Buiteniandsch Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
D1NS0AG 14 FEBRUARI 1932 TWEECE BLAD
Brieven uit Zand voort.
ONZE DUINKO^ilJNTJES.
Bij b in den Hout en in uwe mooie
plantsoenen rullen do vogels het in dezon
harden winter wel zwaar te verduren
hebben.
Bij ona in de duinen, dio de vorat steen
hard heeft gemetseld, en waar do sneeuw
het toch al zoo achaarscho voedsol onbe
reikbaar maakt, lyilcn do konijnen yso-
Ijjk gebrek.
Nu hebben do konijnen het ongeluk om,
net als de muizen, zich in niemands sym
pathie te verheugen. Geen menscli stookt
er een hand voor uit, deukt er ook zelfa
maar een oogeublik aau om hen in den
nood to hulp te komeu. Ik weet wel, aat
er eunige menschon bestaan, dio zich des
romers met andero raken bezig houden
en des winters „jager" zijn, koren en tar
we voereD aan het wild, dut hun later
ten prooi zou vallen, als er niot sommige
kleine rekeltjes waren, dio door hun over-
brutaal optreden deze rekening tot oen
misrekening maakten. Muar dio grnan-
verstrekkiug wordt niet gepleegd om do
konijnen in het lovon to behouden zoo
lang als hot hun bolioft. Het tegendeel
is waar. Zij worden geljjk do fazanten
wior verpleging nu eenmaal yiet lucra
tief schijnt to kunnen zijn gevoed tot
san hun wat ik nu manr ral noemen
meerderjarigheid en vervallen dan ander
maal in gebrek. Ja, wat orgcr iu, van hun
nood wordt door velen gebruik gemoakt,
om ze to bemachtigen. In den zomer, als
de duinflora welig bloeit, en het konijn
tot voedsel dient, komt het rappo diertje
niet zoo gauw midden uit de duiiicn weg,
waar het zich in uitbundigen getale op
houdt, Maar des winters, als do honger
nijpt, gaat het er op uit om voedsel te
zoeken en kunt ge, reizend met do t.rani
naar Zandvoort, or wol zion springen in
do hoesterkwcokorijeii en op do weiden
by do Loidschovaart. Ook krijgen do be
woners van de ZandyoortBcho Laan, ja
zelfs die van do boulovnrda vaak in hun
tuintjes bezoek van de hongerige gasten,
dio er zich to goed cloon aan do kool en
de spruitjes, dio daar bezig zijn aan de
vorst hunuo qualitoit to onbloonon. Ik heb
wol gehoord van tuinbezitters, dio do aan
trekkelijkheid van hun erf vorgrooton,
door er stronken en ander keukenafval to
dopoueeren. Maar ik heb altijd hooren
betwijfelen, of hier wol dieroiiniin iu het
spel was. Vaak ligt onder hot afval een
sprenkel verscholen, die, net als onze bon.
gerigo bruinjas denkt rich nu eens flink
te good to doen, mot een klik openspringt
en hem bij do poot grijpt. Eens hoeft ïuo
zelfs de eigenaar van een duintuintje be
kend, dat hjj halve nachten op bloof om
op hot klikken van zijn sprenkels to wach
ten maar ik verraad u niot of hot een
bewoner was van oon der huisjos aan de
Zandvoortseho Laau dan wel van oon
villa aan don boulevard.
lntusschen worden de gelederen iljr ko
nijnen niot zeor kovig gedund door deze
op kleine Behaal bodrovon vorschalkerij.
En, hoewol spoor on tram nog altijd
slachtoffors maken onder do knagortjes,
dio blijkbaar nooit leoren inzien, dat do
een locomotiof
oon motorwagen niet
Voorlichten
schijnwerpers
bestemd zijn om aan te lokkon, tolt toch
het aantal dor alduB om hot levon geko
men snolvootertjes nauwolyks méde. Man
hooft my wel eens verteld, dat sommige
wagenvoerdors er op uitgerekend zjjn urn
op bopaaldo punten plotseling het zoek
licht te laten werken en dan oven later,
Waar het verboden ia op andere dan «laar
voor aangewezen plaatsen to stoppon,
een „mankement" krijgen, dat hen in
staat Btelt even do machine to verlaten
om een onthoofd lid vun de familie der
Kodentia buit to makeu. Manr dat go-
,loof ik niet. En stellig worden do moes
te slachtoffers, die do eloetrischo maakt
onder do orde der knaagdieren, door an
deren opgeraapt, dio hoel toevallig dien
kant eens zyn uitgekomen.
Neen, als hot alloen aan do tuintjes lag
en aan spoor en tram, dan zouden do ko
nijnen beslist ann overbevolking lyden.
Maar zy hebben ernstiger vijanden.
En dat zjjn nog niet eens dc beuren der
jachtgronden, waaraan ouzo ku6t nog
maar al te rijk is. O ja, dezen orgauisee-
reu wol een een enkele maal oen drjjf-
jacht en dan sneven er honderden konijn
tjes, die hun weg naar de poeliers vinden.
Maar het konijn is nu eenmaal geon cdol
wild cn vermag slechts xeldon do jacht
instincten der grooto grondbezitters
wakker to roepen. En zoo geliefd is zyn
vleesch ook niet, dat do jachtopzieners er
de tafcis van bunno heeren vykelylc van
voorzien.
Noen, de groolo vijand van het konijn
is de stroopor.
Eu stroopen hot zit den moesten
Znndvoortors zoo goed in het bloed als
het jutten.
Alleen de justitie, die zich steeds scher
per tegen do strooperij te weer stolt,
slaagt cr in den strooplust te temperen.
Vroeger ging het nog. toen kwam je er
vaak met ecu kleine boeto af. Maar te
genwoordig geldt stroopeu als een ernstig
delict en de straf is do zonde veelal niot
waard.
lntusschen hebben allo kantonrechters
tezamen toch niet meer dan den stroop-
lust kunnen beperken. Wio zo nog hot
meest in toom hebben kunnen houden, dat
zijn do kleine Aardappeltelertjes, die de
beschikking hebben gekregen over een
stukje „land". Die waren er vroeger niet
vies van om zoo nu en dan eens een ko
nijntje te strikken, maar toen het er op
uitdraaide, dat ze er kans mede liepen
hun landje te verspelen, was bet gedaan.
En als ze nu misschien dan toch
nog eens een heel-enkele, 'n dood-enkele
maal een konijntje in den pot hebben,
du, dan is het een geschenk van een
„buurman", die bij nader onderzoek
steeds heel veraf blijkt te wonen.
Maar do strooplust, zij het dan ook wat
getemperd, is en blijft bestaan. Ik zeide
u al, dat hy den Zandvoorter in het bloed
zit. En nu moge men de kannibalen, wien
het menschencten in het bloed zat, tot
andere zeden hebben gebracht; men
moge den bewoners der Amsterdamsche
Jordanngracbten het palingtrekkon heb
ben afgeleerd, den Gooiers het bokkesnij-
den, den Groningers het eten van malle-
booucD, den Limburgers het schenken van
verkiezingsbier, den „mofhet zwijgen
on den Yankee het gummi-kauwen den
Zandvoorter leert men het stroopen
nooit af.
Niet, dat hjj zoo dol op konijnen is.
Want in de eerste plaats bemachtigt hy
er geregeld zooveel, dat zijn hnishouden,
al haddo het Turksche afmetingen, zo niet
aan zou kunnen. En in de tweede plaats
gevoelt hy veel meer voor een flink stuk
spek of een lekkere worst in den pot. Wat
hy er eigenlyk mede uitvoert, snap ik niet
recht. Want de poelier denkt er toch niet
ann is het welt om feitelijk als
hoeier dienst te doen. En do bravo bur
ger, by wien een stTooper zon aankloppen
om hem een lekker boutje te bezorg
zou hem ongetwijfeld direct by do poli
tie aangeven niet waar bravo burgert
Eu toch hy moet er ergens mede
lioeu. Nog dezer dagen vertelde mo een
jeugdig strooportjo, dat hy er li voor f 1
had gelaten. „Dat waren do velletjes al
leen waard," voegde hy er nan toe. Maar
hij was ook eerlijk genoeg oin er nog by
to zeggen, dat de diertjes dan ook „ake-.
lig mager" waroD. En ik kreeg een zeer
belangwekkend verhaal te hooren over de
geweldige magerte onder de konijnen.
„Zo cropeeren gewoon van den honger,"
vertelde me de jonge stroopor, die niet
do minste moeite deed om zyn beroep ge
heim te houden, althans met openhartig
heid verhalend, noe liy nog maar ecu panr
dagen geleden, hij het „dalven" wel
twaalf konijnen dood in hnnno holen had
gevonden.
„Dio zyn dan zeker niet veel waard?"
„Niks".
„Eu de velletjes?"
„Ook niks waard. Ze stinken."
De wijzen, waarop de strooper te werk
gaat, zyn vele. Een vorouJerde methode,
waarvan ik de beschrijving heb gehoord
uit don mond van een bejaard man, die
nog gnuifde bij do herinnering aau do
goede dagen van olim, was het vangen
met do valton. Je had ergens netjes in
den grond oen ton begraven. Daar paste
een wiobeldeksel op waarop een beetje
groen was vastgebonden. Hot door den
honger tot onvoorzichtigheid gedreven
konijn bogon aan to groen to smullen,
duikelde in den ton en kreeg gewoonlijk
al heol gauw gezelschap van een volgend
slachtoffer van het verleidelijke groen.
Meer in gebruik is nog do sprenkol
en ik weet zelfs een adres, waar je die
dingen koopen kunt. Voor hot geval
eenig politieman dit lozen mocht, beroep
ik mij al bij voorbaat op myn beroepsge
heim en ik leg er tevons de plochtigo ver
klaring by af, dat de sprenkelleverancier
my nooit tot klant zal krygen ik zou
het deloyale concurrentie achten tegen
over do stroopers, die my hun vertrou
wen hebben geschonken.
Zoo'n sprenkel is een ijzeren klem, die
netjes oniler den grond wordt gestopt op
het konynenpaadje, dat elke strooper
aanstonds ziet ook daar, waar geen boseh-
jo of struikgewas aanwezig is, waarin
met eenige aandacht een doorgang is te
vinden. Het konijn doet, over den spren
kel hippend, de verraderlijke val aan
stonds openslaan en wordt gegrepen en
vastgehouden. Gewooalyk vindt de s'roo-
per, als hy zyn sprenkels komt inspectee-
ren hy zet or oltjjd een aantal uit
zyn buit zieltogend en vaak ook reeds
bezweken.
Nog meer wordt gebruik gemaakt
den strik. Dit is een eindje heel dun ko
perdraad, staalkoperdraad is het aller
beste, beweren de kenners aan
oene uiteinde wordt een lus gemaakt,
waar het andero uiteinde wordt doorheen
gebaald. Als ik u nu college moec geven
iu de Btrikkenkunde, heb ik de strikken
eerst to verdoelen in de hangende od in
de staande. Do hangende wordt aan een
takjo vastgebonden en komt zoowat eeD
decimeter van den grond af to hangen.
Het konyn, zich van geen kwaad bewust,
loopt, op weg nsar zijn bol, waarvoor
do strik zeer listiglijk geplaatst i3, met
zyn kop in den strik. Het gevoelt zich ge
vangen, gaat wringen en rakken en
wurgt zich zelf.
De staando strik wordt met een touw
tje vastgemaakt aan een in den gr jad ge
stoken stokjo, dat ook ongeveer een de-
boven den grond uitsteekt, öofc
nu loopt hot konyn or met dei: kop
rukt en wringt en slaagt er vaak in
geheele stokje uit den grond te wringen.
Maar als het dan denkt in vrijheid te zijn,
vergist het zich. Want hot stokjo was
met een tweede touw bevestigd aan een
ander stuk hout, dat diep in den grond
gedreven werd. En nu pleegt het konyn in
zyn drlftigen angst eveneens zelfmoord,
daarbij schreiend en klagend, naar my
wel is verteld door menschen, die het ge
hoord hebben, als een klein kind wat
mij al genoeg is om nooit aan dia
strikkenzetterjj mede to doen.
Maar ook dit is je ware stroopory nog
niet. Het echto dat is de kluppelarij,
het stroopen met den lichtbak. Drie, vier
gaan or in het holle van den nacht
op uit, nadat ze eerst eens overdag het
terrein verkend hebben. Zo hebben hon
den by zich, die goed op het werk zijn
gedresseerd. En ieder is in het bezit
een acotyleeniantaarn. Op het „jacht
terrein" aangekomen, laten ze het felle
licht op den grond schijnen. En vrooiyk
komen van alle kanton do konijntjes aan
huppelen. Maar op dit gchuppel volgt
terstond een geweldig gékn appel. De bees
ten worden bewusteloos gc-slageu en do
honden brengen hun den genadebeet toe
voor zoover de jagers er niet by zyn om
hun met een slag met do vlakke hand in
den nek do nekwcrvcls to brek-.-n. Dat
gaat dikwijls haastig in zyn werk en
meestal laat men de dieren maar liggen
eind verder hetzelfde spelletje uit
te halen. Na afloop van do jacht wordt
do gezamenlijke buit ergens verstopt. Dij:
gaan de stroopers naar huis om een „bak-
koffio to halen. Tegen zonsopgang
komen zo terug, falen nooit in het vinden
do bergplaats en koeren, ieder met
zyn portie om den hals gehangen, naar
het dorp terug.
Van do konijnen ziet men nooit meor
iets. En toch heeft de poelier is het
wol? er geen weet van. En do brave bur-
niet waar? lust geen geheeld
konyn.
Minder in zwang is het „dalven", hier
boven reeds genoemd. Het beet eigenlyk
„delven" cn bestaat uit het dichtstoppen
der verschillende uitgangen van ecu hol,
waarin «lo delver e6n konyn heeft zie;,
verdwynon. Dio uitga-gon kont hy zoo
goed, als u den weg weet in de cffecten-
lyst. Nu gaat hy by den ingang in het gat
graven en hot verschrikte konijn is wel
dra zyn buit.
„En knyp j° hem dan direct den kon
in?" vraag ik in mü») onschuld.
„Welnee" antwoordt de del ver
„ik stop hem levend in myn zak."
„Dat begryp ik niot," zeggen myne
oogen.
„Wol," legt mo do dolver uit, „die-
jachtopziener kent mo ook wel Maar
Ut hem even goed. Zie ik hem nu nanko
men, dan laat ik het konijn eenvoudig
loopen. Hy vraagt mo natuurlijk: „laat
e je zakkon eons zien." Nou, dan ziet-ie
i. Ennewie doet mo wat?
Oj) hot oogenblik ochter worden de ko
nijnen door veel erger vyand bezocht Jan
jager en strooper to zamen. Zy lyden aan
wat men hier noemt do konyuentering.
JJi bon te woinig modieus om do diagnose
.c. te weorsprekon. Maar ik houd het.
toch voor, dat, zoo al van tering moot
gesproken wordon, doze in hoofdzaak
oortsprnit uit ondervoeding geljjk
ok menigo t. b. o. hum una scby'ut
haar oorsprong te bobben gevonden in
jeugdgebrek.
Mon vertelde my gisteren, dat or te
gen hot Groot-Badhuis konijntjes opspron
gen, blijkbaar dol van hongor.
Zy worden door oen" paar toevullig voor
bijkomende honden uit hun lyden verlost.
Ik heb hot niet willen gelooven.
Maar vanavond kwam ik, weldoorvoed,
in een diuertjo huiswaarts. En ik zag,
iór het Hotel d'Orange, oen konyn
vluchton.
Toen heb ik myn hond, dio al aan zyn
halsband begon te rukkon, stevig vastge
houden. En ik dacht:
Give him one chance.
Het konyn nam do kans,
JUTTER.
Brieven uit dg Hofstad.
Er is iemand in Den Haag op het
denkbeeld gekomen om een gemeente
lijke bioscoop op te richten. Die zou
dan moeten strekken tot moreel profijt
van de geachte burgerij en tot finan
cieel dito van de gemeente-kas. Dit
laatste kunnen we wel aanstonds door
schrapen, want een overheidsbedrijf,
met particuliere bedrijven moe:
gaan concurreexen, levert stellig geen
winst. Moreel profijt zou de burgetij
er wel van kunnen trekken mits men
het maar de eer van een bezoek aan
deed en juist dat is hoogst onzeker.
Alle pogingen van de overheid om zich
met kunst cn vermaak in te laten ten
einde deze te verbeteren en te ver
edelen, zijn mislukt. Een bioscoop van
gemeentewege zou de vervelendste in
stelling zijn die men zich denken kan.
Het is ons niet duidelijk hoe iemand
kan meenen dat een dergelijke instel
ling ooit winst zou kunnen afwerpen.
Heel erg serieus zal men het voorstel,
dat bij den gemeenteraad is ingediend
door een willekeurig burger wel niet
opvatten maar dc indiener typeert toch
het eigenaardig inzicht beter gezegd:
gemis aan inzicht dat er nog kan be
staan.
Tiet gaat, zien we wel op het oogen-T Wc mogen dezen brief niet sluiten
blik, sAet al te best in de bioscoop-thea- [zonder eveo te memoreeren de opening
ters. De snelle ontwikkeling vaa dit van het Permanente Hof en de benoe-
bcdrijf is tot staan gebracht. Het
tal theaters heeft *Ün toppunt waar
schijnlijk bereikt en nu gaat het onge
twijfeld in dalende lijn. Het was ook
onmogelijk dat dit bedrijf op dezen
voet kan blijven jraan. Eindelijk zou het
publiek toch wel eens uitgekeken raken,
zelfs al zijn de theater-directeuren
uitputtelijk in het maken van hun
tracties. In de middenstad is cr geen
straat meer of er is een bioscoop
theater in te vinden. Zelfs op de duur-
standen zijn ze verrezen, alsof het
geen geld kostte.
kostte heusch enorm veel
geld. Het moet dan wel zóó zijn, dat dc
exploitatie-kosten niet groot en dat
de opbrengst heel groot is. Alleen op
die wijze is het mogelijk de kosten te
dekken.
Op het oogenblik is de groei van het
aantal tot rust gekomen en dat is maar
gelukkig. Bepaald een sieraad voor de
straat zijn de onafscheidelijke rcuze-
reclame-biljetten niet. En do reclame-
wagentjes mogen heel modern zijn,
maar zij zijn eveneens hinderlijk in de
smalle straten.
Het is een eigenaardig verschijnsel
dat alle pogingen die met de beste be
doeling worden gewaagd om speciaal
deugdelijke kunst te leveren, falikant
uitkomen. In het Volksgebouw der ar
beiders heeft men onder leiding van
Aleida Roelofse een volks-theatcr ge
sticht. 't Is een treurig fiasco gewor
den. Er kwam geen sterveling. Thans
waagt Caroline van Dommelen iets
oortgelijks in het Alhambra-theatcr in
de volkswijk. Dit schijnt beter te gaan
dan in het Volksgebouw. De keuze van
de stukken beteekent hier natuurlijk
veel en daarin slaagt men. De Nacht
kroeg, Het kind van de zonde en der
gelijke stukken, waar heel wat leven
:n sensatie in zit, gaan er grif in. Het
s echter de vraag of op den duur een
voldoend publiek 'komt. Het theater
ipeelt slechts enkele avonden in de
week en de andere avonden is er bios
coop. Op die manier is het wellicht in
stand te houden.
Wij" vermelden deze gevallen om nog
eens even stil te staan bij de vraag w.u
van dit alles terecht zou komen als
de gemeente iets dergelijks op touw zou
zetten. Vermoedelijk niet heel veel dan
flink tekort in de kas, dat uit do al-
gemeene belastingpenningen werd aan
gevuld en waarover na een jaar nie
mand meer denkt, laat staan, praat.
Neen, laat meneer-de-ambtenaar-bu-
reaucraat zich niet gaan inlaten met de
kunst. Dan zijn we pas in den aap
gelogeerd.
Sedert een afzonderlijk departement
voor de kunsten en wetenschappen be
staat, is men heel wat guller geworden
de lintjes voor kunstbroeders. Ieder
jaar worden er wel twee of drio uit
gedeeld.
Het vraagstuk, dat op dit oogenblik
het bestuur onzer gemeente bezig
houdt, is dat van den aanleg van een
park op het terrein waarop indertijd
diverse tentoonstellingen zijn gehou
den. Het ligt in do onmiddellijke nabij
heid van Zeebad-Scheveningen. Het is
dat wij meermalen hebben
aangeduid als bij uitstek geschikt voor
tentoonstellingsterrein en waarop wij
ook gaarne een goed congresgebouw ra
gen verrijzen. Men kibbelt thans over
do vraag of men liet park volgens hy
per-a esthetische theoricün zaj. aanleg
gen of op meer alledaagsche park-ma
nier. Vergeten wordt dat men met i:n
aanleg van een park een mooi terrein
voor veel geschikt, wegneemt cn juist
op een tijd waarop wij een tentoonstel
lingsterrein hard noodig hebben.
Het blijft maar een raadsel dat men
i Den Haag niet begrijpt dat allereerst
een congresgebouw noodig is mei een
terrein er bij voor tentoonstelling. Dit
het meest urgente dat Den Haag be
hoeft en daarvoor diende men alle
andere planuen to laten wachten. In de
afgeloopen jaren is herhaaldelijk de
noodzakelijkheid van het bezit van een
dergelijk gebouw gebleken en zelfs de
burgemeester heeft het erkend. Maar
inmiddels komt geen voorstel. Het ter
rein dat er bijzonder voor geschikt is,
zal straks verdwijnen.
Met de griep schijnt het to luwen.
Men hoort cr tenminste niet veel meer
van. Treffende sterfgevallen heeft men
ook niet vernomen. Toch is het wel ze
ker dat de griep breede groepen heeft
aangetast, al bleef het dan bij goedaar
dige epidemie. Maar het is op dit
•ogenblik nog niet geheel afgeloopen:
•oondurend hooren we van nieuwe ge
vallen, al is het niet zoo kras meer als
eenige weken geleden. Toen deed zich
het geval voor, dat in een winkelzaak
waar met inbegrip van eigenaar cn
loopknecht veertien personen werkzaam
zijn, er op één morgen elf ziek waren,
terwijl den vorigen dag slechts één had
ontbroken. Precies acht dagen later was
het gansche personeel weer present,
vrijwel op denzelfden dag. Bij allen
hadden zich dezelfde verschijnselen
lorgeöaan. Dit feit duidt toch wel op
het infeciueuse van de ïiekte, want hei
is niet aau te nemen dat allen tege
lijk, op dcnzelfden dag, koude hebben
gevat.
ming van Mr. Loder tot president. We
vinden het alleen maar jammer, dat
dergelijke belangrijke posten aan grijs
aards worden gegeven. We zullen niet
op de schaduwzijde daarvan verder wij
zen, maar wel hierop hoe noodzakelijk
het is, dat eindelijk eens één wettelijke
bepaling voor alle staatsfuncties een
leeftijdsgrens stelt, waarop de functio
narissen van het tooneel moeten ver
dwijnen.
1 Iniuschen verheugt het ons dat aa*
een Hollander het presidium is opge
dragen en da; het Hof in Den Haag
is gevestigd. Als het nu daadwerkelijk
iets te beteekenen krijgt, is het heelc-
maal prachtig.
Er is wel heel wat drukte en er ziin
heel wat officieele festiviteiten op de
komst; de gemeente zal weer de nood
zakelijkheid van een eigen congresgc
bouw gevoelen..—
HAGENAAR*
DE CONFERENTIE TE CENUA BEHEERSCHT NOQ DE
WERELDPOLITIEK..
VOOR DEN BUITEN LAN DSC KEN HANDEL MOETEN DE SOVJET-
RECEERDERS STEEDS MEER CONCESSIES DOEN.
DE RECEERINCSCRISIS IS NOC IN HETZELFDE STADIUM VAN 1
ONZEKERHEID.
De conferentie te Genua en de voor
bereiding daarvan beheerscht nog de
ereldpolitiek.
De Britsche rogecring heeft zoo
wordt uit Parijs geseind nog niet
geantwoord op he; memorandum vaD
Poincaré Het Britsche ministerie van
Buitenlandsche Zaken toont zich op V
oogenblik voorstander eener inleidende
bijeenkomst v.an Engelsche, Franschc
en Iialiaans«ihe deskundigen, die als
dan de technische kwesties zouden be-
studeeren, wclko
te Cenua
zullen worden behandeld.
In Fransche kringen staat men gun
stig tegenover zulk een voorbereidende
technische bespreking, welke waar
schijnlijk te Parijs zou worden gehou
den, doch men zou wenschen, dat alle
geallieerden en ook de Kleine Entente
er aan zou deelnemen.
De Fransche minister van Buiten-
lands«he Zaken bestudeert op 't oogen
blik het programma der Genueesche
conferentie. Hij heeft besloten tot in
stelling van twee organismen. Het eene
zal in het bijzonder ambtenaren van
het ministerie van Buitenlandsche Za
ken omvatten, terwijl het andere zal be
staan uit vertegenwoordigers der minis
teries van Financiën en Handel, be
nevens van de Fransche afdeeling van
den Volkenbond en van de groote eco
nomische en financieele organisaties.
Naar aanleiding van het feit, dat de
Fransche regeermg
deskundigen bijeenroept
bespreking van de vraagstukken,
welke te Genua behandeld zullen wor
den, stelt de „Temps" voor, om, zoo
dra dezo deskundigen tót een resultaat
zullen zijn gekomen, een bijeenkomst te
beleggen, waar de Fransche deskundi
gen in contact zouden kunnen komen
alleen met de Britsche deskundi
gen, doch met vertegenwoordigers van
de voornaamste geallieerde mogendhe
den en van België, Polen, Roemenië,
Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië, wier
belangen op het spel staan en wier er
varingen nuttig zullen zijn bij de be-
oordecling van de wijze, waarop ver
betering moet worden gebracht in den
toestand in Rusland. Deze besprekin
gen zouden, aldus de „Temps", geens
zins het karakter dragen van een „con
ferentie vóór de conferentie", doch uit
sluitend dienen tot omschrijving van de
behandelen vraagstukken en ter be
spreking van de wijze, waarop de be
sluiten van de conferentie zullen kun
nen worden uitgevoerd, want men zal
deze vraagstukken reeds van tevoren
moeten behandelen, wanneer men de
grootste hinderpalen wil wegnemen en
een samenwerking tusschen de voor
naamste belangen wil bereiken.
Naar de „Times" uit Warschau ver»
:emt, heeft Karachan, secretaris van
buitenlandsche zaken der sovjets en
Russisch gezant te Warschau, een me-
dedeeling gedaan over
de houding der Sovjet-
regoaring ten opzichte
van de conferentie te
Cenua.
Hij scheen er zeer veel prijs op te stel
len, dat de bedoelingen der Sovjei-re-
geeriag in zoo groot mogelijken kring
bekend zouden worden, aangezien
olgens hem een redelijk argument
men tegen de partij, die de „bestraf
fing" van Sovjet-Rusland bepleit.
In de eerste plaats verklaarde Ka-
het te Genua op voet van gelijkheid
met de andere naties zal worden behan
deld.
Ten tweede verwacht de Russische
regeering, ten einde Rusland te herstel
len en indirect Europa te begunstigen
door het aanknoopen van handelsbe
trekkingen, volledig en vrij de kwestie
te bespreken van den eigendom van
vreemde onderdanen in Rusland, welke
voor den oorlojf gevestigd is. Rusland
is echter niet bereid om zich te laten
exploiteeren door het verleenen van
concessies, welke onredelijke winst af
werpen voor buitenlandsche maatschap
pijen.
In do derde plaats wenscht de Rus
sische regeering een bespreking der
schulden, van vóór den oorlog, maar
wijst zij er op, dat indien de Sovjet-
regeering wordt genoodzaakt om de
schulden aan de geallieerden te erken
nen, de tegenwoordige Europeesche re
geeringen ook de verdragen zullen
moeten erkeDnen, welke in het begin
den oorlog door de toenmalige Eu
ropeesche regeeringen met Rusland zijn
gesloten. Dit heeft betrekking op de
kwestie van den Balkan en Constanti-
nopel.
Er zijn zoovele belangen en landen
bij de verschillende kwesties betrokken,
dat geen enkel land direct met Rusland
zal kunnen onderhandelen en daarom
de Sovjet-regeering een vrije ge-
daohtenwisseling wenschen als aange
geven door het programma van de con
ferentie van Genua, hoewel zij erkent,
dat zekere kwesties door middel van
directe onderhandelingen zouden kun
nen worden geregeld.
„Times" meldt, dat Knassin
Maandag van Londen naar Moskou is
vertrokken, ten einde deel te nemen
aan de voorbereiding voor de confe
rentie te Genua.
Uit Reval wordt gemeld, dat in het
rapport van het Russische Volkscom
missariaat voor den Handel wordt er
kend, dat de regeerings-organisatie van
den
handal van Rusland op
het buitenland
buigzaam genoeg is om het land
den toevoer van alle artikelen te waar
borgen die het noodig heeft. Bijgevolg
moet men, zoo zegt het rapport, voor
de vrije markt andere handelsvormen
scheppen, welke gebaseerd zijn op 'net
particulier initiatief.
„Ekonomitsjeskaja Zjizn" wijst
op de noodzaak om binnenkort maat
schappijen voor -n- en uitvoer op te rich-
:en, waardoor het aanknoopen van han
delsbetrekkingen met het buitenland
vergemakkelijkt zou worden.
Ingevolge de hervatting der handels
betrekkingen met andere landes begint
men te Moskou den Amerikaanschen
dollar te kiezen, die door zijn hoogen
koers indruk maakt op de verbeelding
der burgers.
Niet alleen do onafhankelijke pers,
maar zelfs het officieele orgaan der
Sovjets te Moskou, de „Izwestya", no
teert verkoops- en advertentieprijzen in
dollars.
Door de snelle daling van den Sov
jet-roebel worden alle handels-trans
acties m deze munt-eenheid onmogelijk
gemaakt, en de kooplieden, die zich ge
dwongen zien een vreemd devies als
basis te nemen, kiezen natuurlijk het
meest stabiele.
De Sovjctregeering zelf verbiedt i
rachan, dat zijn regeering eischt, dat strekt niet cat de dollar op de markt
L-' e ts a Jik e t <a> ra
De Avonturen
van Barnauas
naar het Engelscii van
.1EFFERY FA KNOL
vertaling, nadruk
verboden).
(geautoriseerde
streng
62)
„Ik vraag het maar omdat de
klink niet goed werkt c-n in deze ver
rukkelijke huurt, die zo notaten© nog
turn hebben durven noemen en m «ie
.- .aangrenzende broei kresen zijn
allerlei soorten onkrui«I die op ©en
onbewaakt oogenblik bij je komen
binncnJoopen. Een heeleboel van die
rare snuiters zijn hier den laatston
tijd al geweest, vanochtend toen Bar
rymaine weg was is er nog een bo
ven gekomen een tyjj© met een
bonton muts op. Maar, zooals ik al
zei, u heeft misschien wel gomerkt,
dat Chichester ni<al te vriendelijk
jegens u gestemd is?'
„Chichester?" zei Barnabas. „Ja!"
„En het schijnt wel haast dat. hij
Barrymaine ook in die richting wil
beïnvloeden. De armo jongen is den
lant.sten tijd heeïemnal uit
hem zelfs met de gevangenis ge
dreigd. En daarom is er steeds vol
op drank geweest natuurlijk dcor
middel van Chichester en hij
schijnt u als zijn doodsvijand te'be
schouwen er.. kortom, ik geloof
dat lust mijn :.hcht is om u te waar
schuwen!"
Bedoelt u voor Chichester?"
„Ik bedoel voor Barrymaine".
„O", zei Bar abas met zijn hand aan
zijn kiir maar waarom?
„Nu, u zult u nog wei herinneren,
dat hij den e enigen keer dat u hein
heeft ontmoet, geneigd was om een...
beo .tje driftig te zrn handtas
telijk zelfs?"
„Toen hij mij met «iie flesch aan
viel, ja!" zuchtte Barnabas, „maar
dat was todi zeker alleen maar om
dat hij dronkon was?"
„Ja-ja, inisto.tilien wel", zei Smi-
vole, terwijl hij weer naar zijn bak
kebaarden begon te zoeken, „maar
vanmorgen was hij niet zoo dron
ken als gewoonlijk".
„En?"
„En toch was hij heftiger dar. ooit
en ging als een krankzinnige togen
u te keer."
„Ma.ir waarom dan?"
„Hij had net weer een brief van
Jasper Gaunl gekregen hier is hij!"
ge- I Smivole bukte zich en raapte een ge-
wono doen geweest. Gaunt hooft hr m j kreuk eld papier op dat in de asch
nog meer don ooit achterna gezeten I gelegen had. streek het glad en over
handigde het aan Barnabas. „Leest u
maar, meneer, leest u maar!" zei hij
ernstig dat zal u de zaai; wel dui
delijk maken beter dan ik het kan.
Ja, ieest u het maar, want het gaat
ook over ui" En Barnabas nam den
brief aan en las het volgende:
Waarde lieer Barrymaine.
In antwoord op uwe Missive aan
gaande rente, waarin u om uitstel
vraagt, neem ik nog eens de gelegen
heid te baat om u or aan te herinne
ren dat ik uw schuldeisclier niet meer
ben, alleen zijn gevolmachtigde, <:oo-
als do heer Beverley u zelf zal kun
nen en ongetwijfeld ook willen be
vestigen.
Daarom ben ik gedwongen om bin
nen dertig dagen betaling te eicellen;
hcvift deze niet plaats dan zullen de
gebruikelijke maatregelen genomen
worden.
Uwe gehoorzame dienaar
Jasper Gaunt.
Toen Beverley den brief had gele
zen kreeg hij plotseling een aanval
van woede; hij kneep het papier in ziin
vuist samen, smeet het op den grond
en zette er zijn voel op.
„Een leugen!" riep hij uit, „een
laffe, gemeen© leugen!"
„Dus in liceft zijn schuli'ibcBente-
niiesen niet gekocht, meneer' Bever-
ley?"
„Neen, neen! ik kon het niet
doen. Gaunt had ze al verkocht en
waarachtig, ik geloof dat de eigen
lijke schuldeis citer
„Ha", riep Smivole opeens, „de
deur was met goed dicht, Beverley,
kijk maar!"
Barnabas schrok, koek om en zag
dat de deur heel langzaam open
„Ja, in orde, geef hem mij maar!1
I zei Smivole terwijl hij opstond,
„'eet u Barrymaine?'*
lijks was.
I „Ja wat is er i"
„16 dit misschien de brief, waar vos.
'.^Neen, maar je kunt hem hier welu terug is^ gekomen? Met uw verlof.
riep Barrymaine uit. Hij
achter laten, en ikts ie datl^
„Achterlaten!" herhaalde het hoofd i „Ja, ja!"
op boleedigden toon. „Achterlaten? greep den brief, scheurde hem
Vorekskeze?)-, heeren, maar ik laat stukken en maakte een gebaar alsof
me 'oneen ais ik dat doc! Ate u me- hij de snippers in den haard wilde
«•in» ■Aüfcte voor stukic- terwijl zif er i heer Barrymaine niet ben. nou gooien toen stak hij ze in plaaw
mïVttn^nS^ aamSóM naair ziton Misschien komt ie daar net daarvan in zijn zak. „Hier is ee» gul-
met gespannen aanaacm naar zaxei i trap op en wat -aast is er den voor je", zei hu tegen den boot
bij En werkelijk hoorden ze iemand werker, „dat is te zeggen D-dig -
gespannen
te kijken verscheen ex- op eens een 1
ÏS2Ü?'I &a«tigè~ëtappën "naar boven ko- wil je me even eexf g-guklen leenen.
men; Smivole uitte een kreet van ik RonaldBarry,
schrik gaf Barnabas een toeken om 1 plotseling.
kebaarden; op het hoofd stond een
vieze bontmuts.
„Vorekskezeer. heeren", zei het
hoofd eu keek hen met ronde oogjes
aan, „ineheer Barrymaino neem
me nie*. kwalijk wie?"
„Toe", zei Smivole. die aan zijn
bakkebaarden begon te trekken.
„Maak dat je weg komt, verstaan?"
„Maar vtorekskezoer heeren
wie van u ?a dan meheer Barrymai
ne?"
„Wat moet je van hem, hè?" vroeg
Smivole, wiens bakkebaarden er weer
woest begonnen uit te zien „spreek
op, vent!"
,.Ik 'eb een brief voor *m ten
minste aan hem geschreven", ant
woordde liet hoofd. „Er staat een
B e'n een Na en «jen R en nog
een en dan Y en dat is toch goed?
En dan nog een M en een
in don doakereten hoek te gaan zit-1 hel oog gekregen, die nog steeds in
ton, liep dwars de kamer door en j zijn donkere hoekje zat. en nu duwde
j kwam op den drempel tegenover Ro-'hjj Smivole op zij en bleef Barnabas
naid BaVrymainc to staan.
„Zoo, Barry!" zei hij, terwijl
zoo ging staan, dat hii Barrymaine
het gezicht op deu donkeren hoek be
nam, „ben je weer teruggekomen?"
„Ja ik ben teruggekomen!" ant
woordde de ander op klagenden toon.
,,lk moest wel een brief verloren,
moet hier achtergebleven zijn heb
jij hem soms gevonden
„Vcrekskezier meneer, maar heet
u misschien Barrymaine, met uwe's
verlof F'
Het bebaarde hoofd was nu heele-
aanstaren Zijn gelaatstrekken waren
hij verwrongen van plotselinge woede
zijn tanden schitterden tusechen de
half geopende lippen.
„Zoo ben jij lietvroeg hij,
„Ja", zei Barnabas, en etond op.
„Dus weer terug gekomen 5"
„Ja zeker", zei Barnabas „veilig
en welt"
„U veilig f'
„Tot nu toe" antwoordde Barnabas.
„Je bent toch niet d-dronkenF'
„Neen", zei Barnabas „en ook
niet, bij uitzondering".
maal de kamer binnen gekomen, en Barryniaine balde de vuisten en
or kwam een klein dik prtrsoontje j deed een stap in de richting van Bar-
achtoraan, die, naar de kleeren te nabas, maar toen hii den bootwerker
oordeeleiv bootwerker of iele derge-1 in het oog kreeg, die nu naar voren