Buiteniandsch Overzicht HAARLEM'S DAGBLAD D1NS0AG 14 FEBRUARI 1932 TWEECE BLAD Brieven uit Zand voort. ONZE DUINKO^ilJNTJES. Bij b in den Hout en in uwe mooie plantsoenen rullen do vogels het in dezon harden winter wel zwaar te verduren hebben. Bij ona in de duinen, dio de vorat steen hard heeft gemetseld, en waar do sneeuw het toch al zoo achaarscho voedsol onbe reikbaar maakt, lyilcn do konijnen yso- Ijjk gebrek. Nu hebben do konijnen het ongeluk om, net als de muizen, zich in niemands sym pathie te verheugen. Geen menscli stookt er een hand voor uit, deukt er ook zelfa maar een oogeublik aau om hen in den nood to hulp te komeu. Ik weet wel, aat er eunige menschon bestaan, dio zich des romers met andero raken bezig houden en des winters „jager" zijn, koren en tar we voereD aan het wild, dut hun later ten prooi zou vallen, als er niot sommige kleine rekeltjes waren, dio door hun over- brutaal optreden deze rekening tot oen misrekening maakten. Muar dio grnan- verstrekkiug wordt niet gepleegd om do konijnen in het lovon to behouden zoo lang als hot hun bolioft. Het tegendeel is waar. Zij worden geljjk do fazanten wior verpleging nu eenmaal yiet lucra tief schijnt to kunnen zijn gevoed tot san hun wat ik nu manr ral noemen meerderjarigheid en vervallen dan ander maal in gebrek. Ja, wat orgcr iu, van hun nood wordt door velen gebruik gemoakt, om ze to bemachtigen. In den zomer, als de duinflora welig bloeit, en het konijn tot voedsel dient, komt het rappo diertje niet zoo gauw midden uit de duiiicn weg, waar het zich in uitbundigen getale op houdt, Maar des winters, als do honger nijpt, gaat het er op uit om voedsel te zoeken en kunt ge, reizend met do t.rani naar Zandvoort, or wol zion springen in do hoesterkwcokorijeii en op do weiden by do Loidschovaart. Ook krijgen do be woners van de ZandyoortBcho Laan, ja zelfs die van do boulovnrda vaak in hun tuintjes bezoek van de hongerige gasten, dio er zich to goed cloon aan do kool en de spruitjes, dio daar bezig zijn aan de vorst hunuo qualitoit to onbloonon. Ik heb wol gehoord van tuinbezitters, dio do aan trekkelijkheid van hun erf vorgrooton, door er stronken en ander keukenafval to dopoueeren. Maar ik heb altijd hooren betwijfelen, of hier wol dieroiiniin iu het spel was. Vaak ligt onder hot afval een sprenkel verscholen, die, net als onze bon. gerigo bruinjas denkt rich nu eens flink te good to doen, mot een klik openspringt en hem bij do poot grijpt. Eens hoeft ïuo zelfs de eigenaar van een duintuintje be kend, dat hjj halve nachten op bloof om op hot klikken van zijn sprenkels to wach ten maar ik verraad u niot of hot een bewoner was van oon der huisjos aan de Zandvoortseho Laau dan wel van oon villa aan don boulevard. lntusschen worden de gelederen iljr ko nijnen niot zeor kovig gedund door deze op kleine Behaal bodrovon vorschalkerij. En, hoewol spoor on tram nog altijd slachtoffors maken onder do knagortjes, dio blijkbaar nooit leoren inzien, dat do een locomotiof oon motorwagen niet Voorlichten schijnwerpers bestemd zijn om aan te lokkon, tolt toch het aantal dor alduB om hot levon geko men snolvootertjes nauwolyks méde. Man hooft my wel eens verteld, dat sommige wagenvoerdors er op uitgerekend zjjn urn op bopaaldo punten plotseling het zoek licht te laten werken en dan oven later, Waar het verboden ia op andere dan «laar voor aangewezen plaatsen to stoppon, een „mankement" krijgen, dat hen in staat Btelt even do machine to verlaten om een onthoofd lid vun de familie der Kodentia buit to makeu. Manr dat go- ,loof ik niet. En stellig worden do moes te slachtoffers, die do eloetrischo maakt onder do orde der knaagdieren, door an deren opgeraapt, dio hoel toevallig dien kant eens zyn uitgekomen. Neen, als hot alloen aan do tuintjes lag en aan spoor en tram, dan zouden do ko nijnen beslist ann overbevolking lyden. Maar zy hebben ernstiger vijanden. En dat zjjn nog niet eens dc beuren der jachtgronden, waaraan ouzo ku6t nog maar al te rijk is. O ja, dezen orgauisee- reu wol een een enkele maal oen drjjf- jacht en dan sneven er honderden konijn tjes, die hun weg naar de poeliers vinden. Maar het konijn is nu eenmaal geon cdol wild cn vermag slechts xeldon do jacht instincten der grooto grondbezitters wakker to roepen. En zoo geliefd is zyn vleesch ook niet, dat do jachtopzieners er de tafcis van bunno heeren vykelylc van voorzien. Noen, de groolo vijand van het konijn is de stroopor. Eu stroopen hot zit den moesten Znndvoortors zoo goed in het bloed als het jutten. Alleen de justitie, die zich steeds scher per tegen do strooperij te weer stolt, slaagt cr in den strooplust te temperen. Vroeger ging het nog. toen kwam je er vaak met ecu kleine boeto af. Maar te genwoordig geldt stroopeu als een ernstig delict en de straf is do zonde veelal niot waard. lntusschen hebben allo kantonrechters tezamen toch niet meer dan den stroop- lust kunnen beperken. Wio zo nog hot meest in toom hebben kunnen houden, dat zijn do kleine Aardappeltelertjes, die de beschikking hebben gekregen over een stukje „land". Die waren er vroeger niet vies van om zoo nu en dan eens een ko nijntje te strikken, maar toen het er op uitdraaide, dat ze er kans mede liepen hun landje te verspelen, was bet gedaan. En als ze nu misschien dan toch nog eens een heel-enkele, 'n dood-enkele maal een konijntje in den pot hebben, du, dan is het een geschenk van een „buurman", die bij nader onderzoek steeds heel veraf blijkt te wonen. Maar do strooplust, zij het dan ook wat getemperd, is en blijft bestaan. Ik zeide u al, dat hy den Zandvoorter in het bloed zit. En nu moge men de kannibalen, wien het menschencten in het bloed zat, tot andere zeden hebben gebracht; men moge den bewoners der Amsterdamsche Jordanngracbten het palingtrekkon heb ben afgeleerd, den Gooiers het bokkesnij- den, den Groningers het eten van malle- booucD, den Limburgers het schenken van verkiezingsbier, den „mofhet zwijgen on den Yankee het gummi-kauwen den Zandvoorter leert men het stroopen nooit af. Niet, dat hjj zoo dol op konijnen is. Want in de eerste plaats bemachtigt hy er geregeld zooveel, dat zijn hnishouden, al haddo het Turksche afmetingen, zo niet aan zou kunnen. En in de tweede plaats gevoelt hy veel meer voor een flink stuk spek of een lekkere worst in den pot. Wat hy er eigenlyk mede uitvoert, snap ik niet recht. Want de poelier denkt er toch niet ann is het welt om feitelijk als hoeier dienst te doen. En do bravo bur ger, by wien een stTooper zon aankloppen om hem een lekker boutje te bezorg zou hem ongetwijfeld direct by do poli tie aangeven niet waar bravo burgert Eu toch hy moet er ergens mede lioeu. Nog dezer dagen vertelde mo een jeugdig strooportjo, dat hy er li voor f 1 had gelaten. „Dat waren do velletjes al leen waard," voegde hy er nan toe. Maar hij was ook eerlijk genoeg oin er nog by to zeggen, dat de diertjes dan ook „ake-. lig mager" waroD. En ik kreeg een zeer belangwekkend verhaal te hooren over de geweldige magerte onder de konijnen. „Zo cropeeren gewoon van den honger," vertelde me de jonge stroopor, die niet do minste moeite deed om zyn beroep ge heim te houden, althans met openhartig heid verhalend, noe liy nog maar ecu panr dagen geleden, hij het „dalven" wel twaalf konijnen dood in hnnno holen had gevonden. „Dio zyn dan zeker niet veel waard?" „Niks". „Eu de velletjes?" „Ook niks waard. Ze stinken." De wijzen, waarop de strooper te werk gaat, zyn vele. Een vorouJerde methode, waarvan ik de beschrijving heb gehoord uit don mond van een bejaard man, die nog gnuifde bij do herinnering aau do goede dagen van olim, was het vangen met do valton. Je had ergens netjes in den grond oen ton begraven. Daar paste een wiobeldeksel op waarop een beetje groen was vastgebonden. Hot door den honger tot onvoorzichtigheid gedreven konijn bogon aan to groen to smullen, duikelde in den ton en kreeg gewoonlijk al heol gauw gezelschap van een volgend slachtoffer van het verleidelijke groen. Meer in gebruik is nog do sprenkol en ik weet zelfs een adres, waar je die dingen koopen kunt. Voor hot geval eenig politieman dit lozen mocht, beroep ik mij al bij voorbaat op myn beroepsge heim en ik leg er tevons de plochtigo ver klaring by af, dat de sprenkelleverancier my nooit tot klant zal krygen ik zou het deloyale concurrentie achten tegen over do stroopers, die my hun vertrou wen hebben geschonken. Zoo'n sprenkel is een ijzeren klem, die netjes oniler den grond wordt gestopt op het konynenpaadje, dat elke strooper aanstonds ziet ook daar, waar geen boseh- jo of struikgewas aanwezig is, waarin met eenige aandacht een doorgang is te vinden. Het konijn doet, over den spren kel hippend, de verraderlijke val aan stonds openslaan en wordt gegrepen en vastgehouden. Gewooalyk vindt de s'roo- per, als hy zyn sprenkels komt inspectee- ren hy zet or oltjjd een aantal uit zyn buit zieltogend en vaak ook reeds bezweken. Nog meer wordt gebruik gemaakt den strik. Dit is een eindje heel dun ko perdraad, staalkoperdraad is het aller beste, beweren de kenners aan oene uiteinde wordt een lus gemaakt, waar het andero uiteinde wordt doorheen gebaald. Als ik u nu college moec geven iu de Btrikkenkunde, heb ik de strikken eerst to verdoelen in de hangende od in de staande. Do hangende wordt aan een takjo vastgebonden en komt zoowat eeD decimeter van den grond af to hangen. Het konyn, zich van geen kwaad bewust, loopt, op weg nsar zijn bol, waarvoor do strik zeer listiglijk geplaatst i3, met zyn kop in den strik. Het gevoelt zich ge vangen, gaat wringen en rakken en wurgt zich zelf. De staando strik wordt met een touw tje vastgemaakt aan een in den gr jad ge stoken stokjo, dat ook ongeveer een de- boven den grond uitsteekt, öofc nu loopt hot konyn or met dei: kop rukt en wringt en slaagt er vaak in geheele stokje uit den grond te wringen. Maar als het dan denkt in vrijheid te zijn, vergist het zich. Want hot stokjo was met een tweede touw bevestigd aan een ander stuk hout, dat diep in den grond gedreven werd. En nu pleegt het konyn in zyn drlftigen angst eveneens zelfmoord, daarbij schreiend en klagend, naar my wel is verteld door menschen, die het ge hoord hebben, als een klein kind wat mij al genoeg is om nooit aan dia strikkenzetterjj mede to doen. Maar ook dit is je ware stroopory nog niet. Het echto dat is de kluppelarij, het stroopen met den lichtbak. Drie, vier gaan or in het holle van den nacht op uit, nadat ze eerst eens overdag het terrein verkend hebben. Zo hebben hon den by zich, die goed op het werk zijn gedresseerd. En ieder is in het bezit een acotyleeniantaarn. Op het „jacht terrein" aangekomen, laten ze het felle licht op den grond schijnen. En vrooiyk komen van alle kanton do konijntjes aan huppelen. Maar op dit gchuppel volgt terstond een geweldig gékn appel. De bees ten worden bewusteloos gc-slageu en do honden brengen hun den genadebeet toe voor zoover de jagers er niet by zyn om hun met een slag met do vlakke hand in den nek do nekwcrvcls to brek-.-n. Dat gaat dikwijls haastig in zyn werk en meestal laat men de dieren maar liggen eind verder hetzelfde spelletje uit te halen. Na afloop van do jacht wordt do gezamenlijke buit ergens verstopt. Dij: gaan de stroopers naar huis om een „bak- koffio to halen. Tegen zonsopgang komen zo terug, falen nooit in het vinden do bergplaats en koeren, ieder met zyn portie om den hals gehangen, naar het dorp terug. Van do konijnen ziet men nooit meor iets. En toch heeft de poelier is het wol? er geen weet van. En do brave bur- niet waar? lust geen geheeld konyn. Minder in zwang is het „dalven", hier boven reeds genoemd. Het beet eigenlyk „delven" cn bestaat uit het dichtstoppen der verschillende uitgangen van ecu hol, waarin «lo delver e6n konyn heeft zie;, verdwynon. Dio uitga-gon kont hy zoo goed, als u den weg weet in de cffecten- lyst. Nu gaat hy by den ingang in het gat graven en hot verschrikte konijn is wel dra zyn buit. „En knyp j° hem dan direct den kon in?" vraag ik in mü») onschuld. „Welnee" antwoordt de del ver „ik stop hem levend in myn zak." „Dat begryp ik niot," zeggen myne oogen. „Wol," legt mo do dolver uit, „die- jachtopziener kent mo ook wel Maar Ut hem even goed. Zie ik hem nu nanko men, dan laat ik het konijn eenvoudig loopen. Hy vraagt mo natuurlijk: „laat e je zakkon eons zien." Nou, dan ziet-ie i. Ennewie doet mo wat? Oj) hot oogenblik ochter worden de ko nijnen door veel erger vyand bezocht Jan jager en strooper to zamen. Zy lyden aan wat men hier noemt do konyuentering. JJi bon te woinig modieus om do diagnose .c. te weorsprekon. Maar ik houd het. toch voor, dat, zoo al van tering moot gesproken wordon, doze in hoofdzaak oortsprnit uit ondervoeding geljjk ok menigo t. b. o. hum una scby'ut haar oorsprong te bobben gevonden in jeugdgebrek. Mon vertelde my gisteren, dat or te gen hot Groot-Badhuis konijntjes opspron gen, blijkbaar dol van hongor. Zy worden door oen" paar toevullig voor bijkomende honden uit hun lyden verlost. Ik heb hot niet willen gelooven. Maar vanavond kwam ik, weldoorvoed, in een diuertjo huiswaarts. En ik zag, iór het Hotel d'Orange, oen konyn vluchton. Toen heb ik myn hond, dio al aan zyn halsband begon te rukkon, stevig vastge houden. En ik dacht: Give him one chance. Het konyn nam do kans, JUTTER. Brieven uit dg Hofstad. Er is iemand in Den Haag op het denkbeeld gekomen om een gemeente lijke bioscoop op te richten. Die zou dan moeten strekken tot moreel profijt van de geachte burgerij en tot finan cieel dito van de gemeente-kas. Dit laatste kunnen we wel aanstonds door schrapen, want een overheidsbedrijf, met particuliere bedrijven moe: gaan concurreexen, levert stellig geen winst. Moreel profijt zou de burgetij er wel van kunnen trekken mits men het maar de eer van een bezoek aan deed en juist dat is hoogst onzeker. Alle pogingen van de overheid om zich met kunst cn vermaak in te laten ten einde deze te verbeteren en te ver edelen, zijn mislukt. Een bioscoop van gemeentewege zou de vervelendste in stelling zijn die men zich denken kan. Het is ons niet duidelijk hoe iemand kan meenen dat een dergelijke instel ling ooit winst zou kunnen afwerpen. Heel erg serieus zal men het voorstel, dat bij den gemeenteraad is ingediend door een willekeurig burger wel niet opvatten maar dc indiener typeert toch het eigenaardig inzicht beter gezegd: gemis aan inzicht dat er nog kan be staan. Tiet gaat, zien we wel op het oogen-T Wc mogen dezen brief niet sluiten blik, sAet al te best in de bioscoop-thea- [zonder eveo te memoreeren de opening ters. De snelle ontwikkeling vaa dit van het Permanente Hof en de benoe- bcdrijf is tot staan gebracht. Het tal theaters heeft *Ün toppunt waar schijnlijk bereikt en nu gaat het onge twijfeld in dalende lijn. Het was ook onmogelijk dat dit bedrijf op dezen voet kan blijven jraan. Eindelijk zou het publiek toch wel eens uitgekeken raken, zelfs al zijn de theater-directeuren uitputtelijk in het maken van hun tracties. In de middenstad is cr geen straat meer of er is een bioscoop theater in te vinden. Zelfs op de duur- standen zijn ze verrezen, alsof het geen geld kostte. kostte heusch enorm veel geld. Het moet dan wel zóó zijn, dat dc exploitatie-kosten niet groot en dat de opbrengst heel groot is. Alleen op die wijze is het mogelijk de kosten te dekken. Op het oogenblik is de groei van het aantal tot rust gekomen en dat is maar gelukkig. Bepaald een sieraad voor de straat zijn de onafscheidelijke rcuze- reclame-biljetten niet. En do reclame- wagentjes mogen heel modern zijn, maar zij zijn eveneens hinderlijk in de smalle straten. Het is een eigenaardig verschijnsel dat alle pogingen die met de beste be doeling worden gewaagd om speciaal deugdelijke kunst te leveren, falikant uitkomen. In het Volksgebouw der ar beiders heeft men onder leiding van Aleida Roelofse een volks-theatcr ge sticht. 't Is een treurig fiasco gewor den. Er kwam geen sterveling. Thans waagt Caroline van Dommelen iets oortgelijks in het Alhambra-theatcr in de volkswijk. Dit schijnt beter te gaan dan in het Volksgebouw. De keuze van de stukken beteekent hier natuurlijk veel en daarin slaagt men. De Nacht kroeg, Het kind van de zonde en der gelijke stukken, waar heel wat leven :n sensatie in zit, gaan er grif in. Het s echter de vraag of op den duur een voldoend publiek 'komt. Het theater ipeelt slechts enkele avonden in de week en de andere avonden is er bios coop. Op die manier is het wellicht in stand te houden. Wij" vermelden deze gevallen om nog eens even stil te staan bij de vraag w.u van dit alles terecht zou komen als de gemeente iets dergelijks op touw zou zetten. Vermoedelijk niet heel veel dan flink tekort in de kas, dat uit do al- gemeene belastingpenningen werd aan gevuld en waarover na een jaar nie mand meer denkt, laat staan, praat. Neen, laat meneer-de-ambtenaar-bu- reaucraat zich niet gaan inlaten met de kunst. Dan zijn we pas in den aap gelogeerd. Sedert een afzonderlijk departement voor de kunsten en wetenschappen be staat, is men heel wat guller geworden de lintjes voor kunstbroeders. Ieder jaar worden er wel twee of drio uit gedeeld. Het vraagstuk, dat op dit oogenblik het bestuur onzer gemeente bezig houdt, is dat van den aanleg van een park op het terrein waarop indertijd diverse tentoonstellingen zijn gehou den. Het ligt in do onmiddellijke nabij heid van Zeebad-Scheveningen. Het is dat wij meermalen hebben aangeduid als bij uitstek geschikt voor tentoonstellingsterrein en waarop wij ook gaarne een goed congresgebouw ra gen verrijzen. Men kibbelt thans over do vraag of men liet park volgens hy per-a esthetische theoricün zaj. aanleg gen of op meer alledaagsche park-ma nier. Vergeten wordt dat men met i:n aanleg van een park een mooi terrein voor veel geschikt, wegneemt cn juist op een tijd waarop wij een tentoonstel lingsterrein hard noodig hebben. Het blijft maar een raadsel dat men i Den Haag niet begrijpt dat allereerst een congresgebouw noodig is mei een terrein er bij voor tentoonstelling. Dit het meest urgente dat Den Haag be hoeft en daarvoor diende men alle andere planuen to laten wachten. In de afgeloopen jaren is herhaaldelijk de noodzakelijkheid van het bezit van een dergelijk gebouw gebleken en zelfs de burgemeester heeft het erkend. Maar inmiddels komt geen voorstel. Het ter rein dat er bijzonder voor geschikt is, zal straks verdwijnen. Met de griep schijnt het to luwen. Men hoort cr tenminste niet veel meer van. Treffende sterfgevallen heeft men ook niet vernomen. Toch is het wel ze ker dat de griep breede groepen heeft aangetast, al bleef het dan bij goedaar dige epidemie. Maar het is op dit •ogenblik nog niet geheel afgeloopen: •oondurend hooren we van nieuwe ge vallen, al is het niet zoo kras meer als eenige weken geleden. Toen deed zich het geval voor, dat in een winkelzaak waar met inbegrip van eigenaar cn loopknecht veertien personen werkzaam zijn, er op één morgen elf ziek waren, terwijl den vorigen dag slechts één had ontbroken. Precies acht dagen later was het gansche personeel weer present, vrijwel op denzelfden dag. Bij allen hadden zich dezelfde verschijnselen lorgeöaan. Dit feit duidt toch wel op het infeciueuse van de ïiekte, want hei is niet aau te nemen dat allen tege lijk, op dcnzelfden dag, koude hebben gevat. ming van Mr. Loder tot president. We vinden het alleen maar jammer, dat dergelijke belangrijke posten aan grijs aards worden gegeven. We zullen niet op de schaduwzijde daarvan verder wij zen, maar wel hierop hoe noodzakelijk het is, dat eindelijk eens één wettelijke bepaling voor alle staatsfuncties een leeftijdsgrens stelt, waarop de functio narissen van het tooneel moeten ver dwijnen. 1 Iniuschen verheugt het ons dat aa* een Hollander het presidium is opge dragen en da; het Hof in Den Haag is gevestigd. Als het nu daadwerkelijk iets te beteekenen krijgt, is het heelc- maal prachtig. Er is wel heel wat drukte en er ziin heel wat officieele festiviteiten op de komst; de gemeente zal weer de nood zakelijkheid van een eigen congresgc bouw gevoelen..— HAGENAAR* DE CONFERENTIE TE CENUA BEHEERSCHT NOQ DE WERELDPOLITIEK.. VOOR DEN BUITEN LAN DSC KEN HANDEL MOETEN DE SOVJET- RECEERDERS STEEDS MEER CONCESSIES DOEN. DE RECEERINCSCRISIS IS NOC IN HETZELFDE STADIUM VAN 1 ONZEKERHEID. De conferentie te Genua en de voor bereiding daarvan beheerscht nog de ereldpolitiek. De Britsche rogecring heeft zoo wordt uit Parijs geseind nog niet geantwoord op he; memorandum vaD Poincaré Het Britsche ministerie van Buitenlandsche Zaken toont zich op V oogenblik voorstander eener inleidende bijeenkomst v.an Engelsche, Franschc en Iialiaans«ihe deskundigen, die als dan de technische kwesties zouden be- studeeren, wclko te Cenua zullen worden behandeld. In Fransche kringen staat men gun stig tegenover zulk een voorbereidende technische bespreking, welke waar schijnlijk te Parijs zou worden gehou den, doch men zou wenschen, dat alle geallieerden en ook de Kleine Entente er aan zou deelnemen. De Fransche minister van Buiten- lands«he Zaken bestudeert op 't oogen blik het programma der Genueesche conferentie. Hij heeft besloten tot in stelling van twee organismen. Het eene zal in het bijzonder ambtenaren van het ministerie van Buitenlandsche Za ken omvatten, terwijl het andere zal be staan uit vertegenwoordigers der minis teries van Financiën en Handel, be nevens van de Fransche afdeeling van den Volkenbond en van de groote eco nomische en financieele organisaties. Naar aanleiding van het feit, dat de Fransche regeermg deskundigen bijeenroept bespreking van de vraagstukken, welke te Genua behandeld zullen wor den, stelt de „Temps" voor, om, zoo dra dezo deskundigen tót een resultaat zullen zijn gekomen, een bijeenkomst te beleggen, waar de Fransche deskundi gen in contact zouden kunnen komen alleen met de Britsche deskundi gen, doch met vertegenwoordigers van de voornaamste geallieerde mogendhe den en van België, Polen, Roemenië, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië, wier belangen op het spel staan en wier er varingen nuttig zullen zijn bij de be- oordecling van de wijze, waarop ver betering moet worden gebracht in den toestand in Rusland. Deze besprekin gen zouden, aldus de „Temps", geens zins het karakter dragen van een „con ferentie vóór de conferentie", doch uit sluitend dienen tot omschrijving van de behandelen vraagstukken en ter be spreking van de wijze, waarop de be sluiten van de conferentie zullen kun nen worden uitgevoerd, want men zal deze vraagstukken reeds van tevoren moeten behandelen, wanneer men de grootste hinderpalen wil wegnemen en een samenwerking tusschen de voor naamste belangen wil bereiken. Naar de „Times" uit Warschau ver» :emt, heeft Karachan, secretaris van buitenlandsche zaken der sovjets en Russisch gezant te Warschau, een me- dedeeling gedaan over de houding der Sovjet- regoaring ten opzichte van de conferentie te Cenua. Hij scheen er zeer veel prijs op te stel len, dat de bedoelingen der Sovjei-re- geeriag in zoo groot mogelijken kring bekend zouden worden, aangezien olgens hem een redelijk argument men tegen de partij, die de „bestraf fing" van Sovjet-Rusland bepleit. In de eerste plaats verklaarde Ka- het te Genua op voet van gelijkheid met de andere naties zal worden behan deld. Ten tweede verwacht de Russische regeering, ten einde Rusland te herstel len en indirect Europa te begunstigen door het aanknoopen van handelsbe trekkingen, volledig en vrij de kwestie te bespreken van den eigendom van vreemde onderdanen in Rusland, welke voor den oorlojf gevestigd is. Rusland is echter niet bereid om zich te laten exploiteeren door het verleenen van concessies, welke onredelijke winst af werpen voor buitenlandsche maatschap pijen. In do derde plaats wenscht de Rus sische regeering een bespreking der schulden, van vóór den oorlog, maar wijst zij er op, dat indien de Sovjet- regeering wordt genoodzaakt om de schulden aan de geallieerden te erken nen, de tegenwoordige Europeesche re geeringen ook de verdragen zullen moeten erkeDnen, welke in het begin den oorlog door de toenmalige Eu ropeesche regeeringen met Rusland zijn gesloten. Dit heeft betrekking op de kwestie van den Balkan en Constanti- nopel. Er zijn zoovele belangen en landen bij de verschillende kwesties betrokken, dat geen enkel land direct met Rusland zal kunnen onderhandelen en daarom de Sovjet-regeering een vrije ge- daohtenwisseling wenschen als aange geven door het programma van de con ferentie van Genua, hoewel zij erkent, dat zekere kwesties door middel van directe onderhandelingen zouden kun nen worden geregeld. „Times" meldt, dat Knassin Maandag van Londen naar Moskou is vertrokken, ten einde deel te nemen aan de voorbereiding voor de confe rentie te Genua. Uit Reval wordt gemeld, dat in het rapport van het Russische Volkscom missariaat voor den Handel wordt er kend, dat de regeerings-organisatie van den handal van Rusland op het buitenland buigzaam genoeg is om het land den toevoer van alle artikelen te waar borgen die het noodig heeft. Bijgevolg moet men, zoo zegt het rapport, voor de vrije markt andere handelsvormen scheppen, welke gebaseerd zijn op 'net particulier initiatief. „Ekonomitsjeskaja Zjizn" wijst op de noodzaak om binnenkort maat schappijen voor -n- en uitvoer op te rich- :en, waardoor het aanknoopen van han delsbetrekkingen met het buitenland vergemakkelijkt zou worden. Ingevolge de hervatting der handels betrekkingen met andere landes begint men te Moskou den Amerikaanschen dollar te kiezen, die door zijn hoogen koers indruk maakt op de verbeelding der burgers. Niet alleen do onafhankelijke pers, maar zelfs het officieele orgaan der Sovjets te Moskou, de „Izwestya", no teert verkoops- en advertentieprijzen in dollars. Door de snelle daling van den Sov jet-roebel worden alle handels-trans acties m deze munt-eenheid onmogelijk gemaakt, en de kooplieden, die zich ge dwongen zien een vreemd devies als basis te nemen, kiezen natuurlijk het meest stabiele. De Sovjctregeering zelf verbiedt i rachan, dat zijn regeering eischt, dat strekt niet cat de dollar op de markt L-' e ts a Jik e t <a> ra De Avonturen van Barnauas naar het Engelscii van .1EFFERY FA KNOL vertaling, nadruk verboden). (geautoriseerde streng 62) „Ik vraag het maar omdat de klink niet goed werkt c-n in deze ver rukkelijke huurt, die zo notaten© nog turn hebben durven noemen en m «ie .- .aangrenzende broei kresen zijn allerlei soorten onkrui«I die op ©en onbewaakt oogenblik bij je komen binncnJoopen. Een heeleboel van die rare snuiters zijn hier den laatston tijd al geweest, vanochtend toen Bar rymaine weg was is er nog een bo ven gekomen een tyjj© met een bonton muts op. Maar, zooals ik al zei, u heeft misschien wel gomerkt, dat Chichester ni<al te vriendelijk jegens u gestemd is?' „Chichester?" zei Barnabas. „Ja!" „En het schijnt wel haast dat. hij Barrymaine ook in die richting wil beïnvloeden. De armo jongen is den lant.sten tijd heeïemnal uit hem zelfs met de gevangenis ge dreigd. En daarom is er steeds vol op drank geweest natuurlijk dcor middel van Chichester en hij schijnt u als zijn doodsvijand te'be schouwen er.. kortom, ik geloof dat lust mijn :.hcht is om u te waar schuwen!" Bedoelt u voor Chichester?" „Ik bedoel voor Barrymaine". „O", zei Bar abas met zijn hand aan zijn kiir maar waarom? „Nu, u zult u nog wei herinneren, dat hij den e enigen keer dat u hein heeft ontmoet, geneigd was om een... beo .tje driftig te zrn handtas telijk zelfs?" „Toen hij mij met «iie flesch aan viel, ja!" zuchtte Barnabas, „maar dat was todi zeker alleen maar om dat hij dronkon was?" „Ja-ja, inisto.tilien wel", zei Smi- vole, terwijl hij weer naar zijn bak kebaarden begon te zoeken, „maar vanmorgen was hij niet zoo dron ken als gewoonlijk". „En?" „En toch was hij heftiger dar. ooit en ging als een krankzinnige togen u te keer." „Ma.ir waarom dan?" „Hij had net weer een brief van Jasper Gaunl gekregen hier is hij!" ge- I Smivole bukte zich en raapte een ge- wono doen geweest. Gaunt hooft hr m j kreuk eld papier op dat in de asch nog meer don ooit achterna gezeten I gelegen had. streek het glad en over handigde het aan Barnabas. „Leest u maar, meneer, leest u maar!" zei hij ernstig dat zal u de zaai; wel dui delijk maken beter dan ik het kan. Ja, ieest u het maar, want het gaat ook over ui" En Barnabas nam den brief aan en las het volgende: Waarde lieer Barrymaine. In antwoord op uwe Missive aan gaande rente, waarin u om uitstel vraagt, neem ik nog eens de gelegen heid te baat om u or aan te herinne ren dat ik uw schuldeisclier niet meer ben, alleen zijn gevolmachtigde, <:oo- als do heer Beverley u zelf zal kun nen en ongetwijfeld ook willen be vestigen. Daarom ben ik gedwongen om bin nen dertig dagen betaling te eicellen; hcvift deze niet plaats dan zullen de gebruikelijke maatregelen genomen worden. Uwe gehoorzame dienaar Jasper Gaunt. Toen Beverley den brief had gele zen kreeg hij plotseling een aanval van woede; hij kneep het papier in ziin vuist samen, smeet het op den grond en zette er zijn voel op. „Een leugen!" riep hij uit, „een laffe, gemeen© leugen!" „Dus in liceft zijn schuli'ibcBente- niiesen niet gekocht, meneer' Bever- ley?" „Neen, neen! ik kon het niet doen. Gaunt had ze al verkocht en waarachtig, ik geloof dat de eigen lijke schuldeis citer „Ha", riep Smivole opeens, „de deur was met goed dicht, Beverley, kijk maar!" Barnabas schrok, koek om en zag dat de deur heel langzaam open „Ja, in orde, geef hem mij maar!1 I zei Smivole terwijl hij opstond, „'eet u Barrymaine?'* lijks was. I „Ja wat is er i" „16 dit misschien de brief, waar vos. '.^Neen, maar je kunt hem hier welu terug is^ gekomen? Met uw verlof. riep Barrymaine uit. Hij achter laten, en ikts ie datl^ „Achterlaten!" herhaalde het hoofd i „Ja, ja!" op boleedigden toon. „Achterlaten? greep den brief, scheurde hem Vorekskeze?)-, heeren, maar ik laat stukken en maakte een gebaar alsof me 'oneen ais ik dat doc! Ate u me- hij de snippers in den haard wilde «•in» ■Aüfcte voor stukic- terwijl zif er i heer Barrymaine niet ben. nou gooien toen stak hij ze in plaaw mïVttn^nS^ aamSóM naair ziton Misschien komt ie daar net daarvan in zijn zak. „Hier is ee» gul- met gespannen aanaacm naar zaxei i trap op en wat -aast is er den voor je", zei hu tegen den boot bij En werkelijk hoorden ze iemand werker, „dat is te zeggen D-dig - gespannen te kijken verscheen ex- op eens een 1 ÏS2Ü?'I &a«tigè~ëtappën "naar boven ko- wil je me even eexf g-guklen leenen. men; Smivole uitte een kreet van ik RonaldBarry, schrik gaf Barnabas een toeken om 1 plotseling. kebaarden; op het hoofd stond een vieze bontmuts. „Vorekskezeer. heeren", zei het hoofd eu keek hen met ronde oogjes aan, „ineheer Barrymaino neem me nie*. kwalijk wie?" „Toe", zei Smivole. die aan zijn bakkebaarden begon te trekken. „Maak dat je weg komt, verstaan?" „Maar vtorekskezoer heeren wie van u ?a dan meheer Barrymai ne?" „Wat moet je van hem, hè?" vroeg Smivole, wiens bakkebaarden er weer woest begonnen uit te zien „spreek op, vent!" ,.Ik 'eb een brief voor *m ten minste aan hem geschreven", ant woordde liet hoofd. „Er staat een B e'n een Na en «jen R en nog een en dan Y en dat is toch goed? En dan nog een M en een in don doakereten hoek te gaan zit-1 hel oog gekregen, die nog steeds in ton, liep dwars de kamer door en j zijn donkere hoekje zat. en nu duwde j kwam op den drempel tegenover Ro-'hjj Smivole op zij en bleef Barnabas naid BaVrymainc to staan. „Zoo, Barry!" zei hij, terwijl zoo ging staan, dat hii Barrymaine het gezicht op deu donkeren hoek be nam, „ben je weer teruggekomen?" „Ja ik ben teruggekomen!" ant woordde de ander op klagenden toon. ,,lk moest wel een brief verloren, moet hier achtergebleven zijn heb jij hem soms gevonden „Vcrekskezier meneer, maar heet u misschien Barrymaine, met uwe's verlof F' Het bebaarde hoofd was nu heele- aanstaren Zijn gelaatstrekken waren hij verwrongen van plotselinge woede zijn tanden schitterden tusechen de half geopende lippen. „Zoo ben jij lietvroeg hij, „Ja", zei Barnabas, en etond op. „Dus weer terug gekomen 5" „Ja zeker", zei Barnabas „veilig en welt" „U veilig f' „Tot nu toe" antwoordde Barnabas. „Je bent toch niet d-dronkenF' „Neen", zei Barnabas „en ook niet, bij uitzondering". maal de kamer binnen gekomen, en Barryniaine balde de vuisten en or kwam een klein dik prtrsoontje j deed een stap in de richting van Bar- achtoraan, die, naar de kleeren te nabas, maar toen hii den bootwerker oordeeleiv bootwerker of iele derge-1 in het oog kreeg, die nu naar voren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5