Uit de Wereld.
Rubriek voor onze Jeugd
Feuilleton
lie Rvsmuurijke hm
3s Wetetrgd
Brievenbus
Onze Laclilioek
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 27 WiEl 19S2 -D ROE BLAD
STAATSGEVANGENIS EN BEN
BEROEMD MAN.
In het vorig artikel van deze ru
briek ls een oogenblik sprake geweest
van een heel gewoon stuit speelgoed,
dat voor den opmerkzamen waarne
mer een kosmographi&üh verschijnsel
kan verduidelijken, n.l. de cirkelvor
mige beweging der uardpool en al6
gevolg daarvan de verplaatsing van
de hemelpool. Ik bedoel den peervor-
migen tol, bij onze jeugd bekend on
der den naam taatstol. Een ander
boort tol, de drijftol, wekt bij den be
oefenaar der vaderhuidflche geschiede
nis allicht de herinnering op aan een
periode uit het leven van een der
grootste mannen, die ons land heeft
voortgebracht. Dit speelgoed, eigen
lijk voor kinderen bestemd, heeft
den beroemden Iiugo de Groot tij
dens zijn gevangenschap op Loeve-
Etein den tijd helpen korten en hem
de lichaamsbeweging Mörsdbaift,^ eoo
noodig voor het belioud
heid.
Huig de Groot, in het buitenland
meer békend onder den varlatijnsoh-
ten naam Grotius, werd geboren den
lOden April 1583 te Deiit. Reeds in
zijn prilste jeugd gaf hij blijken van
een schitterend-ui aanleg. Op negen
jarigen leeltijd maakte hij Latijnsche
verzen, die de bewondering wekten
van de kenners der ciaesieken talen;
op een leeftijd, waarop een normaal
ontwikkelde leerling de lagere sobóol
verlaat, was hij - rijp voor het hooger
onderwijs en bezocht hij de Leadsche
Hoogesühool, waar hij de professoren
.verbaasde door de ongeëvenaarde vor
deringen, die hij maakte in de theo
logie,de philosophic en de rechtsge
leerdheid.
De buitengameene kennis van den
jongen student trok zoozeer de aan
dacht, hat Oldenbamevellt, door Hoe
ren Staten belast met een zending
aan den Franedhen leaning Hendrik
den Vierden, hem meonaia em aan
den Koning voorstelde om deze vorst
een denkbeeld te geven van de voor
treffelijkheid van liet HoMandsche
Booger Onderwijs. Dit doel ward ten
volle bereikt. Ais blijk van waardee
ring vereerde de Koning hem bij zijn
vertrek een waardevol geschenk, ter
wijl de Academie hem den titel toe
kende ran Doctor in de Redhten,
dat in 1600 de rechtzaal liet nooit
ziene schouwspel bood van een
jarig pleitend advocaat. Ook bij Priiss
Maurits stond hij in hooge gunst. Dit
bleek o.a. in datzelfde jaar, toen hij
op uitnoodiging van den veldheer
den tocht met Simon Stevijns zeilwa
gen meemaakte, een uitnoodiging, die
hij deelde met 27 doorluchtige tochtge-
nooten. De lezer zal zich wel herin
neren, dat met deze zeilwagen, een
vinding van Maurits' vriend den
grooten wiskunstenaar Stevijn, in den
tijd van twee uren langs het vlakke
strand de tocht werd volbracht van
Scheveningen naar Petten.
Huig was nog een kind, toen hij in
aanraking kwam met dien grooten
Bruiggenaar, die toenmaals reeds do
vijftig naderde. Stevijn nuL was het
latijn niet machtig, zoodat zijn weten
schappelijke werken, geedhrevan in on
berispelijk, glashelder Nedierlandsch,
voor buatenlandsche geleerden geslo
ten boeken bleven. Een dezer werken
getiteld „Havenvinding", dat aan de
zeevaartkunde en dus ook aan
17de-eeuwsche Nederlanders
langrijke dieneten bewees, werd door
den jeugdigen de Groot in het latijn
vertaald en daardoor wereldkundig ge
maakt. Is ze niet treffend, die samen
werking van dan 15-jarigen knaap
en den eminenten wiskunstenaar, die
den avond des levens reeds naderde?
Weldra verschonen van zijn har
verschillende werken, waaruit behal
ve ontzagwekkende geleerdheid
ge liefde voor den geboortegrond
sprak. Zijn Historie der Nederland-
6che Oorlogen en zijn werk over
Vrije Zee schonken hem een Euro
pees ohe vermaardheid. In het jaar
1613 bood de Regeering van Rotter
dam hem het ambt van Pensionaris
der stad aan, en dagelijks groeide
zijn naam. Voeg daarbij een onge
stoord huwelijksgeluk, een vrij groot
fortuin, een ijzersterk gestel, en on
vergelijkelijke geestesgaven: wat kon
eei) menscli meer verlangen om zich
tier gaans van Woudrichem. In den
aanhef van zijn gedicht „Herman de
Ruyter" zingt Toiiens:
Waar Maas en Waal te zomen vloeit
En Gorkum rijst van ver,
Daar heft zich op den linker zoom
En spiegeit in den breeden stroom
Een slot van eeuwen her.
De oorsprong van het slot dagtee-
dat <lc ontvluchting van höogör hand
was begunstigd.
Na zijn gelukkige bevrijding begaf
zich de Groot naar Parijs, waar hij
door koning Bodewijk XIII met groote
onderscheiding werd ontvangen. De
vorst schonk hem een jaargeld, dat
te welkenner was, daar bij zijn ver
oordeeling zijn goederen waren ver
beurd verklaard. In Parijs schreef
hij onder meer zijn wereldberoemd
werk: „Over Vrede en Oorlog", dat
zelfs thans nog beschouwd wordt als
de grondslag der studie van het vol
kenrecht.
Nog tweemaal beeft de groote man
zijn vaderland terug gezien, de eerstevan
maal in 1631 toen hem het uitzicht gulden «mw,
zïm léven begon feevtnnr te loopen en
51., •..G/tö.-lonrt Tiuvei
hij weer spoedig het vaderland moest
vehrlnten. De tweede maaü trok hij als
Zweedsch gezant bij het Franeche hof
op zijn-rterugrcis uit Frankrijk naar
Zweden dootr zijn vaderland en werd
bit te Amsterdam ontvangen met de
eer en onderscheiding, die hij zoo
ruinwehoots verdiende (1615).
Hij overleed den Sisten Augustus
1646 te Rostock. Met hem daalde een
van Neertands beroemdste zonen ten
grave. Zoo groot was de vermaard
heid van „het Delftsch Orakel zoo
als rijn bijnaam luidde en nog heden
luidi, dat er in het geheel tijdperk
Frederik Hendrik, Neerlands
enkel werk van
ireowtnil wo» op een leeiWoel ux, <le t-rfeekenie op onverschillig wd.. ga-
Doorluchtige Schol, Mooi do gods- bied van kunst ol wetenschap ver-
j- diensthaat was toen nog zoo onver-ochenen is, waarovw hij met eerst ge-
kent inderdaad IIwlLkt fri de Groots vrijheid, janelfn raodpleegd was.
migen mcenön, dat het oorspronke
lijk een der sterkten was, die de-
Noormannen op him rooftochten langs
de rivieren in deze streken aanlegden;
anderen zijn er, die den oorsprong
zelfs zooken in den tijd der Romeinen.
Toeu Huig die Groot en zijn lotge-
nootcn op Loevestein gevangen gezel
werden, was hij in de volle kracht
van den mannaLijken leeftijd. Het
vonnis luidde: levenslange opsluiting
vreeselij'k vooruitzicht voor den 36-ja-
gelukkig te voelen! En toch, geen vijf
jaar later werd dit schitterend geluk
wreedelijk verstoord. In het jaar
1619 werd de Groot, meegesleept in
den val van Oldenbarnevelt, veroor
deeld lot levenslange gevangenisstraf
en naar Loevestein gevoerd.
Het slot Loevestein, dat te ynmer)
met de verdedigingswerken een op
pervlakte beslaat van ruim 14 Hecta
re ligt aan de samenvloeiing van
Maas en Waal, aan de Zuidwestelijke
We zullen niet blijven stilstaan bij
het verhaal van zijn ontsnapping, dat
iedere lezer zidh wel uit zijn school
jaren herinnert, maai* even de opmer
king maken, dat het slot Loevestein
als staatsgevangenis maar zelden aan
zijn bestemming heeft beantwoord:
Hugo de Groot, ontsnapt; van Wdcke-
fort.in 1675 „voor eeuw.g gevangen,
gezet wegens briefwisseling mei den
vijand, ontsnapt: Simon van Hale
wijn, in 1693 gevangen gezet wegens
besprekingen over den vrede met den
vijand, ontsnapt; in 1831 een aantal
oveigeloopen of gevangen genomen
,aar Loevestein gevoelde Belgen,
eveneens. Slechts één voornaam ge
vangene, de Engelsahe admiraal
je ge sct'.c-, die doen de Ruyter in
1666 \irslagen, eerst gevankelijk naar
den Haag en in datzelfde jaar naar
Loevtbrtin vervoerd was, bleaf daar,
totdat de vrede van Breda (1667) een
eind maakte aan zijn gevangenschap.
Om nog even op do Groots moedige
helpsters bij zijn ontsnapping terug
te komen. Men kaai zich licht de ont
steltenis ên de maahtelooze woede van
den Slotvoogd Prouning van Deven
ter voorstellen, toen hij bij zijn terug
komst en na een afwezigheid van één
dag tot de ontdekking kwam, dat de
gevangene ontvlucht was. Hij nam
Elsje van Houwening onder handen.
Nadat hij haar vorschiHende vragen
had gedaan, die zij inet groote gevat
heid en met het doel hem geheel het
spoor bijster te doen worden, had be
antwoord, vroeg hij ten slotte:
Vreest ge niet, dai ge aan den
beul zult worden overgeleverd?
Wat wilt gij hier spreken van
den beul, antwoordde zij. Vreest gij
hem dan niet, gij, die mijn heer zoo
kwalijk hebt bewaard
Bij Maria van Reigersberg vond hij
evenmin troost. Hij trad de kamer
bonnen mei. de woorden:
Hebt gij het nu hier alleen, Me
vrouw de Groot?
J a, ik heb het ruim nu.
Gij hebt daar een mooi stuik uit
gevoerd.
Ja., vindt u ook niet? Mij dunkt
dat ik dat netjes heb opgeknapt.
Zéker, want in ieder govail zult
gij dikoor noodt weer zien.
Als dat recht is, zal ik het lijden.
Wie zijn uw medeplichtigen ge-
weeet
Niemand anders dan ik alleen.
Dat is mijn eigen uitvinding. Nie
mand heeft er van geweten. Men moet
zulke dingen niet zeggen, dan nadat
ze gedaan rijn.
Groot was de geestdrift, die de ont
snapping van den beroemden man
wekte bij zijn vrienden en bewondi
raars; en groot aller bewondering
voor de beide vrouwen, die haar
eigen vrijheid, miasdhien zelfs haar
eigen leven in de waagschaal stelden,
de een om haai* echtgenoot de ander
om haar heer de vurig begeerde vrij
heid te hergeven-
„0, eeuwige eer van Reigersberg",
>ng Vondel
„De volgende eeuwen zullen spieken
„Hoe gij den haat hebt uitgestre
ken",
cLi. hoe gij dogenen, die uw man ha
ten, hebt verschalkt.
De hooge Regeering des land6 was
tegenover do Groot's echtgenoote en
haar dienstmaagd edelmoediger ge
zind dan de slotvoogd. Nadut Maria
twee dagen op het slot gevangen was
gehouden, werd het door haar inge
diend schriftelijk verzoek ingewilligd
met goedvinden van Prins Maurits en
werd zij met Elsje op vrije voeten ge
steld.
de tijdgenoot eenstemmig in
Raadsels
Deze raadsels zjjn allo ingezonden door
jongens en meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers drie boeken in prachtband verloot.
L (Ingez. door Elfenkoningin)
He bon een stad in Zeeland en besta nit
10 letter?.
7 5 4 is een ander woord voor bed.
6 5 10 5 8 is een ligplaats.
7 2 5 9 is een drank.
1 8 9 ia oen lastig zomerdier.
4 5 is een lidwoord 3 is 4.
2. (Ingcz. door Witte Muis).
Ik ben eau spreekwoord van 19 lettors.
1 10 10 15 10 <3 is een jongensnaam.
6 4 17 3 18 13 is een werkwoord.
8 7 19 is een verscheurend dier.
11 12 13 0 is een natuurverschijnsel.
14 11 12 13 14 12 1 is een getal.
2 9 13 is ook oen getal.
Pon 10 9 19 moet men loeren.
.(Ingcz. door Kees do Mopperaar.)
Kruismadsel.
De kruisjes moeten een land van Europa
noemen.'
i x x x
- jw L<- viiiueu itj, tttf.it
punt van de Bommel er waard in Gel-ecu leugenaar en verder
den lof van Maria van Reigersbergen,
niet zoo de dichter Bilderdij-k, dit
haar blijkbaar niet te best kon zetten,
haar een helleveeg noemde, den ge
schiedschrijver Brandt, bij wien het
I verhaal te vinden ie, uitmaakte
(Naar het Ainenkaansch)
van
JACK LONDON.
beweerde,
Avisteor 6, Cosimo 6, Poesje 5, Bekan-
gertje 5, Hqaönth 6. Vliegende Hollander
0, Edammertje 5, Zeeroover 4, Völendam-
mer 4, Vliegenier 5. Juffertje in 't Groen
5, Jacob Labeur 5, Kosmos 5, Zonneprin-
eesje 5, Anton Labeur 5, Aster 5, Timmer
man 5. Mandenmaker 5, Controleur 5,
Blondkopje 5, Kerstboompje 5, Ke<* de
Mopperaar 5, Lina Punt 3, Vissoher 3.
Voetballer 3, Boel do Bakker 3, Wildebras
6, Sprietel 5, Rozenknopje 5, Campanula
Anemoon 3, Meiknopje 5, Comvke 6,
neke 5, Molatti 5, Blondje 4, Wip va
Stoeltje 4, Gouden regen 3, J. Laminers
Hennie 6, Kruizemunt je 3, Zonnebloem
5, Witte Muis 5, Sjaantje 6, Pierewiet 5,
Heideprinsesje 5, Risico 6, Theeroos 4, Mi.
chiel de Ruyter 4, Vergeet mjj nietje 4,
Wilgenroosje 6, Taekie en Pieno 6, Berg-
prins 6, Pauwtje 6, De kleine Majoor 6,
Pianiste 5, Lentek-oningin 6, Huishennetje
5, Ibolyka 5, Diklke Baas 4, Inktviseh 5,
Snapstertje 5, Adelaar 5, Graaf Adolf 6)
Kleine Peuter 0.
Inzendingen ontvangen van: Viooltje,
oud 10 jaar, Lathyrus, 11 jaar, Aviateur,
oud 10 jaar, Edammertje 9 jaar.
Zot op de 1ste regel een medeklinker.
Zet op de 2e regel een lichaamsdeel.
Zet op de 3de regel een kleodingstuk.
Zet op de 4de regel een stad in N.-Ho
land.
Zet op de 5de regel een land in Europa.
Zot op do 6de regel een Stad in Gel
derland.
Zot op de 7de regel een voorbuig.
Zet op de Sste regel een schrijfwerktuig.
Zot o;> de 9de regel een medeklinker.
4. (Ingez. door MSa May).
Ik bon slechts een arme bloed, zeer
kalm en zeer bescheiden.
Alleen bat wrijven op mjjn kop, kan ik
•oletrekt niot lijden.
Als men dat doet, word ik vorwood.
En kuu, als men ni(j niet verdrinkt, op
sl.aauclen voet,
Vernielen mwtscli, dier, Kuis en goed.
5. (lngez. door Maadjesmaakatortjo).
Ik beu een spreekwoord ven 4 woorden
of 21 letters.
17 18 19 20 21 7 6 doet de zon.
Als 't 3 4 5 6-7 11 ia 't nat.
12 13 14 is een hemellichaam.
1 is 21. 16 is 6.
10 9 8 8 2 is een geurige koffiosoort.
16 16 6 7 is 't tegenovergestelde van
6. Strikvragen.
a. (Ingez. door Robbert).
Welk:- heer zit precies in oen kan bier?
b. (Ingez. door Koperbloem).
Waar laten deftige heereu zich scheren?
c. (Ingez. door de Bêja.)
Van welk mensch vünlt men oen stuk
jeu slagerswinkel, een stuk bjj deu ma-
nuïacturioT en een stak op den akker?
d. (Ingoz. docr Wilgentaakjc).
Wat vindt men in een lcog huis?
De raadseloplossingen dor vorige week
zijn:
1. 1234567S9is4ö.
9 8 7 6 5 4 8 2 1 is 45.
987654321
123456789
8 6 4 1 9 7 6 3 2 is 45
2. Buitenpost.
3. Linten.
4. De beste stuurlui staan aan waJ.
5. Nat, net, noot, nut.
6. a. Edam. b. Sigarenmaker, Poortwach
ter. e. Coiffeur, Conducteur, d. Elburg,
Metz, Aken. e. Schoorsteenveger, I'looger.
Raadseloplossingen
Goede oplossingen ontvangen van:
Woelwater 6. Aipealierdcrinaet.jc 3,
Blauwdruifje 1, Lathyrus 2, Viooltje 5,
Biesje Hirdes 4, 7 5, Gladoor 6, Friso 5, de warmte kan een mensch niet
Brieven aan de Bedactie van de Kin-
der-Afdeeling moeten gezonden worden
aaa Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN,
d. Yinnestxaat 21rood.
(In de bus gooien, zonder aanbellen.)
Nieuwelingen zyn:
ANTON FRIJN, Gen. de Weisti. 24r.
oud 11 jaar.
COBNELIS KRAMER, Bomeostxaat 3
oud 12 jaar.
GOUDSTEBBETJE EN FINNBBLOM
dank ik hartelijk voor do mooie Beringen,
't Speet me, dat ik niet thuis was.
ROZENKNOPJE. Hoe minder
klagen over de warmte, hoe minder last we
van hebben. Probeer het maar eens.
Waar zjjn jullie Donderdag naar tóe ge
weest?
"WILDEBRAS, Je raadsel is goed.
L. P. Voor dat je o-p jo schoot hebt
zitton" eolirijvou, vdel heit schrift me nog-
Je bont nu zeker moor buiten dan
binnen. G ezedlng, dat je telkens moisjes-
vlsite krijgt. Je oefent je metoen goed op
'de cither. Zoo samen met oen mondorgel
1 wiS aardig klonken.
KEES DE MOPPERAAR. Is er nog
34 van je overgebleven? Axme moeder,
it ze in dse tropische hitte nog moest
Bchoonmaken. Tegen de kleine iioeejoe
mopper je zeker niet. Nu heb je toch ook,
wat om mee te spelen. Ik heb om je wor-
telenvergelyking hartelijk moeten lachen
Moeder kan je ook wel tracteeren op een
halve cent dropjee. Das. als 't een cent
wordt, valt er niets tc mopperen.
VLIEGENIER. Om de vrije mióüa-
w m zou je de warmte misschien wel een
poosje willen verduren. Maar andere? Ben
het zwemmen leeren* Als ik
zoo jong was als jj, sloeg ik geen dag over
Hoe was hst by de zeilwedstrijden? Jullie
boffen maar niet je mooie boot. 'k Wil
wat graag eens moe. Leuk, dat je Jong Ne.
dorland gaat lezen. Je zult er wel plezier
hebben. Veel groeten voor mooder.
VOLENDAMMER. Juist Minctje
oest het zijn. Dat andere ie Vliegende
Hollander. 44 is Ko Soms. Onderteelcen
voortaan maar met je schuilnaam.
EDAiMMERTJE. Had jc maar oens
even bekend gemaakt. Ik weet niet dat ik
jouw gezien hob, Verlangt broer naar
ec-hcolWat zal moeder het dan stil
krijgen.
BEHANGERTJE. Pyn jongen, dat jc
zoo gauw jarig bent- Eon boek is altyd
een heerlijk cadeau. Al die boeken van die
serie z(jn wel mooi. Ik vjnd bet heel aar
dig, dat je juist een boek wilt hebben, dat
ik geschreven heb. Maar je hebt gelyk, 't
is nogal duur. Maar misschien zi?u ze
thuis extra goed op je.
POESJE, 't Is heusch niet uoodig
iedere week al de raadsels te hebben. Met
goed
denken als andere. GozolKg, dat moeder1
weer zoo vaak van school komt ha
len. H Ie mot broer ook: Jootje lacht en
Jootjö huilt. Gelukkig, dat rijn verdriet
gauw vergot/jn is.
COSIMO. Waar had je het zoo druk
mee?
RISICO. Terwijl :k aan inyn werk
ben, wD ik niot aan de warmte cenkcn.
Dat helpt heusch. Ben je met Hemelvaart*-
óam een mooie wandeling wezen maken?
PIEREWIET. Uit je briefje kon lk
opmaken, dat jij het was. Maar je nos.ru
ontbrak. En bij zus was net al net zoo. Ik
vind, dat meisjes bost j^age^eboeken kun.
nen lozien en ouigokeer 1. Je hebt maar
prettig feest gevierd bij taule. Maar Bob
hoopt nafcuurlyk, dat jullie vooreerst niet
zulke grappen nit zult halen. Dat ver
haren is lastrig. Fijn, dat ie op merit -
fiets mag.
HEIDE PRINSESJE. Wat heb je nu
m zoo 'n mooien naam als je hem niet on
der je werk zet. Heb je Woensdag mooi
gemusiceerd met Paarlvlinder? Donderdag
nog naai- Zamdvoort geweest? Ik hoop voor
jo, dat do fiets konion zal. En ik hoop het
cok voor Bob. Eu als de fiets er iB, kom
maar eens kennis maken.
BJAANTJE. Jo raadse! is goed.
KRUIZEMUNT JE, ZONNEBLOEM en
WITTE MUIS. Heerlijk hoor, dat Trnus
bet zoo goed maakt. Wat wordt dat kind
Als jullie hanrsgeregeld bezoeken, zal
ze wel geen heimwee krijgen. Mag ze ook
baden? Jullie wonen waar heerlijk dicht
bij de zwemschool. Doe je Truua vooral
ijn hartelijke groeten. Als ik op Zand-
jort kom, zal )k baar was bezoeken.
HENNIE. Jo raadsel is gooi.
J. L. Wat een reuze-verzameLng post
zegels heb je. Zijn ze ic een album ge
plakt? Wanneer je plaatjes over hebt,
stuur ze rae dan maar, ik heb er altijd lief
hebbers voor.
GOUD" EN. Het doet
Doegen, dat de doos postpapier naar jo zin
was. Ja, Pietje Bel is eon schuilnaam. Jo
rolt de raadsels stoods gemakkelijker gaan
vinden. Prettig naar Zandvoort peweestl
Wat een praebtdag. hè?
EEN NAAMLOÓZE. Een naamlooze
schrijft mo over zyn teekendoo3
f.ag. En hij vraagt me hoe lang h\j mee
doen aan do Rubriek. Als j zijn
naam ondor zyn briefje schryft mag hij
mesdoen, tot zijn lUcle jaar. Maar
naaanloozen jongen bob ik niets.
LATHYRUS. 'k Had al zoo'n Boort
voorgevoel, dat er iota aan mankeerde.
Arme stakkorl om mot zoo'n tropisohe
hitte in bed te moot-m blijven. Hoe is het
mee? Waanoer gaan jullie naar
Baarn? Dat prettige vooruitzicht moest jc
he-elc-maal boter maken. En wat fijn, dat
Elsie ook een weekje komen mag.
ALPHENHERDEKINNETJE en BLAUW
DRUIFJE. Willen jullie voortaan
plaats van 2 cent, ©en 10 eeate postzegel
op je brief <loea. Ik moest nu 16 cent port
beiaJeu.
WOELWATER. Wat rik1 R>eb oen
rare stoethaspels- Nog geen 14 dagen ge
leden klaagden we over de koe en nu
zuchten we al weer over de warmte. Waar
heb je een opstel over gemaakt?
COEREKE. 't Ie nu veel leuker
om zelf je werk in te zenden. Die beroe
pen leer je langzamerhand ook wel. Deze
wedstryd is 1 Juni ofgeloopen. Maar dan
komt er oen nieuwe.
TINEKE. lk was al heel tevreden
met je aantal raadsels.
MEIKNOPJE. Hartelijk nog geluk
gevvenscht met jo verjaardag. De volgende
weck vertel jc mo er zeker van alles van.
'k Vind het hoel vorstandig, dat je nog
jaartje op school blijft. Later zul je dat
ker ook odkeniien.
ANEMOON. Zoo'n vrije middag v
toch ook wel leuk. Hoe prettig gymnastiek
ook is 't is mot do warmte oen smeltmid
del. Vind je niet?
ADELAAR. Je vindt het zeker wel
prettig zoo 4 weken er op nit te mogen.
Naar wc-lkc- plaste ga jo? Je zult het vast
wel heel prettig hébben. Je ra.: '.sol is goed
INKTVIBOH. Dom inktvisehje,
GELUK.
Vrouw: De dokter zegt, dat ik vers®
der ing van klimaat noodig heb.
M a n: Wacht nog een paar dagen! Dt
barometer gaat- achteruit.
Moeder (verechrikt): Foei Piet, j<
beat weer aan 't rechten geweest I Je bent
twee tanden kwijt!
Piet! (tnoinphazLteljjk een klein pakje
overreikende)! Neen, moeder, kwyt ben ik
ze niet! Hier zyn ze!
zelfde :s! Het kan hiel
kan wcü merken, dat jullie daar onder onderstelt toch niet, dat er twee
De Gramofoon
Zachtjes lachend bracht Hugo Mam
ning de haDd naaf het verband om zijï
tijdelijk lichtlooze oogen en raakte het
voorzichtig aan.
„Het verwondert mij niet, dat die
knaap veel geld verdient," zei hij, „hif
is het waard. Laat eens wat anders hoo«
ren, Willem, -rilat is te zeggen, als kW
je nog niet verveelt."
„Neen, ik vind het wel gezellig,"
antwoordde Travers, „vooral wanneer
ik zoo'n dankbaar gehoor vind. Maar
zullen we hei ding nu een poosje laten
rusten? Laten we wat rooken en iet*
gebruiken, en vertel jij mij dan ondci
de hand je wederwaardigheden sinds
ons afscheid nu vijf jaar geleden, ik be
doel die dingen, waarover je in je brie
ven nooit geschreven hebt."
Maar Manning schudde het hoofd.
„Neen," zei hij, „tenminste niet nu<
Bovendien is er maar weinig te vertel
len. Ik hei> in Amerika geen fortuin ge
maakt, maar ik heb wel een heel goedo
betrekking, tenminste als die blind
heid niet blijvend 1». Neen, Wim, ci
valt niets te vertellen. Alles, wat ik weet
dat dit de avond van mijn terug
komst in Londen is, dat ik in jouw wo
ning ben en datach, zet liever weef
eens een nieuwe rol op
De stilte die volgde werd gebroken
door een stem uit de gramofoon; een
vrouwestem, mooi en onvergelijkelijk
lieflijk.
Met de handen saamgevouwen tus-,
schen de knieén, het hoofd schuin naat
ééne zijde, zat Manning te luisterenj
Zijn hoofd zakte steeds meer naar^be-
neden. Herinneringen uit vcrvlogen~da<
gen doemden voor hem op, herinnerin
gen die hem ontroerden; heerlijk mooi*
dagen vol zonneschijn en muziek, toej
hij tot zichzelf gezegd had: „Dit :i
liefdel" en toen hij wist, dat hij dis
liefde waardig was.
Toen het lied op de gramofoon uil
was, keerde Travers zich om en keek
naar zijn gast.
„Zeg, wat scheelt er san?'' vroeg
hij. „Ben je soms ziek? Neen? Waar
om beef je dan zoo?"
Eerst kek het of Manning nem c:c'
hoorde. Toen zei hij „Hoe heet dat
meisje, dat dal lied gezongen heeft? AU
jo mij dat kunt zeggen, dan zal ik je
at vertellen."
De ander keek op de rol.
„Het is van Eleonora Lawrence,
antwoordde hy.
„Niet waar!" riep Manning uit.
,Necn, ik ben niet gek, maar dat wil ik
je wel vertellen de stem, die ik
zooeven hoorde was de slem van Kitty
Ormiston. Jij hebt haar niet gekend,
Ik heb haar weer gevon
den, Wiml In twee jaar heb ik niet?
van haar gehoord, maar ééns hield z«
van mij. Of tenminste dat dacht ze en
dat maakt volgens sommigen, geen ver-
schil bij vrouwen. Heb je haar ont
moet?"
„Eleonora Lawrence heb ik wel ont
moet." antwoordde de ander, „maar van
die Kitty Ormiston weel ik niets!"
„Ach, manl" riep Manning uit. „Be-
gnip je can ni?'., da', dat een en dc-
AÉj vcr*
water mots aai^ rekenen doen. 2 Kaa istls
toeh zeker meer dan een? Met dit inkt
potlood sehryf ic heel duid el yk. Een je
Donderdag prettig uitgeweest? 1 Juni
moet je wedetrydwerk ie mijn bezit zijn.
DIKKE BAAS. Misschien vind broer
die eene naam nog wel. Prettig, dat jc
voor de hondjes goede tesmzen gevonden
hebt. "Wol peeb -. oor je, dat jullie school
juist ge»u vrij kreeg
IBOLYKA. Misschien mag je dau
wel voor good blijven, Ben je eenigste
kindje? 'k Kan me best begrijpen, dat je
op school niet zoo var bent als de Holland-
sche kinderen, 'k Vind het heel knap, dat
je in de 4de klas zit. Jc schrijf t je Hol-
lar.'dsch al zeo goed, alsof je nooit andere
gedaan hebt. Je briefje was nog bost
op tijd.
HÜISHENNETJE. "Waarvoor liep jo
met bloemetjes? Zwem je alle dagen? Dit
is maar een heerlijke sport hè. Bevalt het
je goed op de pianoles?
PIANISTE. Je mag net zooveel of
zoo weinig plaatjes geven aL je wilt 'tie
bjj ons niet: voor wat hoort wat. Wc
den het al prettig, al* we elkaar een diens*
kunnen bervyson. Heb je al een zwem
diploma? Jjj bent nog eens een bravi
ver op school zitten, aan vrij hebben.
Eervol zeg, dat je op den muzlek-avond
mag spelen. Maar dapper van wal stoken.
W. BLOMBERG—ZEEMAN.
v. d. Vinnestr. 21r.
I Haarlem, 27 Mei 1922.
stemmen op de heele wereld zijn'. Dat
is onmogelijk! Kitty zong datzelfde lied
voor mij, den avond voor ik naar Ame
rika ging. In dien tijd was ze, wat jc
noemt, een begaafde dilettante. Maan
den later heb :k pas gehoord, dat ze
concerten gaf."
Travers had zijn sigaret opgestoken.
„Je kunt gelijk hebben," zei hij,
,maar ik kan he: bijna met geloovcn.
Eleonora Lawrence is al sedert twee of
drie jaar een ster, en ik heb nooit ge-
boord, dat ze nog een anderen naam
heef;."
„En ik zeg je," hield Manning vol,
terwijl de aandoening duidelijk merk
baar was op zijn gezicht en aan zijn
trillende stem, ,.dat het meisje, dal jij
Eleonora Lawrence noemt. Kitty Or
miston is. En ook zeg ik je, dat je mij
bij haar moet brengen, morgen."
„Hoho, ouwe heer," zei Travers, „dat
is onmogelijk."
.Waarom?"
,Ten eerste weet ik niet, waar ze-
woont en ten tweede houdt ze zich op
een afstand. Zelfs al wist ik haar adres,
dan zou ze je nog niet willen outran-
SC.Je móét haar vinden," zei Manning.
„En wat betreft, dat ze mjj niet wil
ontvangen zeg haar maar, dat eer
blinde, die verrukt is van haar zingen,
haar zoo graag <le hand zou wrs.en
schudden. Toe nu. je kant het best :u
56)
Zij is een echte dochter van haar
ras. Aan het eind van de tweede hoii-
dé wacht nain zij haar vaders revol
ver en stond er op do eerste wacht van
dien nacht te lioudeu. lk gaf toe,
maar liet door Wuda een bed voor mjj
maken in do beschutting van het gla
zen dak der kajuit, juist voor den jig-
gerboom. Henry, do beide zeilmakers
en de hofmeester, met messen en stok- j
ken gewapend, waren langs de af-
trede der kampanje geschaard. j
En nu wil ik mijn eerste critiek op
moderne muiterij geven Op schepen
als de Elsinore zijn niet genoeg wa-1
pens. De eenige vuurwapens op het!
achterdek zijn nu de revolver van ka- j
pitein West en mijn buka. De oude
hofmeester heeft zijn lang mes an ren
filagers-kloofbijl. Henry heeft hehaiva
zijn mes nog een ijzeren staaf. Louis
heeft ondanks een heele rij slagers
messen en een grooten pook als kok
meer vertrouwen op heet water en
zorgt, dui er altijd twee ketels tol ko
ken op de kajuitkachel. Buckwheat,
die om zijn wonde eenige wachten
rust mag nemen, geeft de voorkeur
aan een bijl.
De rest van onze mannen hebben
messen en stokken, ofschoon Yatsuda
de eerste zeilmaker, nacht noch dag
wil scheiden van zijn klauwhamer.
Tom Spink heeft een harpoen. Wada
wint liet echter van allen. Op de ka
chel heeft hij een scherpe ijzeren punt
gemaakt en die op een stok bevestigd.
Morgen wil hij er ook zulke maken
voor de andere mannen.
liet is vreeselijk te denken aan alle
moorddadige wapens, waarvan de
muiters zich hebben kunnen voorzien
uit den timmermanswinkel. Als het
ooit tot een aanval op de kampanje
komt, dan zullen de overlevenden zon
derlinge wonden te verbinden hebben.
Wat zulk een aanval betreft, overdag
zullen mijn buks en ik wel beletten,
dat er niemand van de muiters op de
kampanje komt. Maar natuurlijk zul
len zij. als zij on9 aanvallen dat in
den nacht dijen, wanneer mijn buks
van gecnerlei nut is. Dan zal het zi n
man tegen man en de sterkste hoof
den en armen zullen het winnen.
Doch neen. Ik heb mij juist bedacht.
Wij zullen ook gereed zijn om een
nachtelijke*! aanval af te weren. Do
moderne wijze van oorlogvoeren heeft
mij dat geleerd. Ik zal hun bewijzen
niet alleen dat wij hun meerderen zijn
maar ook waarom vrij dat zi)n. Het ls
heel eenvoudig nachtelijke verlich
ting. Onder liet schrijven werk ik het
denkbeeld uit gasolie, ballen
werk, lonten en kruit uit een paar
kardoezen, kaarsen, vlakke metalen
schalen om de ontplofbare stof te be
vatten; en een inrichting, waardoor
men door aan een touw te trekken de
lonten in het kruit aansteekt, dat
doet ontploffen en zoo het met gasoli
ne doortrokken werk en de kaarsen
doet branden. Zoo zullen wc verstand
en spierkracht tegenover enkel spier
kracht stellen.
Ik heb den geheelen dag hard ge
werkt, maar nu heb ik mijn. plan uit
gevoerd. Margaret beeft rand gegeven
en Tom Spink heeft mij bij de uitvoe
ring geholpen. Boven ons hoofd, van
den jiggerboom, leiden de stalen sta
gen. die de drie barkzeilen dragen,
hoog boven de aftrede der kampanje
en over het hoofddek naar den be
zaansmast. Over elke stag is een licht
touw geworpen en er herhaaldelijk
om geworden, zoodat het niet los kan
gaan. Tom Spink wachtte, tot het don
ker werd, en ging toen naar boven en
maakte losse ringen van stijf ijzer-
draad om de stagen vast onder de
knoopen. Daaraan bevestigde hij de
noodige touwen.
Ons plan is liet volgende: bij het
vallen van de duisternis zullen wijl
iederen avond om drie metalen waseh-
kommen, gevuld mei ontplofbare stoi-
feu, ophijschen naai* de stagen. De in-
richting is zoo, dat wij bii de eerste
waarschuwing van, een aanval aan
een koord kunnen rukken, waardoor j
de trekker wordt overgehaald, die het
kruit doet ontvlammen en tegelijk de
ringen langs de stagen doet glijden.
Natuurlijk hangen de lampen aan de
ringen en als zij vijftig voet gegleden
sijn, brengen cj_e touwen ze automa
tisch tot stilstand. Dan zal het voordek
tusschen de verschansingen en den be
zaansmast geheel verlicht pijn, terwijl
wij ons in betrekkelijke duisternis be
vinden.
Natuurlijk moeien wij e'.ken morgen
voor het aanbreken van den dag liet
apparaat weer neerlaten, zoodat de
mannen op het voorschip niet kunnen
raden, wat wij bedacht hebben. Van
daag werd hun nieuwsgierigheid al
opgewekt door de weinige dingen van
onze nieuwe inrichting, die wij lieten
staan. Het eene hoofd na het andere
vertoonde zich over den rand van het
dekhuis vooruil, en zij gluurden en
gluurden en trachten ie ontdekken,
wat wij deden. Wel, ik zie haast met
verlangen een aanval tegemoet om te
weten, hoe de nieuwe uitvinding
werkt.
HOOFDSTUK XLV1
Wat er met Pike gebeurd is, blijft
nog steeds een geheim. En met een
tweeden stuurman dan? in de laatste
drie dageu hebben wij goed op de mui
ters gelet. Wij hebben ze alle gezien,
met uilzondering van Me'.laire, of Sid
ney Waltham, 'zooals ik hem nu moet
noemen. Dit heeft zich niet vertoond
en vertoont zich nog steeds niet; vrij
kunnen alleen raden en gissen.
In de laatste drie dagen is er
belangrijks gebeurd. Margaret en ik
houden beurtelings de wacht, dag en
nacht door, daar er onder onze man
nen geen is, arm vvien we die verant
woordelijkheid kunner. toevertrouwc-n.
Ofschoon er nog altijd muiterij is en
wij op Jiet' achterdek in staat van be
leg verkeeren, is het weer zoo zacht
en hebben onze mannen zoo weinig te
doen, dat zij zoigoloos zijn geworden
en achter kaartenkamer gaan sla
pen, als zij de wacht op dek hebben.
Er gebeurt nooit iets. en zü worden
dik en traag. Ik heb zelfs Louis, de
hofmeester en Wada op een dutje be
trapt. Ilenry, de jongen van het op
leidingsschip. is werkelijk de eenige,
die nog altijd trouw zijn plicht heeft
gedaan.
En gireren heb ik Torn Spink af
geranseld. Na he' verdwijnen van den
stuurman stelde hij weinig vertrouwen
in mij en begon cenigszins brut-aal en
ongehoorzaam
worden. Zoowel
Margate' als ik hadden dat opgo
merkt. Eergisteren praatten wij daar
over.
een goed zeeman, maar
zwak/' zeide zij. „Ais wij hem late:-
begaan, zal hij de anderen aanste
ken."
„Heel goed, ik zal hem een lesje
geven," verklaarde ik moedig.
,,Da zal wel moeten," moedigde zij
mij aan. „Wees hard, wees hard. Jo
moet hard zijn."
Op een schip moeten de officieren
hara zijn, maar ik heb ontdekt, dal
he' hard is hard te zijn. Het viel nn;
heel gemakkelijk Steve Roberts neer
tc schieten, daar hij op mij aanlegde
Maar het is zeer moeilijk hard te zijn
tegen een goedigen domkop als Tom
Spink vooral daar hij 'och nooit
heelemaal in verzet komt. Een gehee
len dag lang na mijn onderhoud roe'
Margaret loerde ik op hem. en ik
had liever gezien, dat de muiterg een
aanval op ae kampanje waagden, dnn
hem te moe'en straffen.
Niet in één dag kan een nieuweling
leeren 'e heerscnen door geweld a!s
Pike, of door rustige meerderheid als
kapitein West. Zeker, het was een
lastige toes'and. Ik was niet gewoon
met ma'rozen om te gaan, en dat be
greep Tom Spink met zijn dom hoofd
ook. Bovendien had het verdwijnen
van den s'uurman hem ontmoedigd.