HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur De stervende Mennonieten in Rusland. Journalistiek en Phiiantropie. Buiteniandsch Overzicht WOEMS'- AC 17 MËI 1922 - TWEEDE BCAD (Nieuwe reeks.) No. 76 Interview met Ds F. C. Fleischer. De nood op zijn ergstl Do oorsprong van den naam: Algemeene Commissie voor Buitenlandache Nooden. Hulp zoowel aan Boomschen, Lutherschon. Doops gezinden als Busson. Het tussclienstation Varna. Waarom de Nederlandsolie Stoomvaartmaatschappijen weigeren schepen naar BuSland te zenden. Hot tragi sche lot van Halhstadt. Do „Bulgarea" De hulp van de Sovjeti Begeering. Hoe er ge'oden wordt! Een authentiek rapport van oen oud-Haarlemmor. Het emigra tie-vraagstuk. Een bede om hulp! Op 11 aan Ds. Fleischer, hoe do toestand" der Mennonieten in Rusland thans is, uutwoordde hy my: „Allerdroe vigst! Het kau haast niet erger! Het hart krimpt iueeu, wanneer men bedenkt, dat deze wenscheu, die door den burgeroorlog, de revolutie en den vlektyphus reeds zoo onnoemelijk veel geleden hebben, thaus nog door dezo vrceselykste aller rampen, den hongersnood, getroffen moesten worden. De Chortitza en Molotchna-kolonie liggen midden in het hongergebied. De Mennonie ten hebben het betrekkelijk nog lang kun nen uithouden, omdat zjj zeer spaarzaam zyn, maar nu zyn allo voorraden opge bruikt ei>. kunnen zy alleen van den Hon gerdood worden gered door hulp van bui ten. Do rapporteu over den toestand vnu den lieer B. O. J. Willink, die voor de Commissie voor Buitenlandscho Nooden op het oogenblilc to Waldheim <lat is mid den in het gebied, van de Molodchnaja zit,-zijn in hun soberte liartvorscl^eurend. Er oioet meer, oneindig veel meer hulp nog worden verschaft. Wij kunnen nooit ge noeg doen om deze mensehon van onzon stam te redden. Wjj zjjo tot onzo afzouüeriykc actie in de Oekraïne gekomen, nadat Doopsgezinden uit Busland ons dringeed om hulp hndden gevraagd. \Vjj wisten nit verhalen van uitgewo- keiKin, hoe daar ginds geleden was, eerst door het optrodc-n van do bendeu van Machnow en later door don vloktyphos. Toen daarby nog de ramp van de droogte en haar gevolgen kwam, hebben wjj be- Blöten alles te doen om hulp aan onzo ge- loofsgenooten in Rusland to brongen. De naam „Algenieeno Commissie voor Bui- tenlandsche Nooden" is voor do Doopsge zinden niet nieuw. Hij bestaat roeds sinds het begin van de lSdc eeuw, toen dio com missie werd opgericht om hulp te verlee- nen aan de Doopsgezinden in Zwitserland, die men wildo dwingen den staatsgods dienst aan te nomen, waarom zy in grooten getalo naar Nederland uitweken. Nu het er opaan kwam weder gelootsgenooten in het buitenland te helpen, hebben wy geineend onder denzelfden beproefden ouden naam onzo werkzaamheden te mooten verrich ten. Onze hulp in Rusland 6trekt zich ech ter niet alleen tot de Mennonieten uit, maar tot allen, die iu de streken van de kolonie wonen, dus ook tot do Luthersclion do Roomsehen en de Busson zelve. Dit is iu het coutract, dat wjj met do Sovjet-regee ring'go tcokend hebben, ook uitdrukkelijk gestipuleerd. Hulp aan da Doopsgezinden alleen waB van het begin af uitgesloten; de Russische Regeering eischt en te recht dat do hulp zich tot allo noodlij denden in die streek moet uitstrekken, on geacht geloof of ras." Ds. Fleischer gaf my inzage van het oorspronkelijke in het Engelseh opge stelde contract, dat met roodo inkt ge- teekend was door den president van de Oekraïne, Kakofski, den man, dio than3 in Genua met Tsjitsjcrin een zoo belang rijke rol speelt. Uitdrukkelijk was daarin bepaald, dat men zich van e'.ko politieke pro-onsaixta, in welken .or.: zou out- „\»y hebben," zoo ging i's. Fleischer door, „de actio voor hulpvcrleeniug goed voorbereid on over den stouu in Rusland mogen wjj zeer tevreden zjjn. Wjj ontvin gen tot nu toe 150.000 guidon in gold en ■san giften in nature voornamelijk zaai graan en kleederen ongeveer tot oen waarde van f 50.000. Hoewel wjj dankbaar tijii, brgrjjpt u wel, dat zelfs oen 10 maal grooter bedrag nog niet voldoende zou Zjjii cm de nooden daar te lenigen. In Zuid-Rusland is thans oen Hol- Jandsche commissie, die voor een deel te Sebastopol in de Krim en voor een deel te Waldheim in do Oekraïne werkzaam is. Deze commissie bestaat uit den heer B. C. J. Willink uit den oorlogstijd den Haar lemmers welbekend als directeur van het Brandstoffenbureau den heer en me vrouw Jongens, zusier M. Kat en zuster J. Eigen schepen in Nederland te charteren ging niet, omdat onzo zendingen daarvoor niet groot genoeg zjjn. Wjj hobbon daar om gezocht naar eeu tusschonstatiou aan de audero zjjde van de Zwarto Zoo on dat station gevonden in Varna. Door tussohen- komst van onzen gezant to Sofia heeft de Bulgaarsche regeering ons do meest mogelijke faciliteiten verleend. Zjj heeft niet alleen op het douanen-terrein te Var na een magazjjn te onzer beschikking ge steld, welk magazjjn door Bulgaarsche mi litairen wordt bewaakt, maar ook afstand gedaan van allo donane-reciten, zoowel bjj import als export. Persoonlek ben ik iu Bulgarjje geweest, om alles te regelen. Gemakkelijk wns de taak niet, want toen wjj over het magazjjn te Varna beschik ten, hadden wjj nog geen schip om 'onze goederen van Bulgarjjc naar Busland te 'vervoeren. Dat heeft grooto bczwareu op geleverd. Geen enkelo Nodorlandsche of Bulgaarsche Maatsehappjj wildo er zjjn schepen aan wagen; men vortrouwdo de Bolsjewieken niet. Herlianldclyk was het voorgekomen, dat op buitenlandscho sche pen beslag was gelegd, of dat do schepen er weken werden aangehouden, wat ua- tuurljjk voor do betrokken reederjj een enorm verlies beteekende. De Nederland- sche Maatschappijen weigerden alle per tinent en ook de groote Bulgaarscho ree- dcryen moesten er niets van hebben. Daar zaten wjj dus! Onze kostbare goederen meel, ingemaakte groenten, aardappelen, mais, boonen, linzen enz. in Varna en onze Hollandsche commissie zonder iets Sebastopol! En ondertussehen steeg do nood in de kolonie bjj den dag! En niet alleen do kolonie der Doopsgezinden, ook misschien nog meer in de naburige Luther- flche, Roomsehc en Russische dorponl Hoe groot do nood was en nog is kau u blyken uit een brief van con dame uit Halbstadt aan haar zoon, die mjj bjj zjjn bezoek to mjjnont er inzage van gaf." Ik lnat hierbjj een fragment uit dezon brief volgen, dat meer zegt dan een lang artikel: „Gisteren wc-rden in Prishib, (een Lu- therseh dorp) weer negen kinderen begra- en zoo gaat het dagelyks. Zondag wilde zich oen bruidpaar in de kerk laten trouwen. Ze waren heelemaal alleen met den dominee in de kerk. „Ja," znchtte de dominee, „ons dorpje sterft heelemaal uit! Er zjjn al bjjna geen menschen meer te vinden om do lijken to begraven, want de mannen, dio nog leven, zjjn er al te zwak oor geworden". Do dominee en de koster dragen zeer dikwjjls heel alleen de dooden het kerkhof en begraveu ze er zelf. Iu do andere dorpen gaat het al nagenoeg net zoo. Ook onder de intellectueelen zjjn veel sterfgovallon, want die hebben den moed niet uit bedelen te gaan; ze gaan dan maar liever in den dood! Ik geloof, dat onze geloofsgenooten in 't buitenland het niet kunnen begrijpen, want. wie zoo iets niet zelf heeft doorge maakt, kan hot zich niet voorstellen. Bü i loopen -ze .den geheelen dag maar in nit. Lieve, goede tante, erbarm u toch ir ons, geef ons tenminste een lepel soep of een brokje broodI Laat ons niet ver hongeren!" Dio klaagtoon klinkt den ge heelen dag iu je ooren, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat! En als jo de stumperds ziet, krimpt je hart ineen, zulke jaminergestalten! Hun heelo lichaam beeft; Ijjkbleok, velen heelemaal opge zwollen, andoren verschrikkelijk mager, geraamten. Vaak komt hot voor, dat men op den drempel een dood kind, of een doode vrouw ziet liggen. Verschrikkelijk ging het mot hot gezin B. Eerst stierven de man en twee kinderen. De vrouw werd krankzinnig en kwam met de overigen om. Velen sterven ook aan de ziekten, dio het gevolg zjjn der ondervoeding!" Tot zoover de brief van deze dame. „Eindeljjk," ging Ds. Fleischer na een oogenblik door, „vond ik toch een Bulgaar sche Maatschappij, die op zich nam onzo goederen naar Sebastopol te vervoeren. U knnt zich voorstellen, welk een vrengdo roor mjj was, Onder Bulgaarscho vlag, daarnaast de Hollandsche vlag iu top, is do „Bulgaria" op 31 Maart te Se bastopol aangekomen. Een gedeelte der goederen is afgegeven in de Krim, waar ook Mennonieten zjjn gevestigd en de hon gersnood thans zoo vreoseljjk woedt, dat zooals de heer Willink mjj schreef bjjna allo Tartaren uitsterven. Er zjjn daar dorpen, waar 80 pet. van do bevolking reeds is gestorven. rest van de goederen is dadelyk na do lossing in een trein van 40 wagons on der leiding van onze commissie naar het hongergebied der kolonie verzondeD. Deze week komt met de Ulvsses weer een nicn- lading te Varna aan en ik hoop, dat hetzelfde Bulgaarsche schip de goederen zal doorzenden naar Sebastopol. Wjj heb ben do grootst mogelijke hulp van de Sovjet-regeering zoowel in de Krim als in do Oekraino en er is dan ook geen sprake dat de goederen niet haar bestem ming bereiken. Hoe men over de Bolsje wieken moge denken, discipline is er zeer zeker en de organisatie laat thans weinig to wensohen ovor. Toen de Bulgaria in Sobastopol kwam, was er eerst ondanks de ineost stellige beloften geen perso neel om te lossen. Onze mannen vreesden reeds, dat hot schip langer dan don bepaal den termjjn in Sebastopol moest blijven liggeu. Maar zoodxa bad de heer Willink niet geklaagd bjj Gardin, den president van do Kruu-Republiek, of het schip werd minder dan geen tyd gelost. Men werk te dag en nacht door om de boot zoo spoe dig mogeljjk leeg te krjjgeD. Wanneer u over het lijden van de Men- -nicten sehrjjft, dringt u dan vooral bjj lezers aan om hulp voor deze ongoluk- kigeu van oud-Hollandschen stam. De toe stand is zoo verschrikkelijk. Leest u hier byvoorbeeld eens, wat de heer Willink in zyn iaatste rapport achrjjft: En ik las over Berdjansk, een stad van 40.000 inwoners, rvan er 30.000 geen brood meor had den, en dus uitteerden en stierven. „Zooals te Berdjansk" zoo sehrjjft de heer Willink, „zoo is het op het geheele plattelaud in het zuidelyk gedeelte der Oekraine. Millioenen mensehen zjjn ten doode opgeschreven en waarschijnlijk niet moer te redden. Ik kwam op nijjn auto tocht door meerdere zulke stervende dorpen van 1000 tot 20000 inwoners; het is of men in verlaten oorden komt; men hoort geen enkel geluid, geen hond of haan, do straten zjjn totaal verlaten, slechts hier en daar een uitgemergelde ge stalte, dio in lompen gehuld, met grooto, hollo oogou do auto gadeslaat. Het groot ste gedeelte der bevolking is reeds gestor ven; do rest heeft zich in hun woniugen tot sterven neergelegd. Gisteren on in hot l^ogin (lor week moest ik nog in niyn ho tel twee doputatios ontvangen, dio om hulp voor hunno dorpen kwamen sinee- konl Zjj kwamen van een afstand van ruim 600 kilometers. Dat alleen reeds spreekt boekdoelen!" „Men kau ook op andere wjjze helpt in met geld!zoo ging de heer Fleischer door. „Na de nationalisatie bobben de Mennonieten een studieeommissio van drie leden uitgezonden om het emigTatio-vraag- stuk te bostudeeren. "Want men begreep, dat omigreeren de eenïge uitweg was. Deze commissie is er in geslaagd de Canadee- sche regeering over to halen emigranten uit de Oekraine toe te laten. Canada heeft flinke landbouwers noodig en kan dus dezo arbeidzame on bekwame boereu wel ge bruiken. Porsoonljjk ben ik te Athene en Sofia geweest om de Grieksehe en Bulgaar scho Rogoeringen voor do emigratie der Mennonieten to winnen, maar tot nu-too is do toestemming nog niet verkregen. Moer dan 2000 Doopsgoz. kolonisten hebben ge vraagd naar Nederland te mog-'ii komen. Ik heb hier heelo otateu met vele oud-Hol- Jandsche namen voor mjj, namen van mau- nen, die allen verzoeken zich in ons land to mogen vestigen, maar onze Rcgooring heeft gemeend te mooten weigeren in ver band met don togeuwoordigeu toestand in ons land. Nu echter etaat aan de Poolsche grenzen de voorhoede der Doopsgezinde vluchtelin gen. Onder doze vluchtelingen zjjn ook kinderen. Zal ons volk, dat zoo veel voor do Belgen en de Oostenrijkers heeft ge daan, doof blijven voor de stemman van deze vluchtelingen 1 Zouden er onder do Doopsgezinden niet velen zynj die dozo Mennonieten of hun kindereu, nu zjj nood en ellende tcrugkeeren naar het land, van waar hun voorvaderen zjjn uitgewe ken, tijdeljjk tot zich willen nomen f Er is zoo veel, zoo ontzaglijk veel door hen geleden. Mochten or zijn, die hierin wil len helpen, dan behoeven zjj slechts te schrijven aan rnjjn adres: Ds. F. O. Flei scher, Winterswijk!" In een afzonderlijk artikel hoop ik nog iets te vortellou van do indrukken van Ds. Fleischer op zijn reizen door Bulgarjje Griekenland en Sorvie. J. B. SCHUIL. EEN LIJDER AAN EPILEPSIE OP HET COLLECE. Zouden er in onzen tijd buiten do vak letterkundigen nog menschen zijn, die do werken van Jan Holland lezen? ik denk, dat dit niet het geval is, ea ik denk verder, dat dit niet tot ons voor deel is. in het veie, dat de Deveniersche Rector onder dezen schuilnaam gepu bliceerd heelt, cn in het vele andere, dat zijn pen ontvloeid is, is zooveel wat ook in onzen tijd de overweging nog zoo waard is. In tnijn jeugd was de ver schijning van een nieuw boek vau zijn hand ecu feit van beteekems. Van een zyner werken moge de utel hier in het- innering gebracht worden: „Nette men schen". Unocr de verschillende dingen, die het in dezen tendenzroman moeten ontgelden, behoort ook het „adtmssie- tot de Universiteit ofe zooals het toen nog heette, de Academie. Ik kan ook nu nog die grappige zetten 'oest lezen, ook al houd ik dat veel ge- de admissic-examen in de dankbaar herinnering. Hei gaf bij weislagen toegang tot alle faculteiten en het liep (er drie vakken: Grieksch, La tijn, Wiskunde. Ik heb dit alles gekend een overgangstijd, toen de nieuwe op het hooger onderwijs weid in gevoerd en de gymnasia overeenkom- tig de bepalingen dier wet werden ge wijzigd. Er bestond toen een rubriek gymnasia, welker roep niet onverdeeld gunstig Was, dio veelal in kleino plaat sen gevestigd waren (Kakhuizen, Olden- zaal, Ootmarsum, Heusden enz.), waar de leerlingen meestal bij den rector in den kost waren en waar hei naar het algemeen zeggen, dezen niet al te ongemakkelijk gemaakt werd om den eersten stap op den gradus l'arnas- sum te zetten. Het gymnasium in Den Haag, waarover mijn ervaring loopt, viel buiten dio categorie en daar was betrekkelijk weinig te veranderen om de zaak in overeenstemming met de we> brengen. Het ad missie-examen zoude komen te verdwijnen en in het jaat, waarop ik nu doel, werd het voor hei laatst afgenomen. Mijn broer, met wien ik samenwoonde, zat in do vijfdo klasse en zoudo in het zesde overgaan. Mei een paar kornuiten maken ze het plan van do laatste gelegenheid van het admissic-examen vóór de vacantia ge bruik te maken. En ziet, zij slagen. En zij slagen. Hartelijk gclukge- wenscht, mar ik, nu in de vierde kalsse en naar de vijfde zullende overgaan, nog twee jaar op het „hok" moeten biijvcu alleen, d:e gedachte verontrustte my. Er was nog een allerlaatste laatste gelegen heid, na dc vacaDtie. Die moest ik waar- hen stevige repetitie in de „groote", van mar drie vakken, was mogelijk. En men wist toch, uit welke Grieksohe en Latijnsche schrijvers bij voorkeur do stukken ter vertaling geko zen werden. Die dus nog eens bijzonder igcwerkt. Er zakten er vel, in mijn ge il, meen ik, 59 van de 72. Maar men kwam er dan ook dikwijls zeer onvoor bereid. Overigens heb ik toen. de voor stelling, die er in „Nette Menschen" gegeven was, niet bewaarheid ge vonden. Volgens die voorstelling be stond er o.a. een proppensysteem, waar door men zijn buurman kon helpen of, wat nog heel wat gewichtiger was, doo: dezen kon geholpen worden. Men zat in de groote zaal van de Gehoorzaal in al fabetische volgorde. Jan Holland stel: het nu zoo voor, dat van twee menschen, die krachtens do beginletter van hun naam vermoedelijk naast elkander zou den komen zitten, de een bijv. Grieksch Algebra lee.rde en de ander Latijn en Meetkunde, waarbij dan door een mu- tueele bepropping er toch twee geslaag den voor den dag kwamen. Ik heb daar van niets gemerkt, hoewel het mij zeer aangenaam zoude geweest zijn, waar ik heb zitten zuchten over een paar woor- desn in mijn Grieksch stuk (ekopse tên thuran). Ik wist wel, dat dit beteekende: hij sloeg de deur, maar ik heb een zwa- strijd gevoerd, of ik „het onderwerp" fatsoenlijk man zoude laten zijn en dus vertalen zoude„hij klopte aan de deur", dan wel of ik hem als kracht- mensch ten tooneele zoude voeren met een„hij sloeg de deur in". In het „zinsverband" was het m. i. allebei mo gelijk. Ik heb toen beide vertalingen ten beste gegeven, en de groote Cobet heeft me dat, naar het resultaat te oordeelen, niet kwalijk genomen. Een paar dagen later toch kreeg ik het volgende briefje: L. S. Solemni instituto examine Ornatis- simus G. C. van Walsem Facultati Lite- rarum Humaniorum et Professori artium mathematicarum probavit se satis facere conditionaibus, quas studiosis imposuit Edictum Regium diei IV m. Aug. MDCCCLIII. Dat was taal voor mijn zestienjarig kinderhart! Wat bleef er voor mijover van het geschimp van Doctor Anne Johannes Vitringa, Rec tor van het Gymnasium te Deventer, in zijn „Nette Menschen"? Solemni exa mine! Cobet zijn n3am stond er onder, Jan Holland! ProbavitHeeft bewezen! Dat is wat anders dan het proppen- stelsel. Ik, als 16-jarige ephebe, vond, dat men meer geloof moest stellen in een man met een wereldreputatie als Cobet dan in een eenvoudigen rector in een provinciestadje» Mijn jeugd was mij echter niet to; onvermengd voordeel. Dat ondervond ik op de collegebanken. Daar waren naast de toekomstig© medici ook aanwezig' de aanstaande candidaten in de faculteit der wis- en natuurkunde. Onder dezcu was er nu een, die bleek aaa epilepsie te lijden. Ik had de naam van de ziekte, denk ik, nooit gehoord, laat staan, dat ik iets wist omtrent den aard der ver schijnselen, speciaal gedurende den aan val. Ik ondervond toen niets als ontroe ring en angst. En menig college is mij toen, wat het verzamelen van kennis betreft, geheel onvruchtbaar gewor den. Trouwens ook onder de andere stu denten vertrouwde blijkbaar niemand zich zelf. We keken voorzichtig uit, waar Z. zich zoude neerzetten en bleven dan wat uit do buurt,- Daar alle zitplaatsen wel bezet waren, moesten de laat-ko- mers de buurlui van den patient worden, hen politiek, die we zelf veralschuw- den, maar die we toch niet bij machte waren ie verlaten. Op de colleges, dio uitsluitend voor filosofen bestemd wa ren en waar daardoor maar een beperkt aantal jongelui kwamen, was het nog erger. Daar had Z. gewoonlijk ecu bank voor zich alleen. Op een college bij den ouden Professor Rijke, den voorganger van Kamerlingh Onnes, was het toeval eens zoo erg, dat we allen dachten, dat de dood zouce gekomen zijn. Het fysisch kabinet had destijds binnendoor een verbinding met het anatomisch kabi net. De anatoom werd rn allerijl ge alarmeerd. Toen hij kwam, was -het le ven, naar wij meenden, teruggekeerd. Twee gedachten mogl'en in verband met deze levenservaring geformu leerd worden. Lu de eerste plaats deze. Indien iemand ons eens op de hoogte gebracht hadvan enkele prak tische punten, we hadden ons niet voor onze eigen handelingen tegen over Z. behoeveD te schamen, als we ons van hem afzonderden. Was ons verteld geworden, dat de ontheffing van het bewustzijn in dein aanval het cardinale punt is, dat in een ge woon verloopenden aanval het ge vaar voor de omgeving praktisch nul is, dat de dood in den aanval wel altijd mogelijk maar toch een groote uitzondering is, waren wij ge wezen op kleine handgrepen, die in staat zijn het gjevaar voor den lij der zelf te verminderen, dan zouden ij allen in plaats van Z. te vermij den hem gaarne die kleine „Saniari- ter"-diemsten bewezen hebban. Ken- te macht ook om menschlde vend te zijD. Niemand heeft er aan gedacht. En nu vraag ik me wel eens af: hoe was dat in zoc'n kring van clarissimi. doctiasimi en ornatlsslmi mogelijk? De tweede gedachte is. de lijder aan epilepsie heeft, evenals de geestteszieke, de meeste vrijheid iin een speciaal voor hem ingerichte om geving. Het overbrengen in een der gelijke omgeving is niet vrijheidsbe perking maar vrijheidsregeling en daardoor vrijheidsvergrootlng. Later heeft de faculteit de familie van Z. aangeraden dezen te huis te nemen. Dat was goed en noodig. Maar te kort gekomen is hij. Hoe zoude het met hem gegaan zijn? Wei nig heb ik toen bevroed, dat ik, toen voor het eerst kennis makende met een ernstige ziekte en wel met de epilepsie, een goede veertig jaar la ter in zoo nauwe aan raiting (laar mede zoude kornen en die „klinische Riese" het eenige punt van mijn ge neeskundige bemoeiing zoude wor den. Nu dit eenmaal zoo geloopen is, verzoek ik het met het schrijven van deze herinnering verdiende bedrag te zenden aan den heer F. H. J. Jonker, besturende Broeder der Inrichting voor Epileptischen, Meer én Bosch, te Heemstede. G. C. VAN WALSEM. Aan bovenstaand verzoek van Prof. van Walsem is voldaan. De heer Jonker heeft dus de f 10 ontvangen. ?an hat Politieke Toiir- nooi?8ld. EERSTE KAMER, 16 Mei. „Oorlog", „Marino" on „Arbeid", irtoluslef de „Post". De oude paardjes roken stal. Dies lie pen ze met bekwame snelheid. Drie mi- nisleriëele begrootingen, plus de Post- begrooting, hebben de Senatoren op de zen eenen dag afgehandeld. Bij „Mari- en de „Post" werd zelfs geen woord gesproken. Nog enkele dagen trouwens en de Senaat staat voor zijn ontbinding, proces dat voor he.n tegelijk met die der Tweede Kamer zal worden voltrok ken. En in dat vooruitzicht was er wei nig spxceklüsl. Vermoedelijk zou ook dc begrooting van „Oorlog" er zonder dis- ie zijn doorgegaan als niet prof. Vau Embden gemeend had, anderhalf uur lang te moeten praten over het hooge eindcijfer dier begrooting in verband met den financiëelen toestand. De vrijz.- democratische professor vond dat eind cijfer (71 millioen) onduldbaar en verge leek het met dat van «913, toen 3° ntil- lioen voor dit hoofdstuk onzer Staats- begrooting werd uitgegeven. Wel willen de erkennen, dat het geld sedert dien at in waarde was gedaald, achtte hij dezen factor toch niet afdoende. De prijzen »n den groothandel van 1913 bij voorbeeld op 100 stellend, zag hij daar voor nu't cijfer 156 cn voor de kleinhan delsprijzen 164, het eindcijfer der be grooting van „Oorlog" evenwel op 215 1 voor „Marine" op 294. Bezuinigng verlangde de heer Van Emibden ten aanzien van de militaire de partementen niet slechts door besnoei ing, maar ook door rantsoeneering van de uitgaven. En verder onderwierp hij de reserves, welke onze regeering jegens het ontwapeningsplan van den Volken bond had opgeworpen (o.a. internatio nale deelneming zonder uitzondering) aan critiek, door te consiaieeren dat als daarop wil wachten, men nimmer zijn doel bereikt. De heer Bergsma bepleitte cenige breiding der marechaussee, de heer -Men- dels hield een idealistische meeting- speech voor ontwapening en de heeren Idenburg en Verheyen bepaalden zich bestrijding van hel betoog van de heeren Van Emibden en Mendels. Minister Van Dijk antwoordde met zelfvoldoening dat de Oorlogsbcgroo- :ing, in 1913 nog 14% van de totale Staatsuitgaven, wa6 gedaald tot S al was dan tkmiiaaal het eindcijfer geste gen. Volgens het stelsel der Militiewct van vóór den oorlog zou het eindcijfer evenwel 85 millioen hebben bedragen. Dit moge tot troost strekken voor onze belastingbetalers! Overigens vertelde de bewindsman geen nieuws. Na repliek werd de Oorlogsbegroo- ting met 25 tegen 6 stemmen aangeno men. Tegen stemden de heeren Slin- genberg en v. Embden (VaD.), De Boer en Smeenge (V.B.), Mendels en mevr. PothuisSmit (S. D. A. P.). De overi ge sociaal-democraten waren afwezig, met dien verstande dat de heer Vliegen slechts het eerste deel der vergadering had bijgewoond. De Marinebegrooting trok, zooals ik hierboven reeds schreef, ia 't geheel geen spreeklusligea. Zij ging er z. h. s. door met aanteekening van de vrijzin nig-democraten en de socialisten dat zij tegen" waren. Hetgeen intusschen voorzitter Reekers niet belette, luidkeels 1 te verkondigen, dat do Marinebegrooting „met algemeene stemmen" was aange nomen. Nadat ook de Postbegrooting zonder stemming was goedgekeurd, heeft bij „Arbeid" de heer Slingenberg ge klaagd dat het bedrag van 80 millioen voor Rijkssteun aan den woningbouw te laag was, dat is slechts 20.000 wonin gen, of voor Haarlem bijv. dat één hon derdste van de Nedcrlandsche bevolking in zielental rijk is, 200 woningen, terwijl daar een achterstand van wel 1600 wo ningen heerscht. Verder beval de heer Slingenberg het tb Haarlem geldende systeem van financiëclc controle op de woningbouwvereenigingen aan (verplich te wekeüjkscbe afzondering van 80 der huuropbrengst voor de aflossing). Minister Aalberse achtte dit systeem inderdaad aanbevelenswaardig. Z.Exc. hoopte dat het door andere groote ge meenten zou worden overgenomen. Dat het cijfer van 80 millioen te laag was, kon hij niet toegeven, aangezien er nog een groot aantal voorschotten van verleden jaar moet worden afgewerkt» De minister rekent dit jaar op een aan- >er van 45000 woningen. Verder deelde dc minister op een vraag van mevr. PothuisSmit o.a» mede, dat aan het z.g. melkbesluit van de Warenwet wordt gewerkt. Woensdag voortzetting. INTIMUS» De Conferentie te Senna. LOOPENDE ZAKEN WORDEN NOC AFCEWlKKELD. DE RUSSEN MAKEN VERSCHILLENDE BEZWAREN, ZIJ ZULLEN HE DEN DEFINITIEF ANTWOORDEN OF ZIJ CENOECEN NEMEN MET DE HAACSCHE CONFERENTIE. WAAROM AMERIKA NIET NAAR DEN HAAC WIL KOMEN. EEN UITEENZETTINC VAN HET AMERIKAANSCHE STANDPUNT TECENOVER RUSLAND. 1 vrijwel af Rus- Het werk te Genua is geloopen. De sub-commissie voor 8isehe aangelegenheden kwam nog bijeen. De Russen waren bij de zitting tegenwoordig, de Franschen en Belgen niet. Schanzer las de nota üer geallieer den voor, welke antwoord geeft op het E/hrijven van Tsjitsjerin, Schanzer zeide „Duitschland heeft het document niet gete'ekend omdat het 't verdrag van Rapallo heeft gesloten, en do aan staande conference Ie Den Haag is 't uitvloeisel der conferentie van Genua". In antwoord op een vraag van Tsjit sjerin, waarom de kwestie der erken ning de jure niet in he1 document werd aangeroerd, verklaarde Lloyd Geor ge, dat deze kwestie niet kon worden aangeroerd, omdat de resolutie van Cannes ook voor Den Haag geldig is. Tsjitsjerin maaak'e daarop voorbe houd ton aanzien der keuze van Den Haag. Hij betoogde, dat Den Haag uit een technisch oogpunt beschouwd, moeilijkheden oplevert en dat het raad zaam zou zijn, dergelijke besprekingen te doen houden in landen, waarmede men betere betrekkingen onderhoud. Lloyd George antwoordde, zonder echter op het onderwerp in te gaan, da' Je Russen dienaangaande voorstel len zullen kunnen doen. Tsjitsjerin ver klaarde, dat de Bovjet-delegatie van oordeel is, dat, wanneer zij in de con ferentie verplichtingen op zich zou ne men, zij dit niet alleen zou moeten doon uit naam der regeering van Moskou, doch ook uit naam van alle met Rus land verbonden republieken. Baron Isjii (Japan) protesteerde on middellijk hiertegen en verklaarde, dat de niet tot de conferentie uitgenoodig- de mogendheden niet vertegenwoor digd kunnen zijn. Tsjïïsjerin meende daarop te moeten wijzen op een tegenstrijdigheid, die hij in de verklaringen van Lloyd George meende op te merken, die, over Rus land sprekende, verklaard zon hebben, dat dit land verscheidene regeeringen vertegenwoordigt. leiii gaf daarop nogmaals een uit eenzetting van de geheele kwestie in zake. het "Verre Oostenliii zette uit een welke verschrikkelijke daden daar door de troepen der Sovjets rijn be gaan. hetgeen van de zijde van Tsjisierüi weer een levendige repliek uitlokte. De voorzitter Facta poogde, de op- windine te kalmeeren. Koyd George kwant op dat oogenblik tusechenbei de hij veriofaaixie, dat men van de zoo ruist afgelegde verklaringen alleen moet onthouden, dat Japan en Rus land zich verpjieht hebben, elkaar met aan te vallen. Tsjitsjerin vroeg, of de bepalingen der voorgestelde overeenkomst in den vorm van een resolutie zullen worden ingekleed of wel eJs een protocol, dat onderteekend moet worden. Schanzer verklaarde van m een in g te zijn, dat het voldoende is, het slot- Drotocol der oonferentie te teekenen. Onder deze omstandigheden ver klaarde Tsjilejerin, eenige uren te wil len nadenken. Motta protesteerde hiertegen en drong er op aan, dat het antwoord heden zóu worden gegeven. Bratianu stelde een compromis voor, namelijk door te opperen, dat van de Sovjetregeertng zal worden verlangd, Woensdag, in den loon van de nieuwe zittinv der subcommissie met „ja" of „neen" te antwoorden, in dien rin werd besloten. Rakofsky heeft onmiddellijk na af- ioop van de zitting verklaard, dat de Russische delegatie het haar overhan digde voorstel in beginsel aanvaardt en dat men ook gelooft, tot overeen stemming te kunnen komen inzake den Rusaiboheiï eiseh om een gemeng de commissie te vormen, daar het den Russen er in de eerste plaats op aan komt, tot een resultaat te komen. Met betrekking tot het vredespact maakt de Russisohe delegatie nog eeuig voorbehoud. De „Temps", die bei standpunt, het welk de Franschen tegenover de Eussische quaestie innemen, nader preciseert, zegt dat de Franschen zoo tegen een toetreding der Russen tot de in Den Haag bijeen te ko men commissie zjjn gekant, omdat <lo te genwoordigheid der bolsjewieken de voort zetting vau marchaadeerun zon boteeke- neu met minder waarborgen nog dau to Genua. Bjj voorbaat was overoengekoaicn, dat de conferentie van Genua gcan beslul- :ou nemen, en de regeericgin niet zou binden. Zjj kan slechts adridzm forrnu- leercn. Zoo is inca dus overeengekomen dat de conferentie niet zelf de leden %aa do toekomstige internationale commissie aanwijzen, doch dat deze door de re- georingen zullen worden benoemd. Doch Frankrijk zou evenmin begrijpen indien de nferentie voor de regeeringen ketzjj den datum zou vaststellen, waarop de interna tionale commissie bijeen moet kom -n, het zij den termijn, waarbinnen haar werk zaamheden tot niouwe onderhandeling-n met de Sovjets mooteu loiden. Het is nood zakelijk dat de vryhoid vau elke regeer =g stipt geëerbiedigd wordt. Over het met de bolsjewieken t-< stuiten pact zegt de „Temps" het na daarvan niet te vatten. Skinnunt, de seidar dor Poolsche delegatie, heeft er aan herinnerd, dat zjjn regeering met de Sovjets hoz ver drag van Riga heeft geteekend, en dat dit verdrag de gvheele Bussisch-Poolsche grens Taststelt. Waarom dus ïog boven dien een pact te sluiteiif Of de bolsjewie ken komen het door hen gesloten verdrag nag, en het pact is nutteloos; Of men vreest dat ze het verdrag seheni-jD, en waarom verbeeldt men zich dan dat zy liet pact niet zullen schenden 1 Voortgaande betoogt hot blad: >och wy eerbiedigen de onafhankelijkheid .a an deren zooals wjj willen dat men dc onzo eerbiodigt. De Russische grensstaten zjjn vrij o:a do voorzorgsmaatregelen 'e nemen, die zjj willen. Indien zij meenen hun vei ligheid te verhoogen door eon pact met Sovjet-Rusland aan het gaan, dan zal Frankryk zeker niet de veraatwooruelijk- d op zieh nemen om hen daarvan af te houden. Alleen kan Frankrijk aan een dergelyko regeling niet deelnemen. Door de ondervinding welke het heeft opgedaan en door de voldoende wjjze, waarop het antwoord der bolsjewieken het heeft in gelicht, oordeelt het dat het niet met de Sovjets heeft te onderhandelen. Het ral dus buiten het voorgestelde pact blyven, buiten de besprekingen, die dit pact voorbereiden. De Duitscho pers over Genua. De Berlynselie bladon meenen, dat do conferentie van Genua niet zonder resul taat is geweest. 3 rechtsche „Zoit" stelt op den voor grond, dat het hoofdiCBuhast is verscher ping van het geweten van Europa en do gchcc-le wereld zoomedo dc openbaring, dat de wereld het er over eens is, do &>r- logepolitiek voort te zetten. De „Germania" noemt Genua den grens steen op den weg naar vereeniging door economisch verstand. De „Vossische Zcitung" iiet in de Ce» nun-confcrentie een stap naar den vrede. "s moerderheidssocialistische „Vor-: wkrtsmeent, dat Duitschland geen be rouw behoefjt te hebben van zyn deelne ming. Zonder dat er oogonblikkelykc prac- tiache resultaten zjjn verkregen, is eon grondslag voor een betere toekomst van Duitschland geschapen cn is zyn buiten- landschc politieke stelling versterkt. Uit Genua wordt gemeld, dat aldaar uit New-York berichten ziiu ontvangen, volgens welke Pierpont Morgan eerlaüg aan ce Commissie van Herstel een vol ledig uitgewerkt plan voor zal voorleggen. De voorwaarde voor- dc tenuitvoerlegging van dit plan is even wel, dat de Commissie van Herstel de door Morgan aangevoerde financieele groep de vrije hand zal laten wat betreft de technische regeling van de kwestie der schadevergoeding. De leenicg zal voorloopig minstens één milliard dollar bedragen. In Berlijnschc politieke en economi sche kringen houdt men dit bericht voor juist. Men laat zioh evenwel nog niet zeer uit over du plan, vooral ook om dat men nog niet weet, welke garantie» Morgan voor zijn leeniug vau Duitsch land zal verlangen. Een andere reden voor de terughou dendheid der Berlijnsche xegeerings-krin- gen tegenover deze voorstellen is, dat Morgan waarschijnlijk van plan is, het genoemde bedrag in gedeelten op ver schillende tijdstipen te verstrekken. Een van de door Morgan voor de in ternationale leening te stellen voor waarden een voorwaarde, die overi gens niet ongaarne door dc Duitsche re geering zou worden geaccepteerd heet te zijn, dat een deel van het te ver strekken crediet dient te worden aange- Iwend voor dc stabiliseering van do rijks» mark.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5