Herman Groenendaal voor het Militair Gerechtshof. afvrag"u: 15 nu twri-en zijo. ILet is noodig, dat b«t in Po-t lea. Koer luLo cli Bulgarjjo beschikbare gr.. n^ar do Wolga streek worde ver ve,.:'!. Europa kan Jo eeuwige sehando nioi dKijrea van den schijn aan to nouion, alsof liet de slachtoffer» te hulp komt, terwijl ryn hulp volkomen onbeduidend i:=. Het werk der steunverioaing gnat vol- etrektn iet boven de goxauuulyke krach- te» der volkeren. Eon beroep Uwerzijds op de boschaofdo staten, rul stellig go- hoor vindon. In naam dor mousakelgkbaid pmeokeu wij U Uwen grooton invlood aan te wonden voor dezen alloroorston plicht. DE AMEBIKAANSOHE KOOP VAARDIJVLOOT. Do mogelijkheid, dat do quaostie der Amcrilcauiische koopvaardijvloot wat haar internationale beteekenia betreft, wordt voorgelegd aan de ontwapeningsconfe rentie te Washington, bltffct uit.net be richt dat Lasker, de voorzitter van den Scheep vaar traaa aan Harding een plan over deze aangelegenheid heeft voorge legd. Ouder de voorstellen, welke op gxord van dit plua aan de buitonlaodscho naties tonden voorgelegd volgens do theorie dut dat Araerik3ansche koopvaardijvloot on afscheidelijk verbonden is aau de oorlogs vloot, zou er een zijn voor oen overeen komst, volgens welke do AnioriUnsasche rccdors en schepen minBtons vyftig pro cent van den Anierikaanschon uitvoor zouden vervoeren en waarbij de quaestie van wijziging van koopvaardy'schopen in oorlogsschepen in oorlogstijd del'ruitlef zon worden geregeld. Het verdrag in zake do vlootbeperking, zooals hot door de deskundigen is opge maakt, zou oen bepaling moeten bevatten, wolko een verbod inhoudt koopvaarders van meer dan 10.000 ton iu oorlogstijd te corandoren in hulpoorlogsbodoms. -Sche pen onder do 10.000 ton zouden, indien verbouwd, onder de regelen vallen, welke de bewapening boperkeu tot kanonnen van acht duim maximum kaliber. l'RINS OKOEMA.t Blijkens een Reuter-bericht uit Tokio heeft prins Okoensa, wieus overlijden z»ed* Za terdag voorbarig werd gemeld, Dins dagochtend den laatstea adem uttgebla- STAKINC IN ZUID-AFRIKA. Aan de goudmijnen in Zuid-Afrika ls een algemeene staking uitgeoro- ken. Reuter verneemt uit Johannesburg In verband inet de algemeen© mijn- .workersetkmg is da opening van liet parlement verdaagd tot 17 Febr. •Waarschijnlijk zal het g olie el e kabi net spoedig te Pretoria bijeenkomen. Te Johannesburg is afies rustig; de café s zijn gesloten. Het aantal Btakers wordt op 20.000 geschat. CONFERENTIE TE GENUA. De Sovjet-regering verzoekt den Oppersten Raad niet Genua doch Lon den al» zetel eer a.s. economische con ferentie aan te wijzen. BLOEDIGE BOTSINGEN TUS- SCHEN FASCISTEN EN COMMU NISTEN. Utt Florence wordt gemeld; Bii een bloedige botsing tussohen communisten en fascisten te Bergiola (nabij Carrara), waarbij de hulp van oarabinieri moest worden ingeroepen, zijn vier personen gedood, en vijf ge wond, onder wie drie carabinieri DE SPAANSCHE JUNTA'S EN DEN MINISTER VAN OORLOG. Het geschil tuschen den Spaanschen munster van Oorlog La Cierva en de militaire Junta's, dat thans een jiritie- ken vorm heeft aangenomen, heeft, volgens den „Times"-©oj-r«spon- dient te Madrid, zijn oorzaak in het bezoek dat de minister eenigen tijd ge- lean aan Melifia heeft geluncht. ier eeiegenheid van dat beaoek gefeilde hij een tamelijk scherpe critiek uit op de administratie van het expeditiele de-r in Marokko, voornamelijk wat be treft de levensmiddelen-voorziening van de troepen en de hospitalen. Bij rijn tweede bezoek tijdens de Kerstda gen zag hij zich opnieuw genoodzaakt de betreffende autoriteiten te beris pen. toen hem Week. dat de troepen gebrek hadden aan versohillene nood zakelijke behoeften, I11 verband hiermede werden som mige officieren van hun functie ont heven en in den tijd tusschen de beide bezoeken aan Melilla had de minister reeds krachtige maatregelen «nomen tegen het eenige hooggeplaatste offi cieren die het optreden van den mi nister openlijk hadden becritiseerd. Dit alles prikkelde de verontwaar diging der Junta's die zich er niet bij wilden neerleggen, dat een burger lich met het optreden van officieren bemoeide. In der. loop van de vorige .week deden geruchten de ronde, vol gens welke de officieren door ten ge- Kuneluk optreden zouden trachten, den minister van Oorlog ten val te brengen, Als een antwoord op deze bedrei gingen besloot minister la Cierva, den presdient van de -Juntas voor den krijgsraad te dagen, teneinde te on derzoeken, welken omvang de indisci- plinaire stemming had aangenomen. Algemeen verwachtte men, dat de kabinetezitting van Maandag j.l. zou leiden tot krachtige maatregelen voor de handkavnie van de krijgstucht. Uit de inmiddels ontvangen berichten bliikt. dat deze verwachting h be waarheid. Nader wordt ons uit Madrid ge meld: De politieke en militaire toestand la nog delicaat, mar volgens do laatste berichten, welke In parlementaire kringen <?n door de redacties der dag bladen zijn ontvangen, zou men thans op weg naar een oplossing zijn. De minister van Ooi-log heeft verscheide ne malen geconfereerd niet den com mandant van hot Madriieensclio gar nizoen en met de leiders dor militaire 's, aan wie hij in krachtige be woordingen verklaarde dat hij stellig was besloten to voorkomen dat het opsribaar gezag zal moeten wijken voor eenig ander gezag. Het kabinet heeft zich in dezen officieel met den minister solidair verklaard. Stadsnieuws NA 40 JAREN. Op den afeten Januari a.s. zal het •eertig jaar geleden zijn, dal in Ne derland de eerste hand word gesteven aan het werk der barmhartigheid on der de lijders aan vallende ziekte, on de Christelijke Vereeniging voor de verpleging van lijders aan vaUende ziekte, te Haarlem werd opgericht. Gedurende 40 jaren heeft dat werk een zeer beteokenenden omvang ver kregen. zoodat nu ln de gestichten te Haarlem en te Heemstede (waar de beide mooie Stichtingen dezer Vereen, staan), ruim 400 toevallijders worden verpleegd. Voor honderden beklagenswaardige epileptici is dit werk m die jaren een zegen geweest en tientallen van jonee mannen en vrouwen werden in dien tijd als Diakonen en Biakoneseen op geleid, en brachten ook ver buiten de Stichtineen hulp in velerlei nood. Het is dan ook geen wonder dat men allerwege in ons Vaderland dit werk dermate weet te waardeeren, est jaarlijks groote sommen worden bijeengebracht om in de vele en groote behoeften van deze stichtingen te voorzien. Aan die belangstellende lief de en krachtigen steun van zoovclen is het dan ook te danken, dat onder Gods zegen, dit werk zich zoo kon ont wikkelen, en ook door de moeilijke jaren sedert het uitbreken van den wereldoorlog kon heenkomen. Zeer zeker au'Ion m deze dagen van dankbaar gedenken tal van menschel), van nabij of van verre met den ahbekl onder deze zwaarbeproefde lijders be kend. hulde brengen aan die wakkere mannen en vrouwen, die in 1882 den moed hadden de hand aan dit werk te slaan. E11 niet gerir.g zal het aantal wezen van hen, in wier harten leven de beste wenschen voor deze Stichtin gen en allen, die er wonen en arbei den. bij het a.s. jubileum. Het bestuur dezer jubileerende Ver eeniging is niet voornemens met uiter lijk feestbetoon den gedenkdag te vie ren. Daar zijn de lijden niet naar. Wel heeft het een feestboek uitgege ven. dat schitternö is uitgevoerd en een bijzonder lieflijken indruk van deze stichtingen geeft. Dit feestboek stelt het bestuur voor allen verkrijg baar tegen den prijs van f 2.50 bene vens 30 oent portkosten (bij J. A. Hoekendijk te Heemstede). Bovendien heeft het bestuur aan alle körkoraden i.n ons vaderland ver zocht het feit iu de Godsdienstoefenin gen te gedenken, en voor dit doel een collecte te houden. Menschen, die niet naar de kerk gaan en toch de belangen van dit heerlijke werk willen geden ken en bevorderen, willen misschien hunne gave zenden aan den penning meester C. Bierens de Haan, Bloe- mendaal). Wanneer bij gelegenheid van dit jubileum alleen maar het te kort wordt <-edekt, dan is het bestuur gaarne bereid met vernieuwden moed voort te gaan met dit gezegende werk. De eeniee begeerte is: schuldvrii ver der te gaan 1 Dat het dankbare Nederland dit mo gelijk makel TOONKUNST. Op Donderdag 2 Februari zal de Haarleinsche af deeling van de Maat schappij tot Bevordering der Toon kunst voor de eerste maal ten gehoo- ï-e brengen de Missa Solemn is van Beethoven, een der schoonste koor werken die ooit geschreven zijn. Als sofisten zulen hieraan medewerken mevrouw Noordewier, mei. Reidel en de heeren Van Tulder en Van Oort. Voor de tweede uitvoering op 19 April is een niet minder interessant programma in voorbereiding; dan worden eveneens voor Haarlem drie noviteiten uitgevoerdLa Damoiselle élue van Debussy, voor vrouwenkoor en twee dames-solisten, Trois Noctur nes. Fête. Nuages en Sirenes, eveneens van Debussy, het laatste met vrouwen koor en Te Doum van Bruckner, voor gemengd koor en vier sofisten Beide concerten staan onder leiding van den heer Evert Corneiis en wor den uitgevoerd mei medewerking van het Residentie Orkest. PERSONA T.TA. De eerate-luitenant adjudant C. M. Olifiers, van het 10e regiment in fanterie is in zijn rang overgeplaatst bii het regiment jagers te VGraven- hage. Gnorflirl bsvestiglng fan hot vonnis fan ton Haagseben Krijgsraad. (Vian onzen eigen verslaggever.) bekl.- op gezinspeeld.- Het is een zaak die gaat huilen den rechter en buiten het recht om. Ze houdt verband met de inanior waarop Grocnendaal zijn beginselen meende te moeten propa- geeren. Dan komt pl. op de groote lijnen m de zaak. Hij herinnert er aan dat reeds in ipió door mr. Gerlinigs, de procureur, in deze zaak en later ook door hem dc overmacius theorie is be pleit. Maar beiden hadden daarmede geen succes. Voor den Krijgsraad is echter tenminste dit bereikt dat 't denkbeeld dat er een innerlijke over macht bestaat niet ten eenenaiale is verworpen. Er werden deskundigen be- aemd om een onderzoek naar de toe- kenbaaihcid van den bekl. in te stel- n en naar de vraag van de overmacht. Het is de vraag of hier overmacht in den zin van art. 40 Wetb van Strafrecht beslaat. De Krijgsraad hoeft die vraag ontkennend beantwoord. Het vonnis heeft pk echter niet over tuigd van de onjuistheid dat hier toestand van overmacht is. Hier is een jongeman, die krachtens aanleg, aard en karakter niet anders kan han delen dan hf) heeft gehandeld. Er wordt gezeigd indien cr een conflict van plich- is, dan dienen de wettelijke de over hand te hebben. Maar, aldus pl., de zaak is hier an ders. Hier gekit het een innerlijk niet veranderen karakter, een wezenheid, een verpersoonlijking van de dienst- weigeidngsidée, die in dit type is vlecsch gewordeneen innerlijke dwang waar- geen weerstand kan worden gebo den. Deknatel stelde Grocnendaal in zijn advies gelijk met de Kwakers en met de Doopsgezinden, die wei gerden de wapens op te nemen. Dezen echter konden henengaan, maar de dienstweigeraars van thans hebben niet de vrijheid om hoen te gaan. Zij moeten toch doen wat zij voor God en hun ge niet kunnen verantwoorden. Dr. Deknatel zeide in zijn advies dal in Groenendaal de dienstweigemngsidee is verpersoonlijkt. In hem is zij vleesch orden. Hij is zelf de natuurlijke, spontane en nimmer te veranderen reactie op de feiten, die zich om hem voordeden. Hij kon niet anders doen dan hij deed. Hij is een persoonlijkheid Maar dan heeft de maatschappij ook geen recht om van hem te eischen huichel achtig, onwaar en onwezenlijk op '.e treden. Immers, de maatschappij zelf bestaat uit persoonlijkheden. Tot de leden van '1 Hof zegt spr.: indien 't dan moet, straf Groenendaal dan formeel, maar niet langer dan met één dag. Met een enkel woord komt pl. dan op de behandeling van den bomaan slagzaak in Den Haajg. Wat toen Kooy- man zeide, n.l. dat het de bedoeling van zijn optreden was, dat Groenendaal harder zou behandeld worden, gelooft pl. Hij oordeelt dat dit doel is bereikt geworden. Indien die bomaanslag niet had plaats gehad, dan, meent pl., een milder vonnis gevolgd, dan Groenendaal met approbatie van hel vonnis door het Hof misschien reeds in vrijheid gesteld. Voorts haalt spr. aan dat dc Rei zende Redacteur van Haarl. Dagblad, de heer Schuil, een oud-officier, aldus p!., die in Juli 1921 de behandeling van de zaak voor den Haagschen Krijgs raad medemaakte, schreef „dat hei alles merkbaar is, dat wij iu de quaes- tie van de principiëele d'.cns.weigeraars op een keerpunt staan", Dac .s een in druk van den heer Schuil,, een fijn artiest, gaat pl. voort. In Nederland is iets gebeurd. Een nieuwe waarheid is aan het licht gekomen. Verder merkt pl. op dat aan den Krijgsraad een reeks van telegrammen wend gezonden, die met do zaak niets te maken hebben, en diie toch in het dossier werden opgenomen. Zij maken uiaar stemming. Groenendaal, noch do verdediger, hebben doe actie uitgelokt. Pl. hoopt dat het Hof zal doen alsof die telegrammen er niet zijn. En nu het vonnis 1 Pl. meent dat het beter was dat zulk een vonni» 100 jaar geleden was uitgesproken. In 't eerste was een principiëele fout gemaakt. Groenendaal werd schuldig verklaard, maar daarnaast werd een onderzoek ge last naar de toerekenbaarheid en de overmacht van Groenendaal. Dit feit is niet meer te achterhalen. Maar nu het tweede vonnis, waarbij het deskundig advies is verworpen cr werd aan ge nomen dat Groenendaal niet in een toestand van overmacht verkeert daarin is dc militaire rechter aan het woord gekomen. In dat vonnis wordt overwogen: re kening houdende met a. het karakter \iia net -è lolt, dat dan nader wordt aangeduid alls een aanranding van de militaire maatschappij die Het was te verwachten, dat voor de (behandeling van de zaak van Herman Groenendaal in hooger beroep voor het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht veel belangstelling zou zijn. Dat bleek ons dan ook iijderdaad bij onze komst aan het Gebouw. Reeds lang voordat de zitting zou beginnen stonden velen te wachten in een breece rij aan weerszijden van het gebouw op den hoek van den Drift, onder toezicht van pofitie-agen- ten. 'loen de zitting zou worden geopend was de publieke tribune in een 0ogen blik geheel bezet. Even te voren was de militaire politie binnengelaten. d£e na een saluut aan de leden van het Hooe Militair Gerechtshof, de wacht op de tribune betrok. Haar taak was gemakkelijk. Even- ale bij de behandeling.voor den Haag- euhen Krijgsraad hield het publiek zich uiterst kalm. Ken oogenblik scheen het, dat er een incident was. Midden in de rede van Mr. Tideman, de verdediger vanGroenendaai. was er op een6 een gestommel op de tribune. Onmiddellijk maande de president aan tot stilte. Het bleek echter geen incident te zijn. Alleen was iemand een weinig ongesteld geworden, die werd weggeleid. Maar... overigens niet eenige sto ring gedurende heel de zitting, die om ruim 11 uur begon en om 1 uur was geëindigd. De beklaagde nam ook nu een cor recte houding aan. Groenendaal, die er goed en welvarend uitzag, had zijn board laten groeien. Hij was kenne- i'.lk wat aangesterkt. Wat hem inder tijd niet mogelijk was, naar hij ver klaarde. kon nu geschiedenna zijn verdediger bracht ook hij zelf wat in het midden. Nadat de zitting was geopend, deed de waarnemende president mr. H. W. van Sandick hem komen voor de ta fel waaraan de leden van het Hof wa ren gezeten om hem te ondervragen. Kalm en rustig beantwoordde die be klaagde de vragen dile hem werden gedaan. Aan de mededeel Inge 11 van het ver hoor van de 'bekl. die wij reeds deden m ons vorig nummer kan nog worden toegevoegd, dat bekl. zeide, dat hij tien dienst weigerde op politieke en zedelijke grondslagen. Mr. P. Tideman aan hetwoord. Er werden geen getuigen gehoord. Onmiddellijk nadat bekl. was under- vraeed, was het woord aan mr. P. Tideman. den verdeiger van Groenen daal. Deze hield een lange rede, uit gesproken in rustige kracht van over tuiging. alieen nu en dan met eenige stemverheffing iets zeggende, die reeds in het kort In ons vorig nummer is vermeld. Mr. Tideman zeide dat het hem een eer is Groenendaal hier te verde digen. Een eer die tweeledig is. Het is hem een eecr voor het Hof op te treden, maar ook een eer voor Groenendaal hier het woord te voeren. Dan gaat pl. een schets van den persoon Groenen daal geven. GroenendaaJ behoort tot de vredelievende dienstweigeraars in herland. Hij is van de revolutio naire socialisten, maar hij is niet iemand, die met de ..wapenen der barbaren" wensoht te strijden. Groenendaal ia verder niet iemand, die gediend is van middelen, zooals onlangs in Den Haag er een is ter hand genomen. Toen ln Den Haag de bomaanslag plaats had, protesteerde pl. er tegen, dat men den naam Groe nendaal daarmede in verband bracht. Maar ik bezocht ook Groenendaal, a'dus pl. om hem te vragen of nu niet voor hem de tijd was gekomen om niet langer te weigeren voedsel tot zich te nemen, om daarmede aan te duiden, dat de weg die ln Dell Haag werd ge kozen, niet de weg is, die z.i. moet worden ingeslagen. Uit zijn antwoord bleek dat de ge dachte daaraan reeds bij Groenendaal was opgekomen Aan die daad van Groenendaal om weder voedsel tot zich te nemen, is naar buiten een cachet gelgeven, dat daaraan niet mag worden gehecht. Men deed het voorkomen, alsof Groe nendaal het deed omdat zijn gezond heid in gevaar kwam. Die kant dient er aan te worden ontnomen. Dat Grocnen daal weder voedsel tot zich nam is een geheel vrijwillige daad van hem. In dit verhand was het naar de mee- ning van pl. van belang om een van de zinnen van het vonnis van den Ilaagschen Krijgsraad te behandelen. In dat vonnis wordt gezagd dat het feit dat Groenendaal hoeft geweigerd langs natuurlijken weg voedsel tot zich tc nemen, moet buiten beschouwing blij ven. Pl. oordeelt dat dit vanzelf spreekt. Nimmer is cr dan ook van de zijde van den verdediger of van den ronder ondergeedhfkfheid en onder werping van den minde; .Jet denk baar is". Wal echter is u:e militaire maatschappij t Dlo militaire maat schappij wordt in het vonnis om schreven ais „een publiekrechtelij ke organisatie binnen het raam van den Staat". Tegen dat alles, dat pl. critafieert, komt ph op. De Grondwet spreekt al leen van defensie 011 dan van een om te verdedigen. !Dio defensie is alleen een funefcionneoren van den Staat, die zich verweert tegen aanvallen. Uitspraken als nu in het vonnis van don krijgsraad werden gedaan, zijn uit den tijd van een eeuw geleden. Het is alsof er is een aparte militaire kaste, met eau a part en militairen staat, die de functie van verdedigen heeft, Maai', aldus pl., 000 is de toe stand niet. Indien er was een militaire kaste, dan was er een militaire organisatie in den Staat. Dan was ons land een militaire staat. Maar ons land is er een dat niet door den Sahepper is voorbeschikt 001 militairen Staat te worden. In het vonnis van den Haag- schen Krijgsraad is geen Nederlander aan het woord, maar iemand die niets van de Nederlandeche samenleving snapt. Ln tegenstelling daatimede beschouwt pl. Groenendaal als een echt Hotand- sohien jongen, <lio weet dat wij nim mer aan een militairen Staat willen toekomen. Het vonnis overweegt verder dat „om te komen tot een juiste beoordee ling van de maat van straf rekening dient te worden gehouden met de be doeling, waarmede het feit is ge pleegd, zijnde in dit en in alle ande re gevallen meer het opwekken van andere personen tot een verzaking van <ls plicht." In deze overweging ziet pL een verochuiving, een verdoe zeling van de werkelijkheid. Indien het Groenendaal was te doen geweest om op te wekken tot een verzaking van de plicht, dan was hij anders op getreden. Maar dan was Groenendaal niet zichzelf geweest. Opmerkelijk ook is dat het voor beeld van Groenendaal door niemand is gevolgd. Deze overweging oordeelt pl. te zijn niet ter zake dienende Groenendaal is er verre van tot een verzaking van de plicht op te wekken Hij is iemand die niet alleen zich zalf de pdicht oplegt om echt te blijven, maar die hot ook betrekkelijk in den Staat reapecteert, dat het dien Staat is ic daan om wat dezo zijn plicn acht. Hij eischt ook van een ander de plicht te doen. Het is verder een Groenendaal min der waardige uiting om in verband met hem ln het vonnis te spreken van „Deze ou uucoii- gevallen van z.g.n. prkwripieete dienstweigeraars". Met dit te zeggen is een streep gehaald door de overtuiging van velen in Ne derland, dat er in ons laad echte, wa re dienstweigeraars bestaan. In den Krijgsraad laakt spr. het, dat hij ln het vonnis duidelijk wil maken, dat voor afi-le gevallen van dienstweige ring maar één straf goed is. Het is alsof men volgens een catalogus wil gaan veroordeel en zooais in den ouden tijd de Schout deed. Gp die manier worden alle luiwain- mcien an rekels gelijk gestold met hen, die om redenen van princapioe- len aard de wapens niet willen op vatten. Dat is een zuiver onrecht. Door een strijd van 00uwen is verkre gen, dat het beginsel zegevierde: de rechter moet ieder geval afzonderlijk beoordeeien en dan den schuldige straffen. Maar dat alles wordt door liet vonnis van den Krijgsraad naar de prullenmand verwezen. Dat alles is naar de meaning vaat spr. onrecht. Muar, zegt pl., laat dat onrecht niet voortwoekeren. Zulk een algemeen decreet dient niet van een rechter uit te gaan, maar dient naar de prullenmand to worden verwezen. Voortgaande betoogt pl., dat onze Re geering met name minister Van Dijk 11 11 c-.-010meiijiu.-i] achterstand is ge komen. Wat is de zaak? Quasi toeval lig, maar pL gelooft niet aan toeval ligheden, werd een wetsontwerp aan gekondigd inzake g&tnoodabezwaren van principieel e dienstweigeraars. Het werd saauigestdM na overleg tus schen oorlog en justitie. Dooh minister Pop ging heen en mi nister Van Dijk kwam. Deze zou het ontwerp nader overwegen, maar daar na werd er niet meer van gehoord. In de Troonrede wend iets aangekon digd, maar na driekwart jaar is er nog niets gebeurd en is nog niets in vooruitzicht gesteld. Integendeel, het heeft er veel van als gaat de Regee- - eer. bastion vormen De President: Ik verzoek u niet I.- veel i-.au üe politiek-te doen. Mr. Tideman gaat voort. Ik ben dan: reeds c.-r heen. Maar ik con stateer, dat de Regeering wat aan het .volk door haar werd aangeboden niet den moed heeft naar voren ie brengen. Een regeling klaar te ma ken is zoo moeilijk niet. Daar behoort geon moed toe. Maar wel behoort er moed toe om een ontwerp van wet in te dienen-. j Het gaat bij een zaak als deze niet om rust in het land te brengen, moair om recht te spreken. Met name dient Idat uit te komen in de toemieting van' do straf. Vcflgens prof. Simotia dient de strafmaat verband to houden met den aard van het misdrijf en mot den persoon van den bekl. Echter het von nis van den Krijgsraad houdt geen rekening mei de speciale omstandig heid van dezen bekl. Er dient onderscheid te worden ge maakt tusschen dienstweigering uit egoïsme en die uit morrole en sociale overwegingen. Wij hebben hi ei- een geval van don meest hoogstaanden aard, van do moast zedelijke en sympathieke dienst weigering, die ooit in Nederland is ge bleken. Gok de deskundigen oordeel- den dat men lrier neeft te dooi met eon ede Wenkenden jongen man, die zeide: diep in mijn geweten is naar WriTe ojivalfihg tcrljssdiensl u-gm al le ontwikkeling in en ontwikkeling is loven dat ik dien niet kan volbren gen. Bij al wat geldt voor een vrij. spraak is dit een motief om hier niet moer te straffen dan Groenendaal per soonlijk verdient. Hot niet waar. 11:11 een ...0 waarop een ieder gelijk reageert er, deze opvatting van oen algemeene pre itaille is met het Ntd. 1 in strijd. Na tilt alles nadert pl. a*.n ket ein- dcI VEUI Z'jn rede. Hij reet t„ oordo,. kn voor oordeel van hot '"""f r"!1" "'I"" ll"e' gaan. 11. meent, dat er een strooming s d e er op uit is en wier ideaal het ■f' dat alle mogendheden met el kaai- do tijd gekomen om met meer een nu- utafre macht in de maatschappij to vormen, maar dat do militaire stand m net teekem van bescheutmende poli. :m eu politieke Tractnf m /.u ko- "IV11 -te staan. Het gaat in die richting. Het ideaaf ij',ller ongewapend om to u u'de 832 don jongen uit het volk, die daarvoor propaganda maak te Deze man verdient respect. Indien ge dat respect hebt, wilt dan zijn le ven niet vernietigen; het leven van hem, die door zijn voorbeeld toont hoe h een ijk 't hem is indien goed on zedelijk wordt geleefd. Indien gc hem niet wilt vrijspreken op grond van overmacht, toont dan in uw vonnis, dat ge weet wat liet is om als jonge man op te komen voor een principe. Maar pi. hoopt dat liet Hof zal zeg gen: tot, hiertoe cn niet verder, opdat aan het lijden van dezen jongen mum van nu af aan een einde komt. Protostvan Grooiundaul Groenendaal aan wicn een stoel vlak »ij dc plaats van waar de verdediger tprak was gegeven en daar rustig en 111 oen nadenkende houding had zit ten te luisteren, had toen uir. Tide man bijna aan 't einde van zijn pleit rede was, op een blocnote c~-ii paar aanteekeningen gemaakt. Nadat mr. Tideman met spieken had opgehouden werd bekt. ai de ge legenheid gesteld indien hij nog iets had toe te voegen aan het pleidooi van mr. Tideman dat te doen. Groe- nenda-.il maakte van de gelegenheid gebruik om een p..ar zinsneden in liet rapport van dr. Tcmpelni u.s i'iat te besproken. In een flinke houding, reohtop en fieir stond daar de bekil. in een toon van verontwaardiging er tegen op ko mende dat dr. Tempelmams Plat liad gezegd dat hij 't onjuist oordealt dot iemand zich zelf vergeet ten bate voin een beginsel. „Ik ben in Haarlem geboren, aldus bekL Daar is een Kenaustraat, een Hasselaarstraat an een Haseelaarplein Daar is het pothuis van Jan de Lap per. En die menschen hebben toch zich gegeven, zich opgeofferd voor eet beginsel. En de geschiedenis geeft daar meer voorbeelden van. I11 de tweede plaats komt Groenen daal tegen een andere uitlating van het rapport op, dat dienstw ei geren onverstandiger is dan een afstand doen van veel dat iemand dierbaar is. Hij verklaart dat nu beter te kunnen doen dan voor den krijgsraad, toen hij daartoe niet in staat was. Eindelijk zegt hij dat er is een alge meen groeiende afkeer van den oor log. Echter niet alleen op dien grond heeft hij den dienst geweigerd, maar omdat hij niet dienst kan nemen. Het is een uiting van een groeiende stem in de natie: de wa-pèns weg uit 't land, aldus spr. die in vuur geraakt. Groenendaal besluit dan niet in 't Eicht te stellen dat hij zoowel Op reli gieus als sociale gronden den dienst weigerde. Dan ls de advocaat-fiscaal mr. Van Sasse van IJsselt aan 't woord, die zonder eenige motiveering, eenvoudig bevestiging van het vonnis vraagt: waarna nadat de president lieeft ge zegd, dat de uitspraak later volgt de zitting wordt gesloten. Groenendaal wordt weggeleid en kalm verlaat 't publiek de tribune. POLITIE-MUZIEK V EREENIGING Weeens vertrek naar Utrecht, be dankte de heer D. Schuitemaker als eere-voorziter der Haarl. politie-mu- ziek vereen icing. In zijn plaats werd benoemd de heer E H. Tenckinck, oommisoaris van politie alhier. Met al gemeene stemmen werd do hoer Schui- teuvaker tot eerelid benoemd, hetgeen door hem werd aanvaard. „Mijn vader, was zooals ik al zei, •„tyrannieker dan ooit, en hij wou zelfs dat ik de race er aan gafl Toen moest ik natuurlijk voet bij stuk hou den en tengevolge daarvan kwam er een klein misverstand vaders zijn soms zoo onhandelbaar en' onnaden kend! Ik ontmoette onderweg Carna- by, en heb met hem om duizend gul den om het hardst gereden. Razende vaart wiel aan wiel tot Bromley maar twee keer was het hem bij na gelukt me h"- een greppel te wer ken! Toen we bij Mason kwamen raakte hij achter, naderhand gingen we li euvel op en kwam hij weer ge lijk. „Bij de stad wat langzamer, Carnaby", zeg ik. „Ik donk er niet aan", zegt hij en we renden wee? verder. De menschen wisten niet wat ze zagen. Carnaby reed als een dui vel tot Southend was hij voor, maar hij gebruikte voortdurend z'n zweep. Bij Catford waren we weer gelijk. Bij Lewisham kwam ik voor cn toen ik hem voor 't laatst zag was hij zijn beesten aan 't slaan als een dolleman. Het viel mij op dat hij slecht tegen zijn verlies kan. En hier ben ik nu. O ja, Carnaby heeft een blauw oog en een gespleten lip. Hij zegt dat hij uit z'n karretje gevallen ls, maar het ziet er mo r uit alsof iemand hem een pak slaag gegeven heeft". „Maar beste jongen!" riep de dandy uit, „Ca' uaby een pak slaag geven? Onmogelijk!" „Dat is onbestaanbaar-"- voegde de kapitein er bij. „Hml" zei de Viscount terwijl hij nadenkend langs zijn ribben wreef; ..lun. Maar zog eens, Jermngham, ben jij ook aau 't vechten geweest? Waarom heb jo je jas uitgetrokken en je mouwen opgestroopt?" „Dat ia waar ook, dat zou ik heele- inaol vergeten!" riep de Markies uit, terwijl hij om zich heen keek, „con rare snulter, vrees el ijk gauw op z'n teentjes getrapt hij ziel er nogal stevig uit, O, daar staat hij, met dien ouden kerel" en hij wees op Barnabas, die zijn jas wijd open had gegooid zoodat de bewuste halsdoek duidelijk zichtbaar werd. De Viscount keek naar hem, schrok, riep „hallo!" liep hard naar hem toe en greep Bar nabas bij de hand. „Neen maar, JJcv, beste jongen, dat is ook toevallig!" riep hij uit. Barna bas merkte dadelijk den vroolijken oprechten klank in de stem van den Viscount op, en hij zag dat hij zich niets van den halsdoek aantrok en daarom glimlachte hij, terwijl hij hem stevig de hand drukte. „Wanneer ben je hier gekomen? Wat voer je hier uit? En wat heb je in vredesnaam voor mocilijklieden met Jerningham?" vroeg Devcnham, in ëê-u aik-ui. Maar vóór Barnabas hem antwoord kon geven begon hoe zwarts paard, dal blijkbaar genoeg had van het stilstaan en niets dot®, te snuiven eu te steigoi en, 011 met den trotsclien kop te schudden; de twee stalknechts begonnen te scnoluen en de paarden van Devenhain s karretje, die aan 't andere einde van do bin nenplaats stonden werden ook onru6- i'g- „Slingsbyi" riep Dovenham uit „let op dat leelijke zwart© beest van jol" „Ik heb er niets meer mee te ma, kun, Bovenhaar", antwoordde de ka pitein op luchthartigen toon, „ik heb 'in verkocht, zeg!" „En ik heb hem gekocht", voegde Barnabas er bij. „Jij?" riep do Viscount uit, „waar om in 's hemelsnaam?" „Om er op te rijden ,,tVat? Maar beste kerel „Ik zou graag met hom willen uit komen op de raoe van don vijftienden, als je denkt dat dat gaat, Dick. „De race!" riep Du onham verbaasd uit. „Ik had gehoopt dat jij misschien kon maken dat ik ingeschreven werd" ging Barnabas verlegen voort. Ik zou er hael wat voor o ver li ebben 1" „Wat? Met dat beest? Maar kerel, lion jo krankzinnig?" „Noen, Dick". „Maar je kunt hem niet aan, Dick, hij zit vol wilde streken en je zou er afgegooid worden. Kijk hein nu ©ens!" Als 0111 Devenham's woorden kracht bij te zetten, gooide het paard juist op (lat oogenblik zijn zwarte kop weer in ed lucht cu liet de oogen rollen en de tanden zien. „Ik zeg je, Bev, dat er niemand is die op dat beest kan rijden", herhaal de Dovenham. „Maarl" zei Barnabas, „ik heb met je vriend kapitein Slingsby een wed denschap aangegaan dat ik hem kou berijden". „Het zou krankzinnig zijn!" riep de Viscount uit. „Hé oplettou daar. Zie je, ik zei het all" Want op dat oogenblik steigerde het sterke dier plotseling, maakte zich los uit den greep van den eanen stalknecht, gooi den anderen opzij, en ln een seconde heerschte overal do grootste verwar ring. Mot e>on schreeuw sprong do oude man cip het paard af, maar Barnabas stond al naast hem, had de hangende teugels gegrepen en zich in het zadel gelieschen. „Ik heb liean v-ast, meneer!" riep Martin uit. „Pak de stijgbeugels". „Je stok", zei Barnabas, „vlug man. Nu laat gaanl" Een oogenblik. stond het paard on bewegelijk, toe® steigerde het weer, hooger en hooger, maar de zware stok kwam tusschen de platliggende ooren naar beneden gen, twee keer en hij stond wüer stil. En nu begon er een worsteling tus schen den man en het dier beiden jong, geen van beiden nog ooit over wonnen en daarom hadden zij geen van beiden veel verwachtingen van de In-acht wan de tegenpartij. De kop vau het paard was hoog en trotsch; zijn ronde hoeven stamptan op den grond er blonk vuur in zijn oogen, van woede woede en minachting voor dien oir. ermetelan Tweebeen uie zijn armzalige kracht durfde inete® met zijn eigen Vierheenige sterkte. Hij spotte met den Tweebeen en ver achtte hem cn lachte ha! hal en ver zamelde al zijn krachten voor den strijd. Maar de oogen van Barnabas ston den helder en wijd apen en hij klem de do lippen op elkaar met zijn knieën greep hij het beest stevig vast en de leidsels liet hij zich niet uit de hand rukken. Toen Vierbeen met luiider stem zijn verachting had geuit gooide hij den kop omhoog ©11 sprong toen vooruit stond stil steigerde al hooger en hooger op dc uchterpooten, draaide in het rond voelde een slag, wankelde zette de voorpooten weer neer en snoof de staldeur in terwijl hij d© achterpooten omhoog zwaaide. Maar de oogen van Barnabas gloeiden, hij liield de lippen nog stovig op elkaar geklemd en hod het tuic beter .vast don ooit. Vierbeen die dit alles v/cl voelde, schuimbekte van woede, aiji neusgaten trilden, hij hapte met dc; bek naar zijn tegenstander merkt dat hij hem niet bereiken kon, en bc sloot een oude truc toe te passen di hem fü meer had geholpen. Hij wik het heen van zijn berijder knellen t: geu een paal of een muur en op di manier van heau af te komen. Man toen hij opsrong om dot te doen voe' de hij dat zijn kop werd omgedraaic verder en verder, tot-hij wei gedwon gen werd stil t0 staa® tot hij bo\e- zich het gezicht zag van zijn vijanc die koJm glimlachte. „De tien minuten zijn om", riep kapitein plotseling. „Meneer, u heel de weddenschap gewoime®. Mae Banruibas hoord0 hem nauwelijks. „Hot Ls uw gelukt, u winti Elf e eon halve minuut, zegl" brulde d. kapitein weer. „Hoort u mo niet, nx neer? Kom er af, voor liij uw ne' breekt!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 6