HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
De stervende Mennonieten in
Rusland.
Journalistiek en Phiiantropie.
Buiteniandsch Overzicht
WOEMS'- AC 17 MËI 1922 - TWEEDE BCAD
(Nieuwe reeks.)
No. 76
Interview met Ds F. C. Fleischer.
De nood op zijn ergstl Do oorsprong van den naam: Algemeene Commissie
voor Buitenlandache Nooden. Hulp zoowel aan Boomschen, Lutherschon. Doops
gezinden als Busson. Het tussclienstation Varna. Waarom de Nederlandsolie
Stoomvaartmaatschappijen weigeren schepen naar BuSland te zenden. Hot tragi
sche lot van Halhstadt. Do „Bulgarea" De hulp van de Sovjeti Begeering. Hoe
er ge'oden wordt! Een authentiek rapport van oen oud-Haarlemmor. Het emigra
tie-vraagstuk. Een bede om hulp!
Op 11
aan Ds. Fleischer, hoe do
toestand" der Mennonieten in Rusland
thans is, uutwoordde hy my: „Allerdroe
vigst! Het kau haast niet erger! Het hart
krimpt iueeu, wanneer men bedenkt, dat
deze wenscheu, die door den burgeroorlog,
de revolutie en den vlektyphus reeds zoo
onnoemelijk veel geleden hebben, thaus nog
door dezo vrceselykste aller rampen, den
hongersnood, getroffen moesten worden.
De Chortitza en Molotchna-kolonie liggen
midden in het hongergebied. De Mennonie
ten hebben het betrekkelijk nog lang kun
nen uithouden, omdat zjj zeer spaarzaam
zyn, maar nu zyn allo voorraden opge
bruikt ei>. kunnen zy alleen van den Hon
gerdood worden gered door hulp van bui
ten. Do rapporteu over den toestand vnu
den lieer B. O. J. Willink, die voor de
Commissie voor Buitenlandscho Nooden op
het oogenblilc to Waldheim <lat is mid
den in het gebied, van de Molodchnaja
zit,-zijn in hun soberte liartvorscl^eurend.
Er oioet meer, oneindig veel meer hulp nog
worden verschaft. Wij kunnen nooit ge
noeg doen om deze mensehon van onzon
stam te redden.
Wjj zjjo tot onzo afzouüeriykc actie in de
Oekraïne gekomen, nadat Doopsgezinden
uit Busland ons dringeed om hulp hndden
gevraagd.
\Vjj wisten nit verhalen van uitgewo-
keiKin, hoe daar ginds geleden was, eerst
door het optrodc-n van do bendeu van
Machnow en later door don vloktyphos.
Toen daarby nog de ramp van de droogte
en haar gevolgen kwam, hebben wjj be-
Blöten alles te doen om hulp aan onzo ge-
loofsgenooten in Rusland to brongen. De
naam „Algenieeno Commissie voor Bui-
tenlandsche Nooden" is voor do Doopsge
zinden niet nieuw. Hij bestaat roeds sinds
het begin van de lSdc eeuw, toen dio com
missie werd opgericht om hulp te verlee-
nen aan de Doopsgezinden in Zwitserland,
die men wildo dwingen den staatsgods
dienst aan te nomen, waarom zy in grooten
getalo naar Nederland uitweken. Nu het er
opaan kwam weder gelootsgenooten in het
buitenland te helpen, hebben wy geineend
onder denzelfden beproefden ouden naam
onzo werkzaamheden te mooten verrich
ten. Onze hulp in Rusland 6trekt zich ech
ter niet alleen tot de Mennonieten uit,
maar tot allen, die iu de streken van de
kolonie wonen, dus ook tot do Luthersclion
do Roomsehen en de Busson zelve. Dit is iu
het coutract, dat wjj met do Sovjet-regee
ring'go tcokend hebben, ook uitdrukkelijk
gestipuleerd. Hulp aan da Doopsgezinden
alleen waB van het begin af uitgesloten;
de Russische Regeering eischt en te
recht dat do hulp zich tot allo noodlij
denden in die streek moet uitstrekken, on
geacht geloof of ras."
Ds. Fleischer gaf my inzage van het
oorspronkelijke in het Engelseh opge
stelde contract, dat met roodo inkt ge-
teekend was door den president van de
Oekraïne, Kakofski, den man, dio than3
in Genua met Tsjitsjcrin een zoo belang
rijke rol speelt. Uitdrukkelijk was daarin
bepaald, dat men zich van e'.ko politieke
pro-onsaixta, in welken .or.: zou out-
„\»y hebben," zoo ging i's. Fleischer
door, „de actio voor hulpvcrleeniug goed
voorbereid on over den stouu in Rusland
mogen wjj zeer tevreden zjjn. Wjj ontvin
gen tot nu toe 150.000 guidon in gold en
■san giften in nature voornamelijk zaai
graan en kleederen ongeveer tot oen
waarde van f 50.000. Hoewel wjj dankbaar
tijii, brgrjjpt u wel, dat zelfs oen 10 maal
grooter bedrag nog niet voldoende zou Zjjii
cm de nooden daar te lenigen.
In Zuid-Rusland is thans oen Hol-
Jandsche commissie, die voor een deel te
Sebastopol in de Krim en voor een deel te
Waldheim in do Oekraïne werkzaam is.
Deze commissie bestaat uit den heer B. C.
J. Willink uit den oorlogstijd den Haar
lemmers welbekend als directeur van het
Brandstoffenbureau den heer en me
vrouw Jongens, zusier M. Kat en zuster J.
Eigen schepen in Nederland te charteren
ging niet, omdat onzo zendingen daarvoor
niet groot genoeg zjjn. Wjj hobbon daar
om gezocht naar eeu tusschonstatiou aan
de audero zjjde van de Zwarto Zoo on dat
station gevonden in Varna. Door tussohen-
komst van onzen gezant to Sofia heeft
de Bulgaarsche regeering ons do meest
mogelijke faciliteiten verleend. Zjj heeft
niet alleen op het douanen-terrein te Var
na een magazjjn te onzer beschikking ge
steld, welk magazjjn door Bulgaarsche mi
litairen wordt bewaakt, maar ook afstand
gedaan van allo donane-reciten, zoowel bjj
import als export. Persoonlek ben ik iu
Bulgarjje geweest, om alles te regelen.
Gemakkelijk wns de taak niet, want toen
wjj over het magazjjn te Varna beschik
ten, hadden wjj nog geen schip om 'onze
goederen van Bulgarjjc naar Busland te
'vervoeren. Dat heeft grooto bczwareu op
geleverd. Geen enkelo Nodorlandsche of
Bulgaarsche Maatsehappjj wildo er zjjn
schepen aan wagen; men vortrouwdo de
Bolsjewieken niet. Herlianldclyk was het
voorgekomen, dat op buitenlandscho sche
pen beslag was gelegd, of dat do schepen
er weken werden aangehouden, wat ua-
tuurljjk voor do betrokken reederjj een
enorm verlies beteekende. De Nederland-
sche Maatschappijen weigerden alle per
tinent en ook de groote Bulgaarscho ree-
dcryen moesten er niets van hebben. Daar
zaten wjj dus! Onze kostbare goederen
meel, ingemaakte groenten, aardappelen,
mais, boonen, linzen enz. in Varna en
onze Hollandsche commissie zonder iets
Sebastopol! En ondertussehen steeg do nood
in de kolonie bjj den dag! En niet alleen
do kolonie der Doopsgezinden, ook
misschien nog meer in de naburige Luther-
flche, Roomsehc en Russische dorponl Hoe
groot do nood was en nog is kau u
blyken uit een brief van con dame uit
Halbstadt aan haar zoon, die mjj bjj zjjn
bezoek to mjjnont er inzage van gaf."
Ik lnat hierbjj een fragment uit dezon
brief volgen, dat meer zegt dan een lang
artikel:
„Gisteren wc-rden in Prishib, (een Lu-
therseh dorp) weer negen kinderen begra-
en zoo gaat het dagelyks. Zondag
wilde zich oen bruidpaar in de kerk laten
trouwen. Ze waren heelemaal alleen met
den dominee in de kerk. „Ja," znchtte de
dominee, „ons dorpje sterft heelemaal uit!
Er zjjn al bjjna geen menschen meer te
vinden om do lijken to begraven, want de
mannen, dio nog leven, zjjn er al te zwak
oor geworden". Do dominee en de koster
dragen zeer dikwjjls heel alleen de dooden
het kerkhof en begraveu ze er zelf.
Iu do andere dorpen gaat het al nagenoeg
net zoo. Ook onder de intellectueelen zjjn
veel sterfgovallon, want die hebben den
moed niet uit bedelen te gaan; ze gaan
dan maar liever in den dood!
Ik geloof, dat onze geloofsgenooten in 't
buitenland het niet kunnen begrijpen,
want. wie zoo iets niet zelf heeft doorge
maakt, kan hot zich niet voorstellen. Bü
i loopen -ze .den geheelen dag maar in
nit. Lieve, goede tante, erbarm u toch
ir ons, geef ons tenminste een lepel soep
of een brokje broodI Laat ons niet ver
hongeren!" Dio klaagtoon klinkt den ge
heelen dag iu je ooren, van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat! En als jo de
stumperds ziet, krimpt je hart ineen, zulke
jaminergestalten! Hun heelo lichaam
beeft; Ijjkbleok, velen heelemaal opge
zwollen, andoren verschrikkelijk mager,
geraamten. Vaak komt hot voor, dat men
op den drempel een dood kind, of een
doode vrouw ziet liggen. Verschrikkelijk
ging het mot hot gezin B. Eerst stierven
de man en twee kinderen. De vrouw werd
krankzinnig en kwam met de overigen om.
Velen sterven ook aan de ziekten, dio het
gevolg zjjn der ondervoeding!"
Tot zoover de brief van deze dame.
„Eindeljjk," ging Ds. Fleischer na een
oogenblik door, „vond ik toch een Bulgaar
sche Maatschappij, die op zich nam onzo
goederen naar Sebastopol te vervoeren. U
knnt zich voorstellen, welk een vrengdo
roor mjj was, Onder Bulgaarscho vlag,
daarnaast de Hollandsche vlag iu
top, is do „Bulgaria" op 31 Maart te Se
bastopol aangekomen. Een gedeelte der
goederen is afgegeven in de Krim, waar
ook Mennonieten zjjn gevestigd en de hon
gersnood thans zoo vreoseljjk woedt, dat
zooals de heer Willink mjj schreef
bjjna allo Tartaren uitsterven. Er zjjn daar
dorpen, waar 80 pet. van do bevolking
reeds is gestorven.
rest van de goederen is dadelyk na
do lossing in een trein van 40 wagons on
der leiding van onze commissie naar het
hongergebied der kolonie verzondeD. Deze
week komt met de Ulvsses weer een nicn-
lading te Varna aan en ik hoop, dat
hetzelfde Bulgaarsche schip de goederen
zal doorzenden naar Sebastopol. Wjj heb
ben do grootst mogelijke hulp van de
Sovjet-regeering zoowel in de Krim als in
do Oekraino en er is dan ook geen sprake
dat de goederen niet haar bestem
ming bereiken. Hoe men over de Bolsje
wieken moge denken, discipline is er zeer
zeker en de organisatie laat thans weinig
to wensohen ovor. Toen de Bulgaria in
Sobastopol kwam, was er eerst ondanks
de ineost stellige beloften geen perso
neel om te lossen. Onze mannen vreesden
reeds, dat hot schip langer dan don bepaal
den termjjn in Sebastopol moest blijven
liggeu. Maar zoodxa bad de heer Willink
niet geklaagd bjj Gardin, den president
van do Kruu-Republiek, of het schip werd
minder dan geen tyd gelost. Men werk
te dag en nacht door om de boot zoo spoe
dig mogeljjk leeg te krjjgeD.
Wanneer u over het lijden van de Men-
-nicten sehrjjft, dringt u dan vooral bjj
lezers aan om hulp voor deze ongoluk-
kigeu van oud-Hollandschen stam. De toe
stand is zoo verschrikkelijk. Leest u hier
byvoorbeeld eens, wat de heer Willink in
zyn iaatste rapport achrjjft: En ik las over
Berdjansk, een stad van 40.000 inwoners,
rvan er 30.000 geen brood meor had
den, en dus uitteerden en stierven.
„Zooals te Berdjansk" zoo sehrjjft
de heer Willink, „zoo is het op het geheele
plattelaud in het zuidelyk gedeelte der
Oekraine. Millioenen mensehen zjjn ten
doode opgeschreven en waarschijnlijk niet
moer te redden. Ik kwam op nijjn auto
tocht door meerdere zulke stervende
dorpen van 1000 tot 20000 inwoners; het
is of men in verlaten oorden komt; men
hoort geen enkel geluid, geen hond of
haan, do straten zjjn totaal verlaten,
slechts hier en daar een uitgemergelde ge
stalte, dio in lompen gehuld, met grooto,
hollo oogou do auto gadeslaat. Het groot
ste gedeelte der bevolking is reeds gestor
ven; do rest heeft zich in hun woniugen
tot sterven neergelegd. Gisteren on in hot
l^ogin (lor week moest ik nog in niyn ho
tel twee doputatios ontvangen, dio om
hulp voor hunno dorpen kwamen sinee-
konl Zjj kwamen van een afstand van
ruim 600 kilometers. Dat alleen reeds
spreekt boekdoelen!"
„Men kau ook op andere wjjze helpt
in met geld!zoo ging de heer Fleischer
door. „Na de nationalisatie bobben de
Mennonieten een studieeommissio van drie
leden uitgezonden om het emigTatio-vraag-
stuk te bostudeeren. "Want men begreep,
dat omigreeren de eenïge uitweg was. Deze
commissie is er in geslaagd de Canadee-
sche regeering over to halen emigranten
uit de Oekraine toe te laten. Canada heeft
flinke landbouwers noodig en kan dus dezo
arbeidzame on bekwame boereu wel ge
bruiken. Porsoonljjk ben ik te Athene en
Sofia geweest om de Grieksehe en Bulgaar
scho Rogoeringen voor do emigratie der
Mennonieten to winnen, maar tot nu-too is
do toestemming nog niet verkregen. Moer
dan 2000 Doopsgoz. kolonisten hebben ge
vraagd naar Nederland te mog-'ii komen.
Ik heb hier heelo otateu met vele oud-Hol-
Jandsche namen voor mjj, namen van mau-
nen, die allen verzoeken zich in ons land to
mogen vestigen, maar onze Rcgooring
heeft gemeend te mooten weigeren in ver
band met don togeuwoordigeu toestand in
ons land.
Nu echter etaat aan de Poolsche grenzen
de voorhoede der Doopsgezinde vluchtelin
gen. Onder doze vluchtelingen zjjn ook
kinderen. Zal ons volk, dat zoo veel voor
do Belgen en de Oostenrijkers heeft ge
daan, doof blijven voor de stemman van
deze vluchtelingen 1 Zouden er onder do
Doopsgezinden niet velen zynj die dozo
Mennonieten of hun kindereu, nu zjj
nood en ellende tcrugkeeren naar het land,
van waar hun voorvaderen zjjn uitgewe
ken, tijdeljjk tot zich willen nomen f Er
is zoo veel, zoo ontzaglijk veel door hen
geleden. Mochten or zijn, die hierin wil
len helpen, dan behoeven zjj slechts te
schrijven aan rnjjn adres: Ds. F. O. Flei
scher, Winterswijk!"
In een afzonderlijk artikel hoop ik nog
iets te vortellou van do indrukken van
Ds. Fleischer op zijn reizen door Bulgarjje
Griekenland en Sorvie.
J. B. SCHUIL.
EEN LIJDER AAN EPILEPSIE OP HET COLLECE.
Zouden er in onzen tijd buiten do vak
letterkundigen nog menschen zijn, die
do werken van Jan Holland lezen? ik
denk, dat dit niet het geval is, ea ik
denk verder, dat dit niet tot ons voor
deel is. in het veie, dat de Deveniersche
Rector onder dezen schuilnaam gepu
bliceerd heelt, cn in het vele andere,
dat zijn pen ontvloeid is, is zooveel wat
ook in onzen tijd de overweging nog
zoo waard is. In tnijn jeugd was de ver
schijning van een nieuw boek vau zijn
hand ecu feit van beteekems. Van een
zyner werken moge de utel hier in het-
innering gebracht worden: „Nette men
schen". Unocr de verschillende dingen,
die het in dezen tendenzroman moeten
ontgelden, behoort ook het „adtmssie-
tot de Universiteit ofe zooals
het toen nog heette, de Academie. Ik
kan ook nu nog die grappige zetten
'oest lezen, ook al houd ik dat veel ge-
de admissic-examen in de dankbaar
herinnering. Hei gaf bij weislagen
toegang tot alle faculteiten en het liep
(er drie vakken: Grieksch, La
tijn, Wiskunde. Ik heb dit alles gekend
een overgangstijd, toen de nieuwe
op het hooger onderwijs weid in
gevoerd en de gymnasia overeenkom-
tig de bepalingen dier wet werden ge
wijzigd. Er bestond toen een rubriek
gymnasia, welker roep niet onverdeeld
gunstig Was, dio veelal in kleino plaat
sen gevestigd waren (Kakhuizen, Olden-
zaal, Ootmarsum, Heusden enz.), waar
de leerlingen meestal bij den rector in
den kost waren en waar hei naar het
algemeen zeggen, dezen niet al te
ongemakkelijk gemaakt werd om den
eersten stap op den gradus l'arnas-
sum te zetten. Het gymnasium in Den
Haag, waarover mijn ervaring loopt,
viel buiten dio categorie en daar was
betrekkelijk weinig te veranderen om de
zaak in overeenstemming met de we>
brengen. Het ad missie-examen zoude
komen te verdwijnen en in het jaat,
waarop ik nu doel, werd het voor hei
laatst afgenomen. Mijn broer, met wien
ik samenwoonde, zat in do vijfdo klasse
en zoudo in het zesde overgaan. Mei
een paar kornuiten maken ze het plan
van do laatste gelegenheid van het
admissic-examen vóór de vacantia ge
bruik te maken. En ziet, zij slagen. En
zij slagen. Hartelijk gclukge-
wenscht, mar ik, nu in de vierde kalsse
en naar de vijfde zullende overgaan, nog
twee jaar op het „hok" moeten biijvcu
alleen, d:e gedachte verontrustte my. Er
was nog een allerlaatste laatste gelegen
heid, na dc vacaDtie. Die moest ik waar-
hen stevige repetitie in de
„groote", van mar drie vakken, was
mogelijk. En men wist toch, uit welke
Grieksohe en Latijnsche schrijvers bij
voorkeur do stukken ter vertaling geko
zen werden. Die dus nog eens bijzonder
igcwerkt. Er zakten er vel, in mijn ge
il, meen ik, 59 van de 72. Maar men
kwam er dan ook dikwijls zeer onvoor
bereid. Overigens heb ik toen. de voor
stelling, die er in „Nette Menschen"
gegeven was, niet bewaarheid ge
vonden. Volgens die voorstelling be
stond er o.a. een proppensysteem, waar
door men zijn buurman kon helpen of,
wat nog heel wat gewichtiger was, doo:
dezen kon geholpen worden. Men zat in
de groote zaal van de Gehoorzaal in al
fabetische volgorde. Jan Holland stel:
het nu zoo voor, dat van twee menschen,
die krachtens do beginletter van hun
naam vermoedelijk naast elkander zou
den komen zitten, de een bijv. Grieksch
Algebra lee.rde en de ander Latijn
en Meetkunde, waarbij dan door een mu-
tueele bepropping er toch twee geslaag
den voor den dag kwamen. Ik heb daar
van niets gemerkt, hoewel het mij zeer
aangenaam zoude geweest zijn, waar ik
heb zitten zuchten over een paar woor-
desn in mijn Grieksch stuk (ekopse tên
thuran). Ik wist wel, dat dit beteekende:
hij sloeg de deur, maar ik heb een zwa-
strijd gevoerd, of ik „het onderwerp"
fatsoenlijk man zoude laten zijn en
dus vertalen zoude„hij klopte aan
de deur", dan wel of ik hem als kracht-
mensch ten tooneele zoude voeren met
een„hij sloeg de deur in". In het
„zinsverband" was het m. i. allebei mo
gelijk. Ik heb toen beide vertalingen ten
beste gegeven, en de groote Cobet heeft
me dat, naar het resultaat te oordeelen,
niet kwalijk genomen. Een paar dagen
later toch kreeg ik het volgende briefje:
L. S. Solemni instituto examine Ornatis-
simus G. C. van Walsem Facultati Lite-
rarum Humaniorum et Professori artium
mathematicarum probavit se satis facere
conditionaibus, quas studiosis imposuit
Edictum Regium diei IV m. Aug.
MDCCCLIII. Dat was taal voor mijn
zestienjarig kinderhart! Wat bleef er
voor mijover van het geschimp van
Doctor Anne Johannes Vitringa, Rec
tor van het Gymnasium te Deventer, in
zijn „Nette Menschen"? Solemni exa
mine! Cobet zijn n3am stond er onder,
Jan Holland! ProbavitHeeft bewezen!
Dat is wat anders dan het proppen-
stelsel. Ik, als 16-jarige ephebe, vond,
dat men meer geloof moest stellen in een
man met een wereldreputatie als Cobet
dan in een eenvoudigen rector in een
provinciestadje»
Mijn jeugd was mij echter niet to;
onvermengd voordeel. Dat ondervond ik
op de collegebanken. Daar waren naast
de toekomstig© medici ook aanwezig' de
aanstaande candidaten in de faculteit
der wis- en natuurkunde. Onder dezcu
was er nu een, die bleek aaa epilepsie te
lijden. Ik had de naam van de ziekte,
denk ik, nooit gehoord, laat staan, dat
ik iets wist omtrent den aard der ver
schijnselen, speciaal gedurende den aan
val. Ik ondervond toen niets als ontroe
ring en angst. En menig college is mij
toen, wat het verzamelen van kennis
betreft, geheel onvruchtbaar gewor
den. Trouwens ook onder de andere stu
denten vertrouwde blijkbaar niemand
zich zelf. We keken voorzichtig uit, waar
Z. zich zoude neerzetten en bleven dan
wat uit do buurt,- Daar alle zitplaatsen
wel bezet waren, moesten de laat-ko-
mers de buurlui van den patient worden,
hen politiek, die we zelf veralschuw-
den, maar die we toch niet bij machte
waren ie verlaten. Op de colleges, dio
uitsluitend voor filosofen bestemd wa
ren en waar daardoor maar een beperkt
aantal jongelui kwamen, was het nog
erger. Daar had Z. gewoonlijk ecu bank
voor zich alleen. Op een college bij den
ouden Professor Rijke, den voorganger
van Kamerlingh Onnes, was het toeval
eens zoo erg, dat we allen dachten, dat
de dood zouce gekomen zijn. Het fysisch
kabinet had destijds binnendoor een
verbinding met het anatomisch kabi
net. De anatoom werd rn allerijl ge
alarmeerd. Toen hij kwam, was -het le
ven, naar wij meenden, teruggekeerd.
Twee gedachten mogl'en in verband
met deze levenservaring geformu
leerd worden. Lu de eerste plaats
deze. Indien iemand ons eens op de
hoogte gebracht hadvan enkele prak
tische punten, we hadden ons niet
voor onze eigen handelingen tegen
over Z. behoeveD te schamen, als we
ons van hem afzonderden. Was ons
verteld geworden, dat de ontheffing
van het bewustzijn in dein aanval het
cardinale punt is, dat in een ge
woon verloopenden aanval het ge
vaar voor de omgeving praktisch
nul is, dat de dood in den aanval
wel altijd mogelijk maar toch een
groote uitzondering is, waren wij ge
wezen op kleine handgrepen, die in
staat zijn het gjevaar voor den lij
der zelf te verminderen, dan zouden
ij allen in plaats van Z. te vermij
den hem gaarne die kleine „Saniari-
ter"-diemsten bewezen hebban. Ken-
te macht ook om menschlde
vend te zijD. Niemand heeft er aan
gedacht. En nu vraag ik me wel eens
af: hoe was dat in zoc'n kring van
clarissimi. doctiasimi en ornatlsslmi
mogelijk? De tweede gedachte is. de
lijder aan epilepsie heeft, evenals de
geestteszieke, de meeste vrijheid iin
een speciaal voor hem ingerichte om
geving. Het overbrengen in een der
gelijke omgeving is niet vrijheidsbe
perking maar vrijheidsregeling en
daardoor vrijheidsvergrootlng.
Later heeft de faculteit de familie
van Z. aangeraden dezen te huis te
nemen. Dat was goed en noodig.
Maar te kort gekomen is hij. Hoe
zoude het met hem gegaan zijn? Wei
nig heb ik toen bevroed, dat ik, toen
voor het eerst kennis makende met
een ernstige ziekte en wel met de
epilepsie, een goede veertig jaar la
ter in zoo nauwe aan raiting (laar
mede zoude kornen en die „klinische
Riese" het eenige punt van mijn ge
neeskundige bemoeiing zoude wor
den. Nu dit eenmaal zoo geloopen is,
verzoek ik het met het schrijven van
deze herinnering verdiende bedrag te
zenden aan den heer F. H. J. Jonker,
besturende Broeder der Inrichting
voor Epileptischen, Meer én Bosch,
te Heemstede.
G. C. VAN WALSEM.
Aan bovenstaand verzoek van Prof.
van Walsem is voldaan. De heer
Jonker heeft dus de f 10 ontvangen.
?an hat Politieke Toiir-
nooi?8ld.
EERSTE KAMER,
16 Mei.
„Oorlog", „Marino" on
„Arbeid", irtoluslef de
„Post".
De oude paardjes roken stal. Dies lie
pen ze met bekwame snelheid. Drie mi-
nisleriëele begrootingen, plus de Post-
begrooting, hebben de Senatoren op de
zen eenen dag afgehandeld. Bij „Mari-
en de „Post" werd zelfs geen woord
gesproken. Nog enkele dagen trouwens
en de Senaat staat voor zijn ontbinding,
proces dat voor he.n tegelijk met die
der Tweede Kamer zal worden voltrok
ken. En in dat vooruitzicht was er wei
nig spxceklüsl. Vermoedelijk zou ook dc
begrooting van „Oorlog" er zonder dis-
ie zijn doorgegaan als niet prof. Vau
Embden gemeend had, anderhalf uur
lang te moeten praten over het hooge
eindcijfer dier begrooting in verband
met den financiëelen toestand. De vrijz.-
democratische professor vond dat eind
cijfer (71 millioen) onduldbaar en verge
leek het met dat van «913, toen 3° ntil-
lioen voor dit hoofdstuk onzer Staats-
begrooting werd uitgegeven. Wel willen
de erkennen, dat het geld sedert dien
at in waarde was gedaald, achtte hij
dezen factor toch niet afdoende. De
prijzen »n den groothandel van 1913 bij
voorbeeld op 100 stellend, zag hij daar
voor nu't cijfer 156 cn voor de kleinhan
delsprijzen 164, het eindcijfer der be
grooting van „Oorlog" evenwel op 215
1 voor „Marine" op 294.
Bezuinigng verlangde de heer Van
Emibden ten aanzien van de militaire de
partementen niet slechts door besnoei
ing, maar ook door rantsoeneering van
de uitgaven. En verder onderwierp hij de
reserves, welke onze regeering jegens
het ontwapeningsplan van den Volken
bond had opgeworpen (o.a. internatio
nale deelneming zonder uitzondering)
aan critiek, door te consiaieeren dat als
daarop wil wachten, men nimmer
zijn doel bereikt.
De heer Bergsma bepleitte cenige
breiding der marechaussee, de heer -Men-
dels hield een idealistische meeting-
speech voor ontwapening en de heeren
Idenburg en Verheyen bepaalden zich
bestrijding van hel betoog van de heeren
Van Emibden en Mendels.
Minister Van Dijk antwoordde met
zelfvoldoening dat de Oorlogsbcgroo-
:ing, in 1913 nog 14% van de totale
Staatsuitgaven, wa6 gedaald tot S al
was dan tkmiiaaal het eindcijfer geste
gen. Volgens het stelsel der Militiewct
van vóór den oorlog zou het eindcijfer
evenwel 85 millioen hebben bedragen.
Dit moge tot troost strekken voor onze
belastingbetalers! Overigens vertelde de
bewindsman geen nieuws.
Na repliek werd de Oorlogsbegroo-
ting met 25 tegen 6 stemmen aangeno
men. Tegen stemden de heeren Slin-
genberg en v. Embden (VaD.), De Boer
en Smeenge (V.B.), Mendels en mevr.
PothuisSmit (S. D. A. P.). De overi
ge sociaal-democraten waren afwezig,
met dien verstande dat de heer Vliegen
slechts het eerste deel der vergadering
had bijgewoond.
De Marinebegrooting trok, zooals ik
hierboven reeds schreef, ia 't geheel
geen spreeklusligea. Zij ging er z. h. s.
door met aanteekening van de vrijzin
nig-democraten en de socialisten dat zij
tegen" waren. Hetgeen intusschen
voorzitter Reekers niet belette, luidkeels 1
te verkondigen, dat do Marinebegrooting
„met algemeene stemmen" was aange
nomen.
Nadat ook de Postbegrooting zonder
stemming was goedgekeurd, heeft bij
„Arbeid" de heer Slingenberg ge
klaagd dat het bedrag van 80 millioen
voor Rijkssteun aan den woningbouw te
laag was, dat is slechts 20.000 wonin
gen, of voor Haarlem bijv. dat één hon
derdste van de Nedcrlandsche bevolking
in zielental rijk is, 200 woningen, terwijl
daar een achterstand van wel 1600 wo
ningen heerscht. Verder beval de heer
Slingenberg het tb Haarlem geldende
systeem van financiëclc controle op de
woningbouwvereenigingen aan (verplich
te wekeüjkscbe afzondering van 80
der huuropbrengst voor de aflossing).
Minister Aalberse achtte dit systeem
inderdaad aanbevelenswaardig. Z.Exc.
hoopte dat het door andere groote ge
meenten zou worden overgenomen. Dat
het cijfer van 80 millioen te laag was,
kon hij niet toegeven, aangezien er
nog een groot aantal voorschotten van
verleden jaar moet worden afgewerkt»
De minister rekent dit jaar op een aan-
>er van 45000 woningen.
Verder deelde dc minister op een
vraag van mevr. PothuisSmit o.a»
mede, dat aan het z.g. melkbesluit van
de Warenwet wordt gewerkt.
Woensdag voortzetting.
INTIMUS»
De Conferentie te Senna.
LOOPENDE ZAKEN WORDEN NOC AFCEWlKKELD.
DE RUSSEN MAKEN VERSCHILLENDE BEZWAREN, ZIJ ZULLEN HE
DEN DEFINITIEF ANTWOORDEN OF ZIJ CENOECEN NEMEN MET DE
HAACSCHE CONFERENTIE.
WAAROM AMERIKA NIET NAAR DEN HAAC WIL KOMEN.
EEN UITEENZETTINC VAN HET AMERIKAANSCHE STANDPUNT
TECENOVER RUSLAND.
1 vrijwel af
Rus-
Het werk te Genua is
geloopen.
De sub-commissie voor
8isehe aangelegenheden
kwam nog bijeen. De Russen waren bij
de zitting tegenwoordig, de Franschen
en Belgen niet.
Schanzer las de nota üer geallieer
den voor, welke antwoord geeft op het
E/hrijven van Tsjitsjerin, Schanzer
zeide
„Duitschland heeft het document
niet gete'ekend omdat het 't verdrag
van Rapallo heeft gesloten, en do aan
staande conference Ie Den Haag is 't
uitvloeisel der conferentie van Genua".
In antwoord op een vraag van Tsjit
sjerin, waarom de kwestie der erken
ning de jure niet in he1 document werd
aangeroerd, verklaarde Lloyd Geor
ge, dat deze kwestie niet kon worden
aangeroerd, omdat de resolutie van
Cannes ook voor Den Haag geldig is.
Tsjitsjerin maaak'e daarop voorbe
houd ton aanzien der keuze van Den
Haag. Hij betoogde, dat Den Haag
uit een technisch oogpunt beschouwd,
moeilijkheden oplevert en dat het raad
zaam zou zijn, dergelijke besprekingen
te doen houden in landen, waarmede
men betere betrekkingen onderhoud.
Lloyd George antwoordde, zonder
echter op het onderwerp in te gaan,
da' Je Russen dienaangaande voorstel
len zullen kunnen doen. Tsjitsjerin ver
klaarde, dat de Bovjet-delegatie van
oordeel is, dat, wanneer zij in de con
ferentie verplichtingen op zich zou ne
men, zij dit niet alleen zou moeten doon
uit naam der regeering van Moskou,
doch ook uit naam van alle met Rus
land verbonden republieken.
Baron Isjii (Japan) protesteerde on
middellijk hiertegen en verklaarde, dat
de niet tot de conferentie uitgenoodig-
de mogendheden niet vertegenwoor
digd kunnen zijn.
Tsjïïsjerin meende daarop te moeten
wijzen op een tegenstrijdigheid, die hij
in de verklaringen van Lloyd George
meende op te merken, die, over Rus
land sprekende, verklaard zon hebben,
dat dit land verscheidene regeeringen
vertegenwoordigt.
leiii gaf daarop nogmaals een uit
eenzetting van de geheele kwestie in
zake. het "Verre Oostenliii zette uit
een welke verschrikkelijke daden daar
door de troepen der Sovjets rijn be
gaan. hetgeen van de zijde van
Tsjisierüi weer een levendige repliek
uitlokte.
De voorzitter Facta poogde, de op-
windine te kalmeeren. Koyd George
kwant op dat oogenblik tusechenbei
de hij veriofaaixie, dat men van de zoo
ruist afgelegde verklaringen alleen
moet onthouden, dat Japan en Rus
land zich verpjieht hebben, elkaar
met aan te vallen.
Tsjitsjerin vroeg, of de bepalingen
der voorgestelde overeenkomst in den
vorm van een resolutie zullen worden
ingekleed of wel eJs een protocol, dat
onderteekend moet worden.
Schanzer verklaarde van m een in g te
zijn, dat het voldoende is, het slot-
Drotocol der oonferentie te teekenen.
Onder deze omstandigheden ver
klaarde Tsjilejerin, eenige uren te wil
len nadenken. Motta protesteerde
hiertegen en drong er op aan, dat het
antwoord heden zóu worden gegeven.
Bratianu stelde een compromis voor,
namelijk door te opperen, dat van de
Sovjetregeertng zal worden verlangd,
Woensdag, in den loon van de nieuwe
zittinv der subcommissie met „ja" of
„neen" te antwoorden, in dien rin
werd besloten.
Rakofsky heeft onmiddellijk na af-
ioop van de zitting verklaard, dat de
Russische delegatie het haar overhan
digde voorstel in beginsel aanvaardt
en dat men ook gelooft, tot overeen
stemming te kunnen komen inzake
den Rusaiboheiï eiseh om een gemeng
de commissie te vormen, daar het den
Russen er in de eerste plaats op aan
komt, tot een resultaat te komen. Met
betrekking tot het vredespact maakt
de Russisohe delegatie nog eeuig
voorbehoud.
De „Temps", die bei standpunt, het
welk
de Franschen tegenover
de Eussische quaestie
innemen, nader preciseert, zegt dat de
Franschen zoo tegen een toetreding der
Russen tot de in Den Haag bijeen te ko
men commissie zjjn gekant, omdat <lo te
genwoordigheid der bolsjewieken de voort
zetting vau marchaadeerun zon boteeke-
neu met minder waarborgen nog dau to
Genua. Bjj voorbaat was overoengekoaicn,
dat de conferentie van Genua gcan beslul-
:ou nemen, en de regeericgin niet zou
binden. Zjj kan slechts adridzm forrnu-
leercn. Zoo is inca dus overeengekomen
dat de conferentie niet zelf de leden %aa
do toekomstige internationale commissie
aanwijzen, doch dat deze door de re-
georingen zullen worden benoemd. Doch
Frankrijk zou evenmin begrijpen indien de
nferentie voor de regeeringen ketzjj den
datum zou vaststellen, waarop de interna
tionale commissie bijeen moet kom -n, het
zij den termijn, waarbinnen haar werk
zaamheden tot niouwe onderhandeling-n
met de Sovjets mooteu loiden. Het is nood
zakelijk dat de vryhoid vau elke regeer =g
stipt geëerbiedigd wordt.
Over het met de bolsjewieken t-< stuiten
pact zegt de „Temps" het na daarvan
niet te vatten. Skinnunt, de seidar dor
Poolsche delegatie, heeft er aan herinnerd,
dat zjjn regeering met de Sovjets hoz ver
drag van Riga heeft geteekend, en dat
dit verdrag de gvheele Bussisch-Poolsche
grens Taststelt. Waarom dus ïog boven
dien een pact te sluiteiif Of de bolsjewie
ken komen het door hen gesloten verdrag
nag, en het pact is nutteloos; Of men
vreest dat ze het verdrag seheni-jD, en
waarom verbeeldt men zich dan dat zy
liet pact niet zullen schenden 1
Voortgaande betoogt hot blad: >och wy
eerbiedigen de onafhankelijkheid .a an
deren zooals wjj willen dat men dc onzo
eerbiodigt. De Russische grensstaten zjjn
vrij o:a do voorzorgsmaatregelen 'e nemen,
die zjj willen. Indien zij meenen hun vei
ligheid te verhoogen door eon pact met
Sovjet-Rusland aan het gaan, dan zal
Frankryk zeker niet de veraatwooruelijk-
d op zieh nemen om hen daarvan af te
houden. Alleen kan Frankrijk aan een
dergelyko regeling niet deelnemen. Door
de ondervinding welke het heeft opgedaan
en door de voldoende wjjze, waarop het
antwoord der bolsjewieken het heeft in
gelicht, oordeelt het dat het niet met de
Sovjets heeft te onderhandelen. Het ral
dus buiten het voorgestelde pact blyven,
buiten de besprekingen, die dit pact
voorbereiden.
De Duitscho pers over Genua.
De Berlynselie bladon meenen, dat do
conferentie van Genua niet zonder resul
taat is geweest.
3 rechtsche „Zoit" stelt op den voor
grond, dat het hoofdiCBuhast is verscher
ping van het geweten van Europa en do
gchcc-le wereld zoomedo dc openbaring,
dat de wereld het er over eens is, do &>r-
logepolitiek voort te zetten.
De „Germania" noemt Genua den grens
steen op den weg naar vereeniging door
economisch verstand.
De „Vossische Zcitung" iiet in de Ce»
nun-confcrentie een stap naar den vrede.
"s moerderheidssocialistische „Vor-:
wkrtsmeent, dat Duitschland geen be
rouw behoefjt te hebben van zyn deelne
ming. Zonder dat er oogonblikkelykc prac-
tiache resultaten zjjn verkregen, is eon
grondslag voor een betere toekomst van
Duitschland geschapen cn is zyn buiten-
landschc politieke stelling versterkt.
Uit Genua wordt gemeld, dat aldaar
uit New-York berichten ziiu ontvangen,
volgens welke Pierpont Morgan eerlaüg
aan ce Commissie van Herstel een vol
ledig uitgewerkt plan voor
zal voorleggen. De voorwaarde voor- dc
tenuitvoerlegging van dit plan is even
wel, dat de Commissie van Herstel de
door Morgan aangevoerde financieele
groep de vrije hand zal laten wat betreft
de technische regeling van de kwestie
der schadevergoeding. De leenicg zal
voorloopig minstens één milliard dollar
bedragen.
In Berlijnschc politieke en economi
sche kringen houdt men dit bericht voor
juist. Men laat zioh evenwel nog niet
zeer uit over du plan, vooral ook om
dat men nog niet weet, welke garantie»
Morgan voor zijn leeniug vau Duitsch
land zal verlangen.
Een andere reden voor de terughou
dendheid der Berlijnsche xegeerings-krin-
gen tegenover deze voorstellen is, dat
Morgan waarschijnlijk van plan is, het
genoemde bedrag in gedeelten op ver
schillende tijdstipen te verstrekken.
Een van de door Morgan voor de in
ternationale leening te stellen voor
waarden een voorwaarde, die overi
gens niet ongaarne door dc Duitsche re
geering zou worden geaccepteerd
heet te zijn, dat een deel van het te ver
strekken crediet dient te worden aange-
Iwend voor dc stabiliseering van do rijks»
mark.