Hotel „Duin en Daaë"
■chrgven, als 't schrift maar loosbaar is.
ZANGLU8T. Woensdagavond heb
jo zeker jo naam wol gelezen bg de in-
aeDders. Ia Aerdenbour kun je heerlijk
dwalen, hè!
ZILVERSTER. Jo inoogl dezen
teliuilnaam houden.
WOELWATER. Jo raadsels zgn
goed. Jjj hebt ook maar oen prettig
weekje achter je. Ik vind het aardig, dat
je wat aan zustor Schouten hebt go-
bracht. Jo hebt nu wel gehoord, hoe big
de zuster is ntoS ieder kloedingituk.
OR NATES. Dat tras voor jullie nog
een heele roia naar Zand voort. Maar
snlko stevige bui te Mande ren zien niet
tegen een wandelingetje op.
VRIENDINNETJE. Je bent
tuurlgk dolblij met jo zwempak, la het
dagelijks in gebruikt Do Pinkstordngei
waren voel to gauw voorbij. Is 't niott
BUITENMAN. Van Buitenman ben
jo badgast gewoest. Montbretia vond het
zeker becrlyk, dat jullie kwamen. Hoe
lang blyft ze or nog?
MATROOS. Ben je aan den hengelt
Dat is allo dagen waar een leventje
plezier. Li nu P. was toch zoo big met jul
lie bezoek. Ik vond hot dan ook oen al
leraardigst idee. Wat zal zo er naar
langen ook eens bij jou to komen.
MEVR. K. 'k Hoop, dat de stille wenk
iets mag helpen. Volhouden en telkens
weer aanpakken is zoo'u moeilijke kunst.
Schrijft hij zgn briofjes alleen! Ik vind
dat zijn stijl zoo aardig vooruit gaat. II
trof het niet mot Pinkster.
W. BLOMBERG—ZEEMAN".
v. d. Vinnestr. 21r.
Haarlem, 10 Juni 1922.
HET VERTREK
De deur bousde dichtde sleutel werd
van binnen omgedraaid; Wouter Wen
laar was uit de gevangenis ontslagen
stond op straat. Zoolang hij gevangen
had gezeten, zes maanden lang, had hij
zich op dit oogenblik verheugd en toch,
nu hij de vrijheid teruggekregen had,
viel ze hem tegen. Hij vond, dat hij daar
wel eenzaam stond in de buitenwijk van
de stad en hij gevoelde zich schuchter
en verlegen tegenover een klein jon
getje, dat aan kwam loopen en in hel
voorbijgaan even naar hem keek. Mis
schien, dacht hij, zal het beter gaan, als
ik uit deze omgeving weg ben. Daarop,
snel stappend, ging hij weg, zonder er
zich om te bekommeren, of de rich
ting, die hij insloeg, wel leidde na.tr
zijn doelhet spoorwegstation. Hij
vond het druk in de stad; vroeger was hij
er vaak geweest, maar nooit had het
hem getroffen, dat het er zoo rumoerig
was. Het bellen van de electrische tram,
het ratelen en rammelen van vrachtwa
gens, hinderden hem. Hij begreep, dat de
zes maanden, doorgebracht in bijna ab
solute stilte, alleen afgewisseld door
zwak klokgelui of vaag gedruisch uit de
verte, hem ongeschikt hadden gemaakt
voor het verdragen van het gewone
stadsrumoer. Hij liep langzaam in de
richting van het station, die hij nu inge
slagen was. Over een half-uur zou zijn
trein vertrekkenhij had den tijd. Hij
had den kraag van zijn winterjas opge
zet en een pet, die hij speciaal van huis
gevraagd had, diep in zijn. oogen ge
trokken, omdat hij door niemand wou
worden herkend. Toen hij in do avond
schemering van den Novemberdag, naar
het perron ging, waar zijn trein stond
te wachten, zag hij wel bekenden
zijn woonplaats, die een plaatsje zoch
ten in een coupé, maar die hem van
hun kant niet schenen te zien. Hij
kroop weg in het achterste comparti
ment van den laatsten derde klasse-
waggon. Er waren niet veel passagiers;
hij bleef alleen. De trein was nauwelijks
in beweging, of hij begon weer te den
ken over net eenige onderwerp, dat
hem al die maanden in de gevangenis
had bezig gehouden; hoe het zoo goko-
mea was en wat er nu verder zou gebeu
ren. Hoe het zoo gekomen was! De di
recteur van de gevangenis, een streng,
maar menschelijk man, de predikant,
die hem nu en dao kwam bezoeken, de
hoofdonderwijzer, die hem zoo nu en
dan wat werk opgaf, om zijn gedachten ai
te leiden, zij allen hadden het in kie-
schen vorm gevraagd en hij had er nooit
een antwoord op kunnen geven. Hoe
het mogelijk was, dat hij, een veertiger,
na een leven van onberispelijk werk, er
toe had kunnen komen, om te speculee-
ren in effecten en daarna, tot betaling
van zijn verlies, geld had kunnen weg
nemen uit dc kas van zijn patroon
hij kon het zelf onmogelijk zeggen. Tot
den directeur, die hem het meest sym
pathiek was, had hij alleen de veronder
stelling kunnen uiten, dat de oorzaak
een tijdelijke, moreele inzinking was ge
weest, waarmee hij overigens zichzelf
allerminst had willen vrijpleiten. Nog
zou zijn patroon do zaak niet hebben
aangegeven,- wanneer hij niet in de laat
ste jaren te veel oneerlijkheid in zijn
zaak had aangetroffen. Er moest een
voorbeeld gesteld worden. Bij de recht
bank had bij het slecht getroffen. Zijn
verdediger had aangedrongen op een
voorwaardelijke veroordeeling, maar dc
rechtbank had daaraan dezen keer niet
willen voldoen. Iedere advocaat vroeg dat
tegenwoordig voor zijn dientals de
rechter te mild daarmee was, dan zou
do criminaliteit op den duur nog veel
sterker toenemen. Hij beklaagdo zich
daarover niet, noch over zijn patroon,
die barmhartiger had kunnen zijn, noch
over do justitie, die zijn volledige be
kentenis en 2tjn echt berouw had kun
nen laten gelden. Hij schreef zichzelf de
schuld toe en zocht geen excuses in «e
houding van anderen. Zoo had hij ook,
wat hem wedervaren was in dc gevan
genis, zelf aangenomen als een go-
rcchtc straf voor ae zonde. Het eenige,
hem gehinderd had, was, dat zijn
correspondentie aan zijn vrouw en zwa
ger, door één van de regenten van de
gevangenis moest worden nagelezen,
voordat zij kon worden verzonden en
nog meer, dat hij dc brieven van huis,
et ongeopend ontvangen kon.
Aau zijn toch zoo meegaand karakter
deed dit wel de meeste pijn. Het ove
rige had hem toegeschenen, de onvermij
delijke weerslag to zijn van do onver
geeflijke fout, die hij nu eenmaal te
genover de samenleving had begaan. Hij
zette zich tot het lezen van do brieven
in do slecht verlichte coupé. Hg kende
zo bijna van buiten, vooral den eersten
brief, een weck, nadat hij in dc geian-
genis was gekomen, geschreven door
zijn zwager. Die was op het bericht van
zijn zuster, over de ramp, die do fa
milie getroffen had, onmiddellijk uit
Engeland overgekomen en hem een
brief geschreven, waarin hij nu weer
zat to turen.
Waarde zwager.
Zooeven heb ik van jo vrouw, mijn
zuster, alles gehoord, wat er gebeurd
is. Ik 2al je geen verwijten doen, daar
voor is het te laat. Misschien herinner
jij jc nog, dat ik altijd tegen jo huwe
lijk beu geweest, omdat ik je hield voor
ecu zwak man, die het niet ver zou bren
gen, Dat is heiaas uitgekomen, maai
ik had nooit gedacht, dat jij instaat zou
zijn jt een dergelijke, verregaande
onhandigheid, die het leven van mijn
zuster eu je dochter daarbij voor goed
heeft bedorven en je familie bovcndici
to schande maakt. Ja vrouw en doch te
hebben geen fmanciëele moeilijkheden;
daarvoor zal ik zorgen. Ik heb ook be
sloten, dat zij die in de toekomst niet
zullen hebben en daarom aan jo vrouw
voorgesteld^ mijn huishouden ia Enge
land waar te nemen en aan jo dochter,
om les te geven aan mijn kinderen. Mijn
zuster was daartoe eerst niet bereid en
zei, dal ze bij je blijven wou. Ik heb
haar gezegd, dat dat sentimeniccic
dwaasheid is en dat jo geen xochtcn
meer op haar moogt laten gelden. 1!;
reken er op, dal je haar in dien geest
ook zult schrijven. Daarmee kan je nog
veel goedmaken, wat anders onherstel
baar is. Je dochter heeft dadelijk iu mijn
voorstel toegestemd. Nogmaals, ik re
ken op je medewerking, want als je uit
do gevangenis komt, dan zal je leven
veel moeilijker zijn, dan vroeger cn daar
mogen je vrouw en kind niet aan wor
den opgeofferd-
Dit was de inhoud van den brief; hij
vouwde dien op en stak'hem weer in zijn
zak. Onmiddellijk had hij er op geant
woord, dat hij zich met iedere schikking
het belaag van vrouw en kind ver-
eenigde. Zgtt zwager moest maar doen,
had hij geschreven, alsof hij nici
r bestoud. Voordat die brief verzon
den werd, was de directeur in zijn cel
gekomen, om te vragen, of hij zich nog
niet een poosje op het antwoord beraden
zou. In vriendelijke termen had hij hoi:
to kennen gegeven, dat juist do stem
van een vrouw, voor iemand, die g>
vangenisstraf had gehad, zoo ontzag
lijk veel waard kon zijn, als hij weer
in do maatschappij terugkomt.
Maar Wouter had hei hoofd geschud
en geantwoord„Verzendt U den brief
maai dadelijk, directeur, hij is goed,
zooals hij is; ik moet het maar onder
vinden."
Maar daarmee was do zaak niet afgc-
loopeu. Zijn vrouw kon zich met het
voorstel maar niet vereenigen, hoe gaar
ne zij het aannam voor haar dochter;
voor zichzelf wees zij het voortdurend
van de hand. Hoeveel .brieven waren er
wel niet over gewisseld, voordat zij op
jsijn herhaald aandringen ten slotte had
toegestaan en zichzelf daarna nog ver
zette. toen zij hem was komen bezoeken,
op dien akcligva dag, toen hij haar had
moeten ontvangen in het grauwo gevan
genispak en met haar had moeten praten
in tegenwoordigheid van een cipier, die
geen oogenblik heen ging. Zij had het
hem toen wel moeilijk gemaakt, om vol
te houden, maar de doffe berusting,
waarin hij verkeerde, scheen hem kracht
te hebben gegeven en toen de reglemen
taire tijd voor het gesprek voorbij was,
had hij haar eindelijk de belofte ont
wrongen, dat zg met haar dochter naar
Engeland zou gaan en daar minstens
jaar blij ven, zonder co trachten
hem terug te zien, want dat was dc
waarde geweest, die haar broeder bij
zijn voorstel had gedaan. Na dal ccne
bezoek was zjjn vrouw niei meer terug
geWeest; hij had het zelf niet gewild. Hij
schaamde zich voor die omgeving eu
had een gevoel, alsof zij daardoor be
zoedeld werd. Op al haar schriftelijke
verzoeken, om toch weer terug te mo
gen komen, had hij hardnekkig een wei
gerend antwoord geschreven, maar van
één ding was hij niet terug te brengen
'geweesthaar broeder had gewild, dat
do twee vrouwen en hij' vertrokken zou
den zijn, voordat Wouter uit de gevan
genis terugkeerde en zij had er op ge
staan, om hem tenminste den avond
van zijn terugkomst nog in zijn huis te
ontvangen^
Zonderling, terwijl hij in zijn een
zaamheid dacht aan de drie personen,
waren hun meest kenmerkende eigen
schappen in zijn oogen voortdurend aan
gegroeid en toegenomen, totdat bij zich
zijn vrouw voorstelde als een soort van
engel, met een bijna hemelsehen glim
lach, zooals het beeld van de Jokonda,
dat bij zich uit een tijdschrift herin
nerde. Zijn dochter, die zoo vcAutwaac-
digd over zijn misdrijf was, dat zij hem
zelfs niet had willen schrijven, lede
in zijn gedachten hoe langer hoe meer
op een van die sphinxen in Egypte, die
met een zielloozen blik onbeweeglijk
voor zich uitstaarden, zonder 2ich om
iemand te bekommeren. Zijn zwager,
luidruchtig man, die succes had ge
had in het leven en zich daarvan groo-
to verdiensten toerekende, geleek hen»
nu groot en rood en dik, «net een
schreeuwerige stem en aanmatigende
manieten. Hij zou ze dezen avond alle
drie terugzien, waarschijnlijk voor het
laatst, want hij ibegrc'ep wel, dat, wan
neer eenmaal vrouw en dochter in een
gelukkige omgeving twee jaar lang ge
leefd hadden, haar teiugkeer naar hem
ondenkbaar was. Hij had zich dan ook
al voorgesteld, zijn weg voortaan alleen
te gaan. De reclasseeringsraad had een
betrekking als reiziger voor hem ge
vonden, bij een fabriek, die over zijn
verleden was ingelicht ca die het met
hem wilde wagen. Het tegenwoordige
zag hij daarom als het blad van een
boek, dal over eenige uien zou worden
omgeslagen de toekomst als een
blauke bladzijde, die bij zelf alleen zou
hebben ie beschrijven.
Aan hel station van zijn woonplaats
stapte hij uit. Niemand van de menschen
op het perron nam notitie van hem.
Tersluiks keek hij, of er ook iemand zou
zijn, die hem kwam afhalen, maar die
was er niet. Hij maakte zich er een ver
wijt van, dat hij een oogenblik daarop
had gerekend. Een tcrugkccrendo ge
vangene mocht zoo iets met verwachten.
Langzaam ging hij door de stralen van
het stadje naar huis. lig had geen haas'.,
om daar te komen. Waarom ook? lig
had immeis met het heden afgedaan cn
gevoelde toen, dat het weerzien pijn
lijk zou zijn. Hoe korter het samenzijn
duurde en hoe eerder het voorbij was,
des te beter. Bij zijn huis gekomen,
belde hij aan; de deur weid onmiddel
lijk geopend, alsof men op hem had
staan wachten. Zijn vrouw deed licm
zelf open ea viel hem dadelijk oui den
hals. Het was donker in de gang, maar
hij voelde de tranen op zijn handen drup
pelen, ofschoon hij niet hooren kon, dat
zij schreide. De kalme woorden, die hij
zich had voorgenomen te zeggen bij
hun eerste ontmoeting, waren totaal ver
geten. Hij kon trouwens niets uitbren
gen zijn hart bonsde hem in de keel ca
toen hij eindelijk weer wat tot zichzelf
was gekomen, wist hij niets anders te
zeggen dan„Vrouwtje, vrouwtje."
Maar in den donkeren gang viel een
lichtstraalde deur van de huiskamer
werd geopend en de stem van zijn zwa
ger noodigde hem uit, om binnen te
komen. In de verlichte kamer (teken zij
elkaar aan. Jlet verwonderde hem, dat
zijn zWager minder groot en rood cn dik
was, dan hij zioh had voorgesteld. Ook
schreeuwde hg niet zoo luid, als hij zich
had gedadht, maar hg gaf hem geen
hand. Dat verwonderde hem nietin de
gevangenis had hij al bedacht, dat het
zoo zijn zou. Zij gingen met hun drieën
zitten en zeiden geen woorddo oen
wachtte op den andei. Om dc stilte te
verbreken, vroeg de man, met een schor
re stem
„Is Lize er niet?"
Zijn vrouw z-weeg en keerde even het
hoofd af. Zijn zwager antwoordde dat zij
was gaan afscheid nemen van een
vriendin cn hen daarna aan het sta
tion zou ontmoeten. Hij knikte met het
hoofd, want hij begreep het, zij wilde
hem zelfs niet 'meer zien. Tot dusver
had hij zga vrouw nog niet aangekeken;
nu deed hij het en vond haar bleek en
mager, maar wel met de hcmelsdie uit
drukking op haar gezicht, waaraan hij
in de gevangenis had gedacht. Hij kon
zijn oogen niet meer van haar afhouden
cn was de aanwezigheid van zijn zwa
ger haast vergeten, toen deze het woord
„Ik heb, zooals je weet, verkeerd ge
vonden, dat mijn zuster hier jiog ziju zou
als jij thuiskwam. Dat is sentimentali
teit, waarvan niemand beter wordt.
Neen, stil maar, laat mij zeggen, wal ik
te zeggen heb. Het is verstandig van je.
dat je meegewerkt hebt, om je vrouw
en dochter weer een behoorlijk leven tc
bezorgen, doe nu ook geen poging
meer. om haar in twee jaar to spreken
of te schrijven
„Ook niet schrijven?" zei mijn zus
ter met doffe stern.
„Ook niet schrijvenna dien tijd
kunnen wij zien. Ik geloof niets, maar
het is mogelijk, dat mijn zuster dan
weer bij je terugkeert misschien ook
niet, dat moet zij zelf beslissen en als
ze mijn raad volgt, dan zal zij het niet
doen".
Hij zweeg en Wouter, zonder hem
aan (e kijlcen, knikte met lie'fc hoofd en
zei: „Het i6 goed zoo, het is hot beste
voor iedereenik heb het zelf gewild."
Zijn vrouw wou nog wat zeggen, maar
met een gebiedend gebaar hield zijn
zwager haar daarvan terug. Er werd
hard aan de deur gebeld. Uo zwager
s?ond op en ze*
„Dat is het rijtuig, waarmee wij
naar het sta:ion gaan onze bagage is
al verzonden, er is dus niets meer, dat
ons hier houdt."
Alle drie stonden op; de man staar
de naar zijn vrouw, alsof hij zijn
oogen niet meer van haar kon losma
ken. Luid snikkend, viel zij hem om
den hals eu trachtte wat te zeggen,
mar kon niet. Me'- een werktuigelijke
beweging streek hij over haar haar,
wel tien, twaalf maal achter elkaar.
Toen zei de zwager
,,Laat het niet te lang duren, het is
onze tijd en het brengt jo vrouw ni
overstuur."
Toen nam hij zijn zuster bij den
en samen gingen 2ij de gang in. De
man bleef in de kamer en vroeg zich
af, of hij mee zou gaan naar de deur,
of niet; misschien vonden zij liet las
tig. Daarop dacht hij, dat de beleefd
heid het toch voorschreef en ging lang
zaam achter lien aan. Zijn zwager
hielp zijn vrouw met haar mantel
blijkbaar wilde hij het afscheid bespoe
digen. Al wachtend, deeil hij do deur
open en keek om, of zij hem volgde.
Do vrouw scheen nog even le willen
teruggaan, maar hij vatte haar bij den
arm en zei
„Kom, het is .lÜ.d".
Toen stapten zij in het rijtuig- Wou
ter sloot zachtjes de deur. Buiten
ratelde het rijtuig weg. Langzaam
keerde hij naar de huiskamer terug en
ging in den stoel zitten, waaruit hij
pas was opgestaan. Hij besloot aan 't
één of ander te denkeu, maar het was
hem onmogelijk; zijn gedachten Kon
den geen enkel onderwerp vasthou
den. Vroeger was hij wel eens in de
bioscoop geweest en nu scheen he<
hem toe. alsof alle dingen, die een
oogenblik bij hem opkwamen. Voorbij
trokken me'- een tienvoudigen versnei-
den gang van bioscoop-apparaten. Hij
kwam het eerst weer tot zichzelf, toen
de Friesche gangklok aan den wand
begon te slaantien uur.
„Het beste is," zei hij hardop tot
zichzelf, „dat ik maar naar bed ga".
Toen kwam er een vreemde gedachte
bij hem op, dat zijn omstandigheden,
sedert hij uit Je cel was gekomen, locli
eigenlijk weinig veranderd warenal-
icc-n kon hij de deur van de huiskamer
nu open doen. Overigens was hij even
eenzaam als in de gevangenis. Deze
overweging scheen hem toe, iets vei-
makelijks te hebbenhij lachte c-r
hardop om. Toen, juist, terwijl hij de
hand uits'ak naar liet gaskraantje,
om de lamp uit tc draaien, hoorde nij
een rijtuig ratelen, dat voor zijn huis
stil Held. Er werd zacht gebeld. Hij
begreep niet, wie dat zijn kon,
's avonds zeo laat. Het moest een
vergissing wezen. Daarom ging bij
niet dadelijk naar do deur. Ej- werd
weer gebeld, nu wat harder. Hij ging
door de gang en maakte de deur open.
Op den drempel van het hu'.s stond
zijn vrouw. Onstuimig drong zij bin
nen, deed de voordeui in hei, slot en
schoof er mee een handige beweging
de grendels op. Hij wist niet, wat te
zeggenbegreep nie:, wat er gebeurd
kon zijn en nog met hoed en mantel
aan, klemde zij zich aan hem vast en
Vief».door haar tranen heen
„Wouter, ik heb niet gekund, bot is
mij onmogelijk geweest. Jk heb mij
zoo goed gehouden als ik kon, maar
toen ik op het perron, stond en den
trein zag komen, hc-b ik gedacht aan
jou, die alleen was in dit donkere huis.
Toen heb ik mijn broer_ gezegd, dat ik
weer terug wou naar je en hij heeft
mij dreigend gezegd, dat ik niets meer
van hem behoefde 'e verwachten en
toen zijn Lize en hij samen vertrok
ken en ik ben weer teruggekomen.
Wouter, Wouter, waarom zeg jc
niets?"
Het zou hem onmogelijk geweest
zijn. Hij had een prop in de keel,
alsof hij nooit meer zou kunnen spre
ken, maar terwijl zij samen, arm in
arm, terugkeerden uit de donkere
gang naar de verlichte huiskamer,
toen wist hij, waarom hij de uitdruk
king op haar gezicht, die hij in de ge
vangenis had bedacht, daar straks te
ruggevonden had.
BecMszaken
ENGELSOHE AUTEURS.
In de beklaagdenbank voraebonon voor
de Viordo Kamer der Rechtbank te Aim-
stopdain een vader en dochter, van Hol-
laiiidscho afkomst, maar sedert tientallen
jaren in Engeland woonachtig, zoo meldt
te Ted. De -rader, E. D., een man van 53
jaar. in fluweeleu artistenjusjo, bleek
auteur te zjjn in Eugeltuid eon roman
te hebben gopublicccrd. De doellter, N.
D., die steeds met vriend elgkon glimlach
den president haar u.torst hoffelijke ant
woorden gaf, was eveneens schrijfster en
i-ubliceorde 0.3. öcnógc gedichten. Maar
met hun schrjjven waren zij niet uit fi-
eaucieele moeilijkheden eu zoo trachtten
zg ep andere wgzo aau geld tc komen.
INGEZONDEN MEDEDEET-INGEN K CO Cfs». per regel.
Speciale inrichting voor feestelijke gelegenheden
In Amsterdam kwamen zg in contact
met oen sig iroi-iabrikant in de Nes en
trachtten hem te bewegen 15000 sigaren
af to leveren op eon postdated cheque,
terwijl zij slechts een klein bedrag in
contanten betaalden. Het tegoed op de
bank bleek onvoldoende en do betaling
van den koop, dio 7 en 8 April 1921
plaats bod, gcschioddo niet.
Do bold, z-ideii geen oplichting op het
oog to hobbeu gehad. Zg hadden zich niet
voorgod au u als Engolschen, maar de tus-
aehenporsoon, die bon met den sigaren
handelaar in contact bracht, introduceer-
do Jion als Ergalsclien. Zg wisten niet,
dat liet banktegoed onvoldoende was on
ook zonden zg, zoodra zg in Londen wa-
i'Bu, do sigaren verkocht en hot gold go-
depemeerd hobbeu.
!Bg hot getuigenverhoor bleek, dat do
sigarenhandelaar vertrouwen had gekro-
gen, doordat zij een boek lieten zien,
waar het auteursportret van den man in
stond, torwyl zg tevens als adres
kaartje gaven 17 Park Avenue Willosden
Green N. W. Z. London. Later, toen hg
om betaling ach reef, bleek, dat zij
dit adres onbekend waren en de brief
kwam onbes'.Jid terug.
Het O.M., waargenomen door Mr. Mas-
sink, achtte oplichting bewezen en zeide,
dat een onderzoek in Engeland had uit
gewezen, dat beide bekl. een zeer
gunstige reputatie hadden. Zjj werden als
internationale ©pKchtcrs beschouwi
maar wisten ateois heel handig door de
mazen heen te glippen. Vader en dochter
gaven zich uit voor man en vr
pleegden o.a. ook ia Pargs onder het mom
van liefdadigheid een oplichting.
Hut vooronderzoek duurde 6 maanden
en daardoor heeft het O. M. een -merk-
waardigen kgk op boide bekl. gekregen,
die bgzoridero menschen zgn en vaü oen
misdadigerssourt, zooals in ons lanj ge
lukkig maar zolderi voorkomen.
Spr. vorderde voor ieder S maanden ge
vangenisstraf met aftrok van preventief.
Hierna gaf de do oh ter een uiteenzet
ting van haar positie in Engeland, waai
en haar vader groote weldadigheids-
ouden gaven. Hiervoor was het beter,
dat zg zich v-oordeed als Mrs. D. „Do
menschen toonen zich gauwer Mof-da dig
tetgeiwvor eou gehuwde dame."
Do verdediger van den eersten bekl.,
Mr. Nijkerk, wees er op, hoever hg lich
ters! aat bg het O.M., dnt 6 jnaanlleu kon
'oorboreiden. Hem. wenden slechts 10 da-
ton gelaten. PI. tiohbte nergens de op
lichting bewezen en oordeelde de -iag-
aardiag lichtvaardig en onduidelijk sa
mengesteld. PI. vroeg meer getuigen te
hooren, waaruit volgens pl. de onschuld
bokl. zou kunnen blijken. Subs, vroog
lid. een clemento straf.
Do verdediger der dochter, Mr. J. G.
Ster eken, reide, dat he gebleken is, dat
bekl. inderdaad groote weldadighci.ls-
avondon gaf en legde de reohtbauk oen
pakjo aanbo/elingsbrieven over, waaron
der van den Etgelsohej, koning, don Lon-
donschon Lord Mayor, Lloyd Georgo,
Foincaré enz. PJ. laakte het optreden
van el®11 sigarenhandelaar, die lichtvaar
dig ziju waar leverde, terwijl geenenicleele
bewezen is, dat zij niet liet tegoed bg de
bank l gelig /ouden bijvullen. PL conclu
deerde tot ontslag van rechtsvervolging
te vragen mitiM. yjrysprflflik.
Bg do repllslc woes Mr. Maas ink' er op,
dat lig ook nog brieven kon ovorloggou
beide bekl. gezonden on hg had er
een b.v. van Jhv. do Maroes van Swindo-
i, onzen gezant to Londen. Deze brio-
i bewijzen echter volgens pl. niets len
gunste van beide bekl. Integendeel. Hot
hun taktiek op hun avonden dc hoog-
sten in den lande uit te noodigen. Dezen
zonden dan bg verhindering een beleefd
bedankje eu deze bedankjes wisten bokl.
heel handig uit te buiten. Bg hun wel-
dadigheidsavoaden bleek ook uit inlich-1
tiugc-n van Scotland Yard, dat eg wel
eens vergaten af te rekenen en met de
der iiofueogeldcn er vandoor gingen. Spr.:
persisteerde og zgn eisch.
Na dludiek der verdedigers w^j de
uitspraak bopaaAd op 22 Juni.
VERDUISTERING DOOR EEN
ADVOCAAT.
Wij 1-ezen in Het Ilbld..-
Voor het Gereohtshof tc Arnhem
diende de zaaa tegen nir. H. Cii. van
H. P. te. Xutpheu, door de Reohtbnnk
to Zutplien veroordeeld tol. een jaar
gevangenisstraf met aftrek der pre
ventieve hechtenis ter zake van ver
duistering van een bedrag van hoog
stens 9000, welk© gelden hem in zijn
hoedanigheid van raadsman dar fir
ma E. Linthorst en Zonen voor de
behandeling ecner belastingzaak in
1917 en 1918 in depot waren gegeven.
Beklaagde ontkent het ten laste ge-'
legdo feit; hij heeft slechts voorschot
ten ontvangen, aan verduistering heeft
hij zich niet schuldig gemaakt.
Als getuige werd gehoord de ex
ports lager J. P. Linthorst, die ver-
Kiaardo in totaal 9000 aan beklaagde
hebben verstrekt in verband met
PLANTENBOTER
EETiïsaaa
&S32En
rw.i:waa»M
5 - a>if OBSMBSEStBfi
de behandeling van een belastingzaak.
Geenezins was het zijne bedoeling oin
bek!, dat geld te schenken. Hij heeft
er niet over gedacht, wat de advocaat
met de voorschotten zou doen.
Getuige jhr. mr. B. de Jonge te Zut-
pticn, die met beklaagde geassocieerd
was. was van meening, dat een advo
caat over ontvangen voorschotten als
over eigen geld -kan beschikken, mits
ni] later verantwoording van de gol
den doet. Toen het proces van getuige
Linthorst geëindigd was, whs getuige
niet meer geassocieerd. II ij diendo
zijn declaratie in, weike vrij lang was.
Later hoorde getuige, dat door L. nog
zoer belangrijke bed ra se n aren ge-
utort
Beklaagde erkende \o«rsL-notten te
hebben ontvangen van de firma Lint
horst, die hein in depot waren gege-
in het geheel 9600. De firma
was beboet met 450.000 omdat zij ge
weigerd had inzage van de boeken to
geven. De P.aad van Beroep ging datu-
xnede accoord, doch de Hoogc llaad
wees do zaak terug. De Raad van Be
roep liet daarop de boete ven-a Men.
De firma Linthorst had dus f 45Ö.ÖOO
gered. Nu was de bedoeling om, wan
neer do declaratie lager was dan
9000, het saldo af te dragen.
De advocaat-generaal, mr. Ctiopius,
ces er op, dat liet een misbruik is
van tal van advocaten om voorschot
dadelijk te beechouwen als eigendom,
fn het vonnis der Rechtbank wordt
gemist de overweging, dat de wedcr-
eohtelij'ke toeeïgening blijkt uit den
slechten financieelen toestand van
oeklaagde, uit liet feit, dat hel vin
gen van voorschot geen verband hield
mot den voortgang van het proces en
zoons mt ae omsiainigheid, dat be
klaagde de voorschotten niet als ont
vang In heeft, geboekt D© Rechtbank
leeft ziek voorts vergist in lmar bc-'
rekeningen: men heeft het bedrag van
de declaratie afgetrokken van do
9000 en dit saldo als verduisterd be
schouwd. Feitelijk heeft bekl. oplich
ting gepleegd, maar de elementen,
welke art. 32G Wetboek van Strafrecht!
eischt, ontbreken en zoo is cr g -en
strafbare oplichting.
Met vernietiging van het vonnis
rechtbank eischte de adv.-gen. «■-
jaar gevangenisstraf met aftrek -K>k
van de in Frankrijk doorgebrachte
preventieve liechienio.
De verdediger, nir. H. P. de Wildo
te Arnhem, betoogde, dat van ver
duistering geen sprak© Het bedrog
is bij de firma Linthorst als onkc6-
t en post geboekt; het voorschot is zeer
zeker ook salaris. De deken van ilo
Orde van advocaten deelde pi. mede,
dat z.i. de advocaat ,die voorschot
ontvangt, hierover kan beschikken
al6 over eigendom. Depot valt te be-
schouwen, naar pL meent, als beta
ling op rekening. Opzettelijke weder
rechtelijke toeeigening" is uitgesloten.
Met een cliënt van een advocaat
wordt een rekening-courant geopend;
van verduistering kan nooit sprake
zijn, zoolang het saldo niet is vastge-
atold.
Wat de declaratie aangSEt, merkt
pl. op, dat sommigen het totaal-bedrug
der voorschotten niet eens als decla
ratie to hoog zullen vinden, waai do
firma Linthorst op de gronden door
bekl aangevoerd haar belasting met
f 450.000 zag verminderen.
Op grond van nietigheid van da
dagvaarding vroeg pl. bekl. uit d«
prevent leve hechtenis te ontslaan.
Het Hof begaf zich in raadkamer
en .weigerde daarna de onmiddellijke
invrijheidstelling van beklaagde.
Uitspraak 22 Juni.
hem had doen besluiten, zich naar de
eenzame piek te begeven, waar hij
den dood gevonden had.
Ook in Harold's geest begon de ge
dachte nu post te vatten, dat deze
dood niet aan een ongelukkig toeval
te wijten was.
De jonge man was op reis gegaan
met het doel het raadsel op te Ios-
een, waarvan Phyllis en Clara geen
van beiden een woord van zich had
den laten hooren, en daarom had
men hem den dood laten vinden,
maar wj© was die man?
Harold legde zijn hand op het voor
hoofd van zijn dooden vriend en
deed de gelolte, dat hij niet alleen
Pliyllifi c-n Ciara op zou sporen,
maar ook niet rusten zou, voor h.j
degenen, die Maurice's dood op hun
geweten hadden, aan het gerecht had
overgeleverd.
HOOFDSTUK V.
Clara's handtasch.
Hel eerste, wat Harold hierop dood
was naar den hoofdinspecteur van po
litie tc gaan, die de zaak in handen
had, om aan deze zijn vermoeden,
dat er misdaad in 't spel was, mee
te deelen. Hij kreeg van -dezen cc?i-
ter niet den minsten steun. De in
specteur was er zoo zeer van over
tuigd, dat het ecu ongeluk geweest
was en anders niet, dat hij het on-
noodig oordeelde, een verder onder
zoek in te ste.Ien.
j Een ding was zeker, Maurice was iu
het geheel niet in Dunslow geweest.
Hij had blijkbaar een enkelen dag in
Glasgow doorgebracht eu was loon
rechtstreeks naar Muirlon vertrokken.
Aan een medereiziger had hij meege
deeld, dat hij wandeltochten dacht te
maken van Muirton uit. Hij was oen
in Muirton gebleven en had toen al
lerlei informaties omtrent de omge
ving ingewonnen eui het druk over do
wandelingen gehad, die liij dacht to
maken. De eerste wandeltocht was
echter reeds met zijn dood geëin
digd.
De inspecteur lachte zoo spottend
bij dc gedachte, dat hier van misdaad
sprake kon zijn, dat Harold's wan
trouwen begon te verminderen. Als
Maurice nu toch eens werkelijk ten
gevolge van den mist den dood go-
vonden had? Maar wat deed Maurice!
o;> die eenzame heide, dertig mijl ten
Noorden van de plaats, waarheen j
oorspronkelijk zijn bestemming was
geweest?
En waarom lyid hij niet geschreven
on Harold zijn veranderde plannen
meegedeeld? Xeen, er moest iets vu. c-
flclijks achter zitten en weef voor lla-;
rol'i ■•■en rilling <i,oor de leden, toen
het lic-in opeens inviel, dat misHClik-n
Phyllis en Clara ook a! dood waren.'
Als terloops zei hij tegen den in-
specteur, dat meneer Beulby geparen-
teerd was aan juffrouw Grey, het
nichtje van meneer Macsuriane van
Dunslow, dat sedert kort bij haar oom
op Dunslow woonde.
De inspecteur stelde hier wol ecnig
belang in. Hij zei, dat dit dan zckei
oen van de redenen van meneer Beni-
by's bezoek aan Schotland was g"-
weest. Misschien had 'ui l' gehad,
na afloop van zijn wandeltochten
naar Dunslow te gaan. Meneer Mae-
sarlane was een aardige, oud© heer.
Hij had hem al eens ontmoet. Ieder
een in de buurt was blij, dat er weei
eon Macsarlane op Dunslow woonde.
Men roemde zijn nichtje, juffrouw
Grey, ook zeer. Hij zelf had liaar nog
mot ontmoet. Naar men zei. Was zij
zeer jiojiulair en daar zij later alles
van huur oom erven zou, maakten no
jongelui haar druk het hof. Sir Geor
ge Larne onder anderen
Harold nam hier afscheid van den
praatzieken Inspecteur en keerde
naar liet hotel terug, waar liij voor
zich en Fulton 'n kamer had genomen.
Wat Phyllis betrof, oyer haar be
hoefde hij zich blijkbaar niet onge
rust te maken. Zij scheen gezond en
v/el te zijn en zich best te amiH.ce-
ren. A's zij niet geschreven had.
rnoest het dus zijn, omdat er geen
lust in hod. Maar Maurice w.ns dood
cn Clara was verdwvn.-u en Phyili'j
was toch eigenlijk niet tot zulk een
wispelturigheid m staat. Wat kon et
gebeurd zijn?
Hii hau soms oen gevoel alsof hij
1 nog eek zooi worden.
i Ziou het eigenlijk maar niet versGan-
,-iiger zijn, om naar Londen terug te-
keëren en zoodra mogelijk naar Austra
lilë te emigreeren
De gedachte echter aan de gelofte,
die hij had afgelegd, oin den dood' van
Maurice te zullen wreken, weerhield
hem hiervan.
Maar als die dood nu toch eens
niet anders dtan door een ongeval ver
oorzaakt was. al leek het ook wel wat
vreemd, dat Maurice zich op die bc-
rxralde plaats bevond en juist, nu liij
op onderzoek uit was, den dood' moest
vinden.
Fulton was reeds naar bed. toen
Harold in het hotel terug kwam. lla-
rofd volgde zoo gauw mogelijk zijn
voorbeeld en viel, uitgeput als liii was
door alles, wat hij doorgemaakt 3,ad,
dadelijk in slaap.
Toen hij wakker werd, asg h'j tot
z-jn verbazing, dat hel reeds klaar
lichte dag was. Toen hij bereden
i-wam. vond hi; Fulton in de zitka
met een smake'ijk uilirijnd cr.t
bijt voor ziï'i, dat hij echter nog niet
T.-ïd a an geraaid. Hü zag er zoo i-iiea-
o'ïg tril, de.t Harold modv ijdend uit
Wat scheelt Cr aan, Fulton? Ben
je ziek? -
Ziek? Neen, waarom denk je dat? j
Ik hel» vannacht niet geslapen. Jij
toch zeker ook niet.
Ja, ik wel, bekende Harold
©enigszins aarzelend, want .hij wan j
bang. dat Fulton zou denken, dat hij
wel wat ongevoelig was. Ik was
zoo uitgeput van vermoeienis, dat ik
dadelijk in slaap viel, hoewel de ge
dachte aan dien armen Bealby mij
O, ik heb niet aan hem liggen
denken, viel Fulton liem in de rede.
Het zou hem niet helpen, al had
ik ook den geheelen nacht over hem
getobd, ik heb er oveir liggen peinzen,
wat ons te doen staat.
Hoe bedoel je dat? vroeg Harold.
Wel, ik zou zeggen, dat zijn dood
een waarschuwing voor ons Is, om te
maken, dat we zoo gauw mogelijk hier
vandaan gaan. Wat jij doet, moet je
zelf weten, maar ik ga weer naar
Londen terug, en als je verstandig
bent, ga je met me mee. In Londen
zijn we veilig.
Bedoel je? vroeg Harold en
zwe g toen.
Ja, ik bedoel, herhaalde FuUon,
dot er geen twijfel bestaat, of Beal
by werd vermoord. Wij zijn nu aan
dc beurt, daarvan ben ik overtuigd,
en wat Clara en PhyEis betreft -
O, nu is het mooi genoeg, bon-»
maar op. Je zult me nog heek-maal i
overstuur maken, zei Harold, terwijl1
hij de vork, die hij juist aan zijn
mond wilde brengen, weer neerlegde.
Hoewel hij wilde aannemen, dat Mau
rice vermoord was, geloofde hij nog
niet dodelijk, dat Phyllis en Clirft
hetzelfde lot getroffen had.
Phyllis tenminste is in hinken
den welstand, ging hij voort, an
ders zou zo niet zooveel met haar oom
uit kunnen gaan.
Zoo. denk je dat? zei Fulton op
©oii toon, alsof liij zelf daar nog niet
zoo zeker van was. En Clara dan?
■vroee hij daarop.
Wel. begon Harold en zweeg
toen oven. Een oogenblik later ging
hij voort: Je weet wel, dal je na-
zelf vertelt liebt, dat je ongenoegen
met haar gehad bad. Misschien ja
dat wel de oorzaak, dat zij je niets
van zich laat hooren.
In dat geval, zei Fulton, be
staat or toch zeker geen reden voor
mij om hier langer te blijven. Ik ga
dus weer naai' Londen terug en wacht
daar, tot ze mij schrijft.
Je moet maar doen, wat jc bet
boste vindt, zei Harold, maar als
Ik Jou was. at ik eerst miin ontbijt
op, want hij zag. dat Fu'ton nog
goc.n stukje benuttigd lfac. Hii nam,
terwijl hij dit zeide. zelf wat óp rijn
hord. en Fulton volgde rijn voor
beeld, doch kon het toch niet opeten.
(Wordt vervolgd)-