Eüitenlandseh Overzicht Stateeaws Uitgaan. TWEEDE BLAD Woensdag 18 Januari 1922 Lichameiüke Opvoeding. Vcoifaeulata van den invloed van skiloopen, marcheeren cn worstelen op het hart. Wenschelijkheid om trent onderzoekingen :r schaal. In mijn laatsto artikel heb ik be sproken den invloed van lichaamsoefe ningen op het hart, waarbij ik mij ont houden" heb van het aanhalen van voorbeelden, om de aandacht niet nf te leiden van de feiten,zooals die door wetenschappelijk onderzoek zijn vast gesteld. Ik moet, wanneer ik nu hier nog eenige voorbeelden ga noemen van de wijze, waarop het hart rea geert op enkele sportieve verrichtin- f;en, er dadelijk op wijzen, dat derge- ijke onderzoekingen nog veel te wei nig zijn verricht, terwijl deze, voorzoo ver zij wèl plaats hebben gehad, veel al betrekking hebben op deelnemers aan wedstrijden, die natuurlijk lit teraard tot de physiek sterksten be- hooren. Men kan en mag daarom p de resultaten van dergelijke onder zoekingen geen conclusies bouwen ten aanzien van beoefening van een be paalden tak van sport door gemid delde menscben. Over bet algemeen tast men dan ook in wetenschap pelijken zin nog vrijwel in het duister ten aanzien van de invloeden op de lichamelijke gesteldheid van kinderen en volwassenen vin verschil lende leeftijden, welke het gevolg zijn van normale beoefening van de vele vormen van lichaamsoefeningen, waarbij elko gedachte aan wedstrij den is uitgesloten. Wel wordt in deze richting iets gedaan, doch dit is te beperkt van opzet om er groote prac- tjpchc waarde aan te mogen toek neii. Onderzoekingen op wedstrijddeel nemers zijn gehouden door professor Henschen to Upsala. Hij onderzocht het hart van 34 jongens van 15— 16 ja rigen leeftijd, die deelnamen aan een wedstrijd in skiloopen over een af stand van 5 K.M. Het vroor 12 graden Celsius en liet sneeuwde bard. De beste legde den afstand af in 55 min 33 sec., de laatste in 1 uur, 11 min., 3 sec. Van deze 31 deelnemers had den na afloop 6 een hartvergrooting, die echter bij allen na eenigo dagen weer geweken was. Een soortgelijk onderzoek werd ge houden bij de 37 deelnemers a,.n een skiloop-wcdstrijd over 3" K.M. 1 ij zacht weer, dat ten slotte in regen overging, hetgeen een buitengewone verzwaring der prestatie 'oeteekende. Twee officieren, "2 studenten, 8 sol daten en 25 arbeiders volbrachten den tocht, de snelste in 12 uur 44 min C sec.de laatsto in 17 uur 33 min. Alle deelnemers waren gemiddeld 25 jaar oud, geoefende skiloopers, doch wei nig getraind Het onderzoek wees uit, dat elf hunner nis gevolg van den wedstrijd een hart.eie roting hadden, welke echter bleek van voorbijgaan- den aard te zijn V'cogens Jlens "hen bezaten de overige 58 deelnemer? '~eds voor den wedstrijd een vergroot art met sterken polsring, cus een 2g. porthart. De snelsten behoorden tot leze categorieoverigens vertoonden ook de meeste dezer sporharten nog eenige uitzetting. Zuntz en Schumburg onderzochten het hart van jongelui ^studenten) na het afleggen van een marsch van on geveer 25 K.M. met volledige militaire bepakking. In 89 zorgvuldig onder zochte gevallen kon bij 64 deelnemers (of 72 pÖt.) hartuitzetting worden aan getoond, speciaal van de rechter harl- helffc (dezo harthelft is dunner van wand dan de linker). In bijna allo ge vallen was de vergrooting na eenigo uren of uiterlijk den volgenden dag geheel geweken. Schott te Nauheim liet twee gezon de krachtige mannen zoo lang met el kander worstelen tot de eerste teeke nen van ademnood optraden. Bij on derzoek vond hij bij beide mannen hartvergrooting. zoowel naar links als rechts ongeveer 1 tot 2 c.M. Profes sor Schmidt, aan wien ik de verschil lende gegevens heb ontleend, voegt er aan toe: „Al is deze ook van voorbij- gaanden aard, toch zal herhaald en regelmatig in het leven roepen van zulks storingen in de hartwerkiug door zware krachtoefeningen zeer ze ker er toe bijdragen, de hartspier blij vend te beschadigen". T ib een artikel van den Noorschen correspondent van de N. R. Ct., reeds geruimen tijd geleden gepubliceerd (ochtendblad 21 Januari 1920), i3 mij gebleken, dat ook de skiloopers, die aan de jaarlijks bij Holmenkollen te houden wedstrijden over 60 K.M. deel- emen, voor en na den loop medisch worden onderzocht. De uitkomsten zijn nog al verschillend van die door tprof. Henschen gevonden. Te Holmen kollen vond men slechts bij 8 a 10 van de 226 onderzochte deelnemers tijde lijke hartvergrooting. Bij onderzoek van 361 skiloopers vond men een sport hart bij 50 man, dat is dus een geheel andere verhouding dan Henschen con stateerde, nl. 26 van de 37. Dr. L. Dedichem heeft het mate riaal van 't onderzoek bewerkt en de resultaten voorgelegd aan het genees kundig congres, dat in 1919 in Kopen hagen is gehouden, alsmede aan het medisch genootschap in Christiania. Het rapport vermeldt onder vele an dere belangrijke conclusies, dat iu geen enkel geval het geneeskundig on derzoek er toe beeft geleid iemand van de in de laatste zes jaar opgeko men concurrenten voor den 50 K.M. wedstrijd op grond van dit onderzoek af te wijzen en voorts dat zich bij nie mand der deelnemers verschijnselen hebben voorgedaan, dio het waar schijnlijk maken, dat de 60 K.M. wed strijd een blijvenden schadelijken in vloed op hun gezondheid heeft gehad. Voor bet wedstrijdwezen mogen der gelijke onderzoekingen beteekenis heb ben, voor de lichamelijke opvoeding het algemeen hebben zij m.i. wei j waarde. Voor wedstrijden melden zich slechts diegenen aan, welke zich krachtig genoeg voelen om de ge vraagde prestatie te verlichten, dus de gezonden met groot uithoudings vermogen. Het iB evenwel van veel meer belang om te weten boe meisjes en jongens van verschillende leeftij den en ook volwassenen reageeren op geregelde beoefening van verschillen de soorten van lichaamsoefeningen cn takken van sport. De waarnemingen moeten, om er bepaalde conclusies uit te kunnen trekken, over een zoo groot mogelijk aantal personen loopeu. Daartoe is noodig een organisatie, die over het geheele land de waarnemin gen volgens vaste methoden laat ver richten en het aldus verkregen ma teriaal verwerkt en rangschikt. Langs dezen weg zouden wij inzicht moeten krijgen in den invloed van sehoolgyui- nastiek naar verschillende methoden, vereenigingsturnen, marschoefenin- gen, roeien, voetballen, worstelen, enz. enz. Een Rijks centraal instituut voor lichamelijke opvoeding zou het. aange wezen lichaam zijn voor de leiding en verwerking van dergelijke onderzoe kingen, waartoe een bekwaam medi- cus-physioloog aan een dergelijke in richting behoort verbonden te zijn. H. L. WARNIER. EEN REDE VAN DEN DUITSCHEN RIJKSKANSELIER OVER OE OORLOCSSCHATTING EN ANDERE QUAESTIES, De verhouding tusschen Frankrijk en Engeland beheeredht voor een belangrijk deel do huidige vraagstukken der wereld politiek. Onder het regime Briamd -— zoo schrijft de Fransche journalist Gau- vain leefden wij met onze buren Er zijn telegrammen gewisseld tusschen Lloyd George en Poinoaré, die het lezen wel waard zijn. Poincaré seinde aan Lloyd George, dat hjj uit naam van de Fransche re geering de verzekering wensclite te her halen, welke hij reeds persoonlijk op an de overzijde als een „fauzT ména- Zaterdag j.l. aan Lloyd George had ge- ge", waarin ruzie en verzoening geven, namelijk dat Frankrijk zeer voortdurend afwisselden de ver- gaarne op de meest hartelijke wijze dc zoenuig echter steeds ten koste van besprekingen met Groot-Brmanaié Frankrijk bereikt werd Ate de eene!over de nog onopgeloste kwesties zal echtgenoot maar bemerkt dat de au-hervatten. der zich maar gerespecteerd wil zien, zal het wel beter gaan, is Gauvain'6 redeneering. Wat nu het fond van de zaak aan gaat: het baas spelen door Lloyd George, daarvan kan niets komen De Èngelsclie premier zou wel graag het diplomatiek opp&rbeve! van Euro pa willen aanvaarden; de meeste En- golschen zouden dat prachtig vinden cn tot de Franschen zeggen: „Wij bon den zóóveel van jullie laai ons nu maar verder voor jullie geluk zorgen, en jo belangen behartigen". Maar hiervoor bedankt Gauvain stichtelijk en zijn afwijzing klinkt als het „Mer ci, Merci, Merci" van Cyrano de Ber gerac. Wij willen ons graag aanpas sen aaai vreemde zeden en de vreem delingen waardeeren gewoonlijk onze gezelligheid, zegt hij maar: wij houden vast aan het eigen karakter. Parijs is een euccursaal noch van Londen, noch van New Vork. Lloyd George weet beter dan wie ook, na welke moeilijkheden men er in t9l8 eindelijk in geslaagd eenheid van opperbevel er door te krijgen, en aan welke beperkingen dit gebonden was. Hij weet ook, gaai Gauvain dan stekelig voort, dat ver schillende Britsdie inspiraties tijdens den oorlog niet gelukkig waren dat de Dardanellen-gescbiedenie heillooze resultaten leidde. Hij zal dan ook wel niet. verbaasd staan, dat Frankrijk niemand erkent ale diplomatiek generalissimus Al zal hij in Poincaré den meest loyalen en vrieöQschappelijken pare lt er vinden. Tenslotte bespreekt Gauvain in dit verband de zoo hoogst belangrijke kwestie of Frankrijk naai" Genua zal gaan, waarin nu beslist moet worden, daar de uitnoodiging van Bon om i te Parijs is aangekomen.De „Humanité" had al nadrukkelijk gezegd, dat dit niet het geval zal zijn. Thans merkt het „Journal dee Débats" op, dat Lloyd George schijnt te denken, dat Frankrijk gebonden is door de toe stemming van Briand. Maar daarin vergist do Engeische premier zich, constateert het blad. En in elk geval staat het niet aan een vreemden mi nister, zoo wordt da® op biteen toon vervolgd, om uit te maken, of een Fransche regeering gebonden is door het woord van een gedesavoueerd :ii Fransöhen minister. Dit is n.l. een constitutioneel® kwestie, welke alleen de Fransche regeering bevoegd is te beslissen. Lloyd George hoeft niet hat recht te zeggen, dat Frankrijk gebon den is- Te Londen teruggekeerd, zal hij wel eens rustig nadenken over de werking van constitutioneele stelsels en dan zal hij inzien, dat zijn geheele combinatie van voren uf aan in el kaar moet worden gezet. Poincaré verklaarde te hopen, dat het wederrijdsche vertrouwen eou leiden tot een oplossing, welke voor beider belangen zoo gunstig mogelijk zou zijn. Ook vertrouwde hij, dat dc beide mogendheden zouden samenwerken voor de handhaving van den vrede in Europa en de uitvoering van het door hen onderleekende vredesverdrag, als mede voor de betaling der schadeloos stelling voor dc verwoestingen, welke dc inval der Duitschers heeft te weeg gebracht. In zijn antwoord zeide Lloyd George o.m. „Wij beschouwden de veiligheid van Frankrijk's gebied tegen een Duit- schen aanval, de betaling van de scha deloosstelling aan Frankrijk en de handhaving der bepalingen van het ver drag van Versailles, als van gemeen schappelijk belang voor de Fransche en Briische volken, welk belang zij ge zamenlijk moeten verdedigen. Evenals gij wenschen wij de nog han gende vraagstukken zoodanig op te los sen, dat mets de goede verstandhou ding tusschen onze volken zal kunnen verstoren, en zoodoende de kameraad schap van den oorlog voort te zetten met de hoogere taak de Europeesche volken te zamen te brengen in een overeenkomst, welke een rechtvaardi-, gen en blijvenden vrede zal verzekc- Naa.r de sociaal-democratische „Parlementsdienst" mededeelt,isdoor dc Duitsche regeering aan de verschil lende betrekken departementen reeds dc uitwerking opgedragen van een nota, waarin op de voorwaarden der commissie van herstel antwoord ge geven zal worden over de Duitscho schadeloosstelling. Het te te verwachten, dat de grond slagen van deze nota reed-s lieden, Woensdag, aan do commissie vooP buiten Lantteohe zaken zullen worden voorgelegd. In parlemntaire kringen verwacht men, dat ter dekking van de verplichtingen een binnen- of bui tenlandsche leening noodzakelijk zal zijn, voor de dekking en rentebetaling waarvan men van socialistische rijde de industrie gedwongen wil laten bij dragen. Reeds te Cannes heeft de Duitscho deigatie er geen twijfel aan laten be slaan, dat Duitschland niet in staat zal zijn, dit jaar elke tien dagen 31 miUioea gouden marken te betalen, De nawerking van den goeden indruk dien de Duitedhe delegatie te Cannes heeft achtergelaten en speciaal de in vloed van dc rede van Rathenau, ver wacht men eerst op d« conferentie te Genua te zullen gevoelen. Ook voor deze conferentie zijn te Cannes met de Duitscho delegatie voorbesprekin gen gehouden. Er werd een gedacli- tonwieseling gehouden 6ver de vraag hoe men zich den opbouw van de oos telijke randstaten denkt. De moeilijkheden bij de opstelling van het antwoord op de voorwaarden der commissie van herstel liggen hierin, dat men van Duitschland va-v te opgaven wonscht omtrent hetgeen het in staat is te betalen. Natuurlijk zullen dergelijke opgaven slechts in beperkten omvang mogelijk zijn, te meer, daar de veranderingen in den ecnonomischen toestamd niet van voren te overzien zijn en speciaal niet vooruit te zeggen te, lioe de Duitsche productie en verkoop bij een voortge zette vermindering van de levensmid delentoeslagen en de daardoor steeos 6tijgeDde verbooging der bedrijfskos ten van de industrie er uit zullen zien. Desniettegenstaande heenscht. naar de „Lokal Anz." verneemt, in de Wilhelmsirasse een tamelijk opti mistische stemming en is men over tuig] dat men in staat zal rijn een bevredigend antwoord te geven. Voor- Joopig is het zaak de tegenover el kaar staande menigen in den boezem van het Rijkskabiuet te overbruggen. Voor het program, dut voor de con ferentie te Genua moet worden opge steld, heeft men nog twee maanden den tijd en men te eerst aan de uit werking van dit program toe ate het antwoord op de voorwaarden van de commissie van borstel is geformu leerd. Mot dit doel zuilen die" minis terieels besprekingen in de eerstko mende dagen worden voortgezet. In de kabinetezitting zal de rijkeregee- ring zich met de uitnoodiging voor Genua bezighouden. Het is nog niet bekend, wie als ver tegenwoordiger van Duitschland aan de conferentie zal deelnemen. In de Dinsdagmiddag gehouden zit ting van den partijdag van de Cen trumpartij heeft tie Duitscho rijkskanselier, dr. Wlrth, een rede ge houden, waarin hij o.a. zeide „Woensdag zal de Rijksdagoommis- sie voor de buitenlandsche aangelegen heden bijeenkomen cn binnen enkele dagen zal ook de Rijksdag te zamen komen om zich met den buiten- en bin- nenlandschen toestand bezig te hou den. Ik acht het daarom, beter, op het oogenblik nog niet de lijnen van het door ons te volgen program u zetten. De taak, welke ons in de ko mende dagen te wachten staat, zal zijn onze houding te bepalen ten aanzien van de te Cannes genomen besluiten, terwijl wij voorts onze houding tegen over den internationalen toestand niet de meeste zorgvuldigheid moet palen." „Onze christelijke wereldbeschouwing - vervolgde de rijkskanselier maakt het ons tot een zedelijken plicht, ook al gaan wij op het oogenblik onder groote zorgen gebukt, geen oogenblik de handen in den schoot la ten rusten. Nooit mag de Centrum partij om partij-oogmerken zich aan de algemeene verantwoordelijkheid ont trekken. Men heeft ons het verwijt gemaakt, hoe wij het Londensche ultimatum toch hebben kunnen onderteekenen en zoo doende beloften konden geven, welker vervuilig onmogelijk was. Reeds bij het aannemen van het ultimatum heb ik te kennen gegeven, dat van de econo mische gevolgen van dit ultimatum onze tegenstanders het meest te lijden zouden hebben. Ook op het oogenblik kunnen wij de aanneming van het ulti matum nog steeds niet ais een fout beschouwen, ook, omdat de toestand an de geheele wereld destijds alleen uit een politiek en niet uit een economisch oogpunt werd beschouwd." „Ik heb reden aan te nemen aldus rijkskanselier dat men aan de andere zijde zich van het goud, dat door onze milliarden-betalingen over de grenzen zou vloeien, niet goed reken schap heeft gegeven. Op het oogen blik heeft men echter geleerd wat het zeggen wil, milliarden in goud te ont vangen. Wij moeten de door ons in het afgeloopcn jaar ingeslagen politiek :n. Echter moeten wij de we reld wel vragen, welke doeleinden zij zich heeft gesteld. Is de groote cata strofe, welke door den wereldoorlog over het menschdom isg ebracht, weer goedgemaakt, doordat jnen één volk uitknijpt gelijk een citroen? De ge schiedenis heeft geleerd, dat een dus danige politiek de geheele wereld schade doet. •erminderde koopkracht van het Duitsche volk zal wellicht tot een we reldbankroet aanleiding kunnen geven. Ook Amerika kan door de tot nu toe gevolgde wijze zijn binnenlandschen economïschen toestand niet verbeteren. Do gedachte der economische solida- teit moet tot alle volken der wereld doordringen; dan eerst zal het econo misch herstel in goede banen zijn ge leid. In het verdere verloop van zijn rede roerde dr. Wirth ook de partijcoalitie aan. Volgens zijn oordeel zou een re geering op een breeder basis dan nu het geval is, niet spoedig tot heengaan genoodzaakt kunnen worden. Voorts achtte de rijkskanselier het ■oornaaniste probleem, n.l. hoe de ver- chillciide volken met betrekking tot 'de schadevergoeding tegenover elk ander zullen staan, nog onopgelost. Dit vraagstuk zal volgens hem eerst op gelost weiden, als Amerika zoowel in economisch als in financieel opzicht geneigd zal zijn, zich vqor Europa te interesseeren. Op het oogenblik ging dr. Wirth voort, moet Duitschland toonen, het 't land ernst is, ziju financiën in orde U- brenger Het Centrum kan daarom medewerken tot een compro mis inzake het be'astingvraagstuk. Wanneer het onmogelijk blijkt een dus danig compromis tot stand te doen ko men, zal de binnenlandsche politiek van de regeering op een fiasco uitloopen. Wanneer het de regeering niet moge lijk is, de hangende vraagstukken, te zamen met de partijen, die biijk hebben gegeven van haar goeden wil, op te los- blijft er mets anders over dan da: zij in een voltallige zitting van den Rijksdag ten val wordt gebracht. Wanneer er lieden zouden worden vonden eindigde de rijkskanselier die bereid zouden zijn onze verantwoor delijkheid over te nemen en die meer zouden presteeren dan de Centrum partij, dan zou voor deze partij de tijd zijn gekomen om wat te gaan uitrusten. In een slotwoord verklaarde dr. Posch, dat uit het resultaat der gevoer de besprekingen is gebleken dat de par tij volkomen met de politiek van den rijkskanselier accoord gaat. Id een ander telegram wordt gemeld, dat het Centrum en de meerderheids socialisten het eens geworden zijn de belasting-ontwerpen. De fracties moeten daaraan evenwel nog hun goedkeuring hechten. V*rsproid nieuws AMERIKA EN HET VERRE OOSTEN. Reuter seint ons uit Washington: De conferentie-commissie voor het Verre Oosten besloot de beraadslaging over de door Japan aan China gestelde 21 eischcn uit te stellen totdat het ge schil omtrent Shantung is beslecht. De commissie nam de Chinecsche douane overeenkomst aan, en ging vervolgens over tot de beraadslaging over de poli tiek der „open deur" deze zal heden. Dinsdag, worden voortgezet, ten einde tot beter begrip te geraken van wat onder „open deur" verstaan wordt. Naar gemeld wordt zou Hughes alle in vloedssferen in China tot het verledene willen doen behooren, als een van de voornaamste voorwaarden voor de open deur. De Britsche delegatie moet z:ch ten gunste van de algemeene beginselen daarvan hebben uitgelaten, en ook an dere delegaties verklaard hebben, voor deze beginselen te zijn. In een uiteen zetting van America's politiek zeide Hughes dat het doel der Amenkaansche regeering is noch deel te nemen aan, noch mede te gaan met een regeling die zou kunnen strekken om ter begunsti ging van buitenlandsche belangen su perieure rechten te vestigen ten aanzien van dc commercicele en economische ontwikkeling in de betrokken Chinee- sche streken, of rechten waardoor zulk een monopolie of voorrecht geschapen zou kunnen worden dat daardoor andere landen belet zou worden aldaar wetti gen handel of nijverheid te drijven. Een amuniqué omtrent deSinojapansche ferentie zegt dat overeenstemming is bereikt inzake de bestuursoverdracht van het vroegere pachtgebied Kiaui- sjau cn dat ook de kwestie dei wijnen werd besproken. MAARSCHALK PéTAIN. Naar verluidt, zou Maarschalk Pétain be noemd worden tot secretaris aan het Miniserie van Oorlog in Frankrijk. DE CONFERENTIE TE CENUA. Er wordt verwacht dat wel 1000 ge delegeerden aan deze oonferentie zullen deelnemen. Talrijke regeeiingen hebben reeds hun deelneming toegezegd. Verzekerd wordt, dat Poincaré het voornemen heeft zelf naar Genua te gaan. Uit Berlijn wordt gemeld: Do uit noodiging voor de conferentie in Ge nua werd aan de Duitsche regeering door den Italiaanschen gezant te Berlijn overhandigd. Als aanvangs datum wordt 8 Maart genoemd. De Duitsaho regeering wordt veraocht. de namen der gedelegeerden en ande re personen, die meegaan, mede te deelen. Volgens de bij de uitnoodiging ge voegde beslissing van de conferentie in Cannes betreffende do conferentie iii Genua worden behalve Duitecliland ook Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije en Rusland uitdrukkelijk tot deelne ming nitgenoodigd. D« uitnoodiging komt voor de Duit- echo pars niet als een verrassing. Vastgesteld wordt slechts dat Duitsch land voor dc eerste maal na den oor log ate gelijkgerechtigde bij de onder handelingen op een internationale conferentie wordt beschouwd. De „Deutsche Allgemeine Zeïtun-g" be schouwt dit feit als een bijzonder op timisme. DE RIJNLANDCOMMISSIE EN HET SCHOOLTOEZICHT. De mededeeling van de intergeal- lieerde Rijnlandcommissie, dat zij van plan is eon oornitó te benoemen tot het oefenen van toezicht op het onderwijs in hot bezette gebied, heeft onder de bevolking van het Rijnland groote opwinding veroor zaakt, waaraan in de pers ook op krachtige wijze uitdrukking is ver- leend. Het schijnt n, dat de Rijnland- commissie zelf begrepen heeft verder te zijn gegaan dan noodig en ge- wenscht is. Zij heeft thans, in den vorm van een dementi der onjuiste courantenberichten, doen weten, dat zij geen controle zal laten uitoefenen op het onderwijs door een permanent comité. Zij benoemde alleen maar en- kele_ heeren, die constateeren moeten of do mededeelingen, de Rijnland- commissie gedaan omtrent onderwijs „dat strijdig is met het handhaven van den vrede", waardoor de veilig heid der bezettingstroepen bedreigd kan worden, juist zijn. SLOOPINC VAN DUITSCHE VESTINGEN. Heden, Woensdag, zal bij den Rijks- ig een wetsontwerp worden ingediend tot slooping van de vestingen Keulen, Coblenz, Maiuz, Wezel cn van alle an dere vestingen aan den Boven-Rijn en op den rechter-Rijnoever, alsmede van de kunstmatige vestingen. De Entente heeft uitdrukkelijk het verlangen te kennen gegeven, dat een dergelijk wets ontwerp door den Rijksdag zal worden aangenomen. DREICENOE K ABIN ETSCRISI9 IN OOSTENRIJK. Uit Weenen wordt in verband mei de oppositie der Groot-Duitsche partij gesneld, dat het verdrag van Lane waarschijnlijk door de Christelijk-eo- ciale en sociaaldemocratische meer- derheid zal worden goedgekeurd. DE EEUWIGE WET Vrijdag wordt door de N.V. Het Schouwtoo- neel, directie Adr. van der Horst en Jan Musch in den Stadsschouwburg, een reprise gegeven van De Eeuwige Wet (The Law Divine) een spel uit hel Engebch gezinsleven in 1917 door H. Esmond. Dit stuk werd onder den titel The Law Divine te Londen in het Duke of Yorks Theatre -188 maal ver toond, door de N.V. Het Schouwtoo- neel twee jaar geleden ook te Haar lem, maar kon wegens ongunrtigo ■tijdsomstandigiieden (tooneetepeJer»- staking), niettegenstaande het groot* succes, toen slechts enkele keere» worden vertoond, zoodat een reprise an dit stuk wel gewettigd is. R.-K. KERK. Z. D. H. de Bisschop in Haarlem hooft benoemd tot aecretu- s van het Bisdom Haarlem, den Zeer- irw. Heer Th. W. Pichot. FAILLISSEMENTEN. In staat van faillissement werd ver< klaard: E. de Rovers, koopman, drijvende een eleetrotechmsch bureau, wonende te Haar lem, Jansstraat. Rechter-commissaris Mr. A. Madame Ponk Opgeheven werden de faillissementen ut: 1. A. J. van Velthovcn, huis ei deco ratieschilder, wonende te lJmublen. uit gesproken bij vonnis dezer -techtbank dd. 27 December 1921. 2. J. Engbcrts. wonende to Zaandam, uitgesproken bjj vonnis dezer Rechtbank dd. 29 December 1921. 3. M. J. van der Waals, koopman, wo nende te Haarlem, Bnrtenburgerlnau 21, uitgesproken by vonnis dezer Rechtbank dd. 23 September 1921. 4. H. Amand, koopman, woner.de te Haarlem, nitgesjtroken bij vonnis dezer Rechtbank dd. 27 December 1921. Donderdag, 12 Januari jl. v- rd vernie tigd het vonnis tot faillietverklaring van J. Jacobs, woneudo to Haarlem, Emma- straat 24, aitgesproken by vonnis dezer Rechtbank dd. 10 Januari 1922. üii de (Jrasireker; BEVERWIJK. Tegen S. is proces verbaal opgemaakt wegeus het rijden zon der licht op een motorfiets, het rjjden zon der nummer en het niet halt houden op eerste aanzegging der politie. IJMUIDEN. Het politierapport maakt melding van 2 ordeverstoringen: Eeu Katweker --seller maakte kabaal op het station en moost daarom mee naar t Willemsplein; in een café in de Amstel- straat was oen vechtlustige, niet zoo vechtlustig echter dut by de politie af wachtte. ZANDVOORT Een jongen vond, eenige voeten onder het duinzand ver borgen, een couvert met een waren 't normale tijden niet onaanzien lijk kapitaaltje aan buitenlandsche waarden. Een 6om van 30.000 marken! Ook voor dezen tijd lset vinden waard! Feuilleton De Avonturen van Barnabas naar bet Engelsch van JEFFERY FARNOL (geautoriseerde vertaling, nadruk etreng verboden). Etn oogenblik was Barnabas als 't ware versuft door deze plotselinge ge beurtenissen, toen bultte hij zien om hoed en stok op te rapen ein zag dat hij rich in een smal vuil straatje, of liever steegje bevond. In dit steegje kwam een man aanloopen, heel kalm en op zijn gemak, want al loopende scheen luj in een klein boekje te lezen Het was een klein breedgeschouderd mannetje met een vriendelijk gezicht, eenvoudig eekieed, met een breedec- rande hoed on het hoofd, waarvan de bo' hooger was dan men gewoonlijk zag; hij bad een merkwaardig dikken Btok onder den arm. maar verder zag hii er in alle opzichten heel gewoon uit: zooals hii daar met rijn bock'e in de hand liep zou hii een ofvandere kleine winkelier hebben kunnen zijn, die bezig w.u zijn winst- en verliesrekc mn* ie In-studceren Toen liii bii Barnabas aangeland was. stond hij stil. deed' z'n boekje dicht, tikte aan den rand van zijn hoed en keek naar Barnabas of juis ter uitgedrukt, naar den derden lin- kerknoop van rijn jas. „Iets gesto'en, meneert" vrooe hij vol verwachting. „Neen," antwoordde Barnabas, „neen, ik geloof van niet." ,.0. dus dan wilt u zeker peen aan klacht tegen hem indienen, meneer?" „Neene>n bovendien zijn ze ont snapt." „Ontsnapt? Geen sprake van, me neer, 7.a z.iin jjJleen maai" weggeloo- p«n ik ken ze altijd te pakke krijgen ik heb ze wel in do gaten gehad. En ik ken ze, meneer, of 't me eige kimlers waren. Het waren Dick de Zanger, Jaap de Danser en Bonte Fa- gan twee zakkenrollers en een dief." „Zoo?" zei Barnabas, die het vrien delijke mannetje niet al te zeer ver trouwde. „Jewel, meneer. Dick de'Zanger heb u een opstopper gege ven een pracht van een opstopper, meneer nooit zooiets gezien, 't Is een zootje, vooral die Dick de Zanger, en het was gelukkig voor u, dat ik net deze kant uitkwam." „Wat Wiit u daarmee zeggen.... vroeg Barnabas, terwijl hii het man- notje aan-1narde, „wou u me lieusch wijsmaken, dat ze zoo hard weggehold' rijn omdat u er aan kwam V' „Nou er was niemand anders, meneer, zoover as ik weet," zei de man, terwij1 hii glimlachend het hoofd schudde. ..De lui motten niks van me hebben in deze buurt en die drie nou, 't is een zootje, maar Dick de Zanger is de ergste die zal den een of anderen dag nog wel eens met den strop kennis maken." „Bedoelt u dat hij „Dc bedoel, dat hij aan de galg zou komen opgehangen zou worden, meneer," antwoordde het mannetje, die voortdurend in de steeg om zich heen keek. „Je ziet het an z'n ge zicht 'k heb nog nooit zoo'n veelbe lovend facie gezien, en ik heb Dick de zanger hier in m'n boekje staan, met nog een hoop andere, veelbelovende jongelui." „Maar waarom in uw boekje „Ooh, ziet u. ik houd een lijstje van allerlei kerels, misdadigers, „strop- klanten" zou ie ze kunnen noemen" het mannetje hield rijn hoofd scheef, rolde met de oogen en stek ziin tong zoover mogelijk uit. Even later had hii weer ziin gewone, kalme uiterlijk. „O. u bedoelt die opgehangen zullen worden?" zei Barnabas. „Juist, meneer, zeker. En Ik loop hier geregebl rond, om eon oogje te houden op m'n strop-klantjes. Dr stel een soort van vaderlijk belang in die lui. Sommige menschen verzamelen boeken en sommigen verzamelen boeken en oude munten maar ik verzamel strop-ktanten namen en gezichten. De gezichten bewaar ik hier en hii tikte op zijn voorhoofd, „de namen heb ik hier" en hij tikte op het boekje. Het is m'n vak, ziet u. en hoewel er wel betere vak- •ken zijn er zijn d'r wel slechter ook en dat is tenminste een troost 1" „En wat is uw vak dan wel 1" infor meerde Barnabas, terwijl se samen hei steegje doorliepen „Ziet u, meneer, ik ben wat ze noe men een stille maar ik ben nog wat meer ook." „Wat bedoelt u eigenlijk?" zei Bar nabas. De man glimlachte en haalde een insigne uit zijn zak. „Ozei Barnabas „een recher cheur!" „En ik heet Shrig. meneer, Jasper Shrig, u hebt mijn naam natuurlijk al eerder gehoord." „Neen!" zei Barnabas. Shrig deed verbaasd en zuchtte. „Hij is anders tamelijk bekend in Londen, meneer, maar ik moet wel zeggen, dat het geen mooie naam is. Ja ik ken wel mooiere namen maar er ziin toch ook weer leeHjkere. en dat is toch een troost. En, zooals ik al zei. is het tamelijk bekend. „Hoe dat zool" ..Z»iet u, meneer, sommige voelen meer voor een deel Van het vak, en sommigen weer voor een ander deel on mijn liefhebberil is r£.»orden." „Moorden?" zei Barnahas verbaasd. „Met een hoofdletter M, meneer. Er rijn door mij meer moordenaars gepakt, en opgehangen don door een van de andere lui in Londen, het is een soort van natuurlijke gave van me. Ziet u, ik verzamel ze al voor het misdrijf plaats vindt, om zoo te zeggen. Ik ruik ze, voel ze. proef ze het is lieusch een gave. „Maar hoe dan Wat bedoeR u er eigenlijk mee?" „Be loop biivoorf>eeld op straat en kijk naar ieder gesticht dat ik tegen kom. Opeens krijg ik een man of een vrouw in de gaten met een veelbelo vende facie, zooals ik dat noem. en op de een of andere manier probeer ik er <l«n achter te komen, hoe die persoon heet e:i dan schrijf ik die naam in mijn kleine boekje, begrijpt u „Maar", zei Barnabas, „het rijn toch zeker niet allemaal moorde naars?" „Och nee. meneer dat kun je ook niet verwachten ziet u sommigen verdwijnen, en sommigen gaan dood. maar in de meeste gevallen zijn het toch echte stropklamies en al» ik nwji lang genoeg wacht, komen ze nog wel eens aan de galg." „En is u a'tiid aan 't loeren op zul ke gezichten?" „Ja, meneer, tenminste als ik geel geval om handen heb. Ieder mensen moet toch een liefhebberij hebben voor afleiding, en dat is nu de mime. Er gaat nauwelijks een dag voorbij, dai ik er niet een of twee zie. Ik noem ze mijn kinders en het is een groot, en zeer gemengd gezelschap 1 Arm en rijk, mannen cn vrouwen lieden die in koetsen rijden, en menschen die in dc goot alapc-n. O. als u eens in mijn boekje kon lezen dan zou 11 er namen zien waarover u verbaasd zou staan. Vanochtend heb ik nog een paar van hen eens opgezocht. Ja u zoudt verbaasd zijn als u eens in mijn (boekje kon kijken." „Ik zou het graag doen." zei Barna bas. terwijl hii het kleine, half ver sleten boekje met nieuwe belang stelling bekeek. Maar Shrig knipte even met zijn groote, onschuldige oogen. liet het boekje in zijn zak giirJen, en sloeg plotseline een hoek om. in een ander steegje, nog smaller dan het eerste en zoo mogelijk nog vuiler. „Waar gaan wc heen?' vroeg Bar nabas. want Shrig. die er eerst zoo be zadigd en onverschillig uitzag, zag er plotseling uit als iemand die op z.ijn hoede is. en hii scheen naar verre ge luiden te luisteren. Waar paan we naar tooi" vroeg B.-rnabas weer. „Gaat u maar mee. meneer, en ik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5