HAARLEM'S DAGBLAD
Uit de Wereld.
Journalistiek en Philantropie.
ZATER 4 MAART 1922
VIEaDE BLAD
IETS OVER SCHIJN EN WERKELIJKHEID.
VERDAOHT VAN SPIONNACE.
Lotgevallen van een Haarlemmer teitsteren en wij wezen tflkander met
- k.m.l.nKqran Af *innAfl An An vt-r-
Oiué oog an kunnen ons iie--
.(ltrttegéu. Hoe wij de
uo u<si. Hoe men such
ouüujcs aaiiMje en Utanel
vouistezdé. Middeleeuw-
scuo begnpi>en óaarom-
lii'uIlL. v»penncus.
In de vcigadwaaoi van een land,
niti, ver \<ui uier, Beantwoordde
ecxi.^oii tiju geieuén een lid der op-
p<j&iv«e eau ïniausterieèle m&deaeo-
Inig en begon zijn retië met deze
YkouiMan: „ua mmüfiteu' ontleent zijn
gtgove/us auai aimbteujfe© rapporten,
Ui ...ar wat ut oaanegenovar zal stel
len, zijn dingen, die ik heb geaten,
gezien met ueze twee oog en." indcr-
ouad, het getuigems van onze oogen
|aj Kt ons oflWewrsprakelyk; en toch
kunnen onze oogen het mis hebben:
laten we, om iets te noemen maar
etuis denken aam diet schijnbaar
bijvuegon van een landschap, gezien
vun uit etui in beweging zijnden
trom: het landschap is onueweeg.ijk
en dc scliijmbaar onbeweeglijke
spoorwegcoupé is in vollen gang.
.vis er iets ten- wereld is, waai- de
■werkelijkheid m vovslageux tegen
spraak verkeert met den schijn, niet
hetgeen onze oogeci zien, dian is dat
wei do gedaarulo van onze wooav
piaals, de aardt; en ita&r plaats
liet üeclaL Thans is bet van alfie-
meene bakeudiicid, dat de aarde een
bol is, dio in 24 uren oan haar
wentc.t en ln bijna 365 en eon kwart
dag om de zon. Ziedaar- de werke
lijkheid; maar nu de eohijn. Voor
den bewonen* van iedere plaats cup
aarde, onverschillig welke, lijikt zij
een on me tc. ijk cia'kelvlak, dat afge
wisseld wordt door bergen en heu-
vtleat en dut bet koepelvormig he-
melgewe.f draagt, waarlangs rich
gebogen banen zou, maan en sterren
bewegen en waarvan de beneden
rand het aardoppervlak sdhijnt af to
sluiten. Deze rand, de gezichtseinder
of horizon i3 echtei' nooit te bereiken,
hoever men ook in ©en bepaalde
richting i*eist, steeds bevindt
rich in het midden van den ka
De aardie zalf lijkt onbeweeglijk,
door allo eeuwen heen gegrondvest
Sn bet middelpunt van het heelal.
Waai* se en werkelijkheid
«Kl ek;:: strijd zijn, ie het Bist
te verwond n, dat men zidh in d©
ihooge oudheid de aard© voorstelde
aas een omueteuijke platte schijf.
Maai* nu stond men voor een inoea-
lijii vraagstuk, leder niet oiuter-
stcand voorweip va'it naai' de aarde;
maar nu de aarde zeil, waarom vait
die niet? De ouxie indiièrs meerooien
ou opiossihg gövouiden te heionen: die
auiiiue woruit igouirageat, üacuten zij,
Uuoi eun oi auear reusachtige odif tui
ten. Maai' Wde Of wat ili'uagt ueze
oan? D<ut- doet een nog 'reusachtiger
Bcnildpad? aai de sciiiudipad, waarop
raat ute? Ja, zoover moest men niet
De Drioktui ion tijoe van Homerus
(ongevoer lioo v. C.j eteioon zien de
atu'uc voor ui© een ïauigwenpigescmji
wemer al meting in de ndutmg wesi
Oost aaflinuaiiiiinjk gi'OOter was utu'
in ao ncntrng iNOordZuid. Dit iaat
zien verkiuieu door dat de eerste
Zoo, two zij bevoeren, ue M'uidenana-
eclni zee was en de landen, om die
reu gewogen, üe ©ei*ste waren, aie zij
eenigszins leerden kempen, v an deze
opvatting getuigen nog in onzen tijd
ue namen Oosten*- en W ester-engte
boord ei*- en Zuiderbreedte,
eerste, toi* aanduidun» van afstanden
op aarde in de rieüüng Westoost
oi OostWest en de tweed© in ue
npjitikig Noord—Zuid of Zuid
Noouxt. De platte aardschijf werd
voigone do Gróeksche opvatlmg om
geven door desi stroom Okeanos.
(Vandaar ons woord oceaan of
irehiZ'
- us den Griekscflien scltrijver
lieauiuus, werd de aardschijf o
houden door zuilen uu bevond
zich op ge. ijko afstand tueechen het
hemelgewelf ooi de onderwereld.
Deze afstand was indertijd, meende
hij, gemeten door het aanbeeld van
den god der smeden (Vu'lcaoius),
wolk voorweip ün negen dagen
gen nachten, gevallen was van den
hemel op aarde cn in evenzooveell
tijd van do marde naar diein lartaruB
(de Ondieirwweld).
De' schijnbare dagreis der zon
werd voorgesteld op de volgende wij
ze: lederen morgen kwam do Zonne
god op zijn met vurige rossen be
spannen zonnewagen, voorafgegaan
door do rosenvingorige Aurora (Da
geraad), die do poorten van
Oosten voor heaa ontsloot, uit zee te>
voorschijn om zijn dagelijtksche reis
aan het hemelgewelf to beginnen. Des
avonds dook hij met zijn paarden in
den Westelijken Oceaan om den vol
genden morgen weer in ihet Oosten
op te duiken en zijn dagreis op
nieuw te beginnen. Zoodra die ton
einde gebracht was en het zonnevuur
gebluseht in de koele golven, kwamen
de sterren aan den heineLDe sterren,
zoo dachten nog vele Grieksche
waarnemers voor tweeduizend jaar,
waren vuren, die onderhouden wer
den door uitdampingen
de; en het duurde een geruimen lijd
voordat men tot het inzicht kwam,
dat de sterren zoowel bij dag ails bij
«acht aan den hemel staan en dat
wij zo alleen niet zien, omdat zij
oversdhitterd worden door het voor
ons alles overtreffende zonlicht,
Ovenals een zwak geluid overstemd
en onhoorbaar gemaakt wordt door
sen, dut voel sterker is. Maar toen
eenmaal uat was aangenomen,
kwam men tot do gevolgtrekking,
|dat do sterren, die men bij avond en
nacht hun kringloop van het Oosten
naar het Westen am de aarde zag
volgen on dliio men op enkele na (de
pl analen of dwaalsterren) léderen
avond op denzelt'den tijd weer op de-
Kelfd'e plaats aan don hemel zag, ge>-
jlnrenide den tijd dat zij onzichtbaar
waren hun Ocrtngioop voorzetten,
'dus: onder de aard© doorgingen. Dat
(iv us gen reuzenschrede vooruit op
.den weg. die leidde tot konnis der
(waarheid. Eerst maakte men allerlei
vo r on dorst el 1 Lrtgen om te verklaren,
hoo dio loop onder do aarde plaats
fcon hebben. Maar ten «lotte kwamen
tolkelo groolo donkers der Oudheid
we-
tot de conclusie, dat do aarde aan
alle zijde vrij ia en door xueta stoffe
lijks ondereteund woruL Nadat
Ireeds do beroemde wiskunstenaar
Pythagoras (be eeuw v. C.) de inee-
nmg geopperd had, dat de aarde
eon b<n ós, werd de bolvorm der aarde
bewezen dooi' Pannonidee van Elea
(opgeveer 400 v. C.), lin wat nog
steraar is, ook de uswentclmg der
aarde werd door verschillend*) den
kers en geietu-don dor Oudheid aan
genomen tor vei'klaring van den
schijnbaar dag el ijkschem omloop der
hmieUiohamen, het eerst door Arie-
tarcilius van Samos (onjjeveer 2G0
V. G.).
ln de Middeleeuwen ging de reeds
door de Ouden verworven kennis
omtrent den vorm en de asbewegm;
der aarde verloren en maakte z
plaats voor do onnoozalsto begrippen
Ook de aardrijkskundige kennis
der Ouden, verworven door de Egyp-
tenami, de Phenicaëns, de Uariüa.-
gers m de Macedon iins en Grieken
(ondier Alexander den Groots) waren
voor een groot deel verloren gegaan.
Maar ook hierin kwam verandering.
De aardrijkskundige studiien der
Arabieren, do reizen van Marco Polo
in Azië (laatste kwart der 13e eeuw),
de uitvinding van het kompas en de
daardoor mogelijk geworden ontdek
kingsreizen door Uemetiarum, door
don groeten Genuees Columbus, door
Portugeezen en Spanjaarden en
Hollanders iledddon tot juister begrip
van den vorm dei* aarde. Ja ze.fs,
nog vóór de ontdekking van Amerika
(1432), d'us vóór liet eind der Middel-
'.oefuwen, waren or enkele eminente
mannen, dio een helder inzicht had
den in liet wezen der zaak, in de
allereerste plaats de beroemde Kar
dinaal Nicolaas van Cusa. Hij
de zoon van een eenvoudigen sdiii>-
per en «eborem te Kues aan <Ie Moe-
sel, au had zijn opleiding genoten bij,
de Broeders des Gemeanen Levens te
Devantre. Hij is de eerste l
onder de Middeleeuwsche geleerden,
die de beweging der aarde om de
zon erkende. Maar do onsterfelijke
eer do leer van do bewegingen dei
aardu en luuu* afhankelijkheid van
de zon tot een stelsel te hebben uitge
werkt era dasoxloor de grond) em&i
te zijn van de nieuwere astronomi
sche wetenschap, komt toe aan Co
pernicus. Deze geniale wis- en ster-
renlcumdfige kwam na een studie van
dertig jaren tot hel besluit dat niet
het heelal ln 24 uren om de aarde
wentelt, maar de aarde in dienzelf
den tijd om haar as, waardoor de ge
lijke omloopstijden vom allo hemel
lichamen op eenvoudige wijze ver
klaard worden. Evenzoo verdedigde
hij de stelling, dat niet de zon in den
tijd van oen jaar om de aairde draait,
maar integendeel de aarde met alle
andere planeten om do zon. Alle
latere onderzoekingen en ontdekkin
gen op dit gebied hebben hem in het
gelijk gestold, hoeveel tegenkanting
zijn stelsel ook aanvankelijk bij velen
ondervond. De bewondering voor de
zen grooten man stijgt nog, wannen
men bedenkt dat de verrekijker mus
niet was uitgevonden, zoodat liij a3
zijn berekeningen met liet bloote oog
had moetera verrichten. Het boek
waattn lvij zijn stelsel uiteenzette,
word gedrukt in 1543: op zijn sterfbed
bracht men hem het eerste exem
plaar.
tijdens het bombardement van
Yperen (België).
Einde November 1914111
handgebaren de ruines en de ver
schillende plaatsen, waar wij bran
den ontdekten. Dat van terugkeeren
naar de stad geen sprake kon zijn,
zai ieder begrijpen. Een paai' malen
De voorboden van het op- en aan-, naar beneden turende zagen wij onze
rukkende Duitscbe leger hadden niet' vrCuweu naax ons kijken .en tevens
nagelaten op de bevolking van netlooit militairen. Vreemd kekeu
mooie stadje Yperen een ver.ammen-J Wy op loeD W1J beneden aangekomen
den invloed uit te oefenen. Klemmen-' -
t door een Franschen officier met eeni
oer en heviger werd liet angstgevoel,manschappen met revolvers in de
naar mate de berichten enistigar wer- hand werden gearresteerd. Op onze
den en het bulderen der kanonnen verwonderde vraag wat dit te betee-
zoo zeker mogelijk de komst der kenen iiad, beschuldigde hij ons van
Duitsche etrijdniachten aankondigde. m v£rslanclboudmg te staan met den
Wanhoop maakte ach meester van x^^en vijand en door middel van
Ypereiis burgerij. Wat zoo zeer ge- onze gebaren op den toren teekentn
werd gobcurde, ondanks ver- hebben gegeven van de ligging der
twijfeling en verwenschmgen; het ons pransche militairen in dit doip.
zoo bof geworden Yperen werd ge- vrouwen zagen dit alles met
bombardeord dood en vernieling met traneil de oog^ aan. doch kon-
zien brengend. den op dat moment niets doen om
i™??r€n,! m<it 1.'a?r bevöl?.in« _van ons te bevrijden. Gevankelijk werden
17000 zie]en, met haai Kantindustrie, wj weggevoerd, begeleid door Fran-
haar oudheden zooals de „Hallen' gendarmen naar het naibijgele-
(stadtaus) en omringd door mooie gen dorp oost^Vleteren, (een half
dichtbegroeide wallen en vestingwer- uur gaans door den modder) alwaar
ken. Het Yperonthans als weggohoofdkwartier der Fransche gen-
«agcl van de landkaart. darmerie gevestigd was. Een boerde-
I rij, die tot gevangenis was itigo-
Een groot deal der rustige bevol- richt, werd oub als verblijfplaats aan-
king had als govolg van het vreeselijk
bombard amant do stad verlaten, met
achterlating van al huar have en
goed, trachtend een goed heenkomen
te vinden in het onbezette gebied.
Slechts zij, die iets meer durf had-
Letteren en Knnst
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
In „Eigen Haard" schrijft Rosa
Spanjaard over don kunstenaar Alex
andre Steinlen. Een enkel citaat uit
het artikel, waarin het leven van
Steinlen en' zijn beteekenis uitvoerig
worden geschetst:
Het eerst mocht ik Steinlen ont
moeten in do zalen der galerie do la
Boètio to Riiriis, to midden zijner
werken oen kunstenaurstypo, niet
froot, grijzend haai' en baardje,
et ronde goziolit staan flikkerend
van geest, de licht spottende donkere
oogeD. Autodidact is hij feitelijk, toe
ken- of schilderschool heeft lui nim
mer doorgeloopeude natuur slechts,
was hem leerschool, hoe intens, hoe
devoot heeft hij in deze school ge
studeerd. Het journalistieke teeken-
werk, zoo zeido hij mij, heeft voor
hem afgedaan, bij het begin van een
kunstenaarsloopbaan is net geen
kwade, gymnastischo oefening,
den duur- werd hein echter „z<
worstje waarvan men iedere week
een plak afsnijdt." té gebonden,
machinaal ook, men zou zelf verstar
ren tot cliché, en naar een vast type
werken. Bovendien hield men v<
studie geen tijd genoeg over.
Ook schilderen doer bij graag,
op deze tentoonstelling hingen vele
groote doekcu, portretten, soldaten,
negertypen, ook een bijbelsch onder
werp Boaz en Ruth, treffend door
uitdrukking en Boberheid van opvat
uitdrukking en soberheid van opvat
ting. Toch missen wij in de schilde
rijen de frise.hhcid, do spontaneïteit;
de kracht en 't vibreerende leven
die er zijn in zijn teekeningen, het
is alsof er de emotie ontbreekt die
zijn teekeningen en krabbels leven
inblazen, ook vinden wij er niet den
gloed, het licht en bruin in, zoo fas-
cineerend in zijn grafieh werk. Hier
is Steinlen colorist, als schilder heeft
hij veeleer iets droogs, iets koels en
stugs en afgemetens dat niet in over
eenstemming is met zijn warme na
tuur.
Van S. K.ilff oen slotartikel over
zeemanspreekwoordenvan Ralph,
Springer een schets't Verhaal van
Marietje mr. It. E. Kiolstra schrijft
een bijschrift bij oen portret van
prof. dr. H. Blink, dio onlangs zijn
70en verjaardag vierde.
In „Floraua" een bijdrage over
plauton en bloemen in Zuid-Frankrijk
en een over bloemschikken van
Mimosa takken.
gewezen,
In den koestol tusschen allerlei
vreemd gespuis kwamen wij terecht,
'bewaakt door een schildwacht; hier
vond men Fransche deserteurs, Dun-
,6cbe krijgsgevangenen, zwarte Senga-
den en niet wisten waarheen, trot- leeren (Fransdie hulptroepen) uie
sc-eiden met ware doodsverachtlngihadden getracht zioh door middel
van lichamelijke verminking aan
den didnst te onttrokken. Wat waren
wij droovig te moede, want hoe on
schuldig ook, wij wisten maar al te
goed wat inet zeggen wiido verdacht
te zijn van spïonnage. In gedachten
zagen wij ons al geblinddoekt om ge-
fusüleerd te worden; wij waxen dan
het elke minuut gevaarlijker
in de overgebleven bouwvallen.
Eindelijk toch kon het niet langer,
sterven of vluchten om dan mis
schien toch een wissen dood tegemoet
te gaan. De granaten fluiten boven
onze hoofden en bestoken zonder op
houden de gebouwen, duidelijk spo
ren en soms ook lijken achter- ook ten einde raad.
latende. Inderhaast wat lijfgoederen
bijeen gepakt en verder aLies, alles
achterlatende, aanvaarden wij met
enkele buren, mijn vrouw en ik de
vluchtI Waarheen
Eén onzer buren heeft familie in
het dorpje West Vleteren, ongeveer
3 uur gaans verwijderd van Yperen.
Het koude, gure weer maakt de stem
ming der vluchtenden nog somber
der. Vluchten om den dood te ont-
loopen, den dood, die zich. telkens
dreigend achter ons op den reeds
afgelegden wég liet zien. Bijna had
den wij de stad verlaten toen een
vreeselijk gehuil door liet luchtruim
ons de komst van een zwaren bom
aankondigde. In on2.1a doodsangst
zochten wij bescherming tegen de mu
ren der huizen; een vreeselijke uit
barsting volgde on op geen 40 M. at-
stand achter ons op den afgelegden
weg verhief m*li een wolk van stol,
veroorzaakt dooa* het ineenstorten
vuil een groep huizen, waarvoor
even te voren nog ©enige kennissen
van ons stonden, die ons bij het pub-
seerai een vaarwel hadden toegeroe
pen.
Terug naar de plaats des onheils
durfden wij niet, immers hel geloei
en gedomli'i* der ontploffende gra
naten en bommen begon steeds toe ie
nemen. Er van bewust, dat we Hiara
een doodsgevaar waren ontkomen,
bevonden wij olie eindelijk op den
weg van Yperen uw Veunie, waar
aan ook hel dorpje West Vleteren lag.
dat ons vluchtoord zou moeten wor
den.
't Werd «chtex moeilijker naarmate
wij een grootereu afstand aflegden.
Immers hadden enkele» onzer hun
ne kinderen mee te voeren, do stum
pertjes; ach hoe herinner ik mij nog
hun angstgesohreiI Overal de
verwoestingen van den oorlog; de we
gen slecht begaanbaar, vernield ais
zij waren door het vervoeren van
hei zware oorlogstuig.
De honger plaagde ons en
vooral de kinderen niet weinig.
Maar hoe zouden we aan eten no
men? Daaa- paos eerden we een akker
waarop bevroren herfslraapjes ston
den. Daarmede stilden wij onzen hon
ger en voelden wij den wrok in
ons gemoed grooter worden.
Eindelijk, na een langen, moeilij
ken tocht langs allerlei achterweg]es
en paden (de hoofdwegen mochten
wij niet volgen, omdat dezen slechts
gebruikt mochten worden voor het
troepenvervoer) zagen wij aan den
gezichtseinder den kerktoren van het
dorpje West Vleteren een toren die
mij noodlottig zou worden, zooale
hieronder blijken zal. Het Meek, dat
het dorpje reeds overbevolkt was met
gevluchte Yparlingen, zoodat het be
komen van onderdak uiteraard zeer
moeilijk zou gaan. Bijna zakte ons
de moed in de schoenen, toen een on
zer geburen er tenslotte in slaagde
een onderkomen tc vinden voor ons
groepje van twaalf personen, bij een
timmerman, die tegenover de kerk
woonde. Wat waren wij gelukkig in
het vooruitzicht eindelijk, na zooveel
rustelooze naohten t6 Yperen doorge
bracht te hébben, ons vermoeid
lichaam te kunnen uitstrekken
wat houtkrullen, daar eenig bedgerij
natuurlijk niet voorhanden was
zeifs al het stroo roods was opge
vorderd voor la-', krijgsvolk. Enfin
wij waren onderdak en dat was hoofd
zaak.
Het huis waarin wij waren geher
bergd en gelegen tegenover hel kerk
gebouw, was vol vluchtelingen, die
elkander in den weg liepen. Doch
wij hoopten dat het verblijf aldaar
van korten duur zou zijn, en wij
spoedig weer naar de stad terug zou
den kunnen keerea. Die hoop bleek
evenwel ijdel, want ongeveer zes we
ken lang hebben wij duax als vluch
telingen doorgebracht.
Door de Fransclio bezettingstroepen
was het aan de burgerij ten streng
ste verboden zich op straat te ver
tonnen.
Op zekeren dag noodigde onze
„kostbaas", do timmerman, die het
opzicht over do kerk had, ons uit
eens eeu kijkje te nemen in dat ge
bouw. Dit Godshuis echter was in
gebruik genomen door de Fransche
militairen, die or hun bivak in had
den opgeslagen. Na beneden een kijk
je te hebben ge.notmen, wilden wij ook
den toren beklimmen. Onze geleider
had den sleutel daarvan en nieuws
gierig betraden wij dera opgang, wel
ke naar boven voerde. Wij genoten
werkelijk van hot prachtige panora
ma, dat het vergezicht van dien to
ren ons bood. Duidelijk zagen wij ue
brandbommen onz© lieve stad Yperen
Eten werd ons niet verslrektl
ln de voerbakken der niet meer
aanwezige koeien vonden wij wat sui
kerbieten, waarmede wij orta maai
deden.
Zoo verhepen er twee volle dagen
zonder ook maar iets van dé buiten
wereld te vernemen. Onze vrouwen
hadden echter niet stil gezeten.
Op den dag onzer arrestatie ver
voegde zich in den numiddug ten
huize van onze „koetvrousv een
Fransche militaire dokter die een ge-
detiLtc V33i het huis Vtirlongho ooi aal
in te richten tot een bureau voor deu
geneeskundigen dienst. Men zal wel
begrijpen, dat hij allerminst vrien
delijk werd ontvangen, vooral daar
de huisvrouw te veel onder den in
druk was van de behandeling haar
man en one aangedaan. Naar aan
leiding van de vraag van den Fran
schen dokter, „waarom toch ai die
treurende gezichten", werd hem de
geiieele toedracht der zaak medege
deeld. De goede man heioofde dan
ook zich in verbinding te zulten stol
len met den commandant over de
gevangenen en kreeg do belofte, dat
hij de twee kamers voor bom en zijn
staf zou kunnen krijgen.
Dadelijk begon hij met werk te ma
ken voor onze bevrijding.
Hoewel wu natuurlijk niet w
dat die dokter zich tot den gendar
merie-commandant had gewend, on
dervonden wij den derden dag van
onze gevangenschap een kleine ver
andering ten goede, want ons werd
toen een andere verblijfplaats aan
gewezen, n.l. een schuur, het stoox-
nok genaamd, dat men bij elke Bel
gische boeiderij vinden kan. Het was
een steegien gebouwtje met eeu
open haard waarin enkele stoelen en
een paar tafels een plaatsje vonden,
een gebouwtje, waarin gewoonlijk
hei voeder voor koeien en varkens
werd gekookt. Wij kregen nu ook
wat brood en warm drinken, ons ge
bracht door een dorpeling, dien wij
daarvoor betalen moeten. Dat waa
het eerete menscheüjke voedsel, wat
wij in drie dagen hadden gehad. De
dokter had zooals wij later ver
namen den commandant der ge
vangenen bezocht, hem het geheeie
geval uiteengezet en hem er op axtent
geiflaakt, dat er bij ons troepje een
Hollander was, die toch het recht
had om zich tot zijn Consul te wen
den, maar deze bevond zich in Duin
kerken en het zou dus geruimen tijd
duren, voordat deze zijn invloed op
mijne gevangenschap zou kunnen
doen gelden. Ook de ingewonnen in
formaties naar ons vorledan waren
hoei gunstig, er was nooit iets op ons
te zeggen geweest on tastbare büwij-
zen, dat wij in verstandhouding met
de Duitschers stonden, waren op ons
niet bevonden.AAes rustte daarom op
blooto vermoedens. Men moet niet
onderschatten het feit, dat al wat soi
dnat was, hstzij Btilg, hetzij Fran
schen een zeikeren wrok of afgunst,
misschien ook| wiel geringachting
koesterde tegen de burgers die niet,
zooals zij, in hét léger stonden en
die daarom beschouwd werden als
nietsdoeners. Dc commandant der
gevangenen werd dan ook ©enigs
zins huiverig om zich in zoo'n wes
pennest te steken en verwensclit©
steliig den Franschen officier
West-Yleteren, die. ons gevangen
genomen had en wel wat bard van
stapel geloopen was. Maar
was oorlog en men kon niemand ver
trouwen vooral geen bulten!an.
tiers'
Enfin, hij wilde van de geheeie
boesah af en op den avond van den
4den dag werd ons aangezegd dat wij
den volgenden morgen in vrijheid
zouden worden gesteld. Ouzo blijd
schap was greaizenioos, als kinderen
dansten wij in de oude schuur op en
neer. Het leven behouden en wij, die
hadden gedacht onze vrouwen en kin
deren nooit meer terug te zullen zien,
zoo opeens in vrijheid tc worden ge
steld. neen, liet was te mooi om dat
te gelooven.
Den laatsten nacht kochten wij eenl
ge takkebossen en legden een flink
vuur aan in het hok, dat ons tot woon
plaats diende, daar van slapen dien
nacht, tengevolge der emotie waarin
wij verkeerden, wel niet veel zou ko
men. Bij hot aanbreken vail den dag
üiet was in December bekeken
wij elkander eens ©n het viel ons toon
op, dat wij er zoo ellendig uitzagen
van 4 dagen ontbering, en geril nacht
rust. Wij leken jaren ouder te zijn
geworden en dat was dan ook geen
wonder, onzen doodsangst in
merking genomen.
Nu y
en verlangend keken wij
steeds naar dé deur die ons de vrij
heid moest hergeven. Het werd 8
uur, 9 uur en nog niets. Ach, wui
duurt wachten dan lang. EmdeJijk
sloeg de dorpsklok half elf en de
pier kwam ons zeggen, dat wij
den commandant moesten komen. Op
zijn bureau sprak dc man ons
en wees er ons op dat wij nooit v
een dergelijk avontuur moesten uit
lokken en er vooral om moesten deu
ken, dat wij, die geen militairen
waren gauwer onder verdenking vie
len een strafbaar foit tc hebben ge
pleegd dan iemand die onder mili
taire tucht stond. Hij deelde ons me
de, dat wij onze spoedige bevrijding!
hadden te danken in hoofdzaak aan
de bemoeiingen van den Franscücn
dokter.
Wij konden gaan!1
Dit verlossend woord klonk one als
engelenmuziek in de ooren en wij
maakten vlug dat wij dit droevig
oord konden verlaten.
Toen wij buiten kwamen, wat ge
voelden wij ons gelukkig, wat had
den wij de zon iief, dio we in geen
5 dagen gezien hadden.
De weg naar ons vluchtoord was
gauw afgéJÉgd onder vroolijk ge
praat.
Middelerwijl had. ouzo goeie dok
ter de vrouwen verwittigd, dat onze
bevrijding op komst was. Ook onder
hen groote blijdschap. Men vei plaat
se zich eens eeu oogenibnik im hun
geestestoestand. Mijn vrouw, de eeni-
ge Hollandsehe ter plaatse, niet we
tende, of zij zich tusschen vriend of
vijand bevond, doorleefde even ban
ge dagen als ik in mijn gevangen
schap. Immere beiden hadden wij de
laatste dagen ondervonden, dat tie
Fransche bezetting stellig meende,
dat Holland aan liet Duitsche leger
doortocht had verleend door Hol-
lamdsch-Linïburg; dat bleek uit de
verwijtingen, welke men ons dienaan
gaande herhaaldelijk deed. Zij toch
vooral waande mij reeds veroordeeld
om te worden gefusileerd. Dat de we-
derzijdsciie vreugdo bi| de weder
ontmoeting van hen dio ons lief wa
ren, groot was, zal iedereen begrij
pen.
Toen wij aldus weer tezamen wa
ren, besloten wij deze plaats, die zul
ke onaangename herinneringen na
liet spoeoig te verluien en nog
liever binnen de geteisterde wallen
van ons Yperen te vertoeven.
Inderdaad zijn wij nog eenige da
gen in Yperen's bouwvallen geble
ven, doch spoedig moesten we het
opgeven en zagen wij ons gedwongen
ailes, alles achter te laten en
vlucht te nemen naar Holland,
vlucht die ook lang niet gemakkelijk
ging. Arm en geruïneerd kwamen
wij in Holland aan.
(Op aanwijzing van den Inzender
lieeft de Arlministratio van Haar-
Ijm's Dagblad Tien GuJden gezon
den aan den lieer Th, Limperg, ten
hate der tulberculoso-bestrijding.)
EISCHEN VAN VOORCEOEFEND-
HEID.
..Si.-Crt." no. do bevat een EL. B.
van 27 Febr. j.J. f„SUbl." no. 91),
houdende vaststeliin2 vali de eisdie„
van voorgeoefenuheia.Daarin wordt toe
paald dat in afwaentiug van de aeii-
nitïeve vaststel.nig van de eiscben van
voorgeoeiaidheid voorloopie a~& zoo
danig geiden.de eischon, vermeld on
der I en U van de beschikking van
den minister van Oonog van 20 Dec.
1920. Hii die voldoet aan doze eiscben
ontvangt hiervoor een door den mi
nister van Oorlog vast te z te Hen bewijs
van voorgeoefendheid.
Het door een vrijwilliger bij den
vriiwiliigen landstorm verworven be
wijs van Yoorgeoefoudheid vervalt
twee jaren na het tijdstip. waarop
diens verbintenis 'bij den vrijwiiiigsn
landstorm wordt verbroken.
De vrijwilliger is op straffe van
nietigheid van het verworven bewijs
vaai voorgeoefendheid gehouden,
zoolang daarop de datum van verbre
king dei' verbintenis door den ver-
bandscomimandant niet is ingevuld,
dat bewijs jaarlijks op 1 Mei aan dien
commandant ter -afteekening aan te
bieden.
Indien oen belanghebbende, die
overigens tot een verbintenis bij den
vriiwill.igen landstorm zou kunnen
wordien toegelaten, op zijn desbetref
fend verzoek riiet in do gelegenheid
kan worden gestekl in of nabij zijn
woonplaats de opleiding te volgen
voor het bewijs van voorgeoefendheid
voor het door hem aangewezen wa
pen. is hij gerechtigd te zijner tijd
zonder bij den vrijwilligen landstorm
te min geoefend aan het examen
voor het bewijs van voor geoefendheid
voor dat wapen deel tc nemen. Ver
werft belanghebbende daarbij het be
wijs van voorgeoefendheid. dan blijft
dit van kracht tot twee jaren na den
datum van uitgifte. De beooTdeeling,
in hoeverre voor den bolanghebbenae
in oi nabij zijn woonplaats gelegen
heid besta-at tot opleiding, berust bij
den inspecteur van den vrijwilllgen
landstorm.
Voor de opleiding buiten den vrij-
wüügen landstorm worden geen gel
den beschikbaar gesteld of hulpmid
delen verst rokt.
Dit besluit wordt gerekend 1 Maart
jj. in werking te zijn ectreden.
RIJWIELEN DER RIJKSVELD
WACHTERS. Naar aanleiding
het verslag der Tweede Kamer over
de suppletoire Justiüe-beei'cctBig
1921, heeft de minister van Justitie
een nota ingezonden, waarin hij den
post van f 65.000 specificeert.
naamd als vergoeding voor onderhoud
van eigen rijwielen, welke door de
Rijksveldwachters in dienst gebruikt
worden. Een vergoeding van f 5
per hoofd en per jaar vastgesteld.
EEN HISTORISCH PLEKJE).
Vanwege het departement vtn Oorlog
zijn op den vestingwal van Den Bniel
aan het einde van het Dijkslop (aan
welks Oosteinde J an Pieterz. Coppel-
sfcock woonde) nu Inderdaad de gropdl-
slagem van dc vermaard» Noordpoort
gevonden en reeds voor een groot ge
deelte blootgelegd. Daar uit blijkt, dal
de poort 15 M. lang en 9 1/2 M.
breed was. de doorgang 4 1/2 Xf. be
sloeg en dc zijwanden 2 1/2 XL dik
waren. In het jaar 1625 Is deze poort
onder de aarde van den vestingwal
de lang verbeide dag aan- veixiwenen. Thans kan mep staan
precies op de plaats, waar de Water
geuzen op Dinsdag 1 April 1572 on
geveer half negen fai den avond luwr
bestormd hebben.
BESMETTINC DOOR ONVERPAKTE
LEVENSMIODELEN.
In het .Maandblad tegen de Ver-
valsahingen' doet dr. Van Hamel
Roos een ernstig beroep op de mede
werking van het pujbiick, bij de too-
passing van ae meest elementaire en
hygiënische beginselen, nl. bij het
behandelen van dt veelal zoo uiterst
onzindelijke LrélaolmKide.cn - na
tuurüik in de eerste plaats hél papier
geld en niet te vergeten <ie bedui
melde centen door dezelfde han
den. die onverpakte waren in papier
of in zakjes afleveren.
Wel bestaan er vele groote winkels
waar betaling en aLevering behoor
lijk gescheiden ziin, doch ir> hoeve.©
ontbreekt dit niet, zegt de schrijver,
en moet men niet gruwen van een af
levering vooral van vlcesch- en vet
waren en banketbakkers artikelen,
die u door handen worden toegereikt,
welke aooeven in tal van goore gul
dens en rijksdaaldtirpapiertjo en cen
ten graaiden, die wie weet hoeveel
kiemen.van besmetting bevatten
Het puibliek kan in deze belangrijke
kwestie zelf een zeer groote verbete
ring brengen, door zooveel mogelijk
behoorlijk verpakte artikelen te
eieohen, en waar dit ondoenlijk is,
speciaal die winkels te kiezen, waar
de betaling aan een of meer personen
geschiedt ,die niet met de levens
middelen in directe aanraking ko
men.
„MLocht het mogelijk zijn deze kwes
tie ianj^ wetüeiijken weg op te lossen
en daarbij tevens dc uitstalling en
verkoop van onverpakte levensmidde
len op den openbaren wee behoorlijk
te regelen, dan bevólen wij haar in
de ernstige overweging der autoritei
ten aan, daar rij met de publieke ge
zondheid Steeds, maar natuurlijk voor-
ai in tiiden van epidemische ziekten,
ten nauwste samenhangt.
HET VERLIES OP DE KOLEN-
VOORZIE HI H C.
Volgens het Voorioopig Verslag der
Tweede Kamer op het wetsontwerp
tot aanvulling en verliooging van
hoofdstuk X der Staatsbegxooting
1922 (dekking van het verlies op de
kolen voorziening klaagden verschei
dene leden over het groote bedrag, dat
wordt aangevraagd om het verlies op
de kolenvoorziening te dekken.
Zij hadden met teleurstelling van dit
wetsontwerp kennisgenomen en vroe
gen ,of dit verlies niet te voorkomen
zou zijn geweest. Bezwaarlijk kan
worden beweerd, zoo merken zij op,
dat de centrale regel mg van de ko
lenvoorziening tot de beschikking
over betrekkelijk goedkoop© kolen
voor huisbrand en bedrijf heeft geleid.
Integendeel, deze voorziening was
duur en sleohl. Dat thans een zoo
groot -bedrag moet worden aango-
maaed, om de geleden verliezen to
dekken, had 'bij dezo_ leden veel ont
stemming gewekt. Zij aohten liet im
ieder geval niet gemotiveerd, dat aan
hen die dit verlies niet hebben weten
te voorkomen, ln de Memorie van
Toelichting dank wordt gebracht voor
hun bemoeiingen.
Andere leden konden zaoli met deze
opvatting niet vereenigen. De steen
kolen voorziening is een tak van crisis-
zorg geweest, die meer bevredigend
heeft gewerkt dan de móeste andere.
Dat ten slotte groote verliezen werden
galedpn, kan bezwaarlijk aan het
beleid van de leiders '.-an deze voor
ziening geweten worden.
Sommige leden betreurden bet dat
de Staat aan het C. V. B. ga£*amie
heeft verleend van zoo verstrekkende
gevolgen. Zij merkten op. dat <rit
niet zonder medewerking van de
Slat en-Generaal had mogen ge
schieden.
Verscheidene leden vestigden de
aandacht op een aan deze Kamer ge
richt adres van de N- V. „Exploitatie
Louise Groeve" te Heerlen, waarbij
deze zich beklaagt, dat rit door wille-
keurige handelingen van dc R. K. D.
ten aanzien van de exploitatie van
haar bruinkoolveld. Grootheide be
langrijk nadeel heeft geleden. Zij
vroegen, of de grieven van deze ven
nootschap iuipt ziin en of zij inder
daad aanspraak kan maken op schade
vergoeding
Verscheidele leden sproken er hun
teleurstelling over uit. dat, naar uit
de Memorie van Toelichting schijnt te
moeten worden opgemaakt, het geschil
tu.3chen de rogoering en net C. V. B.
over de bestemming van het z.g. resti
tutie fonds aam do beslissing van do
rechterlijke macht zal worden onder
worpen. Zij (meenden te mogen ver
wachten, dat de grootverbruikers ten
slotte wel genoegen zouden hebben
genomen met de restitutie van het
destijds -geheven bedrag van f 9.25
per ton. waardoor zij toch nog beter
uit zou ziin. dan de overige afnemers,
die op <la betaalè/e risico promt*
van f 3.75 per ton geen verhaal heb
ben.
Andere leden waren van oordeel,
dat voor deze verwachting geen grond
bestaatde groot-verbruikers eischon
het bedraff, waarop zij meen en recht
te hebben
OPRICHTING HULPFONDS VOOR
WETTELIJKE SOCIALE VER-
ZEKERINC.
Wij omvingen het volgende commu
niqué
Bij de wet zija thans reeds onder
scheidene maatregelen getroffen, die tal
van personen den waarborg schenken,
dat ouderdom, invaliditeit ea straks ook
ziekte, niet tot gevolg zullen hebben
een maatschappelijke afhankelijkheid,
waaraan langs den weg van armenzorg
zijn te ontkomen. Dc ervaring heeft
echter thans reeds geleerd, dat zich tel
kens omstandigheden voordoen, waar
door aan hen, die van dc sociale verze
kering zouden kunnen profitcercn, do
voordeelen daarvan ontgaan tengevolge
van onvermogen om aan hunne gcldiTij-
5 verplichtingen te voldoen.
Gedacht wordt, om enkele voorbeel
den te noemen, aan de vrijwillig® oudcr-
domsverzekering, waarvan menigeen zou
illen gebruik maken, indien hij de pre
mie maar kon betalenen gevallen,
waarin con invalids geworden verze
kerde, verzorging of rente zou kunnen
genieten, indien dc wachttijd maar ver
vuld was. Tegenspoeden van velerlei
aard verhinderen vaak tijdelijk de beta
ling van de verschuldigde premie. De
nuttige werking van de wettelijke verze
kering wordt in deze cn andere gev allen
krachteloos.
De armenzorg-instellingen hebben zich
bereid verklaard in dergelijke gevallen