Ion ze lectuuï^I Rubriek voor onze Jeugd w^ARÜEWTS ZATEtvw - u» 4 MAAkT 1922 DAGBLAD DERDE BLAD BlÉSSi 7 }j ton»?) stola»' wordt. De vertalers vergoten wel dat de Engelsekman dilcwyls ,,T snp- gebruikt, waar wy plegen te zeg gen: „Ik dacht". Gelyk zy vergeten dat bate" niet altyd do etorko beteekenis ïioeft van „Ik haat", maar ook vortaald kun worden door „Tk houd er piet van" of „lk heb er eon hekel aanwat niot o direct haatdragend klinkt. Maar als er staat: „I hate dictionaries" Wij ziju. o er, hoop ik, wel viieu jpver eens, dat een vertaling nooit da euivere kunstwaarde van het oor spronkelijke werk kan teruggeven. Ten eerste is het moeilijk voor elk .«oord een equivalent te vinden, een jótdrukking, die precies hetzelfde zegt, wat de schrijver van het oor spronkelijke bedoelde. Dat gaat best met een stof- of voorwerpsnaammet, dien van een ambacht en beroep, .waarvan de beteekenis duidelijk is omgrensd. Bij „schoen"' denkt men 't zelfde als bij soulier", „shoo", „Schub" >,paiu" is „brood", bread" of „JBrot". Een „chat" is een „kat", ^mommie" is „geld," enz. Maar zoodra het begnppen, han delingen, bewegingen geldt, wordt 't anders. Dan biedt het woorden* boek synoniemen ter keuzemaar juist die keuze maakt het moeilijk, piot als bij 't uitzoeken van een ca deautje, waar men tot geen besluit kan komenmaar omdat wij gevoe len. dat elk synoniem een schakee- riug geeft van het begrip. En niet altijd is het aantal synoniemen in elke taal hetzelfde. Elke taal heeft hare eigenaardige woorden, die nooit geheel door een woord in de andere taal worden gedekt. Als schooljon gens, die de „beginselen" van een vreemde taal leerden, hadden wij daarmee al moeite. Men denke aan „voir", „regarder", ,,apercevoir", „contempler" en de verschillende Hollandsche variaties op het werk woord zien. Wij vonden in het woordenboek a. die uitdrukjringen voor dezelfde zin- tuigelijke waarneming vertaald door een andere, over cu weer. Maar zoo dra wij wat opschoten bemerkte wij heel gauw, dat het niet altijd ging, eenvoudig het woordenboek te vol- §en, omdat wij een nuance gevoel en, een klein, maar dikwijls veelbe- teekenend onderscheid, dat juist aan gaf wat de schrijver wilde zeggen. Wij kregen ook te worstelen met de dubbele beteekenis van een woord in de eene taal, waaruit misvattingen volgden bij het overzetten in de an dere. Gij herinnert u nog wel clo aardigheid van „bemint gij de zuur kool!" en dergelijke, niet waar! Later werd t u ook duidelijk, dat ftinour, liefde en Liebe niet altijd in het gebruik dezelfde waarde hebben Dat iemand in Duitscbland al „ver- lobt" is, als hij in Holland nog maar zoo'n beetje vrijt j dat het Engel- sche „in love" iets meer beteekent dan ons „verliefd", dat ,.love-mar king" beel lastig in onze taal is wee» te geven, en dat een Duitsche Braut niet altijd een Hollandsche „bruid is, omdat de geèngageerdo jongeling ginds al spreekt van zijn „Braut", terwijl de Hollandsche daarmee wacht, tot ze „aangoteekend" zijn. Vooral de Duitsche taal bevat voor 'Ons veel voeiaugeis en klemmen, ter ►ijl wij ons verbeelden veilig en ge makkelijk over het zachte gras te wandelen. „Duitsch praat je bypa van-zelf", zegt de schoolknaap, die aan zijn eerste hoekje isdat zegt ook de O. W.'er, die het Rijnland be reisde, met enkele woorden Duitsch en met de taal der Marken. In werkelijkheid is het Duitsch yoor den Nederlander misschien de moeilijkste der „drie talen", die wij alien beweren te kennenten eerste door de moeilijke buigingsvormen te moeilijker naarmate wij in onze eigen taal verbuiging en vervoeging verwaarloozen ten tweede door de bedriegoUjke eensluidendheid van .vele woorden, die ons er toe brengt, „Augenscheinlich" te vertalen door jjOögenaebijnliik", „gemutlich" door gemoedelijk''. „Revier" door „ri vier", enz. En dan die eigenaardig heid onzer oostelijke buren om nu iuist „See' te noemen wat wij „meer" heeten, en omgekeerd. Zoo wordt ook vele overzetters hooit duidelijk, (lat het Fransche lac niet alleen gebruikt wordt voor een heel groote plas, maar ook voor een vijver. Daarom vinden wij in ver taalde Fransche romans tuinen met «en „meer" er in, dat feitelijk een eendenkom is. Elke taal heeft zoo hare eigen wporden, waarvoor wel in 't algemeen een Hollandsch woord is te vinden, maar heel moeilijk het equivalent, d. i. de uitdrukking, die precieB het zelfde weergeeft. In verband met do beteekenis Waarin bet woord voorkomt, moet het nu zus. dan zoo vertaald worden. Of omschreven, vervangen door een ander woord, dat ongeveer hetzelfde beteekent. Het Fransche ,,chic" is evenmin precies met één woord te vertalen als 't Engelche „clever", het Duit sche „groszartig", bet Nederlandsche „leuk" iu zijn vele beteekenissen, die het gebruik er aan gegeven heeft. Ik grijp maai' hier en daar een voorbeeld, dat mij zoo invaltze zijn met honderden te vermeerderen. Vertalen is een heel mooiiijk werk, omdat men niet enkel beide talen, waarin men werkt, goed moet ken nen, maar juist al die verschilpunten. En de vertaler moet buitendien een fijn ontwikkeld gevoel voor woord en klankwaarde hebben, vooral wan neer hij zich waagt aan literair werk, waarin ook op klank en rhythme lt> gelet. Daarvoor is noodig, dat de ver taler weet wat stijl is in de meest uitgebreide beteekenis. En wie dat weet, weet ook, dat vertalen een buitengewoon moeilijk work is, waaraan hij zich niet gaar ne waagt. Wat in de eene taal heel welluidend klinkt, doet - dat in de andere niet, zelfs al is het equivalent geworden. Dit geldt in het alge meen. het geldt ook voor elk boek, eiken schrijver afzonderlijk. Elk kunstenaar heeft immers zijn eigen stijl, zijn eigen klank en rhythme, zijn eigou woorden dikwijls. Door een groot deel der vertalers wordt daaraan niet gedacht zelfs. De fatale logende, dat in Nederland elk fatsoenlijs mensch „zijn drie talen" kent, doet velen naar een boek grij pen om dat te vertalen, zonder dat zij zich ernstig afvragen, of ze daar voor do vreemde taal en hun moe dertaal voldoende kennen en of ze taal- en stijlgevoel bezitten. En als 'ze daarbij dan nog door ijver (zich om zettend in al te groote haast) worden gedreven, komt er soms iets heei raars voor den dag. Van vele boeken blijft niets over dan het eigenlijke verhaal met een massa franje, droog als bestoven klimop, wat mis schien in het oorspronkelijke frissehe groen of kleurige bloemenpracht was Het zal u bij 't lezen van vertaalde verhalen wel zijn opgevallen, hoe vreemd en stijf vele gespreldcen klon ken. Het levendige gesprek is zeer moeilijk weer te geven, als de verta ler niet let op de juiste waarde van het woord in beteekenis en klank beide. Zoo is iu vertalingen dilcwyls hmderlylc het herhaald zeggen van meneer en me vrouw by don naam wat wy niet doen evenals hot noemen van den titel, wat Duitsche, maar geen Nederlandsche ge woonte is. Ook bot altyd „met twee woc don spreken'1, het telkens „ja, weneer „neen mevrouw", wat wy in een los ge sprek niot doen. In uit het Engelaeh over gebrachte romans iu er dikwijls niet aa gedacht, dat 't „zei hy" of „zeg ik achter eiken zin, wanneer men een g< oprek navertelt, geen .Uollandsch is, al doen onontwikkelde lieden i.u hun on beduidende verhalen 't zelfde: „Neu, ca toen zei ikon toen zoi hy"enz. Op het toonool, waar men alles werke lijk hoort zeggen, zyn do gebrekkige vertalingen 't hinderlijkst Van aL In dei lateren t.yd werd 't wol beter, waar vroe gor jverd 't vertalon van oen tooneelstnk beschouwd als een bybaantjo, dat ieder wel kon waarnemen. En 't foutief verta len van spreekwyzen werd zelfs van in vloed op „oorspronkelijkedialogen. Heeft u wol eens opgelet, hoe „wen" op 't tooneel gebruikt wordt, naar Fransen model? „Men gaat op. reis", „men amuseert zich" enz., waar wy zeggen: in lossen gesprektranl;: „je gaat op reis, jc amuseert je", enz. Soms levert do vertaling ook ve; singon. In een stuit, dat speelde in het Fransche bergland, hoorden wy eens spre ken over „dc kust", terwjjl over een zee niet gerept was. 't Was geen. dichterlijke vrijheid il la Shakespeare, die in zynor fantastische stukken gewaagt ecu zeestrand in Bohemeii; 't was een (lig een vergissing van den vertaler, vergeten was (zoo hy 't ooit geweten had!) (lat „cóte" zoowel helling of heu vel als kust beteokenen kan. Zoo boordon wy ook eon natoer oreeren over den „laster" als tegenstelling de deugd. Iu 't Duitsch was bedoeld: deugd. Zulke grove fouten, vroeger by menigten te ontdekken, worden tegenwoordig zeld- Wy hadden nog gelegenheid, onlangs wat vreemd op to hooren van een „vis. kast", een woord, dat niot in De Vries To Winkel staat-. Wy dachten aan de ijs kast van een viaehhandelaar, tot wy de „kast" zagon: een hak, waarin de henge laar zyn vangst borg. De moderne Engelscho stukken leverou ook bun contingent. Mon zal wellicht op merken, dat daarin zooveel ..veronder- (of „lexicons") kuhrien zy geroet verin-1 ten: „ik haat woordenboeken". Want die haat is een nationale ondeugd van den Nederlander die „vier talen kent", van don schooljongen af tot den beroepsver taler. Die fout mochten wij wel afleereu. H. L STBATEMEIJER. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kin deren, die mij vóór Woensdagmiddag ur goede oplossingen zenden, wor den in het volgende nummer bekend gemaakt.) Iedere maand worden onder de beste oplossers twee boeken, in pracht band verloot. Do raadselprijzeu voor de maand Fe bruari zijn by loting ton deel gevallen aan: NEERLAND! A, POESENMOE- DERTJE en SPARTAAN, die ze Woens dag 8 Maart by my mogen afhalen. 1. (Ingez. door.Ploris V): Ik bon oen plaats iQ Gelderland. Ver ander mijn middelste lottcr en ik blyf een plaats in Gelderland. 2. Aliigez. door Zwiwtfcoog en 'Vlindertje) Ik ben een spreekwoord van 1*1 letters 1 2 3 4 5 6 is een werkwoord. 7 8 is een vorm van oen werkwoord. 9 13 10 4 5 0 is een stad in Duitschland. 11 5 5 12 is een ontkenning. 14 10 5 8 is een lichaamsdeel. 8. (Ingez. door LathjTus) Ik ben een zeer bekende wandelplaats Van 11 letters. 8 10 11 is tussehen bergen. 19279 10 11 is oen schaaldier. 4 0 5 is een lidwoord. 3 3 1 ia eon lichaamsdeel. 4. (Ingez. door Zeestor): Ik beo een Duitsche stad. Zet er oen medeklinker voor en ik ben op uw bed. (ingez. door Viooltje). Ik ben oen spreekwoord van 10 lettors. 2 4 21 27 is een vloeistof. 8 9 is een lidwoord. 13 1 34 25 ie een huisdier. 15 14 18 12 zit aan den voet. 32 31 29 20 37 is een huishoudelijk ar tikel. 20 33 11 27 is niet mis. 7 is 8. 28 30 35 28'is een rivier in Italië. 10 30 10 29 is een hoerenkloedingstuk. 5 22 17 is een verkorte jongensnaam. Ieder moet van goeden 5 0 7 zjjn. 10 17 IS 19 20 is vettig. 25 2G 23 24 is eon vorm van dekken, 37 88 39 40 komt van de koe. 6. (Ingez. door Abrikoos.) Ik ben een spreekwoord van 35 letters. 7 8 17 is rond. 9543 en 3 459 boort by muziek. 13 14 15 16 is eou nuttige vogel. 10 17 18 19 is een homellichaam. 21 8 23 is een schip. 2 23 10 24 IS 19 is oon roofvogel. 1 29 30 31 32 is warm. 1 2 19 3 is een dier. 33 34 35 is niet mager. 4 5 0 is een deel van ons gezicht. 10 11 12 is een boom. 20 21 is een andere naam voor moedor. 20 22 23 is niet wild. 25 20 27 is een lidwoord. 28 9 30 31 32 is eeii viervoeter. Raadseloplossingen Do r-.uiil&elojilosttiugcu dor vorige Week zyn: 1. Gent Gent. - 2. Edam. v 3. Eigen baard is goud waard. 4. Rjjst met krenten. 5. Scheurkalender. 0. a en b. V. W. X IJ Z. o. Maar óén want (lau is 't geen heel brood ineor. d. Ovor den weg. e. Een paard kan hy niet opeten, f. 2 keren. g. Karei. li. beschuiten, i. Zeeziekte, j. vaarboomem k. voor den kapper, 1. oogappel, iu. schoorsteenveger, n. De letter ee. o. Antilopen, want die zrjn togen loopen. Goede oplossingen ontvangen van: Len tebode 0, Sneeuwballetje 0, Neerlandia 0, Het Trio 0, Bloemenmoisje 6, Hannibal 6, Jantje 6, Korenfee 6, Wildzang fi Angeli- que 0, Dikke Baas 6, Zeester 6, De RÊja 5, Denappeltjo 6, Pousenmocdertje 6, Wil lem III 6, Hein Stavast 0, Mandarijntje 0, Dik Trom 6, Hyacinth 6, Vliegende Hollander 0, Siets S. 4, Pioenroos 6, Sneeuwklokje 5, Wilgenroosje 6, Beuko- uootjo 0, Lachebekj'e 0, Bertus Zoylema- ker 0, Lenteknopjo 13, Doornroosje 6, ScbaatseMijdstertjo 0, Rozenknopje C, Swanneblom 6, Winnetou 6, Friso 0, Annio Liovo 6, Boschvioollj9 IJsbreker 6, Campanula 6, Pierkio 0, Pier Montbre-, tia 0, Ornates 6, Vriendinnetjo 6, Mosroos 6, Juffertje in 't groon (i, Kosmos 6, La thyrus 4, Magnolia 6, Afrikaantje 0, de kleine Pianist 0, 't Rakkertje 6, Haus M. Bost 0, Akelei 6, Oranjoappeltjo 0, Vliegenier 6, Aviateur lij 1 0, Mïuetje 0, Rosa Fluweeltje 6, Tcvtriair (J, Goudvink 6, Bellefleur 0, Kleiu Duimpje (3, Tuinman 6, Hitje 6, Cravati 6, Secundo 6, Zwart- oogjo 6, 6, Harlekijn 6, Knik leer meisje 0, P. en D. Orcbatz 6, Rystepik- kortjo 6, Meiknopje 6, Bruinoogje 6, Ane moon 6, Blan .-oogje 0, Zccroovor 0, Con troleur 6, Kerstboompje 0, Blondkopje 6, Tom de Jtymer 6, Tiok.ie en Piono 6, Ri sico 6, Jacob Koning 0, Adolf Koning 6, Grasvink on Sperwer 0, Butterfly 6, Ali- da en Johan Lasschuit Avondklokje (J, Bakkruidje 5, Stucadoor 0, Madeliefje 5, Sportman 5, Boterbloempje 5, Matroos 6, De koningin dos Voids 5, De Paradijsvo gel 5, Moeders kleine held 5, Viooltje 0. Duinroosjo 0, Apollo 0, Spartaan 0, Wil lem Loerakker S, A. Bakker 6, Herman Loorakker 6, Poesje 0, Bebangertje 6, Goudkopje Zonnebloem 6, Kruizemuntjo 6, Michiel de Ruyter 6, Theeroos 6, Ver- geet-my-nietje 6, Wildebras 6, Korenbloem 0, Schipper 5, Pieter Maritz 0, Abrikoos 0, Framboos 0, Paul Krugor 0, Kimberley 0, Piotjo Bell 5, Ploris V 5, D. on A. Buyten- dyk 0, Chauffeur 0, Napoleon 0, Adelaar 0, Excelsior 0, Wip van 't Stoeltje 5, Bruintje 5, Blondje 0, De Schipperin 6, Flzokatje 6, Klaproos 0, Schutter 6, Dolle Hans 0, Bloemenfee 5, Renpaard je 5, Arno- rikaantjo 6, Meiki C, Priktolletje 6, Ap- pelstceltje 0, Duimeliesje 0, Klepperman 6 Suapstertje 6, Alpenviooltje 0, Danseresje 6, Robbedoes 0, Edelweiss 6, Itozehoentje 6, Maanelfjo 6, Brom 0, Zonnepit 0, Adeol- tje 0, Lina Punt 5, Visscher 5, Roel de Rakker 5, Voetballer 5, Bijdehandje 5, Stoffeordertje 6, Goudvinkje 6, Zwemslor- tjo 0, Sinaasappeltje 6. Willem van Oranje 0, Nikkertje 0, Goudhaantje 6, Jonquillo 4. NJJ. Al weer 8 inzendingen zonder naam II Dg mm* Inzendingen ontvangen van: Elise, oud 10 jaar, -Nikkertje, oud 11 jaar, Dolle Hans, oud? Onrust, oud 15 jaar, 2 ex. Be- hangertjo 9 jaar, Poesje 8 jaar, Ornates 18 jaar, Vriendinnetje 10 jaar, Wiidzaug J0 jaar, Dikke Baas 8 jaar, Klaverblaadje 12 jaar, te Spaarudam, Lenteknopjo 11 jaar, Beukenootje, oud? Hyacinth, 13 jaar, Swanneblom, 12 jaar. Pauwtje oud: Friso oud 9 jaar, Boschviooltje oud 12 jaar, Willem UI 13 jaar, Rozenknopje 12 jaar, Campanula 12 jaar, Schaataeuryd- Btertje 13 jaar, Schutter 8 jaar, Klap- i'OOB 11 jaar, Anemoon .11 jaar, Cravat e 10 jaar, Secundo 9 jaar, Hitjo oud? Belle fleur 11 jaar, Goudvink 10 jaar, Rosa Plu weoltje 14 jaar, Tcrtriair 11 jaar, Jan Rozoma, M. Best, Blauwoog-je, Tom de Rij mer 8 jaar, Sperwer 8 jaar, Butterfly 14 jaar, Avondklokje 13 jaar, Matroos 10 jaar, Kruizemuntjo 10 jaar, Zonnebloem 10 jaar, Schipper 10 jaar, Chauffeur oud? H. Brouwer 11 jaar, Klepperman 11 jaar, Duimoliosje oud 10 jaar, Priktollctje 10 jaar, Appelsteeltje 11 j., Suapstertje, oud? Watergeus 11 jaar, Robbedoes 14 jaar, Vliegenier 12 jaar, Tuinman 12 jaar, Ro- zehoentje 7 jaar. 't Wekkertje, oud? Ruilruiiriek BERTUS ZEILENMAKER, Harmen- jauswog 36 vraagt Brood- en Moelfabriek- pl aatjes. Wie een lief zindelijk poosje wil heb ben kan er een komen halen »ij H. DRILS- MA, Koninginneweg 99. WILLEM BISMEIJER, Güd. Selisdk- burgergracht llr., vraagt to leen Henkie Snip en geeft er voor terug Koning Leeuw en nog een paar verbalen. MEVR. K. Uw briof was te laaf do vorige Rubriek. A.s. Donderdagmiddag wil ik U gaarne ontvangen. MEVR. J .H.-H. Hoe gaat het nu met uw kleinen oaas? lk lioop maar', dat hot iots van voorbygaanden aard is. Echt louk, dat hy toch zyn woordjes hoeft af gemaakt. Myn vrieiidelyken dank Uw waardeerend schrijven. Ik wensch dat do Rubriek voor uw jongen nog lang een bron van genot mag zyn. MEVR. T. Helpen verbied ik n< Dat overschrijven is natuurlijk een werkje op zich zolf. En eou zeer tydrooveod werk. Alles zag er keurig uit U wilt ze- kor wel golöövéu, dat nu voor my het karwei begint. VADER VAN CONTROLEUR, KERST BOOMPJE en BLONDKOPJfl. Dan is de zaak in orde. Myu dnnlc voor uwe vriondolyke woorden. um 1EM 0'iWEÖ (Vervolg) V-oordiat Bep goed wist, wat er ge beurde, stampte oom den JioedemvMv Ikel burnen. „Och juffrouw, past U deze jonge d'aane diie muts eens op." De miuts stond beeldig lbovem Beps veiribaasde moetje. „Laat ze hem maar ophouden. Baw kunt U den hoed bezorgen. Oude Gracht, Van der WMeai." ,,'t Is bekend mieneer. Gaat uw gang." De juffrouw opende boel beleefd d'e deur. „Maar oom. „Niet naar je tin?" „O Ja, maar. „Nu geert mar-cm." „Maar U verwent me." „Dat moet lk van dokter Durer." 't Klonk zoo grappig uit bom's sol- daten-inond, dJat Bep het uitscha terde. „Niet zoo laohem, Loutje kijkt naar je," grajpte oom. Zo staken de markt over, liet Scitooteteeg'je door, naar de Jans straat. Bep voelde zich niu toch wel moe. 't Was ook haar eerste wande ling. In het steegje hoorden ze bel- getjingel. „Vil'ug er maar eem stapje opliegigen, dan halen we die tram nog," commandieerde ooan. „Och oom, 't is dc moeite niet." ,,Vüoirwa!arte, marscih." Z'e baa.Mem heen en Bep was o zoo blij dat ze ziat. Toen zo bij de Park- laan waren, speet het haaxr echter. Ze had nog wel een uur door willen rijden. Maai- toch heerlijk naar Greet te «aam. Wat zou ze wel zeggen van haai- mut9? Em Greet vomd de muts zoo prach tig, dat ze moeder vleide om net zoo een. 't Was een groote, gezellige kring bij mevrouw Huyser. Voor het eene raam» zaten grootmoeder, moeder, juffrouw Horst en oom Wiel, terwijl de vriendinnen het andere raam in hesikig (hadden genomen. Juffrouw Horst presenteerde lekkere thee met overheerlijke cailte. „En nu ga aar juliliie Maandag sa men naar school hè?" vroeg de ou.de mevrouw, toen ze Bep nog eens har telijk. geluk gewenscht had met haar herstel. „Ja mevrouw. Wat heerlijk, dat Greet ui et met baar moodier mee gaat." „Neen, nu nog niet," antwoordde die oude dame zachtjes. „Met Paschen komt Groetje tihiuxs J.ogtoren," begon nu Groetjes moe dei', ,,es» als Beppie lust heeft, moet zo maai' meekomen." „Lust heeft? Mag ik oom?," vroeg Bep opgewonden. „Dat moet dan maar. Ik ben mooi blij, dat het vooreerst geen Paschen is, want ik Wil je nu nog niet missen." „(Mevrouw, ik vind het (heerlijk. Pk wil dolgraag." „Morgen komt Geertjes vader me halen. En heel misschien komen de jongens oned," vertelde mevrouw verder. „Wat eenig," riep Bep. „Mocht ik dan ook maa.r mee," zuchtte Greet. „Dat is nu beter van niet. Lieer maar fliruk, don is 't gauw genoeg zomer." „En dan ga ik voccr goed naar linds," jubelde Greet. Grootmoeder roerde extra in haar kopje, juffrouw Horst schonk nog wat water bij en 't was net, of Beppie iets 'heel bdzondlens in het plant/sec!» zag. Zij, drieën zouden de drukke Greet o zoo erg mossen. Maar Bep werd gjainw tot de orde geroepen. Ze moest vertellen van het gasthuis, hoe de kinderen heetten en waar zij woonden en of de zustere aardig waren. De middag was om, voor ze er erg in hadden. Met een „tot wearziens" aan me vrouw Huyeer vertrokken oom "Wiel en Bep ze«r welgemoed naai' de (Oude Gracht. (Wordt vervolgd). Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kin- der-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 2irood. (In de bus gooien, zonder aan schellen!) Nieuwelingen zyu: MARTINA FEMER oud 13 jaar, Harineujansweg CATHAR1NA VISBEEN, oud 10 jaar, Harmenjansweg 74. ANNIE LIEVE, oud 0 jaar, Marnix- strnat 22. JACQUES TIMMERMANS, oud 13 jaar. Jansstraat 61. JAN KAREL PETRUS VRTNG, oud 12 jaar, 3e Oosterporlcstraat 112, Am sterdam. COR HAZEVOET, oud 10 jaar, Sant- poorterstraat 35. HENDRIK FAKKELDY, oud 12 jaar, Janswcg 57. G UURTJE HENDRIKS E, oud 11 jaar, Zanöuaan G 33, Santpoort. MARTINUS BRODE, oud 12 Jaar, Kloosterstraat 52rd. FRANS BISMEYER, oud 13 jaar, Ged. Sclialkburgergracht llr. FRANS v. d. PEYL, oud 10 jaar, Lange Molenstraat 18itrJ. LOUISE v. d. PEYL, oud S jaar idem. Het aantal nieuwelingen is do 00 reeds voorby. Nummer 100 krijgt een verras sing van me thuis gestuurd. Ik beu be- rtieuwdj wie dat zyn zoll - REJA. Dat is een eigenaardige naam Jongen, je behoeft do raadsels niet zoo uitvoerig op te schryvon. Kyk maar eens, hoe ik dat doe. HEIN STAVAST. Je raadsel is goed. MARTHA S. Dus je was tevreden met je „lekkeren, langen brief", 't Is Maar heerlijk, dat Jaulte hot daar in H. zoo goed heeft. Rottordam is weer heel wut anders, dan Harliugen, hè. In dei Jourc heb ik eens gelogeerd bij eon boek- 'handelaar. in de Midstraat. 'k Vond het er echt gezellig. Van den zomer gaan jul lie zeker weer de zee ovor. Verstandig, dat je toch je werk hebt ingestujrd. En 't was heeleinaal niet allergekst. Je icag jo schuilnaam best veranderen. Die an dere is er nog niet. DOORNROOSJE. Prettig hoor, dat je over bent gegaan op de muziekschool. Is dit je tweede jaar? Erg jammer, dat dat meisje niet durfde te spoteu. Als je het goed kent, vrat kan hot-je dan sche len, of andere menschon het hooren. KEES DE MOPPERAAR. Zeg jon gen, ik zal je geheim bewaren, tnaar ik hoop, dat de naam steeds minder op je toepasselijk is. En ik geloof, dadelyk, dat je het niet zoo kwaad meent. Ja, stuur, maar eens een raadsel. WILLEM UI. Je raadsels zyn goed- Hoo is het er nu mee? VRIENDINNETJE. Jo papier was knap genoeg. Dat zullen de kinderen wel prettig vinden: school in de duinen. Wat je tante niet heel bly met het lijstje van kleine zus! MAGNOLIA. Gelukkig, dat allen ge zond zyn. Wanneer wordt het heslist, of jullie in Holland Bijv? 't. Wordt na echt wandelweer en moeder zal je zeker wel alle mooie plekjes van Haarlem wij zen. Ik kom meer iu Bloemcndaal dnn ia den Hotrt, omdat dat meer in myn rich ting is. DE KLEINE PIANIST. Ja, je mag jo schuilnaam houden. Houd je veel »as piano-spelen? Hebben jullie vroeger ia Haarlem gewoond? 'T RAKKERTJE. Alleen voor den morgen vind ik 't nog al aardig wat. Veri velend zeg, dat je zooveel huiswerk "hebt. M. B. De vorige week bad je naam onder je werk. Nu weer niet. Je draagt naam niet niet eore. BUURMEISJE. Verbeeld je, dat jullie ook zoo'n stelletje apen in den tuin hadden, 'k "Wed, dat Dikke Baas dan over den schutting kwam gluren. Ja hoor, 'k herinner me nog best, dat ik moeder les gaf. En dan liet ze met breien zoo dik- wyls een steek vallen cn dio mocht ik dan oprapen. Ben heerlijk werkje, hè? PAUWTJE. 't Hoop maar voor oai allen, dat wo Zondag weer Zondagsweer tjo hebben. Woont Ornates dic-ht- bfj Lina 1'.? BOSCHVIOOLTJE. Ik beu bly, dat jc er weer bent. Toen oom en tante ziek waren, was jy zeker verpleegstertje? Ben jy goed cgzond gcbloven t PAARLMOERVLINDER EN PAUtL- VLINDER mogen de schuilnamen houden. ANNIE L. Geen van de 3 opgenoem de namen is er nog. Kies dus zelf maar. Jo raadsel is goed. Als jo al zoo vaak de raadsels hebt opgelost, vind ik het ver standig, dat je nu begonnen bent, ze ook in te sruren. PR1SO. Het gaat niet zoo hard met die Karneraeldzeepplaatjes. En wai die spoorwegstations aangaat, daar nioet je ook zelf geweest zyn oxn ze te koopen.IJs is prettig, maar vind je zonnesehyn niet nog prettiger? WINNETOU. Nu ik het met de be zorging gemakkelijker voor je gemaakt heb, schryf je zeker ook trouwer. Dio moedor ia maar weer een goed boodschap penmeisje voor je geweest. Je raadsels zijn in orde. SWANNEBLOM. Dat was een leuk Friesch gedichtje. Zoo samen zoeken, geeft natuurlijk pret. De oen weet dit en de ander dat. Moeder is er achter, 't Is- ook hersengymnastiek. Nog een weekje geduld. ROZENKNOPJE. Kom by my maar oons kylcen naar omslagen, 'k Geloof, dat ik er nog een paar heb. Een rinj-anuvraag dubbele drukte geven. Je raadsel is goed. POESEN MOEDERTJE. Bly met je moot voor je zelf zyn. 't Zou voor mij raadselprys? Dat ia een aardige herinne ring om mee te nemen naar je laud. Hoe ia hel. met Willem m? DENAPPELTJE. Is het woorden- boek gekomen? Ben jo nog grieperig? 't le nu veel te mooi weer om in bed to liggen. Van harte beterschap. HANNIBAL. Dat trof, dat jy num- mor 1 was. Rekon maar, dat er heel wat moer liefhebber om geweest zjju. Jy hebt al een heolo verzameling. Heb je nog jon gens by je gehad? Myn dank voor je eluitzogeL LENTBKNÖPJB. Je moet nog een weekje geduld hebben met den uitslag. Want dat is zoo gauw niet nagezien. Deed je ook mee met dien clown-dans? IJSBREKER. Ik lieb je verzoek iu do Ituil-Rubriek gezet. Misschien kryg jo wel de ontbrekende. BEUKENOOTJE. Hoe ging het spe len? Bibberde je een beetje van angst? Je werk zag er nog al knap uit en je mocht bost een beetje geholpen worden. SNEEUWKLOKJE. Gefeliciteerd mot je beterschap. Laat je nu maar lek ker koesteren door do lente-zonnestraleu. Zoodra „Langs een Omweg" een boek is zal ik je waarschuwen. Je vindt het ze ker wel leuk zoo met Bep en Greet lnugs Haarlem 's straten te dwalen. Do volgende wedstrijd wordt nu geen opstellen-wed strijd. Ik wil dit keer wat genxaickelykers geven, omdat ik aan mfjn vole nieuwe- lingctjcs moet denken. PIOENROOS. Je raadsels zyn goed. Wat ben je lang ziek geweestI Je verlangt zeker wel naar school en naar do vrien dinnen. Is je neefje ook weer beter? SIETS S. Dat was een reuze-brief, 't Leek wel een dagboek. Maar koe gaat hot nu met je? 't Blyft by jullie een zie kenhuisje. Ik hoop maar, dat jij do hek kensluiter lient. Zoo'n briefkaarteuulbuiu is altyd oen hoerlyk amusoment ia zieke Feuilleton De Avonturen van Barnabas (geautoriseerde vertaling, nadruk streng verboden). 67) Toen keerde Barnabas zioh om, liep naar den Gchoorsteeninante! en Woef daar tegou aan leunen, terwijl Lij in den lieeg(en haard staarde, ma een poosje zei bij zonder op te zien; „De uitgaande wereld heeft mij den rug toegekeerd, Petorby, omdat lk maar de zoon "ben van oen dorpshen- iwrgier. Maar er is iets wat veel meer voor znij beteekent Lady Cleo- ne heeft haar vertrouwen in mij verloren mijn dwaze diroorn is voor- hij niets komt er -nu mieer op aan, En daarom ga- ik nu naar oen buurt waarvan een marskramer eens tegen me zei, dat het het vreeselijkste oord van de heele wereld" was - en ik geloof ook wel dat dat zoo is". i „Meneer", zei Petorby, „wanneer gaan we daar hoea»?" Toen lichtte Barnabas langzaam het 2ware hoofd op en keek John Petorby aan; en hij glimlachte, en greep de hand van zijn knecht, toen hij weer sprak klonk zijn stem minder hard en niet zoo vast als even te voren. „O John", zei -hij", John Peterby mijn trouwe J-ohu! Ga met mij h als je dat wilt maar dan als mijn vriend." „En wa.ar gaan we heen, neer?" vroeg John, terwijl ze zoo hand in hand bleven staan en elkaar in de oogen kekou. „Naar Giles' Rents, John, hij de ri vier". En zoo gebeurde :liet dut Barnabas den besten knecht ter wereld om sloeg en er een trouwe vriend voor in de plaats kreeg'. HOOFDSTUK' LXVI. Shrig maakt enkele gevolgtrekkingen. Nummer 5, op het St. James' plein stond te huur; de ramen waren kaal en met 'blinden er voor, de voordeur waar nauwelijte een week geleden al le dajudys elkaar verdrongen, was nu gesloten en gegrendeld; de Gepoeder de Knecht was verdwenen en met hem was alle glorie van St. James plein i no. 5 heengegaan. Barnnbas stond even stil en bekeek het huis eeng goed, van boven tot on-1 de<toon glimlachte hij e>en beetje I bitter, faegroef zijn kin in de plooien van zijn halsdoek, stak zijn handen diep in zijn. zakken, keerde zich om en liep door En terwijl hij nog glimlachend ver der liep, dacht hij er -op eens aan, wal er geworden zou zijn van al dat mooie postpapier en al die deftige kaartjes, met vergulde randen en familiewa pens, die hdj lederen morgen toege zonden kreeg, en die do gevoelige en welsprekende beenen van den Ge poederd an Knecht zoo in verrukking gebracht hadden. Het werd al donker, on het plein wub bijna geheel verlaten); or stond maar één man met eou hel geleïenr- den halsdoek om; oon man met eon somber uiterlijk, dio tegen oen muur geleund stond in de schaduw van de boomon midden op het plein, en die geheel verdiept scheen in de beschou wing van zijn schoenen. En toch, toen Barnabas ma paar straten verder toe vallig omkeek zag hij dat de man achter hem slenterde. Daaa-om ver haastte Barnabas zijn tred, en liep vlug dooi' de drukke straten, maar vlak bij het Gerechtshof ontdekte hij aan den overkant van da straat weer de hel gekleurde halsdoek. Barnabas liep in do richting vn Holborn, maar! toen hij de Beerstraat in sloeg liep do 1 man met den halsdoek even ooonher I als altijd nog geen tien meter achter hom. Halverwege da drukke Beerstraat sloeg Bornalbas een veel minder .druk-1 ke straat in. Vlak om den hoek folieef hand uitstak. hij staan wachten tot zijn vervolgc-r, „Nee maar, bent u het, meneer?" aan kwam. En al spoedig versdheen liep hij uit. „Het eerste oogenbük deze om den lioek en struikelde in zijn herkende ik u niet. Kom binnen me- haast bijna over Barnabm, die dade-1 neer, kom binnen, het doet one pie- lijk zijn lange arm uitstak en hem bij 7ter u te zien" den hel gekteurden haledoek greep. „Waarom volg je mij!" vroeg hij. „U volgen?" 1 verhaalde de man. „Je volgt me al den heeten tijd!" „O ja?" zei de man. „Dat weet je heel goed", zei Barna bas. „Wat wil je eigenlijk van me?" „Och" zei de man op eofrroberen torn „laat eerst m'n halsdoek eens los, als 't u blieft!" „Niet voordat je mij verteld hebl, waarom je mij gevolgd bonte" „Nu", zei do man, „luister maar, dan zal ik liet u zeggen". „Wol?" zei Baan abas. Maar plotseling 'had de man zich losgerukt, zette het op een loopen, rende de straat door en wes verdwe nen. Een oogenblik bleef Barnabas aar zelend staan, zonder te weten of hij nu naar Barrrymaino's kamer sou gaan of niet en tenslotte sloeg hij do tegenovergesteld richting in, en kwam na eenig omzwerven tenslotte bij do achterdeur van „het Kanon", waarop hij dadelijk klopte. Dit zeggende liep hij met Barnabas do twee treden of naar het kleine, maar giazellige kamertje dat hij zich neg herinnerde, ipet al die rijen plan ken waarop een heel regiment glazen en flesschen netjes gerangschikt ston den als bij een parade, het was er werkelijk buiteaigewooö netjes, cn al les scheen er voortdurend opgeruimd en op oïtte te zijn. In een grooten leunstoel bij den haard, niet een kussen iu zijn rug en een ander kussen onder zijn een en voet, zat Shrig een pijp te rooken, het bewuste kleine boekje lag open n a t hem op tafel. Hij zag er wat mager der e)i bteeker uit dan gewoonlijk en Barnabas zag dat zijn eene been ver bonden was, maar hij glimlachte even onschuldig en argeloos als altijd Mi drukte hem stevig tie hand toen zij elkaar begroetten. „Neem me niet kwalijk dat ik niet opsta, meneer", zei hij, „Ik wil wel, maar liet gaal niet, door mijn been, ziot u ik heb er een stuk lood in gekregen, cn dat is erg genoeg, maar Bijna onmiddellijk werd de deur ge- het had nog erger kunnen zijn. Maar o pond door Korporaal Richard Roe over het geheel "genomen heb ik dien zöW, dJo hem een oogenblik aanstaar- avond nogal succes gehad, dank r.ij u de, glimlachte en toen een groote en de Korp'raal hier; lk heb do Iwelo bende kunnen pakken, maar naar de conclusies die ik uit de zaak getrok ken liad, had ik gehoopt om laten we zeggen nummer Twee te pakken. Maar hel liep me niet mee. Te klagen heb-ik anders niet, en de manier 1 waarop u ze tegon heeft gehouden tot de Korp'raal en m'n mannetjes kwo- men. was gewoonweg schitterend", j „Ja, dat was hei", knikte de korpo- raai. „Manx ik snap niet hoe u zoo gauw verdwenen bent en waarheen!" „Ik ook niet, meneer!" knikte de korporaal weer I „O", legde Barnabas hen uit, „ik I werd bewusteloos door een slag op I mijn hoofd an toen ik weer bij kwam, lag ik op de werf achter een kapolts I boot. Ik was al dagen lang van plan om hier naar too te gaan en te ïnfor- meeren hoe u het maakte, mene:r Shrig maai- ik ben er niet toege komen omdat ik het don laatst en tijd erg druk heb gehad". „Nou, meneer", zei Shrig, die ste vig aan zijn pijp trok, „naar wat ik er van gehoord heb kan ik me dat best voorstellen. Lieve hemel! Maar we hadden het net over u, meneer, op het oogenblik dat u op de deur klop te. Ik zat net coils in m'n boekje ie bladeren en vertelde zoo aan den kor poraal waarom u die misdaad onmo gelijk lvodreveu kon hebben". „Welke misdaad?" „Nou de misdaad. De misdaad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9