HAARLEM'S DAGBLAD
Buitenlandse!) Overzicht
Stadsnieuws
Het Tooneel
Onze Lachboek
Van. Kunsten Kunstenaars
DINSDAG 14 MAART 1922
TWEEDE BLAD
DE STAKINCSONLUSTEN IN ZUID-AFRIKA DOEN AAN EEN BURCER-
OORLOC DENKEN. ER ZIJN AL 200 OOODEN EN ONCEVEER 1000 CE-
ViONDEN. DE REGEERINCSTROEPEN ZIJN NU BELANCRIJK
VERSTERKT.
VOORBEREIDINGEN VOOR DE CONFERENTIE TE CENUA, DIE
NU TOCH OP 10 APRIL BECINNEN ZAL.
BEZUINICINCEN IN ENGELAND EN AMERIKA.
EEN BLIK IN SOVJET-RUSLAND.
Genua ia nu aaiisUamle. Chaimher-
laln verklaarde in het Engelaohie La.
gcrliuis. dat da weigering van Ame
rika om doel te nemen aan
de conferentie te
Cenua
teen wijziging zal brengen in den da.
turn. welke voor de oonfereoitae is
vastgesteld, nl. 10 April.
Ue voorbereidingen duren mtus-
eclion nog voort.
De oonferénime <ler deekuruia-
»en van hut "Viervoudig Ver
bond (Polen. Roemenië. Tsiecbo-Slo-
wakiie en Joego-SJavlëh is geëindigd.
Verzekerd wordt, dat volle overeen
stemming op alle punten bereikt
16 Naar uit Moekou wordt gemeld,
beeft de Soviet-rogeering tot de En
ge.'sohe regeering het verzoek gericht,
om een Engelsch oorlogsschip voor de
Russische gedrelegeerden voor de Ge-
nuoroonferentie beschikbaar te wil
len stellen om hen naar Genua te
brengen. De Russische delegatie zal
rich dan inschepen in een haven aan
de Zwarte Zee. Het personeel van de
delestatie .vil uit niet meer dan 50 per
sonen bestaan- Gedurende de confe
rentie zal tqgsohen Genua en Moskou
een spcriale koeriersdienst wor
den ingesteld
De Engelsdie regeering heeft voor
gesteld do bijeenkomat van de geal
lieerde deskundigen te Londen ter be
spreking van de financieels en econo
mische kwestie dor Genua-conferentie
den 20eten dezer te doen aanvangen.
De finan.cteele commiseie uit den
economisch en riiksraad in Duitschland
heeft zich heden bezig gehouden met
do financieele waagstukken, welke
on de agenda van de oonferentie van
Oen 11» zain geplaatst. Zij is daarbij tot
dc conclusie gekomen, dat het, met
het oog on don toestand der wereld,
voor Duitschland onmogelijk is, de
finitieve voorstellen in zake deze fi
nancieel? kwesties te doen.
Omtrent de bijeenkomst van de
financieele commissie uit den econo-
misohen riiksraad', kan verder nog
worden gemeld, dat de commissie
#a>ls haar meerling te kennen heeft ge
geven, dat de moeilijke omstandig
heden. waaronder de staatshuishou
dingen der verschillende landen ge
bukt gaan, voor een deel ook daaruit
voortvloeien, dat de landen met lage
valuta hun geldelijke verplichtingen
tegenover het buitenland slecht® voor
een deel in die muntsoort van het land
kunnen af doen. Betaling in goud heeft
evenwel tengevolge, dat daardoor de
internationale handel zeer wordt be
moeilijkt, terwijl do export van de
landen met, betere valuta wordt ver
minderd' en het voor de landen met la
ge valuta moeilijk-ei- wordt In het bui
tenland grondstoffen in te koopeiu
Daardoor dienen twee middelen aan
bevolen .om tot eon verbetering van
den internationalen financieelen toe
stand te geraken.
In de eerste plaats een herziening
van de internationale schulden, due
Stijn aangegaan ten behoeve van on
productieve oorlogsdoeleinden. Ten
tweede moet de onproductieve ophoo-
■ping van goud in landen met goede
valuta een einde nemen en moeten
«leze tan dien aan de goudarme landen
cmlieten verloenen, deels op korten,
dee's op longen tenniin. De centrale
Danken, die zich met de uitgifte van
yank papier bezig houden, dienen ook
In nauwere internationale relatie met
elkander te komen om met elkander
do al of niet uitgifte van bankpapier
bi eenig land te overwegen.
De voorbereidende beraadslagin
gen inzake de Gsnua-conferentie van
de commissie voor de schadevergoe
ding uit den economischen rijksraad
rullen eveneens dezer dagen tot een
einde worden gebracht. terwijl de ver-
keerscommiissio eerlang de transport-
kwestie zal gaan behandelen.
Engeland gaat bezuinigen.
De begrootingen voor de vloot en hei
leger voor het komende financieele jaar,
dat op i April a.s. begint, zijn thans
verschenen. Daaruit blijkt, dat in totaal
dc benoodigde uitgaven voor de vloot
op 65 milliocn puud sterling en voor het
leger op 62 milliocn pond sterling wor
den geraamd. Voor het afgelcopen jaar
bedroegen de uilgaven voor de vloot
1 millioen en voor het leger 93V> mil-
lioen pond steling.
De begrooting voor de civiele diensten
wordt voor het komende jaar geraamd
op 383 milllioen, tegen 590 millioen in
het afgeloopen jaar. De in totaal ge
raamde vermindering van de nationale
uitgaven voor het komende jaar be
draagt 286 millioen pond sterling.
Het Biïtsche leger, uitgezonderd de
koloniale troepen, de Indische gekleur
de troepen en die in het Midden-Oosten,
zal bestaan uit 10.129 officieren en
142.707 minderen tegen 201.127 minderen
in het afgeloopen jaar.
De sterkte der koloniale troepen, ge
kleurde troepen en de troepen in hel
Midden Oosten wordt bepaald op
62.164 man, tegen 139.873 man in het
afgeloopen jaar.
De totale sterkte van het personeel,
werkzaam in de magazijnen en fabrieken
het leger, word; bepaald op 215.000
man tegen 351.000 man in hei afgeloo
pen jaar. De sterkte van het marine-per
soneel wordt bepaald op 118.500 man,
v;elk aantal echter zoo spoedig mogelijk
zal worden veiminderd tot 98.500 man.
In het vorig jaar bedroeg dit aantal
123.700 man.
In de memorie van toelichting op de
Engelsche Marine-begrooting voor het
met 1 April aanvangende nieuwe finan
cieele jaar wordt gezegd met betrek
king tot de vermindering in de uitga
ven voor dc vloot, dat de regeering van
meening is, dat de vlootovercenkomsi
van dc conferentie van Washington door
alle betrokken landen zal wonden gerati
ficeerd. De uitgaven voor het non-effec-
zijn toegenomen met 3 millioen,
waardoor een vermindering van de uit
gaven voor het effectief is verkregen vaD
21 millioen pond sterling. Van de 20
groote slagschepen, die overeenkomstig
de overeenkomst van Washington zullen
worden geschrapt van het vlootprogram,
zijn er negen reeds geschrapt. Ook wat
betreft de torpedojagers worden aan
zienlijke verminderingen voorgesteld.
Ook Amerika bezuinigt.
De legerbegrooting voor het a.s. fis
cale jaar der Vereenigde Staten toont
een bedrag van 270 millioen dollars aan,
hetgeen 116 millioen minder is dan
voor het loopende begrootingsjaar. De
sterkte van het geregelde leger zal
loo man cn 11.100 officieren be
dragen.
De atnklngsonlusten
In Zuld-Afrlka
blijven een ernstig karakter dragen.
Generaal Smuts heeft vóór zijn vertrek
naar Johannesburg in den Volksraad
nog het volgende verklaard Dc positie
was de laatste dagen ernstiger gewor
den en sedert verscheidene dagen
heerschte de staat van beleg aan den
Rand, niet de staat van beleg van den
kant der regeering, doch van de zijde
der commando's. Schier het goheele ge
bied ging gebukt onder het terrorisme
van deze commando's, die heen en weer
trokken, vredelievemle menschcn
hun werk sleepten, particuliere huizen
bezochten, inlanders vermoordden en
gewelddaden bedreven. De regeering ge
voelde zich daarom verplicht in te grij
pen. Er werd in een groot deel van het
Randgebied gevochten. De regeering
had zware verliezen geloden cn mocht
daarom niet langer wachten. Zij was met
geduld en lankmoedigheid opgetreden
de eeuige blaam, die haar kan treffen,
was, dat zij veel geduld en te groote
lankmoedigheid had betracht. Dc
geering had de kosten in overweging
genomen en dat was de reden, waarom
zij met optreden gewacht had. De stakers
waren venijnig en werden aangemoe
digd door de belofte van hulp. Smuts
twijfelde er niet aan of de stakers wa
ren dc meeüiiïg eoegedaan dat 2ij in
staat waren, de regeering tot capitulee-
ren te dwingen. De toestand was hoogst
ernstig. De Volksraad en het land moes
ten zich voorbereiden op zeer ernstige
strubbelingen en bloedvergieten op een
onverwachte schaal, doch zij moesten
hun plicht tot het bandhaven van wet
eu orde doen. De uitdaging had plaats
gehad cn de aanval was geschied op een
wijze
als ware hef oorlog.
Generaal Smuts verklaarde verder, dat
de inboorlingen in het Randgebied van
het eene eind tot het ander in een toe
stand van groote opwinding verkeerden
en een beroep op hem hadden gedaan
om zijn belofte bij het uitbreken van de
staking afgelegd om hen te beschermen,
te houden. Smuts ontkende dat de in
landers de stakers hadden geprovoceerd.
Hij verklaarde verder, dat de comman
do's goed gewapend waren en uitstekend
vochten. Hij/vroeg den Volksraad daar
om al zijn invloed aan te wenden om het
bloedvergieten tot een minimum te be-'
perken en de regeering met woord en
daad bij te staan, opdat de ongeregeld
heden 200 spoedig mogelijk weer tot
verleden zouden behooren. Smuts
deelde mede dat de verdedigingstroepen
het betrokken gebied waren gemobi
liseerd en de burgers waren opgeroe
pen. Hij twijfelde er niet aan of zij zou
den aan dezen oproep voldocD, ongeacht
hun politieke gevoelens.
Er bomen nog nadere berichten over
de gevechten.
In een Zondag te middernacht gepu
bliceerd communiqué wordt omtrent den
toestand gemeld, dat de operaties van
generaal Beves in het centrum van hel
stakingsgebied met goed gevolg be
kroond zijn. Twee afdeelingen politie-
troepen, die twee dagen lang belegerd
waren, zijn bevrijd. Meer dan 2200
evangenen zijn gemaakt.
Van Devenlei's troepen hebben de re-
volutionnairen uit hun stellingen in het
Benoni-gebied_ verdreven.
Een andere troepenmacht is van Kru-
gersdorp uit in Oostelijke richting op
gerukt.
De spoorbaan van Germinton is twee
maal beschadigd, doch werd weer her
steld. Rietfontein is door regeeiings-
troepen bezet.
Omtrent de gevechten aan den Oost-
Rand en te Benoni werd Vrijdagmiddag
Johannesburg het volgende geseind
de „Daily Mail": De inwoners van
Benoni werden Vrijdagmorgen wakker
geschrikt door een vuurgevecht op hei
marktplein. De schoten knalden in de
nabijheid* van het vakvereenigingsge-
bouw, en spoedig ontstonden er hevige
vechtpartijen in de aangrenzende stra
ten. Beide partijen leden ernstige ver
liezen, terwijl eenige toeschouwers, die
dwaas genoeg waren geweest om te
blijven slaan ten einde te zien wat er
gebeuren zou, eveneens werden getrof
fen. Het is trouwens een der merkwaar
digheden van de tegenwoordige onlusten
aan den Rand, dat in weerwil van de
waarschuwingen der autoriteiten, steeds
toeschouwers samenscholen, die met den
eigenlijken strijd niets uitstaande heb
ben.
Twee uur lang- waren de straten tus-
schen het marktplein en het vakvereeni-
gingsgefbouw het tooneel van een hevi-
gen strijd. Plotseling klonk het gegil
van een vrouw. Zij zelf was niet getrof
fen, doch zij had haar man, getroffen
door een kogel, ineen zien zinken. Bij
het gebouw van de Nationale Bank werd
een politiebeambte getroffen. Even
daarna kreeg een staker een schot door
de wang.
De „Times" verneemt d.d. Zon
dag uit Johannesburg, dat <]e regee-
ringstroepen versterkingen hebben ge
kregen. Zij hebben echter de bewe
ging nog niet bedwongen. De tegen
partij vecht vastberaden tot het ui
terste. Groote benden zijn in verschil
lende plaatsen van het Reef gelegerd.
Binnen hun linies hebben eemge koel
bloedige moorden plaats gehad.
Maandagmorgen bombardeerden
er vliegers de heuvels van Newland,
aar een commando gelegerd was.
Een s'erke legermacht zuiverde na
hevigo gevechten de heuvels bij
Brixton en de westelijke voorsteden.
Zij leed zware verliezen. Do artille
rie is gereed om de Melville-kopjes
'e beschieten, waartegen^e regeenugs
troepen zijn geconcentreerd. He' is
blijkbaar de bedoeling om Fordsburg
to omsingelen. Fordsburg is het een
tium der revolutionnaire beweging en
ligt ton westen van Johannesburg.
Do openbare meening is tegen de
desperado's. De regeering'werft met
veel succes vrijwilligers aan. Langza
merhand komt er voedselgebrek.
Uit Johannesburg wordt nog ge
seind De regeeringstroepen heoben
Benoni bezet- alsmede Roodepoort en
Florida. Thans trekken zij op naar
Maritzburg, waar do stakers sterke
posi'ies hebben bemachtigd.
Volgens de laatste be
richten bedraagt he'aan
tal dooden reeds 20.. Het
getal gewonden gaat naar
d e 1000.
Paul Scheffer, de correspondent van
het „Berliner Tageblatt", die nu al ge-
ruimen tijd
in Sovjet-Rusland
vertoefty vertelt hoe vermoeiend het
werkt, om maar steeds weer de
Fransch gemaakte opmerking te moeten
aanhooren„Rusland is geruïneerd,
mijnheer!"
Dc journalist kwam van Moskon
vertelt, hoe men vlak voor Petersburg
het eerste oponthoud had De locomotief
van den 'trein van den vorigren dag fiad
hei opgegeven. De «wee nachten in die
onverlichte wagens zullen niet aange
naam zijn geweest.
Bij aankomst in de voormalige Russi
sche hoofdstad krijgt mca dadelijk een
heel anderen indruk dan in Moskou.
Hier geen drukte. Slechts enkele huur-
sledcn cn drie auto's, waarvan er twee
van vreemde delegaties. Midden in de
stad het beroemde Ncwski Prospekt,
breed als dc Ncwa zelf, met aan de kan
ten de onbeschadigde paleizen en ker
ken. Alleen zijn van de geweldige han
delshuizen de borden met den naam der
firma afgerukt, zooals dc epauletten aan
de officieren. Bdbalve de trams rijden
bijna geen voertuigen. Alleen op de
trottoirs heerscht eenig leven, doch
straathandel in wittebrood, bonbons en
sigaretten, rooals die in Moskou overal
gedreven wordt, ziet men hier niet. Wel
zijn er veel winkels waar levensmiddelen
worden verkocht, doch van de bakke
rijen die in den herfst concessie hebben
gekregen, is het derde deel al weer ge
sloten. Op een hoek van een straat een
bloemenwinkel met niet anders dan
prachtige wite Alpen-viooltjes. In Mos
kou waren de eenheidsbloemen verlepte,
bevroren asters. Ook ziet men hier in
de winkels weer luxe-artikele®, waar
voor echter geen koopers zijn.
In Petersburg, waar in 1914 twee mil
lioen meuschen woonden, zijn er nu nog
maar 500.000 en die kunnen de groote
stad geen levendig aanzien ueven. Leeg
te is het woord dat de stad en haar be
woners voortdurend vervolgt en depri
meert.
Daar staat ccn groot huis, met alle
men open bij tien graden vorst. Het
„stuk gewooDd". De afvoerbuizen zijn
eet geraakt ea toen heeft men een
voudig dén voor ccn, boven beginnend,
alle vertrekken voor zekere doeleinden
gebruikt en het daarna verlaten. Gelijk
vloers staat nog in verbleekte letters
.Basilc, coiffeur". Dat is de elegantste
barbierszaak uit Petersburg geweest.
Ook de waterleidingbuizen in zeer vele
huizen zijn gesprongen, doch daar heb
ben de bewoners zich ook al aan ge
wend. In hei voormalige Duitsche ge
zantschap, waarvan de verwoeste ont
vangzalen gevuld zijn met grove kleeren
voor terugkeerende krijgsgevangenen,
zijn marmeren platen door de vorst ge
sprongen.
In deze leege stad wordt veel ver
huisd. Het is zoo makkelijk een nieuwe
woning te vinden, wanneer de oude is
stuk gewoond. Er staan zoo veel huizen
leeg. Ook werden, een maand geleden
nog, roortdurend menschen van hun
kleeren beroofd of heele vrdiepingen uit
gemoord. Er is hier minder toezicht dan
Moskou, doch dat wordt nu weer wat
beter.
Er is nog electrisch licht, maar de
stad wordt door de schots en scheef
staande lantarens zeer onvoldoende ver
licht met ouderwetsche lampen, die ge
weldig veel stroom verslinden. Maar
men heeft geen andere. En in dit scha
mele licht zien we een geruïneerde,
doch geen ruïDenstad,
De „Welt a. Montag" bevat een arti-
>1 van een Beiersch democraat over
de monarchistische beweging
In Boteren,
Hij heeft het daarin ook over de kort ge
leden in Beieren opgerichte Christelijke
feodalistische koningspartij, die onder
leiding staat van dr. Heim.
Deze nieuwe vereeniging zegt de
schrijver zou weinig politieke beteeke-
nis hebben, indien niet de leiding bij
dr. Heim berustte. Het is toch een pu
bliek geheim, dat Heim de ongekroonde
koning van Beieren is en als hij kans zal
Beieren het koningschap weer
herstellen, dan zal hij toch, achter den
koning staande, de teugels blijven voe-
n.
Ook in het program van de nieuwe
partij komt Heim's invloed tot uiting.
Daarin wordt gesproken van een demo
cratische op Christelijke grqgdslagen op
gebouwde monarchie. Heim is een van
de ergste vijanden van de constitutie
van Weimar en hij hoeft, door geen mid
delen te ontzien om tot zijn doel te gera
ken (zoo heeft hij ook gedreigd mei de
oprichting van een zelfstandige Beier-
sche boerenpartij) alle leden van de
Beiersche volkspartij tegen Weiraar we
ten op te zetten.
- Het valt niet te ontkennen vervolgt
het artikel dat Heim ccn groote macht
in Beieren bezit en dat hij te gebieden
heeft over hooggeplaatste monarchisti
sche ambtenaren en de helft van den mo-
narchistischen Landdag, terwijl ook de
Beicr^chc rijksweer onder zijn invloed
staat. Ook de „Regenseburger Anzei-
gcr" schrijft in dien geest en zegtWij
Jjexiticn wel een republikeinsche staats
machine, doch deze wordt bestuurd door
lieden, onder wie men de overtuigde re
publikeinen met een lantaarntje moet
zoeken. Heim eindigt het artikel
gaat bij zijn streven te werk naar Hon-
gaarsch recept, want hij heeft onlangs
de partij der „ontwakende Beyowarcn"
opgericht;
V«rspr«1d nliuwa
DE AMERIKAANSCHE TROEPEN
AAN OEN RIJN.
Het vijfde regiment Amerikaansche in
fanterie heeft in verband met het jong
ste bevel van het departement van Oor
log te Washington het bezette gebied
verlaten en is naar Antwerpen ver
trokken, om zich naar de Vereenigde
Stalen in te schepen.
OE OPSTANDEN IN MEXICO.
Uit Mexico wordt geseind
Generaal Gerardo Reyes werd met zes
an te Vera Cruz gedood bij een ge
vecht met de opstandelingen, waartegen
generaal Sanchez «en veldtocht is be
gonnen,
OE TOESTAND IN IERLAND-
To Limerick.
Te Limerick is de rust thans "erug-
gekeerd. Tijdens de reis van Collins
naar Cork zijn evenwel weer relle'jes
voorgekomen.
Een bomaanslag te
Belfast.
Maandagavond ia te Belfast een
bom geworpeD, waardoor 10 personen
werden gewona.
UIT GRIEKENLAND.
Stratos heeft een nieuw minie'erio
gevormd.
De Wedloop met de
Schaduw door „Het
Schouwtooneel"
Prachtig
Zeer boeiend!
Heel knap!
Een draak I
Ziedaar vier verschillende oordeel
vellingen, die ik Zaterdagavond na
afloop der première van De We d-
loop met de Schaduw
door Het Schouwtooneel uit het pu
bliek opving. En bet meest opmerke
lijke is, dat albe vier critici van hun
standpunt uit vo&omen gelijk had
den.
Laat ik hier «ven In het kort de in
trige mogen vertellen. Dr. Han® Mar
tins te bezig een roman te schrijven.
Op een avond krijgt hij bezoek van
een vreemdeling, een man, dien hij
nooit te voren heeft gezien. De vreem
deling heeft den vorigen avond een
lezing van Map-tins bijgewoond, waar
bij deze een fragment van zijn roman
heeft voorgedragen «1 hij heeft zich
zelf in oen der hoofdpersonen her
kend Het levetn van Dr. Schwarzer
uit den roman ie zijn eigen leven.
Bn hij komt bij den dichter met de
vraag: Hoe kent ge mij en vanwaar
kent ge mij? Maar Martins kan hem
het antwoord niet geven. Hij zei1, die
ook door de frappante uótcriijke ge
lijkenis wordt getroffen, staal hier
voor een raadsel. Hij wil klaarheid
met zichzelf en met het „geval'
besluit daarom naar huiten te gaan
om den roman daar verder af te wer
ken. Beiden zullen dan zien, ot het
leven van don. „vreemde" parallel
zal blijven gaan aan dat van Dr.
Schwarzer uit den roman.
Dan gebeurt, wat wij in het oerete
bedrijf reeds voorzagen. Het leven
van dan vreemde grijpt Lm dat
Dr. Martins. Wat wij hadden ver
moed blijkt waarliedd. Martins' vrouw
is onbewust bij het Bchrijven zijn in
termédiaire geweest. De behaagzieke
ontrouwe, valsohe vrouw uit dein ro-
1 is niemand anders dan zij zelf,
voordat zij Martin leerde kennen. Dr
Schwarzer uit den roman is haar
minnaar uit het verleden. En wanneer
Martins bui km zijn boefk verder
schrijft, ziet hij in clairvoyance, wat
zich daar bij h-ern thuis in dien tus-
echentijd afspeelt. De ontrouwe vrouw
uit den roman en zijn eigen vrouw
worden langzamerhand voor hem één
en wat voor hem bij het schrijven
reeds als een obsessie werd, blijkt bij
zijn terugkeer thuis werkelijkheid!
Het leven van den vreemdeling ein
digt als door Martins daar buiten in
zijn boek is beschrewm cn tu£®ehem
man en vrouw zal voortaan als oen
martelende zekerheid dc „roman"
staan, dien zij beiden thans hebben
„beleefd".
Thans kom ik op de vier zoo sterk
uiteenloopende oordeelvellingen uit
het publiek terug. .Zij, die het
prachtig vond, was een mystiek
aangelegde dame, voor wie het occul
tisme üe bron van het leven betee-
kent. Zij geloofd® in het geval,
dat Von Scholtz daar op het tooneel
had gebracht. Zij leefde het geheel
mee en de voorstelling was boar als
een cbsessie geweest.
„Zeor boetend!" was het oordeel
van een welwillend toeschouwer met
fantasie. Hij had voor dezen avond
aangenomen, dat de schrijver uitging
van de waarheid. Hij had het hoofd-
EXAMEN.
De schoenenverkooper moest een
bediende hebben en sprak me» een
sollicitant.
Veronderstel, zei hij, dat er een
dame in den winkel kwam en tegen je
zei„Denk' u niet, dat mijn eono
voet groo'ec is dan de andere?" wat
zou jo dan antwoorden?
voet is klcii
dan t
ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN.
AJa, ik Eab eens een pracht
van 'n hond gehad.
Het beest kon dadelijk een boef van
'n fatsoenlijk mengch onderscheiden
B.En heb je hem nie' meer?
A: Neen, ik moest hem weg
doen. Hij beet me.
principe van den schrijver, dat Dr.
Huns Martins in clairvoyance het le
ven van een ander inensck z.iet ©n
voorvoelt, aanvaard. Onverschillig te
genover het vraagstuk van het occul
tisme had hij genoeg fantasie om
met Von Scholz één avond er aan le
gelooven
„Heel knapwas het stuk volgens
den tooneelspeler, die het werk al.een
„technisch" bekeek. Het geval liet
hem koud. De intrige was volgens
hem oerebraal bedenksel, maar de
uitwerking was knap. Had de schrij
ver niet tot het laatst toe de spanning
er in gehouden, had hij op zqn gege
ven niet 3 boeiende bedrijven niert
sterk® apeeisc nes geschreven.' ou
Scholtz is volgens hem een schrijver,
die de techniek van het rak volkomen
verstaat.
„Kon draak!" dat was het oor
deel van een meer nuchter aangelegd
persoon, voor wien het occultisme van
Von Scholtz niets dan poespas was.
Die® was heel het stuk volgens hein
onecht, onwaar en boerenbedrog, waa
alles, wat daar tusschen Hans Mar
tins, zijn vrouw en den vreemdeling
ge-beurde, niets dafe occultisch opge
stoofde. ouderwetsche drakengaeiu.
En nu mijn oordeel Een knap ge
schreven tooneeJstuk, waarin de
schrijver de helderziendheid, die de
belangstelling van een groot deel van
hel tegenwoordig pubiiek heeft en
dus „in de mode" is, handig heeft
verwerkt. Ontroerd heeft De Wedloop
met de Schaduw mij geen moment.
Daarvoor vond ik het heele geval te
veel bedacht. Geboeid heeft het nuj,
zooais een intrige-roman mij boeit,
of eigenlijk minder, omdat ik van te
voren reeds wist, dat allés precies zoo
uitkwam, als Martins het in zijn
clairvoyance had gezien. Wat mij on
getwijfeld zéér zou hebben getroffen
als :k het in werkelijkheid had mee
gemaakt en mij onbegrijpelijk en
zooa.B wij het ten onrechte dikwijls
noemen „bovennatuurlijk" zou heb
ben toegeschenen, zag ik nu sceptisch
en glimlachend aan, omdat ik im
mers wist, dat het alles door den
schrijver vau te voren „pasklaar"
was gemaakt I Ik zag er naar als naar
een handigen goochelaar, omdat ik
weet, dat zqn hocus pocus slechts een
truc is.
Maar het publiek heeft de verioo-
ning van liet „boeiende" er ontegen
zeggelijk sterke speelstuk met groote
aandacht en blijkbare spanning ge
volgd. Men interesseerde zich, ster
ker dan in de meeste moderne stuk
ken voor de vraag: hoe het zou afioo-
pen. En men heeft genoten van zeer
mooi 6pel van Jan Musph en mevrouw
Van der Horst, die met Co Baifoort
de hoofdrollen vervulden. Vooral
Musch heeft als Dr. Martins prachtig
overtuigend spel gegeven. In de groo
te tooneeien trof hij mij door zijn be-
heerschte, sobere cn toeih krachtige
actie. Het was voor Musch ©en zeer
mooie avond.
Mevrouw Van der Horst gaf hc-el
haar sterk dramatisch talent aan de
zeer moeilijke rol van de „vrouw".
Dat de figuur ondanks dat wat vaag
bleef, is meer de sdhuld van den
schrijver dan van haar. Vooral in liet
tweede bedrijf wisten wij soms niet,
wat wij aan deze vrouw hadden. De
schrijver wisselde daar herhaaldelijk
van spoor en men moest wel zelf
clalr-voyant zijn om hem telkens te
doorzien.
Co Baifoort gaf in hel eerste be
drijf als de vreemde iets zeer goeds.
In zijn houding, stem en grime was
hij werkelijk een noodiotsfiguur en
bracht hij dus stemming op het too
neel. 't Tweede bedrijf was hem echter
te zwaar. Het b eef toen allee uiterlijk
spel. inoex gestemd op de fihn dan
op de schouwburgzaal.
Er was voor deze première zeor
veel belangstelling, zelf® van Amster
dam. De voortdurend gespannen aan
dacht van het talrijk publiek en het
enthousiaste applaus bewezen, dat de
voorstelling voor het Sciiouwtooneel
ccji succes was.
J. B. SCHUIL*
lir is behoeft het eigenlijk nog ge
zegd? malaise, ook cn zeker niet het
minst voor de beeldende kunstenaars. Er
zijn ïmimers maar o, zoo weinig men
schen voor wie de schoonheid van
een beeld, van een schilderij of een
prent levensbehoefte is. Voor bijna
ieder heet dat luxe, zooal geen geldver
spilling. Over dc cultuurwaarde van een
kunstwerk lezen wc veel als een mijn
heer Detcrding den Staat een Johannes
Vermeer schenkt, doch als er bezuinigd
inoct worden laten wij diezelfde cultuur
waarde van het programma vervallen om
niet gedwongen te worden een automo
biel af te schallen, een paar dilners over
to slaan of minder dure cigareten te 100-
ken. Inlusschen bijt de kunstenaar op
-een houtje, rijdt alleen des Zondags ter
verpoozing eens met den één-mans-wa-
gen, slaat meer diners over dan hem
lief is cn rookt cikeblaren. Als hij vijftig
of zestig jaar is, of dood-gaat, dan halen
wij die cultuur weer voor den dag en
hcclcu hem drïger daarvan. Zeker voor
de kuustenaars die schilderijen maken is
de conjunctuur thans ongunstig. En
zij zijn onmachtig daaraan veel te ver
anderen. Zij hebben het zich bovendien
de laatste jaren niet gemakkelijk ge
maakt. Noch het publiek, dat door de
tallooze scheuringen, richtingen, ten-
dciuen etcetera over zijn belangstelling
heen is gevoerd en lichtelijk kopschuw
gemaakt. Toen Professor Roland Holst
schilderijen rijkelui's speelgoed noemde,
gaf hij een tak van kunstbeoefening een
noodeloozen trap. Het schojipen en
trappen om op de plaats te komen waar
een ander zit, is geen schouwspel dat
aesthetisch genot verschaft en hel resul
taat is steeds dat, hoe meer er veranderd
wordt, "alles des te meer bij het oude
blijft. Ook de meer rationeel toegepaste
kunst, zoowel als de architectuur, die te
zamen pogen dc schilderijkunst te ver
dringen, blijven voorshands in zekere
mate het speelgoed der rijken, blijven
voor het overgroote deel der menschen
luxe. En lijden thans nicdo onder de
bijna totale afwezigheid van belang
stelling.
Het is intusschen niet geheel zonder
belang eens de vraag te stellen j Iloe
staat het nu eigenlijk op dit oogenblik
met de schilderij-kunst, met de produc
tie van wat de Franschen een „tableau
de dicvalet" noemen? In tegenstelling
dus met het decoratieve paneel of het
zich bij de architectuur direct aanslui
tend kunstwerk. Of andersmet de
schilderij öm de voorstelling tegenover
het werk mcVden decoratief verwerkten,
vergeestelijkten arbeid. Bcrnhcim's Bul
letin heeft eene enquête gehouden onder
de artisten zelf en deze zijn, voor dc
schilderijkunst volstrekt nog niet zoo
veroordeelend in hun uitlatingen als ge
misschien venvacht zoüdt hebben. Er
wordt in de antwoorden op die enquête
door verschillende artisten op goeden
grond een herlevende belangstelling voor
de schilderij venvacht. Een aardige op
merking vond ik door een inzender ge
maakt. Dezen scheen het meeste zoo
genaamd decoratieve werk van tegen
woordig veel te oppervlakkig om een
lang leven te kunnen voeren. De vele
en herhaalde voorstudies voor goed de
coratief werk benoodigd denk aan
Watteau worden overgeslagen. Een
groot doek zoo vlug mogelijk met kleu
ren le vullen om te kunnen voMoen aan
den huidigen eisch van veel jiroducee-
veel _exposeeren enweinig te
verkoopen, zietdaar eene werkwijze die
niet geschikt is om kunstwerken voort
te brengen die mèer dan oogenblikkc-
üjke waarde hebben. Of nu echter dóór-
door de belangstelling voor en de lust
tot het maken van een laten wij ge
makshalve nu maar spreken van een
gewoon schilderij weer zal toenemen?
Het is de vraag die de toekomst zelve
wel zal beantwoorden; Zeker is het mijns
inziens alleen, dat wanneer er maar
werkelijk buitengewoon mooie schilde
rijen geproduceerd worden, die kunst
soort zelfs nog niet in haar bestaan be
dreigd wordt. Voor het werkelijk goede
blijft altijd plaats, tot welke soort het
ook moge behooren.
Maar er wordt zooveel h la minute ge
maakt, ook door de meest begaafden,
dat de grenzen tusschen het complete
werkstuk en de artistieke schets zeker
voor het groote publiek niet meer tc
onderscheiden zijn. Een zeer typeerend
voorbeeld daarvan geeft een tentoon
stelling in Den Haag, bij Kleykamp de
zer dagen geopend, van werken van den
beroemden Sir John Lavery. Ik behoef
u zeker niet te zeggen dat deze beroemd
heid niet gestolen is. Het is zeer wel
logelijk dal wij eene kunsi als deze
iet van gaaschcr harte accepteerea,
doch ieder zal gaarne toegeven dat het
knappe knaap is, deze heer Lavery.
Hij is de portrettist van de Engelsche
aristocratie en laat hier ook een aantal
damesportretten kijken, dodh daarnaast
toont hij een serie landschappen, bij-
alle zoo verbluffend raak van toon
kleurwaarde, maar daarbij zoo alleen
ar knap jloch zielloos geschilderd, dat
ge u afvraagt of dat nu na jaren nog
zal vermogen tc boeien, dan wel of onze
bewondering, na dat eerste verbazen
over zooveel vaardigheid, niet allengs
zal gaan afkoelen en eindelijk tot "op het
nulpunt dalen. Met zijn portretten is het
al net zoo gesteld. Ik ken hier niemand
idie deze vlotte vaardigheid bezit; hij is
misschien knapper neg dan Laszlo en
zeker belangrijker dan Van Wely, doch
wel zijn er velen die bij ons een serieuser
portret schilderen. Hij heeft met veel
mode-sclulders gemeen dat zijn model
len alle op elkaar gaan lijken, dal wil
zeggen niet als gelijkenis van uiterlijke
doch als van innerlijke existentie. Er
schijnt bij al die dames in dc hersen-
collcctic hetzelfde om tc gaan. Het ver
schil zit in de evening-dress. Doch louter
als schilder-handwerk gezien is het bui
tengewoon knap. Dat ook v&o iemand
geen machine is, al produceert hij veel,
wordt wel bewezen door het feit dat hij
ook, frank cn vrij, van tijd «ot tijd iets
abominabels dc wereld insuiurt. Het is
wel jammer dat ccn Amstcrdamsch
kunstliefhebber die door Lavery een por
tretstuk van vrouw en dochieres wensch-
juist zuHc een ongedisponeerde pe
riode van den grootcn man trof. Het
portretstuk is een griezelig benepen stuk
schilderwerk geworden, waarvan alleen
de signatuur waarde heeft. Maar in een
levensgroot portret van een zntenden
bisschop, in prachtig rood gekleed tegen
paarsen achtergrond, zit een grootheid
•a» doen, een allure van scbdkler-gTand-
seigneur, die bewonderenswaardig is.
Zulk een stuk arbeid verzoent met veel
zijner koorddanserijen, die hij waar
schijnlijk verricht om veel tc kunnen pro-
duceeren, teneinde aan dc vraag te kun-
voldoen. Want het ligt voor dc
hand dat uit dat hout dc succcsschildcrs
gesneden worden. Groote vaardigheid cn
nimmer falende bereidheid om er
getuigenis van af te leggen, geen al tc
groote scrupules om wat niet het aller
beste is uit handen te geven en ccn
scherp inzicht in wat in e©u gegeven tijd
door een gegeven publiek gewenscht
wordt, dit alles vormt het gebindte waar
door een modieuse wereldreputatie be
vestigd wordt. De Engelsche kunst is
steeds rijk aan dergelijke figuren ge
weest en is misschien juist in verband
daarmee als totaal verschijning in de
Europeeschc pcinturc zoo weinig be
langrijk. Naar verhouding natuurlijk.
Zooals alle kunst steeds in verhouding
tot haar omgeving beoordeeld cn gezien
moet worden. Want zoo gc nu in Den
Haag eerst de Sir John Lavcry-tcn-
toonstclling gezien hebt cn ge gaat
daarna «cn Haagschen Kunstkring, naar
dc- nieuwe lokaliteit in het gebouw der
grafelijke zalen op het Binnenhof en ge
vindt daar een keur ran werken van
Willem van Konijnenburg, dan kan het
in het brein van een onenaren meisjï
opkomen om te vragen wie vindt u nu
mooier, Lavery' of Konijnenburg? Doch
trvaren kijker zal daar geen ant-
woord op geven, omdat de bedoelingen,
het milieu, de aard van hun wezen zelf
verschillend zijn, dat ze als twee
ongelijksoortige grootheden niet verge
lijkbaar zijn. Grootheden zijn zij beiden
cn het hangt cr nu maar van af hoe ons
eigen wezen is ingericht, om een voor
keur voor den een of ander te doen blij
ken. Zelfs dc criticus mag een voorkeur
hebben hij zou dien trouwens moei
lijk kunnen verhullen doch men mag
van hem eiischen dat hij ook in het niet
verkozene de qualiteiten blijft zien, zoo
die aanwezig zijn.
Nu heb ik voor de kunst van een Ko
nijnenburg te veel achting om zijn expo
sitie even als terloops in de staart van
een feuilleton te behandelen. Daar
komt trouwens nog wel gelegenheid tot
uitvoeriger verslag. Doch, wie in de ge
legenheid is, deze weken de grafelijke
zalen op het Binnenhof te bezoeken, ver-
zuimc dat evenmin als een visite aan
liet Amsterdamschc Suasso, waar de
Hollandschc Kunstenaarskring op het
oogenblik een mooie expositie heeft;
J. H. DE BOIS;