mij
op mijn wandeling door de Groote
Houtstraat moeten begeven. Kieuw-
jaarsavond door de Groote Hout
straat Is op gewone Zondagen ondc r
het publiek de jongelingschap al reeds
rijkelijk vertegenwoordigd, nu was het
nog sterker. Ln de nadruk, waarmede
deze hun gevoelens kenbaar maakte,
was ook nog wat sterker dan gewoon.
De drank Kan zijn.
Maar nu was bet üau ook al weea
heel erg. De onhebbelijkheid en d|
luidruchtigheid, waarmede gemeeui
taal uitgeslagen werd. waren voor def
rustigen burger in tie hoogste mai<
stuitend, ik zuchtteis daartegej
niets te doen I Gevoelige naturen ver
mijden alleen daarom op de moeilijk»
tijden onzen hoofdverkeersweg. Ligl
hier geen bijzondere taak voor d«
school, de kerk, de pers 1 Geen dezei
zal zich onbetuigd gelaten hebben,
bpcciaal van de pers weet ik, dat zij
in dit opzicht dikwijls geen blad voor
den mond genomen heeft. Was liet de
pers niet, die hier een bijzonder soort
mcnschen meende ontdekt t© hebben 1
Een bevredigend resultaat is intus-
schen nog niet bereikt. Mag ik bet nog
eens met zachtheid beproeven
„Waarde Vrienden. Uw jeugd, waar»
in Gij U zoo terecht verheugt, heeft als
elke menschclijke leeftijd haar sierk©
cn haar zwakke zijden. Een zwakke
zijde der jeugd is, dat, ais haar kracht
zich zoekt te uiten, die uiting niet al
tijd zoo gebreideld wordt, dat een mooi©
daad tor stand komt. Zoo gaat het U,
leer Gij bil elk gering verschil van
meening, dat Gij met een Uwer vrien
den hebt, belangstellend meent te moe
ten vragen „ben je En
elk Uwer meeuingen vraagt bij haar
uitingen niet die godslasterlijke kracht
en, die Gij meent om de twee woor
den te moeten inlasschen. Mag ik U
,n dit verband een paar dingen vertel
len, die Gij misschien niet weet? Ik
ben van mijn vak geneeskundige- en
bejaard. In den loop der jaren hebben
wij in dit prachtige vak der genees
kunde zulke prachtige menschen ge
had, die ons vak vooruitgebracht heb
ben. Een der grootste geesten, die wij
tot de onzen mogen rekenen, is een
Duitscher, die voor een jaar of zeven
gestorven is. Hij heette Ehrlich, Paul
Ehrlich. En dat groote genie had zich
zelf nu als richtsnoer voor zijn leven
gesteld, altijd „anstandig" te zijn. An-
stacdig is in het Hollandscb „fatsoen
lek". Mij dunkt op die deugd kunt ook
Gü U. vooral in Uw woorden en hou
ding op straat toeleggen. De tijd. waar
in een enkele intellectueel zijn kracht
zocht in hetzelfde misbruik, waaraan
Gij U nu bezondigt, is voorbij. Oud
tijds dacht men over het misbruik ea
zelfs over het gebruik van Gods naam
zooveel gevoeliger. Laat ik U een paar
voorbeelden noemen. De oude Joden
spraken God's eigennaam nooit uit. En
w.e heden ten dage nog Hebreeuwscb
leest op de wijze der Hebreeërs, spreekt
dien naam niet uit, ook al is die ge
drukt voor hem. ln plaats van den
i zegt hij een heel ander woord t
Adonaj, Heer. En toch waren dat be
trekkelijk onbeschaafde woestijnnoma-
den, die geen school bezocht hadden eu
van' geen Volksuniversiteit weet had
den. En als in de middeneeuwen, die
zoogenaamde donkere middeneeuwen
vóór de uitvinding van de boekdruk
kunst, een monnik aan het overschrij
ven was en dan God's naam moest
schrijven, dan maakte hijeerst zyn
pen schoon. De Amerikaansche dichter
Longfellow beschrijft dit in een prach
tig gedicht aldus
I come again to the name of the Lord I
Ere I that awful name record.
That is spoken so lightly among men.
Let me pause a while, and wash
my pen»
Een begrijpelijke reden-
(Daiiv Sketch. Londen.)
Waarom niet, Smit
Om een ojmterking die hij ziek
veroorloofde tegen mij te maken.
Wat zei hij dian?
Hij zei „Smit, je ontslagen.'
.wisselend. Soms neigt die naar Jiet mj- in zijn bat in een
Haarieinur Halletjes
EE.\ Eti.jAG -.5 i 'XDPRaATJE. schenminnende. de zoon van mijn r.eef
I trof het, dat ik juist in stemming No.
Een Vcui rrujn neven, die tocli an- 3 verkeerde op dien Zondag,
ders zoo dom niet is, hnd mij dezer Niet omdat hij iets bijzonders, ta-
dagen zijn zoon gestuurd in de hoop,1 lentvos, of aantrekkelijks aan zich
eeD mooi© betree-1 had, integendeel, hij maakte den in-
druk van een der duizende joagelu'
die het eindexamen van de
dat ik te H;
king voor hem zou weten, of door!
mijn relaties hem in kennis zou kun
nen brengen met een ander, die zoo-
icts voor hem beschikbaar bad. Zul
ke dingen komen dagelijks voor. Va
ders in Rotterdam, Dordrecht en Til
burg, die geen raad met hum zoons
weten, sturen ze naar vrienden in
Leiden, Delft en den Haag op zoek
naar mooie posities, terwijl andere
vaders uit den Haag, Delft en Leiden
hun betrekkinglooas zoons etuxen naar
Tilburg, Dordreoht en Rotterdam. De
eenige die daarvan profileert is de
spoorwegmaatschappij, die hen ver
voert, om de eenvoudige reden, dat
er geen mooie betrekkingen onvervuld
liggen te wachten. Of ze bestaan niet,
gelijk in dezen tijd van malaise, of ze
worden, zoodra ze open komen, inge
nomen door menschen, die er jaren-
lang naar hébben uitgezien en met in
spanning van alle krachten er heen
z»n g-ïoopen, geklommen of gekro
pen.
"i ouvr geval: deze neef uit Utrecht
«•■si» zijn zoon naar inij toe gestuurd,
omdat er in zijn eigen Utrecht geeu
mooie betrekking voor zijn zooei be
schikbaar was Natuurlijk droeg ik
die evenmin ln mijn vestzak. Nu had
Hrt gewone midddl wél kunnen toe
passen, namelijk hem met oen paar
weerden op een visitekaartje wegri-
cotnmandeeren aan een mij min o!
«neer vijandige relatie, die ook met
too n jongen op Zondag (want ze ko
men a1 t ij d oj> Zondag) ju zijn maag
zon zitten en (bt.hoof ik het nog te
zeggenevenmin een mooie fcctrek-
knig voor bent in voorraad had. Het
dient tot niets, ojn mij uit to geven
voor beter dan ik ben en op een an
deren dag zou ik dit middel zeker niet
verzuimd hel-bon, maar ditmaal kon
lx het niet over mijn hart verkrijgen.
Dc stemming van den mensoh is of
te zijn,
H. B. S. of Handelsschool gedaan
hobbelt en nu vei legen zij.n met de
maatschappij, gelijk tie maatschappij
verlegen is met hen. Hij rook naar
cigaretten, droeg een groen hoedje,
een gele regenjas, ewt slappe boort
Pi-iiii.L- li. s, geen mancnet-
ten, een blauw pak en bruine schoe
nen, kortom de uniform van bet leger
jongelingen, dat een mooie betrekking
zoekt en niet weet, waar h©t die vin
den zal.
Ik hou er niet van om er omheen
te draaien.- de tandarts trekt immers
oo-c een kies, mot één ruk e.u slaat er
niet zoo'in beetje me© te spelen, om
hem dan nog te laten zitten. Dus zei
den ronduit „oeste neef, ik
weet geen goeie betrekking voor je t©
Haarlem en ik weet ook geen ander
die er wèl een weet." Hij nam do tij
ding op met de onbezorgdheid van de
jeugd, die an moederspappot zit
en van vader zakcenten krijgt, zei:
„dank u wel, neef" en etand op om
te vertrekken ik vermoed, dat hij
de aankondiging gelegen had van een
voetbalwedstrijd, die in de huurt zou
voorvallen.
l>it snelle vertrek kon mij evenwel
in de stemming waarin ik verkeerde,
niet bevredigen. Mijn neef had zijn
zoon toch niet uit Utrecht gestuurd,
out een partij voetbal in Haarlem te
zien ik zou in elk geval trachten,
hem waar voor zijn ge!d' te geven. En
wat doe ie als ie iemand geen geJc!
bezorgen kunt? Dan geef ie hent goe
den raad. Dus beduidde ik hem, om
weer te gaan zitten, bood hem niets
aan om te rooken, daar jongelui van
dezen leeftijd gewoonlijk toch al te
veel rooken en informeerde naar het
vak van zijn voorkeur.
Die had hii niet. Alleen heorschte ex
denkbeeld van
in den handel gaan: Blijkbaar had hij
evenwel tusechen sir. :r..apjw!s, T-ijzer
en bcvcrvellen nog niet gekozen. Het
had geen zin hierou door te gaan. Ik
moest algemeen büjven. Dus sprak ik
hem oldus toe:
..Het madkt ook weinig uit. Iemand
kan sommen verdienen in den han
del in levertraan, welke zooals V*>
1 .nd ia uit de kabeljauw wordt ge
wonnen en groote somnun verliezen
in de sardines. Ook omgekeerd. Een
jonge man, die vooruit wil komen in
de wereld, heeft behoefte aan tüge-
meene eigenschappen, wc armee de
aandacht op zioh vestigt."
„Een schoon boot-, een nette doe,
een goed afgeschuierd pek en keurige
schoenen", zei hii dadcliik.
„Dat hob je van je vader", zei ik,
..en het is heel waar. Maox er is nog
iets andere van groot belang. Als ik ie
een verhaal doc van een groot spoor
wegongeluk of een ergert storm, die
ik heli meegemaakt, wat doe jij dan
„Dan vertel ik u van iets, dat nog
veel erger is en dat ik heb bijge
woond „of gelezen en zoo keuvelen
we verder," zei hij.
„Totaai verkeerd. Je luistert met
groote belangstelling naar mijn ver
haal oil vraagt naar een paar bijzon
derheden en zegt vooral, vooral niet.
dat je ook wat wilt vertellen.
Als je dien raad opvolgt, dan zul je
't ver brengen in de wereld. Dan vin
den de menschen je een aardigen, be
scheiden jongen en wanneer ie dan bo
vendien wat weet en hard werkt, don
kom je er zeker. Aandachtig kunnen
luisteren, dat is de sleutel tot de
mooiste betrekkingen."
..Maar neef, als de verhalen erg ver
velend zijn?"
„Toch luisteren", zei ik gestreng.
„Ik heb iemand gekend, die zich in
een groote maatschappij heeft om
hoog geluisterd tot directeur."
Wc praatten nog een beetje, toen
nam hii afscheid en vertrok, tnet de
stellige belofte, zich duchtig ot> het
luisteren toe te leggen en mü bü ge
legenheid eens te laten weten, ho.- hij
er mee ges'aagd was. Toen ik hem
nakeek, zag ik dat hij op ziin hor! jge
zag en stevig doorstapte. Hij zou no"
net bijtijds op hel voetbalveld kunnen
zijn. iiïex a-s hii mijn raad opvolgt,
zullen de reiskosten UtrechtHm:
lem en terug üooge rente opleveren.
zijn veel menschen, die willen pra
ten en heel weinig uie willen luiste
ren aan de laatsten behoort de we
reld.
Zoo jaagt het menschdom, dag in
dag uit, t'iguurliik gezegd, op het
bankbiljet van cimzend gulden. Maar
als hij het in het oog kriigt, vraagt hii
zioh af, of het de moeite wel waard
was. Nu moeten wc elkaar goed Le-
griiDCn ik wil in het geheel niet bluf
fen. wanneer ik verzeker, dat ik er
een in hanoen heb gehad. Dat is mijn
gewoonte niet. 't was cr een van een
vriend, die het wanneer ik 't goed be
grepen hto. op zijn beurt weer aan
een ander moest gaan brengen.
tu i t-gciiiteu gozega beboeren de
bankbiljetten vaai uutzend gulden aai»
anderen. En als kunstproduct ben ik
bereid, hun die te gunnon. liet uieu
we bankbiljet heeft, u!s voornaamste
figuur oen burgerdame, die waai'
schijnlijk de Nederiandsdhe Maagd
moet voorstellen, omdat ze bloot©
voeten heeft in sandalen. Dit is zoo n
ongewone dracht, vooral in den win
ter, dat ze alleen door een symbol ta
ke persoon cis Nederlazulsche
Maagd kan worden gedragen. Vro;ge
had ze er ook nog een schild bij, een
lans ln de hand en ecu helm op li©*,
hoofd. Terecht zijn die attributen
weggenomen. Claudius Cirilis mag
met dit soort van wapenen hebben ge
streden, wij gebruiken mitrailleurs,
repeteergeweren en ouderzeebooten.
Een bezwaar is evenwel, dot de helm
verdwenen is, want daardoor stond
d© ontwerper voor de keuze: bloots
hoofds of oen hoed op. Terecht heeft
hij den hoed, die inimeTS te sterk aan
mode onderhevig is, geschuwd, maar
is daarmee gevallen in «n ander ge
vaar: ook de manier van het haar te
dragon .pleegt te veranderen, wan
neer dc mode en dc kapsters daartoe
het sein geven, liet harnas van do
Nedertamtsche Maagd is vervangen
door een klecdlngstuU, dat van boven
een baljapon lijkt te wezen ear bene
den met een sleep is versierd. Dit is
anaig, omdat aldus do robe twee
nistn hoeft, ern modieus te zijn.
Het verwondert mij niet, dat do Ne-
uerlanasci:© Leeuw wegs.uipt op den
achtergrond. Wij zien alleen he, ach
terlijf en den staart, de tee^enuar
ïiseh blijkbaar opzettelijk den kop ver-
norgen, cmdat anders de bezitter van
net biijct te duidelijk in zsja (des
ïeeuwsj intelligente cog.in de ua..g
zou lezen: „wat moet ik van die
zreemde juffrouw maken?"
Een halve zon rijst aan de kim. Men
mag verondcrotcllen, dat die, over
du. horizon kijkend©, ook van dc jui-
frouw schrikt en zich afvraagt: „zou
ik maar niet liever waar wegduiken
vandaag de aaxde in donker la
ten?" Zij zal het evenwel niet doen.
Want wat zou er dan terecht ttkcUii
women van de twee reusachtig© libel
len, die aan weerszijden van de woot-
den BETAALT .AAN TOONDER zwe-
ven!
Aldus is dc voorkant van 't biljet
Ik zwijg van allerlei geheimzinnige
figuurtjes, die klaarblijkelijk valsciie
munters in de war moeten brengen.
Deze lieden zullen er waarschijnlijk
hun verstand door verliezen en dat Is
ook net hun verdiende loon.
De achterkant is een bebangsripa-
iroon, het grire&l zoodanig, dat je er
over verbaasd staat, hen.» liet mogelijk
is, dat de Nederlaadsche Bank voor
zooiete duizend gulden wil betalen. De
heeren Vissering en Delprat stelien
.tun eischen niet hoog.
Het Jaartal is 1'j19, hetgeen tot
zachtheid stemt. De heeren op 't Ro-
kin hobben dus meer dan twee jaar
«cewacht, vóórdat eij het biljet in om
loop brachten. Zware tweestrijd moet
hun borst in dien tijd hebben ver
scheurd. Uitgeven ol niet uit gove tri
-cm slotte heeft het verkeerde besluit
het gewonnen. Als medelijdend
mensch hoop ik, dat zij er van kun
non slopen, maar ik geloof het n.et.
Door een toeval kreeg ik onlangs de
neroomda fabelen van l.nfonlaine weer
eens in handen eu vond, niet zonder
aandoening, de lick end© verhalen t<
rug van den krekel en de tuier, den
Kikker en den os, de ros, de wolf eu
oc kaus en al die andere. Z© zijn en
nliiven mooi en Urriiend, maar licD-
bci) ten gei)rok: zo zijn ouderwetse!»
geworden. Wij in onz© steden zien
nooit mevr ctn van die beesten in
wei Lelijkheid. Alleen de kaas, name-
lijx wanneer we die kunnen betalen.
Zou het geen tijd worden om eeas
moderne iDden samen Ut stelitn, tot
leering van ae jeugu. Eeu beroep
uoende op onze NeueriundoCiie letter
kundigen, waag ik het, zelf een voor
beeld nan dc hand te doen.
Een auto van 100 P.K. kwam met
een motorfiets van 20 d© Amsterdam-
scJtc poort uit. Daar het pereoneet va»
de Centrale Werkplaats naar huis
gmg, moesten zij beiden even stoppen,
juist toen ze vlak naast elkander
rtonden. De auto, trii.end van trots
ide bestuurder had n.;. den motor
niet tot stilstand gebracht) zcide min
achtend tot de motorfiets: „gij veracht
itolijh wezen, gij tracht mij te over
treffen in stonk en lawaai, masSr gij
.oopt als een slak let op, hoe ik u
aamaoncs mijn hielen laat zien." En
nauwelijks was de weg vrij, of de
auto met een tiomant el ijken claxon-
kreet, stoof vooruit en was weldra uit
liet gezicht verdwenen. Helaas, in
Halfweg kwam hij in botsing met de
E. S. M. en lag verbn/zeld ter neer,
terwijl het levenwekkend vocht, de
jbenzins, uit zijn flanken stroomde. De
motorfiets, die vijf minuten later
oorbij kwam en dit zag schudde het
Wijze hoofd eu zeide: „20 kan som
tijds meer «zijn dan 100." Daarop
klonk een luide knal uit de kna'-pot
en zette zij haar weg voort naar het
groote Amsterdam.
Dit verhaal kan u keren. enfin,
de moraal laat ik aan den onderwijzer
over, die de fabel aan de kinderen
vertelt. Er zijn vele moral en uit t»
trekken. Maar lk put mijn onder
werpen niet graag uiL
FIDELIO-