Eüitenlandseh Overzicht
Stateeaws
Uitgaan.
TWEEDE BLAD
Woensdag 18 Januari 1922
Lichameiüke Opvoeding.
Vcoifaeulata van den invloed
van skiloopen, marcheeren
cn worstelen op het hart.
Wenschelijkheid om
trent onderzoekingen
:r schaal.
In mijn laatsto artikel heb ik be
sproken den invloed van lichaamsoefe
ningen op het hart, waarbij ik mij ont
houden" heb van het aanhalen van
voorbeelden, om de aandacht niet nf
te leiden van de feiten,zooals die door
wetenschappelijk onderzoek zijn vast
gesteld. Ik moet, wanneer ik nu hier
nog eenige voorbeelden ga noemen
van de wijze, waarop het hart rea
geert op enkele sportieve verrichtin-
f;en, er dadelijk op wijzen, dat derge-
ijke onderzoekingen nog veel te wei
nig zijn verricht, terwijl deze, voorzoo
ver zij wèl plaats hebben gehad, veel
al betrekking hebben op deelnemers
aan wedstrijden, die natuurlijk lit
teraard tot de physiek sterksten be-
hooren. Men kan en mag daarom p
de resultaten van dergelijke onder
zoekingen geen conclusies bouwen ten
aanzien van beoefening van een be
paalden tak van sport door gemid
delde menscben. Over bet algemeen
tast men dan ook in wetenschap
pelijken zin nog vrijwel in het
duister ten aanzien van de invloeden
op de lichamelijke gesteldheid van
kinderen en volwassenen vin verschil
lende leeftijden, welke het gevolg
zijn van normale beoefening van de
vele vormen van lichaamsoefeningen,
waarbij elko gedachte aan wedstrij
den is uitgesloten. Wel wordt in deze
richting iets gedaan, doch dit is te
beperkt van opzet om er groote prac-
tjpchc waarde aan te mogen toek
neii.
Onderzoekingen op wedstrijddeel
nemers zijn gehouden door professor
Henschen to Upsala. Hij onderzocht
het hart van 34 jongens van 15— 16 ja
rigen leeftijd, die deelnamen aan een
wedstrijd in skiloopen over een af
stand van 5 K.M. Het vroor 12 graden
Celsius en liet sneeuwde bard. De
beste legde den afstand af in 55 min
33 sec., de laatste in 1 uur, 11 min.,
3 sec. Van deze 31 deelnemers had
den na afloop 6 een hartvergrooting,
die echter bij allen na eenigo dagen
weer geweken was.
Een soortgelijk onderzoek werd ge
houden bij de 37 deelnemers a,.n een
skiloop-wcdstrijd over 3" K.M. 1 ij
zacht weer, dat ten slotte in regen
overging, hetgeen een buitengewone
verzwaring der prestatie 'oeteekende.
Twee officieren, "2 studenten, 8 sol
daten en 25 arbeiders volbrachten den
tocht, de snelste in 12 uur 44 min C
sec.de laatsto in 17 uur 33 min. Alle
deelnemers waren gemiddeld 25 jaar
oud, geoefende skiloopers, doch wei
nig getraind Het onderzoek wees
uit, dat elf hunner nis gevolg van den
wedstrijd een hart.eie roting hadden,
welke echter bleek van voorbijgaan-
den aard te zijn V'cogens Jlens "hen
bezaten de overige 58 deelnemer?
'~eds voor den wedstrijd een vergroot
art met sterken polsring, cus een 2g.
porthart. De snelsten behoorden tot
leze categorieoverigens vertoonden
ook de meeste dezer sporharten nog
eenige uitzetting.
Zuntz en Schumburg onderzochten
het hart van jongelui ^studenten) na
het afleggen van een marsch van on
geveer 25 K.M. met volledige militaire
bepakking. In 89 zorgvuldig onder
zochte gevallen kon bij 64 deelnemers
(of 72 pÖt.) hartuitzetting worden aan
getoond, speciaal van de rechter harl-
helffc (dezo harthelft is dunner van
wand dan de linker). In bijna allo ge
vallen was de vergrooting na eenigo
uren of uiterlijk den volgenden dag
geheel geweken.
Schott te Nauheim liet twee gezon
de krachtige mannen zoo lang met el
kander worstelen tot de eerste teeke
nen van ademnood optraden. Bij on
derzoek vond hij bij beide mannen
hartvergrooting. zoowel naar links als
rechts ongeveer 1 tot 2 c.M. Profes
sor Schmidt, aan wien ik de verschil
lende gegevens heb ontleend, voegt er
aan toe: „Al is deze ook van voorbij-
gaanden aard, toch zal herhaald en
regelmatig in het leven roepen van
zulks storingen in de hartwerkiug
door zware krachtoefeningen zeer ze
ker er toe bijdragen, de hartspier blij
vend te beschadigen".
T ib een artikel van den Noorschen
correspondent van de N. R. Ct., reeds
geruimen tijd geleden gepubliceerd
(ochtendblad 21 Januari 1920), i3 mij
gebleken, dat ook de skiloopers, die
aan de jaarlijks bij Holmenkollen te
houden wedstrijden over 60 K.M. deel-
emen, voor en na den loop medisch
worden onderzocht. De uitkomsten
zijn nog al verschillend van die door
tprof. Henschen gevonden. Te Holmen
kollen vond men slechts bij 8 a 10 van
de 226 onderzochte deelnemers tijde
lijke hartvergrooting. Bij onderzoek
van 361 skiloopers vond men een sport
hart bij 50 man, dat is dus een geheel
andere verhouding dan Henschen con
stateerde, nl. 26 van de 37.
Dr. L. Dedichem heeft het mate
riaal van 't onderzoek bewerkt en de
resultaten voorgelegd aan het genees
kundig congres, dat in 1919 in Kopen
hagen is gehouden, alsmede aan het
medisch genootschap in Christiania.
Het rapport vermeldt onder vele an
dere belangrijke conclusies, dat iu
geen enkel geval het geneeskundig on
derzoek er toe beeft geleid iemand
van de in de laatste zes jaar opgeko
men concurrenten voor den 50 K.M.
wedstrijd op grond van dit onderzoek
af te wijzen en voorts dat zich bij nie
mand der deelnemers verschijnselen
hebben voorgedaan, dio het waar
schijnlijk maken, dat de 60 K.M. wed
strijd een blijvenden schadelijken in
vloed op hun gezondheid heeft gehad.
Voor bet wedstrijdwezen mogen der
gelijke onderzoekingen beteekenis heb
ben, voor de lichamelijke opvoeding
het algemeen hebben zij m.i. wei
j waarde. Voor wedstrijden melden
zich slechts diegenen aan, welke zich
krachtig genoeg voelen om de ge
vraagde prestatie te verlichten, dus
de gezonden met groot uithoudings
vermogen. Het iB evenwel van veel
meer belang om te weten boe meisjes
en jongens van verschillende leeftij
den en ook volwassenen reageeren op
geregelde beoefening van verschillen
de soorten van lichaamsoefeningen cn
takken van sport. De waarnemingen
moeten, om er bepaalde conclusies uit
te kunnen trekken, over een zoo groot
mogelijk aantal personen loopeu.
Daartoe is noodig een organisatie, die
over het geheele land de waarnemin
gen volgens vaste methoden laat ver
richten en het aldus verkregen ma
teriaal verwerkt en rangschikt. Langs
dezen weg zouden wij inzicht moeten
krijgen in den invloed van sehoolgyui-
nastiek naar verschillende methoden,
vereenigingsturnen, marschoefenin-
gen, roeien, voetballen, worstelen,
enz. enz.
Een Rijks centraal instituut voor
lichamelijke opvoeding zou het. aange
wezen lichaam zijn voor de leiding en
verwerking van dergelijke onderzoe
kingen, waartoe een bekwaam medi-
cus-physioloog aan een dergelijke in
richting behoort verbonden te zijn.
H. L. WARNIER.
EEN REDE VAN DEN DUITSCHEN RIJKSKANSELIER OVER OE
OORLOCSSCHATTING EN ANDERE QUAESTIES,
De verhouding tusschen
Frankrijk en Engeland
beheeredht voor een belangrijk deel
do huidige vraagstukken der wereld
politiek.
Onder het regime Briamd -— zoo
schrijft de Fransche journalist Gau-
vain leefden wij met onze buren
Er zijn
telegrammen gewisseld tusschen
Lloyd George en Poinoaré,
die het lezen wel waard zijn.
Poincaré seinde aan Lloyd George,
dat hjj uit naam van de Fransche re
geering de verzekering wensclite te her
halen, welke hij reeds persoonlijk op
an de overzijde als een „fauzT ména- Zaterdag j.l. aan Lloyd George had ge-
ge", waarin ruzie en verzoening geven, namelijk dat Frankrijk zeer
voortdurend afwisselden de ver- gaarne op de meest hartelijke wijze dc
zoenuig echter steeds ten koste van besprekingen met Groot-Brmanaié
Frankrijk bereikt werd Ate de eene!over de nog onopgeloste kwesties zal
echtgenoot maar bemerkt dat de au-hervatten.
der zich maar gerespecteerd wil zien,
zal het wel beter gaan, is Gauvain'6
redeneering.
Wat nu het fond van de zaak aan
gaat: het baas spelen door Lloyd
George, daarvan kan niets komen
De Èngelsclie premier zou wel graag
het diplomatiek opp&rbeve! van Euro
pa willen aanvaarden; de meeste En-
golschen zouden dat prachtig vinden
cn tot de Franschen zeggen: „Wij bon
den zóóveel van jullie laai ons nu
maar verder voor jullie geluk zorgen,
en jo belangen behartigen". Maar
hiervoor bedankt Gauvain stichtelijk
en zijn afwijzing klinkt als het „Mer
ci, Merci, Merci" van Cyrano de Ber
gerac. Wij willen ons graag aanpas
sen aaai vreemde zeden en de vreem
delingen waardeeren gewoonlijk onze
gezelligheid, zegt hij maar: wij
houden vast aan het eigen karakter.
Parijs is een euccursaal noch van
Londen, noch van New Vork.
Lloyd George weet beter dan wie
ook, na welke moeilijkheden men er
in t9l8 eindelijk in geslaagd
eenheid van opperbevel er door te
krijgen, en aan welke beperkingen
dit gebonden was. Hij weet ook, gaai
Gauvain dan stekelig voort, dat ver
schillende Britsdie inspiraties tijdens
den oorlog niet gelukkig waren
dat de Dardanellen-gescbiedenie
heillooze resultaten leidde. Hij zal
dan ook wel niet. verbaasd staan, dat
Frankrijk niemand erkent ale
diplomatiek
generalissimus
Al zal hij in Poincaré den meest
loyalen en vrieöQschappelijken pare
lt er vinden.
Tenslotte bespreekt Gauvain in dit
verband de zoo hoogst belangrijke
kwestie of Frankrijk naai" Genua zal
gaan, waarin nu beslist moet worden,
daar de uitnoodiging van Bon om i te
Parijs is aangekomen.De „Humanité"
had al nadrukkelijk gezegd, dat dit
niet het geval zal zijn. Thans merkt
het „Journal dee Débats" op, dat
Lloyd George schijnt te denken, dat
Frankrijk gebonden is door de toe
stemming van Briand. Maar daarin
vergist do Engeische premier zich,
constateert het blad. En in elk geval
staat het niet aan een vreemden mi
nister, zoo wordt da® op biteen toon
vervolgd, om uit te maken, of een
Fransche regeering gebonden is door
het woord van een gedesavoueerd :ii
Fransöhen minister. Dit is n.l. een
constitutioneel® kwestie, welke alleen
de Fransche regeering bevoegd is te
beslissen. Lloyd George hoeft niet hat
recht te zeggen, dat Frankrijk gebon
den is- Te Londen teruggekeerd, zal
hij wel eens rustig nadenken over de
werking van constitutioneele stelsels
en dan zal hij inzien, dat zijn geheele
combinatie van voren uf aan in el
kaar moet worden gezet.
Poincaré verklaarde te hopen, dat het
wederrijdsche vertrouwen eou leiden
tot een oplossing, welke voor beider
belangen zoo gunstig mogelijk zou
zijn. Ook vertrouwde hij, dat dc beide
mogendheden zouden samenwerken
voor de handhaving van den vrede in
Europa en de uitvoering van het door
hen onderleekende vredesverdrag, als
mede voor de betaling der schadeloos
stelling voor dc verwoestingen, welke
dc inval der Duitschers heeft te weeg
gebracht.
In zijn antwoord zeide Lloyd George
o.m. „Wij beschouwden de veiligheid
van Frankrijk's gebied tegen een Duit-
schen aanval, de betaling van de scha
deloosstelling aan Frankrijk en de
handhaving der bepalingen van het ver
drag van Versailles, als van gemeen
schappelijk belang voor de Fransche
en Briische volken, welk belang zij ge
zamenlijk moeten verdedigen.
Evenals gij wenschen wij de nog han
gende vraagstukken zoodanig op te los
sen, dat mets de goede verstandhou
ding tusschen onze volken zal kunnen
verstoren, en zoodoende de kameraad
schap van den oorlog voort te zetten
met de hoogere taak de Europeesche
volken te zamen te brengen in een
overeenkomst, welke een rechtvaardi-,
gen en blijvenden vrede zal verzekc-
Naa.r de sociaal-democratische
„Parlementsdienst" mededeelt,isdoor
dc Duitsche regeering aan de verschil
lende betrekken departementen reeds
dc uitwerking opgedragen van een
nota, waarin op de voorwaarden der
commissie van herstel antwoord ge
geven zal worden
over de Duitscho
schadeloosstelling.
Het te te verwachten, dat de grond
slagen van deze nota reed-s lieden,
Woensdag, aan do commissie vooP
buiten Lantteohe zaken zullen worden
voorgelegd. In parlemntaire kringen
verwacht men, dat ter dekking van
de verplichtingen een binnen- of bui
tenlandsche leening noodzakelijk zal
zijn, voor de dekking en rentebetaling
waarvan men van socialistische rijde
de industrie gedwongen wil laten bij
dragen.
Reeds te Cannes heeft de Duitscho
deigatie er geen twijfel aan laten be
slaan, dat Duitschland niet in staat
zal zijn, dit jaar elke tien dagen 31
miUioea gouden marken te betalen,
De nawerking van den goeden indruk
dien de Duitedhe delegatie te Cannes
heeft achtergelaten en speciaal de in
vloed van dc rede van Rathenau, ver
wacht men eerst op d« conferentie te
Genua te zullen gevoelen. Ook voor
deze conferentie zijn te Cannes met
de Duitscho delegatie voorbesprekin
gen gehouden. Er werd een gedacli-
tonwieseling gehouden 6ver de vraag
hoe men zich den opbouw van de oos
telijke randstaten denkt.
De moeilijkheden bij de opstelling
van het antwoord op de voorwaarden
der commissie van herstel liggen
hierin, dat men van Duitschland va-v
te opgaven wonscht omtrent hetgeen
het in staat is te betalen. Natuurlijk
zullen dergelijke opgaven slechts in
beperkten omvang mogelijk zijn, te
meer, daar de veranderingen in den
ecnonomischen toestamd niet van
voren te overzien zijn en speciaal niet
vooruit te zeggen te, lioe de Duitsche
productie en verkoop bij een voortge
zette vermindering van de levensmid
delentoeslagen en de daardoor steeos
6tijgeDde verbooging der bedrijfskos
ten van de industrie er uit zullen
zien. Desniettegenstaande heenscht.
naar de „Lokal Anz." verneemt, in
de Wilhelmsirasse een tamelijk opti
mistische stemming en is men over
tuig] dat men in staat zal rijn een
bevredigend antwoord te geven. Voor-
Joopig is het zaak de tegenover el
kaar staande menigen in den boezem
van het Rijkskabiuet te overbruggen.
Voor het program, dut voor de con
ferentie te Genua moet worden opge
steld, heeft men nog twee maanden
den tijd en men te eerst aan de uit
werking van dit program toe ate het
antwoord op de voorwaarden van de
commissie van borstel is geformu
leerd. Mot dit doel zuilen die" minis
terieels besprekingen in de eerstko
mende dagen worden voortgezet. In
de kabinetezitting zal de rijkeregee-
ring zich met de uitnoodiging voor
Genua bezighouden.
Het is nog niet bekend, wie als ver
tegenwoordiger van Duitschland aan
de conferentie zal deelnemen.
In de Dinsdagmiddag gehouden zit
ting van den partijdag van de Cen
trumpartij heeft
tie Duitscho rijkskanselier,
dr. Wlrth, een rede ge
houden,
waarin hij o.a. zeide
„Woensdag zal de Rijksdagoommis-
sie voor de buitenlandsche aangelegen
heden bijeenkomen cn binnen enkele
dagen zal ook de Rijksdag te zamen
komen om zich met den buiten- en bin-
nenlandschen toestand bezig te hou
den. Ik acht het daarom, beter, op het
oogenblik nog niet de lijnen van het
door ons te volgen program u
zetten. De taak, welke ons in de ko
mende dagen te wachten staat, zal zijn
onze houding te bepalen ten aanzien
van de te Cannes genomen besluiten,
terwijl wij voorts onze houding tegen
over den internationalen toestand niet
de meeste zorgvuldigheid moet
palen."
„Onze christelijke wereldbeschouwing
- vervolgde de rijkskanselier maakt
het ons tot een zedelijken plicht,
ook al gaan wij op het oogenblik
onder groote zorgen gebukt, geen
oogenblik de handen in den schoot la
ten rusten. Nooit mag de Centrum
partij om partij-oogmerken zich aan de
algemeene verantwoordelijkheid ont
trekken.
Men heeft ons het verwijt gemaakt,
hoe wij het Londensche ultimatum toch
hebben kunnen onderteekenen en zoo
doende beloften konden geven, welker
vervuilig onmogelijk was. Reeds bij
het aannemen van het ultimatum heb ik
te kennen gegeven, dat van de econo
mische gevolgen van dit ultimatum
onze tegenstanders het meest te lijden
zouden hebben. Ook op het oogenblik
kunnen wij de aanneming van het ulti
matum nog steeds niet ais een fout
beschouwen, ook, omdat de toestand
an de geheele wereld destijds alleen uit
een politiek en niet uit een economisch
oogpunt werd beschouwd."
„Ik heb reden aan te nemen aldus
rijkskanselier dat men aan de
andere zijde zich van het goud, dat
door onze milliarden-betalingen over de
grenzen zou vloeien, niet goed reken
schap heeft gegeven. Op het oogen
blik heeft men echter geleerd wat het
zeggen wil, milliarden in goud te ont
vangen. Wij moeten de door ons in het
afgeloopcn jaar ingeslagen politiek
:n. Echter moeten wij de we
reld wel vragen, welke doeleinden zij
zich heeft gesteld. Is de groote cata
strofe, welke door den wereldoorlog
over het menschdom isg ebracht, weer
goedgemaakt, doordat jnen één volk
uitknijpt gelijk een citroen? De ge
schiedenis heeft geleerd, dat een dus
danige politiek de geheele wereld
schade doet.
•erminderde koopkracht van het
Duitsche volk zal wellicht tot een we
reldbankroet aanleiding kunnen geven.
Ook Amerika kan door de tot nu toe
gevolgde wijze zijn binnenlandschen
economïschen toestand niet verbeteren.
Do gedachte der economische solida-
teit moet tot alle volken der wereld
doordringen; dan eerst zal het econo
misch herstel in goede banen zijn ge
leid.
In het verdere verloop van zijn rede
roerde dr. Wirth ook de partijcoalitie
aan. Volgens zijn oordeel zou een re
geering op een breeder basis dan nu
het geval is, niet spoedig tot heengaan
genoodzaakt kunnen worden.
Voorts achtte de rijkskanselier het
■oornaaniste probleem, n.l. hoe de ver-
chillciide volken met betrekking tot
'de schadevergoeding tegenover elk
ander zullen staan, nog onopgelost.
Dit vraagstuk zal volgens hem eerst op
gelost weiden, als Amerika zoowel in
economisch als in financieel opzicht
geneigd zal zijn, zich vqor Europa te
interesseeren.
Op het oogenblik ging dr. Wirth
voort, moet Duitschland toonen,
het 't land ernst is, ziju financiën
in orde U- brenger Het Centrum kan
daarom medewerken tot een compro
mis inzake het be'astingvraagstuk.
Wanneer het onmogelijk blijkt een dus
danig compromis tot stand te doen ko
men, zal de binnenlandsche politiek van
de regeering op een fiasco uitloopen.
Wanneer het de regeering niet moge
lijk is, de hangende vraagstukken, te
zamen met de partijen, die biijk hebben
gegeven van haar goeden wil, op te los-
blijft er mets anders over dan da:
zij in een voltallige zitting van den
Rijksdag ten val wordt gebracht.
Wanneer er lieden zouden worden
vonden eindigde de rijkskanselier
die bereid zouden zijn onze verantwoor
delijkheid over te nemen en die meer
zouden presteeren dan de Centrum
partij, dan zou voor deze partij de tijd
zijn gekomen om wat te gaan uitrusten.
In een slotwoord verklaarde dr.
Posch, dat uit het resultaat der gevoer
de besprekingen is gebleken dat de par
tij volkomen met de politiek van den
rijkskanselier accoord gaat.
Id een ander telegram wordt gemeld,
dat het Centrum en de meerderheids
socialisten het eens geworden zijn
de belasting-ontwerpen.
De fracties moeten daaraan evenwel
nog hun goedkeuring hechten.
V*rsproid nieuws
AMERIKA EN HET VERRE
OOSTEN.
Reuter seint ons uit Washington: De
conferentie-commissie voor het Verre
Oosten besloot de beraadslaging over
de door Japan aan China gestelde 21
eischcn uit te stellen totdat het ge
schil omtrent Shantung is beslecht. De
commissie nam de Chinecsche douane
overeenkomst aan, en ging vervolgens
over tot de beraadslaging over de poli
tiek der „open deur" deze zal heden.
Dinsdag, worden voortgezet, ten einde
tot beter begrip te geraken van wat
onder „open deur" verstaan wordt.
Naar gemeld wordt zou Hughes alle in
vloedssferen in China tot het verledene
willen doen behooren, als een van de
voornaamste voorwaarden voor de open
deur. De Britsche delegatie moet z:ch
ten gunste van de algemeene beginselen
daarvan hebben uitgelaten, en ook an
dere delegaties verklaard hebben, voor
deze beginselen te zijn. In een uiteen
zetting van America's politiek zeide
Hughes dat het doel der Amenkaansche
regeering is noch deel te nemen aan,
noch mede te gaan met een regeling die
zou kunnen strekken om ter begunsti
ging van buitenlandsche belangen su
perieure rechten te vestigen ten aanzien
van dc commercicele en economische
ontwikkeling in de betrokken Chinee-
sche streken, of rechten waardoor zulk
een monopolie of voorrecht geschapen
zou kunnen worden dat daardoor andere
landen belet zou worden aldaar wetti
gen handel of nijverheid te drijven. Een
amuniqué omtrent deSinojapansche
ferentie zegt dat overeenstemming
is bereikt inzake de bestuursoverdracht
van het vroegere pachtgebied Kiaui-
sjau cn dat ook de kwestie dei wijnen
werd besproken.
MAARSCHALK PéTAIN. Naar
verluidt, zou Maarschalk Pétain be
noemd worden tot secretaris aan het
Miniserie van Oorlog in Frankrijk.
DE CONFERENTIE TE CENUA.
Er wordt verwacht dat wel 1000 ge
delegeerden aan deze oonferentie zullen
deelnemen.
Talrijke regeeiingen hebben reeds
hun deelneming toegezegd.
Verzekerd wordt, dat Poincaré het
voornemen heeft zelf naar Genua te
gaan.
Uit Berlijn wordt gemeld: Do uit
noodiging voor de conferentie in Ge
nua werd aan de Duitsche regeering
door den Italiaanschen gezant te
Berlijn overhandigd. Als aanvangs
datum wordt 8 Maart genoemd. De
Duitsaho regeering wordt veraocht.
de namen der gedelegeerden en ande
re personen, die meegaan, mede te
deelen.
Volgens de bij de uitnoodiging ge
voegde beslissing van de conferentie
in Cannes betreffende do conferentie
iii Genua worden behalve Duitecliland
ook Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije
en Rusland uitdrukkelijk tot deelne
ming nitgenoodigd.
D« uitnoodiging komt voor de Duit-
echo pars niet als een verrassing.
Vastgesteld wordt slechts dat Duitsch
land voor dc eerste maal na den oor
log ate gelijkgerechtigde bij de onder
handelingen op een internationale
conferentie wordt beschouwd. De
„Deutsche Allgemeine Zeïtun-g" be
schouwt dit feit als een bijzonder op
timisme.
DE RIJNLANDCOMMISSIE EN
HET SCHOOLTOEZICHT.
De mededeeling van de intergeal-
lieerde Rijnlandcommissie, dat zij
van plan is eon oornitó te benoemen
tot het oefenen van toezicht op het
onderwijs in hot bezette gebied,
heeft onder de bevolking van het
Rijnland groote opwinding veroor
zaakt, waaraan in de pers ook op
krachtige wijze uitdrukking is ver-
leend. Het schijnt n, dat de Rijnland-
commissie zelf begrepen heeft verder
te zijn gegaan dan noodig en ge-
wenscht is. Zij heeft thans, in den
vorm van een dementi der onjuiste
courantenberichten, doen weten, dat
zij geen controle zal laten uitoefenen
op het onderwijs door een permanent
comité. Zij benoemde alleen maar en-
kele_ heeren, die constateeren moeten
of do mededeelingen, de Rijnland-
commissie gedaan omtrent onderwijs
„dat strijdig is met het handhaven
van den vrede", waardoor de veilig
heid der bezettingstroepen bedreigd
kan worden, juist zijn.
SLOOPINC VAN DUITSCHE
VESTINGEN.
Heden, Woensdag, zal bij den Rijks-
ig een wetsontwerp worden ingediend
tot slooping van de vestingen Keulen,
Coblenz, Maiuz, Wezel cn van alle an
dere vestingen aan den Boven-Rijn en
op den rechter-Rijnoever, alsmede van
de kunstmatige vestingen. De Entente
heeft uitdrukkelijk het verlangen te
kennen gegeven, dat een dergelijk wets
ontwerp door den Rijksdag zal worden
aangenomen.
DREICENOE K ABIN ETSCRISI9
IN OOSTENRIJK.
Uit Weenen wordt in verband mei
de oppositie der Groot-Duitsche partij
gesneld, dat het verdrag van Lane
waarschijnlijk door de Christelijk-eo-
ciale en sociaaldemocratische meer-
derheid zal worden goedgekeurd.
DE EEUWIGE WET Vrijdag
wordt door de N.V. Het Schouwtoo-
neel, directie Adr. van der Horst en
Jan Musch in den Stadsschouwburg,
een reprise gegeven van De Eeuwige
Wet (The Law Divine) een spel uit
hel Engebch gezinsleven in 1917 door
H. Esmond. Dit stuk werd onder den
titel The Law Divine te Londen in het
Duke of Yorks Theatre -188 maal ver
toond, door de N.V. Het Schouwtoo-
neel twee jaar geleden ook te Haar
lem, maar kon wegens ongunrtigo
■tijdsomstandigiieden (tooneetepeJer»-
staking), niettegenstaande het groot*
succes, toen slechts enkele keere»
worden vertoond, zoodat een reprise
an dit stuk wel gewettigd is.
R.-K. KERK. Z. D. H. de Bisschop
in Haarlem hooft benoemd tot aecretu-
s van het Bisdom Haarlem, den Zeer-
irw. Heer Th. W. Pichot.
FAILLISSEMENTEN.
In staat van faillissement werd ver<
klaard:
E. de Rovers, koopman, drijvende een
eleetrotechmsch bureau, wonende te Haar
lem, Jansstraat. Rechter-commissaris Mr.
A. Madame Ponk
Opgeheven werden de faillissementen
ut:
1. A. J. van Velthovcn, huis ei deco
ratieschilder, wonende te lJmublen. uit
gesproken bij vonnis dezer -techtbank
dd. 27 December 1921.
2. J. Engbcrts. wonende to Zaandam,
uitgesproken bjj vonnis dezer Rechtbank
dd. 29 December 1921.
3. M. J. van der Waals, koopman, wo
nende te Haarlem, Bnrtenburgerlnau 21,
uitgesproken by vonnis dezer Rechtbank
dd. 23 September 1921.
4. H. Amand, koopman, woner.de te
Haarlem, nitgesjtroken bij vonnis dezer
Rechtbank dd. 27 December 1921.
Donderdag, 12 Januari jl. v- rd vernie
tigd het vonnis tot faillietverklaring van
J. Jacobs, woneudo to Haarlem, Emma-
straat 24, aitgesproken by vonnis dezer
Rechtbank dd. 10 Januari 1922.
üii de (Jrasireker;
BEVERWIJK. Tegen S. is proces
verbaal opgemaakt wegeus het rijden zon
der licht op een motorfiets, het rjjden zon
der nummer en het niet halt houden op
eerste aanzegging der politie.
IJMUIDEN. Het politierapport
maakt melding van 2 ordeverstoringen:
Eeu Katweker --seller maakte kabaal op
het station en moost daarom mee naar t
Willemsplein; in een café in de Amstel-
straat was oen vechtlustige, niet zoo
vechtlustig echter dut by de politie af
wachtte.
ZANDVOORT Een jongen vond,
eenige voeten onder het duinzand ver
borgen, een couvert met een waren
't normale tijden niet onaanzien
lijk kapitaaltje aan buitenlandsche
waarden. Een 6om van 30.000 marken!
Ook voor dezen tijd lset vinden waard!
Feuilleton
De Avonturen
van Barnabas
naar bet Engelsch van
JEFFERY FARNOL
(geautoriseerde vertaling, nadruk
etreng verboden).
Etn oogenblik was Barnabas als 't
ware versuft door deze plotselinge ge
beurtenissen, toen bultte hij zien om
hoed en stok op te rapen ein zag dat
hij rich in een smal vuil straatje, of
liever steegje bevond. In dit steegje
kwam een man aanloopen, heel kalm
en op zijn gemak, want al loopende
scheen luj in een klein boekje te lezen
Het was een klein breedgeschouderd
mannetje met een vriendelijk gezicht,
eenvoudig eekieed, met een breedec-
rande hoed on het hoofd, waarvan de
bo' hooger was dan men gewoonlijk
zag; hij bad een merkwaardig dikken
Btok onder den arm. maar verder zag
hii er in alle opzichten heel gewoon
uit: zooals hii daar met rijn bock'e in
de hand liep zou hii een ofvandere
kleine winkelier hebben kunnen zijn,
die bezig w.u zijn winst- en verliesrekc
mn* ie In-studceren
Toen liii bii Barnabas aangeland
was. stond hij stil. deed' z'n boekje
dicht, tikte aan den rand van zijn
hoed en keek naar Barnabas of juis
ter uitgedrukt, naar den derden lin-
kerknoop van rijn jas.
„Iets gesto'en, meneert" vrooe hij
vol verwachting.
„Neen," antwoordde Barnabas,
„neen, ik geloof van niet."
,.0. dus dan wilt u zeker peen aan
klacht tegen hem indienen, meneer?"
„Neene>n bovendien zijn ze ont
snapt."
„Ontsnapt? Geen sprake van, me
neer, 7.a z.iin jjJleen maai" weggeloo-
p«n ik ken ze altijd te pakke krijgen
ik heb ze wel in do gaten gehad.
En ik ken ze, meneer, of 't me eige
kimlers waren. Het waren Dick de
Zanger, Jaap de Danser en Bonte Fa-
gan twee zakkenrollers en een
dief."
„Zoo?" zei Barnabas, die het vrien
delijke mannetje niet al te zeer ver
trouwde.
„Jewel, meneer. Dick de'Zanger
heb u een opstopper gege ven een
pracht van een opstopper, meneer
nooit zooiets gezien, 't Is een zootje,
vooral die Dick de Zanger, en het was
gelukkig voor u, dat ik net deze kant
uitkwam."
„Wat Wiit u daarmee zeggen....
vroeg Barnabas, terwijl hii het man-
notje aan-1narde, „wou u me lieusch
wijsmaken, dat ze zoo hard weggehold'
rijn omdat u er aan kwam V'
„Nou er was niemand anders,
meneer, zoover as ik weet," zei de
man, terwij1 hii glimlachend het
hoofd schudde. ..De lui motten niks
van me hebben in deze buurt en
die drie nou, 't is een zootje, maar
Dick de Zanger is de ergste die zal den
een of anderen dag nog wel eens met
den strop kennis maken."
„Bedoelt u dat hij
„Dc bedoel, dat hij aan de galg zou
komen opgehangen zou worden,
meneer," antwoordde het mannetje,
die voortdurend in de steeg om zich
heen keek. „Je ziet het an z'n ge
zicht 'k heb nog nooit zoo'n veelbe
lovend facie gezien, en ik heb Dick de
zanger hier in m'n boekje staan, met
nog een hoop andere, veelbelovende
jongelui."
„Maar waarom in uw boekje
„Ooh, ziet u. ik houd een lijstje van
allerlei kerels, misdadigers, „strop-
klanten" zou ie ze kunnen noemen"
het mannetje hield rijn hoofd
scheef, rolde met de oogen en stek
ziin tong zoover mogelijk uit. Even
later had hii weer ziin gewone, kalme
uiterlijk.
„O. u bedoelt die opgehangen
zullen worden?" zei Barnabas.
„Juist, meneer, zeker. En Ik loop
hier geregebl rond, om eon oogje te
houden op m'n strop-klantjes. Dr stel
een soort van vaderlijk belang in die
lui. Sommige menschen verzamelen
boeken en sommigen verzamelen
boeken en oude munten maar ik
verzamel strop-ktanten namen en
gezichten. De gezichten bewaar ik
hier en hii tikte op zijn voorhoofd,
„de namen heb ik hier" en hij tikte
op het boekje. Het is m'n vak,
ziet u. en hoewel er wel betere vak-
•ken zijn er zijn d'r wel slechter ook
en dat is tenminste een troost 1"
„En wat is uw vak dan wel 1" infor
meerde Barnabas, terwijl se samen
hei steegje doorliepen
„Ziet u, meneer, ik ben wat ze noe
men een stille maar ik ben nog
wat meer ook."
„Wat bedoelt u eigenlijk?" zei Bar
nabas. De man glimlachte en haalde
een insigne uit zijn zak.
„Ozei Barnabas „een recher
cheur!"
„En ik heet Shrig. meneer, Jasper
Shrig, u hebt mijn naam natuurlijk al
eerder gehoord."
„Neen!" zei Barnabas. Shrig deed
verbaasd en zuchtte.
„Hij is anders tamelijk bekend in
Londen, meneer, maar ik moet wel
zeggen, dat het geen mooie naam is.
Ja ik ken wel mooiere namen
maar er ziin toch ook weer leeHjkere.
en dat is toch een troost. En, zooals ik
al zei. is het tamelijk bekend.
„Hoe dat zool"
..Z»iet u, meneer, sommige voelen
meer voor een deel Van het vak, en
sommigen weer voor een ander deel
on mijn liefhebberil is r£.»orden."
„Moorden?" zei Barnahas verbaasd.
„Met een hoofdletter M, meneer.
Er rijn door mij meer moordenaars
gepakt, en opgehangen don door een
van de andere lui in Londen, het is
een soort van natuurlijke gave van
me. Ziet u, ik verzamel ze al voor
het misdrijf plaats vindt, om zoo te
zeggen. Ik ruik ze, voel ze. proef ze
het is lieusch een gave.
„Maar hoe dan Wat bedoeR u
er eigenlijk mee?"
„Be loop biivoorf>eeld op straat en
kijk naar ieder gesticht dat ik tegen
kom. Opeens krijg ik een man of een
vrouw in de gaten met een veelbelo
vende facie, zooals ik dat noem. en op
de een of andere manier probeer ik er
<l«n achter te komen, hoe die persoon
heet e:i dan schrijf ik die naam in
mijn kleine boekje, begrijpt u
„Maar", zei Barnabas, „het rijn
toch zeker niet allemaal moorde
naars?"
„Och nee. meneer dat kun je ook
niet verwachten ziet u sommigen
verdwijnen, en sommigen gaan dood.
maar in de meeste gevallen zijn het
toch echte stropklamies en al» ik nwji
lang genoeg wacht, komen ze nog
wel eens aan de galg."
„En is u a'tiid aan 't loeren op zul
ke gezichten?"
„Ja, meneer, tenminste als ik geel
geval om handen heb. Ieder mensen
moet toch een liefhebberij hebben
voor afleiding, en dat is nu de mime.
Er gaat nauwelijks een dag voorbij,
dai ik er niet een of twee zie. Ik noem
ze mijn kinders en het is een groot,
en zeer gemengd gezelschap 1 Arm en
rijk, mannen cn vrouwen lieden
die in koetsen rijden, en menschen
die in dc goot alapc-n. O. als u eens in
mijn boekje kon lezen dan zou 11 er
namen zien waarover u verbaasd zou
staan. Vanochtend heb ik nog een
paar van hen eens opgezocht. Ja u
zoudt verbaasd zijn als u eens in mijn
(boekje kon kijken."
„Ik zou het graag doen." zei Barna
bas. terwijl hii het kleine, half ver
sleten boekje met nieuwe belang
stelling bekeek. Maar Shrig knipte
even met zijn groote, onschuldige
oogen. liet het boekje in zijn zak
giirJen, en sloeg plotseline een hoek
om. in een ander steegje, nog smaller
dan het eerste en zoo mogelijk nog
vuiler.
„Waar gaan wc heen?' vroeg Bar
nabas. want Shrig. die er eerst zoo be
zadigd en onverschillig uitzag, zag er
plotseling uit als iemand die op z.ijn
hoede is. en hii scheen naar verre ge
luiden te luisteren. Waar paan we
naar tooi" vroeg B.-rnabas weer.
„Gaat u maar mee. meneer, en ik