HAARLEM'S DAGBLAD Uit de Wereld. Journalistiek en Philantropie. ZATER 4 MAART 1922 VIEaDE BLAD IETS OVER SCHIJN EN WERKELIJKHEID. VERDAOHT VAN SPIONNACE. Lotgevallen van een Haarlemmer teitsteren en wij wezen tflkander met - k.m.l.nKqran Af *innAfl An An vt-r- Oiué oog an kunnen ons iie-- .(ltrttegéu. Hoe wij de uo u<si. Hoe men such ouüujcs aaiiMje en Utanel vouistezdé. Middeleeuw- scuo begnpi>en óaarom- lii'uIlL. v»penncus. In de vcigadwaaoi van een land, niti, ver \<ui uier, Beantwoordde ecxi.^oii tiju geieuén een lid der op- p<j&iv«e eau ïniausterieèle m&deaeo- Inig en begon zijn retië met deze YkouiMan: „ua mmüfiteu' ontleent zijn gtgove/us auai aimbteujfe© rapporten, Ui ...ar wat ut oaanegenovar zal stel len, zijn dingen, die ik heb geaten, gezien met ueze twee oog en." indcr- ouad, het getuigems van onze oogen |aj Kt ons oflWewrsprakelyk; en toch kunnen onze oogen het mis hebben: laten we, om iets te noemen maar etuis denken aam diet schijnbaar bijvuegon van een landschap, gezien vun uit etui in beweging zijnden trom: het landschap is onueweeg.ijk en dc scliijmbaar onbeweeglijke spoorwegcoupé is in vollen gang. .vis er iets ten- wereld is, waai- de ■werkelijkheid m vovslageux tegen spraak verkeert met den schijn, niet hetgeen onze oogeci zien, dian is dat wei do gedaarulo van onze wooav piaals, de aardt; en ita&r plaats liet üeclaL Thans is bet van alfie- meene bakeudiicid, dat de aarde een bol is, dio in 24 uren oan haar wentc.t en ln bijna 365 en eon kwart dag om de zon. Ziedaar- de werke lijkheid; maar nu de eohijn. Voor den bewonen* van iedere plaats cup aarde, onverschillig welke, lijikt zij een on me tc. ijk cia'kelvlak, dat afge wisseld wordt door bergen en heu- vtleat en dut bet koepelvormig he- melgewe.f draagt, waarlangs rich gebogen banen zou, maan en sterren bewegen en waarvan de beneden rand het aardoppervlak sdhijnt af to sluiten. Deze rand, de gezichtseinder of horizon i3 echtei' nooit te bereiken, hoever men ook in ©en bepaalde richting i*eist, steeds bevindt rich in het midden van den ka De aardie zalf lijkt onbeweeglijk, door allo eeuwen heen gegrondvest Sn bet middelpunt van het heelal. Waai* se en werkelijkheid «Kl ek;:: strijd zijn, ie het Bist te verwond n, dat men zidh in d© ihooge oudheid de aard© voorstelde aas een omueteuijke platte schijf. Maai* nu stond men voor een inoea- lijii vraagstuk, leder niet oiuter- stcand voorweip va'it naai' de aarde; maar nu de aarde zeil, waarom vait die niet? De ouxie indiièrs meerooien ou opiossihg gövouiden te heionen: die auiiiue woruit igouirageat, üacuten zij, Uuoi eun oi auear reusachtige odif tui ten. Maai' Wde Of wat ili'uagt ueze oan? D<ut- doet een nog 'reusachtiger Bcnildpad? aai de sciiiudipad, waarop raat ute? Ja, zoover moest men niet De Drioktui ion tijoe van Homerus (ongevoer lioo v. C.j eteioon zien de atu'uc voor ui© een ïauigwenpigescmji wemer al meting in de ndutmg wesi Oost aaflinuaiiiiinjk gi'OOter was utu' in ao ncntrng iNOordZuid. Dit iaat zien verkiuieu door dat de eerste Zoo, two zij bevoeren, ue M'uidenana- eclni zee was en de landen, om die reu gewogen, üe ©ei*ste waren, aie zij eenigszins leerden kempen, v an deze opvatting getuigen nog in onzen tijd ue namen Oosten*- en W ester-engte boord ei*- en Zuiderbreedte, eerste, toi* aanduidun» van afstanden op aarde in de rieüüng Westoost oi OostWest en de tweed© in ue npjitikig Noord—Zuid of Zuid Noouxt. De platte aardschijf werd voigone do Gróeksche opvatlmg om geven door desi stroom Okeanos. (Vandaar ons woord oceaan of irehiZ' - us den Griekscflien scltrijver lieauiuus, werd de aardschijf o houden door zuilen uu bevond zich op ge. ijko afstand tueechen het hemelgewelf ooi de onderwereld. Deze afstand was indertijd, meende hij, gemeten door het aanbeeld van den god der smeden (Vu'lcaoius), wolk voorweip ün negen dagen gen nachten, gevallen was van den hemel op aarde cn in evenzooveell tijd van do marde naar diein lartaruB (de Ondieirwweld). De' schijnbare dagreis der zon werd voorgesteld op de volgende wij ze: lederen morgen kwam do Zonne god op zijn met vurige rossen be spannen zonnewagen, voorafgegaan door do rosenvingorige Aurora (Da geraad), die do poorten van Oosten voor heaa ontsloot, uit zee te> voorschijn om zijn dagelijtksche reis aan het hemelgewelf to beginnen. Des avonds dook hij met zijn paarden in den Westelijken Oceaan om den vol genden morgen weer in ihet Oosten op te duiken en zijn dagreis op nieuw te beginnen. Zoodra die ton einde gebracht was en het zonnevuur gebluseht in de koele golven, kwamen de sterren aan den heineLDe sterren, zoo dachten nog vele Grieksche waarnemers voor tweeduizend jaar, waren vuren, die onderhouden wer den door uitdampingen de; en het duurde een geruimen lijd voordat men tot het inzicht kwam, dat de sterren zoowel bij dag ails bij «acht aan den hemel staan en dat wij zo alleen niet zien, omdat zij oversdhitterd worden door het voor ons alles overtreffende zonlicht, Ovenals een zwak geluid overstemd en onhoorbaar gemaakt wordt door sen, dut voel sterker is. Maar toen eenmaal uat was aangenomen, kwam men tot do gevolgtrekking, |dat do sterren, die men bij avond en nacht hun kringloop van het Oosten naar het Westen am de aarde zag volgen on dliio men op enkele na (de pl analen of dwaalsterren) léderen avond op denzelt'den tijd weer op de- Kelfd'e plaats aan don hemel zag, ge>- jlnrenide den tijd dat zij onzichtbaar waren hun Ocrtngioop voorzetten, 'dus: onder de aard© doorgingen. Dat (iv us gen reuzenschrede vooruit op .den weg. die leidde tot konnis der (waarheid. Eerst maakte men allerlei vo r on dorst el 1 Lrtgen om te verklaren, hoo dio loop onder do aarde plaats fcon hebben. Maar ten «lotte kwamen tolkelo groolo donkers der Oudheid we- tot de conclusie, dat do aarde aan alle zijde vrij ia en door xueta stoffe lijks ondereteund woruL Nadat Ireeds do beroemde wiskunstenaar Pythagoras (be eeuw v. C.) de inee- nmg geopperd had, dat de aarde eon b<n ós, werd de bolvorm der aarde bewezen dooi' Pannonidee van Elea (opgeveer 400 v. C.), lin wat nog steraar is, ook de uswentclmg der aarde werd door verschillend*) den kers en geietu-don dor Oudheid aan genomen tor vei'klaring van den schijnbaar dag el ijkschem omloop der hmieUiohamen, het eerst door Arie- tarcilius van Samos (onjjeveer 2G0 V. G.). ln de Middeleeuwen ging de reeds door de Ouden verworven kennis omtrent den vorm en de asbewegm; der aarde verloren en maakte z plaats voor do onnoozalsto begrippen Ook de aardrijkskundige kennis der Ouden, verworven door de Egyp- tenami, de Phenicaëns, de Uariüa.- gers m de Macedon iins en Grieken (ondier Alexander den Groots) waren voor een groot deel verloren gegaan. Maar ook hierin kwam verandering. De aardrijkskundige studiien der Arabieren, do reizen van Marco Polo in Azië (laatste kwart der 13e eeuw), de uitvinding van het kompas en de daardoor mogelijk geworden ontdek kingsreizen door Uemetiarum, door don groeten Genuees Columbus, door Portugeezen en Spanjaarden en Hollanders iledddon tot juister begrip van den vorm dei* aarde. Ja ze.fs, nog vóór de ontdekking van Amerika (1432), d'us vóór liet eind der Middel- '.oefuwen, waren or enkele eminente mannen, dio een helder inzicht had den in liet wezen der zaak, in de allereerste plaats de beroemde Kar dinaal Nicolaas van Cusa. Hij de zoon van een eenvoudigen sdiii>- per en «eborem te Kues aan <Ie Moe- sel, au had zijn opleiding genoten bij, de Broeders des Gemeanen Levens te Devantre. Hij is de eerste l onder de Middeleeuwsche geleerden, die de beweging der aarde om de zon erkende. Maar do onsterfelijke eer do leer van do bewegingen dei aardu en luuu* afhankelijkheid van de zon tot een stelsel te hebben uitge werkt era dasoxloor de grond) em&i te zijn van de nieuwere astronomi sche wetenschap, komt toe aan Co pernicus. Deze geniale wis- en ster- renlcumdfige kwam na een studie van dertig jaren tot hel besluit dat niet het heelal ln 24 uren om de aarde wentelt, maar de aarde in dienzelf den tijd om haar as, waardoor de ge lijke omloopstijden vom allo hemel lichamen op eenvoudige wijze ver klaard worden. Evenzoo verdedigde hij de stelling, dat niet de zon in den tijd van oen jaar om de aairde draait, maar integendeel de aarde met alle andere planeten om do zon. Alle latere onderzoekingen en ontdekkin gen op dit gebied hebben hem in het gelijk gestold, hoeveel tegenkanting zijn stelsel ook aanvankelijk bij velen ondervond. De bewondering voor de zen grooten man stijgt nog, wannen men bedenkt dat de verrekijker mus niet was uitgevonden, zoodat liij a3 zijn berekeningen met liet bloote oog had moetera verrichten. Het boek waattn lvij zijn stelsel uiteenzette, word gedrukt in 1543: op zijn sterfbed bracht men hem het eerste exem plaar. tijdens het bombardement van Yperen (België). Einde November 1914111 handgebaren de ruines en de ver schillende plaatsen, waar wij bran den ontdekten. Dat van terugkeeren naar de stad geen sprake kon zijn, zai ieder begrijpen. Een paai' malen De voorboden van het op- en aan-, naar beneden turende zagen wij onze rukkende Duitscbe leger hadden niet' vrCuweu naax ons kijken .en tevens nagelaten op de bevolking van netlooit militairen. Vreemd kekeu mooie stadje Yperen een ver.ammen-J Wy op loeD W1J beneden aangekomen den invloed uit te oefenen. Klemmen-' - t door een Franschen officier met eeni oer en heviger werd liet angstgevoel,manschappen met revolvers in de naar mate de berichten enistigar wer- hand werden gearresteerd. Op onze den en het bulderen der kanonnen verwonderde vraag wat dit te betee- zoo zeker mogelijk de komst der kenen iiad, beschuldigde hij ons van Duitsche etrijdniachten aankondigde. m v£rslanclboudmg te staan met den Wanhoop maakte ach meester van x^^en vijand en door middel van Ypereiis burgerij. Wat zoo zeer ge- onze gebaren op den toren teekentn werd gobcurde, ondanks ver- hebben gegeven van de ligging der twijfeling en verwenschmgen; het ons pransche militairen in dit doip. zoo bof geworden Yperen werd ge- vrouwen zagen dit alles met bombardeord dood en vernieling met traneil de oog^ aan. doch kon- zien brengend. den op dat moment niets doen om i™??r€n,! m<it 1.'a?r bevöl?.in« _van ons te bevrijden. Gevankelijk werden 17000 zie]en, met haai Kantindustrie, wj weggevoerd, begeleid door Fran- haar oudheden zooals de „Hallen' gendarmen naar het naibijgele- (stadtaus) en omringd door mooie gen dorp oost^Vleteren, (een half dichtbegroeide wallen en vestingwer- uur gaans door den modder) alwaar ken. Het Yperonthans als weggohoofdkwartier der Fransche gen- «agcl van de landkaart. darmerie gevestigd was. Een boerde- I rij, die tot gevangenis was itigo- Een groot deal der rustige bevol- richt, werd oub als verblijfplaats aan- king had als govolg van het vreeselijk bombard amant do stad verlaten, met achterlating van al huar have en goed, trachtend een goed heenkomen te vinden in het onbezette gebied. Slechts zij, die iets meer durf had- Letteren en Knnst INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. In „Eigen Haard" schrijft Rosa Spanjaard over don kunstenaar Alex andre Steinlen. Een enkel citaat uit het artikel, waarin het leven van Steinlen en' zijn beteekenis uitvoerig worden geschetst: Het eerst mocht ik Steinlen ont moeten in do zalen der galerie do la Boètio to Riiriis, to midden zijner werken oen kunstenaurstypo, niet froot, grijzend haai' en baardje, et ronde goziolit staan flikkerend van geest, de licht spottende donkere oogeD. Autodidact is hij feitelijk, toe ken- of schilderschool heeft lui nim mer doorgeloopeude natuur slechts, was hem leerschool, hoe intens, hoe devoot heeft hij in deze school ge studeerd. Het journalistieke teeken- werk, zoo zeido hij mij, heeft voor hem afgedaan, bij het begin van een kunstenaarsloopbaan is net geen kwade, gymnastischo oefening, den duur- werd hein echter „z< worstje waarvan men iedere week een plak afsnijdt." té gebonden, machinaal ook, men zou zelf verstar ren tot cliché, en naar een vast type werken. Bovendien hield men v< studie geen tijd genoeg over. Ook schilderen doer bij graag, op deze tentoonstelling hingen vele groote doekcu, portretten, soldaten, negertypen, ook een bijbelsch onder werp Boaz en Ruth, treffend door uitdrukking en Boberheid van opvat uitdrukking en soberheid van opvat ting. Toch missen wij in de schilde rijen de frise.hhcid, do spontaneïteit; de kracht en 't vibreerende leven die er zijn in zijn teekeningen, het is alsof er de emotie ontbreekt die zijn teekeningen en krabbels leven inblazen, ook vinden wij er niet den gloed, het licht en bruin in, zoo fas- cineerend in zijn grafieh werk. Hier is Steinlen colorist, als schilder heeft hij veeleer iets droogs, iets koels en stugs en afgemetens dat niet in over eenstemming is met zijn warme na tuur. Van S. K.ilff oen slotartikel over zeemanspreekwoordenvan Ralph, Springer een schets't Verhaal van Marietje mr. It. E. Kiolstra schrijft een bijschrift bij oen portret van prof. dr. H. Blink, dio onlangs zijn 70en verjaardag vierde. In „Floraua" een bijdrage over plauton en bloemen in Zuid-Frankrijk en een over bloemschikken van Mimosa takken. gewezen, In den koestol tusschen allerlei vreemd gespuis kwamen wij terecht, 'bewaakt door een schildwacht; hier vond men Fransche deserteurs, Dun- ,6cbe krijgsgevangenen, zwarte Senga- den en niet wisten waarheen, trot- leeren (Fransdie hulptroepen) uie sc-eiden met ware doodsverachtlngihadden getracht zioh door middel van lichamelijke verminking aan den didnst te onttrokken. Wat waren wij droovig te moede, want hoe on schuldig ook, wij wisten maar al te goed wat inet zeggen wiido verdacht te zijn van spïonnage. In gedachten zagen wij ons al geblinddoekt om ge- fusüleerd te worden; wij waxen dan het elke minuut gevaarlijker in de overgebleven bouwvallen. Eindelijk toch kon het niet langer, sterven of vluchten om dan mis schien toch een wissen dood tegemoet te gaan. De granaten fluiten boven onze hoofden en bestoken zonder op houden de gebouwen, duidelijk spo ren en soms ook lijken achter- ook ten einde raad. latende. Inderhaast wat lijfgoederen bijeen gepakt en verder aLies, alles achterlatende, aanvaarden wij met enkele buren, mijn vrouw en ik de vluchtI Waarheen Eén onzer buren heeft familie in het dorpje West Vleteren, ongeveer 3 uur gaans verwijderd van Yperen. Het koude, gure weer maakt de stem ming der vluchtenden nog somber der. Vluchten om den dood te ont- loopen, den dood, die zich. telkens dreigend achter ons op den reeds afgelegden wég liet zien. Bijna had den wij de stad verlaten toen een vreeselijk gehuil door liet luchtruim ons de komst van een zwaren bom aankondigde. In on2.1a doodsangst zochten wij bescherming tegen de mu ren der huizen; een vreeselijke uit barsting volgde on op geen 40 M. at- stand achter ons op den afgelegden weg verhief m*li een wolk van stol, veroorzaakt dooa* het ineenstorten vuil een groep huizen, waarvoor even te voren nog ©enige kennissen van ons stonden, die ons bij het pub- seerai een vaarwel hadden toegeroe pen. Terug naar de plaats des onheils durfden wij niet, immers hel geloei en gedomli'i* der ontploffende gra naten en bommen begon steeds toe ie nemen. Er van bewust, dat we Hiara een doodsgevaar waren ontkomen, bevonden wij olie eindelijk op den weg van Yperen uw Veunie, waar aan ook hel dorpje West Vleteren lag. dat ons vluchtoord zou moeten wor den. 't Werd «chtex moeilijker naarmate wij een grootereu afstand aflegden. Immers hadden enkele» onzer hun ne kinderen mee te voeren, do stum pertjes; ach hoe herinner ik mij nog hun angstgesohreiI Overal de verwoestingen van den oorlog; de we gen slecht begaanbaar, vernield ais zij waren door het vervoeren van hei zware oorlogstuig. De honger plaagde ons en vooral de kinderen niet weinig. Maar hoe zouden we aan eten no men? Daaa- paos eerden we een akker waarop bevroren herfslraapjes ston den. Daarmede stilden wij onzen hon ger en voelden wij den wrok in ons gemoed grooter worden. Eindelijk, na een langen, moeilij ken tocht langs allerlei achterweg]es en paden (de hoofdwegen mochten wij niet volgen, omdat dezen slechts gebruikt mochten worden voor het troepenvervoer) zagen wij aan den gezichtseinder den kerktoren van het dorpje West Vleteren een toren die mij noodlottig zou worden, zooale hieronder blijken zal. Het Meek, dat het dorpje reeds overbevolkt was met gevluchte Yparlingen, zoodat het be komen van onderdak uiteraard zeer moeilijk zou gaan. Bijna zakte ons de moed in de schoenen, toen een on zer geburen er tenslotte in slaagde een onderkomen tc vinden voor ons groepje van twaalf personen, bij een timmerman, die tegenover de kerk woonde. Wat waren wij gelukkig in het vooruitzicht eindelijk, na zooveel rustelooze naohten t6 Yperen doorge bracht te hébben, ons vermoeid lichaam te kunnen uitstrekken wat houtkrullen, daar eenig bedgerij natuurlijk niet voorhanden was zeifs al het stroo roods was opge vorderd voor la-', krijgsvolk. Enfin wij waren onderdak en dat was hoofd zaak. Het huis waarin wij waren geher bergd en gelegen tegenover hel kerk gebouw, was vol vluchtelingen, die elkander in den weg liepen. Doch wij hoopten dat het verblijf aldaar van korten duur zou zijn, en wij spoedig weer naar de stad terug zou den kunnen keerea. Die hoop bleek evenwel ijdel, want ongeveer zes we ken lang hebben wij duax als vluch telingen doorgebracht. Door de Fransclio bezettingstroepen was het aan de burgerij ten streng ste verboden zich op straat te ver tonnen. Op zekeren dag noodigde onze „kostbaas", do timmerman, die het opzicht over do kerk had, ons uit eens eeu kijkje te nemen in dat ge bouw. Dit Godshuis echter was in gebruik genomen door de Fransche militairen, die or hun bivak in had den opgeslagen. Na beneden een kijk je te hebben ge.notmen, wilden wij ook den toren beklimmen. Onze geleider had den sleutel daarvan en nieuws gierig betraden wij dera opgang, wel ke naar boven voerde. Wij genoten werkelijk van hot prachtige panora ma, dat het vergezicht van dien to ren ons bood. Duidelijk zagen wij ue brandbommen onz© lieve stad Yperen Eten werd ons niet verslrektl ln de voerbakken der niet meer aanwezige koeien vonden wij wat sui kerbieten, waarmede wij orta maai deden. Zoo verhepen er twee volle dagen zonder ook maar iets van dé buiten wereld te vernemen. Onze vrouwen hadden echter niet stil gezeten. Op den dag onzer arrestatie ver voegde zich in den numiddug ten huize van onze „koetvrousv een Fransche militaire dokter die een ge- detiLtc V33i het huis Vtirlongho ooi aal in te richten tot een bureau voor deu geneeskundigen dienst. Men zal wel begrijpen, dat hij allerminst vrien delijk werd ontvangen, vooral daar de huisvrouw te veel onder den in druk was van de behandeling haar man en one aangedaan. Naar aan leiding van de vraag van den Fran schen dokter, „waarom toch ai die treurende gezichten", werd hem de geiieele toedracht der zaak medege deeld. De goede man heioofde dan ook zich in verbinding te zulten stol len met den commandant over de gevangenen en kreeg do belofte, dat hij de twee kamers voor bom en zijn staf zou kunnen krijgen. Dadelijk begon hij met werk te ma ken voor onze bevrijding. Hoewel wu natuurlijk niet w dat die dokter zich tot den gendar merie-commandant had gewend, on dervonden wij den derden dag van onze gevangenschap een kleine ver andering ten goede, want ons werd toen een andere verblijfplaats aan gewezen, n.l. een schuur, het stoox- nok genaamd, dat men bij elke Bel gische boeiderij vinden kan. Het was een steegien gebouwtje met eeu open haard waarin enkele stoelen en een paar tafels een plaatsje vonden, een gebouwtje, waarin gewoonlijk hei voeder voor koeien en varkens werd gekookt. Wij kregen nu ook wat brood en warm drinken, ons ge bracht door een dorpeling, dien wij daarvoor betalen moeten. Dat waa het eerete menscheüjke voedsel, wat wij in drie dagen hadden gehad. De dokter had zooals wij later ver namen den commandant der ge vangenen bezocht, hem het geheeie geval uiteengezet en hem er op axtent geiflaakt, dat er bij ons troepje een Hollander was, die toch het recht had om zich tot zijn Consul te wen den, maar deze bevond zich in Duin kerken en het zou dus geruimen tijd duren, voordat deze zijn invloed op mijne gevangenschap zou kunnen doen gelden. Ook de ingewonnen in formaties naar ons vorledan waren hoei gunstig, er was nooit iets op ons te zeggen geweest on tastbare büwij- zen, dat wij in verstandhouding met de Duitschers stonden, waren op ons niet bevonden.AAes rustte daarom op blooto vermoedens. Men moet niet onderschatten het feit, dat al wat soi dnat was, hstzij Btilg, hetzij Fran schen een zeikeren wrok of afgunst, misschien ook| wiel geringachting koesterde tegen de burgers die niet, zooals zij, in hét léger stonden en die daarom beschouwd werden als nietsdoeners. Dc commandant der gevangenen werd dan ook ©enigs zins huiverig om zich in zoo'n wes pennest te steken en verwensclit© steliig den Franschen officier West-Yleteren, die. ons gevangen genomen had en wel wat bard van stapel geloopen was. Maar was oorlog en men kon niemand ver trouwen vooral geen bulten!an. tiers' Enfin, hij wilde van de geheeie boesah af en op den avond van den 4den dag werd ons aangezegd dat wij den volgenden morgen in vrijheid zouden worden gesteld. Ouzo blijd schap was greaizenioos, als kinderen dansten wij in de oude schuur op en neer. Het leven behouden en wij, die hadden gedacht onze vrouwen en kin deren nooit meer terug te zullen zien, zoo opeens in vrijheid tc worden ge steld. neen, liet was te mooi om dat te gelooven. Den laatsten nacht kochten wij eenl ge takkebossen en legden een flink vuur aan in het hok, dat ons tot woon plaats diende, daar van slapen dien nacht, tengevolge der emotie waarin wij verkeerden, wel niet veel zou ko men. Bij hot aanbreken vail den dag üiet was in December bekeken wij elkander eens ©n het viel ons toon op, dat wij er zoo ellendig uitzagen van 4 dagen ontbering, en geril nacht rust. Wij leken jaren ouder te zijn geworden en dat was dan ook geen wonder, onzen doodsangst in merking genomen. Nu y en verlangend keken wij steeds naar dé deur die ons de vrij heid moest hergeven. Het werd 8 uur, 9 uur en nog niets. Ach, wui duurt wachten dan lang. EmdeJijk sloeg de dorpsklok half elf en de pier kwam ons zeggen, dat wij den commandant moesten komen. Op zijn bureau sprak dc man ons en wees er ons op dat wij nooit v een dergelijk avontuur moesten uit lokken en er vooral om moesten deu ken, dat wij, die geen militairen waren gauwer onder verdenking vie len een strafbaar foit tc hebben ge pleegd dan iemand die onder mili taire tucht stond. Hij deelde ons me de, dat wij onze spoedige bevrijding! hadden te danken in hoofdzaak aan de bemoeiingen van den Franscücn dokter. Wij konden gaan!1 Dit verlossend woord klonk one als engelenmuziek in de ooren en wij maakten vlug dat wij dit droevig oord konden verlaten. Toen wij buiten kwamen, wat ge voelden wij ons gelukkig, wat had den wij de zon iief, dio we in geen 5 dagen gezien hadden. De weg naar ons vluchtoord was gauw afgéJÉgd onder vroolijk ge praat. Middelerwijl had. ouzo goeie dok ter de vrouwen verwittigd, dat onze bevrijding op komst was. Ook onder hen groote blijdschap. Men vei plaat se zich eens eeu oogenibnik im hun geestestoestand. Mijn vrouw, de eeni- ge Hollandsehe ter plaatse, niet we tende, of zij zich tusschen vriend of vijand bevond, doorleefde even ban ge dagen als ik in mijn gevangen schap. Immere beiden hadden wij de laatste dagen ondervonden, dat tie Fransche bezetting stellig meende, dat Holland aan liet Duitsche leger doortocht had verleend door Hol- lamdsch-Linïburg; dat bleek uit de verwijtingen, welke men ons dienaan gaande herhaaldelijk deed. Zij toch vooral waande mij reeds veroordeeld om te worden gefusileerd. Dat de we- derzijdsciie vreugdo bi| de weder ontmoeting van hen dio ons lief wa ren, groot was, zal iedereen begrij pen. Toen wij aldus weer tezamen wa ren, besloten wij deze plaats, die zul ke onaangename herinneringen na liet spoeoig te verluien en nog liever binnen de geteisterde wallen van ons Yperen te vertoeven. Inderdaad zijn wij nog eenige da gen in Yperen's bouwvallen geble ven, doch spoedig moesten we het opgeven en zagen wij ons gedwongen ailes, alles achter te laten en vlucht te nemen naar Holland, vlucht die ook lang niet gemakkelijk ging. Arm en geruïneerd kwamen wij in Holland aan. (Op aanwijzing van den Inzender lieeft de Arlministratio van Haar- Ijm's Dagblad Tien GuJden gezon den aan den lieer Th, Limperg, ten hate der tulberculoso-bestrijding.) EISCHEN VAN VOORCEOEFEND- HEID. ..Si.-Crt." no. do bevat een EL. B. van 27 Febr. j.J. f„SUbl." no. 91), houdende vaststeliin2 vali de eisdie„ van voorgeoefenuheia.Daarin wordt toe paald dat in afwaentiug van de aeii- nitïeve vaststel.nig van de eiscben van voorgeoeiaidheid voorloopie a~& zoo danig geiden.de eischon, vermeld on der I en U van de beschikking van den minister van Oonog van 20 Dec. 1920. Hii die voldoet aan doze eiscben ontvangt hiervoor een door den mi nister van Oorlog vast te z te Hen bewijs van voorgeoefendheid. Het door een vrijwilliger bij den vriiwiliigen landstorm verworven be wijs van Yoorgeoefoudheid vervalt twee jaren na het tijdstip. waarop diens verbintenis 'bij den vrijwiiiigsn landstorm wordt verbroken. De vrijwilliger is op straffe van nietigheid van het verworven bewijs vaai voorgeoefendheid gehouden, zoolang daarop de datum van verbre king dei' verbintenis door den ver- bandscomimandant niet is ingevuld, dat bewijs jaarlijks op 1 Mei aan dien commandant ter -afteekening aan te bieden. Indien oen belanghebbende, die overigens tot een verbintenis bij den vriiwill.igen landstorm zou kunnen wordien toegelaten, op zijn desbetref fend verzoek riiet in do gelegenheid kan worden gestekl in of nabij zijn woonplaats de opleiding te volgen voor het bewijs van voorgeoefendheid voor het door hem aangewezen wa pen. is hij gerechtigd te zijner tijd zonder bij den vrijwilligen landstorm te min geoefend aan het examen voor het bewijs van voor geoefendheid voor dat wapen deel tc nemen. Ver werft belanghebbende daarbij het be wijs van voorgeoefendheid. dan blijft dit van kracht tot twee jaren na den datum van uitgifte. De beooTdeeling, in hoeverre voor den bolanghebbenae in oi nabij zijn woonplaats gelegen heid besta-at tot opleiding, berust bij den inspecteur van den vrijwilllgen landstorm. Voor de opleiding buiten den vrij- wüügen landstorm worden geen gel den beschikbaar gesteld of hulpmid delen verst rokt. Dit besluit wordt gerekend 1 Maart jj. in werking te zijn ectreden. RIJWIELEN DER RIJKSVELD WACHTERS. Naar aanleiding het verslag der Tweede Kamer over de suppletoire Justiüe-beei'cctBig 1921, heeft de minister van Justitie een nota ingezonden, waarin hij den post van f 65.000 specificeert. naamd als vergoeding voor onderhoud van eigen rijwielen, welke door de Rijksveldwachters in dienst gebruikt worden. Een vergoeding van f 5 per hoofd en per jaar vastgesteld. EEN HISTORISCH PLEKJE). Vanwege het departement vtn Oorlog zijn op den vestingwal van Den Bniel aan het einde van het Dijkslop (aan welks Oosteinde J an Pieterz. Coppel- sfcock woonde) nu Inderdaad de gropdl- slagem van dc vermaard» Noordpoort gevonden en reeds voor een groot ge deelte blootgelegd. Daar uit blijkt, dal de poort 15 M. lang en 9 1/2 M. breed was. de doorgang 4 1/2 Xf. be sloeg en dc zijwanden 2 1/2 XL dik waren. In het jaar 1625 Is deze poort onder de aarde van den vestingwal de lang verbeide dag aan- veixiwenen. Thans kan mep staan precies op de plaats, waar de Water geuzen op Dinsdag 1 April 1572 on geveer half negen fai den avond luwr bestormd hebben. BESMETTINC DOOR ONVERPAKTE LEVENSMIODELEN. In het .Maandblad tegen de Ver- valsahingen' doet dr. Van Hamel Roos een ernstig beroep op de mede werking van het pujbiick, bij de too- passing van ae meest elementaire en hygiënische beginselen, nl. bij het behandelen van dt veelal zoo uiterst onzindelijke LrélaolmKide.cn - na tuurüik in de eerste plaats hél papier geld en niet te vergeten <ie bedui melde centen door dezelfde han den. die onverpakte waren in papier of in zakjes afleveren. Wel bestaan er vele groote winkels waar betaling en aLevering behoor lijk gescheiden ziin, doch ir> hoeve.© ontbreekt dit niet, zegt de schrijver, en moet men niet gruwen van een af levering vooral van vlcesch- en vet waren en banketbakkers artikelen, die u door handen worden toegereikt, welke aooeven in tal van goore gul dens en rijksdaaldtirpapiertjo en cen ten graaiden, die wie weet hoeveel kiemen.van besmetting bevatten Het puibliek kan in deze belangrijke kwestie zelf een zeer groote verbete ring brengen, door zooveel mogelijk behoorlijk verpakte artikelen te eieohen, en waar dit ondoenlijk is, speciaal die winkels te kiezen, waar de betaling aan een of meer personen geschiedt ,die niet met de levens middelen in directe aanraking ko men. „MLocht het mogelijk zijn deze kwes tie ianj^ wetüeiijken weg op te lossen en daarbij tevens dc uitstalling en verkoop van onverpakte levensmidde len op den openbaren wee behoorlijk te regelen, dan bevólen wij haar in de ernstige overweging der autoritei ten aan, daar rij met de publieke ge zondheid Steeds, maar natuurlijk voor- ai in tiiden van epidemische ziekten, ten nauwste samenhangt. HET VERLIES OP DE KOLEN- VOORZIE HI H C. Volgens het Voorioopig Verslag der Tweede Kamer op het wetsontwerp tot aanvulling en verliooging van hoofdstuk X der Staatsbegxooting 1922 (dekking van het verlies op de kolen voorziening klaagden verschei dene leden over het groote bedrag, dat wordt aangevraagd om het verlies op de kolenvoorziening te dekken. Zij hadden met teleurstelling van dit wetsontwerp kennisgenomen en vroe gen ,of dit verlies niet te voorkomen zou zijn geweest. Bezwaarlijk kan worden beweerd, zoo merken zij op, dat de centrale regel mg van de ko lenvoorziening tot de beschikking over betrekkelijk goedkoop© kolen voor huisbrand en bedrijf heeft geleid. Integendeel, deze voorziening was duur en sleohl. Dat thans een zoo groot -bedrag moet worden aango- maaed, om de geleden verliezen to dekken, had 'bij dezo_ leden veel ont stemming gewekt. Zij aohten liet im ieder geval niet gemotiveerd, dat aan hen die dit verlies niet hebben weten te voorkomen, ln de Memorie van Toelichting dank wordt gebracht voor hun bemoeiingen. Andere leden konden zaoli met deze opvatting niet vereenigen. De steen kolen voorziening is een tak van crisis- zorg geweest, die meer bevredigend heeft gewerkt dan de móeste andere. Dat ten slotte groote verliezen werden galedpn, kan bezwaarlijk aan het beleid van de leiders '.-an deze voor ziening geweten worden. Sommige leden betreurden bet dat de Staat aan het C. V. B. ga£*amie heeft verleend van zoo verstrekkende gevolgen. Zij merkten op. dat <rit niet zonder medewerking van de Slat en-Generaal had mogen ge schieden. Verscheidene leden vestigden de aandacht op een aan deze Kamer ge richt adres van de N- V. „Exploitatie Louise Groeve" te Heerlen, waarbij deze zich beklaagt, dat rit door wille- keurige handelingen van dc R. K. D. ten aanzien van de exploitatie van haar bruinkoolveld. Grootheide be langrijk nadeel heeft geleden. Zij vroegen, of de grieven van deze ven nootschap iuipt ziin en of zij inder daad aanspraak kan maken op schade vergoeding Verscheidele leden sproken er hun teleurstelling over uit. dat, naar uit de Memorie van Toelichting schijnt te moeten worden opgemaakt, het geschil tu.3chen de rogoering en net C. V. B. over de bestemming van het z.g. resti tutie fonds aam do beslissing van do rechterlijke macht zal worden onder worpen. Zij (meenden te mogen ver wachten, dat de grootverbruikers ten slotte wel genoegen zouden hebben genomen met de restitutie van het destijds -geheven bedrag van f 9.25 per ton. waardoor zij toch nog beter uit zou ziin. dan de overige afnemers, die op <la betaalè/e risico promt* van f 3.75 per ton geen verhaal heb ben. Andere leden waren van oordeel, dat voor deze verwachting geen grond bestaatde groot-verbruikers eischon het bedraff, waarop zij meen en recht te hebben OPRICHTING HULPFONDS VOOR WETTELIJKE SOCIALE VER- ZEKERINC. Wij omvingen het volgende commu niqué Bij de wet zija thans reeds onder scheidene maatregelen getroffen, die tal van personen den waarborg schenken, dat ouderdom, invaliditeit ea straks ook ziekte, niet tot gevolg zullen hebben een maatschappelijke afhankelijkheid, waaraan langs den weg van armenzorg zijn te ontkomen. Dc ervaring heeft echter thans reeds geleerd, dat zich tel kens omstandigheden voordoen, waar door aan hen, die van dc sociale verze kering zouden kunnen profitcercn, do voordeelen daarvan ontgaan tengevolge van onvermogen om aan hunne gcldiTij- 5 verplichtingen te voldoen. Gedacht wordt, om enkele voorbeel den te noemen, aan de vrijwillig® oudcr- domsverzekering, waarvan menigeen zou illen gebruik maken, indien hij de pre mie maar kon betalenen gevallen, waarin con invalids geworden verze kerde, verzorging of rente zou kunnen genieten, indien dc wachttijd maar ver vuld was. Tegenspoeden van velerlei aard verhinderen vaak tijdelijk de beta ling van de verschuldigde premie. De nuttige werking van de wettelijke verze kering wordt in deze cn andere gev allen krachteloos. De armenzorg-instellingen hebben zich bereid verklaard in dergelijke gevallen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 13