Uit de Wereld.
Rubriek voor onze Jeugd
TarTandemarkt
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 20 WEI 1922 OEi<DE BLAD
REN ZEEVAREND VOLK UIT OUD EN TIJD EN ZIJN POOLSTER.
AOA tic Oostkust der Middel land-
taciie Ze-) strekt zich terj Noorden van
palertma een smalle kuststreek uit,
.welker bewoners do stoutste zeevaar
ders der oudbeid zijn geweest en die
door bun handelsbetrekkingen met
de verst verwijderde volken eesi voor
name rol vervuld hebben in de ge
schiedenis der beschaving. Deze
kuststreek onderscdieedde zich door
buitengewone vruchtbaarheid. Aan
de zeezijde boden pracntige palmbos-
sthen eeai betooverenden aanblik,
terwijl aan de Oostzijde de helhngen
der bergen van den Libanon bedekt
waren met statige oypresBen en
trotsche ceders, welker stammen
vaak veertig voet omvang hadden en
negentig voet hoogto bereikten. De
Grieken gaven aan do bewoners van
dit kustland den naam Pboinikes, d.
J. rooden; waarom, is niet met zeker
heid bekend, misschien om de prach-
tige purperen gewaden waarin pries
ters en koningen en de vrouwen der
rijke kooplieden gehuld waren;
misschien ook naar de palmen, die
de bewondering wekten der Gnek-
BChe zeevaarders wanneer
\uit zee de kust naderden. Het Gotek-
fiche woord n.l. bcteekent ook palm
boom, zoodat de naam Phoendcië ook
zou kunnen beteekenen: Palmen-
land. Zij zeiven noemden zich. Ka-
nafimieten, d. i. Nederlanders, een
merkwaardige overeenkomst met
den naam van ons volk, dat men tij
dens het bloeitijdperk vam de Repu
bliek meer dan eens genoemd heeft
de Phoeniciërs dor 17e eeuw. Beide
volken toch, bewoners van vlakke
kustlanden van geringe uitgebreid
heid, onderscheiden zich door hun
onverschrokkenheid ter zee, de stout
heid van hun ondekkingstochten,
hun wakkere koopmansgeest en door
hun onwankelbare trouw aan het
vaderland.
Omstreeks 30 eeuwen vóór het be
gin van onze jaartelling woonde
aan dc Perzische golf een volksstam
van Semietisclio afkomst, die zijn
oorspronkelijke woonplaats verliet
om zich te vestigen aam de Oostkust
der Middellandsche Zee. De niieuw
aangekomen stichtten daar achter
eenvolgens verschil! lende steden,
.Waarvan Sidon, d. i. viisschersstad.
ide oudste en gewichtigste was, maar
ze werd na verloop van eeuwen, over
vleugeld door het machtige Tyrus.
Do verschillende steden hadden
ieder haar eigen bestuur, hetzij een
monarchale of ook wel een soort fa-
mi lier egeering; ze vormden wél een
tetedenbond, maar waren, althans
naam. onafhankelijk van elkaar.
De ligging van het land, de over
vloed van ceders en cy pressen wek-
■teri weldra de Phoeniciërs, die in de
oudste tijden reeds begonnen waren
de vischvangst uit te oefenen, op tot
het bouwen van grootc schepen. Hun
handelsvaartuigen waren voorzien
van een groot zeil en van een twin
tig a dertig reusachtige roeiriemen,
elk door verscheidene roeiers in be
weging gebracht. De grootste sche
pen konden behalve de bemanning
vijfhonderd passagiers vervoeren, de
in asten en kielen waren vam ceder,
do roeiriemen van eikenhout, ja zelfs
sommige luxe vaartuigen waren be
kleed met kostbare houtsoorten, en
met palmhout en ivpor ingelegd. De
oorlogsschepen waren lange
smalle snelvarende schepen, voort
bewogen door middel van 50 riemen,
maar de meeste daarvan werden
ook aJs koopvaardijschepen gebruikt.
Met hun voor de gébeeie Oudheid
bewonderde schepen ondernamen zij
weldra tochten die zich gaandeweg
verder uitstrekten ten einde handels
stations te stichten en koloniën tei
vormen. Het eerst lag aan de beurt
het eiiand Cyprus, vervolgens ver
schillende eilanden eot kusten in de
Grieksche wateren, en overal werden
sterkten gesticht tot bescherming
.van de koloniën tegen de oorspronke
lijke bewoners. Nadat zij de Middel-
landsche Zee in alle richtingen door-
knust hadden en nederzettingen ge
vestigd op de Noordkust van Afrika,
waar uitgeweken Phoeniciers o.a.
het wereldberoemde Carthago grond
vestten, vervolgens op Sicilië en
Corsica, stevenden zij door de Zui
len van Hercules (de Straat van Gi
braltar!, stichtten de stad Cadiz (het
oude Gad es), voeren den Guadal
quivir op en brachten schatten mee
uit het zilverrijke oeverland. Maar
nog verder dreef hen de zucht naar
avonturen en de handelsgeest. Zij
haalden tin uit Engeland (5e eeuw v.
C.J, stevenden naar de Franschrs m
Nederlandsche kusten, en strekten,
Volgons sommigen, hurt tochten zelfs
uit tot do Baltisoho Zee of Oostzee,
waar zij barnsteen vonden. Dit
laatste staat niet vast, hoewel zij
girootem handel dreven in barnsteen;
natuurlijk konden zij dat ook van el-
Feuilleton
dors betrekken. Maar het toppunt is
wol do omzeiling van Afrika, in op
dracht van den Egyptischm koning
Neciio door hen onaernomen van uit
de Koode Zee om ae, duidelijke punt
hoon en verder noordwaarts, daarna
door de zuilen van Hercules onge
veer WO v. C. en de Middeiianuscne
Zee terug naar Egypte.
Deze tocut, die ooor sommige ge-
uclileuechnjvers wordt 111 twijfel ge-
tnokkea» of zelfs wel naai" het rijt
dei- fabelen wordt verwezen, wordt
bericht door den ouden Griekscnen
geschiedschrijver Herodotus. Voigcns
dezen duurde de omvaart drie jaren
diit is niet te vei'wonderen. De
schepen waren ar niet op gebouwd
voldoende tlievensniflckielieui te bevat
ten voor eeai vaart vairi enkele maan
den ;üi den hergsttijd ging de bauiaii-
ning aan wal om te zaaien, wachtte
oogsttijd af en ging daarna weer
sriioep. Voor die waarschijnlijkheid'
van den tocht pleit juist ©en beden
king. die Herodotus er tegen maakt.
De Phoenicisciie zeevaarders beweer
den bij hun terugkomst ,dat zij op
huai tocht de zon in bet Noorden* ge-
hatlden Dit nu achtte de ge
schiedschrijver een onmogelijkheid,
hij wist niet, dat dit ten Zuiden van
den kreeftskeerkring (23 en een hal-
ven graad ten Noorden van den
evenaar) wel kan gebeuren en ten
Zuiden van den Steenbokskeerkring
(23 en een hal ven graad ten Zuiden
van dein evenaar) steeds liet geval is.
iNu ligt zooals de lezer weet een groot
doel van Afrika bezuiden den Steen
bokskeerkring.
Op hun stoute ontdekkingstochten
op het Noordelijk halfrond, dus in
de Middel!anósche Zee en dc-n Atlan-
tischcn Oceaan, hadden zij geen an
deren gids datn de Poolster, die dan
ook door de Grieken de Phoenicische
ster werd genoemd. De ster, die hun
lbot gids diende, was echter niet onze
tegenwoordige poolster. Dit klinkt
vreemd voor ieenand, die het voor de
eerste maal verneemt. Nog vreemder
lijkt het, dat er ean tijd geweest is,
n.l. bij het begin van onze jaartelling
waarin men heelemaal geen poolster
had. Was dan in dien tijd de Phoe-
niiciische ster verdwenen? Was mis
schien haai' licht gedoofd of was zij
vam plaats veranderd? Geen van bei
den, zij schitterde met den zelfden
luister en stond ook nog bijna op de
zelfde plaats aan den hemel als een
paar duizend jaar vroeger. Wel hééft
zij zooals alle sterren, dio men nu
eenmaal gewend is „vaste" sten-en
te noemen, een eigen beweging, maar
deze heeft geen invloed gehad op het
verschijnsel. De meeste vaste steuren
verplaatsen zich n.l. ondanks hun
duizelingwekkende snelheid nog niet
eens 1 seconde, d.i. één 3600ste deel
van een graad per jaar. De schijn
bare geringheid van hun beweging
is gedeeltelijk 'n gevolg van hun ont
zettende afstand). Om dus een weg af
te leggen gelijk aan de schijnbare
middellijn vam de zon of de maan,
die ruim een halven graad (1860
seconden) bedraagt, hebben zij on
geveer twee duizend jaar noodig.
Maar als de ster zich zelf niet
noemenswaardig verplaatst heeft en
zij stamt toch niet meer bij de Pool,
dan moet de Pool zich verplaatst
hebban. En dat is dan ook werkeiijk
het geval. De verklaring is als volgt.
Wanneer men de aardas, d. i. de
denkbeeldige rechte lijn, die onze
Noordpool met de Zuidpool verbindt
on dus -door het middelpunt dei-
aarde gaat, aan beide zijden in dc
verlieelding verlengt tot aan het he
melgewelf, vindt- men de beide hemel
polen. De ster, die in onzen tijd het
dGohtst bij de N:oordpool en deze ster
onze poolster, is de derde in den
staart van den Kleinen Beer,
sterrenbeeld, dat den vorm heeft van
een vierhoek met ean staart van
drie sterren, uitgaande van den lin
ker bovenhoek. Het gelijkt wel iets
op een vlieger. Voor 3000 jaar stond
do ster, die den rechter bovenhoek
vam het zelfde sterrenbeeld vormt het
diohtss bij de Noordpool en deze ster
was» dus toenmaals de poolster. Deze
verandering is hierin gelegen: Onze
aarde heeft behalve de twee alge
meen bekende bewegingen, n.L de
aswenteling in 24 uren en de kring
loop om de Zon tn den tijd van een
jaar, nog eenige andere bewegingen.
•Een daarvan is de volgende, die men
het best zou kunnen vergelijken met
die van een in schuinen stand draai-
reiden peervormige tol. De as van
oon lol (dus de lijn van top tot punt)
beschrijft een kegelvlak, liet top
punt van- de as beschrijft een cirkel.
Ditzelfde nu doet het toppunt van
onze aardas, d. i. de Noordpool, dus
ook de Noorder hemelpool, zoodat
nu et do sterren zich bewegen ten op
zichte van de pool, maar integen-
deel de Noordpool zich verplaatst ten
opzichte van Öe sterren. Deze uool- evenals zij hel 14.000 jaar geleden,
beweging is betrekkelijk langzaam;
voor het beschrijven van een gehee-
len oirkel heeft het uiteinde der aard
as niet minder dam 25.766 jaar noo
dig. Onze tegenwoordige poolster is
dit geworden ruim duizend jaar ge
leden en zal poolster blijven tot on
geveer het j. 3500; dan za! gaandeweg
een andere stetr daarvoor aam de
beurt komen, met andere woorden,
dan zal de hemelpool dichter komen
bij een andere ster. Deze zal' iets
minden- schitterend zijn dan onze te
genwoordige poolster, daar zij is van
de 3e grootte, terwijl de onze is van
de '2e grootte.In het jaar 13.C00 zal de
schitterendste ster van den Noorde
lijken hemel (Vega uit het sterren
beeld de Lier) onze poolster zijn:
dus ongeveer 12000 b. C. voor de toen
malige aardbewoners was, want tel
kens komt na 25.765 jaren een ster,
die eenmaal poolster is geweest weer
aan do beurt om als poolster te fun-
geerem. Dat or in het begin van onze
tijdrekening geen poolster was,
komt daarvandaan, dat op dien tijd
de Noordpool op haar cirkelvormi-
gen weg langs het hemelgewelf niet
in de nabijheid kwam van een of
andore heldere ster.
Raadsels
Deze raadsels zijn allo ingezonden door
jongoiis en meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen,
Iedere maand worden ondor do beste op
lossers drie boeken in prachtband verloot.
L (Ingez. door Goudbloepmje.)
Wie kan 45 van 45 aftrekkon, zoodat er
45 overblgftt
2. (Ingez. door Lentebode en Sneeuwbal,
letjo). Mijn 1ste is niet binnen, mijn 2e
loopt dagelgks in onze stad en-mgn geheel
is een plaatsje in 't Noorden van ons land.
3. (Ingez. door Edelweiss).
Kmisraadsel
x x x x x
Op de 1ste regel een medeklinker.
Op de 2de regel e«n kleedingstuk of dak
bedekking.
Op de 3de regel bergplaatsen in tafel
en kasten.
Op de 4de regel schrijfgereedschap.
Op de 5de Tegel een medeklinker.
Van boven naar bereden en van links
naar rechts moet men hetzelfde woord le-
4. (Ingez. door Neptnnoe.)
Ik ben een spreekwoord van 26 letters.
16 17 25 26 is een verblijfplaats voor
dieren.
14 15 is een groente.
3 10 11 12 9 is een deel van een stad.
8 5 9 is niet dat.
18 20 23 19 is een meisjesnaam.
24 22 8 is een een vorm van zyn,
3 7 13 hebben de meoste huizen.
4 5 is 8 7.
12 21 6 is een knaagdier.
1 8 is een lidwoord.
5. (Ingez. door Spartaan).
Met a beu ik niet droog, mot e niet
dicht, met oo een vrucht, mot u iets goeds.
6. Verborgen zaken.
a. Verborgen stad. (Ingez. door Inkt-
viech). De soep etond op do tafel ie
dampen.
b. (Ingez. door Walvisok.) Verborgen-ke.
roepen. Sam Kragenicr. Cor Trepowath.
c. (Ingez. door Napoleon.) Verborgen be.
roep. Cor Feuif. Coen Crundt.
d. (Ingez. door Neptunes en WalvLsch.)
Verborgen plaatsen. In Frankrijk
veel burgeroorlogen gowecst. Met zeker
heid durf ik niet beweren hoeveel. Ame
rika kent ook zyn dagen van strijd.
(lugez. door Leeuweukelkje.) Verbor
gen beroepen. Steven Scrooboreg. Go
Perel.
Raadseloplossingen
Do raadseloplossingen der vorige week
1. KantelKansel.
2. Oude Pekela.
3. Pitten in appels of peren.
4. Na regen komt zonneschijn.
5. Medemblik
C. a. Haring, b. biefstuk, c. schaduw,
neus, e. Als hjj het hoofd uit het raam
steekt, f. Omdat er meer witte schapen
zyn. g. Omdat het bed niet naar ons toe
komt. h. Moeder en zoon. i. Leeuw. j. Win.
terkoninkje.
Goede oplossingen ontvangen van: Wip
van 't Stoeltje 5, Spartaan 14,
Wilde Bob 6, Willem UI 6, Poesenmoeder
tje 6, Deuappeltje 6, AJloon in 't neetje 4,
Gladoor 6, Melatti 6, Kiekje Ilirdes 6, Co-
siino 6, Pier en Pierkie 6, Blondje 6, Dok
ter Dik 6, Liua Punt 6, Visschor 6, Voet
baller C, Roel de Kakker 6, Donkstertje 6,
Lontebode 6, Snceuwballetjo 0, Ncorlandia
6, Woelwater 0, Erkertje 6, Wilgenroosje
6, Vootbaljongen 6, Winnetou 5, Germeb
Zaneblom 6. Schutter 6, Greta Waal 6, Or.
nates G, Montbretia 6, Buitenman 6, Vrien
dinnetje 6, Iris 6, Sprinkhaan C, Wervel
windje 6, Goudelfje 6, Abrikoos 6, Fram
boos 0, Bergprins 6, Zonnestraaltje 6, Kla
verblaadje 4, Ribee 6, Bloemenmeisje 6,
Annie v. Lear 6, MoUy Schouten 6, De
kleine Majoor 6, Madeliefje 5, Sportman
5, Boterbloempje 5. De kleine Spoorman
6, Lachebekje 5, Prinses Blauwkous 5, Al-
penberderinnetje 4, Blauwdruifje 4, Mei
knopje 6, Anemoon 5, IJsbreker C, Bozen-
knopje 6, Campanula 6, BJauwoogje 5,
Avondklokje 5, Robbert C, lbolyka 6,
Bleekneus 5, Robbodoes 6, Risico 0, Belle
fleur 6, Mia May 5, Johnn Beekelaar 6,
Jacobus Beekelaar 6, Sjaautjo 6, Kleine
Peuter 6, Graaf Adoll' 0, Draaitol 6, Hen-
nio 6, Sprietel 6, Zeeroover 6, Piet v.
Weert 6, Vliegenier 6, Piet en Dirk
Dat was een idee. De oogen der vrien
den glinsterden. Als ze nu maar moe"
van tbuis.
„Zeg, koinen jullie eerst naar o:
sprak Kees. Dat was een gemakkelgko op.
lossing, dan behoefde er niets gevraagd te
worden.
't Kost ons spieën," zei Jan, tenvyl
hy een diopzinnigen rimpel In xyn voór-
hoofd trok.
Betaalt dat de bond niet!" vroeg ter
Poorten, die wel eens van zoo iels ge
boord had.
„Ja, maar alleen tegen een echte, groote
club.
„Nou jullie zjjn toch zeker ook niet
groot," sprak Guus min of meer beleedigd.
„Weit ik wel. We hebben ook nooit bui
ten de stad gespeeld, 'k Zal er over spre
ken. Tegen wie spelen we dsn! Wanneer
en waarf"
(Wordt vervolgd).
Oschatz Of f 6, Paarlvlinder 6, Paarl-
moervlinder 6, Gouden regen 6, Schipper
6, Bakkruidje 0, Duinroosje 6, Viooltje 6,
Aviateur 6, Korenbloem 6, Heideprinsesje
5, Pierewiet 6, Boerinnetje 6, Hyacinth 6,
Vliegende Hollander 6, Excelsior 5, Do
Schipperin 5, Wildobras 6, Theeroos 6, Mi-
chiel de Ruytcr 6, Vergeet mjj nietje 6.
Hein Stavnst 6. Mandarijntje 6. De konin-
des vcMs 4, Moeders kleine held 4. De
Paradysvogel 4, Zanglust 5, Knikkermeisje
Frieo 6, Kikkergroen 5, Controleur 6,
Blondkopje G, Kerstboompje 6, Bébé
d'Amoor 0, Zonnetje 6, Zwaluw 6, Poesje
Bekangertje 6, Kees de Mopperaar 6,
Wildzang 6, f 15, Mosroos 5, Kruixe-
mnntje. 6, Zonnebloem 6, Witte Muia 6,
Juffertje in 't groen 6, Jacob Labeur 6,
Kosmos 6, Zonueprinsesjes 6, Anton La
beur 6, Aster 6, Mandenmaker6, Tim
merman 6, Pianiste 5, Huishennetje 5, Bob
zonder Zorg 6, Piekie en Piene 6, Pinguin
Dikke Baas 6.
Ut Wsisirgi
Inzendingen ontvangen van: Woelwa
ter, oud 12 jaar, Sneeuwballetje, 8 jaar.
De kleine Majoor, 10 jaar. Een naamlooze,
Denkstertje, oudf Dokter Dik 12 jaar,
Pier, oudf Berberis, oud 14 jaar, Tinie
Meijlis, oud 15 jaar, Coshno, 12 jaar, Ri
sico 13 jaar, Draaitol 11 jaar, Paarlmoer-
vlinder 13 jaar. Poesje 8 jaar, Friso 9 jaar,
Zonnebloem 10 jaar, Kruizomuntje 10 jaar.
Pinguin 10 jaar. Dikke Baas 8 jaar.
WTM v. WESTERHOVEN, Klerks teeg
6z., wil karnemelkzeeppl. ruilen.
PIM KOKER, Jan de Braystr. 4, wil
in jong poesje afstaan.
DE SCHIPPERIN, Papentorenvest 13,
il een zwart en een grigs poesje weg
geven.
J. HOGERVORST, Leidsoheplein 46r.
wil graag oon meisjesboek leenen eu geeft
er Brood on Meelfabriekpl. voor terug.
door W. B.-Z.
„Jan, ze frage naar je modalje," zei de
vader tot zgn zoon.
„Heb 'k alleinig Zondags op me fes-
sie," zei jonge Jan. terwijl een hoogmoe
dig trekje om zgn mondhoeken speelde.
„Hoe heb je die verdiend!" vroeg Jan
Toorenop.
„Door trappen, dat 'e nogal logisch,"
antwoordde Jan uit de hoogte.
„Toe, vertel er eens wat van," vleide
KecB Drift.
Jan Had juist een doos met restanten
voorzien van een stevig touw, zgn vader
had de laatste doos onderhanden, zoodat
er niets meer voor hem te doen viel.
„Nou 'k had me 't beste getraind.
„Hoezoo!" vroegen vier stommen te
gelijk.
„Nou, je mot dan weten, dat ik mee mag
doen in de club van de fabriek."
„Van de fabriekt" vroeg er een ver
baasd.
„Ja, de papierfabriek het zgn eigen
voetbalveld en zgn eigeete jongens
men de elftallen. Nogal logisch hèt" (Tus-
schen twee haakje, Jan scheen een voor
liefde te hebben voor de logica).
„Maar jjj dnnf" onderbrak Terpoortea
„Non, ik mocht maidoen, omdat 'k zoo-
veuJ als loupjongen was. En 's Zaterdags
avonds was er een trainer en die gaf
les.
„Hè, les," sprak Gnus ongeloovig.
„Ja zeker les. Hoe' je je eigen moest
waesehen en dat je geen drank most drin.
ken en voor de match niet most ranken
en och man van alles en nog wat.
„Hoe heet je clubf" informeerde Guus.
„De Vinken", zei Jan op een toon van
gewicht.
„Ze zullen wel op zgn Amsterdamsch
zeggen: de .vinkjes", fluisterde Kees te
gen zgn vrienden.
„Ja, een eend noemen ze een draivend
vinkie," fluisterde Frits terug.
„Ik kon 't beste doeltrappen. '-' vertelde
Jan.
„Had je je geoefend!"
„Nog al logisch, alle dagen."
„Kan jy met beide boenen schoppen!
vroeg Koes aan Jan.
„Eerst niet. Ik kon :t maar niet liuks.
Nou kan ik het links net zoo goed als
rechts. Als maar oefening. Vroeger (Jan
deed, of lig uit eon ver vorleden sprak)
kon 'k alleen niet mot me teenen trap
pen. Non kan 'k het ook met me wreef.
Kommen jullie maar in Mokum, dan kan
je me zien. We willen ook wel tegen jul
lie spelen."
Brlevenbas
ïS'ÏÏJV* wi"op-c°
Brieven aan de Redactie van de Kin
der-Af deeling moeten gezonden worden
in Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v.
Vinnostraat Slrood.
(In do bus gooien, zonder aanbellen.)
Nieuwelingen zgn:
MOLLY SCHOUTEN, Linschotenstr.
59, oud!
ANNIE VAN LAER, Linschotenstraat
oud6
RIKA MAAS, ond 13 jaar, Brouwer-
straat 24z.
Het aantal nieuwelingen in 1922 bo-
draagt thans 207. De 300ste krijgt een ver
rassing
DE KLEINE SPOORMAN. Is de
tcekendoos al in gebruik! En al aan 't za
gen geweest! Dat waren mooie cadcaax.
Dat had leelvjker kunnen aankomen, toen
je van de wip viel. Wordt- de plek al bont
en blauw! 't Gaat wat best met de raad
sels.
DE KLEINE MAJOOR. Zie je wel,
dat ik je niet vergeten heb! Als j\j een
prgs wint, moet grootmoeder er ook een
stukje van hebben. Maar je hebt het ge
zelschap maar kostelgk geamuseerd.
MOEDERS KIND en VEULEN. Jul
lie moogt beide schuilnamen houden. Ik
vind hot leuk hoor, dat jullie nu echt mee
gaan doen. Nu hoop ik maar, dat het veu
lentje niot al te dartel wordt.
RIBES. Zuster Schouten wn? erg big
met je klecrcn en ze hoopt, dat er nog
heel wat kinderen je goede voorbeeld zul
len volgen. Wat zal het er nn gezellig bg
jullie uitzien. Je raadseb waTen bjjna al
lemaal goed.
KLAVERBLAADJE. 'k Was big, dat
je weer boven water kwam. Moet moedei
zoo dikwg'ls voor porster spelen! Geen
prettig baantje. Dus de volgende week
hoor ik alles van het verjaarfeest.
ZONNESTRAALTJE. Dat Bowles-
park herinner ik mg niet. Ik kan me
voorstellen, dat je heerlgke herinneringen
W. hebt. Ben je er ook geborenDat
gezicht over de rivier vond ik schitterend
mooi. Blgveu jullie maar trouwe vrien
dinnen.
BERGPRINS. Bevalt het Greta goed
op sohoolt 't' Doet me plezier, dat je schik
hebt in Jan van de Markt. Heb je al ge
zwommen! Of was het je nog :c koud!
FRAMBOOS. Je raadsels z\jn goed.
Vind je het boek leukf Heb je Woensdag
middag een mooi plaatsje gehad.
.SPRINKHAAN, WEB VERWIND J E
GOUDELFJE. De Groote Houtstraat
is voor jullie diohterbg dan dc
Vinnostraat. Hoe ïb het nu met Ida! Geeft
het Meizonnetje nieuwe kracht! Als je één
van de strikvragen good hebt, geld het
raadsel voor goed. Jullie hebt Woensdag
zeker mgn antwoord ever den schuilnaam
gelezen.
ALPEN HERDERINNETJE. Heer-
lgk hoor, dat het met vader zoo goed
bl(jft gaan. Jullie telt de weken zeker al,
dat lig weer thuiskomt.
VRIENDINNETJE. Hébben jullie
kennissen in Schoten wonen
Buitenman. Fgn, dat je met vader
mee mag naar Montbretia. Doe haar mgn
hartelijke groeten.
ORNATBS. Een gezellig dagje iehad
Woensdag?
KRULlEBOL. Je kont dezen
niet houden, want ik heb al een krnllebol.
De onderdeelen der raadsels behoef
niet te vermelden.
VOETBALJONGEN. Ik wist niet,
dat je zoolang op de resultaten moest
wachten. Dat heb ik al weer van jou ge
leerd. Reusachtig fgn, dat je een kaart i
H. F. C. krijgt. Hoe staat hot mot
tuintje! Leuk die rotepartg. Moeder krggt
zeker geregeld versche viooltjes.
URKERTJE, Je hebt Woonadag
ker wol gelezen, dat je raadsels nog b\j-
tgds waren. De raadsels moeten er na-
tuurlgk zgn voor je de oplossingen kunt
lezen, dus voor Zaterdag. Een heerlijk
dagje, de volgende week Zondag. De ge
vonden naaien zijn alle goed. Ik zou er nu
maar een punt achterzetten, 't Geluk komt
heusch wel eenmaal.
WOELWATER. Gelukkig maar, dat
je knio weer in orde is. Nu maar flink
werken voor Franseh en Rekenen, want
achterblijven is nooit prettig. Voor jo op
stel kreeg je oen prachtig cijfer. Daar ben
je zeker ecu kei in.
SNEEU WBALLETJE. Wat zal Len
tebode big zgn geweest met jullie bezoek.
Nu schiet jouw tijd ook op.
DENKSTERTJE. Ja, 't zal wel een
beetje saai zgn zonder vriendin. Maar zo_
is nog al niet ver weg. Als je morgen
bg haar komt. doe je haar maar inga groe
ien. Ik k»r» nie*. belooven, dat ik jo altijd
op Zaterdag zal ai. oorden. Denk daar nu
aar niet te diepzinnig over.
LIXA P. 't Wordt nu je weertje. Je
hapt zeker alle dagen Vogelozangsche
lucht. Ik kan me begrijpen, dat je naar
Juni verlangt om weer geregeld aan 't
werk te kunnen gaan. Schiet moedor no
op met den schoonmaak! Met een zaak is
iltijd oponthoud. Die beide namen zgn
goed.
DOKTER DEK. Je raadsels zyn goed.
BUURMEISJE. Als jo uit school
komt kjjk je natuurlijk het eerst naar do
kleine poeejes. Kunnen ze al kgkenf Pas»
Pientje niet goed op haar kindertjes! Zo
vond het zeker niet erg prettig, dat baar
staartje een schoonmaakbeurt kreeg. Heb
je Woenwlag veel plezier gehad by Dan-,
seresje
BLO ND J E. Zoo ben je 10 jaar. Wil
je dat voortaan onder je wedstrgdwerk
zetten! Mientje heb ik veranderd in Ml»
netje. Dat is dus in orde. Nog in de Ver»,
ceniging geweest!
PIER EN PIERKIE. Wat zullon jul
lie alle dogen heerlijk buiten spelen. Veel
plezier gehad bg Swaneblom! Feliciteer
haar nog maar eens van me met haar ver
jaardag.
BRUINTJE. Dat ging al heel netjes
zonder de l\jnen. Wanneer komen de poes.
jee! Je karretje komt nu zeker dagelijks
van stal. Hoe is het met het dictee afge-
loopen? Niet gesukkeld met de of den! Ja,
Niek van den .Bovenmeester is een prach
tig boek. Ik vrees, dat je de plaatjes u:et
aan de fabriek kunt ruilen.
ONRUST. 't Deed mo al goed je
nette handje weer te zien. Gelukkig, dat ;t
school best gaat. Nu nog eens je beste
beentje voorgeizet met Handelskennis
Leak, dat je in een muziekclub komt.
de proeventijd moet zeker voorbij
zijn. Zie je wel, dat de zomer tocih geko-
Nn ben je zeker al naar Zandvoort
gefietst! Heeft het zeuren van de vrien
din ook tot een fiets geleid! Straks ben
je Rubriekertje af, maar we zweren elkaar
eeuwige vriendschap, is 't niet. Hartelijk
dank voor de felicitatie van vader eu
moeder.
RIEKJE H. Dat was ec-u gezellig
reisje. Ik kan me voorstellen, dat je or nog
vaak met plezier aan terugdenkt. Jo houdt
zeker erg veel van de zusjes. En de zusjei
natuurlijk vau Riek.
ALLEEN IN 'T NESTJE. Neen, dat
was geen prettige boodschap. Hoe is liet
nu met juffertje Ongeduld! Wat schoolt
haar! Je schrgtt me wel gauw over een
en ander. Wil ik de poeejes in de Ruil-
Rubriek zetten! Wensch Rie van harte be
terschap.
DENAPPELTJE. Zitten jullie nog :u 't
verre Noorden! Braaf poffertjes gegeten
al het moois van de kramen afgeke-.
ken? Je brief was prachtig op tijd.
WILLEM v. d. L. Vast hartelijk gei
luk gewensoht met vaders verjaardag. Ik
hoop, dat het voor je allen een zonnige
Zondag zal zgn. Zie je er tegen op naar
Ede te gaan! Gaan er meer vrienden mee?
Schrgf me maar geregeld je lief en leed.
Ik hoop, dat je van het eerste meer krijgt
dan van het laatste.
WIP VAN :T STOELTJE. Dat :s
is ?6 Zondags een vrooigk Trio. Wat een
druk moedertje zal je zgn. Zorg nu maar.
dat je op tijd bent met j" wedstrijdwerk
Gezellig, dat je zoo alle dagen wet moe
der naar 't bolwerk gast. De bloeiende
kers bc-b ik ook bewonderd.
SPARTAAN. Ik begrijp dat raad mi 1
ȕet erg goed. Wil je 't mo eens uitleggen!
Niets erg hoor, dat je een keertje over
sloeg.
NAAMLOOZE. Een naamlooze ver
telt me wat over een heerlijk auto-tochtje
naar Zandvoorl en den Haag. En vau de
zwerftochten van de bal van IJsbreker.
En dat de vorige week de couraut weg
was. Alles zal in orde komen, als hg of zg
eerst maar zorgt, dat rijn naam terecht ia.
ANEMOON. Ja, geniet nu maar heer
lijk van de buitenlucht. Hoe is het nu met
Rgstepikkertjef Ik hoop, dat xc de vol
gende week weer zelf kan schrijven. Er zal
wel weer een aardige onderwijzer terug
komen. Maar afscheid nemen vaa oude
kennissen is nooit prettig.
ROZENKNOPJE. Ik dacht, dat je
zoo in de vacantiepret Ic-efde, dat je me
vergat. Arme stakkerd, dat je zoo ge'-
len bent,
IJSBREKER. Wie weet, wal voor
lenko dingen vader meebrengt uit Zwit
serland. Heb je de 4 laatste namen nog ge
vonden!
CAMPANULA. Lateu we nu muur
niet kingen over de warmte. Wc hebben er
zoo naar verlangd. Zuster Schouten i-
in het Gasthuis op de Gnsthuisvoet. Des
Woen8<iagmiddags is ze te «preken en vx
hoopt, dat er nog heel wat kleertjes bo.
zorgd zullen worden. Ze wil jullie ook
graag zelf sproken.
BLAUWOOG JE. Al weer eens ge
fietst! Is er kans op, dat je zelf een kar
retje krggt!
AVONDKLOKJE. Die twee naiu-.-u
zgn goed. Je hebt Zondag wel gewandeld.
Je zult je beenen ook gevoeld hebben. Ik
hoop, Jat je morgen er weer op uit kunt.
ROBBERT. Je raadsel is goed.
IBQLYKA. Arm vrouwtje, wat h.
die nare oorlog je veel ontnomen. Geluk
kig, dat jo by goede Hollanders bent aan
geland. Ik hoop, dat jo er nog oen poosje
mag blijven.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
v. d. Vinnestr. 21r.
Haarlem, 20 Mei 1922.
(Naar het Amenkaansch)
van
JACK LONDON.
51)
't Was een onvergetelijk tooneel
de stuurman daar boven en al die groe
pen gemelijke mannen beneden hem. De
sneeuw begon weer te vallen, terwijl dc
Elsinore met een donderend geklapper
van zeilen heen en weer schommelde, eu
de gsfcsele bemanning haar bewegingen
volgde. De drie droomers met hun
topaaskleurige oogen stonden naast
ilkaar. eenigszins afgezonderd van de
anderen.
En toen kwam hij dc Oostenwind.
De stuurman bemerkte hem het eerst.
Ik zag hem opschrikken en zjja wang
naar den wind draaien. Een oogenblik
nog bleef hij wachten, tot h;j er zeker
van was, en toen was de doode timmer
man vergeten en regende het bevelen
aan den man aan 't roer cn de beman
ning. En dc matrozen deden hun bes;,
ofschoon zij zoo zwak waren, dat het
naar boven klimmen hun langizaam cn
moeilijk viel, en toen de seizings varl
do bramzeilen genomen waren cn dc,
de bovenbramzeilen los.
JH -20° druk' ffewerkt werd,
zeilde de Elsinore met haar boeg naar
het westen gericht, door het water voor
den eersten gunstigen wind in meer dan
anderhalve maand.
^a°?zaara wakkerde de wind aan tot
een fhnken bries, en nog steeds bleef
dc sneeuw in dichte vlokken neervallen.
De barometer, welke reeds tot 28.80 ge
daald was, zakte nog meer, en de wind
werd steeds sterker. Tom Spink, die mi]
op de kampanje voorbijkwam, om een
handje te helpen bij het naar den wind
brassen der bazaansraas, wierp mij een
triomfeerenden blik toe. Het bijgeloof
had gezegevierd. De gebeurtenissen
hadden hem recht gegeven. Met het ver
dwijnen van den timmerman, waardoor
do betoovering van het weer verbroken
werd, was er een gunstige wind geko-
Pike liep de verschansing op en neer,
wreef 2Ïjn handen, lachte en grinnikte in
zich zelf, hield het oog op het werk,
en wierp nu en dan tevreden blikken
naai de lucht. Hij bleef zelfs een oogen
blik bij mij staan praten over de Fran-
schc restaurants van San Francisco en
hoe lekker men daar wildo eenden
klaarmaakte.
Tegen den middag hield do sneeuw
op en wij gleden vooruit met een stijven
bries. Om drie uur stak er een storm
de masten 'golven. En ergens achter oas in de zee
lag nu de arme Finsche timmerman als
voedsel voor visschen en vogels.
Naar liet westen Wij vlogen voor
uit met volle zeilen cn Pike verklaar
de, dat hij er niet aam dacht een en
kel zeil te strijken, al stormde het
ook nog zoo hórd.
Het was hem onmogelijk naai- be
neden te gaan. Bij zulko gunstige
winden bleef hij altijd op liet dek en
liep met vaste, vlugge schreden de
kampanje op en neer. Margaret en ik
Molden heb dikwijls gezelschap en
waren ook bij hem, toen wij een naar
het oosten varend schip voorbijzeil-
den, dat tegen don wind worstelde.
Wij waren er maar een steenworp
van verwijderd, en hij sprong op de
verschansing en danste een woesten
oorlogsdans en riep spottende woor
den tegen eenige in oliejassen gewik
kelde gedaanten op de kampanje van
het vreemde vaartuig.
Wij vlogen vooiuit in den donke
ren nacht. De bemanning maakte
zich ongei*ust, en ik zocht tet vergeefs
naar Tom Spink om hem te vragen,
of hij dacht ,dat do doode timmer
man ons ook dezen storm nog had
bezorgd tot afscheid. Voor de eerste
maal zag ik den hofmeester bevreesd.
„Te veel," z.eide hij, bezorgd het
'hoofd schuddend. „Te veel zeil, al
len slecht, naar de hel. Al gauw,
alles uit. U zien."
„Men praat zooveel over den
ten wind," grinnikte Pike tegen mij,
gebroken, maar de matrozen waren
tot rede gebracht. Hun kisteai wei den
opengebroken en whiskeyflesscben,
terwijl wij ons aan de verschansing dolken, pistolen en dergelijke dingen
vastklemden, om ons staande te hou- werden bij annenvoi overboord ge-
den- „Deze oostenwind overtreft nog worpen. En elk van de vijf tn zestig
-ii»- ,..«4 u u-ki.-» t-1 •-
alles, wat wij beleefd hebben.
Aan het roer zwoegden twee man-
moest zijn mes overhandigen,
en 'de timmerman brak er de punt
nen, die elk liolf uur werden afge-1 af. Em die kleine Vampire
lost, en ondanks de koude droop hetslechts een schip van achthonderd
zweet van het gezicht, lang voor him
tijd 0111 was.
Pike behoort tot een vroc-gar ge
slacht vau zeelieden. Hij schijnt alles
te kunnen verdragen en nooit be
hoefte aan rust en slaap te hebben.
En hij blijft opgewekt en levendig.
.Kolossaal!" zelde hij, toen ik j
ton. De Elsinore had haar op haar
dek kunnen dragen. Maar ze was een
echt schip met echte zeelui aan
boord.
Margaret scheen zich niet bezorgd
ie maken over onze snelle vaart,
maar Mellaire was ongerust.
„Hij waagt te Yeel," vertrouwde
hem weer eens gezelschap hield hij mij toe. „Men kan niet zoo snel
op de kampanje ik zeilde zeilen met een vrachtschip. Hel is
als derde stuurman met de geer. jacht. Het is een kolénschip. Ik
kleine Vampire, eer u gebo- heb dikwijls snel gezeild, maai- dat
ren waart. Zes en vijftig matrozen en 1 was in schepen,, die er voor inge-
allen flinke zeelui. Én acht jongens, richt waren. Onze masten houden
en bootslui, die werkelijk bootslui het niet uit. Meneer Palhurst, ik zeg
waren, en goede zeilmakers en tim- u openhartig, dat het misdadig is.
merlui, en hofmeesters en passagiers haast een moord, do Elsinore inet die
in overvloed. En wij drie stuurlieden breefoSt op te loten zeilen. Dal kunt
en kapitein Brown, dot Kleine Won- u zelf ook wel zien, meneer. Het is
der. Hij woog nog geen honderd een achterzeil. Het dient alleen om
hij drilde ons -hij do Elsinore haar evenwicht te doen
pond ,roaar hij drilde ons
drilde ons zoo, dat we van hem Jeer- verhezen. Als dat ooit gebeurt, dan..?
den, wat drillen eigenlijk is. „Wat dan?" vroeg of liever schreeuw-
„Van het begin af liet hij de ma- de ik, want het was moeilijk zich le weken bij kaap Hjoorn hadden gele-
trozen voelen, wie de baas was. verstaanbaar te maken onder het j gen.
Onze knokkels ivoren al heel gauw 1 huilen van den storm. Onze masten houden zich goed.
Hij haalde de 6chouders op eu
mompeide slechts: „dan is alles uit.'
Ou, acht uur van morgen bereikt :n
Margaret en ik met veel moeite de
kampanje. Daar was die ontembare,
ijzeren oude man. Hij bad den gehe
len nacht het dek me; verlaten. En
toch schitterden zijn oogen, en *,.g
hij er frisch en opgewekt uil. li ij
wreef zijn banaan, xniKte ons vrien
delijk toe en begon weer zijn herin
neringen op te halen.
„In '50, in de2e zelfde streek, juf
frouw West, legde de Flying Cloud
driehonderd vier en zeventig mijlen
-af onder haar bramzeilen. Dat was
nog eens zeilen. Zij deed niet onder
voor een stoomschip."'
En hoeveel leggen wij nu gemid
deld af, meneer Pike? vroeg Marga
ret, met de oogen gericht op het hokd.
dek, waarover de golven onophoude
lijk stroomden.
Ongeveer dertien gemiddeld se
dert rijf uur gislernamiddag, zeid«
hij opgetogen. In hevige windvla
gen brengt zij het wel tot zestien, en
dat is heel wat voor de Elsinore.
Ik zou de breefok afnemen, als ik
baas was over liet schip, critisccrde
Margaret.
Ik ook, ik ook, juffrouw West,
antwoordde hij, als vre niet zes vol-