Biiiienlankii Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Rubriek, voor Vrouwen.
DIWSDAG 7 MAART 1922
TWEEDE BLAD
No. 3017
Begraven Fakirs.
iDdl.chs loocbsltoeren Delesge plaat levend bjgrm»faklri
PiSr-itn tü ïfriiaring Hst bllakscda potlood.
Onlangs heeft een fakir, die te Am-
Sterdam voorstellingen geven zou, op
het platte dak van ©en bazar voor ge-
noodigden, ach onder zand laten be
graven en in dat geïmproviseerde graf
enigen tijd doorgebracht, waarna hij
weer frisch en monter te voorschijn
kwam. Er is natuurlijk geen reden,
om te veronderstellen, dat de man het
eeno of andere kunstje toepaste, waar
op do aanwezigen niet voorbereid
waren, ofschoon knappe goochelaars
ons wel gewend hebben aan de listig
heden van hun trucs en aan de ont
stellende onmacht van ons og. Ieder
die in Indié geweest is, kent hunne
bekwaamheid in liet snel laten groeien
van planten en vruchten, a lcen ver
borgen onder een witten doek, terwijl
mon zeggen zou, dat zij onmogelijk
een goochelkunst kunnen toepassen,
omdat zij hunne vertooning geven
in een kring van belangstellenden, die
hen op de vingers zien en alleen ge
kleed zijn met een lendendoek, die
niet toelaat iets weg te stoppen, dat
voor do toeren moet dienen.
En toch herinner ik mij het ver
haal van twee sceptisch gestemde
Europeanen, die bij zoo'n gelegenheid
stilletjes hun kodak meenamen; de
goochelaar had aangekondigd, dat
hij een los touw in de lucht zou wer
pen, dat zijn kleine helper daarin
klimmen en aan het bovenste uitein
de gekomen, plotseling verdwijnen
zou. Aldus geschiedde. Een van de
Europeanen keek scherp toe, zag 1'
de toer volkomen naar de voorspel
ling volbracht werd; intusschen nam
de andere de photo, maar toen de
plaat ontwikkeld werd, bevatte ij
niets: geen touw, geen naar boven
klimmende jongen, niets. Was de goo
chelaar alleen maar een uiterst be
kwaam hypnotiseur geweest, die aan
de toeschouwers had weten te sugge-
reereu wat in werkelijkheid niet ge
beurde? Dit zou op zichzelf al buiten
gewoon knap zijn, maar natuurlijk
niet in strijd met de wetten der na
tuur, of wat wij daarvoor houden,
zooais tlo klimpartij in een los om
hoog geworpen touw zou zijn ge
weest.
Dat onze gave tot opmerken zeer
gebrekkig is, hebben wij nu langza
merhand wel ervaren. Waarschijnlijk
Is dat minder aan do constructie van
ons oog te wijten, dan aan de inspan
ning, die het ons kost, om onze aan
dacht geheel en al op één. punt, op
één gebeurtenis te coaioentreeren. De
weinige menschen, die dat kunnen
doen (of moet ik zeggen: de kracht be
zitten om zichzelf daartoe te noodza
ken) zijn juist diegenen, die in het le
ven op verschillend gebied groote din
gen weten te bereiken, omdat bi;na
allo menschen toelaten, dat hun ge
dachten tegelijkertijd dwalen over
verschillende onderwerpen, zocdat
hun herseninspanning slechts tot ge
brekkige resultaten leidt.
Maar laat ons terugkeeren tot de
begraven fakirs. Dr. Karl du Prei zegt
in zijn Studiën, dat een Duitsche
medicus, die arts is geweest aan de
hoven van Indische vorsten, in zijn
boek „Früchte aus dem Morgenlan-
dc" over hun ver mogen om zich te
laten begraven en daarna levend weer
te voorschijn te komen merkwaardige
dingen verteld heeft. Honigbergcr was
naar Duitschland geweest en keerde
weer naar Lahore (Britsch Indie) te
rug, waar hij generaal Ventura ont
moette, die hem vertelde, wat er in
zijn afwezigheid met den fakir Hari-
das gebeurd was. Een Indisch vorst
had dezen, met zijn geheele instem
ming, laten begraven. Hij werd in
tegenwoordigheid van den vorst en de
rijksgrooten genaaid in het linnen,
waarop hij gezeten had, deze zak in
een kist gelegd, waaraan de vorst
zelf een slot hing. De kist werd daar
op begraven in den tuin van een der
ministers, buiten de stad, over het
graf werd gerst gezaaid, er om heen
een muur gemetseld an bij het graf
plaatste men wachtposten, die gere
geld werden afgelost. Veertig dagen
na de begrafenis werd de kist weer
opgegraven, in tegenwoordigheid v:>
don vorst en zijn ministers, generaal
Ventura t-n eenige Engelschen: de
fakir lag er koud en stijf in. Daarop
werd het hoofd verwarmd, lucht in
den mond geblazen en het lichaam ge
wreven, waarna de fakir weer in het
leven terugkeerde.
Ilonigborg^r maakt van nog meer
gevallen melding, o.a. van een, waar
bij de inlandsche vorst, die de proef
neming bevolen had, in den tusschen-
tijd tweemaal onverwachts de kist li
opgraiven en openmaken en daarbij
telken» den fakir aantrof in de hou
ding, waarin men hem begraven ha
Blijkbaar was deze gefodedetr, Hun-
jeet Singh, vorst van Lahore, ten op
zichte van zulke proefnemingen zeer
wan trouwend.
Natuurlijk zijn er van het stand
punt der Europeesche wetenschap
verklaringen beproefd. Du Prei zegt
o.a. dat reeds ia den Dab is tan, oen
werk over'de godsdienstige cectén i.
Indié, gesproken wordt over men
schen, die uren, dagen en weken den
adem inhouden kunnen. James Braid,
de Engelsche chirurg, die vrij alge
meen erkend wordt als de ontdekker
van het hypnotisme, wijst in een van
zijn geschriften op net voorkomen van
den eigenaordigen toestand van het
menschelijk lichaam, die „schijn
dood" genoemd wordt evenwel, t;
deze mmder toepasselijk op het be-
graven van fakirs, omdat de schijn
dood hoogst zelden voorkomt en bo
vendien niet opzettelijk veroorzaakt
wordt. Tevens gewaagt hij van den
winterslaap van verschillende dieren,
maar ook deze is geheel anders, om
dat die toestand van bewusteloosheid
van natnr,» behoort bij deze die
ren, dus niet aangeleerd of geoefend
is, terwijl er bovendien nog ecn gro u
verschil bestaat tusschen den beer in
wiens hol altijd de buitenlucht nog
kan toetreden on het totaal gesloten
graf van den fakir.
De fakirs zelf 2eggen, dat er voor
dit levend laten begraven een langdu
rige voorbereiding noodig is.
Eigenaardig is het, dat de Brah
manen, een orde, waarvan deze fa
kirs laagstaande leden zijn, met min
achting neerzien op deze practijken
van begraven, die zij onwaardige
kunstjes noemen. Prof. Prijer, die
juistheid van deze begrafenisgevalien
ambtelijk geconstateerd acht, wil de
verklaring hierin zoeken, dat er tus
schen leven en docd, nog een derde
toestand zou bestaan, die van a n a-
b i o s e (levenloosheid) welke, in le
ven kan veranderd worden. Hij her
innert daarbij aan de omstandigheid,
dat er dieretn zijn, die zonder adem
te halen ter neer liggen met een
uiterst geringen hartslag, een toestand
waarin men ze zelfs onder water of in
gevaarlijke gassen kan leggen. „Ook
heelt men reeds vaak", zegt du Prei,
„in gesteenten dieren aang. troffen,
padden bijvoorbeeld, die naar be
trouwbare berekeningen daar eeuwen
latog in gesluimerd moestem hebben,
dioch bevrijd weer tot het leven ont
waakten".
Men gewaagt ook van verschijnselen
in cle dieren- en plantenwereld. Zand
korrels uit Romeins che, Egyptische en
Peruaansche graven zijn weer gezaaid
en nieuw opgekomen zaad kan dus,
zoo concludeert du Prei, duizende ja
ren zijn kiemkraeht behouden. Men
heeft verder totaal iui elkaar gedroog
de en bevroren georganiseerde we
zens door-toevoer van water of van
warmte weer in het leven teruggeroe
pen. Henry Backer zag er na 27 jaar
door vochtig maken weer opleven en
Spallanzami maakte dezelfde rotlferen
elfmaal levenloos door indroging on
liet ze weer opleven door ze vochtig
to maken. En hij gebruikte daartoe
het boerdiertje, dat zenuwen, spiereu
en oogen heeft en dus reeds vrij hoog
georganiseerd is.
Met al deze vergelijkingen komt
men natuurlijk niet tot de rechtstreek-
sclio verklaring van wat de anabiose
genoemd wordt, de tusschen vorm tus
schen leven en dood, waarin dan de
begraven fakirs zouden verkoeren.
Du Prei doet een poging de zaak te
belichten uit hypnotisme en somnam
bulisme. Volgens Berniur wordt bij de
Brahmanen dikwijls gebruik gemaakt,
van do willekeurige extase, dat wil
zeggen van een door zelf-suggestie
toegepast somnambulisme. Als een
middel daartoe, dat al duizendje jaren
bekend moet zijn, wordt opgegeven
het strak kijken naar het topje van
den eigen neus, terwijl men inmiddels
den adem inhoudt. In de wachtka
mers van onze Europeesche artsen,
die hun patiënten met hypnose en
suggestie trachten te genezen, kan
men iets dergelijks opmerken, zonder
het inhouden van den adem. Ik herin
ner mij heel goed, dat toen ik meer
dan dertig jaar geleden behoorde tot
de patiënten van Dr. Frederik van
Eeden, die luen de psycho-therapie
beoefende, mij meermalen als ik wach
ten moest, een gewoon potlood met
een glimmende stalen punt gegeven
werd, met opdracht die zoo sterk mo
gelijk te fixeeren. De bedoeling was,
ons patientesn daarbij als 't ware voor
fo bcrefden tot den toestand van hyp
nose, waarin wij straks door den be
handel enden modieus gebracht zouden
worden. Dit eenvoudige hulpmiddel
miste dan ook zijn uitwerking niet.
In hoeverre nu deze hypnotische
toestand zou kunnen leiden tot een
tijdelijke bewusteloosheid van uren,
dagen of weken, is zeker een geheel
andere zaak. Stellig een, die dient te
worden overgelaten aan wetenschap
pelijke onderzoekers, bekend met dej
groote gevaren. Voor hun eigen vei
ligheid behooren leeken zich daarvan
evenzeer te ontliouden; als van het
spelen met de messen van den chirurg,
waarvan zij de scherpte niet beseffen.
Er ie ook alle redem om ons af te
vragen, waartoe, buiten 'dé kringen
der geleerden, proefnemingen dienen,
waarvan men de beteekenis der resul
taten (zoo zij die hadden) niet zou
kunnen overzien of beoordeel en. Deze
andorzoekingen beliooren te geschie
den enkel en alleen om nieuwe na
tuurwetten te ontdekken, niet om er
kunstjes mee uit te halen. Alleen dus
op do wijze, zooals Newton, Marconi,
Edison en anderen studeerden.
En uit dit oogpunt bezien is de af
keer der Brahmanen van hun lagere
klassegenooten, die zich laten begra
ven voor geld, logisch en verklaar
baar.
J. C. P.
DE MODERNE HUISKAMER.
Do nleuwa Inrichting in het
oudere hols. Raambedek-
king. het gezellige bookjo.
bloemen.
Nu het voorjaar zjjn glorieuion intocht
weer heeft gedaan, niettegenstaande som
bere luchten cn aanhoudende regenbuien,
beginnen wjj ook woor te denken over de
nieuwe dingen, die ons huis zoo noodig
heeft, en nienigo huisvrouw, die oan ver
huizen gaat denken, moet eeo kamer zelfs
geheel nieuw inrichten. En als er <lan
toch nieuw moet worden aangeschaft, is
bet veel aardiger om het wat modern te
doen. Nu ia bet niet moeilijk, om een
nieuw huis een aardig aanzien to geven
mot moderne meubeltjee. Do lago kamers
lecnon zich by uitstek voor c donker-
gobeitste voorwerpen erin ra de kleine
ramen zjjn voldoende bedekt door de
vToolyke, katoenen gordyntjes.
Maar ook in een minder ruodern huis
kan dezo nieuwo inrichting heel good ge
bruikt wordon, wanneer niatir enkele din
gen als al te ongeschikt eruit verbannen
worden. Door de moderne huizenbouwer
wordt nogal to veldo getrokken togon de
witto vitrages, en cr is veel van waar
dit eigenlyk een koude en stugge nui
is, om mogelijke onbescheiden blikken te
weren. Vooral wanneer zy dan nog heelo
maul dichtgetrokken zyn ook, ziet het
huis er niets vriendelijk uit van buiten.
Nu is het echter wel moeilijk om by
do groote ramen, die nog in Je oudore hui
zen zijn, deze witte vitrage te verbannen,
want.dan wordt hot wel wat aV to gemak
kelijk om naar binnen te zien en wordt
het werken daarbi'nnon onrnstig.
By do veel kleinere ramen in do moder
ne hulzen is do bedekking gemakkelijk
genoeg: eenige potten met roodo geia-
niums op do vensterbanken, sluiten de
buitenwereld voldocndo ut en do v
roodo bloemen goven daarbij nog iots
fleurigs in huis. Vooral wanueer de ra
uit kloiuo ruitjes bustaau, zjju die gera
niums zeer gezellig, en oen paar o\ c-r-
gordijnen, die tot do vensterbank reiken,
sluiten 's avonds voldoende do donkere
werold buiten.
io overgordijntjos zjjn ook meestal
niet moor van de een of andere meubel
stof, maar vaa cretonne of rips-stof.
Willon wy dus hot oudqro huis wat mo-
dorn inrichten, dan zal er toch begonnen
mooten worden mot de ramen als vanouds
bckleoden, ook al reiken do overgor
dijnen dan niet heolmanl tot den grond.
Want waarvoor zouden wy die overbo
dige lajipen nog nomenf
Do kamer zelf kan echter wel gezol-
lig-modem worden ingericht, en dan is
zeker wel een van de oorsto aantrekke
lijkheden do boekenplank boven oen bank
in don hoek. Dozo plank wordt iu do
kleur der meubelen gebeitst en in een
hook eon eindjo langs beide muren opgo-
hangen vlak hieronder wordt do een
of andere aardigo dook ojigehangen
ou oen eenvoudige houten bank, die
eveneens in oen rechten hoek staat
voltooit het geheel. Is do doek nog al
bont, dan worden er tamelijk eenvoudig
geklourdo kussens op do bank gelegd,
maar is do doek stil van kleur, dan kun-
•n do kussens wel fel afstoken in tinten.
Het moderne huis kenmerkt zich in
hoofdzaak door een zekere gozolligo non
chalance, die echter ook welooiis voor
slordigheid wordt aangezien. Mot die non
chalance bedoelen wy echter wat anders:
in oudcro huishoudens heeft bijvoorbeeld
de pendule mot coupes op den schoorsteen
mantel een burgerrecht verkregen, dat
oor velen onafscheidelijk verwant ïb niet
het begrip van het oudorljjk huis, mnar in
oen modern, jong huishoudeu, doet dat
toch niet aardig meer aan; hier verwach
ten wij wat nieuwers. Precies zoo is het
het ook met do ouderwetsehe boekenkas
ten, waarin do mooie bandjes achter glas
oen ryk bezit vormden. Do moderne boe
kenplank echter stoort zich hier uiet aan:
genoegelijk door elkaar staan daar do
bandjes iu verschillende kleur cn grootto
naast elkaar, en zelfs een ingenaaid boek
kan or best tusschen.
Wy spraken echter over den schoor
steenmantel, dio ook een moderne aan-
kl ceding vraagt. Om te beginnen raag cr
geen groote spiegel bovenhaagen, n
oen klein, langwerpig of ovaal. Maar
dio groote spiegels waren wel practiseh,
omdat zy het gescheurde behang er achter
verborgen, het behang dat door het bran
den van de kachel zoo licht au den wand
loslaat, bobbelt en eindelijk uvliourt. Ook
daar is echter by de kleine spiegel wel
raad op: een schoorsteendoek is toch
misbaar, en waarom zouden wy dan niet
oen flinke lap nemen, die bovenaan den
wand wordt vastgemaakt en tot o-er den
rand van den schoorsteenmantel loopt!
Het spiegeltje komt hierboven te hangen
en op den mantel zelf zetten we de klok,
een enkel aardig, kleurig vaasje, een tin
nen kandelaar of iets dergelijks.
Tin leent zich trouwens by uitstek voor
het moderne huis: de donker gebeitste
meubelen en de veelkleurigheid van kus
sens en dergelyke vormen een mooicn ach
tergrond voor tin. Het dressoir bijvoor
beeld krijgt er dadelijk een voornaam aan
zien door, en zyn wy niet in het geluk
kige bezit van zoo'n meubeltje, dan kan
eeu gebeitst, eenvoudig kastje ex even
goed dienst voor doen. Wy weten zelfs vaD
jonge menschen, die er een ouderwetsehe
bruidskist voor gebruikten, wat natuur
lijk het nadeel had, dat de kist alleen
gebruikt kon worden voor het bewaren
van weinig gebruikte voorwerpen.
Dat er in een moderne kamer gecz
groote tafel mag zyn, lykt wel aardig,
maar is toch te la.ig, want waar moeten
wy dan met het schrijfwerk heen. Van do
bankx die in een hoek staat, kan heel
goed een gezellig hoekje met een kleine
tafel worden gemaakt, en wanneer de
schemerlamp op die plaats kan worden
aangestoken, is dat een echt leuk hoekje
om te gaan zitten naaien of lezen: wan
neer do lamp maar een goede hoeveelheid
licht geeft, behoeft het groote midden
licht boven de tafel hoelemaal niet te
branden.
En dan is nog een vereischte voor het
moderne huis, dat gelukkig mee overge
komen is uit het oudere, ja zelfs miss* kien
nog wel grooter is geworden: het zetten
van bloemen waar het mogelijk is. „Te
duur", noemen velen dat, maar waarom
kunnen wy ons in het voorjaar niet ver
heugen over zelfgeplante bollen, 's zo
mers iu den overvloed van veld- en 6iiy-
bloemeu, in het najaar ook over diezelfde,
en in den winter, wanneer er geen bloe
men moer zyn buiten, over een gember
pot met de zoogenaamde lampions, die
zoo'n zonnige kleur fibbbenl En als deze
stoffig zyn geworden, kunnen wy oua toch
nog wel wat andere aanschaffen.
E. E. PEEREBOOM,
Letteren en Kunst
GQETHES GEBOORTEHUIS.
President Ebea-t, aldus meldt de Vor-
w&rts, hooft voor de restauratie en
liet blijvend behoud van het geiboorte-
Imiis-van Goetho le Frankfort, ©en
bedrag van, 10.000 Mark ten- besdiMc-
king gestold.
VIRGÏNiE LOVEILING Na in-
liojhtlaigeoi te bevoegden plaeY-so te
hitibhon ingewonnen, lean de Ant-
,wc)rpsche -oqrrespondont van de
Maasbode nader med©de*ile>n, dat
Ivoor alanmeeremdé beric.hten inznfce
den 'gieszo-raihe'iidistoeetaxid van de
Vlaaimscha schrijfster Virgjlnie le
veling, geen grond aanwezig ie. Wel
is zij needs 86 Jaar oud, doch baar
gestel blijft sterlk cm haai' geest is
wakker en werkzaam.
IN NEDERLAND NEDERLANDSCH.
Dit geldt ook voor muziek en zang, al
kan men het vreemde op dit gebied moei
lijk weren, schrijft Neerlaudia, orgaan van
het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Voor hot minst mag men den eisch stel
len, dat aan Nederlandscho composities
ook eeu plaats op do programma's worde
ingeruimd. Een beschamend voorbeeld
heeft do Rotterdamseko Koninklijke Or-
kest-Vereeniging Symphonia, directeur
Georg Ryken, gegeven. Do heer Tyssens,
secretaris onzer nfdoeling Rotterdam en
bibliothecaris van dezo Orkest- Vereeni-
ging zond ons het programma van 6 Fe
bruari j.l., dat uitsluitend Nederlandscho
werken bevatto van Kerrebyu, Sohreu-
der, Siej» eu Wagenaar. Hulde I
Keik en School
NED. HERV. KERK. Beroepen
te Stavemsse, da. A. Feenstra, te
Oudenhoorn.
CHR. GEREFORMEERDE KEEK
Bedankt voorl het beroep to Rozen
burg ds. II. Sluiter te Assen—
Smilde.
NIEUWE ONRUST IN IERLAND.
Lloyd Coor-go
heeft een zware verkoudheid opgedaan
i moest Maandag zijn kamer houden.
Men verwacht, dat hij in den Joop van
ceze wede nog naar zijn familie in
Wales zal vertrekken om eenigen tijd
rust to nemen.
Wat
de crisis In de Engelsche
regeerlngsooalltle
betreft, dezo schijnt nog niet geheel te
zijn opgelost. Van verschillende zijden
werd verzekerd, dat Lloyd George na de
redevoeringen van Chamberlain en Wor-
thington Evans, nog niet geheel over
tuigd is ten volle op den steun van de
conservatieven te kunnen rekenen en dat
hij nog geen definitief besluit zou heb
ben genomen omtrent zijn al of niet af
treden.
Dezelfde Londensche bladen, die Vrij
dag j.l. verzekerden, dat het aftreden
van den premier zoo goed als zeker was,
verklaren thans, dat de zaak voorloo-
pig is gesust en wel Zondagavond op een
diner, door den lord-kanselier aan den
premier te zijnen huize aangeboden,
waaraan verschillende liberale en con
servatieve ministers hebben deelgeno
men.
Daarentegen wordt nu door den poli-
tieken medewerker van de JDaily Chro
nicle", het liberale orgaan van Lloyd
George, beweerd, dat de onverwachte te
rugkeer van den premier van diens bui
tengoed te Chequers naar Londen, op
:n hoogst ernstïgen toestand duidt.
Men verwacht thans belangrijke ver
klaringen in een rede, welke heden,
Dinsdag, door Balfour in de Londensche
City Club zal worden gehouden.
De „Press Association" meldt dat
Balfour in zijn rede de kwestie van het
al of niet aanblijven van Lloyd George
zal bespreken.
Inmiddels doen tal van geruchten de
ronde. Ook wordt gezegd, dat Lloyd
George door Balfour zou zijn overge
haald, zijn aftreden nog uit te stellen
a de oonferentie van Genua, terwijl
Balfour den premier tevens zou hebben
aangeraden om, met het oog op de vele
•erkzaamlheden, welke die conferentie
van hem zal eischen, eenigen tijd rust
gaan nemen.
Er wordt in dit verband op gewezen,
dat de premier in het najaar zijn va-
'e, die hij in Schotland dacht door
te brengen, moest onderbreken vanwege
de Iersche kwestie en dat hij sinds dat
oogenblik voortdurend hard heeft ge-
■erkt aan de verschillende binnen- en
buitenlandsche vraagstukken.
De liberale „Daily Chronicle'
schrijft over de politieke crisis in En
geland, dat er geen verdere wijziging
m den toestand i8 ingetreden. Het is
echter duidelijk, zegt het blad, dat
het nadeel, dat aan de Coalitie is be
rokkend, thans zoover is voortgeschre
den, dat het door redevoeringen al
leen niet meer kan worden hersteld.
Het eenige middel om de oud0 een
heid te herstellen zou zijn, de onto
vredenen uit de conservatieve partij
te zetten, maar dit ter zijde gelaten,
waarvoor bovendien weinig kans be
staat, kan de kwestie samengevat
worden in de vraag: Zal er de een
of andero regeling worden getroffen,
welke de wond zal kunnen verzachten
en de regeering in de gelegenheid
stellen om aan net bewind te blijven
tot na de behandeling der begroo
ting in de conferentie van Genua, of
is de knoop zoodanig, dat zij niet kan
worden ontward en doorgesnedeu
moet worden door het aftreden van
Lloyd George?
De beslissing zal ernstig zijn. Voot
zoover er partybelangen zijn betrok
ken, zou het den liheralen tot voor
deel strekken, indien het aftreden
spoedig plaats heeft, terwijl het voor
de conservatieven gewenscht is, dat
het aftreden wordt uitgesteld.
Een krachtig argument voor uitstel
is, dat niemand andera dan Lloyd
George
de Engelsche vredespolitiek
te Genua
kan voortzetten. De idee van Genua
is een der grootste in onze geheelo
geschiedenis en hoewel de conferen
tie kan worden uitgesteld, is daarme
de een ontzaglijk risico verbonden.
Genua raakt de drie voornaamste
vraagstukken der Engelsche politiek
werkloosheid, financien en vrede. Iu
dien Llovd George besluit heen te
gaan, zalhet niet zijn wegens gebrek
aan consideratie, hetzij ten opzichte
van de vraagstukken, welke door het
woord Genua worden aangeduid U9t-
zij tegenover zijn conservatieve col
lega's, die hem loyaal steunen, maat
omdat hij van meening is, dat de zaak
van persoonlijke vriendschap en zijn
politieke trouw daardoor hot best Zul
worden gediend.
Wellicht kan het resultaat wordefl
beslist door nog een andere overwe
ging. Vooropgesteld, dat de onmid
dellijke moeilijkheden zullen 'manen
worden overwonnen en een breuk kan
worden vermeden, bestaat er kans
dat het uitstel meer dan oen uit
stel zal het niet kunnen zijn nuttig
kan worden besteed om opnieuw -le
grondslagen te leggen voor een -artij-
eenheid? Het is duidelijk, dat -.vcti
enkele partij bij da komende verkie
zingen een absolute meerderheid zal
behalen. Kunnen wij ons daarom voor
bereiden voor het nieuwe systeem van
groepenregeering, welke noodzakelijk
schijnt en ons kiesstelsel, dat, naar
wordt toegegeven, onvoldoende is,
te organiseeren, vraagt het blad. In
dien daartoe eenige kans bestaat, zal
uitstel nuttig kunnen zijn, Maar voo*
uitstel zonder meer, dat tot niets an
ders zou dienen dan tegemoet te ko
men aan de nooden van het oogenblik,
'en wij geen afdoende reden.
Reuter seint: In de wandelgangen
van het Lagerhuis wordt van gezag
hebbende zijde medegedeeld, dat de
politieke crisis is geëindigd door de
beslisisng van Lloyd Qeorge om aan
't bewind te blijven in verband met
het dringende beroep der conserva
tieve ministers.
Da revoluttoonaJre be wa
ging In Flume.
die eenige dagen geleden begon, ia
snel ln omvang toegenomen. De voor
naamste bijzonderheden zijn reeds te
legrafisch medegedeeld. Aan een uit
voeriger overzicht in de Fransche bla
den wordt nog ontleend, dat de te
Fiume aanwezige politiemacht abso
luut onvoldoende was om weerstand
te bieden aan de fascisten, die onder
de zwakke leiding van gouverneur Za-
neiia in de stad hadden kunnen blij
ven en die nooit ontwapend waren. In
den nacht van Donderdag op Vrijdag
maakten zij zich meester van het post
kantoor en van alle openbare gebou
wen. Daarna belegerden zij het regee-
riii-gspaleis, waar een troep van vier
honderd man van de garde van Fiu
me een toevlucht hadden gezocht, die
zich echter na een hevig gevecht, wuar
bij van handgranaten een mitrailleu
ses gebruik gemaakt werd, genood
zaakt zagen zich over te geven.
Na zich aldus meester te hebben ge
maakt van de stad, dwongen de fas
cisten Zanella om atf te treden cn het
gezag over te dragen aan hel nationa
le comité van verdediging. Daarna
kreeg Zanella verlof om zich niet eeni
ge van zijn medewerkers naar Bacari
te begeven.
Ht „comité van nationale verdedi
ging" vaardigde vervolgens een pro
clamatie uit, waarin oan de bevolking
werd bekend gemaakt, flat na verwoe
den strijd de voorloopige regeeiing
wfis afgetreden, on hot comité thans
het gezag had aanvaard. Het droeg
daarbij het handhaven van do orde op
aan de carabinièri en oan de konin
klijke troepen en deed een beroep op
dc Italiaansche regeering om zich met
het bestuur van do stad Fiuime to be
lasten, door liet zenden van een offi-
ck-el en vertegenwoordiger.
De fascisten werden bij hun staats
greep ijverig geholpen door den afge
vaardigde voor Triëet. Mr. Giunta,
een FJorentijnsche advocaat, die zich
te Abazizia had weten meester te m.i-
keu varn een bewapend wrkennings-
vaartuig van de Italiaan ache marine.
Met dat vaartuig had hij zich naar
Fiume hegeven, waar het echter door
Italiaansche torpedolxxiten werd inge
rekend.
Omtrent de houding van d'Annun-
aio in deze aangelegenheidi doc-It do
correspondent van het „Journal des
Döbats" to Rome mede. dat de dich-
ter-patriot, door de ioidtórs der bewe
ging op de höOffle was g-istold van de
plannen en dat hij aelfa de uitvoering
daarvan had ontraden. Volgens hen»
moest men niet op gemaakte overeen
komsten terugkomen, maar de fascis
ten kopan i¥»ir hem tot and ai- inzicht to
brengen. AL D'Annunzio bij zijn hou
dine mocht blijven volharden, zouden
de nationalisten te Fiume rtoh willen
wenden tot Museolino, hoewel deze al
te kennen heeft gegeven dat zijn aan
wezigheid tlians te Rome noodaiikelijk
is, waar deze nationalistische bewe
ging zijn terugslag in parlementaire
kringen Boet gevoelen. Men maakt
zich daar wel wat ongerust over het
geval, omdat man bedenkt, dat F mme
een vrijstaat ia en dus het recht heeft
over zijn eigen lot te beoclrikkenzon
der tuecbenkomst van anderen, maar
tevens meent men, dat te Fiume beid*
partijen ernstige fouten hebben go-
maakt. Men betreurt de gewelddadig-
Feuilleton
De Avonturen
van iSarnabas
(geautoriseerde vertaling, nadruk
streng verboden).
„Ik vrees dat ik geen citroen heb",
begou Barnabas.
„Dan zeil© me d'r niet verder over
spreke, meneer, geen woord meer. Om
eon citroen sou ik geen ruzie met
Uwes wile krijge maar ik ben een
beetje in do war van wege die arme
juffrouw Peil".
„Wie is juffrouw Poll?!"
„Wie was ze mot u segge", want
ze is er nio meer", acïwoordde juf
frouw Snummitt; ze kr.5kre met een
somber gezicht, dronk de cognac in
drie slokken op, sloot de oogen en
zuchtte, en knikte toen weer. „Juffer
Peil, meneer, woonde op 'n solderka-
mertje, drie deuren hier vandaan, me
neer, en juffrouw Peil nou die
heit- 'et gedaan meneer. En ik wist
wel dnt ze nog os zoover sou komrae".
„Wat gedaan?" vroeg Barnabas.
„Al -vijf lange jare ken ik juffrouw
Peil en ze was wel klein, maar een
echte dame alleen erg eenzaam.
Gisteravond nog kom ik 'r op de trap
tege en ik 'ad een boender in me eene
hand en een emmer in de ander, want
ik 'ad op de eerete verdieping ge
werkt, bij een knappe heer met bakke
baard© as een baron en „o juf
frouw Snummitt" zeit ze, „ik gaan
op reis", zei ze, „maai- voor ik ga",
zeit Zb, „mot ik u eerst nog een soen
geve, ik ben zoo eenzaam en verla
te", zeit ze. En toen guf zo me een
soen, meneer en builde dikke trane,
de stumper en toen liep ze na d'r ka
mertje en dee de deur op slot cn toen
heit ze 't gedaan!"
„Maar wat heeft ze dan gedaan?"
„D'r eige opgehange in de kast, me
neer. Gisteravond gaf ze ine nog <*ii
soen en toen 'uilde ze en nou is ze
koud en stijf, de stunyier!"
„Maar, waarom heeft ze dat dan ge
daan?" vroeg Barnabas ontzet.
„Och ze was zoo alleen en zo had
de laatste paar doge niks gegete, en.."
„Leed ze dan howrer?"
„Meestal wel, meneer, maar de
laatste tijd werd het steeds erger om
dat 'r ooge soo swak wiero. „juffrouw
Snummitt", zee ze altijd, „me oosre
worde steeds erger, zeit ze, „maar ik
sel werke zoo lang lk de stek© zien
ken as ik zoovel* ben, juffrouw Snum
mitt, dan mot lk maar erges anders
heen gaan", zee ze dan. En ik dacht
er wel es over waar ze dan heen sou
gaan maar nou weet Lk liet en
de polisie is net naar bove om dc
stumper los te snije".
„En heeft ze een eind aan haar le
ven gemaakt onulat ze honger had",
zei Barnabas, die met wijd open
oogen voor zich uitstaarde.
„O, Ja, dat «loeno d'r zoo veul, ik
'eb het nou al drie of vier maal mee
gemaakt en meestal komt het van de
honger. Daar 'eb u nou meneer Bïm-
by, een goeio ouwe man, maar net soa
treurig as z'n fluit die heb altijd
honger, dat weet ik zeker en 't sou
me niks verbas» as hij ook de eén of
andere dag nog eens zoover kwam.
En nou mot Ik gaan, meneer, cn ik
dank uwes wel".
„Hoort u eeui", zei Barnabaa, ter
wijl ze weer voor hem boog, „wilt u
aan meneer Bimby vragen of hij mij
liet genoegen wil doen hier hii mij te
komen eten
„Ik zei 't doen, meneer, maar ik
ken u niks belave, want meneer Bim
by 'eb het nogal druk mot die arme
jonge waar ie gistere mee thuis ge-
kome is voor die most ik ook dc
kejac haton. Ziet uwes, meneer, me
neer Bimby Is wel somber maar toch
erg vrindelijk en hij is altijd an 't
zorge voor iemand of iets de vori
ge keer was 'et een hond met een g<-
broke poot o, ik heb wel gesien dal
ie katte van de straat meebracht en
een keer een rnusch, Maar ik sel 't
'm zegge, meneer, dank u wel".
En toïn -juffrouw Snummitt einde
lijk verdwenen was, zuchtte Barna
bas en koerde zich weer oin, om over
de dak n en schoorstecnen naar den
zonsondergang te staren. Maar toen
dacht hij weer aan de kleine juffrouw
Peil. die zich had opgehangen omdat
zo geen vrienden had cn honger
en aan meneer Bimby, die altijd hon
ger had cn op de fluit speelde en hij
onderdrukte zijn heftige verlangen
naar bosch eri veld en de lekkere fris-
sehe buitenlucht en dacht niet meer
aan de herberg van zijn vader die zoo
heel ver weg stond van liet vuil en de
ellende van Gilles' Rents bij de ri
vier; hij zette zijn ketel op het vuur,
liet zich in eeu stoel neervallen, stak
zijn lange been en uit en raakte ge
heel in zijn gedachten verdiept.
Hij werd gestoord doordat dc deur
open ging em toen hij opkeek zag hij
John Peterby. Dtze zag er nu heel
anders uit dan de keurige welverzorg
de Peterby van een week geleden; hij
droeg nu grove, slecht zittende klee-
ren en had een soort bonten muts diep
over zijn hoofd getrokken. De ,.hee-
renkneeht" was totaal verdwenen en
in zijn plaats was er nu iemand spo
ols men zo daar in de buurt overal
vond, Hij had een pak onder zijn eene
arm en koek even vlug de kamer rond
voor. hij de deur acliter zich dicht
deed.
„Zoo", zei Barnaabs, terwijl hij te
gen hem knikte, „ik ben blij dat je
terug bent, Jolin, en ik hoop dat jo
flink wat eten hebt meegebracht, want
ik rammel van den honger en boven
dien heb ik een heer gevraagd om b.
me te komen eten".
Peterby legde het pak neer, liep
naar den haard, nam de ketel er at
die kookte als een zee en zei, terwijl
hij zijn muts afnam:
„Een heer, meneer?"
„Een buurman, John".
„Meneer", zei hij, terwijl hij op de
hem eigen kalme manier thee begon
te zetten, „wanneer denkt u hier van
daan te gaan?"
„Nu, om je de waarheid te zeggen,
Jolin, was ik bijna besloten om van
avond al naar buiten to gaan, maar
tenslotte lijkt het me toch beter <i
ik hier nog wat blijf. We zijn hier
tenslotte toch nog maar een week".
„Ja, meneer, het is net een weck
geleden dat Jasper Gaunl vermoord
werd", zei Peterby rustig, terwijl hij
zijn pak open begon te maken. Toen
hij dit zeide keek Barnabas hem weer
aan en het viel hem op dat Petqrby
er bezorgd uit zag.
„John", zei hij. „ik wou dat je er
nu eens aan daclit dat wij niet meer
meester en knecht zijn".
„Oude gewoonten verliest men niet
gauw, meneer".
„En dat ik ja naar deze buurt diee
genomen licb als mijn vriend."
„Maar men kun zijn vriend toch
wel zijn vertrouwen schenken?"
„Wat bcdo.-l je toch, John Peterby?"
„Meneer", zei Peterby, terwijl hij
den trekpot neerzette ik ben me
neer Slirig tegengekomen, die mniet
tegenstaande ni'n vermomming her
kende, en hij zei dat ik u moest» -
waarschuwen
„Waarvoor, John".
„Dat u w<j eens gevangen geno
men kon worden.
„Ja, John?"
„In verband met den moord op
Jasper Gaunt. O, m«'.c*r, waarom
hoeft u argwaan opgewekt, door net
op dien tijd te verdwijnen?"
„Argwaan?" zei Barnabas en hij
stond op, legde zijn handen op Pe-
terby's schoudsrs en keek hem in de
oogen. Toen hij dat gedaan had glim
lachte en 6chudde het hoofd:
„,0 John", zei hij, „wat doet hi.-t er
toe als jij maar weet dat ik onschul
dig ben?"
„Maar meneer, als u gearresteerd
wordt
„Dan moeten ze toch eerst bewij
zen dat lk schuldig bon, Jolin," zei
Barnabas terwijl hij aan do tafel
ging zitten.
„Of dit ii medeplichtig is geweest
na het plegen van den mpord!"
tlim!" zei Barnabas „daar hob