HAARLEM'S DAGBLAD Buitenlandse!) Overzicht Stadsnieuws Het Tooneel Onze Lachboek Van. Kunsten Kunstenaars DINSDAG 14 MAART 1922 TWEEDE BLAD DE STAKINCSONLUSTEN IN ZUID-AFRIKA DOEN AAN EEN BURCER- OORLOC DENKEN. ER ZIJN AL 200 OOODEN EN ONCEVEER 1000 CE- ViONDEN. DE REGEERINCSTROEPEN ZIJN NU BELANCRIJK VERSTERKT. VOORBEREIDINGEN VOOR DE CONFERENTIE TE CENUA, DIE NU TOCH OP 10 APRIL BECINNEN ZAL. BEZUINICINCEN IN ENGELAND EN AMERIKA. EEN BLIK IN SOVJET-RUSLAND. Genua ia nu aaiisUamle. Chaimher- laln verklaarde in het Engelaohie La. gcrliuis. dat da weigering van Ame rika om doel te nemen aan de conferentie te Cenua teen wijziging zal brengen in den da. turn. welke voor de oonfereoitae is vastgesteld, nl. 10 April. Ue voorbereidingen duren mtus- eclion nog voort. De oonferénime <ler deekuruia- »en van hut "Viervoudig Ver bond (Polen. Roemenië. Tsiecbo-Slo- wakiie en Joego-SJavlëh is geëindigd. Verzekerd wordt, dat volle overeen stemming op alle punten bereikt 16 Naar uit Moekou wordt gemeld, beeft de Soviet-rogeering tot de En ge.'sohe regeering het verzoek gericht, om een Engelsch oorlogsschip voor de Russische gedrelegeerden voor de Ge- nuoroonferentie beschikbaar te wil len stellen om hen naar Genua te brengen. De Russische delegatie zal rich dan inschepen in een haven aan de Zwarte Zee. Het personeel van de delestatie .vil uit niet meer dan 50 per sonen bestaan- Gedurende de confe rentie zal tqgsohen Genua en Moskou een spcriale koeriersdienst wor den ingesteld De Engelsdie regeering heeft voor gesteld do bijeenkomat van de geal lieerde deskundigen te Londen ter be spreking van de financieels en econo mische kwestie dor Genua-conferentie den 20eten dezer te doen aanvangen. De finan.cteele commiseie uit den economisch en riiksraad in Duitschland heeft zich heden bezig gehouden met do financieele waagstukken, welke on de agenda van de oonferentie van Oen 11» zain geplaatst. Zij is daarbij tot dc conclusie gekomen, dat het, met het oog on don toestand der wereld, voor Duitschland onmogelijk is, de finitieve voorstellen in zake deze fi nancieel? kwesties te doen. Omtrent de bijeenkomst van de financieele commissie uit den econo- misohen riiksraad', kan verder nog worden gemeld, dat de commissie #a>ls haar meerling te kennen heeft ge geven, dat de moeilijke omstandig heden. waaronder de staatshuishou dingen der verschillende landen ge bukt gaan, voor een deel ook daaruit voortvloeien, dat de landen met lage valuta hun geldelijke verplichtingen tegenover het buitenland slecht® voor een deel in die muntsoort van het land kunnen af doen. Betaling in goud heeft evenwel tengevolge, dat daardoor de internationale handel zeer wordt be moeilijkt, terwijl do export van de landen met, betere valuta wordt ver minderd' en het voor de landen met la ge valuta moeilijk-ei- wordt In het bui tenland grondstoffen in te koopeiu Daardoor dienen twee middelen aan bevolen .om tot eon verbetering van den internationalen financieelen toe stand te geraken. In de eerste plaats een herziening van de internationale schulden, due Stijn aangegaan ten behoeve van on productieve oorlogsdoeleinden. Ten tweede moet de onproductieve ophoo- ■ping van goud in landen met goede valuta een einde nemen en moeten «leze tan dien aan de goudarme landen cmlieten verloenen, deels op korten, dee's op longen tenniin. De centrale Danken, die zich met de uitgifte van yank papier bezig houden, dienen ook In nauwere internationale relatie met elkander te komen om met elkander do al of niet uitgifte van bankpapier bi eenig land te overwegen. De voorbereidende beraadslagin gen inzake de Gsnua-conferentie van de commissie voor de schadevergoe ding uit den economischen rijksraad rullen eveneens dezer dagen tot een einde worden gebracht. terwijl de ver- keerscommiissio eerlang de transport- kwestie zal gaan behandelen. Engeland gaat bezuinigen. De begrootingen voor de vloot en hei leger voor het komende financieele jaar, dat op i April a.s. begint, zijn thans verschenen. Daaruit blijkt, dat in totaal dc benoodigde uitgaven voor de vloot op 65 milliocn puud sterling en voor het leger op 62 milliocn pond sterling wor den geraamd. Voor het afgelcopen jaar bedroegen de uilgaven voor de vloot 1 millioen en voor het leger 93V> mil- lioen pond steling. De begrooting voor de civiele diensten wordt voor het komende jaar geraamd op 383 milllioen, tegen 590 millioen in het afgeloopen jaar. De in totaal ge raamde vermindering van de nationale uitgaven voor het komende jaar be draagt 286 millioen pond sterling. Het Biïtsche leger, uitgezonderd de koloniale troepen, de Indische gekleur de troepen en die in het Midden-Oosten, zal bestaan uit 10.129 officieren en 142.707 minderen tegen 201.127 minderen in het afgeloopen jaar. De sterkte der koloniale troepen, ge kleurde troepen en de troepen in hel Midden Oosten wordt bepaald op 62.164 man, tegen 139.873 man in het afgeloopen jaar. De totale sterkte van het personeel, werkzaam in de magazijnen en fabrieken het leger, word; bepaald op 215.000 man tegen 351.000 man in hei afgeloo pen jaar. De sterkte van het marine-per soneel wordt bepaald op 118.500 man, v;elk aantal echter zoo spoedig mogelijk zal worden veiminderd tot 98.500 man. In het vorig jaar bedroeg dit aantal 123.700 man. In de memorie van toelichting op de Engelsche Marine-begrooting voor het met 1 April aanvangende nieuwe finan cieele jaar wordt gezegd met betrek king tot de vermindering in de uitga ven voor dc vloot, dat de regeering van meening is, dat de vlootovercenkomsi van dc conferentie van Washington door alle betrokken landen zal wonden gerati ficeerd. De uitgaven voor het non-effec- zijn toegenomen met 3 millioen, waardoor een vermindering van de uit gaven voor het effectief is verkregen vaD 21 millioen pond sterling. Van de 20 groote slagschepen, die overeenkomstig de overeenkomst van Washington zullen worden geschrapt van het vlootprogram, zijn er negen reeds geschrapt. Ook wat betreft de torpedojagers worden aan zienlijke verminderingen voorgesteld. Ook Amerika bezuinigt. De legerbegrooting voor het a.s. fis cale jaar der Vereenigde Staten toont een bedrag van 270 millioen dollars aan, hetgeen 116 millioen minder is dan voor het loopende begrootingsjaar. De sterkte van het geregelde leger zal loo man cn 11.100 officieren be dragen. De atnklngsonlusten In Zuld-Afrlka blijven een ernstig karakter dragen. Generaal Smuts heeft vóór zijn vertrek naar Johannesburg in den Volksraad nog het volgende verklaard Dc positie was de laatste dagen ernstiger gewor den en sedert verscheidene dagen heerschte de staat van beleg aan den Rand, niet de staat van beleg van den kant der regeering, doch van de zijde der commando's. Schier het goheele ge bied ging gebukt onder het terrorisme van deze commando's, die heen en weer trokken, vredelievemle menschcn hun werk sleepten, particuliere huizen bezochten, inlanders vermoordden en gewelddaden bedreven. De regeering ge voelde zich daarom verplicht in te grij pen. Er werd in een groot deel van het Randgebied gevochten. De regeering had zware verliezen geloden cn mocht daarom niet langer wachten. Zij was met geduld en lankmoedigheid opgetreden de eeuige blaam, die haar kan treffen, was, dat zij veel geduld en te groote lankmoedigheid had betracht. Dc geering had de kosten in overweging genomen en dat was de reden, waarom zij met optreden gewacht had. De stakers waren venijnig en werden aangemoe digd door de belofte van hulp. Smuts twijfelde er niet aan of de stakers wa ren dc meeüiiïg eoegedaan dat 2ij in staat waren, de regeering tot capitulee- ren te dwingen. De toestand was hoogst ernstig. De Volksraad en het land moes ten zich voorbereiden op zeer ernstige strubbelingen en bloedvergieten op een onverwachte schaal, doch zij moesten hun plicht tot het bandhaven van wet eu orde doen. De uitdaging had plaats gehad cn de aanval was geschied op een wijze als ware hef oorlog. Generaal Smuts verklaarde verder, dat de inboorlingen in het Randgebied van het eene eind tot het ander in een toe stand van groote opwinding verkeerden en een beroep op hem hadden gedaan om zijn belofte bij het uitbreken van de staking afgelegd om hen te beschermen, te houden. Smuts ontkende dat de in landers de stakers hadden geprovoceerd. Hij verklaarde verder, dat de comman do's goed gewapend waren en uitstekend vochten. Hij/vroeg den Volksraad daar om al zijn invloed aan te wenden om het bloedvergieten tot een minimum te be-' perken en de regeering met woord en daad bij te staan, opdat de ongeregeld heden 200 spoedig mogelijk weer tot verleden zouden behooren. Smuts deelde mede dat de verdedigingstroepen het betrokken gebied waren gemobi liseerd en de burgers waren opgeroe pen. Hij twijfelde er niet aan of zij zou den aan dezen oproep voldocD, ongeacht hun politieke gevoelens. Er bomen nog nadere berichten over de gevechten. In een Zondag te middernacht gepu bliceerd communiqué wordt omtrent den toestand gemeld, dat de operaties van generaal Beves in het centrum van hel stakingsgebied met goed gevolg be kroond zijn. Twee afdeelingen politie- troepen, die twee dagen lang belegerd waren, zijn bevrijd. Meer dan 2200 evangenen zijn gemaakt. Van Devenlei's troepen hebben de re- volutionnairen uit hun stellingen in het Benoni-gebied_ verdreven. Een andere troepenmacht is van Kru- gersdorp uit in Oostelijke richting op gerukt. De spoorbaan van Germinton is twee maal beschadigd, doch werd weer her steld. Rietfontein is door regeeiings- troepen bezet. Omtrent de gevechten aan den Oost- Rand en te Benoni werd Vrijdagmiddag Johannesburg het volgende geseind de „Daily Mail": De inwoners van Benoni werden Vrijdagmorgen wakker geschrikt door een vuurgevecht op hei marktplein. De schoten knalden in de nabijheid* van het vakvereenigingsge- bouw, en spoedig ontstonden er hevige vechtpartijen in de aangrenzende stra ten. Beide partijen leden ernstige ver liezen, terwijl eenige toeschouwers, die dwaas genoeg waren geweest om te blijven slaan ten einde te zien wat er gebeuren zou, eveneens werden getrof fen. Het is trouwens een der merkwaar digheden van de tegenwoordige onlusten aan den Rand, dat in weerwil van de waarschuwingen der autoriteiten, steeds toeschouwers samenscholen, die met den eigenlijken strijd niets uitstaande heb ben. Twee uur lang- waren de straten tus- schen het marktplein en het vakvereeni- gingsgefbouw het tooneel van een hevi- gen strijd. Plotseling klonk het gegil van een vrouw. Zij zelf was niet getrof fen, doch zij had haar man, getroffen door een kogel, ineen zien zinken. Bij het gebouw van de Nationale Bank werd een politiebeambte getroffen. Even daarna kreeg een staker een schot door de wang. De „Times" verneemt d.d. Zon dag uit Johannesburg, dat <]e regee- ringstroepen versterkingen hebben ge kregen. Zij hebben echter de bewe ging nog niet bedwongen. De tegen partij vecht vastberaden tot het ui terste. Groote benden zijn in verschil lende plaatsen van het Reef gelegerd. Binnen hun linies hebben eemge koel bloedige moorden plaats gehad. Maandagmorgen bombardeerden er vliegers de heuvels van Newland, aar een commando gelegerd was. Een s'erke legermacht zuiverde na hevigo gevechten de heuvels bij Brixton en de westelijke voorsteden. Zij leed zware verliezen. Do artille rie is gereed om de Melville-kopjes 'e beschieten, waartegen^e regeenugs troepen zijn geconcentreerd. He' is blijkbaar de bedoeling om Fordsburg to omsingelen. Fordsburg is het een tium der revolutionnaire beweging en ligt ton westen van Johannesburg. Do openbare meening is tegen de desperado's. De regeering'werft met veel succes vrijwilligers aan. Langza merhand komt er voedselgebrek. Uit Johannesburg wordt nog ge seind De regeeringstroepen heoben Benoni bezet- alsmede Roodepoort en Florida. Thans trekken zij op naar Maritzburg, waar do stakers sterke posi'ies hebben bemachtigd. Volgens de laatste be richten bedraagt he'aan tal dooden reeds 20.. Het getal gewonden gaat naar d e 1000. Paul Scheffer, de correspondent van het „Berliner Tageblatt", die nu al ge- ruimen tijd in Sovjet-Rusland vertoefty vertelt hoe vermoeiend het werkt, om maar steeds weer de Fransch gemaakte opmerking te moeten aanhooren„Rusland is geruïneerd, mijnheer!" Dc journalist kwam van Moskon vertelt, hoe men vlak voor Petersburg het eerste oponthoud had De locomotief van den 'trein van den vorigren dag fiad hei opgegeven. De «wee nachten in die onverlichte wagens zullen niet aange naam zijn geweest. Bij aankomst in de voormalige Russi sche hoofdstad krijgt mca dadelijk een heel anderen indruk dan in Moskou. Hier geen drukte. Slechts enkele huur- sledcn cn drie auto's, waarvan er twee van vreemde delegaties. Midden in de stad het beroemde Ncwski Prospekt, breed als dc Ncwa zelf, met aan de kan ten de onbeschadigde paleizen en ker ken. Alleen zijn van de geweldige han delshuizen de borden met den naam der firma afgerukt, zooals dc epauletten aan de officieren. Bdbalve de trams rijden bijna geen voertuigen. Alleen op de trottoirs heerscht eenig leven, doch straathandel in wittebrood, bonbons en sigaretten, rooals die in Moskou overal gedreven wordt, ziet men hier niet. Wel zijn er veel winkels waar levensmiddelen worden verkocht, doch van de bakke rijen die in den herfst concessie hebben gekregen, is het derde deel al weer ge sloten. Op een hoek van een straat een bloemenwinkel met niet anders dan prachtige wite Alpen-viooltjes. In Mos kou waren de eenheidsbloemen verlepte, bevroren asters. Ook ziet men hier in de winkels weer luxe-artikele®, waar voor echter geen koopers zijn. In Petersburg, waar in 1914 twee mil lioen meuschen woonden, zijn er nu nog maar 500.000 en die kunnen de groote stad geen levendig aanzien ueven. Leeg te is het woord dat de stad en haar be woners voortdurend vervolgt en depri meert. Daar staat ccn groot huis, met alle men open bij tien graden vorst. Het „stuk gewooDd". De afvoerbuizen zijn eet geraakt ea toen heeft men een voudig dén voor ccn, boven beginnend, alle vertrekken voor zekere doeleinden gebruikt en het daarna verlaten. Gelijk vloers staat nog in verbleekte letters .Basilc, coiffeur". Dat is de elegantste barbierszaak uit Petersburg geweest. Ook de waterleidingbuizen in zeer vele huizen zijn gesprongen, doch daar heb ben de bewoners zich ook al aan ge wend. In hei voormalige Duitsche ge zantschap, waarvan de verwoeste ont vangzalen gevuld zijn met grove kleeren voor terugkeerende krijgsgevangenen, zijn marmeren platen door de vorst ge sprongen. In deze leege stad wordt veel ver huisd. Het is zoo makkelijk een nieuwe woning te vinden, wanneer de oude is stuk gewoond. Er staan zoo veel huizen leeg. Ook werden, een maand geleden nog, roortdurend menschen van hun kleeren beroofd of heele vrdiepingen uit gemoord. Er is hier minder toezicht dan Moskou, doch dat wordt nu weer wat beter. Er is nog electrisch licht, maar de stad wordt door de schots en scheef staande lantarens zeer onvoldoende ver licht met ouderwetsche lampen, die ge weldig veel stroom verslinden. Maar men heeft geen andere. En in dit scha mele licht zien we een geruïneerde, doch geen ruïDenstad, De „Welt a. Montag" bevat een arti- >1 van een Beiersch democraat over de monarchistische beweging In Boteren, Hij heeft het daarin ook over de kort ge leden in Beieren opgerichte Christelijke feodalistische koningspartij, die onder leiding staat van dr. Heim. Deze nieuwe vereeniging zegt de schrijver zou weinig politieke beteeke- nis hebben, indien niet de leiding bij dr. Heim berustte. Het is toch een pu bliek geheim, dat Heim de ongekroonde koning van Beieren is en als hij kans zal Beieren het koningschap weer herstellen, dan zal hij toch, achter den koning staande, de teugels blijven voe- n. Ook in het program van de nieuwe partij komt Heim's invloed tot uiting. Daarin wordt gesproken van een demo cratische op Christelijke grqgdslagen op gebouwde monarchie. Heim is een van de ergste vijanden van de constitutie van Weimar en hij hoeft, door geen mid delen te ontzien om tot zijn doel te gera ken (zoo heeft hij ook gedreigd mei de oprichting van een zelfstandige Beier- sche boerenpartij) alle leden van de Beiersche volkspartij tegen Weiraar we ten op te zetten. - Het valt niet te ontkennen vervolgt het artikel dat Heim ccn groote macht in Beieren bezit en dat hij te gebieden heeft over hooggeplaatste monarchisti sche ambtenaren en de helft van den mo- narchistischen Landdag, terwijl ook de Beicr^chc rijksweer onder zijn invloed staat. Ook de „Regenseburger Anzei- gcr" schrijft in dien geest en zegtWij Jjexiticn wel een republikeinsche staats machine, doch deze wordt bestuurd door lieden, onder wie men de overtuigde re publikeinen met een lantaarntje moet zoeken. Heim eindigt het artikel gaat bij zijn streven te werk naar Hon- gaarsch recept, want hij heeft onlangs de partij der „ontwakende Beyowarcn" opgericht; V«rspr«1d nliuwa DE AMERIKAANSCHE TROEPEN AAN OEN RIJN. Het vijfde regiment Amerikaansche in fanterie heeft in verband met het jong ste bevel van het departement van Oor log te Washington het bezette gebied verlaten en is naar Antwerpen ver trokken, om zich naar de Vereenigde Stalen in te schepen. OE OPSTANDEN IN MEXICO. Uit Mexico wordt geseind Generaal Gerardo Reyes werd met zes an te Vera Cruz gedood bij een ge vecht met de opstandelingen, waartegen generaal Sanchez «en veldtocht is be gonnen, OE TOESTAND IN IERLAND- To Limerick. Te Limerick is de rust thans "erug- gekeerd. Tijdens de reis van Collins naar Cork zijn evenwel weer relle'jes voorgekomen. Een bomaanslag te Belfast. Maandagavond ia te Belfast een bom geworpeD, waardoor 10 personen werden gewona. UIT GRIEKENLAND. Stratos heeft een nieuw minie'erio gevormd. De Wedloop met de Schaduw door „Het Schouwtooneel" Prachtig Zeer boeiend! Heel knap! Een draak I Ziedaar vier verschillende oordeel vellingen, die ik Zaterdagavond na afloop der première van De We d- loop met de Schaduw door Het Schouwtooneel uit het pu bliek opving. En bet meest opmerke lijke is, dat albe vier critici van hun standpunt uit vo&omen gelijk had den. Laat ik hier «ven In het kort de in trige mogen vertellen. Dr. Han® Mar tins te bezig een roman te schrijven. Op een avond krijgt hij bezoek van een vreemdeling, een man, dien hij nooit te voren heeft gezien. De vreem deling heeft den vorigen avond een lezing van Map-tins bijgewoond, waar bij deze een fragment van zijn roman heeft voorgedragen «1 hij heeft zich zelf in oen der hoofdpersonen her kend Het levetn van Dr. Schwarzer uit den roman ie zijn eigen leven. Bn hij komt bij den dichter met de vraag: Hoe kent ge mij en vanwaar kent ge mij? Maar Martins kan hem het antwoord niet geven. Hij zei1, die ook door de frappante uótcriijke ge lijkenis wordt getroffen, staal hier voor een raadsel. Hij wil klaarheid met zichzelf en met het „geval' besluit daarom naar huiten te gaan om den roman daar verder af te wer ken. Beiden zullen dan zien, ot het leven van don. „vreemde" parallel zal blijven gaan aan dat van Dr. Schwarzer uit den roman. Dan gebeurt, wat wij in het oerete bedrijf reeds voorzagen. Het leven van dan vreemde grijpt Lm dat Dr. Martins. Wat wij hadden ver moed blijkt waarliedd. Martins' vrouw is onbewust bij het Bchrijven zijn in termédiaire geweest. De behaagzieke ontrouwe, valsohe vrouw uit dein ro- 1 is niemand anders dan zij zelf, voordat zij Martin leerde kennen. Dr Schwarzer uit den roman is haar minnaar uit het verleden. En wanneer Martins bui km zijn boefk verder schrijft, ziet hij in clairvoyance, wat zich daar bij h-ern thuis in dien tus- echentijd afspeelt. De ontrouwe vrouw uit den roman en zijn eigen vrouw worden langzamerhand voor hem één en wat voor hem bij het schrijven reeds als een obsessie werd, blijkt bij zijn terugkeer thuis werkelijkheid! Het leven van den vreemdeling ein digt als door Martins daar buiten in zijn boek is beschrewm cn tu£®ehem man en vrouw zal voortaan als oen martelende zekerheid dc „roman" staan, dien zij beiden thans hebben „beleefd". Thans kom ik op de vier zoo sterk uiteenloopende oordeelvellingen uit het publiek terug. .Zij, die het prachtig vond, was een mystiek aangelegde dame, voor wie het occul tisme üe bron van het leven betee- kent. Zij geloofd® in het geval, dat Von Scholtz daar op het tooneel had gebracht. Zij leefde het geheel mee en de voorstelling was boar als een cbsessie geweest. „Zeor boetend!" was het oordeel van een welwillend toeschouwer met fantasie. Hij had voor dezen avond aangenomen, dat de schrijver uitging van de waarheid. Hij had het hoofd- EXAMEN. De schoenenverkooper moest een bediende hebben en sprak me» een sollicitant. Veronderstel, zei hij, dat er een dame in den winkel kwam en tegen je zei„Denk' u niet, dat mijn eono voet groo'ec is dan de andere?" wat zou jo dan antwoorden? voet is klcii dan t ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN. AJa, ik Eab eens een pracht van 'n hond gehad. Het beest kon dadelijk een boef van 'n fatsoenlijk mengch onderscheiden B.En heb je hem nie' meer? A: Neen, ik moest hem weg doen. Hij beet me. principe van den schrijver, dat Dr. Huns Martins in clairvoyance het le ven van een ander inensck z.iet ©n voorvoelt, aanvaard. Onverschillig te genover het vraagstuk van het occul tisme had hij genoeg fantasie om met Von Scholz één avond er aan le gelooven „Heel knapwas het stuk volgens den tooneelspeler, die het werk al.een „technisch" bekeek. Het geval liet hem koud. De intrige was volgens hem oerebraal bedenksel, maar de uitwerking was knap. Had de schrij ver niet tot het laatst toe de spanning er in gehouden, had hij op zqn gege ven niet 3 boeiende bedrijven niert sterk® apeeisc nes geschreven.' ou Scholtz is volgens hem een schrijver, die de techniek van het rak volkomen verstaat. „Kon draak!" dat was het oor deel van een meer nuchter aangelegd persoon, voor wien het occultisme van Von Scholtz niets dan poespas was. Die® was heel het stuk volgens hein onecht, onwaar en boerenbedrog, waa alles, wat daar tusschen Hans Mar tins, zijn vrouw en den vreemdeling ge-beurde, niets dafe occultisch opge stoofde. ouderwetsche drakengaeiu. En nu mijn oordeel Een knap ge schreven tooneeJstuk, waarin de schrijver de helderziendheid, die de belangstelling van een groot deel van hel tegenwoordig pubiiek heeft en dus „in de mode" is, handig heeft verwerkt. Ontroerd heeft De Wedloop met de Schaduw mij geen moment. Daarvoor vond ik het heele geval te veel bedacht. Geboeid heeft het nuj, zooais een intrige-roman mij boeit, of eigenlijk minder, omdat ik van te voren reeds wist, dat allés precies zoo uitkwam, als Martins het in zijn clairvoyance had gezien. Wat mij on getwijfeld zéér zou hebben getroffen als :k het in werkelijkheid had mee gemaakt en mij onbegrijpelijk en zooa.B wij het ten onrechte dikwijls noemen „bovennatuurlijk" zou heb ben toegeschenen, zag ik nu sceptisch en glimlachend aan, omdat ik im mers wist, dat het alles door den schrijver vau te voren „pasklaar" was gemaakt I Ik zag er naar als naar een handigen goochelaar, omdat ik weet, dat zqn hocus pocus slechts een truc is. Maar het publiek heeft de verioo- ning van liet „boeiende" er ontegen zeggelijk sterke speelstuk met groote aandacht en blijkbare spanning ge volgd. Men interesseerde zich, ster ker dan in de meeste moderne stuk ken voor de vraag: hoe het zou afioo- pen. En men heeft genoten van zeer mooi 6pel van Jan Musph en mevrouw Van der Horst, die met Co Baifoort de hoofdrollen vervulden. Vooral Musch heeft als Dr. Martins prachtig overtuigend spel gegeven. In de groo te tooneeien trof hij mij door zijn be- heerschte, sobere cn toeih krachtige actie. Het was voor Musch ©en zeer mooie avond. Mevrouw Van der Horst gaf hc-el haar sterk dramatisch talent aan de zeer moeilijke rol van de „vrouw". Dat de figuur ondanks dat wat vaag bleef, is meer de sdhuld van den schrijver dan van haar. Vooral in liet tweede bedrijf wisten wij soms niet, wat wij aan deze vrouw hadden. De schrijver wisselde daar herhaaldelijk van spoor en men moest wel zelf clalr-voyant zijn om hem telkens te doorzien. Co Baifoort gaf in hel eerste be drijf als de vreemde iets zeer goeds. In zijn houding, stem en grime was hij werkelijk een noodiotsfiguur en bracht hij dus stemming op het too neel. 't Tweede bedrijf was hem echter te zwaar. Het b eef toen allee uiterlijk spel. inoex gestemd op de fihn dan op de schouwburgzaal. Er was voor deze première zeor veel belangstelling, zelf® van Amster dam. De voortdurend gespannen aan dacht van het talrijk publiek en het enthousiaste applaus bewezen, dat de voorstelling voor het Sciiouwtooneel ccji succes was. J. B. SCHUIL* lir is behoeft het eigenlijk nog ge zegd? malaise, ook cn zeker niet het minst voor de beeldende kunstenaars. Er zijn ïmimers maar o, zoo weinig men schen voor wie de schoonheid van een beeld, van een schilderij of een prent levensbehoefte is. Voor bijna ieder heet dat luxe, zooal geen geldver spilling. Over dc cultuurwaarde van een kunstwerk lezen wc veel als een mijn heer Detcrding den Staat een Johannes Vermeer schenkt, doch als er bezuinigd inoct worden laten wij diezelfde cultuur waarde van het programma vervallen om niet gedwongen te worden een automo biel af te schallen, een paar dilners over to slaan of minder dure cigareten te 100- ken. Inlusschen bijt de kunstenaar op -een houtje, rijdt alleen des Zondags ter verpoozing eens met den één-mans-wa- gen, slaat meer diners over dan hem lief is cn rookt cikeblaren. Als hij vijftig of zestig jaar is, of dood-gaat, dan halen wij die cultuur weer voor den dag en hcclcu hem drïger daarvan. Zeker voor de kuustenaars die schilderijen maken is de conjunctuur thans ongunstig. En zij zijn onmachtig daaraan veel te ver anderen. Zij hebben het zich bovendien de laatste jaren niet gemakkelijk ge maakt. Noch het publiek, dat door de tallooze scheuringen, richtingen, ten- dciuen etcetera over zijn belangstelling heen is gevoerd en lichtelijk kopschuw gemaakt. Toen Professor Roland Holst schilderijen rijkelui's speelgoed noemde, gaf hij een tak van kunstbeoefening een noodeloozen trap. Het schojipen en trappen om op de plaats te komen waar een ander zit, is geen schouwspel dat aesthetisch genot verschaft en hel resul taat is steeds dat, hoe meer er veranderd wordt, "alles des te meer bij het oude blijft. Ook de meer rationeel toegepaste kunst, zoowel als de architectuur, die te zamen pogen dc schilderijkunst te ver dringen, blijven voorshands in zekere mate het speelgoed der rijken, blijven voor het overgroote deel der menschen luxe. En lijden thans nicdo onder de bijna totale afwezigheid van belang stelling. Het is intusschen niet geheel zonder belang eens de vraag te stellen j Iloe staat het nu eigenlijk op dit oogenblik met de schilderij-kunst, met de produc tie van wat de Franschen een „tableau de dicvalet" noemen? In tegenstelling dus met het decoratieve paneel of het zich bij de architectuur direct aanslui tend kunstwerk. Of andersmet de schilderij öm de voorstelling tegenover het werk mcVden decoratief verwerkten, vergeestelijkten arbeid. Bcrnhcim's Bul letin heeft eene enquête gehouden onder de artisten zelf en deze zijn, voor dc schilderijkunst volstrekt nog niet zoo veroordeelend in hun uitlatingen als ge misschien venvacht zoüdt hebben. Er wordt in de antwoorden op die enquête door verschillende artisten op goeden grond een herlevende belangstelling voor de schilderij venvacht. Een aardige op merking vond ik door een inzender ge maakt. Dezen scheen het meeste zoo genaamd decoratieve werk van tegen woordig veel te oppervlakkig om een lang leven te kunnen voeren. De vele en herhaalde voorstudies voor goed de coratief werk benoodigd denk aan Watteau worden overgeslagen. Een groot doek zoo vlug mogelijk met kleu ren le vullen om te kunnen voMoen aan den huidigen eisch van veel jiroducee- veel _exposeeren enweinig te verkoopen, zietdaar eene werkwijze die niet geschikt is om kunstwerken voort te brengen die mèer dan oogenblikkc- üjke waarde hebben. Of nu echter dóór- door de belangstelling voor en de lust tot het maken van een laten wij ge makshalve nu maar spreken van een gewoon schilderij weer zal toenemen? Het is de vraag die de toekomst zelve wel zal beantwoorden; Zeker is het mijns inziens alleen, dat wanneer er maar werkelijk buitengewoon mooie schilde rijen geproduceerd worden, die kunst soort zelfs nog niet in haar bestaan be dreigd wordt. Voor het werkelijk goede blijft altijd plaats, tot welke soort het ook moge behooren. Maar er wordt zooveel h la minute ge maakt, ook door de meest begaafden, dat de grenzen tusschen het complete werkstuk en de artistieke schets zeker voor het groote publiek niet meer tc onderscheiden zijn. Een zeer typeerend voorbeeld daarvan geeft een tentoon stelling in Den Haag, bij Kleykamp de zer dagen geopend, van werken van den beroemden Sir John Lavery. Ik behoef u zeker niet te zeggen dat deze beroemd heid niet gestolen is. Het is zeer wel logelijk dal wij eene kunsi als deze iet van gaaschcr harte accepteerea, doch ieder zal gaarne toegeven dat het knappe knaap is, deze heer Lavery. Hij is de portrettist van de Engelsche aristocratie en laat hier ook een aantal damesportretten kijken, dodh daarnaast toont hij een serie landschappen, bij- alle zoo verbluffend raak van toon kleurwaarde, maar daarbij zoo alleen ar knap jloch zielloos geschilderd, dat ge u afvraagt of dat nu na jaren nog zal vermogen tc boeien, dan wel of onze bewondering, na dat eerste verbazen over zooveel vaardigheid, niet allengs zal gaan afkoelen en eindelijk tot "op het nulpunt dalen. Met zijn portretten is het al net zoo gesteld. Ik ken hier niemand idie deze vlotte vaardigheid bezit; hij is misschien knapper neg dan Laszlo en zeker belangrijker dan Van Wely, doch wel zijn er velen die bij ons een serieuser portret schilderen. Hij heeft met veel mode-sclulders gemeen dat zijn model len alle op elkaar gaan lijken, dal wil zeggen niet als gelijkenis van uiterlijke doch als van innerlijke existentie. Er schijnt bij al die dames in dc hersen- collcctic hetzelfde om tc gaan. Het ver schil zit in de evening-dress. Doch louter als schilder-handwerk gezien is het bui tengewoon knap. Dat ook v&o iemand geen machine is, al produceert hij veel, wordt wel bewezen door het feit dat hij ook, frank cn vrij, van tijd «ot tijd iets abominabels dc wereld insuiurt. Het is wel jammer dat ccn Amstcrdamsch kunstliefhebber die door Lavery een por tretstuk van vrouw en dochieres wensch- juist zuHc een ongedisponeerde pe riode van den grootcn man trof. Het portretstuk is een griezelig benepen stuk schilderwerk geworden, waarvan alleen de signatuur waarde heeft. Maar in een levensgroot portret van een zntenden bisschop, in prachtig rood gekleed tegen paarsen achtergrond, zit een grootheid •a» doen, een allure van scbdkler-gTand- seigneur, die bewonderenswaardig is. Zulk een stuk arbeid verzoent met veel zijner koorddanserijen, die hij waar schijnlijk verricht om veel tc kunnen pro- duceeren, teneinde aan dc vraag te kun- voldoen. Want het ligt voor dc hand dat uit dat hout dc succcsschildcrs gesneden worden. Groote vaardigheid cn nimmer falende bereidheid om er getuigenis van af te leggen, geen al tc groote scrupules om wat niet het aller beste is uit handen te geven en ccn scherp inzicht in wat in e©u gegeven tijd door een gegeven publiek gewenscht wordt, dit alles vormt het gebindte waar door een modieuse wereldreputatie be vestigd wordt. De Engelsche kunst is steeds rijk aan dergelijke figuren ge weest en is misschien juist in verband daarmee als totaal verschijning in de Europeeschc pcinturc zoo weinig be langrijk. Naar verhouding natuurlijk. Zooals alle kunst steeds in verhouding tot haar omgeving beoordeeld cn gezien moet worden. Want zoo gc nu in Den Haag eerst de Sir John Lavcry-tcn- toonstclling gezien hebt cn ge gaat daarna «cn Haagschen Kunstkring, naar dc- nieuwe lokaliteit in het gebouw der grafelijke zalen op het Binnenhof en ge vindt daar een keur ran werken van Willem van Konijnenburg, dan kan het in het brein van een onenaren meisjï opkomen om te vragen wie vindt u nu mooier, Lavery' of Konijnenburg? Doch trvaren kijker zal daar geen ant- woord op geven, omdat de bedoelingen, het milieu, de aard van hun wezen zelf verschillend zijn, dat ze als twee ongelijksoortige grootheden niet verge lijkbaar zijn. Grootheden zijn zij beiden cn het hangt cr nu maar van af hoe ons eigen wezen is ingericht, om een voor keur voor den een of ander te doen blij ken. Zelfs dc criticus mag een voorkeur hebben hij zou dien trouwens moei lijk kunnen verhullen doch men mag van hem eiischen dat hij ook in het niet verkozene de qualiteiten blijft zien, zoo die aanwezig zijn. Nu heb ik voor de kunst van een Ko nijnenburg te veel achting om zijn expo sitie even als terloops in de staart van een feuilleton te behandelen. Daar komt trouwens nog wel gelegenheid tot uitvoeriger verslag. Doch, wie in de ge legenheid is, deze weken de grafelijke zalen op het Binnenhof te bezoeken, ver- zuimc dat evenmin als een visite aan liet Amsterdamschc Suasso, waar de Hollandschc Kunstenaarskring op het oogenblik een mooie expositie heeft; J. H. DE BOIS;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5