Herman Groenendaal voor het
Militair Gerechtshof.
afvrag"u: 15 nu
twri-en zijo. ILet is noodig, dat b«t in Po-t
lea. Koer luLo cli Bulgarjjo beschikbare
gr.. n^ar do Wolga streek worde ver
ve,.:'!. Europa kan Jo eeuwige sehando
nioi dKijrea van den schijn aan to nouion,
alsof liet de slachtoffer» te hulp komt,
terwijl ryn hulp volkomen onbeduidend
i:=. Het werk der steunverioaing gnat vol-
etrektn iet boven de goxauuulyke krach-
te» der volkeren. Eon beroep Uwerzijds
op de boschaofdo staten, rul stellig go-
hoor vindon. In naam dor mousakelgkbaid
pmeokeu wij U Uwen grooton invlood aan
te wonden voor dezen alloroorston plicht.
DE AMEBIKAANSOHE KOOP
VAARDIJVLOOT.
Do mogelijkheid, dat do quaostie der
Amcrilcauiische koopvaardijvloot wat haar
internationale beteekenia betreft, wordt
voorgelegd aan de ontwapeningsconfe
rentie te Washington, bltffct uit.net be
richt dat Lasker, de voorzitter van den
Scheep vaar traaa aan Harding een plan
over deze aangelegenheid heeft voorge
legd. Ouder de voorstellen, welke op gxord
van dit plua aan de buitonlaodscho naties
tonden voorgelegd volgens do theorie dut
dat Araerik3ansche koopvaardijvloot on
afscheidelijk verbonden is aau de oorlogs
vloot, zou er een zijn voor oen overeen
komst, volgens welke do AnioriUnsasche
rccdors en schepen minBtons vyftig pro
cent van den Anierikaanschon uitvoor
zouden vervoeren en waarbij de quaestie
van wijziging van koopvaardy'schopen in
oorlogsschepen in oorlogstijd del'ruitlef zon
worden geregeld.
Het verdrag in zake do vlootbeperking,
zooals hot door de deskundigen is opge
maakt, zou oen bepaling moeten bevatten,
wolko een verbod inhoudt koopvaarders
van meer dan 10.000 ton iu oorlogstijd te
corandoren in hulpoorlogsbodoms. -Sche
pen onder do 10.000 ton zouden, indien
verbouwd, onder de regelen vallen, welke
de bewapening boperkeu tot kanonnen
van acht duim maximum kaliber.
l'RINS OKOEMA.t Blijkens een
Reuter-bericht uit Tokio heeft prins
Okoensa, wieus overlijden z»ed* Za
terdag voorbarig werd gemeld, Dins
dagochtend den laatstea adem uttgebla-
STAKINC IN ZUID-AFRIKA.
Aan de goudmijnen in Zuid-Afrika
ls een algemeene staking uitgeoro-
ken.
Reuter verneemt uit Johannesburg
In verband inet de algemeen© mijn-
.workersetkmg is da opening van liet
parlement verdaagd tot 17 Febr.
•Waarschijnlijk zal het g olie el e kabi
net spoedig te Pretoria bijeenkomen.
Te Johannesburg is afies rustig; de
café s zijn gesloten. Het aantal Btakers
wordt op 20.000 geschat.
CONFERENTIE TE GENUA.
De Sovjet-regering verzoekt den
Oppersten Raad niet Genua doch Lon
den al» zetel eer a.s. economische con
ferentie aan te wijzen.
BLOEDIGE BOTSINGEN TUS-
SCHEN FASCISTEN EN COMMU
NISTEN.
Utt Florence wordt gemeld;
Bii een bloedige botsing tussohen
communisten en fascisten te Bergiola
(nabij Carrara), waarbij de hulp van
oarabinieri moest worden ingeroepen,
zijn vier personen gedood, en vijf ge
wond, onder wie drie carabinieri
DE SPAANSCHE JUNTA'S EN
DEN MINISTER VAN OORLOG.
Het geschil tuschen den Spaanschen
munster van Oorlog La Cierva en de
militaire Junta's, dat thans een jiritie-
ken vorm heeft aangenomen, heeft,
volgens den „Times"-©oj-r«spon-
dient te Madrid, zijn oorzaak in het
bezoek dat de minister eenigen tijd ge-
lean aan Melifia heeft geluncht. ier
eeiegenheid van dat beaoek gefeilde
hij een tamelijk scherpe critiek uit op
de administratie van het expeditiele
de-r in Marokko, voornamelijk wat be
treft de levensmiddelen-voorziening
van de troepen en de hospitalen. Bij
rijn tweede bezoek tijdens de Kerstda
gen zag hij zich opnieuw genoodzaakt
de betreffende autoriteiten te beris
pen. toen hem Week. dat de troepen
gebrek hadden aan versohillene nood
zakelijke behoeften,
I11 verband hiermede werden som
mige officieren van hun functie ont
heven en in den tijd tusschen de beide
bezoeken aan Melilla had de minister
reeds krachtige maatregelen «nomen
tegen het eenige hooggeplaatste offi
cieren die het optreden van den mi
nister openlijk hadden becritiseerd.
Dit alles prikkelde de verontwaar
diging der Junta's die zich er niet bij
wilden neerleggen, dat een burger
lich met het optreden van officieren
bemoeide. In der. loop van de vorige
.week deden geruchten de ronde, vol
gens welke de officieren door ten ge-
Kuneluk optreden zouden trachten,
den minister van Oorlog ten val te
brengen,
Als een antwoord op deze bedrei
gingen besloot minister la Cierva, den
presdient van de -Juntas voor den
krijgsraad te dagen, teneinde te on
derzoeken, welken omvang de indisci-
plinaire stemming had aangenomen.
Algemeen verwachtte men, dat de
kabinetezitting van Maandag j.l. zou
leiden tot krachtige maatregelen voor
de handkavnie van de krijgstucht. Uit
de inmiddels ontvangen berichten
bliikt. dat deze verwachting h be
waarheid.
Nader wordt ons uit Madrid ge
meld:
De politieke en militaire toestand la
nog delicaat, mar volgens do laatste
berichten, welke In parlementaire
kringen <?n door de redacties der dag
bladen zijn ontvangen, zou men thans
op weg naar een oplossing zijn. De
minister van Ooi-log heeft verscheide
ne malen geconfereerd niet den com
mandant van hot Madriieensclio gar
nizoen en met de leiders dor militaire
's, aan wie hij in krachtige be
woordingen verklaarde dat hij stellig
was besloten to voorkomen dat het
opsribaar gezag zal moeten wijken
voor eenig ander gezag. Het kabinet
heeft zich in dezen officieel met den
minister solidair verklaard.
Stadsnieuws
NA 40 JAREN.
Op den afeten Januari a.s. zal het
•eertig jaar geleden zijn, dal in Ne
derland de eerste hand word gesteven
aan het werk der barmhartigheid on
der de lijders aan vallende ziekte, on
de Christelijke Vereeniging voor de
verpleging van lijders aan vaUende
ziekte, te Haarlem werd opgericht.
Gedurende 40 jaren heeft dat werk
een zeer beteokenenden omvang ver
kregen. zoodat nu ln de gestichten te
Haarlem en te Heemstede (waar de
beide mooie Stichtingen dezer Vereen,
staan), ruim 400 toevallijders worden
verpleegd.
Voor honderden beklagenswaardige
epileptici is dit werk m die jaren een
zegen geweest en tientallen van jonee
mannen en vrouwen werden in dien
tijd als Diakonen en Biakoneseen op
geleid, en brachten ook ver buiten de
Stichtineen hulp in velerlei nood.
Het is dan ook geen wonder dat
men allerwege in ons Vaderland dit
werk dermate weet te waardeeren,
est jaarlijks groote sommen worden
bijeengebracht om in de vele en groote
behoeften van deze stichtingen te
voorzien. Aan die belangstellende lief
de en krachtigen steun van zoovclen is
het dan ook te danken, dat onder
Gods zegen, dit werk zich zoo kon ont
wikkelen, en ook door de moeilijke
jaren sedert het uitbreken van den
wereldoorlog kon heenkomen.
Zeer zeker au'Ion m deze dagen van
dankbaar gedenken tal van menschel),
van nabij of van verre met den ahbekl
onder deze zwaarbeproefde lijders be
kend. hulde brengen aan die wakkere
mannen en vrouwen, die in 1882 den
moed hadden de hand aan dit werk te
slaan. E11 niet gerir.g zal het aantal
wezen van hen, in wier harten leven
de beste wenschen voor deze Stichtin
gen en allen, die er wonen en arbei
den. bij het a.s. jubileum.
Het bestuur dezer jubileerende Ver
eeniging is niet voornemens met uiter
lijk feestbetoon den gedenkdag te vie
ren. Daar zijn de lijden niet naar.
Wel heeft het een feestboek uitgege
ven. dat schitternö is uitgevoerd en
een bijzonder lieflijken indruk van
deze stichtingen geeft. Dit feestboek
stelt het bestuur voor allen verkrijg
baar tegen den prijs van f 2.50 bene
vens 30 oent portkosten (bij J. A.
Hoekendijk te Heemstede).
Bovendien heeft het bestuur aan
alle körkoraden i.n ons vaderland ver
zocht het feit iu de Godsdienstoefenin
gen te gedenken, en voor dit doel een
collecte te houden. Menschen, die niet
naar de kerk gaan en toch de belangen
van dit heerlijke werk willen geden
ken en bevorderen, willen misschien
hunne gave zenden aan den penning
meester C. Bierens de Haan, Bloe-
mendaal). Wanneer bij gelegenheid
van dit jubileum alleen maar het te
kort wordt <-edekt, dan is het bestuur
gaarne bereid met vernieuwden moed
voort te gaan met dit gezegende werk.
De eeniee begeerte is: schuldvrii ver
der te gaan 1
Dat het dankbare Nederland dit mo
gelijk makel
TOONKUNST.
Op Donderdag 2 Februari zal de
Haarleinsche af deeling van de Maat
schappij tot Bevordering der Toon
kunst voor de eerste maal ten gehoo-
ï-e brengen de Missa Solemn is van
Beethoven, een der schoonste koor
werken die ooit geschreven zijn. Als
sofisten zulen hieraan medewerken
mevrouw Noordewier, mei. Reidel en
de heeren Van Tulder en Van Oort.
Voor de tweede uitvoering op 19
April is een niet minder interessant
programma in voorbereiding; dan
worden eveneens voor Haarlem drie
noviteiten uitgevoerdLa Damoiselle
élue van Debussy, voor vrouwenkoor
en twee dames-solisten, Trois Noctur
nes. Fête. Nuages en Sirenes, eveneens
van Debussy, het laatste met vrouwen
koor en Te Doum van Bruckner, voor
gemengd koor en vier sofisten
Beide concerten staan onder leiding
van den heer Evert Corneiis en wor
den uitgevoerd mei medewerking van
het Residentie Orkest.
PERSONA T.TA.
De eerate-luitenant adjudant C.
M. Olifiers, van het 10e regiment in
fanterie is in zijn rang overgeplaatst
bii het regiment jagers te VGraven-
hage.
Gnorflirl bsvestiglng fan hot vonnis fan ton Haagseben
Krijgsraad.
(Vian onzen eigen verslaggever.)
bekl.- op gezinspeeld.- Het is een zaak
die gaat huilen den rechter en buiten
het recht om. Ze houdt verband met
de inanior waarop Grocnendaal zijn
beginselen meende te moeten propa-
geeren.
Dan komt pl. op de groote lijnen
m de zaak. Hij herinnert er aan dat
reeds in ipió door mr. Gerlinigs, de
procureur, in deze zaak en later ook
door hem dc overmacius theorie is be
pleit. Maar beiden hadden daarmede
geen succes. Voor den Krijgsraad is
echter tenminste dit bereikt dat 't
denkbeeld dat er een innerlijke over
macht bestaat niet ten eenenaiale is
verworpen. Er werden deskundigen be-
aemd om een onderzoek naar de toe-
kenbaaihcid van den bekl. in te stel-
n en naar de vraag van de overmacht.
Het is de vraag of hier overmacht in
den zin van art. 40 Wetb van Strafrecht
beslaat. De Krijgsraad hoeft die
vraag ontkennend beantwoord. Het
vonnis heeft pk echter niet over
tuigd van de onjuistheid dat hier
toestand van overmacht is. Hier is
een jongeman, die krachtens aanleg,
aard en karakter niet anders kan han
delen dan hf) heeft gehandeld. Er wordt
gezeigd indien cr een conflict van plich-
is, dan dienen de wettelijke de over
hand te hebben.
Maar, aldus pl., de zaak is hier an
ders. Hier gekit het een innerlijk niet
veranderen karakter, een wezenheid,
een verpersoonlijking van de dienst-
weigeidngsidée, die in dit type is vlecsch
gewordeneen innerlijke dwang waar-
geen weerstand kan worden gebo
den.
Deknatel stelde Grocnendaal in
zijn advies gelijk met de Kwakers en
met de Doopsgezinden, die wei
gerden de wapens op te nemen. Dezen
echter konden henengaan, maar de
dienstweigeraars van thans hebben niet
de vrijheid om hoen te gaan. Zij moeten
toch doen wat zij voor God en hun ge
niet kunnen verantwoorden. Dr.
Deknatel zeide in zijn advies dal in
Groenendaal de dienstweigemngsidee
is verpersoonlijkt. In hem is zij vleesch
orden. Hij is zelf de natuurlijke,
spontane en nimmer te veranderen
reactie op de feiten, die zich om hem
voordeden.
Hij kon niet anders doen dan hij
deed. Hij is een persoonlijkheid Maar
dan heeft de maatschappij ook geen
recht om van hem te eischen huichel
achtig, onwaar en onwezenlijk op '.e
treden. Immers, de maatschappij zelf
bestaat uit persoonlijkheden. Tot de
leden van '1 Hof zegt spr.: indien 't dan
moet, straf Groenendaal dan formeel,
maar niet langer dan met één dag.
Met een enkel woord komt pl. dan
op de behandeling van den bomaan
slagzaak in Den Haajg. Wat toen Kooy-
man zeide, n.l. dat het de bedoeling
van zijn optreden was, dat Groenendaal
harder zou behandeld worden, gelooft
pl. Hij oordeelt dat dit doel is bereikt
geworden. Indien die bomaanslag niet
had plaats gehad, dan, meent pl.,
een milder vonnis gevolgd, dan
Groenendaal met approbatie van hel
vonnis door het Hof misschien reeds in
vrijheid gesteld.
Voorts haalt spr. aan dat dc Rei
zende Redacteur van Haarl. Dagblad,
de heer Schuil, een oud-officier, aldus
p!., die in Juli 1921 de behandeling van
de zaak voor den Haagschen Krijgs
raad medemaakte, schreef „dat hei
alles merkbaar is, dat wij iu de quaes-
tie van de principiëele d'.cns.weigeraars
op een keerpunt staan", Dac .s een in
druk van den heer Schuil,, een fijn
artiest, gaat pl. voort. In Nederland is
iets gebeurd. Een nieuwe waarheid is
aan het licht gekomen.
Verder merkt pl. op dat aan den
Krijgsraad een reeks van telegrammen
wend gezonden, die met do zaak niets
te maken hebben, en diie toch in het
dossier werden opgenomen. Zij maken
uiaar stemming. Groenendaal, noch do
verdediger, hebben doe actie uitgelokt.
Pl. hoopt dat het Hof zal doen alsof die
telegrammen er niet zijn.
En nu het vonnis 1 Pl. meent dat het
beter was dat zulk een vonni» 100 jaar
geleden was uitgesproken. In 't eerste
was een principiëele fout gemaakt.
Groenendaal werd schuldig verklaard,
maar daarnaast werd een onderzoek ge
last naar de toerekenbaarheid en de
overmacht van Groenendaal. Dit feit is
niet meer te achterhalen. Maar nu het
tweede vonnis, waarbij het deskundig
advies is verworpen cr werd aan ge
nomen dat Groenendaal niet in een
toestand van overmacht verkeert
daarin is dc militaire rechter aan
het woord gekomen.
In dat vonnis wordt overwogen: re
kening houdende met a. het karakter
\iia net -è lolt, dat dan nader
wordt aangeduid alls een aanranding
van de militaire maatschappij die
Het was te verwachten, dat voor de
(behandeling van de zaak van Herman
Groenendaal in hooger beroep voor
het Hoog Militair Gerechtshof te
Utrecht veel belangstelling zou zijn.
Dat bleek ons dan ook iijderdaad bij
onze komst aan het Gebouw.
Reeds lang voordat de zitting zou
beginnen stonden velen te wachten in
een breece rij aan weerszijden van
het gebouw op den hoek van den
Drift, onder toezicht van pofitie-agen-
ten.
'loen de zitting zou worden geopend
was de publieke tribune in een 0ogen
blik geheel bezet. Even te voren was
de militaire politie binnengelaten.
d£e na een saluut aan de leden van
het Hooe Militair Gerechtshof, de
wacht op de tribune betrok.
Haar taak was gemakkelijk. Even-
ale bij de behandeling.voor den Haag-
euhen Krijgsraad hield het publiek
zich uiterst kalm. Ken oogenblik
scheen het, dat er een incident was.
Midden in de rede van Mr. Tideman,
de verdediger vanGroenendaai. was er
op een6 een gestommel op de tribune.
Onmiddellijk maande de president
aan tot stilte. Het bleek echter geen
incident te zijn. Alleen was iemand
een weinig ongesteld geworden, die
werd weggeleid.
Maar... overigens niet eenige sto
ring gedurende heel de zitting, die
om ruim 11 uur begon en om 1 uur
was geëindigd.
De beklaagde nam ook nu een cor
recte houding aan. Groenendaal, die
er goed en welvarend uitzag, had zijn
board laten groeien. Hij was kenne-
i'.lk wat aangesterkt. Wat hem inder
tijd niet mogelijk was, naar hij ver
klaarde. kon nu geschiedenna zijn
verdediger bracht ook hij zelf wat in
het midden.
Nadat de zitting was geopend, deed
de waarnemende president mr. H. W.
van Sandick hem komen voor de ta
fel waaraan de leden van het Hof wa
ren gezeten om hem te ondervragen.
Kalm en rustig beantwoordde die be
klaagde de vragen dile hem werden
gedaan.
Aan de mededeel Inge 11 van het ver
hoor van de 'bekl. die wij reeds deden
m ons vorig nummer kan nog worden
toegevoegd, dat bekl. zeide, dat hij
tien dienst weigerde op politieke en
zedelijke grondslagen.
Mr. P. Tideman aan
hetwoord.
Er werden geen getuigen gehoord.
Onmiddellijk nadat bekl. was under-
vraeed, was het woord aan mr. P.
Tideman. den verdeiger van Groenen
daal. Deze hield een lange rede, uit
gesproken in rustige kracht van over
tuiging. alieen nu en dan met eenige
stemverheffing iets zeggende, die reeds
in het kort In ons vorig nummer is
vermeld.
Mr. Tideman zeide dat het hem
een eer is Groenendaal hier te verde
digen. Een eer die tweeledig is. Het is
hem een eecr voor het Hof op te treden,
maar ook een eer voor Groenendaal
hier het woord te voeren. Dan gaat pl.
een schets van den persoon Groenen
daal geven. GroenendaaJ behoort tot
de vredelievende dienstweigeraars in
herland. Hij is van de revolutio
naire socialisten, maar hij is niet
iemand, die met de ..wapenen der
barbaren" wensoht te strijden.
Groenendaal ia verder niet iemand,
die gediend is van middelen, zooals
onlangs in Den Haag er een is ter
hand genomen. Toen ln Den Haag de
bomaanslag plaats had, protesteerde
pl. er tegen, dat men den naam Groe
nendaal daarmede in verband bracht.
Maar ik bezocht ook Groenendaal,
a'dus pl. om hem te vragen of nu niet
voor hem de tijd was gekomen om niet
langer te weigeren voedsel tot zich te
nemen, om daarmede aan te duiden,
dat de weg die ln Dell Haag werd ge
kozen, niet de weg is, die z.i. moet
worden ingeslagen.
Uit zijn antwoord bleek dat de ge
dachte daaraan reeds bij Groenendaal
was opgekomen
Aan die daad van Groenendaal om
weder voedsel tot zich te nemen, is
naar buiten een cachet gelgeven, dat
daaraan niet mag worden gehecht.
Men deed het voorkomen, alsof Groe
nendaal het deed omdat zijn gezond
heid in gevaar kwam. Die kant dient er
aan te worden ontnomen. Dat Grocnen
daal weder voedsel tot zich nam is een
geheel vrijwillige daad van hem.
In dit verhand was het naar de mee-
ning van pl. van belang om een van
de zinnen van het vonnis van den
Ilaagschen Krijgsraad te behandelen. In
dat vonnis wordt gezagd dat het feit
dat Groenendaal hoeft geweigerd langs
natuurlijken weg voedsel tot zich tc
nemen, moet buiten beschouwing blij
ven. Pl. oordeelt dat dit vanzelf
spreekt. Nimmer is cr dan ook van de
zijde van den verdediger of van den
ronder ondergeedhfkfheid en onder
werping van den minde; .Jet denk
baar is". Wal echter is u:e militaire
maatschappij t Dlo militaire maat
schappij wordt in het vonnis om
schreven ais „een publiekrechtelij
ke organisatie binnen het raam van
den Staat".
Tegen dat alles, dat pl. critafieert,
komt ph op. De Grondwet spreekt al
leen van defensie 011 dan van een om
te verdedigen. !Dio defensie is alleen
een funefcionneoren van den Staat,
die zich verweert tegen aanvallen.
Uitspraken als nu in het vonnis van
don krijgsraad werden gedaan, zijn
uit den tijd van een eeuw geleden.
Het is alsof er is een aparte militaire
kaste, met eau a part en militairen
staat, die de functie van verdedigen
heeft, Maai', aldus pl., 000 is de toe
stand niet.
Indien er was een militaire kaste,
dan was er een militaire organisatie
in den Staat. Dan was ons land een
militaire staat. Maar ons land is er
een dat niet door den Sahepper is
voorbeschikt 001 militairen Staat te
worden. In het vonnis van den Haag-
schen Krijgsraad is geen Nederlander
aan het woord, maar iemand die niets
van de Nederlandeche samenleving
snapt.
Ln tegenstelling daatimede beschouwt
pl. Groenendaal als een echt Hotand-
sohien jongen, <lio weet dat wij nim
mer aan een militairen Staat willen
toekomen.
Het vonnis overweegt verder dat
„om te komen tot een juiste beoordee
ling van de maat van straf rekening
dient te worden gehouden met de be
doeling, waarmede het feit is ge
pleegd, zijnde in dit en in alle ande
re gevallen meer het opwekken van
andere personen tot een verzaking
van <ls plicht." In deze overweging
ziet pL een verochuiving, een verdoe
zeling van de werkelijkheid. Indien
het Groenendaal was te doen geweest
om op te wekken tot een verzaking
van de plicht, dan was hij anders op
getreden. Maar dan was Groenendaal
niet zichzelf geweest.
Opmerkelijk ook is dat het voor
beeld van Groenendaal door niemand
is gevolgd. Deze overweging oordeelt
pl. te zijn niet ter zake dienende
Groenendaal is er verre van tot een
verzaking van de plicht op te wekken
Hij is iemand die niet alleen zich zalf
de pdicht oplegt om echt te blijven,
maar die hot ook betrekkelijk in den
Staat reapecteert, dat het dien Staat
is ic daan om wat dezo zijn plicn
acht. Hij eischt ook van een ander de
plicht te doen.
Het is verder een Groenendaal min
der waardige uiting om in verband
met hem ln het vonnis te spreken van
„Deze ou uucoii- gevallen van z.g.n.
prkwripieete dienstweigeraars". Met
dit te zeggen is een streep gehaald
door de overtuiging van velen in Ne
derland, dat er in ons laad echte, wa
re dienstweigeraars bestaan. In den
Krijgsraad laakt spr. het, dat hij ln
het vonnis duidelijk wil maken, dat
voor afi-le gevallen van dienstweige
ring maar één straf goed is. Het is
alsof men volgens een catalogus wil
gaan veroordeel en zooais in den ouden
tijd de Schout deed.
Gp die manier worden alle luiwain-
mcien an rekels gelijk gestold met
hen, die om redenen van princapioe-
len aard de wapens niet willen op
vatten. Dat is een zuiver onrecht.
Door een strijd van 00uwen is verkre
gen, dat het beginsel zegevierde: de
rechter moet ieder geval afzonderlijk
beoordeeien en dan den schuldige
straffen. Maar dat alles wordt door
liet vonnis van den Krijgsraad naar
de prullenmand verwezen.
Dat alles is naar de meaning vaat
spr. onrecht. Muar, zegt pl., laat dat
onrecht niet voortwoekeren. Zulk een
algemeen decreet dient niet van een
rechter uit te gaan, maar dient naar
de prullenmand to worden verwezen.
Voortgaande betoogt pl., dat onze Re
geering met name minister Van Dijk
11 11 c-.-010meiijiu.-i] achterstand is ge
komen. Wat is de zaak? Quasi toeval
lig, maar pL gelooft niet aan toeval
ligheden, werd een wetsontwerp aan
gekondigd inzake g&tnoodabezwaren
van principieel e dienstweigeraars.
Het werd saauigestdM na overleg tus
schen oorlog en justitie.
Dooh minister Pop ging heen en mi
nister Van Dijk kwam. Deze zou het
ontwerp nader overwegen, maar daar
na werd er niet meer van gehoord.
In de Troonrede wend iets aangekon
digd, maar na driekwart jaar is er
nog niets gebeurd en is nog niets in
vooruitzicht gesteld. Integendeel, het
heeft er veel van als gaat de Regee-
- eer. bastion vormen
De President: Ik verzoek u
niet I.- veel i-.au üe politiek-te doen.
Mr. Tideman gaat voort. Ik ben
dan: reeds c.-r heen. Maar ik con
stateer, dat de Regeering wat aan
het .volk door haar werd aangeboden
niet den moed heeft naar voren ie
brengen. Een regeling klaar te ma
ken is zoo moeilijk niet. Daar behoort
geon moed toe. Maar wel behoort er
moed toe om een ontwerp van wet in
te dienen-.
j Het gaat bij een zaak als deze niet
om rust in het land te brengen, moair
om recht te spreken. Met name dient
Idat uit te komen in de toemieting van'
do straf. Vcflgens prof. Simotia dient
de strafmaat verband to houden met
den aard van het misdrijf en mot den
persoon van den bekl. Echter het von
nis van den Krijgsraad houdt geen
rekening mei de speciale omstandig
heid van dezen bekl.
Er dient onderscheid te worden ge
maakt tusschen dienstweigering uit
egoïsme en die uit morrole en sociale
overwegingen.
Wij hebben hi ei- een geval van don
meest hoogstaanden aard, van do
moast zedelijke en sympathieke dienst
weigering, die ooit in Nederland is ge
bleken. Gok de deskundigen oordeel-
den dat men lrier neeft te dooi met
eon ede Wenkenden jongen man, die
zeide: diep in mijn geweten is naar
WriTe ojivalfihg tcrljssdiensl u-gm al
le ontwikkeling in en ontwikkeling is
loven dat ik dien niet kan volbren
gen. Bij al wat geldt voor een vrij.
spraak is dit een motief om hier niet
moer te straffen dan Groenendaal per
soonlijk verdient. Hot niet waar.
11:11 een ...0
waarop een ieder gelijk reageert er,
deze opvatting van oen algemeene pre
itaille is met het Ntd. 1 in
strijd.
Na tilt alles nadert pl. a*.n ket ein-
dcI VEUI Z'jn rede. Hij reet t„ oordo,.
kn voor oordeel van hot
'"""f r"!1" "'I"" ll"e'
gaan. 11. meent, dat er een strooming
s d e er op uit is en wier ideaal het
■f' dat alle mogendheden met el kaai-
do tijd gekomen om met meer een nu-
utafre macht in de maatschappij to
vormen, maar dat do militaire stand
m net teekem van bescheutmende poli.
:m eu politieke Tractnf m /.u ko-
"IV11 -te staan.
Het gaat in die richting. Het ideaaf
ij',ller ongewapend om to
u u'de 832 don jongen uit het
volk, die daarvoor propaganda maak
te Deze man verdient respect. Indien
ge dat respect hebt, wilt dan zijn le
ven niet vernietigen; het leven van
hem, die door zijn voorbeeld toont
hoe h een ijk 't hem is indien goed on
zedelijk wordt geleefd. Indien gc hem
niet wilt vrijspreken op grond van
overmacht, toont dan in uw vonnis,
dat ge weet wat liet is om als jonge
man op te komen voor een principe.
Maar pi. hoopt dat liet Hof zal zeg
gen: tot, hiertoe cn niet verder, opdat
aan het lijden van dezen jongen mum
van nu af aan een einde komt.
Protostvan Grooiundaul
Groenendaal aan wicn een stoel vlak
»ij dc plaats van waar de verdediger
tprak was gegeven en daar rustig en
111 oen nadenkende houding had zit
ten te luisteren, had toen uir. Tide
man bijna aan 't einde van zijn pleit
rede was, op een blocnote c~-ii paar
aanteekeningen gemaakt.
Nadat mr. Tideman met spieken
had opgehouden werd bekt. ai de ge
legenheid gesteld indien hij nog iets
had toe te voegen aan het pleidooi
van mr. Tideman dat te doen. Groe-
nenda-.il maakte van de gelegenheid
gebruik om een p..ar zinsneden in liet
rapport van dr. Tcmpelni u.s i'iat te
besproken.
In een flinke houding, reohtop en
fieir stond daar de bekil. in een toon
van verontwaardiging er tegen op ko
mende dat dr. Tempelmams Plat liad
gezegd dat hij 't onjuist oordealt dot
iemand zich zelf vergeet ten bate voin
een beginsel.
„Ik ben in Haarlem geboren, aldus
bekL Daar is een Kenaustraat, een
Hasselaarstraat an een Haseelaarplein
Daar is het pothuis van Jan de Lap
per. En die menschen hebben toch
zich gegeven, zich opgeofferd voor eet
beginsel. En de geschiedenis geeft
daar meer voorbeelden van.
I11 de tweede plaats komt Groenen
daal tegen een andere uitlating van
het rapport op, dat dienstw ei geren
onverstandiger is dan een afstand
doen van veel dat iemand dierbaar is.
Hij verklaart dat nu beter te kunnen
doen dan voor den krijgsraad, toen
hij daartoe niet in staat was.
Eindelijk zegt hij dat er is een alge
meen groeiende afkeer van den oor
log. Echter niet alleen op dien grond
heeft hij den dienst geweigerd, maar
omdat hij niet dienst kan nemen. Het
is een uiting van een groeiende stem
in de natie: de wa-pèns weg uit 't land,
aldus spr. die in vuur geraakt.
Groenendaal besluit dan niet in 't
Eicht te stellen dat hij zoowel Op reli
gieus als sociale gronden den dienst
weigerde.
Dan ls de advocaat-fiscaal mr. Van
Sasse van IJsselt aan 't woord, die
zonder eenige motiveering, eenvoudig
bevestiging van het vonnis vraagt:
waarna nadat de president lieeft ge
zegd, dat de uitspraak later volgt de
zitting wordt gesloten. Groenendaal
wordt weggeleid en kalm verlaat 't
publiek de tribune.
POLITIE-MUZIEK V EREENIGING
Weeens vertrek naar Utrecht, be
dankte de heer D. Schuitemaker als
eere-voorziter der Haarl. politie-mu-
ziek vereen icing. In zijn plaats werd
benoemd de heer E H. Tenckinck,
oommisoaris van politie alhier. Met al
gemeene stemmen werd do hoer Schui-
teuvaker tot eerelid benoemd, hetgeen
door hem werd aanvaard.
„Mijn vader, was zooals ik al zei,
•„tyrannieker dan ooit, en hij wou
zelfs dat ik de race er aan gafl Toen
moest ik natuurlijk voet bij stuk hou
den en tengevolge daarvan kwam er
een klein misverstand vaders zijn
soms zoo onhandelbaar en' onnaden
kend! Ik ontmoette onderweg Carna-
by, en heb met hem om duizend gul
den om het hardst gereden. Razende
vaart wiel aan wiel tot Bromley
maar twee keer was het hem bij
na gelukt me h"- een greppel te wer
ken! Toen we bij Mason kwamen
raakte hij achter, naderhand gingen
we li euvel op en kwam hij weer ge
lijk. „Bij de stad wat langzamer,
Carnaby", zeg ik. „Ik donk er niet
aan", zegt hij en we renden wee?
verder. De menschen wisten niet wat
ze zagen. Carnaby reed als een dui
vel tot Southend was hij voor,
maar hij gebruikte voortdurend z'n
zweep. Bij Catford waren we weer
gelijk. Bij Lewisham kwam ik voor
cn toen ik hem voor 't laatst zag was
hij zijn beesten aan 't slaan als een
dolleman. Het viel mij op dat hij
slecht tegen zijn verlies kan. En hier
ben ik nu. O ja, Carnaby heeft een
blauw oog en een gespleten lip. Hij
zegt dat hij uit z'n karretje gevallen
ls, maar het ziet er mo r uit alsof
iemand hem een pak slaag gegeven
heeft".
„Maar beste jongen!" riep de dandy
uit, „Ca' uaby een pak slaag geven?
Onmogelijk!"
„Dat is onbestaanbaar-"- voegde de
kapitein er bij.
„Hml" zei de Viscount terwijl hij
nadenkend langs zijn ribben wreef;
..lun. Maar zog eens, Jermngham,
ben jij ook aau 't vechten geweest?
Waarom heb jo je jas uitgetrokken en
je mouwen opgestroopt?"
„Dat ia waar ook, dat zou ik heele-
inaol vergeten!" riep de Markies uit,
terwijl hij om zich heen keek, „con
rare snulter, vrees el ijk gauw op z'n
teentjes getrapt hij ziel er nogal
stevig uit, O, daar staat hij, met dien
ouden kerel" en hij wees op Barnabas,
die zijn jas wijd open had gegooid
zoodat de bewuste halsdoek duidelijk
zichtbaar werd. De Viscount keek
naar hem, schrok, riep „hallo!"
liep hard naar hem toe en greep Bar
nabas bij de hand.
„Neen maar, JJcv, beste jongen, dat
is ook toevallig!" riep hij uit. Barna
bas merkte dadelijk den vroolijken
oprechten klank in de stem van den
Viscount op, en hij zag dat hij zich
niets van den halsdoek aantrok en
daarom glimlachte hij, terwijl hij hem
stevig de hand drukte.
„Wanneer ben je hier gekomen?
Wat voer je hier uit? En wat heb je
in vredesnaam voor mocilijklieden
met Jerningham?" vroeg Devcnham,
in ëê-u aik-ui. Maar vóór Barnabas
hem antwoord kon geven begon hoe
zwarts paard, dal blijkbaar genoeg
had van het stilstaan en niets dot®,
te snuiven eu te steigoi en, 011 met den
trotsclien kop te schudden; de twee
stalknechts begonnen te scnoluen en
de paarden van Devenhain s karretje,
die aan 't andere einde van do bin
nenplaats stonden werden ook onru6-
i'g-
„Slingsbyi" riep Dovenham uit
„let op dat leelijke zwart© beest van
jol"
„Ik heb er niets meer mee te ma,
kun, Bovenhaar", antwoordde de ka
pitein op luchthartigen toon, „ik heb
'in verkocht, zeg!"
„En ik heb hem gekocht", voegde
Barnabas er bij.
„Jij?" riep do Viscount uit, „waar
om in 's hemelsnaam?"
„Om er op te rijden
,,tVat? Maar beste kerel
„Ik zou graag met hom willen uit
komen op de raoe van don vijftienden,
als je denkt dat dat gaat, Dick.
„De race!" riep Du onham verbaasd
uit.
„Ik had gehoopt dat jij misschien
kon maken dat ik ingeschreven werd"
ging Barnabas verlegen voort. Ik zou
er hael wat voor o ver li ebben 1"
„Wat? Met dat beest? Maar kerel,
lion jo krankzinnig?"
„Noen, Dick".
„Maar je kunt hem niet aan, Dick,
hij zit vol wilde streken en je zou er
afgegooid worden. Kijk hein nu ©ens!"
Als 0111 Devenham's woorden kracht
bij te zetten, gooide het paard juist op
(lat oogenblik zijn zwarte kop weer in
ed lucht cu liet de oogen rollen en
de tanden zien.
„Ik zeg je, Bev, dat er niemand is
die op dat beest kan rijden", herhaal
de Dovenham.
„Maarl" zei Barnabas, „ik heb met
je vriend kapitein Slingsby een wed
denschap aangegaan dat ik hem kou
berijden".
„Het zou krankzinnig zijn!" riep de
Viscount uit. „Hé oplettou daar.
Zie je, ik zei het all" Want op dat
oogenblik steigerde het sterke dier
plotseling, maakte zich los uit den
greep van den eanen stalknecht, gooi
den anderen opzij, en ln een seconde
heerschte overal do grootste verwar
ring. Mot e>on schreeuw sprong do
oude man cip het paard af, maar
Barnabas stond al naast hem, had de
hangende teugels gegrepen en zich in
het zadel gelieschen.
„Ik heb liean v-ast, meneer!" riep
Martin uit. „Pak de stijgbeugels".
„Je stok", zei Barnabas, „vlug man.
Nu laat gaanl"
Een oogenblik. stond het paard on
bewegelijk, toe® steigerde het weer,
hooger en hooger, maar de zware stok
kwam tusschen de platliggende ooren
naar beneden gen, twee keer en
hij stond wüer stil.
En nu begon er een worsteling tus
schen den man en het dier beiden
jong, geen van beiden nog ooit over
wonnen en daarom hadden zij geen
van beiden veel verwachtingen van
de In-acht wan de tegenpartij. De kop
vau het paard was hoog en trotsch;
zijn ronde hoeven stamptan op den
grond er blonk vuur in zijn oogen,
van woede woede en minachting
voor dien oir. ermetelan Tweebeen uie
zijn armzalige kracht durfde inete®
met zijn eigen Vierheenige sterkte.
Hij spotte met den Tweebeen en ver
achtte hem cn lachte ha! hal en ver
zamelde al zijn krachten voor den
strijd.
Maar de oogen van Barnabas ston
den helder en wijd apen en hij klem
de do lippen op elkaar met zijn
knieën greep hij het beest stevig vast
en de leidsels liet hij zich niet uit de
hand rukken.
Toen Vierbeen met luiider stem zijn
verachting had geuit gooide hij den
kop omhoog ©11 sprong toen vooruit
stond stil steigerde al hooger en
hooger op dc uchterpooten, draaide in
het rond voelde een slag, wankelde
zette de voorpooten weer neer en
snoof de staldeur in terwijl hij d©
achterpooten omhoog zwaaide. Maar
de oogen van Barnabas gloeiden, hij
liield de lippen nog stovig op elkaar
geklemd en hod het tuic beter .vast
don ooit. Vierbeen die dit alles v/cl
voelde, schuimbekte van woede, aiji
neusgaten trilden, hij hapte met dc;
bek naar zijn tegenstander merkt
dat hij hem niet bereiken kon, en bc
sloot een oude truc toe te passen di
hem fü meer had geholpen. Hij wik
het heen van zijn berijder knellen t:
geu een paal of een muur en op di
manier van heau af te komen. Man
toen hij opsrong om dot te doen voe'
de hij dat zijn kop werd omgedraaic
verder en verder, tot-hij wei gedwon
gen werd stil t0 staa® tot hij bo\e-
zich het gezicht zag van zijn vijanc
die koJm glimlachte.
„De tien minuten zijn om", riep
kapitein plotseling. „Meneer, u heel
de weddenschap gewoime®. Mae
Banruibas hoord0 hem nauwelijks.
„Hot Ls uw gelukt, u winti Elf e
eon halve minuut, zegl" brulde d.
kapitein weer. „Hoort u mo niet, nx
neer? Kom er af, voor liij uw ne'
breekt!"
(Wordt vervolgd).